3.5 Lokaal bedrijventerrein met kleinschalige industriële of ambachtelijke bedrijven in de bouwen milieusector 3.5.1 Bestemming 9
Algemeen
Deze zone is bestemd voor lokaal verzorgende bedrijven met uitsluiting van zuivere kleinhandelsbedrijven en dienstverlenende bedrijven. Lokaal verzorgende bedrijven zijn beperkt van omvang, hebben een functionele relatie met de kern en hebben een beperkte (= lokale) reikwijdte. Ambachtelijke bedrijven en kleinbedrijven in de bouw- en milieusector worden hier toegelaten. Ambachtelijke bedrijven zijn deze bedrijven waar handwerk primeert, wat het gebruik van machines evenwel niet uitsluit. Met kleinbedrijf wordt bedoeld industrie op kleine schaal. Bij de beoordeling van de vraag of een inrichting al dan niet als kleinbedrijf kan worden beschouwd, kan dan ook rekening worden gehouden met de omvang van het bedrijf - dit is zowel met de oppervlaktebehoefte als met de omzet en het aantal personeelsleden dat er tewerkgesteld wordt -, alsmede met de (objectieve) aard van de ongemakken die de activiteit meebrengt voor de omgeving (richtgetallen: investeringen maximaal 60 miljoen, omzetcijfer overschrijdt de 300 miljoen niet en de tewerkstelling bedraagt maximum 40 personen voor handelsactiviteiten en maximaal 50 personen voor andere activiteiten). Volgende sectoren behoren tot de bouw- en milieusector (niet limitatief): -
hout- en meubelindustrie papier- en papierwarenindustrie bouwmaterialen-, aardewerk- en glasindustrie metaalproductenindustrie machine-industrie elektrotechnische-industrie bouwnijverheid wegvervoer i.f.v. transport voor het bedrijventerrein zelf
Handel Louter kleinhandel is niet toegelaten. Kleinhandel wordt hier gehanteerd als de economische functie die verwijst naar kleinhandelsbedrijvigheid of kleinhandelsactiviteiten. Het Koninklijk Besluit van 31 augustus 1964 tot vaststelling van de lijst van de in het handelsregister te vermelden handelsbedrijvigheden beschouwt kleinhandel als "het wederverkopen op gewone wijze in eigen naam en voor eigen rekening, van goederen aan verbruikers en kleine gebruikers, zonder deze goederen behandelingen te doen ondergaan dat die welke in de handel gebruikelijk zijn". Kleinhandel wordt enkel toegestaan indien dit inherent is aan de productie. Kleinhandel met het doel inrichting van een toonzaal, toegankelijk voor het publiek, is niet toegelaten. Bovendien moet deze kleinhandel verband houden met de activiteiten van de onderneming zelf op het perceel. De kleinhandel moet van ondergeschikt belang zijn t.o.v. de productie. Woongelegenheden Indien de veiligheid of de goede werking van een bedrijf dit vereist, kan één woongelegenheid per bedrijf, voor bewaking en beheer worden toegestaan. Deze dienstwoning dient in het bedrijfsgebouw geïntegreerd te worden. Maximaal toegelaten vloeroppervlakte is 200 m2 en hierbij dient er vanuit gegaan te worden dat de vloeroppervlakte 1/4 van de totale vloeroppervlakte van het gebouwencomplex niet overschrijdt.
9
Bijzondere bestemmingsvoorschriften
Luchtverontreiniging met geurcomponenten dient vermeden te worden over het volledige terrein wegens de nabijheid van woongebieden. Bij de inplanting van bedrijven is het van belang rekening te houden met eventuele geurhinder. Op de met mijnsteen verhoogde terreingedeelten zijn volgende maatregelen ter controle en bewaking van de verontreinigde gronden van toepassing ten einde de effectiviteit van de uitgevoerde saneringsmaatregelen te garanderen en dit zolang de terreinen bedekt zijn met mijnsteen: •
Wonen (conciërge) is toegelaten op voorwaarde dat geen eigen gekweekte groenten verbruikt worden en geen grondwater als drinkwater of irrigatiewater gebruikt wordt. Gezien deze beperking moeilijk te controleren valt, wordt wonen op niet afgedekte mijnsteen afgeraden. Wonen is toegelaten na het aanbrengen van een leeflaag
•
Indien op de terreingedeelten die verhard, verhoogd of genivelleerd werden met steenkoolreststoften graafwerken dienen uitgevoerd, mag de vergraven mijnsteen niet op zuiver bodemmateriaal verplaatst worden. De vergraven mijnsteen dient gestockeerd op plaatsen die reeds met mijnsteen bedekt zijn en bovendien dient de verplaatste mijnsteen maximaal gecompacteerd.
3.5.2
Bebouwing
Vooraleer een fase kan aangesneden worden dient door de gemeente een inrichtingsplan opgesteld te worden. Dit inrichtingsplan wordt door het gemeentebestuur goedgekeurd na overleg met de afdeling ROHM Limburg: Ruimtelijke ordening. Het inrichtingsplan bevat een voorstel van kavelindeling en een inplantings- en volumestudie van de gebouwen. Voor de parkings wordt een voorstel uitgewerkt conform het MOBER-rapport. Er wordt tevens een begroeningsplan toegevoegd met een verdere uitwerking van het landschapsinrichtingsplan voor de privé-terreinen. Voor de fasering van deze bestemmingszone verwijzen we naar deel 1 fasering p 14-15. Het aansnijden van deze zone gebeurt i.f.v. de herlocatie van het gemeentelijk containerpark. Dit containerpark (+ 1 ha) wordt voorzien langsheen de ontsluitingsweg naar Mireille, in de aangevulde zone naast het slibbekken. In het verlengde van de hoofdontsluitingsweg ter hoogte van de rotonde moet de aswerking op de watertoren bewaard blijven. De bebouwing op dit punt dient dit het uitzicht op de watertoren vrij te houden en ruimtelijk te accentueren. De bedrijven die ingeplant worden langsheen de groene parking dienen voorzien te worden van een gevel met voldoende architecturale kwaliteiten. Stapelruimten in open lucht zichtbaar vanop het openbare domein zijn hier niet toegelaten. Alle constructies moeten stedenbouwkundig en architecturaal verantwoord zijn, zowel wat betreft de inplanting, als wat betreft vormgeving en materiaalgebruik. Wij verwijzen tevens naar de algemeen geldende voorschriften 2.1 Welstand. 9
Plaatsing van gebouwen en constructies
•
Bebouwingspercentage
Een minimale vloerindex GIT = 0,2 dient voorzien te worden op het perceel. Een maximale vloerindex GIT = 0,4.
•
Bouwhoogte
Bouwhoogte maximaal 7 meter; een grotere bouwhoogte kan aanvaard worden indien de omgeving dit toelaat (bezonning, architecturaal, in harmonie met aanpalende gebouwen,...) •
Bouwlijn
Minimum 10 meter vanaf de weggrens ( = voortuinstrook) en voor de achtergevellijn minimum 15 meter uit de achterperceelsgrens.
Langsheen de erfscheidingen moet de bouwheer een zone bouwvrij houden. De minimumbreedte ervan wordt als volgt vastgelegd, in functie van de breedte van het perceel.
Breedte perceel gemeten aan de rooilijn <50 m
Totale oppervlakte van het perceel -
Minimumbreedte van de bouwvrije zone 6,00 m
tss. 50 en 100 m
< 1 ha
8,00 m
tss. 50 en 100 m
> 1 ha
10,00 m
onbeperkt
12,00 m
>100 m
Bij het eventueel voorzien van een gemeenschappelijke parking mag deze toegang in de bouwvrije zone langsheen de gemeenschappelijke perceelsgrens gelokaliseerd worden. Hellende op- en afritten in de bouwvrije strook zijn verboden. In deze zone mag wel een dienstweg, ter breedte van één rijstrook, aangelegd worden ten behoeve van de brandweer. Het inrichten van openluchtstapelplaatsen en van parkings in deze zones is verboden. •
Bedrijfswoning
Werkplaatsen en opslagplaatsen waarvan de exploitatie hinderlijk wordt geacht t.o.v. de bedrijfswoning mogen slechts opgericht worden op minimum 10 meter afstand van de toegelaten woning, burelen en sociale instellingen. Afwijking is slechts mogelijk indien de bevoegde overheid voor de exploitatie op kleinere afstand een vergunning verleent. 9
Aanleg van de niet bebouwde ruimte
De niet bebouwde ruimte zal onmiddellijk aangelegd en beplant worden op basis van een beplantingsen groeninrichtingsplan dat een integrerend deel moet uitmaken van de bouwaanvraag (zie ook de algemeen geldende voorschriften 2.3 Groenvoorziening en water). Behoudens de toegang(en) mag het terrein niet verhard worden. De voor- en de achtertuinstroken (inclusief de zijstroken) dienen beplant te worden volgens de principes van het landschapsinrichtingsplan. Het gebruik van streekeigen planten is gewenst. De beplanting zal hoofdzakelijk bestaan uit bladverliezende bomen, struiken en heesters. Alleszins dienen bomen de hoofdstructuur uit te maken van de groeninrichting. Voor schermen en omheiningen kan men werken met hagen of met bosplantsoen. Een haag is per definitie opgebouwd uit een op een lijn gezette planten met weinig tussenruimte, waarvan de ontwikkeling in de hoogte en de breedte door snoeien in de hand houdt. Palen met draadwerk kunnen hiermee aan het oog onttrokken worden.
De afstand van een bufferbassin tot de perceelgrens, weliswaar op een natuurtechnische wijze aan te leggen (anders dient dit bassin in de bebouwbare oppervlakte voorzien te worden) bedraagt minimum 3 meter. 9
Verkavelingsvoorschriften
perceelsbreedte: perceelsdiepte: maximale terreinoppervlakte:
minimum 35 meter minimum 50 meter circa 5 000 m2 tot + 1 ha
Afwijkingen zijn mogelijk omwille van de geometrische vorm van het terrein.
3.5.3 Staat van bedrijfsactiviteiten De staat van bedrijfsactiviteiten bestaat enerzijds uit een bindende lijst van niet toegelaten hinderlijke inrichtingen afgeleid van de VLAREM-lijst. Anderzijds wordt er een indicatieve lijst opgesteld van toegelaten bedrijfstypen op basis van de methodiek van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (V.N.G.) 9
Niet toegelaten hinderlijke inrichtingen
Luchtverontreiniging met geurcomponenten dient vermeden te worden over het volledig terrein wegens de nabijheid van woongebieden. 9
Indicatieve lijst
De bedrijfsbestemming wordt door middel van een staat van bedrijfsactiviteiten beperkt. Deze lijst bevat indicatieve informatie. Gezien de ligging van de zone aan de rand van woongebieden wordt gekozen voor categorieën 1, 2 en 3 volgens de lijst van de V.N.G. Ook bedrijven die in een hogere categorie zijn opgenomen kunnen toegestaan worden. Voorwaarde is dat deze bedrijven bijvoorbeeld door het treffen van afdoende hinderbeperkende maatregelen, een vergelijkbare mate van hinder veroorzaken als de tot de toegestane categorieën behorende bedrijven (nieuwe technieken, geluidswallen...). Nieuwe bedrijven en/of activiteiten die niet opgenomen zijn in de bijgevoegde lijst zullen op basis van vergelijking van de gelijkwaardigheid van de productie van hinder door geur, stof, geluid, trillingen en gevaar... toegelaten of verboden worden door het College van Burgemeester en Schepenen na voorlegging van een beperkt onderzoek naar de effecten van de inplanting van het bedrijf op de omgeving op basis van bovenvermelde criteria. Het kan voorkomen dan binnen een bedrijf opslagen of installaties worden gebruikt die voor dat bedrijfstype niet gebruikelijk zijn en waarmee in de lijst dus geen rekening is gehouden. Voor die situaties verwijzen we ter inlichting naar VLAREM V 47-48: Gevaarlijke stoffen. De lijst van bedrijventypes houdt rekening met negen soorten milieubelasting: • geurhinder • stofhinder • geluidhinder (tevens is aangegeven wanneer sprake is van A-inrichting volgens de Nederlandse
• • • • • •
wet op de geluidhinder) gevaar (calamiteuze voorvallen) luchtverontreiniging (continue emissie van schadelijke gassen en aërosolen) verontreiniging van oppervlaktewater verontreiniging van bodem en grondwater verkeersaantrekkende werking visuele hinder (de bouwmassa)
De eerste vier soorten milieubelasting kunnen in een noodzakelijk geachte afstand tussen bedrijf en een rustige woonwijk worden uitgedrukt. Bij de laatstgenoemde vijf soorten milieubelasting, kan afstand wel een rol spelen, maar meestal geen bepalende. Deze lijst bevat enkel indicatieve informatie, concrete situaties dienen altijd in de context te worden geplaatst. Lijst van bedrijfsactiviteiten OMSCHRIJVING
Geur Stof m m
Geluid Gevaar Lucht m m index
Water index
Bodem Verindex keer index
Visueel index
Categorie
100 30
30 50
100 100
10 50
1 1
1 1
1 1
2 2
2 2
3 3
10 30 100
30 50 100
50 100 100
30 50 50
1 1 2
1 1 1
1 1 2
1 2 2
1 2 2
3 3 3
10
10
10
10
1
1
1
1
1
1
50
50
50
30
1
2
1
1
2
3
10 50
10 30
30 100
10 30
1 1
1 2
1 1
1 2
1 2
2 3
30
10
100
30
1
1
1
2
2
3
10
50
30
10
1
1
1
1
1
3
50
100
100
30
1
1
1
2
2
3
0
30
100
10
1
1
1
1
2
3
10
50
50
10
1
1
1
1
2
3
50
100
100
50
1
1
1
2
2
3
30
30
100
30
1
1
1
1
1
3
25 HOUT- EN MEUBELINDUSTRIE 25.21 Triplex- en fineerfabr. 25.31 Timmerfabrieken 25.5 Overige houtwarenind.: -vermogen < 50 kW -vermogen >= 50 kW 25.71 Meubelfabrieken (incl. lakspuiterij) 25.75 Woningstoffeerderijen 26 PAPIER- EN PAPIERWARENINDUSTRIE 26.1 Papier- en kartonfabr.: - p.c <3t/u 26.2 Papierwarenindustrie 26.31 Golfkartonfabrieken - p.c <3t/u 26.32 Kartonnagefabrieken
32 BOUWMATERIALEN-, AARDEWERK- en GLASINDUSTRIE 32.2 Aardewerkindustrie - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW 32.54 Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken 32.6 Natuursteenbewerkingsbedrijven zonder breken, zeven en drogen 32.71 Slijp- en polijstmiddelen fabrieken 32.72 Steen-, grit- en krijtmalerijen: 32.79 Minerale productenfabrieken n.e.g. 32.81 Glasfabrieken: -glaswol en glasvezels -glas en glasproducten p.c < 5000t/j
32.82 Glasbewerkingsbedrijven (graveren, etsen etc.) 32.83 Glas-in-loodzetterijen
10
50
50
30
1
1
1
1
1
3
10
0
30
10
1
1
1
1
1
2
10
30
100
30
1
1
2
1
2
3
10
30
100
30
1
1
2
1
2
3
100
30
100
50
1
1
3
2
2
3
100
30
100
50
2
1
2
2
2
3
50
30
100
30
1
1
3
2
2
3
50
30
100
30
1
1
2
2
2
3
100 30
100 100
100 100
50 30
1 1
3 1
3 2
2 2
2 2
3 3
50 50
10 10
100 100
30 50
1 1
2 3
3 3
2 2
2 2
3 3
100
30
100
50
1
3
3
2
2
3
100 30 100 50
50 50 30 100
100 100 100 100
50 50 100 30
1 2 2 2
1 1 1 1
2 2 2 2
1 1 2 2
1 2 2 2
3 3 3 3
30
30
100
30
1
1
1
2
1
3
30
10
50
30
1
1
1
1
1
3
50
30
50
50
1
3
3
1
2
3
10
10
30
30
1
1
1
1
1
2
10 50 10
30 30 50
50 50 100
30 50 30
1 1 1
1 1 1
1 1 1
1 1 1
2 2 2
3 3 3
34 METAALPRODUCTENINDUSTRIE 34.12 Stamp-, pers-, dieptreken forceerbedrijven 34.2 Schroeven-, massadraaiwerk-, veren- e.d. ind. 34.6 Metalen emballage ind. (incl. lakken en moffelen): -p.o. < 2000 m² 34.7 C.V.-ketel en – radiatorenfabr. (excl. moffelen) 34.8 Overige metaalwarenind. 34.91 Smederijen, lasinricht., bankwerkerijen e.d. 34.93 Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven: algemeen mechanisch oppervlakte behandeling anodiseren, eloxeren chemische oppervlakte behandeling galvaniseren (vernikkelen, verschromen, verzinken, verkoperen ed.) emailleren metaalharden lakspuiten en moffelen scoperen 35 MACHINE-INDUSTRIE 35 Machine-industrie: - p.o. < 2000 m² 36 ELEKTROTECHNISCHEINDUSTRIE 36.93 t/m Elektrotechnische ind. n.e.g. 36.95.1 Fabrieken voor gedrukte bedrading 36.99 Elektrische installatiebedrijven 51 BOUWNIJVERHEID 51 Bouwbedrijven algemeen impregneren, bitumineren, verven ijzervlechten, steenbewerken
52 BOUWINSTALLATIE-
BEDRIJVEN 52 Bouwinstallatiebedrijven 72 WEGVERVOER enkel i.f.v het bedrijventerrein
10
10
30
30
1
1
1
1
1
2