Schoolplan 2012 – 2016
Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 1 van 39
Inhoudsopgave
1.
2.
3.
Voorwoord
5
Algemene schoolgegevens
6
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.5.1 1.5.1.1 1.5.2 1.5.2.1 1.6 1.7
6 7 7 7 8 8 9 9 9 9 9
Naam en richting Bevoegd gezag Organisatie Schoolleiding Situering van de school Schoolgrootte en prognoses Cambreur College Leerlingenpopulatie Hanze College Leerlingenpopulatie Samenwerkingsverbanden Historie Kwadrant Scholengroep
Grondslag, missie en visie
10
2.1 2.2 2.3 2.4
10 10 11 11
Grondslag en missie Visie Bestuurlijk beleidskader Directiestatuut
Onderwijs
11
3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.1.4.1 3.1.4.2 3.1.5 3.1.5.1 3.1.5.2 3.1.6 3.1.6.1
Leerlingen Lesuitval Goed onderwijs Kosmopolitische samenwerking Passend onderwijs Passend onderwijs Hanze College Passend onderwijs Cambreur College Zorgstructuur Zorgstructuur Hanze College Zorgstructuur Cambreur College Leerlinggebonden financiering Hanze College en Cambreur College Cambreur College meer- en hoogbegaafde leerlingen
11 11 11 12 12 12 13 14 14 14 14 15
3.2 3.2.1
Identiteit Versterken katholieke identiteit
15 16
3.3 3.3.1 3.3.1.1 3.3.1.1.1 3.3.1.1.2 3.3.1.2 3.3.2 3.3.2.1 3.3.2.2
Ontwikkeling onderwijsaanbod Ontwikkeling onderwijsaanbod Hanze College Taal- en Rekenonderwijs Taalonderwijs Rekenonderwijs Nieuwe exameneisen Ontwikkeling onderwijsaanbod Cambreur College Tweetalig onderwijs (TTO) Havisten Competent (Haco)
16 16 17 17 18 19 19 19 20
Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 2 van 39
4.
3.3.2.3 3.3.2.4 3.3.2.5 3.3.2.6 3.3.2.7 3.3.2.8 3.3.2.8.1 3.3.2.8.2 3.3.2.9
Gemengde leerweg en Mavoplus Intrasectorale programma’s (ISP) Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) Sport Cultuur Taal- en Rekenonderwijs Taalonderwijs Rekenonderwijs Nieuwe exameneisen
20 20 20 21 21 21 21 22 22
3.4 3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.4.4 3.4.4.1 3.4.4.2 3.4.4.3 3.4.4.3.1 3.4.4.3.2 3.4.4.4 3.4.4.4.1 3.4.4.4.2 3.4.4.5 3.4.4.6
Kwaliteitszorg Vensters voor Verantwoording Kwaliteitszorgsysteem academische opleidingsscholen Basisarrangementen Kwaliteitszorgsysteem Toelating en bevordering Schorsing en verwijdering In-, door- en uitstroom Hanze College Cambreur College Vroegtijdig Schoolverlaten (VSV) Hanze College Cambreur College Rapportage vorderingen Beleidsmedewerker kwaliteitszorg
23 23 23 23 23 24 24 24 24 24 26 26 26 26 26
3.5 3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.3.1 3.5.3.2 3.5.4
Innovatie stimuleren Onderwijstechnologie Opleiden in de school Productinnovatie Productinnovatie Hanze College Productinnovatie Cambreur College ICT-opleiding
26 26 26 27 27 27 27
Docent
27
4.1 4.2 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4 4.1.5 4.1.6 4.1.7 4.1.8
Personeelszorg Professionaliteit Competenties en beroepswaarde IPB-beleid en werkplezieronderzoek Professioneel statuut Kennisnetwerken Krachtig meesterschap Promovendi Evenredige vertegenwoordiging vrouwen in de schoolleiding Academisering docenten
27 28 28 29 29 30 30 30 30 30
4.2 4.2.1 4.2.1.1 4.2.2 4.2.3
Arbeidsvoorwaarden en arbeidsverhoudingen Functiemix LD-recht Sociale innovatie Werkverdelingsbeleid
31 31 31 31 32
Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 3 van 39
5.
6.
School en omgeving
32
5.1. 5.1.1 5.1.2 5.1.3 5.1.4
Ouders, leerlingen en andere belanghebbenden Medezeggenschapsraad Klankbordgroepen Oudervereniging Raad van Advies
33 33 33 33 34
5.2
Vrijwilligersbeleid
34
5.3
Sponsoring
34
Bedrijfsvoering 6.1 6.2
7.
34 Bedrijfsvoering is efficiënt en effectief Huisvesting
34 35
Beleidsvoornemens
35
7.1 7.2 7.3
35 35 37
Beleidsvoornemens Kwadrant Scholengroep Beleidsvoornemens Hanze College Beleidsvoornemens Cambreur College
Bijlage Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO) artikel 24 Schoolplan
Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
39
Pagina 4 van 39
Schoolplan 2012 – 2016 Voorwoord Voor u ligt het schoolplan van Kwadrant Scholengroep. Het schoolplan is een document, dat zijn ontstaansgrond vindt in artikel 24 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs. Het schoolplan is voor onze school een belangrijk kwaliteitsinstrument, zowel intern als extern. Intern wordt dit plan gebruikt om iedereen die bij de school is inzicht te geven in de belangrijkste denkbeelden inzake de verschillende beleidsterreinen. Extern dient dit schoolplan als middel tot dialoog met de omgeving. Het schoolplan is een belangrijk instrument om in de komende jaren te kunnen plannen en sturen. Draagvlak en betrokkenheid zijn een voorwaarde om de uitvoering van de ambities en beleidsvoornemens in het schoolplan te laten slagen. De schoolgids en het schoolplan zijn beide wettelijk verplichte documenten. De schoolgids wordt door de school jaarlijks uitgegeven. Het schoolplan wordt voor vier jaar vastgesteld en waar nodig jaarlijks bijgesteld. De inhoud van de schoolgids is een uitwerking van de inhoud van het schoolplan. In het schoolplan wordt meermaals verwezen naar onderliggende documenten of beleidsteksten. Voor zover die de school betreffen kunt u die vinden op onze website www.kwadrant-sgr.nl en voor zover die Ons Middelbaar Onderwijs betreffen op www.omo.nl. Het schoolplan is gebaseerd op het werkprogramma Koers 2016, waarin de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs de strategische doelen naar beleid heeft vertaald. De facto et de jure is dit schoolplan een doorvertaling van het verenigingsbrede werkprogramma naar dat op schoolniveau. Koers 2016 biedt Kwadrant Scholengroep daarmee een initiatief- en perspectiefrijke basis om de ambities voor de eerstvolgende vier jaren te formuleren. In dit denken over de nabije toekomst van het Cambreur College en het Hanze College sluiten wij als vanzelfsprekend aan bij de uitgangspunten voor ‘goed onderwijs’ en onderschrijven wij de cruciale rol die de docent vervult in de opleiding en vorming van onze leerlingen. Het is de docent die het verschil maakt en de leerlingen leert ‘verschillig’ te zijn. Schematisch kun je het je voorstellen als een kern van leerlingen en docenten en een schil van ouders, onderwijsondersteunend personeel en directie. Deze laatste twee, OOP en directie, zou je dus in deze optiek ook kunnen aanduiden als onderwijsbegeleidende medewerkers. In ons onderwijs stellen we de mens centraal, we verzorgen immers onderwijs voor de mens, voor iedere mens en voor de gehele mens. Deze onderwijsvisie geldt voor leerlingen en mutatis mutandis voor alle medewerkers van de scholengroep. Onze inspanningen zijn gericht op de waardigheid van de menselijke persoon, het algemeen welzijn, op gerechtigheid en solidariteit. Voor alle medewerkers van Kwadrant Scholengroep zijn in dezelfde visie ook de vijf v’s van Ons Middelbaar Onderwijs van toepassing: vrolijk, verrijkend, verrassend, vakmanschap en verantwoordelijk. Het zijn deze beroepswaarden die de in dit schoolplan opgenomen ambities en beleidsvoornemens zullen kleuren. Dongen, 8 december 2011 Drs. T.G.W. Frankemölle rector
Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 5 van 39
1.
Algemene schoolgegevens
1.1 Naam en richting Kwadrant Scholengroep is een rooms-katholieke regionale scholengemeenschap voor gymnasium, atheneum, havo, mavo en vmbo. Kwadrant Scholengroep bestaat uit de deelscholen Cambreur College en Hanze College Bezoekadres: Mgr. Schaepmanlaan 13, 5103 BB Dongen Postadres: Postbus 145, 5100 AC Dongen Telefoonnummer: 0162 - 372850 Faxnummer: 0162 - 372849 E-mailadres:
[email protected] Internet: www.kwadrant-sgr.nl Het Cambreur College is een rooms-katholieke scholengemeenschap voor vwo, havo, mavo en vmbo. Bezoekadres: Mgr. Schaepmanlaan 13, 5103 BB Dongen Postadres: Postbus 145, 5100 AC Dongen Telefoonnummer: 0162 - 315650 Faxnummer: 0162 - 323373 E-mailadres:
[email protected] Internet: www.kwadrant-sgr.nl Het Cambreur College kent het volgende onderwijsaanbod: • voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) o mavoplus theoretische leerweg o mavoplus gemengde leerweg o kaderberoepsgerichte leerweg o basisberoepsgerichte leerweg Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) is beschikbaar voor alle leerwegen binnen het vmbo. • •
hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) o gymnasium (tot en met schooljaar 2013 – 2014) o atheneum o tto-atheneum
Het Hanze College is een rooms-katholieke scholengemeenschap voor vmbo. Bezoekadres: Bouwlingstraat 74, 4902 AK Oosterhout Postadres: Postbus 145, 5100 AC Dongen Telefoonnummer: 0162 - 453581 Faxnummer: 0162 - 431890 E-mailadres:
[email protected] Internet: www.kwadrant-sgr.nl Het Hanze College kent het volgende onderwijsaanbod: • voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (VMBO) o gemengde leerweg+ o kaderberoepsgerichte leerweg o basisberoepsgerichte leerweg Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 6 van 39
Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) is beschikbaar voor alle leerwegen binnen het vmbo. De theoretische leerweg wordt alleen afgesloten door middel van diplomeren in zeven vakken waarbij één van de zeven vakken verplicht technologie is. Voor het Hanze College is deze weg aangevraagd en kan al via het Cambreur College gerealiseerd worden. 1.2 Bevoegd gezag Kwadrant Scholengroep ressorteert onder het bestuur van Ons Middelbaar Onderwijs (OMO) te Tilburg. Het bestuur is te bereiken op het adres Postbus 574, 5000 AN Tilburg. 1.3 Organisatie Schoolleiding Rector Drs. T.G.W. Frankemölle Directeur Beheer & Organisatie C.A.P. van Rijsbergen Deelschooldirectie Cambreur College A.C.G. van der Ven, deelschooldirecteur a.i. Mw. drs. H.M.A. van der Weele – Weghs, adjunct deelschooldirecteur Teamleiders Cambreur College Mw. M.J.G.M. Weijers-de Grood, teamleider bk, km en mavo, leerjaar 1 Mw. A.M. Trella, teamleider mh, hv, tto, leerjaar 1 T.J.C.P. Halin, teamleider mavoplus, leerjaar 2-4 H.J. Jolie, teamleider mavoplus, leerjaar 2 - 4 Mw. E.A.L.M. Romme, teamleider vmbo 2 - 4 bb en kb, zorg en welzijn R.W.G.M. Hermans, teamleider vmbo 2 - 4 bb en kb, handel en administratie Mw. C. Schade, teamleider havo 2 en 3 Drs. A.J.B.M. Sprangers, teamleider havo 4 en 5 Drs. B.C.B. Thielen, teamleider vwo 2 en 3 Mw. drs. M.J. Koot, teamleider vwo 4 - 6 Deelschooldirectie Hanze College P.J.M. van Beek, deelschooldirecteur Teamleiders Hanze College A.J. van Daatselaar, teamleider bovenbouw J.A.L. den Reijer, teamleider onderbouw 1.4 Situering van de school Het Cambreur College is gehuisvest in drie gebouwen die op loopafstand van elkaar in Dongen zijn gelegen. Met een Junior College, een gebouw voor de leerlingen van de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg en een gebouw waarin het mavo, havo en vwo is gehuisvest, zijn de mogelijkheden van locatieprofilering optimaal gerealiseerd. Door middel van een aantal grote verbouwingen kan er op een goede manier modern en degelijk onderwijs worden aangeboden. Het Hanze College, gelegen aan de Bouwlingstraat in Oosterhout, is eveneens volledig gerenoveerd met een drie verdiepingen tellende uitbreiding en voor het onderwijs in de sectoren moderne pleinen voor techniek, verzorging en administratie. Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 7 van 39
1.5 Schoolgrootte en prognoses De prognose van de Kwadrant scholengroep betreffende het leerlingenaantal ziet er als volgt uit: Kwadrant Scholengroep 2011 regulier 1476 lwoo 268 totaal 1744
2012 1484 243 1727
2013 1440 235 1675
2014 1380 240 1620
2015 1350 230 1580
De prognose laat een daling zien die grotendeels wordt verklaard door de afname van de populatie en de terugloop van het aantal leerlingen op het Hanze College. We constateren dat de landelijke trend, die een terugloop van het aantal leerlingen op het niveau van de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg aangeeft, ook op onze school herkenbaar is en tevens dat met name onder invloed van het tweetalig onderwijs het aantal leerlingen van havo/vwo licht toeneemt. Mede door het aanbieden van het leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) in Dongen lijkt dat aantal leerlingen binnen de scholengroep zich te stabiliseren. 1.5.1 Cambreur College De prognoses van de gemeente Dongen geven een lichte groei van het totale aantal inwoners en een lichte procentuele daling van het aantal inwoners beneden de 20 jaar weer. Er lijkt daardoor een redelijk constant aantal potentiële leerlingen in de gemeente Dongen aanwezig te zijn. Prognose bevolking, 2010, 2015, 2020, 2025, 2030, 2035, 2040 - Gemeente: Dongen 2010 2015 2020 2025 2030 2035
2040
Prognose bev. totaal [personen]
25.061 25.402 25.677 25.661 25.630 25.632 25.602
% prognose bev. -14 jaar [percentage]
17,9
16,3
14,5
14,1
14,1
14,2
14,2
% prognose bev. 15-29 jaar [percentage] 15,7
16,0
16,7
15,5
14,4
13,5
13,7
Voedingsgebied Cambreur College in 2010-2011 in % (bron: Vensters voor Verantwoording)
Dongen Gilze en Rijen Oosterhout Waalwijk Loon op Zand Tilburg Overige gemeenten
57,1 13,6 10,9 8,3 6,9 1,9 1,3
Leerlingenstromen gemeente Dongen in 2010/2011 (bron: Vensters voor Verantwoording)
School Hanze College Oosterhout Effent Mavo Oosterhout St. Oelbertgymnasium Oosterhout Mgr. Frenckencollege Oosterhout VMBO Prinsentuin Andel Cambreur College Dongen
aantal lln 51 92 103 117 117 936 1416
% 3,6 6,5 7,3 8,3 8,3 66,1
Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 8 van 39
Op basis van voorgaande cijfers mag geconcludeerd worden dat er voor het Cambreur College een eerste opdracht ligt om de Dongense leerlingen in Dongen te houden. Een derde van alle Dongense leerlingen zoekt zijn onderwijskundig heil buiten Dongen, in casu buiten het Cambreur College. Daarnaast moet de school ook aan aantrekkingskracht winnen voor de leerlingen in Oosterhout en Rijen. Zowel de invoering van LWOO in het schooljaar 2009 – 2010, de versterking van het profiel van de mavo met mavoplus alsook het aanbod aan tweetalig onderwijs voor het vwo en met ingang van het schooljaar 2012 – 2013 voor het havo bieden hiertoe een reëel perspectief. 1.5.1.1 Leerlingenpopulatie Op het Cambreur College volgt 29% van de leerlingen een vwo-opleiding, 32% volgt een havo opleiding. Van de 39% vmbo-leerlingen volgt bijna 60% de gemengde leerweg of theoretische leerweg, i.c. de mavo, 15% de basisberoepsgerichte en 25% de kaderberoepsgerichte leerweg. 1.5.2 Hanze College Gelet op de lopende besprekingen met het ROC West-Brabant over de samenwerking tussen het Hanze College en het ROC West-Brabant in Oosterhout beperken we ons hier tot het kort beschrijven van de huidige situatie van het voedingsgebied zonder daar conclusies aan te verbinden. Voor overige informatie verwijzen we naar de website www.schoolvo.nl. Voedingsgebied Hanze College in 2010-2011 in % (bron: Vensters voor Verantwoording)
Oosterhout Dongen Gilze en Rijen Geertruidenberg Drimmelen Breda Overige gemeenten
57,1 13,6 10,9 8,3 6,9 1,9 1,3
1.5.2.1 Leerlingenpopulatie Op het Hanze College volgt 72% van de leerlingen de basisberoepsgerichte leerweg, 20% de kaderberoepsgerichte leerweg en 8% de gemengde leerweg. 1.6 Samenwerkingsverbanden Kwadrant Scholengroep maakt op grond van de wet op het voortgezet onderwijs deel uit van twee samenwerkingsverbanden. Voor het Cambreur College is dat het SWO VO Midden-Brabant en voor het Hanze College is dat het SWO Breda e.o. Voor de overige verbanden verwijzen wij naar Vensters voor Verantwoording – www.venstersvoorverantwoording.nl. 1.7 Historie Kwadrant Scholengroep Het Cambreur College ontstond in 1994 uit een fusie van verschillende scholen van voortgezet onderwijs uit Dongen en Rijen. In Oosterhout vormden de Lhno/Leao school en de KTS in 1999 samen het Hanze College. Per 1 augustus 1999 zijn beide scholen gefuseerd. Er is als overkoepelende naam voor de hele onderwijsinstelling gekozen voor de naam "Kwadrant Scholengroep". Daarmee geven de beide deelscholen aan dat zij intensief samenwerken, maar tevens de eigen vormgeving en onderwijskundige specialiteit behouden.
Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 9 van 39
2
Grondslag, missie en visie
2.1 Grondslag en missie De grondslag van de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs, waaronder Kwadrant Scholengroep ressorteert, betekent dat het Cambreur College en het Hanze College de aan hen toevertrouwde kinderen op basis van de rooms-katholieke identiteit van de beide deelscholen opleidt en vormt. Een school is een levendige gemeenschap. Leerlingen leren alles in samenhang. Zij worden voorbereid op zelfstandig functioneren in de samenleving door zowel zelfstandig te leren werken als door samen te werken met anderen. De leerling leert zelfverantwoordelijk te zijn voor zijn leren, voor de samenleving en de natuur. Dit vraagt betrokkenheid, systematische en wederzijdse afstemming van inzet, kennis en bekwaamheden van al onze medewerkers. 2.2 Visie Mens-zijn krijgt vorm in de ontmoeting met de ander/Ander en met onszelf. In ontmoeting wordt de mens van individu tot persoon. Kwadrant Scholengroep verzorgt onderwijs voor de mens, voor iedere mens en voor de gehele mens. Niet alleen het verwerven van kennis is belangrijk, maar ook de sociaal-emotionele, creatieve, spirituele, lichamelijke en technische ontwikkeling dragen bij tot de ontwikkeling van een leerling tot een evenwichtige volwassen mens. Voor de school is deze pedagogische visie het Leitmotiv in het pedagogisch en daaruit voortvloeiend ook het didactisch handelen. De school heeft een uitgebreid begeleidingsprogramma, waarin deskundige docenten, mentoraat, zorgcoördinatie, alsook remediale begeleiding zijn opgenomen. Hierbij moeten leerlingen en ouders zich realiseren, dat er voor een reguliere school grenzen zijn aan de opvang en begeleiding van leerlingen met speciale behoeften. Het resultaat van de begeleiding hangt vanzelfsprekend mede af van de wijze waarop de leerling en eventueel zijn ouder(s)/verzorger(s) hier gevolg aan geven. De aandacht voor iedere en de gehele mens geldt ook ten aanzien van de medewerkers van de school, die de school moeten ervaren als een aangename, persoonlijke en veilige werkomgeving. Iedere leerling is in principe nieuwsgierig. Leren betekent dat een leerling verbanden kan zien en het geleerde als zinvol ervaart. Belangrijke voorwaarde voor leren is een veilige en inspirerende schoolomgeving. Bovendien is het onze overtuiging dat leren het beste geschiedt in relatie met anderen. Reflecteren op ervaringen is essentieel om te kunnen leren. Naast een belangrijke hoeveelheid kennis leert de school de leerlingen ook (sociale) vaardigheden die van belang zijn voor zijn toekomst. Om echt mens te kunnen zijn helpen wij leerlingen ook zichzelf te leren kennen door met elkaar levensvragen (aan de orde) te stellen. De docent begeleidt de leerling, inspireert en is hen tot voorbeeld vanuit een authentieke relatie. De leerlingbegeleiding ondersteunt onze visie om het leren van onze leerlingen vorm te kunnen geven. Kwadrant Scholengroep is zorgzaam voor zijn leerlingen en personeel in de breedst mogelijke betekenis. Deze zorg strekt zich, afhankelijk van degene voor wie zij bestemd is, uit op cognitief en sociaal-emotioneel gebied, maar ook op het terrein van het maken van keuzes. Hierbij wordt uitgegaan van de (inzet van de) leerling en de professionaliteit van de medewerker. Samen staan we voor deze cultuur van zorg voor elkaar (leerlingen, onderwijsondersteunend personeel, onderwijzend personeel en schoolleiding) waarbij kwaliteitseisen en gevraagde competenties bekend zijn. Het specifieke van de eigenheid van de deelscholen wordt verwezenlijkt door de scholen hun eigen profiel verder te laten ontwikkelen, zodat zij zich als (deel)school naar ouders, leerlingen en basisscholen herkenbaar kunnen afficheren en manifesteren. Om ook echt dat te kunnen doen wat in onze pedagogische opdracht ligt, beschrijven we samen met Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 10 van 39
de andere scholen uit de beide samenwerkingsverbanden de zorgprofielen van het Hanze College en het Cambreur College. In het zorgprofiel van de school wordt beschreven wat ouders en leerlingen aan zorg mogen verwachten er waar de grenzen liggen van de zorg die de school kan bieden. 2.3 Bestuurlijk beleidskader Dit schoolplan past binnen de beleidskaders van de Raad van Bestuur, het bevoegd gezag, van de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs, zoals vastgelegd in het document Koers 2016 – zie hiertoe de website van Ons Middelbaar Onderwijs www.omo.nl. 2.4 Directiestatuut Het directiestatuut regelt de verhouding tussen de Raad van Bestuur en de schoolleiders. Het huidige directiestatuut dateert van 2011.
3.
Onderwijs
3.1
Leerlingen
3.1.1 Lesuitval De school voldoet ruim aan de wettelijk verplichte onderwijstijd en plant extra onderwijstijd in, zodat eventuele uitval in activiteitenweken, door nascholing of door ziekte van docenten mogelijk is zonder daarmee onder de vereiste minimumtijd te komen. 3.1.2 Goed onderwijs De inhoud van het onderwijsprogramma wordt in ons land voor een groot deel door de overheid bepaald, het ‘wat’. Er blijft echter gelukkig meer dan voldoende ruimte voor een eigen invulling, voor het ‘hoe’. In de school vindt de kennisoverdracht plaats in het perspectief zoals in de grondslag, missie en visie is verwoord. Uit de grondslag, de missie, de visie en de kernkwaliteiten van onze school blijkt dat de school haar taak en opdracht breder ziet dan alleen het overdragen van kennis, inzicht en vaardigheden. Onderwijs en opvoeding zijn er mede op gericht de leerlingen te helpen bij hun ontwikkeling en ontplooiing. De normen die we daarbij hanteren en de accenten die we leggen, bepalen in sterke mate het eigen gezicht en de eigen cultuur van de school. In het kader van het bovenstaande besteden we bijzondere zorg aan de onderlinge omgang en de begeleiding van de leerlingen. Ook spelen we zoveel mogelijk in op de behoeften van de leerlingen door ons voortdurend te bezinnen op de organisatie en de methoden van onderwijs en deze zonodig aan te passen. De school wil een gemeenschap zijn waarin mensen met elkaar samenwerken en elkaar kunnen aanspreken. Het onderwijskundige beleid wordt vanuit de grondslag, missie en visie gekenmerkt door de volgende acht kernkwaliteiten: 1. Modern/uitdagend: de scholengroep staat open voor nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs. 2. Kwaliteit: we werken voortdurend aan de kwaliteit van onze organisatie. Kwaliteit van meetbare en minder meetbare zaken. 3. Zorgzaam/ondersteunend: vanuit betrokkenheid afspraken maken over de richting, ervoor gáán en elkaar erop aanspreken. 4. Rijk/verscheiden: voor leerlingen en leraren, zowel cognitief, sociaal-emotioneel als voor wat betreft de vakkeuze. Als “brede school” is Kwadrant Scholengroep rijk aan mogelijkheden en biedt ze veel kansen aan leerlingen. Zorg geven we op maat. Dienstbaarheid gaat uit van de vraag van betrokkene, maar laat zich niet leiden door waan van de dag. Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 11 van 39
5. Leuk: leren mag leuk zijn. Kwadrant Scholengroep is een vriendelijke onderwijsinstelling. Er heerst een prettige, aangename sfeer. Er is een hoge mate van welbevinden. 6. Transparant: binnen Kwadrant Scholengroep zijn er korte, heldere lijnen en procedures. Ook voor wat betreft de relatie leraar - leerling. 7. Communicatief: waarden en verschillen zijn bespreekbaar. We gaan uit van actieve collegialiteit en wederzijdse afhankelijkheid. 8. Talent- en competentieontwikkeling: ieder mens (leerling en personeel) heeft talenten. Aandacht daarvoor impliceert onderwijs en personeelsbeleid op maat. We geven daarom ruimte voor zaken die buiten de “klassieke vakken” vallen. Een leerling is een persoon die straks de wereld intrekt en met tegenslagen om moet kunnen gaan. De vraag die bij dit uitgangspunt past, is “ontwikkel mijn talenten”. Dat vraagt ontwikkeling van specifieke competenties van leraren en andere medewerkers. 3.1.3 Kosmopolitische samenwerking De globalisering die zich in de tweede helft van de 20e eeuw heeft voltrokken heeft ook voor het onderwijs gevolgen waarvan wij ons terdege rekenschap geven. De traditionele delen van de kleinere gemeenschappen zoals thuis, familie, school en verenigingen zijn uitgebreid met het veel grotere geheel van wereldwijde relaties en verbanden. Als school bereiden wij onze leerlingen actief voor op ook die internationale of kosmopolitische dimensie van het leven. We doen dat door leerlingen letterlijk te leren over de grenzen heen te kijken en kennis te nemen van andere culturen en andere samenlevingen. Wij doen dat in de eerste plaats door ons tweetalig aanbod Engels en het daarmee samenhangende vak Europese en Internationale Oriëntatie (EIO) in het vwo en vandaar uit, als een steen in de vijver, uitwaaierend naar de andere onderwijstypen. Ook onze uitwisselingen met andere scholen in Europa staan in het teken van kosmopolitische samenwerking. 3.1.4
Passend onderwijs
3.1.4.1 Passend onderwijs op het Hanze College Het Hanze College volgt en participeert in de ontwikkeling naar Passend Onderwijs op basis van de bestaande samenwerking in het RSV Breda e.o. Binnen het samenwerkingsverband werken alle 28 scholen voor VO uit de regio Breda, Oosterhout en Etten-Leur samen aan hun leerlingenzorg. Het doel van de samenwerking is formeel:"zoveel mogelijk leerlingen voor wie vast staat dat een orthopedagogische en orthodidactische benadering is geboden, deel laten nemen aan één van de leerwegen"(artikel 10h WVO). Deze samenwerking is vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst 2009-2014. De doelen worden jaarlijks uitgewerkt in het Zorgplan. De algemene beleidsuitgangspunten: - Iedere deelnemende school heeft een basiszorgstructuur, bestaande uit 9 punten. Deze zijn vastgelegd in “de Basiszorg” en terug te vinden in het zorgplan van iedere school. - Extra zorg aan leerlingen wordt zo dicht mogelijk bij de woonplaats verleend. Daartoe is de regio verdeeld in 3 subregio’s: Breda, Oosterhout en Etten-Leur. - Van alle leerlingen die instromen in een vmbo-leerroute moet vóór of tijdens leerjaar 1 worden vastgesteld of zij eventueel in aanmerking komen voor een lwoo-indicatie. Dit voorkomt dat er in een later stadium onnodig een beroep gedaan wordt op het ter beschikking staande zorgbudget. Mede in het kader van Passend Onderwijs worden de volgende doelen nagestreefd en zijn in ontwikkeling: 1. Versterking van de Zorgadviesteams (ZAT’s) op iedere school. O.m. via scholing zorgcoördinatoren en een betere aansluiting met Bureau jeugdzorg. De zorgcoördinator van het Hanze College is voorzitter van het zorgadviesteam van het Hanze College, lid van het Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 12 van 39
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
zorgcoördinatorenoverleg (inclusief de agendacommissie van dit overlegorgaan) van het RSV Breda e.o. Het vaststellen van een zorgprofiel van iedere school en daaraan gekoppeld kwaliteitsverbetering van de zorgplannen van de individuele scholen. De zorgcoördinator van het Hanze College heeft deelgenomen aan enkele visitaties, die geleid hebben tot “Zorg in Beeld”, waarin de zorgplaatjes van de scholen van het RSV Breda e.o. zijn vastgelegd. Inventariseren en uitvoeren van scholingen/trainingen voor medewerkers van het Hanze College op basis van de benodigde SBL-competenties o.m. scholing handelingsplannen, klassenmanagement, omgaan met afwijkend gedrag, contextuele leerlingbegeleiding, (lastige) gesprekken met ouders etc. Het vaststellen van hiaten in de “onderwijszorgketen”, onder meer aan de hand van de schoolrapportages uit het rapport “Zorg in Beeld” en vanuit die vaststelling nadere afspraken maken binnen het RSV Breda e.o. over de gevolgen hiervan. In de “onderwijszorgketen” wordt gestreefd naar een “observatorium”: een plaats waar een leerling gedurende een korte of langere periode opgevangen en desgewenst geobserveerd kan worden met het doel de meest geschikte plaats voor die leerling (binnen of buiten het samenwerkingsverband) te kunnen bepalen. Mogelijk kan hiervoor de reboundvoorziening in Oosterhout in stand worden gehouden. Het mee vormgeven van een “1-loket-functie”: een plaats waar centraal gesproken kan worden over leerlingen die een (nieuwe) plaats op een van de scholen van het samenwerkingsverband moeten krijgen. Het Hanze College neemt deel aan een pilot van het ziekteverzuimproject M@zl. In samenwerking met de GGD wordt het ziekteverzuim naar beneden gebracht hetgeen het eventuele voortijdige schoolverlaten terug moet dringen. Evaluatie vindt plaats na 1 jaar, waarna het project eventueel nog met 1 jaar verlengd kan worden. Met REC-IV worden op het niveau van het RSV Breda e.o. nadere afspraken gemaakt over de inzet van Preventieve Ambulante Begeleiding in het Voortgezet Onderwijs. De deelschooldirecteur van het Hanze College is gefaciliteerd lid van de Stuurgroep van het RSV Breda e.o. en voorzitter van de Commissie Collectieve Toetsing. Gevoed door dit overlegorgaan stuurt hij de ontwikkeling naar Passend Onderwijs aan.
3.1.4.2 Passend Onderwijs op het Cambreur College Het Cambreur College volgt en participeert in de ontwikkeling naar Passend Onderwijs op basis van de bestaande samenwerking in het Samenwerkingsverband Midden-Brabant. Binnen het samenwerkingsverband werken alle 23 scholen voor VO uit de regio Dongen, Tilburg, Goirle, Oisterwijk en Berkel-Enschot samen aan hun leerlingenzorg. Het Cambreur College opereert vanuit de basiszorgstructuur, die iedere twee jaar wordt geactualiseerd. Mede in het kader van Passend Onderwijs wordt het zorgprofiel per school in beeld gebracht en daaraan gekoppeld de gewenste deskundigheidsbevordering om handelingsverlegenheid op schoolniveau en op het niveau van het samenwerkingsverband te verminderen op een groot aantal gebieden. In afwachting van de definitieve besluitvorming rondom Passend Onderwijs, wil de school binnen de opgedane ervaringen en vanuit de introductie en implementatie van LWOO de leerlingen vanuit het voedingsgebied die in staat moeten worden geacht het Cambreur College met een diploma af te sluiten zoveel mogelijk een plaats te bieden. Waar dit niet mogelijk is, wordt gezocht naar passende alternatieven binnen het samenwerkingsverband
Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 13 van 39
3.1.5
Zorgstructuur
3.1.5.1 Zorgstructuur Hanze College Het Hanze College wil voor zoveel mogelijk leerlingen, die gebruik willen maken van een leerweg in het VMBO, een onderwijsaanbod verzorgen. Als ondergrens hanteert de school daarbij dat een leerling in de Basisberoepsgerichte leerweg met behulp van LWOO, "leerwegondersteunend onderwijs", minimaal in staat moet zijn om een zodanig getuigschrift (op basis van een aantal behaalde certificaten) te verwerven zodat hij/zij kan doorstromen naar een leerroute op het ROC. Als bovengrens bieden we de gemengde leerweg (+) aan. Het Hanze College biedt geen "Praktijkonderwijs" aan. Bij het vormgeven van "de zorg voor de leerling" gaat het Hanze College uit van drie principes: A. De preventief geïntegreerde leerlingenzorg; B. Het model van de 1e, 2e en 3e lijns zorg; C. De rol van de 2e en 3e lijns functionarissen heeft een coachend karakter. In alle gevallen is de mentor de spil van zorg en begeleiding. De zorgstructuur wordt uitgewerkt in het Zorgplan van de school. 3.1.5.2 Zorgstructuur Cambreur College Het Cambreur College is een school, die veel belang hecht aan een goede zorgstructuur. Het bereiken van goede studieresultaten kent als voorwaarde, dat leerlingen ook goed in hun vel zitten, of dat ze ondanks een handicap optimaal kunnen presteren. In de missie van het Cambreur College staat dat gestreefd wordt naar optimale zelfontplooiing. Waar de school bijdragen kan leveren aan het verbeteren van de kans op succes, zal dit gebeuren Daarbij houden we in de gaten wat personeel en materieel op langere termijn haalbaar is, zodat we kunnen doen, wat we beloven bij het begin van de onderwijscarrière van een leerling. Daarom is er een zorgstructuur, die beschreven wordt in het zorgstructuurplan. Een directielid heeft de portefeuille zorg, hetgeen betekent, dat deze de eerst aan te spreken persoon is, maar er is veel gemandateerd aan de zorgcoördinator, die de interne leerlingenzorg coördineert. Deze persoon/personen sturen mentoren, teamleiders en counselors aan op het gebied van speciale zorg. De school streeft ernaar voldoende deskundigheden in de teams te brengen, waardoor de handelingsverlegenheid van docenten bij leerlingen met een zorgvraag verminderd wordt. Het zorgteam (interne en externe hulpverleners) en het zorgadviesteam bespreken de leerlingen, waarbij gespecialiseerde hulp extern gewenst kan zijn. De overige hulp wordt vanuit leerlingenbesprekingen geïnitieerd. Aan handelingsplannen voor zorgleerlingen en protocollen voor dyslectische en dyscalculische leerlingen houden alle docenten zich, binnen de mogelijkheden, die de les hen biedt. 3.1.6 Leerlinggebonden financiering Hanze College en Cambreur College Een leerling met een positieve beschikking van een commissie voor indicatiestelling, ook wel “een leerling met een rugzak” genoemd, kan op de school worden aangemeld. Na de aanmelding volgt een periode waarin uitgebreid informatie wordt verzameld. Hierna wordt de specifieke hulpvraag van de leerling afgezet tegen de mogelijkheden van de school. Ten aanzien van de hulpvraag wordt in de toelatingsperiode in beeld gebracht, welke mogelijkheden de school kan bieden op het terrein van: • de pedagogische aanpak • de didactische aanpak • de leerlingenzorg • de professionalisering • de ondersteuning Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 14 van 39
• contacten met ouders • gebouwelijke en materiële omstandigheden. De aannamecommissie zal proberen de specifieke hulpvraag van de leerling te beantwoorden, vanuit de onderwijskundige mogelijkheden die de school heeft. De school hanteert de wettelijke redenen voor afwijzing: • verstoring van rust en veiligheid voor de gehele schoolbevolking of voor een gedeelte ervan; • interferentie van zorg en/of behandeling aan de ene kant en het onderwijs aan de andere kant; • verstoring van het leerproces van andere leerlingen; • weigering van ouders om de grondslag van de school te respecteren; • gebrek aan opnamecapaciteit in de school. Nadat de aannamecommissie de aanmelding heeft beoordeeld, wordt het besluit tot plaatsing of afwijzing met de ouders besproken. Bij plaatsing wordt in een overeenkomst met ouders vastgelegd, hoe de rugzak wordt besteed. De school gaat daarbij uit van een verdeling van de rugzak over de extra inzet in begeleidingsuren door de vakdocent, de mentor en de leerlingbegeleiders. 3.1.6.1 Cambreur College meer- en hoogbegaafde leerlingen Het Cambreur College biedt meerbegaafde en hoogbegaafde leerlingen een gedegen en uitdagende opleiding. Aan het intellectuele aspect, de vakinhoud, het overbrengen van kennis en de vaardigheden besteden we traditioneel ruim aandacht. Daarnaast bieden we leerlingen een stimulerende leeromgeving met een optimaal vakkenaanbod, waaronder tweetalig onderwijs, waarbinnen ze voldoende uitdaging kunnen vinden en waar nodig intensieve individuele begeleiding. Voor de leerlingen voor wie dit aanbod niet voldoende is, gaan we nog een stap verder. Al in de eerste helft van het schooljaar 2011-2012 zal er specifiek beleid voor meer- en hoogbegaafde leerlingen worden ontwikkeld en worden vastgelegd in een beleidsnotitie. In onze aanpak willen we ons in eerste instantie richten op het juist voorkomen van leer- en gedragsproblemen bij meerbegaafde en hoogbegaafde leerlingen door een uitdagend en gevarieerd verdiepings- en verrijkingsaanbod. Als meer- en hoogbegaafde leerlingen op onze school onverhoopt toch geconfronteerd worden met problemen willen we voorzien in een persoonsgerichte begeleiding. De aard van de problemen kan zeer divers zijn en daarom moet de ondersteuning altijd gericht zijn op de individuele leerling en plaatsvinden in samenspraak met de leerling en de ouders. 3.2 Identiteit Kwadrant Scholengroep is geworteld in een lange katholieke onderwijstraditie in Noord-Brabant. De scholengroep erkent deze traditie en wil daar ook naar handelen. Hoewel nu in de 21e eeuw de traditionele godsbeelden vervagen, individualiseren en voor velen niet meer bestaan, zijn deze toch als uitgangspunt voor een mensbeeld en wereldbeeld te hanteren. We gaan daarbij uit van een optimistische mensvisie. In onze opvoeding en vorming kiezen we als basis het vertrouwen in het goede van de mens. We verzorgen onderwijs voor de mens, voor iedere mens en voor de gehele mens. Dat betekent dat naast de nadruk op brede vorming we iedere leerling welkom heten. Wij willen leerlingen de kunst van het leven leren. Docenten bieden een optimistisch en hoopvol perspectief aan de leerlingen. Ze helpen leerlingen het leven als zinvol te ervaren; voldoening en plezier beleven aan het leven in gemeenschap met anderen is ons streven.
Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 15 van 39
Identiteitsontwikkeling maakt deel uit van de ontwikkeling van heel de mens in zijn zoektocht naar mens-zijn. De school moet zich ook richten op de opdracht de wereld te vormen en in te richten, maar evenzeer jezelf gestalte te geven, je eigen leven te vormen en in te richten en je eigen uniciteit te ontdekken, want ieder mens is uniek. Ieder mens draagt respectvol bij aan het beheer en de vorming van deze wereld. Confessioneel onderwijs kenmerkt zich door de overtuiging dat de overdracht van kennis, inzicht en vaardigheden waardegeladen ofwel normatief is. Identiteit en levenbeschouwelijke vorming zijn integraal deel van het pedagogische en didactisch proces op onze school. Onze opdracht is daarin de leerlingen te helpen betekenis te verlenen aan de dingen om hen heen en hun eigen positie daarin, als lid van een gemeenschap met andere mensen, waarbinnen die mensen culturele verschillen vertonen en ook hun eigen uniciteit hebben. Wij zijn voortdurend op zoek naar momenten om onze waarden uit te dragen naar onze leerlingen, onze medewerkers en onze ouders. Inspiratie wordt ontleend aan het Woord en het handelen van onze Heer, Jezus Christus. Ook personen als Nelson Mandela en zuster Theresa kunnen daarbij als voorbeeld dienen. Juist vanuit onze katholieke identiteit staan we open voor alle leerlingen van welke levens- of geloofsovertuiging ook, we verzorgen immers onderwijs voor de mens, voor iedere mens en voor de gehele mens. Dit betekent dat wij onze leerlingen actief stimuleren kennis te maken met andere culturen en religies. Respect, tolerantie en naastenliefde moet je vooral doen. Als scholengroep zoeken we naar vormen om onze identiteit gestalte te geven. Dat doen we door onze lessen levensbeschouwing, de bezinningsdagen, door vieringen, de werkgroep rouwondersteuning, de jaarlijkse aandacht voor onze overleden collega’s en leerlingen en het onderhouden van contacten met de nabestaanden. Identiteit maak je vooral zichtbaar door het voor te leven, maar ook door beelden in de school zoals een kruisbeeld, een kerststal, een paaskaars of een herdenkingsnis. 3.2.1 Versterken katholieke identiteit De schoolleiding maakt werk van de rooms-katholieke identiteit van de school. Zij zal in de tweede helft van het schooljaar 2011 - 2012 een korte beleidsnotitie schrijven waarin zij uiteenzet op welke wijze zij nader vorm en inhoud wil geven aan de versterking van de eigentijdse rooms-katholieke identiteit van de school. Op voorhand gaan de gedachten daarbij onder meer uit naar het beschrijven van het pedagogisch klimaat, naar de sfeer op school, naar de drijfveren van het werken in het onderwijs en naar de vraag wat ons bindt. 3.3
Ontwikkeling onderwijsaanbod
3.3.1 Ontwikkeling onderwijsaanbod Hanze College Het Hanze College bereidt leerlingen voor op het mbo met naast de theoretische voorbereiding, een praktische ook buitenschoolse oriëntatie, op de sectoren Techniek, Zorg & Welzijn, Economie, in alle leerwegen. Een groot gedeelte van het beroepsoriënterende onderwijs vindt plaats op de leerpleinen. Daarnaast is er een nieuwe praktijkomgeving voor de GL met de mogelijkheid om van daaruit ook aan opdrachten te werken op de leerpleinen. Vanaf leerjaar 1 leren alle leerlingen ook in de praktijk, werken aan praktijkopdrachten op de leerpleinen. Het Hanze College is gestart met de invoering van keuzewerktijd (KWT); leerlingen in de onderbouw werken ook een dagdeel op de leerpleinen aan praktische opdrachten.
Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 16 van 39
Een substantieel onderdeel van de lessen bestaat uit doe-vakken en komt daarbij tegemoet aan de leerstijl van veel vmbo-ers. Techniek binnen het leergebied M&N, Binas-opdrachten binnen M&N, Drama en Beeldende Vorming binnen K&C, Sport en bewegen. Het Hanze College streeft opstroom binnen dezelfde school na, liever een stapje vooruit dan een stap terug. Via een determinatietraject in leerjaar 1 en 2 komen de leerlingen op de juiste en meest haalbare plek terecht bij de start van de bovenbouw. Laatbloeiers hebben nog twee jaar de kans op te stromen. Het Hanze college werkt in een kleinschalige structuur, met een goede begeleiding door mentoren en vakdocenten. De leerlingen hebben een keuze om aanvullend op de geplande verplichte onderwijstijd extra activiteiten te volgen. Sporttoernooien, de sportklas, het project onderwijstijdverlenging (OTV). Alle leerlingen lopen een maatschappelijke stage in de leerjaren 1-2-3 en een beroepsoriënterende stage in de leerjaren 3 en 4. Het Hanze College verzorgt onderwijs in de onderbouw binnen de samenhang van de leergebieden. In het schooljaar 2011 – 2012 kunnen de leerlingen in de sector Techniek de volgende examenprogramma’s volgen: Leerjaar 4: Bouw Metselen, Bouw Timmeren, Bouw Schilderen, Voertuigentechniek, Metaaltechniek, Elektrotechniek, Installatietechniek, techniek breed. Leerjaar 3: intrasectoraal Bouwbreed, intrasectoraal Techniekbreed, Voertuigentechniek, Metaaltechniek. In het schooljaar 2012 – 2013 kunnen de leerlingen in de sector Techniek de volgende examenprogramma’s volgen: Leerjaar 4: intrasectoraal Bouwbreed, intrasectoraal Techniekbreed, Voertuigentechniek, Metaaltechniek. Leerjaar 3: intrasectoraal Bouwbreed, intrasectoraal Techniekbreed, Voertuigentechniek, Metaaltechniek. In de sector Zorg en Welzijn volgen de leerlingen in leerjaar 3 en 4 het intrasectorale programma Zorg & Welzijn Breed. In de sector Economie volgen de leerlingen in leerjaar 3 en 4 het intrasectorale programma Handel & Administratie. 3.3.1.1. Taal- en rekenonderwijs Het reken- en taalbeleid is speerpunt in ons beleid voor de komende jaren. Voor wat betreft taalbeleid hebben we al een lange weg achter de rug en zetten we in op het meten van opbrengsten waarmee we ons beleid steeds kunnen aanpassen. Daarbij willen we in beeld krijgen hoe we ons met de leerlingen uit de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg, in 60% van de gevallen met LWOO en dus een achterstand op de deelgebieden binnen taal- en rekenprogramma’s van ongeveer anderhalf jaar, verhouden tot de referentieniveaus. 3.3.1.1.1 Taalonderwijs • Voor technisch lezen gebruiken we in leerjaar 1 en 2 in het kader van de RT lessen de BRUS als 0-meting voor oktober 2011 en als resultaatmeting in mei 2012. • Bij achterstanden > 1,5 jaar maken we gebruik van de aanwezige leesboekjes en deze worden met het juiste AVI niveau per leerling ingezet tijdens de RT lessen. Extra oefeningen komen tijdens de RT lessen uit de methode HELP. • Bij het lezen voor boekverslagen wordt door de docent Nederlands gelet op het niveau van de gekozen leesboeken. Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 17 van 39
• • • • • •
Als 0-meting bij de spelling maken we gebruik van het ruwe werk (dictee)van de dyslexiescreening. De docent Nederlands selecteert de leerlingen die in aanmerking komen voor extra aandacht bij de spelling en deze wordt met het programma Muiswerk verzorgd tijdens de RT lessen. Voor leerlingen die geen RT in hun rooster hebben, zoeken we, indien wenselijk, mogelijkheden om aan te sluiten bij andere klassen. In mei 2012 wordt het dictee als resultaatmeting opnieuw afgenomen. Voor de 10% laagst scorende volgen we, indien wenselijk, het afgesproken stappenplan van het samenwerkingsverband om te komen tot een dyslexieverklaring. Leerlingen met een dyslexieverklaring (ook op onderkennend niveau) ontvangen een dyslexiepas met de daarbij behorende faciliteiten. Deze faciliteiten worden ook dit jaar via de RT weer verspreid onder alle docenten.
Voor de onderdelen woordenschat en tekstbegrip gebruiken we inmiddels in leerjaar 1 Diataal voor de 0-meting (oktober 2011) en de resultaatmeting (april 2012). In dit schooljaar gaan we dit instrument ook inzetten voor leerjaar 2 in de vorm van een resultaatmeting in april 2012. Afhankelijk van de resultaten aan het einde van dit schooljaar wordt gekeken of daarna dit instrument ook nog wenselijk is voor leerjaar 3. Diataal heeft daarvoor wel de mogelijkheid en geeft steeds het niveau van de leerling aan in relatie met de referentiekaders 1F -2F – 3F. • Iedere RT docent krijgt dit schooljaar een duidelijk inzicht, via de website van Diataal, in de uitslagen van Diataal en kan daardoor een zorgvuldige vertaling maken naar de individuele handelingsplannen. • De resultaten van de 0-meting worden vertaald naar programma’s binnen de RT lessen (1a-1b1c-2a-2b-2c) en de steunlessen (alle eerste klassen), waarbij ook rekening gehouden wordt met de specifieke aanpak van probleemlezers, schoolse lezers en compenserende lezers. • Voor woordenschat maken we gebruik van Muiswerk, Goed gebekt en Schat aan woorden. • Voor tekstbegrip gebruiken we vooral Muiswerk, Nieuwsbegrip en Escape. • Met de RT groep vindt dit schooljaar een verdieping van de kennis over deze methodes plaats. Voor iedere RT docent wordt dit schooljaar duidelijk welk onderdeel op welk moment, voor welke leerling en op welke manier wordt ingezet. De RT-coördinator (ondersteund door de orthopedagoog) is hierbij de aansturende collega. • Tijdens het RT overleg (4 momenten worden door RT-coördinator opgenomen in de jaarplanning) wordt ook aandacht besteed aan de transfermogelijkheden naar andere leergebieden t.a.v. het aanpakken van teksten. 3.3.1.1.2 Rekenonderwijs In het schooljaar 2011-2012 wordt in de onderbouw gestart met het digitale rekenprogramma “Rekenblokken”. Voor de betrokken docenten worden dit schooljaar 4 bijeenkomsten gepland door de RT-coördinator met het doel grip te krijgen op de mogelijkheden van dit programma. Aandachtspunten daarbij zijn: • Afspraken over een eenduidige aanpak en invoering van dit programma. • Welke mogelijkheden biedt dit programma m.b.t. een 0-meting, een resultaatmeting en het diagnosticeren van achterstanden / hiaten bij leerlingen? Dit alles in relatie met de referentiekaders 1F en 2F • Rekenen en het rapport. Een apart vak of qua cijfer integreren met wiskunde? • De relatie met RT en steunlessen. • Hoe ziet de doorlopende leerlijn rekenen in de bovenbouw er uit? Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 18 van 39
3.3.1.2 Nieuwe exameneisen We krijgen dit schooljaar te maken met aanpassingen in de slaag-zak regeling. Voor alle leerwegen geldt dat het eindcijfer van het examen in gelijke mate wordt bepaald door het eindcijfer van het schoolexamen en het cijfer van het centraal examen : [(1 X SE + 1 X CE) : 2]. Het gemiddelde centraal examencijfer moet onafgerond een 5,5, of hoger zijn. Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. Indien het berekende eindcijfer niet een geheel getal is, dan wordt het, indien het eerste cijfer achter de komma 4 of minder is, naar beneden afgerond, en indien dit 5 of meer is, naar boven afgerond. Een meetpunt voor de kwaliteit van het onderwijsaanbod is het door de leerlingen gerealiseerde examenresultaat. Wetende dat de slaag- zakregeling is aangescherpt, gaan we de hierna genoemde acties uitvoeren: • In september 2011 hebben we van alle examenkandidaten, schooljaar 2010-2011, de eindcijfers SE en CE met elkaar vergeleken. • Tevens vergeleken we de behaalde CE resultaten met de landelijk gemiddeld behaalde score, o.a. vanuit managementinformatie VvV. • Waar nodig (in geval verschil > 0.5) is de situatie met de betreffende vakgroep/collega besproken en is een plan van aanpak gemaakt (oktober 2011). • Het PTA is voor 1 oktober aangepast. Het aantal herkansingen is verminderd. De leerlingen mogen bij de AVO vakken slechts 1x per leerjaar herkansen. • De leerlingen krijgen eind leerjaar 3 een eindtoets over een grotere hoeveelheid lesstof. • In leerjaar 4 krijgen de leerlingen een schoolonderzoekperiode om alvast te wennen aan het “examen doen”. Hier worden grotere hoeveelheden leerstof getoetst. • Aan het einde van het schooljaar wordt door de vakdocent met zijn leerlingen gewerkt aan “examentraining”. 3.3.2
Ontwikkeling onderwijsaanbod Cambreur College
3.3.2.1 Tweetalig onderwijs (TTO) In 2007 is het Cambreur College begonnen met het aanbieden van Tweetalig Onderwijs als verbijzondering van het streven naar een optimale doorstroming naar het wetenschappelijk onderwijs, waar de leerlingen steeds intensiever in contact komen met internationaal georiënteerde opleidingen, waar het de normaalste zaak van de wereld is dat men presenteert in het Engels en veel colleges in het Engels worden gegeven. Na een intensieve scholing is inmiddels een groot aantal docenten gecertificeerd voor proficiency of advanced teachership, waardoor de kwaliteit van de in het Engels gegeven lessen geborgd is. Daarnaast zijn native speakers verbonden aan de school, wordt het “doeltaal = voertaal” idee bij Engels maar ook bij andere moderne vreemde talen toegepast en wordt de CLIL-didactiek1 toegepast bij de vakken, die in het Engels worden gegeven. In 2010 heeft het Cambreur College het recht gekregen zich TTO Junior School te mogen noemen. De komende jaren staat de ontwikkeling van het IB-programma2 op de agenda. Doel is alle leerlingen die TTO doen met het IB-certificaat de school te laten verlaten. Het vraagt nu aandacht om de kwaliteit te handhaven, door voldoende docenten te houden, die gekwalificeerd zijn, door waar nodig een actief wervingsbeleid te bezigen, voldoende native speakers binnen de organisatie te hebben, en de Europese en internationale oriëntatie volwaardig onderdeel van het curriculum te laten worden.
1 2
CLIL staat voor Content and Language Integrated Learning IB staat voor International Baccalaureate Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 19 van 39
In schooljaar 2011-2012 wordt de discussie gevoerd of en zo ja, volgens welk tijdpad TTO ook op de havo ingevoerd gaat worden, dan wel een vorm van versterkt Engels voor alle havo- en vwoleerlingen. 3.3.2.2 Havisten Competent (Haco) Al sinds 2005 maakt het Cambreur College deel uit van het netwerk van “Havisten Competent”. Het voert een studieonderdeel uit op de havo, dat overeenkomt met 280 uren, waarin leerlingen worden voorbereid op de manier van werken binnen het HBO. Evaluaties hebben uitgewezen, dat de leerlingen die het programma hebben uitgevoerd betere resultaten boeken op het HBO en de wijze van begeleiden aldaar hoger waarderen. In het schooljaar 2013 – 2014 zal duidelijk zijn welke onderdelen in de reguliere lessen een plaats krijgen. 3.3.2.3 Gemengde leerweg en mavoplus De leerlingen in mavoplus krijgen tot en met leerjaar drie allen hetzelfde vakkenpakket, zodoende is er voor iedere leerling een brede algemene basis. De plus duidt op het feit, dat de leerlingen in leerjaar 3 sectorstage lopen en het vak technologie aangeboden krijgen. Daarnaast kan de leerling in leerjaar 4 een extra vak volgen, waardoor er betere doorstroommogelijkheden naar de havo wordt gecreëerd. Naast mavoplus gemengde leerweg, waar de leerlingen het beroepsvoorbereidende vak technologie volgen, bestaat op basis van de prestaties en leerhouding van de leerling ook de mogelijkheid om het traject mavoplus theoretische leerweg te kiezen. De leerlingen in mavoplus theoretische leerweg hebben de mogelijkheid om vak technologie als extra vak te kiezen, met name als voorbereiding op een mbo-opleiding voor leerlingen die iets extra’s willen of kunnen. De leerlingen in mavoplus theoretische leerweg hebben ook de mogelijkheid om een extra avo-vak te kiezen, met name als voorbereiding op een havo-vervolg. De mavoplus theoretische en gemengde leerweg worden geheel op locatie A aangeboden. Op dit moment is de vleugel bij de hoofdingang gereserveerd voor de lessen in deze leerwegen. A009 wordt met ingang van schooljaar 2011-2012 ingericht als technologie- en hacolokaal. 3.3.2.4 Intrasectorale programma’s (ISP) Het Cambreur College biedt in de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgericht leerweg twee Intrasectorale programma’s (ISP) aan, namelijk economie (met handel & administratie als beroepsvak) en zorg & welzijn. Vakdocenten verdelen de theorie in werkbare weektaken in een studiewijzer. Wekelijks is er per theorievak ten minste één expertuur gepland, waarbij de vakdocent uitleg geeft. Leerlingen die klaar zijn met hun weekopdrachten kijken hun werk zelf na. Uiteindelijk, mits goedgekeurd door de vakdocent, wordt de studiewijzer afgetekend en mag aan een ander vak gewerkt worden. De theorie van elk vak wordt op vaste momenten getoetst. Loopt de leerling een achterstand op voor één of meerdere vakken, dan wordt met hem/haar een afspraak gemaakt deze achterstand bij de vakdocent in te halen na schooltijd. In leerjaar 3 en 4 vindt de beroepsoriëntatie plaats via een werkplekkenstructuur, waarbij de leerlingen kennis maken met de verschillende facetten van mogelijke beroepen, die horen bij de gekozen sector. Binnen de sector economie is er voor grafische vormgeving een programmaonderdeel ontwikkeld. In leerjaar 3 bouwen de leerlingen een onderscheidend curriculum op, waarmee ze in het MBO nog breder kunnen kiezen. Beide sectoren besteden in leerjaar 3 en 4 veel aandacht aan stages. In het werkveld ervaren, wat op school geleerd is, werkt voor de leerlingen zeer stimulerend en motiverend. De eindexamens zijn voor beide leerrichtingen volledig gedigitaliseerd. 3.3.2.5 Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) Het Cambreur College is in 2010 begonnen met het aanbieden van onderwijs aan leerlingen met een Lwoo-indicatie. Daarbij is getracht een opzet te kiezen, waarbij de leerlingen met deze indicatie in klassen zitten, waar ook leerlingen zonder indicatie zitten. Door de extra facilitering te benutten voor Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 20 van 39
het verkleinen van de klassengrootte is optimale begeleiding te geven door de mentoren, die voldoende bekwaam zijn om de leervragen van deze leerlingen te beantwoorden en de handelingsplannen te bewaken en evalueren. Daarnaast is aparte leerhulp ingezet om specifieke achterstanden van individuele leerlingen weg te werken. Deze handelwijze zal ook de komende jaren worden gecontinueerd, waarbij de intentie is dat deze groep leerlingen zonder vertraging hun traject naar een diploma VMBO afronden. 3.3.2.6 Sport Op het Cambreur College wordt binnen en buiten de lessen een beroep gedaan op vaardigheden als samenwerken en elkaar ondersteunen. Educatie houdt immers niet op bij cognitieve elementen. Culturele en sportieve elementen worden gezien als een onmisbaar deel van onze opleiding. In cultuur en sport ontmoeten alle geledingen elkaar. Deze ontmoetingen kenmerken zich door leren van elkaar en respect krijgen voor elkaar. Naast de reguliere lessen Lichamelijke Opvoeding is het Cambreur College sinds 2009 actief bezig met het organiseren van naschoolse sportactiviteiten. Deelname aan de landelijke scholen competities van Mission Olympic en de organisatie van buitenschoolse sportactiviteiten onder de naam “Hyperactive@Cambreur” zijn hiervoor de belangrijkste pijlers. Op deze manier probeert het Cambreur College een invulling te geven aan de lichamelijke en sociaalemotionele ontwikkeling van de leerlingen waarbij de Olympische gedachte “deelnemen is belangrijker dan winnen” een belangrijke plaats invult. Door samenwerking met lokale verenigingen is ook het vergroten van de sportdeelname onder de leerlingen, en als gevolg daarvan een actievere leefstijl, is een belangrijke doelstelling. De komende jaren zal de sectie LO in samenspraak met de directie deze activiteiten blijven aanbieden, uitbreiden en verdiepen. De samenwerking tussen de school en lokale verenigingen zal, waar mogelijk, worden geïntensiveerd en verbreed. 3.3.2.7 Cultuur Het Cambreur College hecht grote waarde aan cultuur. We streven ernaar om alle leerlingen kennis te laten maken met de diverse aspecten van cultuur. In reguliere lessen muziek, levensbeschouwing, tekenen en techniek, bij de talen, in de bovenbouw bij kunst beeldende vorming en bij culturele en kunstzinnige vorming worden leerlingen gestimuleerd om met cultuur passief en actief bezig te zijn. Dat begint al in leerjaar 1 bij het poëziefestival. Daarnaast kunnen leerlingen zich specialiseren: er zijn creatieve workshops in leerjaar 1 en bij de jaarlijks terugkerende Cambreurdag, er is een actieve schoolband, in activiteitenweken worden dansworkshops georganiseerd en voor het vmbo en de mavo krijgt het vak ckv extra betekenis tijdens de zogenaamde ckv-dagen. Bij diverse gelegenheden presenteren leerlingen dat wat ze gemaakt hebben aan docenten, ouders en medeleerlingen. Jaarlijks hoogtepunt is de culturele avond Boejuh. Leerlingen mogen excelleren, maar net als bij de sport is ook hier in beginsel meedoen belangrijker dan winnen: docenten, leden van het onderwijsondersteunend personeel, leerlingen van allerlei afdelingen zetten samen iets op de planken en hebben daar plezier in. In de komende jaren willen we de culturele activiteiten waar mogelijk verder ontwikkelen. 3.3.2.8 Taal- en rekenonderwijs Het Cambreur College heeft schooljaar 2008-2009 gebruikt om het beleid te ontwikkelen m.b.t. het taal- en rekenonderwijs op onze school. Hiervoor is expertise van binnen de school (docenten wiskunde en een gemengde groep docenten voor taal) en van buiten de school (CPS quickscan voor taal, Edux ter ondersteuning bij rekenen) ingezet. Hier zijn ideeën ontwikkeld, die in de daaropvolgende jaren zijn uitgevoerd en bijgesteld. 3.3.2.8.1 Taalonderwijs Voor taal hebben we de volgende stappen gezet: Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 21 van 39
• • • •
• • • •
Het CPS heeft een quickscan uitgevoerd en de resultaten zijn verwerkt door de commissie taalbeleid. Er worden meer uren Nederlands gegeven, met name in de onderbouw. In de onderbouw werken de leerlingen met het fenomeen Boek in je tas: BIJT. Bij surveillanceuren of op vrije momenten kunnen ze lezen. Alle docenten hebben hun eigen taalvaardigheid op peil moeten brengen – collega’s hebben les gegeven in Nederlands - en een dictee moeten doen. Dit heeft de bewustwording aanzienlijk vergroot. Diverse collega’s oefenen dagelijks met www.beterspellen.nl. Leerlingen krijgen meer opdrachten, waarin ze zelf in correct Nederlands moeten antwoorden. Bij alle vakken worden fouten in het Nederlands aangegeven, bij enkele vakken ook daadwerkelijk meegeteld. De commissie taalbeleid houdt ook hier een vinger aan de pols en past beleid aan, daar waar nodig.
3.3.2.8.2 Rekenonderwijs Voor rekenen zijn inmiddels de volgende stappen gezet: • Rekenen is in de onderbouw een vak op het rooster. • In leerjaar 1 is rekenen in de methode geïntegreerd. • In leerjaar 2 en 3 wordt rekenen in twee van de vier periodes een uur in de week aangeboden. In leerjaar 2 is dat al gerealiseerd, in leerjaar 3 moet dat nog georganiseerd worden. • Er worden minimaal 2 cijfers per periode waarin rekenen wordt aangeboden gegenereerd. • Rekenen is als vak opgenomen in de overgangsregeling. De zwaarte van rekenen wordt in de nabije toekomst verhoogd doordat het als examenvak mee gaat wegen. • We doen mee aan de pilot voor rekenen om te bezien, hoe ver onze leerlingen komen met ons huidige beleid. • Onze medewerkers leggen we een rekentoets op niveau 3f voor, zodat zij beseffen wat leerlingen moeten kunnen en kennen en daarop kunnen inspelen daar waar hun vak hiertoe mogelijkheden biedt. Diverse collega’s oefenen dagelijks met www.beterrekenen.nl. • De commissie rekenbeleid houdt een vinger aan de pols en past het beleid aan, daar waar nodig. • Ouders zijn via de nieuwsbrief op de hoogte gebracht van het belang dat aan rekenen wordt toegekend en van ons beleid daarin. 3.3.2.9 Nieuwe exameneisen De overgangsregeling in de bovenbouw is op onze school altijd al afgeleid geweest van de slaagzakregeling. Bij het invoeren van een compensatieregeling bij het eindexamen hebben we dit dan ook doorvertaald naar de bovenbouw van de havo- en vwo-afdeling. Bij de invoering van de Vernieuwde Tweede Fase hebben we vervolgens gemerkt, dat leerlingen voor alle vakken beter gaan presteren als je ze tijdig laat weten dat compensatiepunten belangrijk zijn, wil je met meer dan een onvoldoende toch kunnen slagen. Het idee werd derhalve geboren om ook een dergelijke compensatieregeling in de onderbouw in te voeren. Onderzoek en overleg heeft een jaar gekost. In schooljaar 2010-2011 is deze nieuwe overgangsregeling voor de gehele onderbouw ingevoerd en begint zijn vruchten voorzichtig af te werpen. Daarbij is er onderscheid gemaakt tussen kernvakken (Nederlands, Engels, wiskunde), examenvakken en niet-examenvakken. Doel hiervan is om de overgangseisen op de middellange termijn aan te kunnen passen aan de verzwaarde exameneisen. Graag willen we dit echter pas realiseren als ook vmbo en mavo speciale aandacht voor de drie kernvakken bij het examen vraagt, omdat we in de onderbouw de overgangsnormen voor alle leerlingen hetzelfde willen houden. Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 22 van 39
In de tussentijd letten we bij leerlingen die in de bespreking komen extra op onvoldoendes bij de kernvakken, zodat we alleen leerlingen bevorderen die een reële kans hebben op slagen. 3.4
Kwaliteitszorg
3.4.1 Vensters voor Verantwoording Vensters voor Verantwoording (VvV) is een project van de VO-raad waarbij alle cijfermatige informatie over scholen voor voortgezet onderwijs wordt verzameld in één systeem. Deze informatie, afkomstig van bijvoorbeeld DUO (voorheen Cfi), Onderwijsinspectie en van de scholen zelf, wordt bewerkt en gevisualiseerd. Resultaten worden vergeleken met landelijke gemiddelden. Scholen kunnen ook een toelichting geven op gepubliceerde cijfers en feiten. Het resultaat is een genuanceerd, compleet en actueel beeld van het onderwijs. Op basis van Vensters kunnen scholen het gesprek aangaan met hun belanghebbenden. Daarnaast geeft VvV in het managementoverzicht informatie waarmee scholen aan de slag kunnen om hun kwaliteit te verbeteren. 3.4.2 Kwaliteitszorgsysteem academische opleidingsscholen OMO neemt voor twee experimenten deel aan zgn. dieptepilots van OCW voor het opleiden van docenten. Door deze geslaagde experimenten zijn OMO-scholen in Roosendaal, Veghel/Eindhoven en Tilburg bevoegd om in samenwerking met de lerarenopleiding op te leiden. De HRO (Roosendaal), ILS/HAN (Veghel/Eindhoven) en Fontys (Veghel/Eindhoven en Tilburg) participeren daarin. Als volgschool is Kwadrant Scholengroep verbonden aan de experimenten in Tilburg. 3.4.3 Basisarrangementen De Inspectie van het Onderwijs heeft voor alle afdelingen van Kwadrant Scholengroep het basisarrangement vastgesteld, met uitzondering van de gemengde leerweg op het Hanze College. Dit betekent dat de inspectie op basis van een analyse van de verkregen opbrengstgegevens en overige informatie geen aanwijzingen heeft dat er belangrijke tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs. Dit arrangement is in principe geldig voor één jaar. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse. 3.4.4 Kwaliteitszorgsysteem Kwaliteitszorg draagt bij aan beter onderwijs met name door het werk van de mensen in de school inzichtelijk te maken en de opbrengsten/resultaten van dat werk aan te kunnen tonen. Door kwaliteitszorg breng je professionals op een hoger niveau. Kort gesteld behelst kwaliteitszorg: • doen wat je zegt • de dingen goed doen • de goede dingen doen • daarover verantwoording afleggen. Centraal staat het grip krijgen op de essentiële gedragingen van de medewerkers. Kik, het kwaliteitszorginstrument van Edux dat we daarbij hanteren, leert ons deze gedragingen te omschrijven in concreet waarneembaar gedrag. We gaan na of wat we doen, past bij onze visie en missie en of dat het door ons gewenste resultaat oplevert. Ten slotte beoordelen we of we beschikken over de middelen, faciliteiten, kennis en vaardigheden die daarvoor nodig zijn. Met de zorg voor onze kwaliteit willen we • kunnen aantonen dat we doen wat we zeggen, en • kunnen aantonen dat we de resultaten halen die we willen behalen. Dit doen we aan de hand van de volgende kwaliteitskaarten: • Kwaliteitszorg Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 23 van 39
• • • • • • •
Toetsing Leerstofaanbod Leertijd Onderwijsleerproces 1 en 2 Schoolklimaat Zorg en begeleiding Opbrengsten 1 en 2
3.4.4.1 Toelating en bevordering De eisen van toelating en bevordering staan vermeld op de website van de school. 3.4.4.2 Schorsing en verwijdering Het Reglement leerlingenzaken Ons Middelbaar Onderwijs en het Leerlingenstatuut van Kwadrant Scholengroep bevatten de bepalingen met betrekking tot schorsing en verwijdering. 3.4.4.3 In-, door- en uitstroom 3.4.4.3.1 Hanze College Het Hanze College zet met de Vrienden van het Hanze College in op meer onderinstromers in de sector Techniek. We blijven een school waar het zittenblijven een recht is, maar blijven ook alert, dat pedagogisch cijferen leerlingen op het juiste niveau in leerjaar drie laat doorstromen. Op basis van de besprekingen over de mogelijke fusie met ROC West Brabant willen we onderzoeken welk aanpassingen in ons onderwijsconcept de overstap vmbo-mbo geruislozer laat verlopen. 3.4.4.3.2 Cambreur College Jaarlijks zijn onze opbrengsten, waaronder de idu-gegevens, onderwerp van gesprek in het managementteam en in de onderwijskundige teams van de afdelingen. In ons kwaliteitsbeleid hebben we per onderwijsrichting onze ambities in streefcijfers vastgesteld: a. Het percentage leerlingen dat zonder zittenblijven klas 1 en 2 doorloopt is voor de volgende afdelingen: basisberoepsgerichte leerweg kaderberoepsgerichte leerweg gemengde en theoretische leerweg havo vwo
100% 100% 95% 95% 95%
b. Het percentage leerlingen dat zonder zittenblijven hun schoolloopbaan van klas 3 tot en met het eindexamen doorloopt is voor de volgende afdelingen: basisberoepsgerichte leerweg kaderberoepsgerichte leerweg gemengde en theoretische leerweg havo vwo
93% 93% 93% 65%-70% 65%-70%
Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 24 van 39
c. Het percentage leerlingen dat zonder zittenblijven hun schoolloopbaan voltooit is voor de volgende afdelingen: basisberoepsgerichte leerweg kaderberoepsgerichte leerweg gemengde en theoretische leerweg havo vwo
93% 93% 90% 60% 60%
d. Het percentage leerlingen dat per leerjaar doorstroomt is voor de volgende afdelingen: basisberoepsgerichte leerweg
kaderberoepsgerichte leerweg
gemengde en theoretische leerweg
havo
vwo
Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3 Leerjaar 4 Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3 Leerjaar 4 Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3 Leerjaar 4 Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3 Leerjaar 4 Leerjaar 5 Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3 Leerjaar 4 Leerjaar 5 Leerjaar 6
100% 100% 100% 100% 100% 100% 98% 98% 100% 100% 95% 95% 100% 95% 90% 85% 93% 100% 95% 93% 90% 93% 93%
e. Het percentage leerlingen dat per leerjaar voortijdig uitstroomt: maximaal 2% f. Het percentage leerlingen dat per leerjaar afstroomt c.q. opstroomt. We kiezen voor het landelijk gemiddelde van 2%. g. De gemiddelde resultaten per leerjaar per vak en per docent liggen tussen 6,0 en 7,5. Dit geldt niet voor dakpanklassen. h. De gemiddelde resultaten per vak en per docent van de schoolexamens liggen minimaal op het landelijk gemiddelde. i. De gemiddelde resultaten per vak en per docent van de centrale examens liggen eveneens minimaal op het landelijke gemiddelde. Het verschil tussen het gemiddelde van schoolexamens en centraal examen is maximaal 0,5. j. Voor de keuze van de profielen willen we onze keuzes vergelijken met het landelijk gemiddelde. Voor de keuze van de sectoren nemen we de keuze van 2009-2010 als nulpunt. k. De resultaten van het vervolgonderwijs zijn niet structureel beschikbaar. We zoeken naar een haalbare manier om dit wel mogelijk te maken.
Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 25 van 39
3.4.4.4 Vroegtijdig Schoolverlaten (VSV) 3.4.4.4.1 Hanze College Het Hanze College blijft streven om 0% voortijdig schoolverlaters te hebben. Daarmee bedoelen we, dat alle leerlingen het Hanze College met een diploma verlaten. Waar dit niet haalbaar is, begeleiden we de leerlingen via een leer-werktraject naar niveau 2. Wanneer vanwege sociaal-emotionele problemen het niet mogelijk is een leerling te handhaven op school, wordt voor deze leerling een individueel traject uitgezet, waarbij een leerling net zo lang bij ons op school blijft ingeschreven tot een alternatief is gevonden. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de “Rebound” voorziening van het RSV Breda e.o., van de “Observatieklas”, waarin ook een aantal “Op de Rails” plaatsen beschikbaar zijn of van “Het Kompas” in Breda. Wanneer een leerling zich onmogelijk maakt vanwege het gedrag is er middels het 5-stappen-plan met de leerplichtambtenaren en collega-school Het Munnikenheide College afgesproken, dat we bij een verwijdering indien er geen alternatieve school gevonden kan worden elkaars leerlingen opnemen. Om te zorgen dat onze “risico-leerlingen” die met een diploma de overstap naar het mbo maken niet voortijdig afhaken, zetten we transfercoaches in. Deze ontwikkeling is ingezet met vsv-gelden en wordt doorgezet in samenwerking met het ROC West-Brabant. 3.4.4.4.2 Cambreur College Het Cambreur College streeft naar 0% vroegtijdig schoolverlaters. Daarbij gaan we ervan uit, dat we de meeste leerlingen met een diploma laten vertrekken, enkele leerlingen op een andere school plaatsen i.v.m. verhuizing, capaciteiten of gedrag. Slechts zelden schrijven we een leerling van 18 jaar of ouder uit die geen diploma heeft kunnen behalen. Ons streven is om dit aantal tot 0 te reduceren. 3.4.4.5 Rapportage vorderingen In het Leerlingenstatuut van Kwadrant Scholengroep, dat op onze website kan worden geraadpleegd, is opgenomen hoe de rapportage van de vorderingen van leerlingen aan hun ouders is geregeld. 3.4.4.6 Beleidsmedewerker kwaliteitszorg Met ingang van het schooljaar 2013 – 2014 zal een beleidsmedewerker kwaliteitszorg worden benoemd. Het betreft een benoeming in deeltijd van maximaal 0,5 fte. In het schooljaar 2011 – 2012 zal de systematische kwaliteitszorg deel blijven uitmaken van het takenpakket van de deelschooldirecties, al dan niet doorgemandateerd, onder leiding van de directeur beheer & organisatie. 3.5
Innovatie stimuleren
3.5.1 Onderwijstechnologie In schooljaar 2009-2010 is het Onderwijskundig beleidsplan ICT gepubliceerd, waarin beschreven is hoe ICT een belangrijke plaats inneemt in het onderwijs. Naast scholing voor docenten en ontwikkeling en beschikbaarheid van goed materiaal is ook infrastructuur een belangrijk aspect om de technologie optimaal te integreren in het onderwijsproces. 3.5.2 Opleiden in de school Het Cambreur College neemt als partnerschool deel aan de AOST (De Academische Opleidingsschool Tilburg). Door te bevorderen dat de SPD’ers gecertificeerd worden zal de kwaliteit van het opleiden van leraren in de school toenemen. Hierbij is het streven toe te werken naar een vast quotum docenten in opleiding, die het Cambreur College jaarlijks de mogelijkheid biedt om hun leerlijn op deze school te volgen. Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 26 van 39
3.5.3
Productinnovatie
3.5.3.1 Productinnovatie Hanze College Het Hanze College heeft de afgelopen jaren sterk geïnvesteerd in leerpleinen. Daarnaast is in de hele onderbouw gestart met Keuze-Werk-Tijd. Dit betekent dat alle leerlingen in aanraking komen, vanaf leerjaar 1, met het leren vanuit de praktijk op de pleinen. Deze grote verandering wordt de komende jaren verder uitgewerkt. Een en ander zal passen in een mogelijk nieuw onderwijsconcept dat ontstaat wanneer een verticale onderwijsstructuur vmbo-mbo wordt gerealiseerd. 3.5.3.2 Productinnovatie Cambreur College Het Cambreur College is voortdurend op zoek naar innovaties in het onderwijs. Te denken valt aan de reeds genoemde facetten van TTO, Haco, Mavo-plus, Grafische vormgeving in de sector economie in basisberoeps en kaderberoepsgerichte leerweg, maar ook projecten als Europaweek, Workshops in leerjaar 1, vakoverstijgende projecten in leerjaar 2, AVO-pleinen, enz. Daarbij wordt met enige regelmaat geëvalueerd om na te gaan of het onderwijskundig doel van de verandering gehaald wordt en in verhouding staat tot de extra inspanningen die geleverd moeten worden. Vernieuwen om te vernieuwen heeft geen zin. Zo is periodisering van vreemde talen beperkt gebleven tot leerjaar 1, omdat daar de voordelen wel zichtbaar waren, bij een pilot in leerjaar 2 kon het voordeel niet aangetoond worden. 3.5.4 ICT-opleiding De leerlingen krijgen geïntegreerd de ICT-doelen aangereikt. Dat wil zeggen, dat ze via vaklessen bepaalde vaardigheden aangeleerd krijgen. Het IOC (ICT- onderwijscommissie - Cambreur College) bewaakt de processen om te borgen, dat leerlingen de vaardigheden behorend bij het ECDL (European Computer Driving License) aan het eind van de onderbouw (mavo/havo/vwo) of aan het eind van hun opleiding beheersen. 4
Docent
4.1 Personeelszorg Voorafgaand aan personeelsbeleid gaat personeelszorg. Al eerder in dit Schoolplan schreven we dat de aandacht voor iedere en de gehele mens ook geldt ten aanzien van de medewerkers van de school. Ook zij moeten de school ervaren als een aangename, persoonlijke en veilige werkomgeving. In het primaire proces vervullen de docenten een cruciale rol. Hun kwaliteit, kennis en vakmanschap zijn van grote invloed op de prestaties van leerlingen. Ze worden daarbij geholpen door ondersteunend personeel en door leidinggevenden. Vanuit ieders eigen rol en verantwoordelijkheid dragen we in gezamenlijkheid zorg voor goed onderwijs en dus ook voor elkaar. Eigen verantwoordelijkheid, professionele ruimte, gesprekkencyclus, scholing en ontwikkeling moeten zorgen voor een uitdagende invulling van het werk van onze medewerkers. In het strategisch document Koers 2016 is een aantal beroepswaarden voor docenten en alle andere medewerkers opgenomen: “Alle docenten handelen vanuit onze beroepswaarden, namelijk: 1. Vrolijk: ik straal enthousiasme voor het beroep uit en ben gericht op het oplossen van problemen; 2. Verrijkend: ik ga positief met veranderingen om en verrijk anderen; 3. Verrassend: ik ben vernieuwend, maar neem geen onverantwoorde risico’s; 4. Vakmanschap: ik streef voortdurend naar optimalisatie van kennis en kunde over mijn vak, relevante didactiek en pedagogiek; Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 27 van 39
5. ‘Verantwoordelijk eigenaarschap’: ik leg verantwoording af, ben mij bewust van de morele kwaliteit van mijn denken en handelen – ook in relatie met de doelen van de school - en ben daar aanspreekbaar op. De beroepswaarden zijn naast de docent ook van toepassing op onderwijsondersteunend personeel, leidinggevenden, schoolleiders, medewerkers van het bureau van Ons Middelbaar Onderwijs en de raad van bestuur. Deze beroepswaarden leiden tot de best denkbare educatieve dienstverlening in een school waar talent en creativiteit elkaar versterken3.” Het werken in onze school doe je omdat je het leuk vindt om als docent les te geven of om als ondersteuner te midden van veel mensen je werk te kunnen doen. Werken in een school doe je ook om in dienstbaarheid een belangrijke bijdrage te leveren aan de opleiding en vorming van leerlingen. Met ons onderwijs leggen wij immers het fundament voor de dag van morgen en dragen wij bij tot het welzijn van onze leerlingen, het welzijn van elkaar en dat van onze samenleving. 4.2 Professionaliteit Centraal in ons personeelsbeleid staat dat de medewerker als professional verantwoordelijk is voor zijn eigen ontwikkeling. Het competentiemodel van de Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL) en de kerncompetenties van de OMO-organisatie (creativiteit, samenwerking en organisatieloyaliteit) zijn voor alle personeelsleden de basis voor die eigen ontwikkeling. Hierin zijn volgens het TWAOprincipe de persoonlijke doelen van de medewerker leidend mede in relatie tot de doelen c.q. uitgangspunten van de school zelf. Op die wijze profiteert de medewerker van de school en profiteert de school van de persoonlijke ontwikkeling van het personeel. De stijl van leidinggeven moet aansluiten bij het denken in termen van professionele ontwikkeling en het geven en nemen van verantwoordelijkheid. Het benutten en versterken van de professionaliteit van de docent vraagt van de schoolleiding een balans tussen verantwoordelijkheid geven en verantwoordelijkheid houden, tussen ruimte geven en sturen op resultaat. Dit vraagt ook een andere instelling van onderwijsgevenden. Om aan de aan professionaliteit gekoppelde autonomie van denken en handelen invulling te kunnen en mogen geven, zal de docent verantwoordelijkheid moeten nemen, initiatief tonen en open staan voor reflectie en ontwikkeling. 4.2.1 Competenties en beroepswaarden Goed personeelsbeleid vraagt om competentieontwikkeling en competentiemanagement. Het sturen op competenties betekent een omslag in het denken over de relatie tussen werknemer en organisatie en vraagt om een heroriëntatie van het personeelsbeleid. Zeker in een tijd waarin duidelijk wordt dat een loopbaan in het onderwijs eerder langer dan korter zal duren (werken tot je 65e of langer), is de wijze waarop school en werknemer omgaan met “een leven lang leren” van groot belang. De verantwoordelijkheden van de leraar zijn samen te vatten door vier beroepseisen te onderscheiden: de interpersoonlijke, de pedagogische, de vakinhoudelijke & didactische en de organisatorische rol. Deze rollen zijn vervolgens in vier beroepssituaties, het werken met leerlingen, met collega’s, met de omgeving en met zichzelf, tegen het licht gehouden, wat tot zeven beschreven competenties heeft geleid: 1. Interpersoonlijke competentie 2. Pedagogische competentie 3. Vakinhoudelijke en didactische competentie 4. Organisatorische competentie 5. Competentie in het samenwerken met collega’s 6. Competentie in het samenwerken met de omgeving 3
Koers 2016, 3 Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 28 van 39
7. Competentie in reflectie en ontwikkeling Naast deze zeven competenties heeft OMO drie organisatiecompetenties geformuleerd: Organisatieloyaliteit, creativiteit en samenwerken. In Koers 2016 is aangegeven vanuit welke beroepswaarden wordt gewerkt. Deze zijn vrolijk, verrijkend, verrassend, vakmanschap en verantwoordelijk eigenaarschap. 4.2.2 IPB- beleid en werkplezieronderzoek Het IPB -beleid kenmerkt zich door een samenhangende inzet van instrumenten voor personeelsbeleid op een zodanige wijze dat iedere individuele medewerker wordt gestimuleerd zijn talenten te ontwikkelen overeenkomstig zijn persoonlijke wensen en ambities, rekening houdend met de omstandigheden van dat moment. Dat is competentieontwikkeling. Het organisatorische en onderwijskundige beleid van de school is hierbij uitgangspunt. IPB heeft naast de permanente ontwikkeling van de medewerkers ook tot doel het werkplezier positief te beïnvloeden. Werkplezier wordt door een aantal factoren beïnvloed: •
•
•
•
Inhoud van de functie: mate van autonomie in de werkuitvoering leermogelijkheden die het werk biedt werktempo en werkhoeveelheid Werkorganisatie: communicatie en informatie over het werk relatie met collega’s en leiding Arbeidsvoorwaarden: beloning secundaire arbeidsvoorwaarden Arbeidsomstandigheden: kwaliteit van de werkplek verzuimpreventie mogelijkheden voor het combineren van arbeid en zorg
De Raad van Bestuur heeft een instrument laten ontwikkelen om een beeld te krijgen van het werkplezier van de medewerkers. Onderdeel van IPB is een regelmatige meting van het werkplezier door middel van dit instrument. Kwadrant Scholengroep heeft twee maal de meting verricht. 4.2.3 Professioneel statuut Door schaalvergroting en een reeks van stelselwijzigingen (basisvorming, vmbo, studiehuis) is de afstand tussen management en docenten gegroeid. Op Kwadrant Scholengroep zijn daarom ‘(kern)teams’ samengesteld. Binnen deze teams wordt intensief samengewerkt om een gemeenschappelijk onderwijsbeleid neer te zetten. Om dat onderwijs goed uit te voeren, stellen leraren samen binnen vastgestelde kaders een koers vast. De koers die het team kiest, vindt zijn wortels in een gedegen opleiding, goede nascholing, een schoolorganisatie die hem ondersteunt. Leraren stellen samen de kaders vast van de gezamenlijke koers en leggen daarover verantwoording af. Een professioneel statuut is een instrument ter waarborging van de professionele ruimte van de leraar als professional in een onderwijsorganisatie en als verantwoordelijke voor de kwaliteit van het onderwijs. Het gaat om het zoeken naar een goede balans tussen professionaliteit, organisatiebeleid en de belangen van leerlingen. Weliswaar zijn we thans nog in afwachting van wet- en regelgeving, maar zo gauw hierover meer duidelijkheid ontstaat, zal Kwadrant Scholengroep dit nog in deze planperiode ter hand nemen. Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 29 van 39
4.2.4 Kennisnetwerken Het delen van kennis is een van de belangrijke kenmerken van een lerende organisatie. Het delen van kennis kan onder andere gebeuren in kennisnetwerken. Een kennisnetwerk is een groep personen van verschillende scholen, die gedurende een langere tijdsperiode doelgericht kennis en ervaringen uitwisselt en samen leert over een specifiek onderwerp. Ieder kennisnetwerk is maatwerk. Binnen en buiten OMO is Kwadrant Scholengroep actief binnen tal van netwerken op vele gebieden en op vele niveaus. Zo zijn er de BSO bijeenkomsten, netwerken HACO, ICT, maar ook financiële administratie e.d. 4.2.5 Krachtig meesterschap Het doel van deze regeling is om excellentie binnen het opleiden van leraren en het beroep van leraar te bevorderen. De regeling verhoogt daarmee de kwaliteit van het opleiden van leraren, zodat de lerarenopleiding en het leraarsberoep aantrekkelijker worden voor de diverse (potentiële) doelgroepen. OCW heeft het project Krachtig Meesterschap voor OMO goedgekeurd. Scholen kunnen meedoen aan dit project. Iedere school van OMO kan met één, twee of drie docenten meedoen. De docenten ontwikkelen samen met hun schoolleiding een plan om de docenten meer onderwijskundige of didactische verantwoordelijkheden te laten dragen bijvoorbeeld: ontwerpen van onderwijs, onderwijskundig leiderschap, onderzoek. De schoolleiding zal jaarlijks inventariseren welke behoefte en scholingsmogelijkheden hiertoe bestaan. 4.2.6 Promovendi Kwalitatief hoogwaardige docenten verdienen aantrekkelijke primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden. Docenten mogen verschillen en de beloning daarmee ook. Een academische graad en excellente beheersing van competenties en beroepswaarden vragen om waardering arbeidsvoorwaardelijke zin. Onderscheid is er, mag gezien en gewaardeerd worden. De huidige beloningskaders worden door OMO doorbroken door hogere salarisschalen bereikbaar te maken in Havo/Vwo (LE) en in het Vmbo (LD/LE). Een leidende rol van een (gepromoveerde) docent op het terrein van het vakinhoudelijke en vakdidactisch-onderwijskundig concept willen we op die wijze belonen. Excelleren wordt bevorderd om zo de kwaliteit van het onderwijs op de scholen op een hoger plan te brengen. Docenten die bewezen hebben over een bovengemiddeld academisch werk- en denkniveau te beschikken en die uitmunten in de beheersing van competenties en kernwaarden, kunnen in aanmerking komen voor schaal LE. Van een excellerende docent wordt verwacht dat hij of zij een wezenlijke bijdrage kan leveren aan een versterking van de onderwijskwaliteit. Door te inspireren, te stimuleren, door onderzoek in de school te entameren, door artikelen in vakbladen, door deel te nemen aan het wetenschappelijk discours, door inhoudelijk en inspirerend leiderschap. Kwadrant Scholengroep zal zich inspannen om haar wetenschappelijk geschoolde docenten tot promotie te stimuleren. 4.1.7 Evenredige vertegenwoordiging vrouwen in de schoolleiding Bij sollicitatieprocedures voor functies behorende tot de schoolleiding gaat bij gelijke geschiktheid de voorkeur uit naar een vrouw. De school streeft naar een gelijke verdeling van mannen en vrouwen in de schoolleiding. 4.1.8 Academisering docenten Ter bevordering van het academische niveau van docenten krijgt de universitaire lerarenopleiding concreet vorm. Dit in samenspraak met de academische opleidingsscholen van OMO en scholen die opleiden in de school vormgeven (zie ook hierboven Kwaliteitszorgsysteem academische opleidingsscholen). Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 30 van 39
Daarnaast zal Kwadrant Scholengroep gericht academisch geschoolde docenten werven bij vacatures in het eerstegraads vakgebied. 4.2 Arbeidsvoorwaarden en arbeidsverhoudingen Als één van de grootste werkgevers in Brabant heeft OMO sinds enkele jaren een eigen ondernemings-CAO met de vakbonden afgesloten. Deze CAO OMO onderscheidt zich essentieel van de gangbare arbeidsvoorwaarden binnen het onderwijs en biedt OMO-docenten unieke en zeer aantrekkelijke voorwaarden. Onze CAO is uniek op het vlak van salariëring, werkverdelingsbeleid, werktijden en vakanties, persoonlijke ontwikkeling, ouderschapsverlof, seniorenbeleid, werkgelegenheidsgarantie en personal benefits4. 4.2.1 Functiemix Kwadrant Scholengroep heeft in het Ontwikkelingsmodel Functiemix van 23 februari 2010 uiteengezet hoe de invoering van de functiemix zal gaan verlopen. Deze notitie vormt een volgende dan wel nadere stap in de invoering van de functiemix. In het Convenant LeerKracht en vervolgens in de CAO-OMO 2008 – 2010 is opgenomen dat scholen tussen 2010 en 2014 de functiemix moeten invoeren. De functiemix is de verdeling van leraren over de schalen LB, LC en LD. Elke school heeft de verplichting om het aandeel leraren dat volgens LC of LD beloond wordt, te laten toenemen. De groeipercentages voor Kwadrant Scholengroep zijn: 1-10-2011
1-10-2014
LB
-3%
-21%
LC
2%
10%
1%
11%
LD Tabel 1.
De functiemix van 1 oktober 2008 geldt als nulmeting. Dit is de startpositie waar de groeipercentages bovenop komen. Het ministerie van OCW heeft de functiemix van alle scholen op de website www.functiemix.minocw.nl gezet. 4.2.1.1 LD-recht5 Vanaf 1 augustus 2014 heeft elke docent met een eerstegraads bevoegdheid, die structureel, ongeacht de omvang, lesgeeft in een of meer van de jaren 4 en 5 HAVO en/of 4, 5 en 6 VWO recht op een LD functie. In een groot aantal secties zitten momenteel voldoende eerstegraads LD docenten die in de bovenbouw lesgeven. De secties Engels, lichamelijke opvoeding, wiskunde, biologie, natuurkunde en Nederlands hebben in 2014 geen of onvoldoende LD-ers. Binnen deze secties zullen eerstegraads LBen LC- docenten die in de bovenbouw lesgeven een LD functie kunnen gaan claimen. De sectie klassieke talen zal in 2014 niet meer bestaan in verband met de afbouw van de gymnasiumafdeling. De sollicitatieprocedures voor LC- en LD-docenten zijn in overeenstemming met het bepaalde dienaangaande in wet- en regelgeving vastgelegd. 4.2.2 Sociale innovatie De school verwacht van haar medewerkers dat zij functioneren in overeenstemming met de christelijke identiteit van de organisatie, zoals verwoord in de grondslag, de missie, de visie en de kernkwaliteiten. Ook en juist in het personeelsbeleid wordt de katholieke identiteit van de school zichtbaar. De school wil niet alleen met leerlingen, maar ook met elkaar als medewerkers zorgvuldig 4
Zie http://www.omo.nl/default.aspx?pid=8&itemid=10015384&mid=11158 Geraadpleegd op 16 februari 2011, om 13:17 uur. Het LD-recht is thans onderwerp van bespreking en onderhandeling tussen de RvB van OMO en de vakcentrales. Landelijk is het LD-recht inmiddels aangepast.
5
Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 31 van 39
omgaan en eist niet alleen van de leerlingen hoge kwaliteit, maar ook van de medewerkers. Het personeelsbeleid beoogt het bieden van een klimaat waarin het personeel zich gewaardeerd weet en zich gestimuleerd voelt in de eigen ontwikkeling, passend binnen de grondslag, de missie en de visie van de school. Resultaten worden mede bepaald door de inzet van allen die zich met het primaire proces bezig houden. Sturing op resultaten is moeilijk als dat geldt voor de hele organisatie ineens. Sturing is effectiever als dat gebeurt via (kern)teams. De (kern)teams hebben een bepaalde mate van vrijheid van handelen om, binnen een aantal algemeen vastgestelde kaders, hun primaire proces zodanig in te richten en uit te voeren, dat ze het beoogde resultaat ook echt kunnen bereiken. Als vast agendapunt voor de teams geldt dat er nagedacht wordt over het verbeteren van de werking van de teams teneinde daarmee tevens de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. 4.2.3 Werkverdelingsbeleid De schoolleiding ziet er op toe dat de verdeling van de taken en werkzaamheden onder het personeel op een evenwichtige wijze geschiedt. Wanneer de organisatie het toelaat, wordt geprobeerd zoveel mogelijk rekening te houden met de arbeidsomstandigheden van bepaalde groepen personeelsleden, de minder-arbeidsgeschikten, de personeelsleden in deeltijdbetrekkingen, de pas beginnenden en de ouderen. De taakbelasting wordt jaarlijks geëvalueerd en vastgelegd in het werkverdelingsbeleid. Het formuleren van een werkverdelingsbeleid vloeit voort uit de OMO-CAO. De actuele versie van deze CAO is op het werkverdelingsbeleid van toepassing. Voor wat betreft de primaire arbeidsvoorwaarden is de CAO-VO van toepassing op al het onderwijspersoneel. Voor de secundaire arbeidsvoorwaarden geldt de OMO-CAO. Het werkverdelingsbeleid wordt ontwikkeld volgens een dynamisch model. De jaarlijkse evaluatie van de uitvoering van het werkverdelingsbeleid met de schoolleiding en de medezeggenschapsraad wordt, waar mogelijk, verwerkt in het werkverdelingsbeleid voor het volgend schooljaar. Grondslag, missie, visie en staand beleid enerzijds en beleidsvoornemens anderzijds, zoals geformuleerd in dit Schoolplan, zijn de leidraad bij het formuleren van het jaarlijkse werkverdelingsbeleid. Het werkverdelingsbeleid is één van de instrumenten die in het kader van integraal personeelsbeleid wordt gehanteerd. Hierbij geldt dan ook dat iedere werknemer zal worden gestimuleerd om zich te ontwikkelen overeenkomstig zijn persoonlijke Talenten, Wensen, Ambities en Omstandigheden (TWAO), zulks binnen de kaders van de wensen en mogelijkheden van de organisatie.
5 School en omgeving Een school heeft zijn wortels in de gemeenschap waar hij uit voortkomt. Samenwerking met die gemeenschap is voorwaarde. Onderwijs ontstaat mede in de ontmoeting, de dialoog, de werkrelatie van de docent met de leerling en diens ouders (verzorgers). Betrokkenheid van ouders / leerlingen komt ook tot uitdrukking in de voorbereiding van beleidsdocumenten. Betrokkenheid van ouders wordt versterkt door het lidmaatschap met de NKO (www.nko.nl ); leerlingen worden mede vertegenwoordigd door het LAKS (www.laks.nl ). Daarnaast kent de wet voorschriften voor inspraak en samenwerking.
Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 32 van 39
5.1
Ouders, leerlingen en andere belanghebbenden betrekken bij school en bestuur: gespreide verantwoordelijkheid Kwadrant Scholengroep wordt niet ‘gemaakt’ door slechts enkele personen of geledingen. De school krijgt vorm door alle geledingen: leerlingen, ouders, medewerkers en schoolleiding. Allemaal hebben zij vanuit hun eigen verantwoordelijkheid invloed op de gang van zaken en op de besluitvormingsprocessen. Aan de andere kant is de invloed van de onderwijswetgeving vanzelfsprekend van grote invloed op ons onderwijs. De Inspectie van het Onderwijs heeft in dit opzicht een controlerende taak. Ook het bevoegd gezag van de school heeft hierin eigen verantwoordelijkheden. De school wordt in stand gehouden door de Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs. Ouders en verzorgers van leerlingen kunnen lid worden van de vereniging, waardoor zij volop inspraak kunnen hebben in de bestuurlijke kaders van het beleid van de school. 5.1.1 Medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad is voor de school wat de ondernemingsraad is voor een bedrijf. Met nog iets extra’s: in de MR van de school is er ook heel bewust een plaats ingeruimd voor leerlingen en ouders. De MR van Kwadrant Scholengroep bestaat uit 16 leden. De helft hiervan behoort tot het personeel en de andere helft bestaat uit 4 ouders en 4 leerlingen. Op grond van de Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS) heeft de raad invloed op het schoolbeleid. De rector overlegt namens het bevoegd gezag met de MR. Het belang van een goede MR is de laatste jaren alleen maar groter geworden door de toename van de autonomie van de schoolbesturen. Een voltallige, kwalitatief goede MR, waarin alle geledingen vertegenwoordigd zijn, is voor de school dus van groot belang. De samenstelling van de medezeggenschapsraad staat vermeld op de website van de school. 5.1.2 Klankbordgroepen Iedere afdeling kent een klankbordgroep die in principe drie keer per jaar vergadert. In leerjaar 1 worden ouders en leerlingen apart uitgenodigd om de leerlingen de mogelijkheid te geven zich vrij te leren uiten. Vanaf leerjaar 2 bespreken ouders, leerlingen en leden van het managementteam de gang van zaken tijdens het schooljaar en nieuwe voorstellen worden aan de klankbordgroep voorgelegd om hun mening te peilen. De samenstelling van de klankbordgroep is vrij constant. Ouders en leerlingen geven aan, dat ze het prettig vinden om zo meer betrokken te zijn bij de school en invloed te kunnen uitoefenen op het beleid. Het regelmatige directe contact met ouders en leerlingen past duidelijk in ons kwaliteitsbeleid. Kanttekeningen die klankbordgroepleden plaatsen, leiden zeer regelmatig tot kleinere of grotere aanpassingen van de dagelijkse gang van zaken in de school. Ook in de komende vier jaar willen we deze directe feedback handhaven, waarbij we vooral de leerlingen uit de onderbouw nadrukkelijker hierbij willen betrekken. Het Hanze College onderzoekt of ook andere vormen van ouderbetrokkenheid mogelijk zijn. 5.1.3 Oudervereniging Wij achten een goed samenspel tussen leerlingen, ouders en school van zeer groot belang. We hebben elkaar nodig om de door ons gestelde doelen te bereiken. Wij werken in goede harmonie met elkaar samen aan de toekomst van de leerlingen. Dat houdt in dat we over en weer een beroep op elkaar mogen doen als het gaat om informatieverstrekking, meedenken met ontwikkelingen van de leerlingen ten aanzien van de opvoeding in het algemeen en het leerproces in het bijzonder. Op beide deelscholen zijn ouders actief. Op het Cambreur College functioneert een oudervereniging, terwijl het Hanze College werkt met een ouderteam. Beide scholen zijn actief om ouderparticipatie daadwerkelijk te laten plaatsvinden. Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 33 van 39
5.1.4 Raad van Advies De Raad van Advies functioneert voor Kwadrant Scholengroep als klankbord. Vanuit hun eigen deskundigheden, maatschappelijke participatie en ervaringen denken de leden mee met de schoolleiding over het optimaal functioneren van het primaire proces in de school. De Raad van Advies heeft geen bestuurlijke bevoegdheid, maar adviseert de schoolleiding bij het vaststellen van het beleid met betrekking tot het primaire proces (onderwijs, leerlingbegeleiding en zorg) en ziet toe op de maatschappelijke verankering van de scholen in de lokale en regionale gemeenschap. Daarnaast kan de Raad van Advies ouders stimuleren en een plaats bieden om hun betrokkenheid bij school meer gestalte te geven. De Raad van Advies vaardigt uit zijn midden twee leden af naar de algemene ledenvergadering van Ons Middelbaar Onderwijs. 5.2 Vrijwilligersbeleid Vrijwillige medewerkers vragen een terechte aparte benadering, soms toegespitst op de persoon. Vaak is er behoefte aan duidelijke afspraken, regels en richtlijnen. Een helder vrijwilligersbeleid is daarom heel belangrijk. Hierin staan richtlijnen voor de betaling van vergoedingen, het aansturen van vrijwilligers, verdeling van verantwoordelijkheden, de wijze waarop nieuwe vrijwilligers worden begeleid enzovoorts. Kwadrant Scholengroep hanteert een vrijwilligersovereenkomst die een aantal van deze zaken regelt. 5.3 Sponsoring In het convenant ‘Scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring’ liggen afspraken vast, waarbij de medezeggenschapsraad instemmingbevoegdheid heeft over het aanvaarden van materiële of geldelijke bijdragen indien daarbij verplichtingen worden aangegaan waarmee leerlingen geconfronteerd worden.
6
Bedrijfsvoering
6.1 Bedrijfsvoering is efficiënt en effectief Ons Middelbaar Onderwijs vaardigt duidelijke richtlijnen uit voor de bedrijfsvoering van haar scholen, waarbij de volgende zaken speerpunten van beleid zijn: • Professionele inkoop Facilitaire inkoop vindt hoofdzakelijk op de scholen plaats. Voor inkoopcontracten wordt altijd een professionele aanbestedingsprocedure gevolgd. • Integraal HRM-systeem Voor de uitvoering van strategisch personeelsbeleid is een optimaal functionerend integraal human resources management (HRM) systeem een belangrijk instrument. In een degelijk systeem is alle relevante medewerkerinformatie ondergebracht en met elkaar gekoppeld. De overgang naar een nieuw personeelsinformatiesysteem van RAET vond in 2009 plaats. Aan dit systeem worden modules op het gebied van onder andere verzuim en medewerkerontwikkeling gekoppeld. • Digitaliseren inkoopfacturen Jaarlijks worden er binnen OMO circa 100.000 inkoopfacturen verwerkt. Door middel van digitalisering wordt het proces hier omheen efficiënter vormgegeven. • Managementinformatie De afgelopen jaren is de vraag naar managementinformatie sterk toegenomen. Om aan deze vraag te voldoen wordt aangehaakt bij Vensters voor Verantwoording. De interne behoefte naar managementinformatie is echter groter dan VvV reikt. Met verschillende werkgroepen worden oplossingen gevonden voor vraagstellingen. • Begroting
Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 34 van 39
•
Aan de hand van formats wordt de begroting opgesteld. Voor het prognosticeren van de loonkosten is Prolok ter beschikking gesteld. Overhead De operationele definitie voor overhead binnen OMO luidt: de functies die behoren tot de functiecategorie ‘directie’ plus ‘onderwijsondersteunend personeel dat niet rechtstreeks actief is ten behoeve van primaire proces’ (OOP- overig). In lijn met het project ‘verdere professionalisering administratieve processen’ wordt ingezet op het terugdringen van de overhead.
6.2 Huisvesting: prima toegeruste en gezonde scholen Door reserveringen binnen het MOP verzekeren we ons ervan onze huisvesting op peil te houden. Door te werken met afschrijvingssystematiek komen zaken die vernieuwd of aangepast moeten worden op de investeringslijst. De deelschooldirecteuren leveren jaarlijks hun voorstellen in die bij het bespreken van de conceptbegroting worden gewogen. De inventaris blijft daarmee op hoog peil. Door middel van de arbocatalogus is het arbobeleid erop gericht werkomstandigheden optimaal te houden. Het schoolgebouw van het Hanze College is op het moment van schrijven van het Schoolplan mede onderwerp van bespreking tussen het Hanze College en het ROC West-Brabant over een gemeenschappelijk toekomstperspectief als beroepscollege in Oosterhout. De gebouwen van het Cambreur College in Dongen zijn goed onderhouden maar wel op leeftijd. In het schooljaar 2011 – 2012 zal een verkenning plaatsvinden naar de gewenste huisvesting van het Cambreur College in 2020.
7
Beleidsvoornemens
7.1
Beleidsvoornemens Kwadrant Scholengroep
Actiepunt 1. Schrijven beleidsnotitie versterking katholieke identiteit 2. Schrijven verkenning huisvesting Cambreur College 2020 3. Op orde brengen van de personele en materiële financiële huishouding
Eigenaar Rector
Bestemd voor Gehele scholengroep
Termijn afgerond Eind tweede helft schooljaar 2011 - 2012
Directeur Beheer & Organisatie
Kerndirectie en Raad van Bestuur OMO
Eind tweede helft schooljaar 2011 - 2012
Directeur Beheer & Organisatie en rector
Kerndirectie, gehele Eind tweede helft scholengroep en Raad van schooljaar 2011 - 2012 Bestuur OMO
7.2 Beleidsvoornemens Hanze College Het Hanze College verkeert in een onzekere tijd. De terugloop van het leerlingenaantal op school dwingt de organisatie tot krimp in de “overhead”, tot efficiënter werken, tot het focussen op de kerntaken en tot het met elkaar de schouders onder de school zetten en naar de buitenwacht laten zien, dat er prima onderwijs wordt verzorgd waar kinderen kansen krijgen, goed worden begeleid en in vier jaar tot hun recht komen. Goed onderwijs en goede leerlingenzorg zijn geen aparte zaken en de eerste uitdaging voor het Hanze College is om ondanks de terugloop van het leerlingenaantal, een goede balans tussen onderwijs en leerlingenzorg te blijven waarborgen. Daarnaast zijn er gesprekken gestart met andere besturen om de continuïteit van de beroepsgerichte leerwegen in Oosterhout naar de toekomst te waarborgen. Hoe e.e.a. gaat uitpakken is nog onzeker Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 35 van 39
maar de wens om vmbo-mbo-werk als een meer ononderbroken leerroute vorm te geven, leeft bij schoolbesturen, het personeel van de school, ouders en leerlingen, de gemeente Oosterhout en het bedrijfsleven. Daar ligt ook de gemeenschappelijke ambitie om te werken aan een grotere instroom van leerlingen in deze leerroutes. Het Hanze College zal in de periode 2012 – 2016 verder ontwikkelen op verschillende terreinen. Onder welk bestuur en in welke samenstelling is onzeker. Het Hanze College streeft een ongedeeld vmbo-aanbod voor leerlingen na. Voor leerlingen is het belangrijk om binnen de muren van één school in een tweejarige onderbouw/brugklasperiode uit te kunnen vinden welke leerroute het beste aansluit bij hun kwaliteiten, capaciteiten en leerstijlen. Voor leerlingen uit alle leerwegen is het belangrijk zich ook in de praktijk te kunnen oriënteren op een juiste doorstroom naar het mbo. Daarom blijft het leren en oriënteren op de pleinen een belangrijk aandachtpunt.
Overzicht beleidsvoornemens Hanze College 2012 – 2016 Actiepunt 1. Eenduidige didactiek op de pleinen, waarbinnen maatwerk voor leerlingen mogelijk blijft 2. Ontwikkelen geïntegreerd keuzetraject onderbouw (PSO/KWT activiteiten), waardoor leerlingen optimaal voorbereid een (sector)keuze maken van leerjaar 2 naar 3. 3. Meer en optimaler gebruik maken van de digitale ondersteuningsprogramma’s Magister en It’s Learning voor klassenmanagement en leerlingbegeleiding. 4. Docenten vaardiger maken, scholen, in het leggen van contacten met en het voeren van gesprekken met “moeilijke ouders”. 5. Studiewijzers, toetsbeleid en instructiemodellen aan elkaar koppelen in het kader van “de goede les”. 6. De kaart “Onderwijsleerproces” met behulp van KIK vaststellen, auditen, aan verbeterpunten werken. 7. Teamleiders bespreken systematisch met docenten en secties de examenresultaten en stellen programma’s, PTA’s, op basis van de “in het verleden behaalde resultaten” bij.
Eigenaar Kernteamvoorzitters met de docenten
Bestemd voor Kernteams bovenbouw
Termijn afgerond 2016
Zorgbreedtecommissie
Kernteams onderbouw
2013
Managementteam
Mentoren en docenten
2015
Managementteam en docenten
Docenten
2014
Teamleiders met leergebiedvoorzitters
Docenten
2014
Teamleiders met leergebiedvoorzitters
Docenten
2016
Teamleiders, leergebiedvoorzitters/docenten examenklassen.
Docenten
2012-2016
Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 36 van 39
8. Invullen, uitbouwen naar de bovenbouw met differentiatie naar de door hen gekozen vakrichting en evalueren van taal- en rekenbeleid, met extra aandacht voor het niet demotiveren van de leerlingen uit de BBL, die met LWOO (gemiddeld 1,5 jaar leerachterstand op deze gebieden) starten, waarbij we de balans blijven vinden tussen het maximale uit de leerling halen en de leerling niet overvragen. 9. Optimaliseren van de systematische opbouw van de handelingplannen van leerjaar 1 t/m 4, verbeteren van de kwaliteit/inhoud van de plannen en het leerlingvolgsysteem. 10. Vaststellen van het “zorgprofiel” van de school in het kader van Passend Onderwijs, het in kaart brengen van de bijbehorende leervragen, opzetten van scholing voor personeelsleden en het bewaken van de “grenzen aan de zorg”.
Managementteam en zorgbreedtecommissie.
Docenten
2013-2016
Zorgbreedtecommissie en teamleiders
Docenten
2013
Managementteam, zorgbreedtecommissie, personeel
Gehele school
2012-2016
7.3 Beleidsvoornemens Cambreur College Het Cambreur College beseft terdege, dat de kwaliteit van het onderwijs met name afhangt van de kwaliteit van het personeel. Structureel is er daarom aandacht voor de sfeer op school onder collega’s, voor coaching van nieuwe en zittende docenten, voor nascholingsmogelijkheden van ieder personeelslid, voor jaarlijkse functioneringsgesprekken gevolgd door een beoordelingsgesprek en voor een extra beloning bij goed functioneren of extra inzet. Eveneens hecht het Cambreur College veel waarde aan een goede band met ouder(s)/verzorger(s). De school beschouwt hen als een vaste partner in het onderwijsproces en doet dan ook een beroep op ouders bij rapportuitreikingen, klankbordgroepen en activiteiten. Via het leerlingvolgsysteem Magister kunnen ouder(s)/verzorger(s) voortdurend op de hoogte zijn van de prestaties van hun kind(eren). De drempel naar docenten en mentoren is vrij laag. Overige beleidsvoornemens zijn om uitbreiding van TTO te onderzoeken, verdere implementatie van ICT in een geïntegreerd leermiddelenbeleid en verdere uitwerking van het cyclische kwaliteitszorgsysteem. Ook zal het “eigen gezicht” van gebouw B en de mavo-plus-profilering veel van onze aandacht vragen en gaan we een efficiëntere benutting van onze gebouwen onderzoeken.
Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 37 van 39
Overzicht beleidsvoornemens 2012 – 2016 Actiepunt 1. Werken met een kleinere directie en een beperkter gefaciliteerd MT 2. Zuinig zijn op vergadertijd 3. Verdere implementatie LWOO 4. Uitbouwen mavo
plus
5. Verdere implementatie van TTOvwo 6. Mogelijke invoering van TTO-havo 7. Optimalisering ICTmogelijkheden 8. Schrijven beleidsnotitie systematische kwaliteitszorg en verdere implementatie 9. Professionalisering personeelsleden, waaronder academisering en stimulering promotie 10. Eigen gezicht gebouw B creëren 11. Schrijven beleidsnotitie meer- en hoogbegaafde leerlingen 12. Schrijven beleidsnotitie excelleren op álle niveaus 13. Integreren hacoonderdelen in reguliere lessen 14. Uitbreiden en verdiepen naschoolse sportieve activiteiten
Eigenaar Directie en MT
Bestemd voor Directie en MT
Termijn afgerond 2016
Directie en MT
Alle teamleden
2016
Ad van der Ven, Margot Weijers, René Hermans, Liesbeth Romme Ad van der Ven, Eric Jolie, Theo Halin
Ouders, leerlingen en betrokken teamleden
2014
Mavo-leerlingen, ouders en betreffende teamleden Vwo-afdeling, zowel leerlingen, teamleden en ouders
2014
Helga van der Weele, Cindy Schade, Ton Sprangers en beleidsteam TTO Helga van der Weele en beleidsteam TTO
2013
Havo-afdeling, zowel leerlingen, teamleden en ouders Alle teamleden en alle leerlingen Kerndirectie, deelschooldirectie en alle teamleden
Mogelijke start 2012
Directie en MT, coaches
Kerndirectie, deelschooldirectie en alle (nieuwe) teamleden
Eind tweede helft schooljaar 2015 - 2016
Ad van der Ven, René Hermans, Liesbeth Romme Teamleider onderbouw vwo Cambreur College
Teamleden, leerlingen en ouders van B
2014
Directie en teamleden vwo
Eind eerste helft schooljaar 2011 - 2012
Deelschooldirectie
Directie, teamleden, ouders en leerlingen
Eind eerste helft schooljaar 2013 - 2014
Teamleider bovenbouw havo in samenwerking met teamleider onderbouw havo Sectie LO, Directie
Directie en team havo
Eind tweede helft schooljaar 2013 - 2014
Alle leerlingen
2016
Ad van der Ven Directie en MT
Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
2016 Eind eerste helft schooljaar 2011 - 2012
Pagina 38 van 39
Bijlage WET OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS (WVO) Tekst zoals deze geldt op 17 juli 2009
Artikel 24. Schoolplan 1. Het schoolplan bevat een beschrijving van het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs dat binnen de school wordt gevoerd, en omvat in elk geval het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Het schoolplan omvat mede het beleid ten aanzien van de aanvaarding van materiële bijdragen of geldelijke bijdragen, niet zijnde ouderbijdragen of op de onderwijswetgeving gebaseerde bijdragen, indien het bevoegd gezag daarbij verplichtingen op zich neemt waarmee de leerlingen binnen de schooltijden en tijdens de activiteiten die worden georganiseerd onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, alsmede tijdens het overblijven, zullen worden geconfronteerd. Het schoolplan kan op een of meer scholen voor voortgezet onderwijs en een of meer scholen voor ander onderwijs van hetzelfde bevoegd gezag betrekking hebben. 2. Het onderwijskundig beleid omvat in elk geval de uitwerking van de wettelijke opdrachten voor het onderwijs en van de door het bevoegd gezag in het schoolplan opgenomen eigen opdrachten voor het onderwijs in een onderwijsprogramma. Daarbij worden tevens betrokken de voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften en voor leerlingen voor wie een leerlinggebonden budget beschikbaar is. 3. Het personeelsbeleid, voor zover dat in het schoolplan tot uitdrukking wordt gebracht, omvat in elk geval maatregelen met betrekking tot het personeel die bijdragen aan de ontwikkeling en de uitvoering van het onderwijskundig beleid alsmede het document inzake evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de schoolleiding, bedoeld in artikel 32d van de wet. 4. Het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs omvat in elk geval: a. de wijze waarop het bevoegd gezag bewaakt dat die kwaliteit wordt gerealiseerd, b. de wijze waarop het bevoegd gezag vaststelt welke maatregelen ter verbetering van de kwaliteit nodig zijn, en c. maatregelen en instrumenten om te waarborgen dat het personeel zijn bekwaamheid onderhoudt. 5. Onze Minister kan scholen voor voorbereidend beroepsonderwijs of afdelingen daarvan aanwijzen, waarvan de schoolplannen met zijn toestemming mogen afwijken van de in dit artikel gestelde eisen.
Schoolplan 2012 – 2016 vastgesteld in kerndirectie op 23/01/2012
Pagina 39 van 39