Deel 1:
Missie en visie
De missie van Autopia werd bepaald bij de oprichting van de vzw eind 2003. Ze bleef onveranderd en stond niet ter discussie tot eind 2012. Vanaf dan werd actief gewerkt aan een verbreding van de missie (zie verder bij de situatieschets/ profiel Autopia). Hieronder worden de missie en visie weergegeven als resultaat van een intern proces maar tevens als resultaat van gesprekken met diverse externe stakeholders (autodeelorganisaties, andere deelinitiatieven en mobiliteitsorganisaties). De grootste uitdaging was het verzoenen van de ontstaansreden van de vzw (ondersteuning en promotie particulier autodelen) met de nieuwe, uitgebreide ambitie om alle vormen van autodelen te ondersteunen en te vertegenwoordigen. Een belangrijk element binnen de visie was het opstellen van een aantal basisprincipes waaraan duurzaam autodelen en duurzame autodeelorganisaties zouden moeten voldoen. Deze principes vormen het sluitstuk van een basischarter dat autodeelorganisaties die lid worden van het Vlaams Netwerk Autodelen onderschrijven.
1.
Missie
De vereniging heeft als doel duurzame, mens- en milieuvriendelijke mobiliteit te bevorderen voor iedereen, meer specifiek via het autodelen. De vereniging zal hiertoe onder meer volgende activiteiten ontplooien:
Informeren van overheden, media, bedrijven, organisaties en particulieren over autodelen
Promoten van autodelen als onderdeel van duurzame mobiliteit.
Samenbrengen
van
standpuntvorming,
alle het
autodeelinitiatieven opzetten
van
een
met
als
(lerend)
doel netwerk
gemeenschappelijke en
gezamenlijke
promotiecampagnes.
Optreden als spreekbuis en belangenbehartiger van het autodelen.
Uitbouwen van een kenniscentrum rond autodelen.
Opvolgen en aanbieden van technologische en juridische evoluties in belang van autodelen.
Ondersteunen
van
kandidaat-autodelers,
particuliere
autodeelgroepen
en
autodeelorganisaties (via administratieve, praktische en juridische ondersteuning).
Het bevorderen van samenwerking tussen bovenstaande groepen en organisaties.
Het opzetten en/of mee ondersteunen van innovatieve vormen van autodelen die het concept toegankelijk maken voor niet traditionele doelgroepen.
Onder autodelen verstaan wij een systeem waarbij meerdere personen beurtelings gebruik maken van één of meerdere auto’s. Autodelen is particulier wanneer het geen winstoogmerk heeft en als het gaat over gesloten groepen met een grote mate van zelforganisatie (gebruikers beheren de deelauto(‘s) mee.)
2.
Visie
2.1
Inleiding
Onze maatschappij kent de laatste decennia een nooit geziene mobiliteitsexplosie. Het aantal verplaatsingen, de afstanden die we afleggen en het aantal voertuigen op de baan blijft toenemen. De prognoses voorspellen niet onmiddellijk een grote verandering. Geluidshinder, luchtvervuiling, inname van open ruimte, files en talrijke andere problemen die zwaar doorwegen op het leefmilieu zijn het gevolg hiervan. De uitdagingen vertalen zich op economisch, ecologisch en sociaal vlak. Zo verliest de gemiddelde Belgische automobilist 55 uur per jaar in de file en zorgen de verkeersemissies voor een slechte luchtkwaliteit en stijgende druk op het milieu. Daarnaast beschikt 10 procent van de Vlamingen niet over basisbereikbaarheid, d.w.z. toegang tot mobiliteit of beschikbaarheid van openbaar vervoer. Hier is het goede nieuws! Om autogebruik te reduceren hoef je je niet noodzakelijk te verzetten tegen de auto, maar is het beter een goed alternatief aan te bieden. De auto als alternatief voor de auto heeft dan alle voordelen in zich die ook aan automobiliteit gekoppeld zijn. Autodelen als rechtstreeks antwoord op het individueel autobezit. Bij autodelen maken meerdere personen om beurt gebruik van één (of meer) wagen(s). Autodelen gaat uit van een eenvoudig principe: de wagen wordt gebruikt wanneer hij nodig is. Wanneer de wagen niet nodig is kan deze door een andere persoon gebruikt worden. Autodelen biedt grote milieu -, sociale en economische voordelen. Het vermindert het aantal auto’s, het aantal files, de CO2 uitstoot, de parkeerdruk en de individuele kost voor het gebruik van een wagen. Autodelen is een duurzaam en flexibel alternatief voor het bezit van een wagen. Autodelen is een belangrijke schakel tussen privébezit en openbaar vervoer. Autodelen is geen concurrent van openbaar vervoer, integendeel, autodelen neemt een bijzondere plaats in, in het Vlaamse STOP-principe. Het concept zit tussen de O en de P. De personenwagen wordt gebruikt door meerdere gezinnen en sluit nauw aan bij het openbaar vervoer”. Autodelen is een eerste stap naar een duurzamer verplaatsingsgedrag en doet de negatieve invloed van het individueel wagenbezit en –gebruik op het leefmilieu verminderen. Een gedeelde auto vervangt 4 tot 10 privéwagens1. Autodelen is dus intrinsiek milieuvriendelijker: enerzijds doordat er minder auto’s moeten geproduceerd worden, anderzijds doordat er minder (openbare) ruimte wordt ingenomen. Kortom, autodelen speelt in op enkele belangrijke sociale, financiële en ecologische aspecten. Autodelen is een instrument tot basisbereikbaarheid en is goed voor mens, portemonnee en milieu
1
Diverse studies bij Cambio, Autopia en buitenlandse organisaties
(Bron: Taxistop)
2.2
Vlaams netwerk autodelen
Duurzame autodeelorganisaties hebben een aantal gezamenlijke kenmerken, zoals de doelstelling om het autobezit en - gebruik te verminderen, het beter benutten van de schaarse ruimte en het bieden van een alternatief voor autobezit. Autodeelorganisaties hebben ook veel gemeenschappelijke belangen zoals een constante promotie, aangepaste verzekeringssystemen, een faciliterend en eenduidig parkeerbeleid en degelijke, moderne technologische oplossingen voor het beheren van de wagen(s). Om de ecologische-, sociale en economische voordelen van autodelen te maximaliseren werd een netwerk autodelen opgericht. De netwerkfunctie heeft als doel de belangen te bundelen van de particuliere autodeelgroepen en autodeelorganisaties, ze te vertegenwoordigen tegenover (lokale) overheden en de uitbouw van het algemeen concept autodelen.
2.3
Vormen van autodelen
Bij autodelen wordt een wagen(park) opengesteld aan (alle) leden met minimaal een rijbewijs B in een bepaalde regio. Leden kunnen de deelwagens in principe 24u, 7 dagen op 7 gebruiken. Er is geen sprake van een contract telkens wanneer een deelwagen gebruikt wordt. Voor het gebruik van een deelwagen betalen de leden een all-in kilometerprijs (brandstof, onderhoud, verzekering, enz…), een prijs per gebruiksuur, een periodiek lidgeld of een combinatie van voorgaande zaken. De gehanteerde prijzenpolitiek is in verhouding tot het gebruik en vormt een volwaardig alternatief voor het bezit van een wagen. Autodelen kan door particulieren onderling geregeld worden of georganiseerd worden door autodeelaanbieders.
2.3.1 Particulier autodelen Bij particulier autodelen wordt het gebruik van één of meerdere private wagens geoptimaliseerd. Autodelen is particulier wanneer het geen winstoogmerk heeft en als het gaat over gesloten groepen met een grote mate van zelforganisatie (gebruikers beheren de deelauto(‘s) mee.). Er zijn twee systemen: gedeelde eigendom en gedeeld gebruik. De (mede-)eigenaar(s) van de wagen(s) stelt (stellen) hun wagen(s) contractueel ter beschikking aan een vooraf bepaalde groep van personen die in ruil hun deel van de kosten betalen aan de (mede-) eigenaar(s) van de wagen(s). Een particuliere autodeelgroep kan ook verschillende wagens delen. Voor elke gedeelde wagen die ter beschikking wordt gesteld van de groep moeten er tenminste 2 leden zijn. Als “lid” van een autodeelgroep wordt aanzien één of meerdere natuurlijke- of rechtspersonen die niet gedomicilieerd zijn op hetzelfde adres. Personen kunnen lid zijn van meerdere autodeelgroepen.
2.3.2 Autodelen door autodeelaanbieders 2.3.2.1 Autodeelaanbieders met eigen vloot Bij autodelen door autodeelaanbieders stelt een organisatie een wagenpark ter beschikking van haar abonnees. De abonnees zijn dus in principe geen eigenaar van de wagens. Eén zelfde voertuig wordt door verschillende gebruikers na elkaar gebruikt. De gebruiker betaalt aan de organisatie voor het gebruik van de wagen. De wagens staan verspreid over verschillende standplaatsen in de onmiddellijke omgeving van de gebruikers. De wagens zijn op elk moment toegankelijk voor de gebruikers, indien ze niet gereserveerd zijn door iemand anders. Ze kunnen voor zowel korte als lange periodes worden gebruikt. De gebruiker tekent een contract met de organisatie. De kosten worden voornamelijk bepaald door het gebruik (tijd en kilometers) van de wagens. 2.3.2.2 Autodeelaanbieders zonder eigen vloot Autodelen georganiseerd door een centrale aanbieder maar zonder eigen vloot, wordt in de praktijk peer-to-peer autodelen genoemd. Het is een mengvorm van enerzijds particulier autodelen en anderzijds het systeem van autodeelaanbieders. Autobezitters kunnen hun voertuig inbrengen in een autodeelsysteem en dat door anderen laten gebruiken tegen een vooraf afgesproken kostprijs (kilometerprijs en/of uurprijs). Een rechtspersoon fungeert als tussenpersoon tussen autobezitters en –gebruikers, geeft een vergoeding aan de autobezitter bij gebruik van zijn of haar wagen door een lid van het autodeelsysteem, biedt een reservatiesysteem aan en zorgt voor een correcte juridische en verzekeringstechnische omkadering.
2.3.3 “Station based” versus “one way” of “free floating” autodelen Zo wat alle vormen van autodelen hebben het principe dat de deelwagen moet afgehaald en teruggebracht worden op dezelfde standplaats. Dit is wat we traditioneel of stationbased autodelen noemen. Er komen echter steeds meer manieren van autodelen op de internationale markt. Autoconstructeurs en – dealers zijn ook op de hoogte van de stijgende vraag naar het gebruik van auto’s in plaats van het bezitten er van. Onder impuls van de steeds grotere mogelijkheden van mobiele technologie en van enkele grote merken zoals Mercedes (car2go), Audi (Bolides) en BMW (drive now) wordt geëxperimenteerd met een nieuwe opvatting. De deelwagen mag binnen een bepaalde perimeter overal achter gelaten worden. Dit is het zogenaamde “one way” of “free floating” autodelen.
2.4.
Basisprincipes van duurzaam autodelen
Duurzaam autodelen biedt in de eerste plaats oplossingen voor korte termijn gebruik en het afleggen van kortere afstanden als aanvulling op het gebruik van openbaar vervoer, stappen, trappen, taxigebruik en carpoolen. Duurzame autodeelorganisaties helpen leden om minder met de wagen te rijden, bewuster om te gaan met automobiliteit en vaker te kiezen voor duurzame vervoersalternatieven.
Duurzame autodeelorganisaties vertrekken in hun missie, visie en waarden vanuit de maatschappelijke nood aan een verminderd autobezit, het verlagen van het aantal gereden autokilometers, het beter benutten van schaarse ruimte in steden en gemeenten en de mogelijkheid voor het gebruiken van wagens op een financieel interessante manier (= het aanbieden van een zekere basismobiliteit, ook voor zij die geen eigen wagen kunnen financieren). Bovendien zetten zij de bevolking aan om meer gebruik te maken van de zachtere vervoersalternatieven volgens het stop-principe (eerst stappen en trappen, dan openbaar vervoer en tenslotte het gebruik van een wagen). Autopia schrijft een aantal basisprincipes toe aan duurzaam autodelen. Ze zijn verwerkt in een basischarter. Leden van het Vlaams Netwerk Autodelen ondertekenen dit charter, onderschrijven de definitie van autodelen en onderkennen dat: 1. Autodeelorganisaties commerciële -, non-profit of coöperatieve organisaties kunnen zijn. Het gemeenschappelijke doel is de uitbouw van autodelen en de daaruit voortkomende duurzame mobiliteit. 2. Autodelen een element is in de mobiliteitsketen. Het hoofddoel is het verminderen van het autogebruik ten voordele van het openbaar vervoer, trappen, stappen, taxigebruik of carpoolen. Meer nog, autodeelorganisaties moedigen het gebruik van deze vormen van mobiliteit aan als een volwaardig sociaal en milieuvriendelijke alternatief voor het bezitten van een eigen wagen. 3. Autodelen is een flexibel systeem: door de permanente beschikbaarheid, standplaatsen in de nabijheid van de gebruiker en de mogelijkheid om voor korte periodes te reserveren, is het een valabel alternatief voor autobezit. 4. Autodeelorganisaties de grootste impact hebben als ze voor hun dienstverlening samenwerken met lokale overheden, buurten, openbaarvervoersmaatschappijen en andere partners werkzaam op vlak van mobiliteit (inclusief andere autodeelorganisaties) met als doel het maximaliseren van vervoersalternatieven zodat het interessanter wordt om geen eigen wagen te bezitten. 5. Het in het collectief belang van autodelen is dat Autodeelorganisaties hun data delen op vlak van gebruik, ledenaantal en impact op het individueel autobezit en dat ze actief samenwerken met lokale overheden en onderzoeksinstanties om de kennis te verhogen op vlak van duurzame mobiliteit en het verbeteren van het beleid hiervoor. 6. Autodelen een nuttige bijdrage kan leveren aan het doordacht gebruik van de schaarse (parkeer)ruimte. 7. Autodeelaanbieders de morele plicht hebben om de algemene groei van het concept autodelen te ondersteunen en ervoor te zorgen dat het autodeelaanbod structureel blijft bestaan. 8. Autodeelaanbieders de morele plicht hebben om te werken binnen een gezond financieel kader zodat het systeem op lange termijn blijft bestaan.
9. Alle Autodeelaanbieders de verplichting en verantwoordelijkheid hebben om te werken met hoge kwaliteitsstandaarden en als sociaal verantwoorde organisaties.
2.5
We have a dream
Autopia heeft eigenlijk een zeer eenvoudige en duidelijke ambitie. De organisatie droomt van een maatschappij anno 2050 waarin individueel autobezit zo goed als verdwenen is, waarin iedereen mobiel is en waarin iedereen die al eens een auto nodig heeft er één kan gebruiken (of zich kan laten oppikken door de elektrische, zelfrijdende auto). Ze droomt van buurten met veel ruimte, schone lucht en een grote verbondenheid. Autodelen zal één van de deeloplossingen blijken doordat het inspeelt op een scala van beleidsterreinen zoals milieu, mobiliteit, sociale cohesie, leefbaarheid van buurten, inclusie, toegankelijkheid,…).
Cambio en Dégage waren de eersten die de visie van Autopia mee onderschreven. Van links naar rechts Gerbrand Nootens (voorzitter Dégage), Martijn Van Groningen (voorzitter Autopia) en Geert Gisquière (directeur Cambio Vlaanderen)