gemeente Eindhoven KENNISGEVING
Van 5 mei 2011 tot en met 15 juni 2011 liggen op het Inwonersplein (Stadskantoor), voor adressen en openingstijden zie colofon, voor iedereen ter inzage het ontwerpbesluit dat hoort bij het plan: Zaaknummer, Adres/Omschrijving 10/0598, Tramstraat 6, 8 en 10, verbouwen kantoorruimte met bovenwoning Burgemeester en wethouders hebben het voornemen ontheffing te verlenen ten behoeve van dit plan met toepassing van artikel 2.12 lid 1 van de WABO. Daarnaast is het ontwerpbesluit met de ruimtelijke onderbouwing digitaal te raadplegen op de website www.ruimtelijkeplannen.nl via de directe link http://ruimtelijkeplannen.nl/web-roo/?planidn=NL.IMRO.0772.OV100598-0201 De bronbestanden zijn beschikbaar via: www.eindhoven.nl/ruimtelijkeplannen/plannen/NL.IMRO.0772.OV100598/NL.IMRO.0772.OV100598-0201/
Heeft u belang bij deze beslissing? Dan kunt u binnen genoemde termijn tegen dit voornemen zienswijzen inbrengen. Uw schriftelijke zienswijzen kunt u richten aan het hoofd van de sector Vergunningen, Toezicht & Handhaving, Postbus 90150,5600 RB Eindhoven.
Postadres Postbus 90150 Bezoekadres Kennedyplein 200
5600 RB Eindhoven
Postcode 5611 ZT Eindhoven
[email protected]
www.eindhoven.nl
14 040
Zaaknummer: 10/0598
ONTWERP - OMGEVINGSVERGUNNING Tramstraat 6,8 en 10 Zaaknummer 10/0598 Bag-document 1069689 4 2
1
T TRAMSTRAA
1
DE REMISE 2A
2B
2C
2
4
6
8
10
3
5A
5
5B
7
7A
12 7B 9 14
9A
9B
Zaaknummer: 10/0598
ONTWERP - OMGEVINGSVERGUNNING
Wij, burgemeester en wethouders, hebben op 1 december 2010 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het project verbouwen kantoorruimte met bovenwoning. De aanvraag gaat over locatie Tramstraat 6,8 en 10 kadastraal bekend gemeente Eindhoven, sectie C, nummer 1737 en 17665. De aanvraag is geregistreerd onder het zaaknummer 10/0598 . Het project bestaat uit de volgende activiteiten als bedoeld in de Wabo: • Bouwen • Planologisch gebruik Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig artikel 3.7 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. De aanvraag is getoetst aan het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriele regeling omgevingsrecht. De beoordeling van de aanvraag heeft plaatsgevonden op basis van artikel 2.10 tot en met 2.21 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Gebleken is dat uw aanvraag voldoet. Besluit Wij besluiten de omgevingsvergunning te verlenen voor het aangevraagde project, gelet op artikel 2.1, 2.2 en 2.10 van de Wabo. Tevens verbinden wij aan deze vergunning voorschriften. Dit zijn de voorwaarden waar u aan moet voldoen bij de uitvoering van uw project. Deze staan elders in dit besluit vermeld. Overwegingen De onderliggende overwegingen waarom wij tot verlening van de omgevingsvergunning over gaan vindt u eveneens per onderdeel verder op in dit besluit.
Zaaknummer: 10/0598
Samenhang De omgevingsvergunning wordt verleend onder de vaststelling dat de stukken die zijn voorzien van een stempel (gewaarmerkte documenten) en de bijlagen deel uitmaken van deze vergunning.
Hoogachtend, namens burgemeester en wethouders van Eindhoven,
mw B. Kerssemakers hoofd
Zaaknummer: 10/0598
Onderdelen
1 2 3 4
Bouwen Planologisch gebruik Overzicht bij besluit behorende documenten Overzicht kosten omgevingsvergunning
De bovenstaande onderdelen horen bij en maken deel uit van de omgevingsvergunning.
Zaaknummer: 10/0598
1
Bouwen
Voorschriften De volgende voorschriften zijn van toepassing: Bouwbesluit algemeen Toepassen van nieuwbouwvoorschriften U bouwt overeenkomstig de nieuwbouwvoorschriften van het Bouwbesluit. Brandveiligheid De hoofddraagconstructie dient een brandwerendheid met betrekking tot bezwijken te bezitten van 90 minuten. Indien de permanente vuurbelasting van het bouwwerk niet groter is dan 500 MJ/m2 dan mag deze waarde worden verminderd met 30 minuten. (artikel 2.9 en NEN 6702 en NEN 6090) De draagconstructie moet zodanig zijn uitgevoerd dat bij brand in één van de brandcompar¬ti¬menten de draagconstructie en de brandmuren van een aangrenzend brandcomparti¬ment blijft staan. De constructieve oplossing moet aan de dienst Stedelijke Ontwikkeling en Beheer, sector Vergunningen, Toezicht en Handhaving ter goedkeuring worden aangeboden. Noot: Dit is van toepassing op de kantoorfunctie. Materialen toegepast aan de binnenzijde van een schacht, een koker of een kanaal met een inwendige doorsnede groter dan 0,015 m2 (Ø 140 mm) en grenzend aan meer dan een brandcompartiment moet onbrandbaar zijn over een dikte van ten minste 0,01 m gemeten loodrecht op de binnenzijde. Dit geldt niet indien de schacht, de koker of het kanaal ligt in en uitsluitend is bestemd voor een of meer boven elkaar gelegen toiletruimten of badruimten. (artikel 2.83 en NEN 6064) Een constructie-onderdeel, niet zijnde een deur, raam, kozijn of daarmee gelijk te stellen constructie-onderdeel heeft aan een zijde die niet grenst aan de buitenlucht, een volgens NEN 6065 bepaalde bijdrage brandvoortplanting, die voldoet aan de klasse die voor die zijde is aangegeven in tabel 2.91. (artikel 2.92) Constructie-onderdelen in de buitengevel van een bouwwerk waarvan de hoogste vloer verblijfsgebied hoger is gelegen dan 5 m boven meetniveau moeten tot een hoogte van 2,5 m voldoen aan klasse 1. (artikel 2.93 en NEN 6065) Geldt niet voor een deur, raam, kozijn of een ander aan een deur, raam of kozijn gelijk te stellen constructie-onderdeel. Noot: Dit is van toepassing op de kantoorfunctie. U dient dit aan te tonen.
Zaaknummer: 10/0598
De bovenzijde van een vloer, een hellingbaan of een trap moet voldoen aan de klasse die is aangegeven in tabel 2.91. (artikel 2.94 en NEN 1775) Een stookruimte met een nominale waarde groter dan 130 kW, dient te worden uitgevoerd als brandcompartiment. (artikel 2.105) De constructie-onderdelen grenzend aan de binnenlucht hebben een rookdichtheid van ten hoogste 10 m-1 bepaald volgens NEN 6066. (artikel 2.126) Het hoogteverschil tussen de vloer van een verblijfsgebied en een vloer ter plaatse van een toegang waarop het verblijfsgebied is aangewezen, van het rookcompartiment waarin het verblijfsgebied ligt, mag niet hoger zijn dan 4 m. (artikel 2.136) Noot: Op de 3e verdieping van de kantoorfunctie dient de trap een wrtd te hebben van 30 minuten. (zie tekening dit is met rood aangegeven) Een rookvrije vluchtroute leidt naar het aansluitende terrein en vandaar naar de openbare weg zonder dat deuren worden gepasseerd die met een sleutel moeten worden geopend. (artikel 2.154) De op tekening met P aangegeven deuren dienen te zijn voorzien van een origineel paniekslot. Indien het bovengenoemd slot met inbraakwerende voorzieningen wordt uitgevoerd dient u contact op te nemen met de afdeling Preventie van de Veiligheidsregio Brabant Zuidoost. De loopafstand tussen een meterruimte en de toegang van een woonfunctie is ten hoogste 3m, indien die afstand wordt afgelegd door een niet-gemeenschappelijke ruimte. (artikel 2.185) Noot: De meterruimte wordt niet op tekening aangegeven. De gebruiksfunctie moet worden voorzien van een brandmeldinstallatie met nietautomatische bewaking (handbrandmelders), uitgevoerd conform NEN 2535. Tevens dient een Programma van Eisen te worden opgesteld. Dit dient ter goedkeuring te worden aangeboden aan de afdeling Preventie Eindhoven van de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost. Tevens dient het beheer, de controle en het onderhoud van de brandmeldinstallatie te voldoen aan de NEN 2654-1:2002. (Gebruiksbesluit artikel 2.2.1) Noot: Dit is van toepassing op de kantoorfunctie. Een gebruiksfunctie met een brandmeldinstallatie als bedoeld in artikel 2.2.1, eerste lid, heeft een ontruimingsalarminstallatie type B die voldoet aan NEN 2575: 2004 en aan een
Zaaknummer: 10/0598
door burgemeester en wethouders goedgekeurd Programma van Eisen als bedoeld in deze norm. Het beheer, de controle en het onderhoud van een ontruimingsalarminstallatie als bedoeld in het eerste tot en met derde lid voldoet aan NEN 2654-2: 2004. (Gebruiksbesluit artikel 2.3.6 lid 1 en 4) Bouwverordening Scheiding bouwafval U zorgt voor scheiding van het bouwafval. Daarbij houdt u rekening met een scheiding tussen: - gevaarlijke afvalstoffen, als bedoeld in het besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen (BAGA; Stb. 1993, 617); - steenwol, mits dit meer dan 1 mł per bouwplaats bedraagt; - glaswol, mits dit meer dan 3 mł per bouwplaats bedraagt; - overig afval. Afvoer bouwafval Als het overige afval bestaat uit meer dan één afvalstof voert u dit dan af naar een sorteerinrichting die bevoegd is deze afvalstoffen ongesorteerd te ontvangen. Overig afval dat uit één afvalstof bestaat, evenals de andere fracties, wordt het afgevoerd naar een bewerkingsinrichting of verwerkingsinrichting, dan wel een inzamelaar die bevoegd is deze afvalstoffen te ontvangen. Als de totale hoeveelheid bouwafval minder bedraagt dan 10 mł mag degene die bedrijfsmatig bouwwerkzaamheden verricht dit bouwafval meenemen naar zijn bedrijf voor tijdelijke opslag. Overwegingen Bij het nemen van het besluit hebben wij overwogen, dat de aanvraag om een omgevingsvergunning getoetst is aan de Bouwverordening, het Bouwbesluit, het ter plaatse geldende bestemmingsplan en redelijk te stellen eisen van welstand; De aanvraag is voorgelegd aan de commissie ruimtelijke kwaliteit. De aanvraag is in de commissie ruimtelijk kwaliteit aan de orde gesteld en positief beoordeeld. De aanvraag is getoetst aan het geldende bestemmingsplan “Eindhoven binnen de Ring”. Het bouwplan is in strijd met artikel 23.1 van het vigerende bestemmingsplan omdat er een bouwverbod geldt totdat er een uitwerkingsplan in werking is getreden. Vanwege deze strijdigheid betreft het bouwplan een planologische gebruiksactiviteit en hebben we deze aanvraag om omgevingsvergunning bouwen tevens aangemerkt als aanvraag om omgevingsvergunning planologisch gebruik.
Zaaknummer: 10/0598
2
Planologische gebruik
Bestemmingsplan De aanvraag is getoetst aan het geldende bestemmingsplan “Eindhoven binnen de Ring”. Het bouwplan is in strijd met artikel 23.1 van het vigerende bestemmingsplan omdat er een bouwverbod geldt totdat er een uitwerkingsplan in werking is getreden. In afwijking hiervan is krachtens het bepaalde in artikel 23.3.3 lid a en b van de planregels een verbouwing zonder uitbreiding van vloeroppervlak toelaatbaar indien er geen sprake is van een functiewijziging of van een functiewijziging die niet strijdig is met de voorschriften. Bovendien verbiedt het bestemmingsplan in artikel 25.3 de functiewijziging van wonen naar kantoorfunctie. Gelet hierop is de functiewijziging van de parterre van het perceel Tramstraat 6 van woonruimte naar kantoor en de uitbreiding hiervan aan de achterzijde in strijd met bovengenoemd bestemmingsplan. Op grond van artikel 2.12 lid 1 onder a sub 3° Wabo kunnen wij vergunning verlenen voor het gebruik in afwijking van het bestemmingsplan en meewerken aan dit bouwplan, indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Gelet op de bijgaande ruimtelijke onderbouwing zijn wij van oordeel, dat dit plan hieraan voldoet. Wettelijke voorschriften Verklaring van geen bedenkingen Bij het verlenen van een omgevingsvergunning waarbij de activiteit "afwijken van het bestemmingsplan" betrokken is en welke alleen verleend kan worden op grond van artikel 2.12 lid 1 onder a sub 3° Wabo, dient voorafgaand aan de vergunningverlening de gemeenteraad in beginsel een verklaring van geen bedenkingen te verstrekken ( artikel 2.27 van de Wabo juncto artikel 6.5 van het Besluit omgevingsrecht ( BOR). Hiervan kan worden afgezien indien het gaat om een door de gemeenteraad aangewezen categorie van gevallen. Het gaat in dit geval om twee onderscheiden (bouw-)activiteiten: de wijziging van het gebruik van de parterre van het pand Tramstraat 6 van een woonfunctie naar een kantoorfunctie en daarmee samenhangende inpandige bouwactiviteiten enerzijds en de uitbreiding van het kantoor anderzijds.
Zaaknummer: 10/0598
De gemeenteraad heeft in lid h als categorie aangewezen: het wijzigen van het gebruik van bestaande opstallen tot een maximum van 1500 m². Aangezien het begrip gebruik hierbij aansluit op het begrip gebruik als bedoeld in artikel 2.1 lid c van de Wabo, geldt dit ook voor hiermee inpandige samenhangende bouwwerkzaamheden. In lid c van dit besluit van de gemeenteraad is tevens aangewezen het uitbreiden van een gebouw ten behoeve van een kantoorfunctie tot maximaal 2500 m². Gelet op bovengenoemd besluit van de gemeenteraad is derhalve overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.5, derde lid van het Besluit omgevingsrecht voor dit geval geen verklaring van geen bedenkingen van de Gemeenteraad vereist. Overleg In artikel 6:18 Wabo is gesteld, dat het bepaalde in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening van overeenkomstige toepassing is. Gelet op het feit dat met de aangevraagde wijziging noch rijks- noch provinciale belangen betrokken zijn, is voorafgaand overleg niet noodzakelijk. Datzelfde geldt voor het overleg met het Waterschap. Inpandige wijzigingen hebben geen effect op de waterhuishouding en de uitbreiding hier is dermate kleinschalig, dat ook deze geen effect heeft op de waterhuishouding. Exploitatieplan Gelet op het bepaalde in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening behoeft er voor de te vergunnen activiteit geen exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening te worden vastgesteld.
3
Overzicht bij besluit behorende documenten
Tekeningen De volgende tekeningen maken onderdeel uit van deze omgevingsvergunning: tekening bladnummer B01 “Bestaande toestand” (projectnummer 09111), ingekomen op 1 december 2011 tekening bladnummer B02 “Nieuwe toestand” (projectnummer 09111), ingekomen op 1 december 2011 tekening bladnummer B03 “Brandveiligheid / riolering / ventilatie” (projectnummer 09111), ingekomen op 1 december 2011
Zaaknummer: 10/0598
-
tekening bladnummer B04 “Brandveiligheid / riolering / ventilatie” (projectnummer 09111), ingekomen op 1 december 2011 tekening bladnummer B05 “Brandveiligheid / riolering / ventilatie” (projectnummer 09111), ingekomen op 1 december 2011 tekening bladnummer B06 “Brandveiligheid / riolering / ventilatie” (projectnummer 09111), ingekomen op 1 december 2011 tekening bladnummer B07 “Compartimentering” (projectnummer 09111), ingekomen op 1 december 2011 tekening bladnummer B08 “Compartimentering” (projectnummer 09111), ingekomen op 1 december 2011 tekening bladnummer B09 “Compartimentering” (projectnummer 09111), ingekomen op 1 december 2011 tekening bladnummer B10 “Compartimentering” (projectnummer 09111), ingekomen op 1 december 2011
Andere documenten ruimtelijke onderbouwing
4
Overzicht kosten omgevingsvergunning
Het (ver)bouwen van een bouwwerk - de bouwkosten te bepalen op € 142.800,- (inclusief BTW)
Bijlagen - Kennisgevings leges