03 GBT) 0 0 9 1 8 III 09GEM00918
Beleidsnotitie Lokaal Ouderenbeleid
1. Inleiding Een tweetal documenten is de basis geweest van deze beleidsnotitie. 1. Startnotitie lokaal ouderenbeleid In de startnotitie zijn de doelstellingen van het gemeentelijk ouderenbeleid geformuleerd: • het bevorderen van maatschappelijke participatie van (actieve) senioren en hun deelname deelname aan vrijwillige dienstverlening; • het bevorderen van de zelfstandigheid van ouderen; • het treffen van maatregelen, die voorkomen dat kwetsbare ouderen in een sociaal isolement geraken; • het aanbrengen van samenhang in voorzieningen voor kwetsbare thuisinwonende ouderen; • het bevorderen dat voorzieningen en activiteiten nimmer financieel een belemmering zijn voor gebruik daarvan c.q. deelname daaraan. Om die verschillende beleidsopties te kunnen realiseren is de gemeente sterk afhankelijk van de medewerking van anderen, waarbij de rol van de gemeente vooral gericht dient te zijn op het ontwikkelen van samenwerkingsnetwerken en het regisseren van beleidsontwikkelingen. Het geheel van vragen en behoeften van ouderen vormt het startpunt., hetgeen concreet betekent een nadere vertaling, waarbij uitgegaan is van een vijftal functies: wonen, zorg, inkomen, welzijn/dienstverlening, mobiliteit. Een belangrijke restrictie is het gegeven dat bij bepaalde knelpunten de gemeente geen directe invloed/zeggenschap heeft. Om de knelpunten tussen de vraag van ouderen en het aanbod van voorzieningen te rangschikken, vervullen de Seniorenraad en de Stichting Welzijn Ouderen een belangrijke functie als medevormgever en uitvoerder van het gemeentelijk ouderenbeleid, hetgeen inhoudt dat zij nadrukkelijk betrokken worden bij alle fases van het proces. Met deze uitgangspunten werd unaniem ingestemd door de gemeenteraad op 24 augustus 2000 en is aan de slag gegaan met de basisnota. 2. Basisnota lokaal ouderenbeleid Met de uitgangspunten van de startnotitie als basis hebben naast de Seniorenraad en de Stichting Welzijn Ouderen en diverse organisaties meegewerkt en inhoudelijke bijdragen geleverd aan het tot stand komen van die nota. Achtereenvolgens zijn uitgewerkt: • doelstellingen, ontwikkelingen, doelgroep • bevoegdheden en taken gemeentelijk ouderenbeleid • ontwikkelingen en beleidsaanbevelingen zorg • ontwikkelingen en beleidsaanbevelingen wonen • ontwikkelingen en beleidsaanbevelingen welzijn • ontwikkelingen en beleidsaanbevelingen inkomen • ontwikkelingen en beleidsaanbevelingen mobiliteit • structuur ouderenbeleid • financieel overzicht • samenvatting beleidsaanbevelingen
In deze beleidsnotitie worden de beleidsaanbevelingen uit de basisnota "vertaald" om aan te geven, welke primaire, secundaire en tertiaire verantwoordelijkheid de gemeente heeft, omdat die van beleidsterrein tot beleidsterrein verschillen. Bovendien zijn de beleidsaanbevelingen afgestemd op het bestuurlijk toekomstbeeld.
2. Korte samenvatting wettelijk kader en bevoegdheden en taken gemeentelijk ouderenbeleid. In het kort wordt het wettelijk kader geschetst, alsmede de bevoegdheden en taken van de gemeente. Uitgebreid is hierbij stil gestaan in de basisnota. a. Wettelijk kader. • Welzijnswet 1994. Op grond van deze wet worden welzijnsvoorzieningen door de gemeente gefinancierd, zoals maaltijdvoorziening, persoonsalarmering, sociaal-culturele activiteiten, Stichting Welzijn Ouderen. • Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid(WCPV). Gemeenten zijn verplicht een gezondheidsbeleid te ontwikkelen. De wet is ingevoerd ten behoeve van alle burgers, waarbij de aandacht voor de zorg voor ouderen één van de belangrijkste onderwerpen is. • Wet Voorzieningen Gehandicapten(WVG). De WVG geeft de gemeente taken te voorzien in de verlening van woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelen ten behoeve van gehandicapten. Derhalve niet specifiek voor ouderen. • Algemene Bijstandswet(ABW) Deze wet regelt de rechtsplicht van de overheid voor burgers, die geen middelen van bestaan hebben, alsmede de mogelijkheden van bijzondere bijstand. Derhalve niet specifiek voor ouderen. • Huursubsidiewet Deze wet is van toepassing voor burgers, die huursubsidie kunnen verkrijgen indien de te betalen huur in verhouding tot het inkomen te hoog is. Derhalve niet specifiek voor ouderen. b. Gemeentelijke taken en bevoegdheden • Zorg. De thuiszorg, verzorgingshuiszorg, verpleeghuiszorg en ziekenhuiszorg vallen onder het regime van de AWBZ en daarmee tot de bevoegdheid van de Rijksoverheid en ziektekostenverzekeraars. Gemeente heeft derhalve geen formele bevoegdheden. • Wonen Het volkshuisvestingsbeleid is beperkt tot het opstellen van een woningbouwprogramma, dat de goedkeuring van de provincie behoeft. Sturing is mogelijk via bestemmingsplannen en bouwplannen, terwijl ook de inrichting van de openbare ruimte en het vaststellen van verkeersplannen tot de bevoegdheden van de gemeente behoort. • Welzijn Reeds genoemd zijn de voorzieningen voor ouderen, die gebaseerd zijn op de Welzijnswet en opgenomen zijn in het welzijnsprogramma van de gemeente. • Inkomen Inkomenspolitiek behoort niet tot de mogelijkheden van de gemeente. Wel heeft de gemeente een minimabeleid(uitvoering armoedenota), een sociaal cultureel fonds en een kwijtscheldingsbeleid. Deze tegemoetkomingen zijn echter niet alleen bestemd voor ouderen.
•
Mobiliteit Deze mogelijkheden blijven beperkt tot (aanvullende) voorzieningen in de WVG, de wijken buurtbus. Met uitzondering van de wijkbus 60+ zijn deze voorzieningen niet beperkt tot de ouderen.
Samenvattend: 1. De gemeente heeft ondanks het ontbreken van wettelijke taken de maatschappelijke verantwoordelijkheid om een samenhangend ouderenbeleid tot stand te brengen. De taak van de gemeente is hierbij regisserend, stimulerend en voorwaardenscheppend. 2. De wensen en behoeften van ouderen dienen centraal te staan in de beleidsontwikkeling en uitvoering van het ouderenbeleid. Hieruit volgt een actieve inbreng van ouderen en invloed van ouderen op het gemeentelijk ouderenbeleid. 3. Het aanbieden van zorgvoorzieningen en welzijnsvoorzieningen voor ouderen is primair de verantwoordelijkheid van instanties die werkzaam zijn ten behoeve van ouderen. 4. Het is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van zorgvragers, zorgaanbieders en overheid om vorm en inhoud te geven aan het ouderenbeleid.
3. Spilfunctie gemeente Van de gemeente wordt enerzijds verwacht dat zij een centrale en krachtige speler is op het gebied van het ouderenbeleid, aan de andere kant is haar formele invloed op belangrijke deelgebieden relatief beperkt. Dit ontslaat het gemeentebestuur echter niet van haar maatschappelijke verantwoordelijkheid om een samenhangend ouderenbeleid tot stand te brengen. De gemeentelijke overheid heeft bij gebrek aan wettelijke mogelijkheden voor wat betreft het ouderenbeleid met name een regisserende, stimulerende en voorwaardenscheppende rol. Zo kan de gemeente zorgaanbieders ervan overtuigen dat afstemming voor alle partijen van groot belang is. Veel zorgaanbiedende en zorgvragende organisaties zijn bereid te participeren in netwerken waarin de gemeente een regiefunctie inneemt, zodat op een constructieve manier lacunes en knelpunten kunnen worden weggenomen. Door de beperkte wettelijke mogelijkheden van de gemeentelijke overheid is voor het tot stand komen van een lokaal geïntegreerd ouderenbeleid een actieve inbreng van Seniorenraad, ouderenorganisaties, Stichting Welzijn Ouderen en dorps- en stadsraden van wezenlijk belang.
4. Strategische beleidskeuzen Vanuit de gemeentelijke optiek kunnen de beleidsaanbevelingen onderverdeeld worden in een primaire, secundaire of tertiaire verantwoordelijkheid met de daarbij behorende rol. a. Primair: Onder de primaire verantwoordelijkheid van de gemeente wordt gerekend de maatschappelijke verantwoordelijkheid om een samenhangend ouderenbeleid tot stand te brengen. Het betreft dan invulling te geven aan de regie rol, waarbij overtuiging en afstemming met alle partijen van groot belang is. Ook het zorgdragen voor integraliteit en afstemming bij het fomuleren en/of de uitwerking van plannen op de diverse beleidsterreinen zorg, welzijn, wonen, inkomen en mobiliteit behoort hiertoe. Evenals een goede voorlichting over de inkomensondersteunende voorzieningen en mogelijkheden van kwijtschelding van gemeentelijke heffingen en het stimuleren van initiatieven.
b. Secundair Bij een secundaire verantwoordelijkheid gaat het om voorzieningen, die van belang worden geacht voor de realisatie van het ouderenbeleid, waarbij de gemeente een belangrijke rol speelt, maar waarbij de gemeente niet de primaire verantwoordelijkheid neemt. De primaire verantwoordelijkheid ligt bij burgers en/of (professionele)organisaties, zoals het ontplooien van sociale, educatieve en recreatieve activiteiten, persoonsalarmering, maaltijdvoorziening Tafeltje Dekje en aandacht voor mantelzorg. Van hen wordt verwacht dat zij de behoefte aan secundaire voorzieningen aangeven en deelnemen aan de instandhouding van deze voorzieningen, die een duidelijk maatschappelijk karakter hebben. Het nut en het belang van secundaire voorzieningen staat of valt met degenen die er gebruik van maken. De lokale overheid richt zich vooral op de spreiding en kwaliteit van dergelijke voorzieningen binnen de gemeente, terwijl de gemeente veelal indirect invloed in haar rol als subsidiegever. Tot een secundaire verantwoordelijkheid van de gemeente kan eveneens gerekend de rol van belangenbehartiger bij organisaties over onderwerpen, waar op de diverse beleidsterreinen afstemming noodzakelijk is om tot een samenhangend ouderenbeleid te komen. Eveneens behoort daartoe de participatie van ouderen, zowel bij het formuleren van het beleid, als bij de uitvoering daarvan. c. Tertiair Naast een primaire en secundaire verantwoordelijkheid kan gesproken worden van een tertiaire verantwoordelijkheid. De gemeente speelt hierbij een aanvullende rol op afstand en vervult de functie van belangenbehartiger en/of stimuleert een idee nader uit te werken. De onderscheiding tussen de diverse verantwoordelijkheden is niet altijd scherp te scheiden en wil ook niet zeggen dat de ene verantwoordelijkheid een hogere prioriteit heeft dan de andere. Het kan namelijk voorkomen dat de gemeente gevraagd wordt haar maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen en haar invloed aan te wenden.
5. Beleidsaanbevelingen in relatie tot rol van de gemeente De geformuleerde beleidsaanbevelingen in hoofdstuk 11 van de basisnota zijn nader vertaald naar de mate van de primaire, secundaire en tertiaire verantwoordelijkheid van de gemeente. 1. Primaire verantwoordelijkheid a. Regiefunctie • het intra- en extramuraal zorgoverleg moet uitgroeien tot een daadkrachtig en probleemoplossend overlegplatform(4.7.1) • een onderzoek wordt ingesteld naar de huidige stand van zaken met betrekking tot de kwijtscheldingsnorm van gemeentelijke heffingen in de Zeeuwse gemeenten in relatie tot de samenwerking met het Waterschap(7.4.3.) • bij uitbreiding van stads- en dorpskernen in de plannen tijdig rekening houden met de bereikbaarheid van het openbaar vervoer(8.3.2) • voor de uitwerking van bestaande en nieuwe beleidsvoornemens in een jaarlijks op te stellen werkplan actuele gegevens verzamelen, zowel intern als extern(2.6.) • een gemeentelijk vrijwilligersbeleid formuleren(4.7.6.) • de vraag om ouderenhuisvesting in een kern afstemmen op de uitkomsten van het woningbehoefteonderzoek en het project "duurzame sociale ontwikkeling"(5.6.3.)
b. Integraliteit/afstemming • de VAC bij plannen voor ouderenhuisvesting vroegtijdig om advies vragen voor praktische bruikbaarheid en voor wat betreft de woonomgeving(5.6.5.) • bij ruimtelijke plannen voor uitbreiding c.q. wijziging in een stads- of dorpskern, waarin ouderenhuisvesting aan de orde is, alle aspecten van een passende woonomgeving daarbij betrekken(5.6.6.) • de uitvoering van het lokaal ouderenbeleid afstemmen met het te ontwikkelen lokaal gezondheidsbeleid en een relatie leggen met de uitkomsten uit het project "duurzame sociale ontwikkeling"(4.7.2.) c. Voorlichting • een goede voorlichting over de inkomensondersteunende voorzieningen en mogelijkheden van kwijtschelding van gemeentelijke heffingen laten plaatsvinden(7.4.1.) d. Stimuleren • het vrijwilligerswerk aanmoedigen en gelijktijdig de verbetering van de positie van de vrijwilligers daarbij betrekken(4.7.5.) • initiatieven stimuleren die van belang zijn voor een goede voorlichting over de inkomensondersteunende voorzieningen en mogelijkheden van kwijtschelding van gemeentelijke heffingen(7.4.2.) 2. Secundaire verantwoordelijkheid a. Dienstverlening door derden • betaalbare sociale, educatieve en recreatieve activiteiten ontplooien, alsmede nieuwe initiatieven stimuleren(6.6.1.) • gebruik van persoonsalarmering door ouderen blijven stimuleren(6.6.3) • de groep mantelzorgers gerichte aandacht doen geven(4.7.4) • een centrale keuken voor maaltijdvoorziening doen realiseren(6.6.2.) b. • • •
Afstemming/belangenbehartiger de geïntegreerde indicatiestelling door het RIO verder ontwikkelen(4.7.3.) levensbestendige woningen die aanpasbaar zijn, blijven bevorderen(5.6.2.) bij Connexion blivjen bevorderen dat een goede busverbinding vanuit Zierikzee met het Oosterscheldeziekenhuis te Goes in stand blijft(8.3.3.) • bevorderen dat een onderzoek naar de ontwikkeling van de één loket gedachte voor zorg en welzijn plaatsvindt(7.4.4.) • bevorderen dat een nader onderzoek plaatsvindt inzake aanvullend vervoer door middel van de buurtbus of andere vorm van aanvullend vervoer in de kernen van de gemeente, waarin dit nog niet plaats heeft, maar wel de behoefte daartoe bestaat(8.3.1.) c. Participatie • blijven bevorderen dat de Seniorenraad haar adviesrol in het gemeentelijk ouderenbeleid kan vervullen en betrokken blijft bij de uitvoering van de geformuleerde beleidsvoornemens(9.2.) • blijven bevorderen dat de SWO haar functie in het lokale ouderenwerk kan uitvoeren binnen de door de gemeente gestelde randvoorwaarden(9.3.) 3. Tertiaire verantwoordelijkheid a. Belangenbehartiger • bij de verdere ontwikkeling van zorgabonnementen enkel additionele vormen van
dienstverlening doen opnemen(5.6.4) bij ouderenhuisvesting, waar de combinatie wonen en zorg plaatsvindt een zorgtoewijzingsoverleg doen opstarten5.6.1.) • bevorderen dat het idee van een zorghotel nader uitgewerkt wordt(4.7.7.) In bijlage 1 is voor de overzichtelijkheid in een matrix een en ander in het kort aangegeven. •
6. Uitvoering van beleid Er zijn 26 beleidsaanbevelingen geformuleerd.waarvan 19 betrekking hebben op herbevestiging van bestaand beleid, waarvan de noodzaak in de beleidsuitvoering van het ouderenbeleid van belang blijft. In onderstaande zeven beleidsaanbevelingen wordt nieuw(aanvullend) beleid ontwikkeld, waarbij een tijdpad wordt aangegeven: 1. Een onderzoek wordt ingesteld naar de huidige stand van zaken met betrekking tot de kwijtscheldingsnorm van gemeentelijke heffingen in de Zeeuwse gemeenten in relatie tot de samenwerking met het Waterschap 2. Het bevorderen van de mogelijkheden tot het aanmoedigen van vrijwilligerswerk en gelijktijdig de verbetering van de positie van de vriijwilligers daarbij te betrekken 3. Hert bevorderen dat een gemeentelijk vrijwillgersbeleid wordt geformuleerd
vóór 31 dec.2001
opstarten in 2001
opstarten in 2001 en realiseren in 2002 opstarten in 2001 4. Zorgtoewijzingsoverleg opstarten in 2001 5. Idee zorghotel opstarten in 2001 6. Ontwikkeling één-loket gedachte opstarten in 2001 7. Nader onderzoek aanvullend vervoer De bestaande geactualiseerde beleidsaanbevelingen vinden reeds plaats en kunnen plaats blijven vinden binnen de reguliere werkzaamheden van de afdeling WSMD. De nieuwe(aanvullende) beleidsaanbevelingen vergen naar verwachting een extra capaciteit van 4 uur per week, afgerond op jaarbasis.In het afdelingsplan is hiermee reeds rekening gehouden. Na accordering door de gemeenteraad zal ieder jaar een werkplan worden opgesteld, waarbij realistische afspraken worden vastgelegd, die meetbaar zijn. leder jaar zal dan een evaluatie plaatsvinden en wordt het werkplan voor het komende jaar bijgesteld aan de hand van de plaatsgevonden ontwikkelingen.,
7. Financieel kader Het financieel kader wordt thans aangegeven door de in de begroting opgenomen subsidies via het welzijnsprogramma. Het totaal aan subsidies voor het ouderenbeleid bedraagt voor 2001 ƒ 986.038,00 (EUR 447.444,54),-
De beleidsaanbevelingen: 1. Aanmoediging van het vrijwilligerswerk en gelijktijdig de verbetering van de positie van vrijwilligers. 2. Een onderzoek wordt ingesteld naar de huidige stand van zaken met betrekking tot de
kwijtscheldingsnorm van gemeentelijke heffingen in de Zeeuwse gemeenten in relatie tot de samenwerking met het Waterschap
Bijlage 1: Verantwoordelijkheden gemeente met bijbehorende rollen
PRIMAIR
SECUNDAIR
intra-en extramuraal zorgoverleg Kwijtscheldingsnorm Relatie uitbreidingsplannen/bereikbaarheid openbaar vervoer Verzamelen actuele gegevens Formuleren vrijwilligersbeleid Ouderenhuisting/uitkomsten onderzoeken Ouderenhuisvesting/VAC Ruimtelijke plannen/aspecten woonomgeving Ouderenbeleid/Gezondheidsbeleid en uitkomsten project Voorlichting over voorzieningen en kwijtschelding Vrijwilligerswerk Initiatieven over voorlichting over voorzieningen en kwijtschelding sociale, educatieve en recreatieve activiteiten Persoonsalarmering
Regie Regie Regie
Regie Regie Regie Integraliteit Afstemming Integraliteit Afstemming Integraliteit Afstemming Voorlichting Stimuleren Stimuleren
Dienstverlening door derden Dienstverlening
TERTIAIR
Aandacht mantelzorgers Realisatie centrale keuken maaltijdvoorziening Ontwikkeling indicatiestelling Levensloopbestendige woningen Goede busverbinding Zierikzee naar Oosterscheldeziekenhuizen Goes Ontwikkelen één loket gedachte Nader onderzoek aanvullend vervoer Adviesrol Seniorenraad Uitvoerend werk SWO Zorgabonnementen Zorgtoewijzingsoverleg Idee zorghotel
door derden ? Dienstverlening door derden Dienstverlening door derden Afstemming Belangebehartiger Afstemming Belangebehartiger Afstemming Belangenbehartiger Afstemming Belangenbehartiger Afstemmiong Belangenbehartiger Participatie Participatie Belangenbehartiger Belangenbehartiger Belangenbehartiger
10
Basisnota
Lokaal Ouderenbeleid -een inventarisatie met beleidsaanbevelingen-
ü
INHOUD 1. Inleiding 2. Doelstellingen, ontwikkelingen, doelgroep 2.1 Landelijke doelstelling ouderenbeleid 2.2 Gemeentelijke doelstellingen ouderenbeleid 2.3 De doelgroep 2.4 Ontwikkelingen in het ouderenbeleid 2.4.1 Landelijke ontwikkelingen 2.4.2 Provinciale ontwikkelingen 2.4.3 Ontwikkelingen op Schouwen-Duivel and 2 . 5 Demografische gegevens 2.5.1 Conclusie demografische gegevens: 2.6 Beleidsaanbeveling verzameling gegevens. 3 . Bevoegdheden en taken gemeentelijk ouderenbeleid 3 .1 Algemeen 3.2 Uitgangspunten taken en bevoegdheden gemeentelijk ouderenbeleid 4 . Zorg 4 .1 Ontwikkelingen 4.2 Regie-functie 4 . 3 Lokaal gezondheidsbeleid 4 . 4 Geïntegreerde indicatiestelling. 4.5 Regiovisie zorg voor ouderen 2001-2004. 4 . 6 Vormen van zorg 4.6.1 Algemeen 4.6.2 Arcus Zorgcentra 4.6.3 Zorgcentrum "De Wieken" te Zierikzee 4.6.4 Oosterschelde Thuiszorg 4.6.5 Mantelzorg 4.6.6 Vrijwilligershulp 4.6.7 Persoonsgebonden budget verpleging en verzorging. 4.6.8 Idee zorghotel 4 . 7 Beleidsaanbevelingen zorg 5 . Wonen 5 .1 Ontwikkelingen 5 . 2 Woonsituatie ouderen 5 . 3 Servicepakketten/zorgabonnementen. 5 . 4 Advisering 5 . 5 Woonomgeving algemeen 5 . 6 Beleidsaanbevelingen wonen 6. Welzijn 6.1 Welzijnsbeleid landelijk/provinciaal/gemeentelijk 6.2 Sociaal culturele, educatieve en recreatieve voorzieningen. 6 . 3 Ouderenbonden/ouderensozen 6 . 4 Maaltijdvoorziening 6 . 5 Persoonsalarmering 6 . 6 Beleidsaanbevelingen welzijn. 7 . Inkomen 7 .1 Algemeen 7 . 2 Betaalbaarheid voorzieningen.
4 5 5 5 5 5 5 6 6 7 7 7 8 8 9 10 10 10 11 11 11 12 12 12 13 13 14 14 15 15 15 16 16 16 17 18 18 18 19 19 19 20 21 22 22 23 23 23
7 . 3 Eén loket 23 7 . 4 Beleidsaanbevelingen inkomen. 24 8 . Mobiliteit 25 8 .1 Algemeen 25 8 .2 Mobiliteit op gemeentelijk niveau. 25 8 . 3 Beleidsaanbevelingen mobiliteit 26 9. Structuur van het bestaande ouderenbeleid Schouwen-Duiveland. . 27 9.1 Inleiding 27 9 . 2 Seniorenraad 27 9.3 Stichting Welzijn Ouderen 27 10. Financieel 28 11. Samenvatting Beleidsaanbevelingen 29
Bijlage 1: Lijst van geïnterviewden Bijlage 1: Geraadpleegde bronnen
1. Inleiding Niet alleen landelijk, maar ook in onze gemeente is sprake van een toenemende vergrijzing. Niet alleen het aantal ouderen verandert, ook de mogelijkheden en wensen van ouderen. Ouderen zijn gemiddeld vitaler en zelfredzamer dan ooit. Maar door de toenemende vergrijzing neemt het aantal chronisch zieke ouderen en hoogbejaarden toe. De hiermee samenhangende stijging van kosten voor zorg- en dienstverlening en het gebrek aan samenhang in het aanbod van voorzieningen op het gebied van wonen, zorg en welzijn worden door de regering als de grootste knelpunten gezien in de ouderenzorg. De rijksoverheid heeft ter oplossing van de knelpunten een beleid ingezet dat gericht is op modernisering van de ouderenzorg. In de startnotitie lokaal ouderenbeleid zijn aanzetten gegeven om te komen tot een lokaal ouderenbeleid, waarbij de knelpunten tussen de vraag van ouderen en het aanbod van voorzieningen in kaart worden gebracht. Naast Seniorenraad en de Stichting Welzijn Ouderen hebben ook de geïnterviewden, die namens hun organisatie of instelling hun visie mondeling en/of schriftelijk kenbaar gemaakt een belangrijke rol vervuld bij het tot stand komen van deze basisnota. Kortom, enerzijds blijken er veel ontwikkelingen reeds in gang te zijn gezet en anderzijds is het nodig aan te geven welke beleidsgebieden voor ouderen op Schouwen-Duiveland de komende jaren aandacht behoeven. Gekozen is voor een nota, die past binnen de contouren van het bestuurlijk toekomstbeeld van de gemeente, waarbij de reikwijdte wel wordt beperkt door Rijksbeleid en de Regiovisie 2001-2004. Bovendien zijn de uitgangspunten en beleidsaanbevelingen afgestemd c.q. dienen afgestemd te worden op de uitkomsten van het woningbehoefteonderzoek en het pilotproject "duurzame sociale ontwikkeling", alsmede op ontwikkelingen op andere van belangzijnde deelterreinen zoals wonen, zorg, welzijn, inkomen, mobiliteit, zodat een samenhangend beleid gestalte kan krijgen. Samenvattend kan gesteld worden dat deze basisnota niet de status heeft van een gemeentelijke beleidsnota, maar het resultaat is van een inventarisatie binnen het totale werkveld, waarbij bestaande beleidsaanbevelingen worden geactualiseerd en nieuwe(aanvullende) beleidsaanbevelingen zijn geformuleerd.
2. Doelstellingen, ontwikkelingen, doelgroep 2.1 Landelijke doelstelling ouderenbeleid De centrale doelstelling van het ouderenbeleid van de Rijksoverheid is nog steeds de maatschappelijke integratie van ouderen. Ouderen moeten volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. Dit houdt in: er naar gestreefd wordt dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven (wonen) ouderen voor zover dat in hun vermogen ligt, volwaardig te laten participeren in de samenleving Deze maatschappelijke integratie is ook de wens van veel ouderen. Veel ouderen willen bij een toenemende zorgbehoefte deze zorg ook zo lang mogelijk zelfstandig in hun eigen woonomgeving ontvangen. In de nota van het ministerie van VWS "Werken aan sociale kwaliteit" wordt hier uitgebreid bij stil gestaan.
2.2 Gemeentelijke doelstellingen ouderenbeleid In de startnotitie lokaal ouderenbeleid zijn de volgende doelstellingen geformuleerd: 1. het bevorderen van maatschappelijke participatie van (actieve)senioren en hun deelname aan vrijwillige dienstverlening 2. het bevorderen van de zelfstandigheid van ouderen 3. het treffen van maatregelen die voorkomen dat kwetsbare ouderen in een sociaal isolement geraken 4. het aanbrengen van samenhang in voorzieningen voor kwetsbare thuisinwonende ouderen 5. het bevorderen dat het gebruik van voorzieningen en het deelnemen aan activiteiten nimmer financieel een belemmering zijn voor gebruik daarvan c.q. deelname daaraan Bovenstaande doelstellingen worden als uitgangspunten nader uitgewerkt in de volgende hoofdstukken.
2.3 De doelgroep Als in deze nota over ouderen gesproken wordt, dan wordt hiermee bedoeld mensen met een leeftijd van 55 jaar en ouder. Vanaf die leeftijd krijgt men in meer of mindere mate te maken met veranderingen als gevolg van het toenemen van de levensjaren. Het is daarbij een gegeven dat van de potentiële doelgroep tot aan het 75e levensjaar slechts een relatief klein deel direct of op korte termijn aangewezen is op georganiseerde voorzieningen. De grote meerderheid heeft geen specifieke voorzieningen vanuit het ouderenbeleid nodig. Pas na het 75e levensjaar is er een toename van functiestoornissen.
2.4 Ontwikkelingen in het ouderenbeleid 2.4.1 Landelijke ontwikkelingen • Zowel het aantal als het percentage ouderen neemt nog steeds toe, terwijl het percentage jongeren daalt(vergrijzing en ontgroening). In de groep van 80 jaar en ouder zal, in tegenstelling tot de huidige situatie, vooral de groep alleenstaande mannen toenemen. Het aantal kinderen en overige familieleden zal de komende jaren kleiner worden, terwijl circa 20% van de ouderen geen kinderen heeft. Het sociale netwerk van ouderen zal dus inkrimpen.
•
•
•
•
•
Steeds meer ouderen willen zo lang mogelijk thuis wonen en wensen zorg op maat. Dit resulteert in een verdere verschuiving van intramurale naar extramurale zorg. Steeds meer (zorg)voorzieningen worden aan huis geleverd door verschillend instanties. Om in aanmerking te komen voor verschillende vormen van zorg moeten ouderen zich wenden tot een veelheid van loketten. Het ingezette beleid van modernisering van de ouderenzorg is gericht op het wegnemen van de "schotten" in de zorg en de realisering van één geïntegreerde indicatiestelling. De regering voert een beleid dat sterk gericht is op vervanging(substitutie) van zorg. Dit houdt in dat de overstap naar een intramurale voorziening zo lang mogelijk uitgesteld wordt door het inzetten van thuiszorg, versterking mantelzorg en voorzieningen, die door gemeenten worden gefinancierd( Wet Voorzieningen Gehandicapten, Welzijnswet-voorzieningen en bijzondere bijstand). De huidige verpleeghuizen worden op den duur exclusief bestemd voor zwaar gedragsgestoorde demente ouderen, ouderen die zeer intensieve, complexe verpleging en verzor ging nodig hebben en patiënten die kort verblijven voor de revalidatie/reactiveringsfunctie. Verzorgingshuizen dienen zich volgens het kabinet vooral te richten op ouderen, die de regie op hun leven beginnen te verliezen.Een gedeelte van de verzorgings- en verpleeghuizen zal worden omgevormd tot zelfstandig wonen met zorg. Ouderenorganisaties vervullen een belangrijke functie bij het onder de aandacht brengen en beïnvloeden van het ouderenbeleid bij landelijke, provinciale en lokale politiek.
2.4.2 Provinciale ontwikkelingen In de regiovisie "Zorg voor ouderen 2001-2004"geven de partijen van zorgvragers, aanbieders, zorgverzekeraar, zorgkantoor, gemeenten en provincie een gezamenlijke en integrale visie op de zorg voor ouderen in samenhang met aanpalende sectoren zoals wonen, welzijn, arbeid en onderwijs De doelstellingen van de regiovisie zijn: de zorgvraag en zorgaanbod inzichtelijk te maken, het zorgaanbod te laten aansluiten op de vraag en oplossingen te zoeken voor knelpunten. Bovendien is de regiovisie het planningsinstrument voor de intramurale voorzieningen, zoals verpleeghuizen en verzorgingshuizen In de notitie "Wonen en Zorg" wordt de problematiek rondom wonen en zorg voor ouderen in kaart gebracht. 2.4.3 Ontwikkelingen op Schouwen-Duiveland • In het woningbehoefte onderzoek zijn kwalitatieve en kwantitatieve gegevens vastgelegd, waarbij inzicht is verkregen in de woonwensen uit de bevolking naar de specifieke woonkernen. Voor het kunnen voldoen aan de vraag om ouderenhuisvesting in de kleine kernen is het door de provincie goedgekeurde woningbouwprogramma 2001-2006 richtinggevend Door de toenemende vergrijzing kan de leefbaarheid in de kleine kernen als geheel onder druk komen te staan. In het project "duurzame sociale ontwikkeling" zal specifieke aandacht worden besteed aan adequate zorgvoorzieningen voor ouderen in de kernen, waarbij een verbinding wordt gelegd naar het belangrijke kernthema in het bestuurlijk toekomstbeeld( bevorderen van leefbare kernen) • De modernisering van de ouderenzorg en de extra-muralisering van de zorgcentra is op Schouwen-Duiveland reeds in gang gezet door Arcus-zorgcentra met betrekking tot renovatie/vernieuwbouw in zorgcentrum "in te Opper"," Duinoord" en "Borrendamme". Ook de combinatie van wonen en zorg zal verder uitgebouwd worden met de plannen, die er zijn met betrekking tot het realiseren van woonzorgcomplexen in Scharendijke, Renesse.
2.5 Demografische gegevens In onderstaande tabellen worden te verwachten demografische ontwikkelingen inzichtelijk gemaakt. Categorie 55-65 jaar 65-75 jaar 75 jaar en ouder totaal % 55+ SchouwenDuiveland categorie 55-65 jaar 65-75 jaar 75 jaar en ouder totaal % 55+
Jaar 2000 Perc. Jaar 2010 4.043 3.122 2.816
12.0 9.3 8,4 29.7
5.826 4.032 3.149
15.8 10.9 8,5 35.2
36.944
33.574
Jaar 2000 Perc. Jaar 2010 40.152 31.633 29.068
Perc.
10.8 8.5 7,8 27.1
54.991 36.837 31.876
Perc. 14.2 9.5 8,2 31.9
Jaar 2020
Perc
6.336 15.9 5.736 14.4 3.992 10.0 40.3 39.733
Jaar 2020
Pèrp
56.952 14.4 50.295 12.7 37.207 9,4 36.5
provincie Zeeland
372.418
categorie 55-65 jaar 65-75 jaar 75 en ouder totaal % 55+
386.484
395.026
Perc. Jaar 2010 Perc. 1.581.462 1.194.845 959.881
10.0 7.5 6,1 23.6
2.146.932 1.367.188 1.097.880
12.9 8.2 6,6 27.7
Jaar 2020 2.319.630 13.6 1.867.872 10.9 1.285.512 7,5 32.0
Nederland
15.848.293
16.611.065
17.068.821
(bron SCP)
2.5.1 Conclusie demografische gegevens: • Het absoluut aantal ouderen in onze gemeente stijgt de komende decennia fors • Het percentage ouderen in de gemeente ligt boven het provinciaal en landelijk gemiddelde • De groep ouderen vanaf 75 jaar wordt ten opzichte van de totale bevolking steeds groter. Dit is ook de groep waar de grootste zorgbehoefte bestaat. • Het huidige niveau van woon- zorg- en welzijnsvoorzieningen zal hieraan aangepast dienen te worden
2.6 Beleidsaanbeveling verzameling gegevens 1. Het zorgdragen dat voor de uitwerking van bestaande en nieuwe beleidsaanbevelingen in een jaarlijks op te stellen werkplan actuele gegevens worden verzameld, zowel intern als extern
3. Bevoegdheden en taken gemeentelijk ouderenbeleid 3.1 Algemeen De Rijksoverheid ziet gemeenten als het meest geschikte bestuursniveau om de noodzakelijke samenhang aan te brengen in het lokale ouderenbeleid. Op een aantal terreinen van het ouderenbeleid ontleent de gemeente haar bevoegdheden aan hetgeen in een aantal wetten is vastgelegd, waarbij het met name gaat om: Welzijnswet 1994 Gemeenten zijn op grond van de Welzijnswet 1994 onder andere verantwoordelijk voor voorzieningen, die bijdragen aan het handhaven of bevorderen van de mogelijkheden om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen. Voorzieningen die in onze gemeente in het kader van de Welzijnswet worden gefinancierd zijn: maaltijdvoorzieningen, persoonsalarmering, sociaal-culturele activiteiten( ouderensozen) en de Stichting Welzijn Ouderen. Het gaat daarbij uitdrukkelijk niet om zorgvoorzieningen, maar juist om preventieve voorzieningen die voorkomen dat ouderen aanspraak moeten maken op(duurdere) zorgvoorzieningen. Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid(WCPV) In het kader van de WCPV zijn gemeenten verplicht om op basis van een analyse van de gezondheidsproblematiek in hun gemeente gericht preventief gezondheidsbeleid te ontwikkelen. Door het Samenwerkingsverband Welzijnszorg Oosterschelderegio is een regionale nota gezondheidsbeleid Oosterschelderegio 2000-2003 opgesteld, op grond waarvan invulling zal worden gegeven door het opstellen van een nota lokaal gezondheidsbeleid. Inventarisatie van de knelpunten heeft reeds plaatsgevonden met de organisaties en instellingen, waarbij aandacht voor de zorg voor ouderen één van de belangrijke onderwerpen is. Wet Voorzieningen Gehandicapten(WVG) De WVG geeft de gemeente taken te voorzien in de verlening van woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelen ten behoeve van in de gemeente woonachtige gehandicapten. Steeds meer ouderen maken gebruik van de mogelijkheden in de WVG. Overige bevoegdheden De gemeente heeft op terreinen zorgverlening en huisvesting vrijwel geen formele
bevoegdheden. De thuiszorg, verzorgingshuiszorg, verpleeghuiszorg en ziekenhuiszorg vallen onder het regime van de AWBZ en daarmee tot de bevoegdheid van de Rijksoverheid en ziektekostenverzekeraars. De rol van de gemeente ten aanzien van het volkshuisvestingsbeleid is beperkt tot het opstellen van een woningbouwprogramma, dat de goedkeuring van de provincie behoeft. De gemeente draagt zorg voor de verdeling van het bouwprogramma over de kernen. Inkomenspolitiek behoort niet tot de bevoegdheden van de gemeente; wel heeft de gemeente een minimabeleid(armoedenota) en een kwijtscheldingsbeleid voor gemeentelijke belastingen en heffingen. Voor wat betreft de mobiliteit blijven de mogelijkheden beperkt tot de (aanvullende)voorzieningen in de wvg, de wijk- buurtbus.
8
Enerzijds wordt van de gemeente verwacht dat zij een centrale en machtige speler is op het gebied van het ouderenbeleid, aan de andere kant is haar formele invloed op belangrijke deelgebieden relatief beperkt. Dit ontslaat het gemeentebestuur echter niet van haar maatschappelijke verantwoordelijkheid om een samenhangend ouderenbeleid tot stand te brengen. De gemeentelijke overheid heeft bij gebrek aan wettelijke mogelijkheden voor wat betreft het ouderenbeleid met name een regisserende, stimulerende en voorwaardenscheppende rol. Zo kan de gemeente zorgaanbieders ervan overtuigen dat afstemming voor alle partijen van groot belang is. Met name kan daarbij gedacht worden aan het instellen van de klankbordgroep ziekenhuis voor behoud van zoveel mogelijk functies van het Zweedse Rode Kruis Ziekenhuis te Zierikzee, alsmede het behoud van voldoende ambulancezorg in de gemeente. Veel zorgaanbiedende en zorgvragende organisaties zijn bereid te participeren in netwerken waarin de gemeente een regiefunctie inneemt. Door op een constructieve manier samen te werken kunnen lacunes en knelpunten in het aanbod zoveel mogelijk worden weggenomen, dan wel onder de aandacht worden gebracht. In de gemeente fungeert het "intra- /extramuraal zorgoverleg" dat hierbij een belangrijke functie kan vervullen. Door de beperkte wettelijke mogelijkheden van de gemeentelijke overheid is voor het tot stand komen van een lokaal geïntegreerd ouderenbeleid een actieve inbreng van Seniorenraad, ouderenorganisaties, Stichting Welzijn Ouderen en dorps- en stadsraden van wezenlijk belang.
3.2 Uitgangspunten taken en bevoegdheden gemeentelijk ouderenbeleid. Samenvattend kunnen de volgende uitgangspunten vastgesteld worden ten aanzien van de taken en bevoegdheden van de gemeente bij de vormgeving van het ouderenbeleid: 1. De gemeente heeft ondanks het ontbreken van wettelijke taken de maatschappelijke verantwoordelijkheid om een samenhangend ouderenbeleid tot stand te brengen. De taak van de gemeente is hierbij regisserend, stimulerend en voorwaardenscheppend 2. De wensen en behoeften van ouderen dienen centraal te staan in de beleidsontwikkeling en uitvoering van het ouderenbeleid. Hieruit volgt een actieve inbreng van ouderen en invloed van ouderen op het gemeentelijk ouderenbeleid. 3. Het aanbieden van zorgvoorzieningen en welzijnsvoorzieningen voor ouderen is primair de verantwoordelijkheid van instanties die werkzaam zijn ten behoeve van ouderen 4. Het is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van zorgvragers, zorgaanbieders en overheid om vorm en inhoud te geven aan het ouderenbeleid
4. Zorg 4.1 Ontwikkelingen De belangrijkste ontwikkeling is de verandering van een aanbodgerichte naar een vraaggerichte organisatie van de ouderenzorg. Het doel van de modernisering van de ouderenzorg is de ouderenzorg doelmatiger in te richten, waarbij de zorgvraag van ouderen uitgangspunt is. Om dit te kunnen bereiken is door de Rijksoverheid een aantal beleidsvoornemens geformuleerd en breed onderschreven: • om de collectieve middelen zo effectief en efficiënt mogelijk in te zetten is een goede afstemming noodzakelijk tussen de uiteenlopende voorzieningen op het gebied van wonen, zorg, welzijn, en mobiliteit. Gemeenten hebben hierbij met name een voorwaardenscheppende en coördinerende rol. • om de vraag naar(de relatief dure) intramurale voorzieningen( verzorgings- en verpleeghuis) terug te dringen is extra aandacht nodig voor preventie, geschikte ouderenhuisvesting en voorzieningen die aan huis kunnen worden geboden. Voor onze gemeente betekent dit concreet dat op het terrein van zorg de volgende taken van belang zijn, die niet alleen een samenhang vertonen, maar ook leiden tot een solide zorgketen,waarbij alle schakels van thuiszorg tot ziekenhuisvoorziening een goede verbinding met elkaar hebben. • regiefunctie • het preventief gezondheidsbeleid • geïntegreerde indicatiestelling • regiovisie zorg voor ouderen 2001-2004 • vormen van zorg 4.2 Regie-functie Zoals in de startnotitie is opgemerkt is de gemeente bij het kunnen realiseren van de verschillende beleidsopties sterk afhankelijk van de medewerking van anderen. En dat is een heel scala: Seniorenraad, Stichting Welzijn Ouderen, Regionaal Indicatie Orgaan, Zeeuwland en projectontwikkelaars, Zorgkantoor Zeeland, Ouderenorganisaties, Maatschappelijk Werk Oosterschelderegio, Oosterschelde Thuiszorg, Arcus Zorgcentra, Zorgcentrum "De Wieken" en andere private zorgaanbieders, GGD, Stichting Oosterscheldeziekenhuizen, huisartsen , vrijwilligersorganisaties, intra- en extra muraal zorgoverleg, alsmede regionale en provinciale instellingen, zoals "Klaverblad" en Scoop. De rol van de gemeente moet daarbij vooral gericht zijn op het ontwikkelen van samenwerkingsnetwerken en het regisseren van beleidsontwikkelingen. Bij de ontwikkeling en uitvoering van het beleid zal vanuit de gemeente dan ook veel tijd en energie gestoken dienen te worden in de ontwikkeling van zowel een beleidskader als het faciliteren en het tot stand brengen van lokale (zorg-)netwerken. Sinds een aantal jaren functioneert het intra- en extra muraal zorgoverleg als een constructief platform met een sterk informatief en signalerend karakter. Voor zowel de verdere ontwikkeling van het lokaal gezondheidsbeleid, als het lokaal ouderenbeleid zou dit platform kunnen uitgroeien tot een daadkrachtig en probleemoplossend overlegplatform, zodat de gemeente haar regie-rol kan vervullen.
10
4.3 Lokaal gezondheidsbeleid In de nota lokaal gezondheidsbeleid wordt er gezocht naar gemeentelijk beïnvloedbare factoren en mogelijkheden om de gezondheid van de bevolking te stimuleren. Dat wil zeggen dat er bij alle belangrijke beslissingen over zaken als economisch beleid, ruimtelijke inrichting, bouwplannen, milieu, verkeer en vervoer enz. nagegaan zal worden of en zo ja, welke gevolgen dergelijke beslissingen zullen hebben voor de gezondheid van( een deel van ) de inwoners. Dat hierbij raakvlakken zijn met het gemeentelijke ouderenbeleid staat buiten kijf, zodat goede afstemming een vereiste is. Als voorbeeld kan daarbij gedacht worden aan een consultatiebureau voor ouderen.
4.4 Geïntegreerde indicatiestelling Sinds 1 januari 1998 is door de gemeenten Borsele, Goes, Kapelle, Noord-Beveland, Reimerswaal en Schouwen-Duiveland het Regionaal Indicatieorgaan(RIO) in het leven geroepen. Het instellen van dit orgaan is een wettelijk geregelde taak. De hoofdvestiging is in Goes, terwijl in onze gemeente in het gemeentehuis een aanmeldloket is. Uitgangspunt is een integrale, objectieve en onafhankelijke indicatiebeoordeling voor: • Verzorgings- en verpleeghuiszorg( volledige opname, tijdelijke opname, dagbehandeling dagverzorging, nachtopvang en transmurale zorg); • Thuiszorg( gezinsverzorging, wijkverpleging) In 2000 zijn 2123 indicatiestellingen ten behoeve van onze gemeente uitgebracht. Per heden zijn geen wachtlijsten voor te verrichten indicatiestelling in onze gemeente. Op termijn zal mogelijk de indicatiestelling van de Wet Voorzieningen Gehandicapten, de gehandicaptenzorg en de geestelijke gezondheidszorg door het RIO plaatsvinden.
4.5 Regiovisie zorg voor ouderen 2001-2004 De regiovisie van de provincie Zeeland is een belangrijk instrument om te komen tot meer afstemming binnen de zorg aan ouderen.De regiovisie is een advies aan de minister van VWS over de planning van de intramurale voorzieningen, zoals verpleeg- en verzorgingshuizen Bij de totstandkoming van de regiovisie zijn de provincie, de gemeenten, zorgaanbieders, zorgverzekeraars en zorgvragers betrokken.De provincie stelt in overleg met de eerdergoemde partijen het advies vast, waarbij de minister op basis van die adviezen beslist. De regiovisie is ook de basis geweest voor het verkrijgen van rijksmiddelen door de provincie voor het opheffen van de wachtlijsten bij de verzorgings- en verpleeghuizen en de thuiszorg. Het verkrijgen van voldoende financiële middelen is één kant van de zaak, een andere kant is het verkrijgen van voldoende geschoold personeel, dat die zorg kan verlenen. Het is belangrijk voor de gemeente de ontwikkelingen in de regiovisie te volgen, opdat het gemeentelijk ouderen- en gezondheidsbeleid daarop afgestemd kan worden.
11
4.6 Vormen van zorg 4.6.1 Algemeen De behoefte aan zorg ontstaat wanneer de vraag ontstaat van degenen die niet voldoende voor zichzelf kunnen zorgen en hulp noodzakelijk wordt. Zorg moet gericht zijn op zelfstandigheid van mensen, terwijl de zorgontvanger zoveel mogelijk geactiveerd dient te worden. Er kunnen een aantal niveaus van "zorg" worden onderscheiden: • Zorg als een basale manier van kunnen functioneren: wonen, huisvesting, voeding. • Zorg in het hebben van sociale contacten: mensen in staat stellen deel te nemen aan een bepaalde activiteit en een goed sociaal netwerk om zich heen kunnen bouwen • Zorg als een vorm van het voorkomen van iets: de preventieve kant. In de nota wordt hieraan bij de desbetreffende hoofdstukken aandacht aan besteed 4.6.2 Arcus Zorgcentra Sinds 31 januari 2000 zijn vijf zorginstellingen op Schouwen-Duiveland gefuseerd tot Arcus Zorgcentra met de volgende lokaties en daarbijbehorende erkende verzorgingsverpleegplaatsen. Zorgcentrum Duinoord te Burgh-Haamstede 91 Woonzorgcentrum Poortershof te 15 f Brouwershaven Zorgcentrum Borrendamme te Zierikzee 95 Verpleeghuis Cornelia te Zierikzee 150 Zorgcentrum In 't Opper te Bruinisse 84 Binnen de zorgvisie van Arcus zorgcentra neemt de oudere zorgvrager de centrale positie in. Het zorgaanbod is voorwaardenscheppend en ondersteunend naar de persoon en zijn/haar woon- en leefomgeving. Men biedt een compleet, kwalitatief hoogwaardig pakket aan van dienstverlening en zorg, van ondersteuning tot en met complexe verpleeghuiszorg; en een geschikte woon- en leefomgeving aan al dan niet zelfstandig wonenden. De zorgdoelstelling ligt in het realiseren van een zorgcontinuum om zorgvragen flexibel en goed op maat te kunnen beantwoorden, zonder dat de cliënt discontinuïteit in de zorgverlening ondervindt. Voor de cliënt dient de zorg goed op elkaar aan te sluiten. Arcus Zorgcentra meent hier op in te kunnen spelen door zo goed mogelijk gebruik te maken van de aanwezige mogelijkheden om intramurale zorg te extramuraliseren dan wel te optimaliseren. Concreet staat daarbij het volgende beeld voor ogen: • drie zorglocaties: Duinoord, Cornelia en in 't Opper, goed verspreid over het eiland, waar hoogwaardige intramurale verzorging en verpleging wordt geboden • twee wwonzorg-locaties: Poortershof en Borrendamme, waar bewoners zorg en diensten kunnen ontvangen in de eigen woning, van huishoudelijke ondersteuning tot en met verpleging • aanleunwoningen en geclusterde wonvormen nabij zorgcentra of in omliggende kernen, waar mensen met een daartoe strekkende indicatie verzorging en verpleging kunnen ontvangen Belangrijke punten zijn daarbij de nieuwbouw van Zorgcentrum In 't Opper te Bruinisse in 2001, de renovatie en nieuwbouw van Zorgcentrum Duinoord te Burgh-Haamstede in 2002, en de totale renovatie van Zorgcentrum Borrendamme naar alle waarschijnlijkheid in 2003.
12
De verdere ontwikkeling van aan huis geboden zorg, in nauwe samenwerking met de Stichting Thuiszorg moet tot gevolg hebben dat de bestaande zorginstellingen in de toekomsten meer gaan dienen als gespecialiseerde centra voor mensen met behoefte aan meer gecompliceerde zorg. De geboden intramurale zorg zal zodoende gericht gaan plaatsvinden. Doordat mensen die "zorg" aan huis krijgen niet langer 24 uur aanspraak maken op de diensten van de zorginstellingen kan Arcus efficiënter omgaan met de beschikbare middelen, terwijl niemand minder zorg krijgt. In het kader van het landelijk project "Taskforce wachtlijsten" per maart 2000 is de wachtlijst in aantallen personen naar indicatie en locatie als volgt: 28 verpleeghuis geïndiceerde personen, locatie Cornelia waarvan: 16 voor opname op somatische afdeling 9 voor opname psycho-geriatrische afdeling 3 voor dagbehandeling 42 verzorgingshuis geïindiceerde personen waarvan: 3 locatie Poortershof 5 locatie in 't Opper 12 locatie Duinoord 22 locatie Borrendamme Zoals bekend heeft de problematiek van het oplossen van de wachtlijsten in de zorg grote prioriteit in het Rijksbeleid, waarvoor extra middelen beschikbaar worden gesteld. 4.6.3 Zorgcentrum "De Wieken" te Zierikzee. Het zorgcentrum heeft een lokatie in de binnenstad in Zierikzee en heeft 60 intramurale verzorgingshuiszorg plaatsen en 5 extramurale verzorgingshuiszorg plaatsen. Daarnaast vindt in beperkte mate tijdelijke en nachtopvang plaats. Dagopvang wordt verleend aan 14 personen. Substitutie zorg wordt verleend aan 20 personen, waarvan 3 personen een verpleeghuisindicatie hebben.Op de wachtlijst staan per heden 22 personen. De zorginstelling werkt vanuit een protestants-christelijke levensovertuiging en wil dit zichtbaar maken in de dagelijkse zorgpraktijk. In de zorgverlening staat de mens centraal als unieke persoonlijkheid, waarbij de zorg er op gericht is de hulp vragen van de bewoner te onderkennen en hierop zo goed mogelijk in te spelen met inachtneming van de mogelijkheden van de bewoner, waarbij een open communicatie mogelijk moet zijn., Uitgangspunt is de zelfzorg van de bewoner, omdat dit de meest onafhankelijke en vrijheidsgaranderende zorg is. 4.6.4 Oosterschelde Thuiszorg Oosterschelde Thuiszorg biedt een breed pakket aan diensten voor ouderen: • verpleging en gespecialiseerde verpleging • verzorging en gespecialiseerde verzorging • advies, instructie en voorlichting • huishoudelijke verzorging • alpha hulpverlening • cursussen • voedings- en dieetadvisering • uitleen van verpleegartikelen • alarmering( zie hoofdstuk 6.7) • transfer voor cliënten in de Oosterscheldeziekenhuizen
13
Het hoofdkantoor is gevestigd te Goes en voor geheel Schouwen-Duiveland wordt de zorgverlening georganiseerd vanuit het regiokantoor te Zierikzee. De uitvoering van de zorg vindt plaats bij de mensen thuis, waarbij de individuele cliënt centraal staat met zijn/haar zorgvraag. Dat gebeurt op professionele wijze met het kleinst mogelijk aantal zorgverleners per cliënt, met andere woorden: zo weinig mogelijk handen aan bed. De prognose voor 2000 van het aantal geleverde zorguren aan ouderen vanaf 55 jaar op basis van verleende zorg t/m oktober 2000 is als volgt: • Alpha hulpverlening 16.959 • Huishoudelijke verzorging 68.716 • Verpleging 15.830 • Verzorging 38.848 Totaal uren 140.353 Het aantal cliënten bedraagt 1590. In de Westhoek ligt het aantal gegeven zorguren ongeveer 9% hoger dan aan de oostkant van de gemeente. Ter vergelijking bedraagt in 2000 het totaal aantal geleverde zorguren in alle leeftijdsgroepen 158.751 uren bij 1789 cliënten. Om aan de vraag te kunnen voldoen heeft het verwerven van voldoende personeel momenteel een bijna permanent karakter. Voor de verdere ontwikkeling van aan huis geboden zorg zijn er vele samenwerkingsvormen zoals met huisartsen, ziekenhuis, verpleeg- en verzorgingshuizen, vrijwillige thuiszorg, RIO, woningsbouwvereniging. 4.6.5 Mantelzorg Bij mantelzorg gaat het om de zorg, die wordt gegeven aan een hulpbehoevende door één of meer leden van diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie. Mantelzorgers ervaren de zorg voor de ander niet als een vrije keus maar als een morele plicht. Dat is een belangrijk onderscheid met vrijwilligers in de zorg die een bewuste keuze maken om anderen te helpen binnen een zekere afbakening in tijd en taken. De druk op de mantelzorg is de afgelopen jaren sterk toegenomen, waarbij als belangrijkste oorzaken zijn aan te wijzen: • beleid in de gezondheidszorg en zorg voor ouderen er op gericht is om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen, waardoor het beroep op mantelzorg daarbij als vanzelfsprekend wordt verondersteld • het aanbod van voldoende en goede professionele zorg komt steeds meer onder druk te staan • door demografische ontwikkelingen woont familie verder weg; vrouwen nemen in toenemende mate deel aan betaalde arbeid en zijn daardoor niet meer vanzelfsprekend beschikbaar voor mantelzorg Mantelzorg voorziet samen met vrijwilligerswerk in 80% van de zorgvragen. Gerichte aandacht door middel van informatie voor specifieke vragen en morele steun aan de groep mantelzorgers lijkt gezien de toenemende druk aan te bevelen. 4.6.6 Vrijwilligershulp In tegenstelling tot de mantelzorg gaat het bij vrijwilligershulp om mensen die in enig georganiseerd verband onbetaald en onverplicht, zonder dat er sprake is van een sociale relatie, hulp verlenen aan in dit geval ouderen. De vrijwilligers zijn over het algemeen aangesloten bij één van de 16 vrijwilligersorganisaties in de zorg, die verenigd zijn in de Stichting Vrijwilligersoverleg Zorgsector Schouwen-
14
Duiveland. Veel senioren verrichten op één of andere wijze vrijwilligershulp of doen aan een vorm van nabuurhulp. Door de veranderingen in de samenleving, zoals al geschetst bij de mantelzorg, is het ook voor het vrijwilligerswerk steeds lastiger vrijwilligers te werven, die zich voor langere tijd willen binden. Dit laatste geldt niet voor het project vrijwilligers terminale zorg, waarvoor thans 23 vrijwilligers beschikbaar zijn. Het verdient zeker aanbeveling mogelijkheden te bezien tot het aanmoedigen- ook van senioren- vrijwilligerswerk te verrichten en gelijktijdig de verbetering van de positie van vrijwilligers in zijn algemeenheid( wettelijk aansprakelijkheidsverzekering, onkostenvergoeding, deskundigheidsbevordering) daarbij te betrekken. Het formuleren van een gemeentelijk vrijwilligersbeleid zou dan ook bevorderd dienen te worden. 4.6.7 Persoonsgebonden budget verpleging en verzorging Wanneer mensen thuis hulp nodig hebben in de vorm van verpleging, verzorging en/huishoudelijke hulp kan hiervoor een indicatie verkregen worden via het RIO. Als men in aanmerking komt voor thuiszorg voor een periode van langer dan 3 maanden, kan een keuze gemaakt worden tussen zorg in natura of een persoonsgebonden budget(PGB). Het PGB is een alternatief voor thuiszorg in natura, waarmee geïndiceerde zorg ingekocht kan worden bij een zorgaanbieder.Deze vorm kan in een aantal situaties een alternatief bieden aan de zorg van de zorgcentra en instelling Thuiszorg. 4.6.8 Idee zorghotel Door de Seniorenraad is ingebracht de idee van een zorghotel nader uit te werken, nu de optie van het voormalige gemeentehuis in Burgh-Haamstede daarvoor is komen te vervallen. Een zorghotel zou diverse vormen van ambulante ondersteuning kunnen bieden, die er toe kan bijdragen dat veel ouderen in hun eigen woning zouden kunnen blijven wonen. Indien vorm gegeven zou kunnen worden aan een voldoende geïnstrumentaliseerd netwerk van voorzieningen( van licht tot zwaar) kan het als ongewenst ervaren verhuizen naar andere vormen van huisvesting en zorg mogelijk worden voorkomen, hetgeen kan bijdragen aan het welzijn van de desbetreffende groep ouderen. Uiteraard ligt het voor de hand dat een dergelijke voorziening tezamen met het bedoelde netwerk intensief samenwerkt met zorgaanbieders als Arcus en Thuiszorg. Er is nog een hele weg te gaan voordat het idee gerealiseerd zou kunnen worden. Het verdient echter aanbeveling dit idee nader uit te werken. 4.7 Beleidsaanbevelingen zorg 1. het blijven bevorderen dat het intra- en extra muraal zorgoverleg uitgroeit tot een daadkrachtig en probleemoplossend overlegpatform, zodat de gemeente inhoud kan geven aan haar regie-rol 2. het zorgdragen dat voor de uitvoering van het lokaal ouderenbeleid afstemming plaatsvindt met het te ontwikkelen lokaal gezondheidsbeleid en een relatie wordt gelegd met de uitkomsten uit het project "duurzame sociale ontwikkeling" 3. het blijven bevorderen dat de geïntegreerde indicatiestelling door het Regionaal Indicatieorgaan verder ontwikkeld kan worden 4. het bevorderen dat de groep mantelzorgers gerichte aandacht krijgt 5. het bevorderen van de mogelijkheden tot het aanmoedigen van vrijwilligerswerk en gelijktijdig de verbetering van de positie van vrijwilligers daarbij te betrekken 6. het bevorderen dat een gemeentelijk vrijwilligersbeleid wordt geformuleerd 7. het bevorderen dat het idee van een zorghotel nader uitgewerkt wordt in overleg met de Seniorenraad
15
5. Wonen 5.1 Ontwikkelingen Recent hebben de ministeries van VROM en VWS besloten tot het instellen van een woonzorgstimuleringsregeling. De regeling heeft als doel een bijdrage te leveren aan een goede samenhang tussen wonen, zorg en dienstverlening voor verschillende doelgroepen in de samenleving en richt zich op: • het voldoen aan de vraag van de groeiende groep ouderen, die behoefte heeft aan meer diversiteit in woonzorgarrangementen. Met name de verschillende vormen van wonen (zorg op maat, de vraag centraal, differentiatie in de wooncomponent) dienen bevorderd te worden; • het stimuleren van het tijdig nemen van vernieuwende initiatieven om de extra vraag aan te kunnen; • het verbeteren van de samenwerking van de betrokken partijen Door de provincie is de problematiek rondom wonen en zorg in een notitie in kaart gebracht. Bovendien zal in 2001 een nieuwe nota Wonen verschijnen, waarin het overheidsbeleid voor het wonen in het eerste decennium wordt geformuleerd, terwijl door de provincie de nota wonen en stedelijke vernieuwing is uitgebracht, waarvoor door de gemeente een programma ISV is opgesteld ter verkrijging van financiële middelen ter vervanging van de gelden uit het ingetrokken regeling stads- en dorpsvernieuwingsfonds.
5.2 Woonsituatie ouderen In het woningbehoefte onderzoek dat in overleg tussen gemeente en woningbouwvereniging Zeeuwland is opgesteld zijn kwalitatieve en kwantitatieve gegevens vastgelegd, waarbij inzicht is verkregen in de woonwensen uit de bevolking. Op verzoek van de gemeente heeft nog een verdiepingsslag plaatsgevonden voor de kleine kernen in de gemeente. Deze gegevens zijn nodig om te kunnen voldoen aan de vraag naar ouderenhuisvesting in de kleine kernen, waarbij het door de provincie goedgekeurde woningbouwprogramma 20012006 richtinggevend is. Voor het aanbod aan woningen voor ouderen wordt onderscheid gemaakt in de koop- en huursector. In de huursector wordt het aanbod vooral verzorgd door Zeeuwland en Woonzorg Nederland, die er naar streven een gedifferentieerd aanbod aan woningen aan te bieden op maat van de vraag van ouderen, die het liefst in de eigen kern willen blijven wonen. Hierbij wordt gestreefd naar levenloopbestendige woningen die aanpasbaar zijn, afgestemd op de veranderende eisen/behoeften van de ouderen. Het keurmerk, voorheen seniorenlabel dient daarbij uitgangspunt te zijn. Bovenstaande betekent dat het aanbod zich uitstrekt van voor ouderen geschikte woningen, verspreid in woonwijken tot en met woonzorgcomplexen, waar zorg wordt verleend boven het niveau van de reguliere thuiszorg. Naast de realisatie van ouderengeschikte woningen, worden ook allerlei vormen van woonservice aangeboden teneinde het zelfstandig blijven wonen van ouderen te vergemakkelijken.Dit is uitgewerkt in hoofdstuk 5.3 Voor Schouwen-Duiveland zijn voor ouderen diverse woonvormen tot stand gebracht met een recreatieve ruimte, die een functie vervullen voor de wijk c.q. kern: 32 zorgwoningen bij zorgcentrum In 't Opper te Bruinisse 28 zorgwoninigen bij zorgcentrum Duinoord te Burgh-Haamstede 88 aanleunwoningen bij zorgcentrum Borrendamme te Zierikzee 16
40 aanleunwoningen bij zorgcentrum De Wieken te Zierikzee 29 woonzorgwoningen bij Poortershof te Brouwershaven 31 servicewoningen bij De Vrijburg te Zierikzee 41 servicewoningen Steenzwaanshof te Nieuwerkerk 39 servicewoningen De Veste te Zierikzee 55 servicewoningen de Saele te Oosterland 16 servicewoningen Stapelhof te Dreischor Zeeuwland en Arcus Zorgcentra zijn verder bezig met de voorbereidingen voor een servicewoningenproject in Renesse voor 42 woningen en verder zijn er plannen in voorbereiding voor ouderenhuisvesting in Poortambacht 11 te Zierikzee en in Scharendijke met een daarbij behorend aanbod van zorg. Een punt van aandacht bij de combinatie van wonen en zorg is een gericht toewijzingsbeleid een vereiste, omdat er sprake kan zijn van zorg op het niveau van de huidige thuiszorg en andere geïndiceerde vormen van zorg. Hierdoor ontstaat er een sociale mix van vitale ouderen en minder vitale ouderen en gehandicapten. Het is aan te bevelen in overleg met het RIO een zorgtoewijzingsoverleg op te starten tussen zorgaanbieders( Thuiszorg en Arcus) en Zeeuwland( woningtoewijzing) De vraag om ouderenhuisvesting zal afgestemd worden op de uitkomsten van het woningbehoefteonderzoek en het aanvullend woningsimulatieonderzoek, waarbij bovendien een relatie zal moeten worden gelegd met het project "duurzame sociale ontwikkeling", inzake het totaal van voorzieningen in een kern.
5.3 Servicepakketten/zorgabonnementen Het beleid zal de komende jaren steeds meer gericht zijn op het aanbieden van zorg op maat aan zelfstandig wonende ouderen, zoveel mogelijk in de eigen woonkern. De cliënt dient de zekerheid te hebben dat als hij of zij in de toekomst zorg of dienstverlening nodig heeft, deze ook kan krijgen. Door het leveren van persoonlijke ondersteuning en zorg aan huis worden ouderen in staat gesteld zelfstandig(er) te leven. Concrete diensten uit het servicepakket zijn: • keuzevrijheid bij het kiezen van hulp • garantie op het leveren van hulp • recht op tussentijdse oplossing als geïndiceerde hulp nog niet geregeld is • korting op tal van produkten en diensten • zorgmap met daarin het overzicht van zorg en hulp die geleverd kan worden. De verdere ontwikkeling van een zorgabonnement lijkt zeer gewenst. Uitgangspunt bij de ontwikkeling van een zorgabonnement is dat er geen verschillen ontstaan tussen ouderen met en ouderen zonder abonnement ten aanzien van de aanspraak op algemene voorzieningen. Alleen additionele dienstverlening kan in een zorgabonnement worden opgenomen. Een ander aspect is het voorkomen van een tweedeling in de zorg als gevolg van het feit dat een aantal ouderen de kosten van het zorgabonnement niet kunnen opbrengen. Bij de ontwikkeling dient daarbij gezocht te worden welke gemeentelijke inkomensondersteunende maatregelen c.q. Individuele Huursubsidieregeling in individuele gevallen van toepassing kunnen zijn.
17
5.4 Advisering De Vrouwenadviescommisie Schouwen-Duiveland heeft ten doel het behartigen van de belangen van de woonconsument. Zij toetst de plannen voor woningbouwprojecten en voor de woonomgeving op praktische bruikbaarheid en doet indien nodig voorstellen voor verbeteringen en is in alle fases inzetbaar, hetgeen ook geldt voor de ouderenhuisvesting. Er is een goede samenwerking met Zeeuwland. Het blijft van belang de VAC zo vroegtijdig mogelijk in te schakelen bij plannen met betrekking tot de ouderenhuisvesting.
5.5 Woonomgeving algemeen Naast een goede woning is met name voor ouderen een passende woonomgeving van groot belang. Het in de nabijheid zijn van winkels voor dagelijkse boodschappen, een postkantoor of bank, ontmoetingsruimte als een dorpshuis of kerk en een halte voor openbaar vervoer( opstapplaatsen) zijn hierbij essentieel, alsmede een goede bereikbaarheid van de ouderenwoningen door ambulance en brandweer. Ook de sociale veiligheid, zoals veilige voetgangersroutes en een goede straatverlichting horen daarbij. In de ruimtelijke plannen voor uitbreiding c.q. wijziging van de stads- of dorpskern dient aan vorengaande zaken zondermeer aandacht te worden geschonken.
5.6 Beleidsaanbevelingen wonen 1. Bevorderen dat bij ouderenhuisvesting, waar de combinatie van wonen en zorg plaatsvindt een zorgtoewijzingsoverleg wordt opgestart 2. Het blijven bevorderen van levensbestendige woningen die aanpasbaar zijn,waarbij het keurmerk uitgangspunt is 3. Zorgdragen dat de vraag om ouderenhuisvesting in een kern afgestemd wordt op de uitkomsten van het woningbehoefteonderzoek en het project "duurzame sociale ontwikke ling" 4. Het blijven bevorderen dat bij de ontwikkeling van zorgabonnementen enkel additionele vormen van dienstverlening worden opgenomen 5. Het blijven bevorden dat de VAC bij de plannen voor ouderenhuisvesting vroegtijdig om advies wordt gevraagd voor wat betreft de praktische bruikbaarheid en de woonomgeving 6. Het blijven zorgdragen dat bij ruimtelijke plannen voor uitbreiding c.q. wijziging in een stads- of dorpskern, waarin ouderenhuisvesting aan de orde is alle aspecten van een passende woonomgeving worden betrokken
18
6. Welzijn 6.1 Welzijnsbeleid landelijk/provinciaal/gemeentelijk In het welzijnsbeleid zijn sociale kwaliteit en persoonlijke kwaliteit van leven uitgangspunten, die recentelijk zijn vastgelegd in de nota "Werken aan sociale kwaliteit" van het ministerie van VWS. De belangrijkste indicatoren voor de sociale kwaliteit van de samenleving zijn: economische zelfstandigheid, solidariteit, sociale redzaamheid en actieve deelname aan maatschappelijke processen. Dit zijn uiteraard ook belangrijke thema's voor ouderen, omdat het niet alleen gaat om het zelfstandig kunnen blijven functioneren en voor zichzelf kunnen zorgen door middel van het verkrijgen van diverse diensten, zoals maaltijden, alarmering. Het betreft ook actief te kunnen deelnemen aan allerlei vormen van educatie en sport en voor ouderen - voor wie niet - is het belangrijk zich om veilig, nuttig en gewaardeerd te worden. Maatschappelijke participatie door ouderen werkt preventief. Het provinciaal welzijnsbeleid is vastgelegd in de nota "Zeeuws Perspectief', waarin preventie, zelfstandigheid en participatie aansluiten op het landelijk beleid. Voor knelpunten in het volwaardig functioneren is een beleidskader sociale zorg gepresenteerd. Zoals onder 3.1. is vermeld is het gemeentelijk welzijnsbeleid een autonoom beleid. Gesubsidieerd worden activiteiten die direct of indirect gericht zijn op het bevorderen van het maatschappelijk functioneren, de begeleiding en de behartiging of verzorging van de belangen van ouderen. Het welzijnsbeleid stimuleert de maatschappelijke participatie van ouderen en kan daarmee voorkomen dat ouderen gebruik maken van (duurdere) zorgvoorzieningen. De noodzaak van een actief welzijnsbeleid is dus volop aanwezig. In de volgende paragrafen worden de activiteiten achtereenvolgens behandeld.
6.2 Sociaal culturele, educatieve en recreatieve voorzieningen Door het wegvallen van een betaalde baan en de zorg voor het gezin hebben ouderen relatief meer vrije tijd dan andere bevolkingsgroepen. Bij ouderen bestaat een groeiende behoefte aan sociale, educatieve en recreatieve activiteiten. Ouderen blijven door deze activiteiten actief en gezond, terwijl het actief deelnemen aan dergelijke activiteiten kan voorkomen dat ouderen in een sociaal isolement geraken en vereenzamen. Sociaal culturele en recreatieve activiteiten bieden ouderen de gelegenheid een sociaal netwerk op te bouwen en te handhaven. In onze gemeente is een breed scala aan instellingen, verenigingen en organisaties aanwezig, dat voorziet in sociaal-culturele, sportieve en recreatieve activiteiten. Specifiek voor ouderen worden door de Stichting Welzijn Ouderen vele sociaal culturele activiteiten georganiseerd dan wel gecoördineerd, afhankelijk van de vraag, zoals concertbus 50+, vitaliteitscursus. In samenwerking met de gemeente en de Zeeuwse Sportraad worden in het kader van "Nederland in Beweging" 55+ activiteiten aangeboden, zoals het in groepsverband(sportief)
19
wandelen, het houden van stimuleringsmiddagen op het gebied van stijldansen, bewegen op muziek en countryline dance/gezelschapsdansen. Tevens is op dit terrein reeds 10 jaar lang het Comité Seniorenfietsen actief.Gedurende de periode mei tot en met begin september worden op Schouwen-Duiveland een aanzienlijk aantal fietstochten voor 55-plussers gehouden. Voor Meer Bewegen voor ouderen- activiteiten van de Oosterschelde Thuiszorg wordt verwezen naar blz. 13, onder 4.6.4. Extra aandacht wordt besteed aan het voorkomen van eenzaamheid, zoals het opzetten van een telefooncirkel, maatjesproject en ontmoetingsactiviteiten. Niet het aantal contacten, maar de kwaliteit ervan is bepalend voor de mate van eenzaamheid. In educatief opzicht is veel vraag naar het leren omgaan met de computer/internet en wordt aandacht besteed aan de invoering van de Euro. In toenemende mate is sporten niet enkel een zaak van jongeren, maar ook van ouderen. Aan het beoefenen van sport kunnen belangrijke waarden worden toegeschreven. Voor het individu zijn dat de waarden als gezondheid, ontwikkeling en ontplooiing, zowel op het mentale als fysieke vlak.Sport draagt bij aan het behoud van kwaliteit van leven en bevordert een actieve leefstijl. Naast de waarden voor het individu kunnen sportactiviteiten ook in het bredere maatschappelijke perspectief benut worden, omdat het bijdraagt aan de maatschappelijke participatie. In verband met de toenemende vergrijzing zullen sportverenigingen in de gemeente geconfronteerd worden met een daarbij behorende vraag van de ouderen, terwijl de sportverenigingen nu veelal nog gericht zijn op jongeren. In recreatief opzicht wordt aan alle kanten gewerkt de natuurbeleving van mensen te bevorderen. Dat geldt specifiek voor de (verdere) ontwikkeling van natuurgebieden in de gemeente( Tureluur, Oosterschelde, duingebieden), die toegankelijk gemaakt worden met meestal wandel- en fietspaden.Daarbij is het van zelfsprekend te achten dat daarbij rekening wordt gehouden met de functiebeperkingen van ouderen en gehandicapten. Zoals onder 6.1. is opgemerkt werkt maatschappelijke participatie door ouderen preventief, waardoor het gebruik van dure zorgvoorzieningen voorkomen of beperkt kan worden. Eén van de mogelijkheden, die wellicht in navolging van andere gemeenten, nader bezien zouden kunnen worden is het vormgeven van een Gilde organisatie. Een Gilde organisatie kan omschreven worden als een lokale vrijwilligersorganisatie van 50+, die belangeloos hun kennis, kunde en ervaring doorgeven aan anderen.
6.3 Ouderenbonden/ouderensozen De ouderenbonden zetten zich specifiek in voor de belangen van hun leden en voorzien daarnaast in diverse sociaal culturele en recreatieve activiteiten, zoals soos-middagen, bingo, lezingen en feestvieringen. Daarnaast worden excursies en uitstapjes georganiseerd. Op Schouwen-Duiveland zijn dat de Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen(ANBO) en de Protestants Christelijke Ouderen Bond(PCOB) met respectievelijk 1160 en 375 leden. Voor belangenbehartiging zijn in Schouwen-Duiveland namens de FNV-UGO en CNV Senioren werkgroepen met totaal 1000 leden voor de doelgroep werkzaam.
20
Soosachtige activiteiten worden in de zorgcentra voor de bewoners georganiseerd, alsmede voor de daarbij gelegen service/aanleunwoningen. In de kernen in de gemeente zijn ouderensozen met de volgende ledentallen t.w. Brouwershaven Bruinisse (huize gezelligheid) Bruinisse (ons genoegen) Burgh Dreischor Ellemeet Haamstede Nieuwerkerk Noordwelle Oosterland Ouwerkerk Renesse Scharendijke Serooskerke Sirjansland Zonnemaire
45 35 50 48 54 14 50 25 12 26 17 42 23 10 9 22
De ouderensozen voorzien in een behoefte in de kernen, waarbij de Stichting Welzijn Ouderen een coördinerende functie vervult. Gesteld kan worden dat er een gevarieerd aanbod is voor degenen die aan soosachtige activiteiten willen deelnemen. Omzien naar elkaar is daarbij een breder aspect van de soosbijeenkomsten.
6.4 Maaltijdvoorziening Ouderen die niet (meer) in staat zijn om warme maaltijden te breiden, kunnen gebruik maken van de Tafeltje - dek- je organisaties op Schouwen-Duiveland, waarin veel vrijwilligers maaltijden bezorgen voor de doelgroep. Onderstaand overzicht mag dit duidelijk maken: Tafeltje Dekje Zierikzee 26 chauffeurs /32.500 maaltijden/104 cliënten Tafeltje Dekje M' Schouwen/Brouwershaven 17 chauffeurs /28.800 maaltijden/ 76 cliënten Tafeltje Dekje Westerschouwen 39 chauffeurs /18.560 maaltijden/73 cliënten Tafeltje Dekje "De Wieken" Zierikzee 1 chauffeur / 6.000 maaltijden/20 cliënten Tafeltje Dekje Bruinisse 1 chauffeur / 30.925 maaltijden/ 90 cliënten en taxibedrijf Aan de maaltijdvoorziening worden steeds hogere hygiënische eisen gesteld door de Warenwet. Dit houdt in dat door de provincie aan de instellingen, waar de maaltijden worden bereid, geen toestemming zal worden verleend de keuken te vervangen, maar dat omgezien wordt naar een centrale keuken, waar vanwege de veranderende regelgeving overgestapt wordt op zogenaamde koel-vers maaltijden. Er wordt dan geen verwarmd voedsel meer vervoerd, maar de cliënt verwarmt de maaltijd zelf in een magnetron. Dit zal grote gevolgen hebben niet alleen voor de cliënt, doch ook voor de betrokken vrijwilligers en organisaties. Door de gezamenlijke Tafeltje-dek-je- organisaties op Schouwen-Duiveland zal in samenwer-
21
king met Stichting Welzijn Ouderen gezocht worden naar zo goed mogelijke oplossingen voor problemen bij de verandering van het verstrekken van warme maaltijden naar koel-vers maaltijden. Vanuit zorgorganisatie Arcus zal in overleg met alle belanghebbenden initiatieven worden ontplooid om te komen tot een centrale keuken voor Schouwen-Duiveland.
6.5 Persoonsalarmering Ongeveer 175 personen in Schouwen-Duiveland beschikken over een persoonsalarmeringssysteem, waarvan de aanmelding geschiedt bij Oosterschelde Thuiszorg. Hierin zijn niet begrepen de persoonsalarmeringen van de zorgcentra met daarbij behorende aanleunwoningen. Deze voorziening voorziet in een behoefte en geeft de oudere niet alleen de mogelijkheid hulp in te roepen, doch draagt er ook toe bij dat de oudere zich veilig voelt in zijn/haar woonomgeving.
6.6 Beleidsaanbevelingen welzijn 1. Het blijven bevorderen van betaalbare sociale, educatieve en recreatieve activiteiten gecoördineerd dan wel georganiseerd door of vanuit de Stichting Welzijn Ouderen, Ouderenbonden en ouderensozen en nieuwe initiatieven stimulerend tegemoet treden 2. Het bevorderen in overleg met alle belanghebbenden van een centrale keuken voor maaltijdvoorziening op Schouwen-Duiveland en voor de te verwachten problemen te zoeken naar passende oplossingen 3. Het blijven stimuleren van het gebruik van persoonsalarmering door ouderen,, omdat deze voorziening bijdraagt tot de sociale veiligheid van de oudere
22
7. Inkomen 7.1 Algemeen Voor de overheid is de financiële positie van ouderen een belangrijk punt van aandacht. Dat blijkt uit het feit dat het bestaansminimum voor alle ouderen boven de 65 jaar is gegarandeerd in de vorm van de AOW.. Uit cijfers van het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt, dat landelijk 20% van de mensen naast een AOW geen aanvullend pensioen heeft. Er is dan ook en aanzienlijke groep ouderen met een bescheiden inkomen. Ouderen die veel gebruik(moeten) maken van allerlei (welzijns)voorzieningen, zoals bijvoorbeeld bijdrage Thuiszorg, vervoer, maaltijden, alarmering, zorgabonnementen worden geconfronteerd met steeds toenemend kosten, hetgeen problemen kan opleveren. De toegankelijkheid van deze voorzieningen is een groot goed, omdat het gebruik ervan een preventieve werking heeft. Cumulatie van eigen bijdragen zou in feite zoveel mogelijk voorkomen dienen te worden.
7.2 Betaalbaarheid voorzieningen Ouderen met een bescheiden inkomen kunnen onder andere in aanmerking komen voor: • hoogte van de woonlasten: huursubsidiewet. In 1999 1272 aanvragen van ouderen > 55 jaar • sociaal-medische kosten in relatie tot de hoogte van het inkomen: bijzondere bijstand. In 1999 191 aanvragen van ouderen > 55 jaar • Kwijtschelding of ontheffing van gemeentelijke heffingen: in 1999 90 kwijtscheldingen verleend voor personen > 55 jaar. • Het is algemeen bekend dat ouderen het vaak als een drempel ervaren bij de gemeente een verzoek in te dienen voor een financiële bijdrage of kwijtschelding. • Sociaal- cultureel fonds. Voor mensen met een minimuminkomen is het mogelijk een bijdrage te verkrijgen van f 150,- bij eenpersoonshuishoudens en f 100,- per persoon bij meerpersoonshuishoudens In het kader van de Armoedenota is een voorlichtingsplan opgesteld . Een goede voorlichting omtrent mogelijkheden over de inkomensondersteunde voorzieningen en kwijtschelding van gemeentelijke heffingen is van groot belang. De voorlichting geschiedt door het bureau communicatie in overleg met de afdeling sociale zaken van de gemeente o.a. via publikaties in"Ons Eiland". Het initiatief van de werkgroep Senioren FNV/CNV om in samenwerking met de Stichting Welzijn Ouderen en de afdeling sociale zaken inloopspreekuren te organiseren in de kernen kan niet onvermeld blijven. Dit initiatief zal in maart 2001 van start gaan. Een belangrijk knelpunt dat door de Seniorenraad en ouderenorganisaties onder de aandacht wordt gebracht, is het nog niet gerealiseerd zijn van de bevoegheid de kwijtscheldingsnorm van gemeentelijke heffingen te verhogen van 95 naar 100%
7.3 Eén loket Vanuit de Seniorenraad wordt gevraagd de mogelijkheden te onderzoeken van invoering van één loket, waar mensen terecht kunnen voor vragen met betrekking tot wonen, mobiliteit, vrije tijdsbesteding, gezondheid, financiële zaken, veiligheid enz.
23
Vooral het idee, dat met het één loket voorkomen zou kunnen worden dat mensen voor dezelfde vraag telkens opnieuw bij verschillende instanties hun verhaal moeten vertellen, of van het kastje naar de muur gestuurd zouden worden, ligt daaraan ten grondslag. In de ambtelijke organisatie zijn reeds een aantal zaken in de front-office gegroepeerd, waarbij met name de afdeling sociale zaken aanspreekpunt is. Dit betreft voorlichting over regelingen, bijstand, huursubsidie, wvg, kwijtschelding gemeentelijke heffingen, sociaal cultureel noodfonds en volkskredietbank. Maatschappelijke zaken omtrent zorg en welzijn, vrije tijdsbesteding zijn ondergebracht bij de afdeling WSMD. Andere zaken zijn op andere afdelingen ondergebracht. Mogelijk zijn bij onderzoek hierin nog wel verbeteringen in aan te brengen, maar nog ingewikkelder wordt het voor het creëren van een centraal informatiepunt voor dienstverlening als maaltijdvoorziening, alarmering, ontmoetingsactiviteiten, vrijwillige dienstverlening. In aansluiting op pogingen hiertoe in het verleden, lijkt het zinvol eerst medewerking te verlenen, indien hiertoe de bereidheid wordt uitgesproken door instellingen en organisaties die daar mogelijk bij betrokken zouden kunnen zijn.
7.4 Beleidsaanbevelingen inkomen 1. Het blijven bevorderen van een goede voorlichting over de inkomensondersteunende voorzieningen en mogelijkheden van kwijtschelding van gemeentelijke heffingen gebaseerd op het reeds geformuleerde beleid 2. Het blijven stimuleren van initiatieven die van belang zijn voor een goede voorlichting over de inkomensondersteunende voorzieningen en mogelijkheden van kwijtschelding van gemeentelijke heffingen 3. Het blijven bevorderen dat de kwijtscheldingsnorm van gemeentelijke heffingen verhoogd wordt van 95 naar 100%, omdat het mede veel ouderen betreft 4. Bevorderen dat een onderzoek wordt ingesteld naar de ontwikkeling van de één loket gedachte, indien hiertoe de bereidheid wordt uitgesproken door instellingen en organisaties, die daar mogelijk bij betrokken zouden kunnen zijn
24
8. Mobiliteit 8.1 Algemeen Mobiliteit kan gezien worden als een noodzakelijke voorwaarde voor het bevorderen van een optimale deelname van ouderen aan maatschappelijke activiteiten. De meeste mensen kiezen voor de auto als zij ergens naartoe willen reizen, hetgeen ook geldt voor ouderen. De ouderen die niet over een auto beschikken of om fysieke of andere redenen daar geen gebruik van kunnen maken zijn aangewezen op het reguliere openbaar vervoer. Bij gebruik van het openbaar vervoer is het belangrijk dat zorggedragen wordt voor een gunstige locatie van de bushalte. Indien om welke reden dan ook geen gebruik gemaakt kan worden van het openbaar vervoer dan is de oudere aangewezen op andere alternatieve vervoersvoorzieningen. Te denken valt daarbij aan de Wet Voorzieningen Gehandicapten(WVG), op grond waarvan de gemeente onder andere de zorgplicht heeft voor vervoersvoorzieningen voor mensen met een handicap, daaronder ook de ouderen begrepen.
8.2 Mobiliteit op gemeentelijk niveau Het openbaar vervoer op Schouwen-Duiveland wordt verzorgd door het openbaar vervoersbedrijf Connexion, waaraan provincie en rijk financieel bijdragen. Kostendekkendheid is een uitgangspunt voor het vervoersbedrijf, waardoor op het platteland het aanbod van openbaar vervoer op onrendabele lijnen ook op SchouwenDuiveland of verminderd c.q. beëindigd wordt. Het alternatief van een taxi of het collectief vraagafhankelijjk vervoer is een kostbare zaak voor degenen in het buitengebied of kleine kernen, die geen andere mogelijkheden van vervoer hebben. De buurtbus, die aanvullend openbaar vervoer verzorgd in de kernen Ouwerkerk, Sirjansland en Kerkwerve en mede gefinancierd wordt door Connexion, is een goed alternatief. Nader onderzoek en overleg met Connexion om deze vorm van openbaar vervoer uit te breiden voor andere kleine kernen zou aanbeveling verdienen. De wijkbus 60+ in Zierikzee, die verzorgd wordt door vrijwilligers voorziet ook in een behoefte. Hiervan maken op jaarbasis ongeveer 2350 mensen gebruik. Voor de vervoersvoorzieningen op grond van de Wet Voorzieningen Gehandicapten fungeert in de Oosterschelderegio het collectief vervoerssysteem van de Tele-taxi, waarvan 1238 personen gebruik maken. De aan dit collectief vervoerssysteem gekoppelde mogelijkheid voor ouderen vanaf 60 jaar wordt benut door 215 personen. Ouderen betalen f 2,50 per strip, maar met een medische beperking wordt f 1,— per strip betaald. Naast het schetsen van de toegankelijkheid van het openbaar vervoer en de alternatieven, is ook van wezenlijk belang de goede bereikbaar van het (openbaar)vervoer. Met name het tijdig en op loopafstand situeren en zorgdragen voor goede en veilige opstapplaatsen vooral bij plannen van stads- en dorpsuitbreiding. Daarnaast wordt vanuit de ouderen met nadruk gepleit voor een goede busaansluiting vanuit Zierikzee naar het Oosterscheldeziekenhuis te Goes.
25
8.3 Beleidsaanbevelingen mobiliteit 1. Het bevorderen van nader onderzoek en overleg met Connexion om het aanvullend vervoer door middel van de buurtbus en/of andere alternatieven van vraagafhankelijk vervoer te bezien in de kernen in de gemeente, waarin dit nog niet plaats heeft, maar wel de behoeft daartoe bestaat 2. Het blijven zorgdragen dat bij uitbreiding van de stads- of dorpskernen in de plannen tijdig rekening wordt gehouden met de bereikbaarheid van het openbaar vervoer 3. Het blijven bevorderen bij Connexion van een goede busaansluiting vanuit Zierikzee met het Oosterscheldeziekenhuis te Goes
26
9. Structuur van het bestaande ouderenbeleid Schouwen-Duiveland 9.1 Inleiding In hoofdstuk 3 werd al aangegeven dat de bevoegdheden en mogelijkheden tot sturing of beleidsbeïnvloeding door de gemeente verschillen van beleidsterrein tot beleidsterrein. De verschillende rollen die de gemeente te spelen heeft, hangen hier direct mee samen ( dienstverlener, dienstverlener via derden, regisseur van de samenhang, antennefunctie, spreekbuis c.q. belangenbehartiger) Dit komt naar voren in de hoofdstukken 4 t/m 8 en de daaruit geformuleerde beleidsaanbevelingen In de samenvatting van de beleidsaanbevelingen in hoofdstuk 11 wordt aangegeven, welke oplossingsrichting wordt gekozen en welke partijen daarbij zijn betrokken. Ter uit voering is in die fase van het proces, zowel de Seniorenraad, als de Stichting Welzijn Ouderen nadrukkelijk betrokken.
9.2 Seniorenraad In april 1998 vond de oprichting van de Seniorenraad plaats, waarna met de gemeente een convenant is afgesloten. De Seniorenraad adviseert gevraagd en ongevraagd de gemeente met betrekking tot het gemeentelijk ouderenbeleid, hetgeen ook geldt voor de instellingen voor zorg- en dienstverlening. Daarnaast houdt men zich bezig met vele zaken die ouderen aangaan en die niet direct onder de verantwoordelijkheid van de gemeente vallen. In de Seniorenraad zijn diverse organisaties vertegenwoordigd, zoals ANBO, PCOB, FNV/UGO, CNV-senioren, Stichting Vrijwilligers Overleg Zorgsector en de Adviesgroep Woonbelangen Senioren. Voor de uitvoering van haar werkzaamheden heeft de Seniorenraad een aantal commissie ingesteld: Wonen, Zorg, Welzijn, Sociaal-Economische Zaken De Seniorenraad met haar achterban heeft een belangrijke bijdrage geleverd bij de totstandkoming van deze nota, hetgeen een goede basis biedt om tot een goede uitvoering te komen en blijven komen van de geformuleerde bestaande en nieuwe beleidsvoornemens.
9.3 Stichting Welzijn Ouderen De Stichting Welzijn Ouderen Schouwen-Duiveland bestaat in 2001 20 jaar. Deze door de gemeente gesubsidieerde instelling heeft ten doel het coördineren en organiseren van dienstverlening aan ouderen op Schouwen-Duiveland, opdat samenhangende diensten worden verricht, welke er toe bijdragen dat ouderen zo lang mogelijk en zo goed mogelijk deel uitmaken van de maatschappij als zelfstandige individuen. De hoofdtaken van de Stichting bestaat uit stimuleren, coördineren en ondersteunen van individuele personen, groepen en organisaties. In paragraaf 6.2. wordt een uitgebreide beschrijving gegeven. Deze instelling met beperkte menskracht 1.5 FTE voorziet in een behoefte voor het lokale ouderenwerk in de gemeente en wil ook een bijdrage leveren bij de uitvoering van de beleidsaanbevelingen.
27
10. Financieel In de gemeentebegroting zijn de volgende subsidies met betrekking tot het ouderenbeleid opgenomen voor 2001: • personenalarmering 28.756,00 • meer bewegen voor ouderen 10.524,00 • stichting welzijn ouderen 183.600,00 • ouderensozen en activiteiten 23.711,00 • ouderenorganisaties 10.900,00 • vrijwilligersorganisaties 17.750,00 • seniorenraad 7.500,00 • tafeltje-dek-je 197.992,00 • wijkbus 60+ 7.000,00 • woontussenvoorziening Poortershof 50.000,00 • regionaal Indicatieorgaan 448.305,00 Totaal subsidies ƒ 986.038,00 (EUR 447.444,54) Daarnaast maken ouderen gebruik van meer algemene voorzieningen, zoals bibliotheek, maatschappelijk werk, sociaal-cultureel werk Aan individuele voorzieningen/uitkeringen zijn aan ouderen >55 jaar de volgende verstrekkingen gedaan( cijfers 1999): 191 personen bijzondere bijstand 766 personen wet voorzieningen gehandicapten totaal
ƒ -
97.339,00 2.723.334,00 f 2.820.673,00
In hoofdstuk 11 is het overzicht opgenomen van alle in de nota genoemde beleidsaanbevelingen. Het merendeel van genoemde voornemens kan zonder financiële consequenties voor de gemeentebegroting worden uitgevoerd. Nieuw beleid: De beleidsaanbeveling: de mogelijkheden te bezien tot aanmoediging van het vrijwilligerswerk en gelijktijdig de verbetering van de positie van vrijwilligers daarbij te betrekken heeft financiële consequenties. Vooralsnog zou hiervoor een bedrag geraamd dienen te worden voor de begroting 2002. Eveneens financiële consequenties heeft de beleidsaanbeveling het kwijtscheldingspercentage te verhogen van 95 naar 100% Vooralsnog P.M. te ramen.. Samenvatting: Bestaand beleid: • collectieve voorzieningen • individuele voorzieningen totaal Nieuw beleid: • vrijwilligersbeleid • kwijtschelding 95-100% totaal
f 986.038,00 (EUR 447.444,54) - 2.820.673,00 (EUR 1.279.965,60) ƒ 3.806.711,00 (EUR 1.727.410,14)
nader vast te stellen PM nader vast te stellen
28
11. Samenvatting Beleidsaanbevelingen A. Actualisering bestaande beleidsaanbevelingen Omschrijving 1. Het blijven bevorderen dat het intra- en extra-muraal zorgoverleg uitgroeit tot een daadkrachtig en probleemoplossend overlegplatform, zodat de gemeente inhoud kan geven aan haar regie-rol (4.7.1.) 2. Het blijven bevorderen dat de geïntegreerde indicatiestelling door het RIO verder ontwikkeld kan worden(4.7.3.) 3. Het blijven bevorderen van levensbestendige woningen die aanpasbaar zijn(5.6.2.) 4. Het blijven bevorderen dat bij de verdere ontwikkeling van zorgabonnementen enkel additionele vormen van dienstverlening worden opgenomen(5.6.4.) 5. Het blijven bevorderen dat de VAC bij plannen voor ouderenhuisvesting vroegtijdig om advies wordt gevraagd voor wat betreft de praktische bruikbaarheid en de woonomgeving(5.6.5.) 6. Het blijven zorgdragen dat bij ruimtelijke plannen voor uitbreiding c.q. wijziging in een stads- of dorpskern, waarin ouderenhuisvesting aan de orde is alle aspecten van een passende woonomgeving worden betrokken(5.6.6.) 7. Het blijven bevorderen van betaalbare sociale, educatieve en recreatieve activiteiten en nieuwe initiatieven stimulerend tegemoet treden (6.6.1.) 8. Het blijven stimuleren van het gebruik van persoonsalarmering door ouderen, omdat deze voorziening bijdraagt tot de sociale veiligheid van de oudere(6.6.3.) 9. Het blijven bevorderen van een goede voorlichting over de inkomensondersteunende voorzieningen en mogelijkheden van kwijtschelding van gemeentelijke heffingen (7.4.1.) 10.Het blijven bevorderen dat de kwijtscheldingsnorm van gemeentelijke heffingen verhoogd wordt van 95 naar 100%(7.4.3.) 11.Het blijven zorgdragen dat bij uitbreiding van stads- en dorpskernen in de plannen tijdig rekening wordt gehouden met de bereikbaarheid van het openbaar vervoer (8.3.2.)
Uitvoering/actie door Gemeente en deelnemers aan intra- en extra muraal zorgoverleg
Planning doorlopend
Gemeente in overleg en doorlopend in afstemming met alle belanghebbenden doorlopend Gemeente in overleg met woningaanbieders en VAC doorlopend Afstemming met Zeeuwland, Arcus Thuiszorg Afstemmen met VAC en doorlopend in overleg met Zeeuwland en overige woningaanbieders Gemeente in overleg met alle belanghebbenden
doorlopend
SWO, Ouderenbonden en ouderensozen en anderen
doorlopend
Alle bij de persoonsalarmering betrokken instanties
doorlopend
Gemeente in overleg met alle belanghebbenden
doorlopend
Besluitvormingdoor de gemeenteraad
vöör 31 dec. 2001
Interne afstemming en extern bij daadwerkelijke plannen
doorlopend
29
12.Het blijven bevorderen bij Connexion van een goede busverbinding vanuit Zierikzee met het Oosterscheldeziekenhuis te Goes (8.3.3.) 13.Het blijven bevorderen dat de Seniorenraad haar adviesrol in het gemeentelijk ouderenbeleid kan vervullen en betrokken blijft bij de uitvoering van de geformuleerde bestaande en nieuwe beleidsaanbevelingen (9.2.) 14.Het blijven bevorderen dat de SWO haar functie in het lokale ouderenwerk kan uitvoeren binnen de door de gemeente gestelde randvoorwaarden(9.3.)
Gemeente en andere belanghebbenden met Connexion
doorlopend
Gemeente in overleg met de Seniorenraad
doorlopend
Gemeente in overleg met SWO
doorlopend
Gemeente(intern) en bij andere instellingen en organisaties(extem)
doorlopend
Afstemming door de gemeente(intem) en extern met alle belanghebbenden
doorlopend
B. Nieuwe(aanvullende) beleidsanbevelingen
1. Het zorgdragen dat voor de uitwerking van bestaande en nieuwe beleidsaanbevelingen in een jaarlijks op te stellen werkplan actuele gegevens worden verzameld,zowel intern als extem(2.6.) 2. Het zorgdragen dat voor de uitvoering van het lokaal ouderenbeleid afstemming plaatsvindt met het te ontwikkelen lokaal gezondheidsbeleid en een relatie wordt gelegd met de uitkomsten uit het project "duurzame sociale ontwikkeling" (4.7.2.) 3. Het bevorderen dat de groep mantelzorgers gerichte aandacht krijgt(4.7.4.)
Gemeente in overleg met SVOZ en andere belanghebbenden 4. Het bevorderen van de mogelijkheden tot Gemeente in overleg het aanmoedigen van vrijwilligerswerk en met vrijwilligersorganigelijktijdig de verbetering van de positie van saties en SWO de vrijwilligers daarbij te betrekken(4.7.5.) 5. Het bevorderen dat een gemeentelijk Gemeente in overleg vrijwilligersbeleid wordt geformuleerd(4.7.6.) met vrijwilligersorganisaties en SWO 6. Het bevorderen dat de idee van een zorgGemeente in overleg hotel nader uitgewerkt wordt(4.7.7.) met Seniorenraad en andere belanghebbenden 7. Het bevorderen dat bij ouderenhuisvesting, Afstemmen met RIO in waar de combinatie van wonen en zorg overleg met zorgaanbieplaatsvindt een zorgtoewijzingsoverleg ders en Zeeuwland en wordt opgestart(5.6.1.) overige woningaanbieders 8. Het zorgdragen dat de vraag om ouderenGemeente in afstemhuisvesting in een kern afgestemd wordt op ming met Zeeuwland, de uitkomsten van het woningbehoefteoverige woningaanbieonderzoek en het project "duurzame sociale ders,dorpsraden,
doorlopend
opstarten in 2001
opstarten in 2001 opstarten in 2001
opstarten in 2001
doorlopend
30
ontwikkeling"(5.6.3.)
9. Het bevorderen in overleg met alle belanghebbenden van een centrale keuken voormaaltijdvoorziening op SchouwenDuiveland en voor de te verwachten problemen te zoeken naar passende oplossingen (6.6.2.) 10.Het blijven stimuleren van initiatieven die van belang zijn voor een goede voorlichting over de inkomensondersteunende voorzieningen en mogelijkheden van kwijtschelding van gemeentelijke heffingen(7.4.2.) 11 .Het bevorderen van een onderzoek naar de ontwikkeling van de één loket gedachte indien hiertoe de bereidheid wordt uitgesproken door instellingen en organisaties, die daar mogelijk bij betrokken zouden kunnen zijn(7.4.4.) 12.Het bevorderen van een nader onderzoek in overleg met Connexion om het aanvullend vervoer door middel van de buurtbus en of andere alternatieven van vraagafhankelijk vervoer te bezien in de kernen van de gemeente, waarin dit nog niet plaats heeft, maar wel de behoefte daartoe bestaat(8.3.1.)
Seniorenraad, ouderenorganisaties, zorgaanbieders doorlopend Gemeente in overleg met zorgaanbieders, SWO, Tafeltje-Dek-je organisaties en andere belanghebbenden doorlopend Gemeente in overleg met SWO, Seniorenraad ouderenbonden en andere belanghebbenden Gemeente in overleg met betrokken instellingen en organisaties
opstarten in 2001
opstarten in Gemeente in overleg met Connexion , Dorps- 2001 raden, Seniorenraad, SWO
Werkplan: Indien door de gemeenteraad ingestemd wordt met genoemde beleidsaanbevelingen is dat tevens de basis voor het werkplan 2001,waarbij realistische afspraken worden vastgelegd, die meetbaar zijn. leder jaar dient een evaluatie plaats te vinden en wordt het werkplan voor het komende jaar bijgesteld aan de hand van de plaatsgevonden ontwikkelingen. De bestaande geactualiseerde beleidsaanbevelingen(A) vinden reeds plaats en kunnen plaats blijven vinden binnen de reguliere werkzaamheden van de afdeling WSMD. Voor wat betreft de nieuwe aanvullende beleidsaanbevelingen(B) kunnen de activiteiten onder 1, 2 8,9,10 geacht worden tot de reguliere werkzaamheden te behoren. De punten 3,4, 5,6,7, 11 en 12 vergen extra capaciteit. Deze extra capaciteit wordt naar verwachting geraamd op 4 uur per week, afgerond 200 uur structureel op jaarbasis. Het wordt niet onoverkomelijk geacht in de totaal planning van de afdeling WSMD deze uren op te nemen.
31
Bijlage 1: Geïnterviewden Commissie zorg seniorenraad Commissie welzijn seniorenraad Commissie inkomen seniorenraad Commissie wonen seniorenraad Dagelijks bestuur seniorenraad Vrouwen advies commissie ANBO Schouwen-Duiveland PCOB Schouwen-Duiveland FNV-UGO Schouwen-Duiiveland CNV-senioren Schouwen-Duiveland Arcus Zorgcentra- algemeen directeur dhr. A.C.M. Schouw Zorgcentrum De Wieken mevr. C. Mens Zeeuwland - directeur ing.dhr. P.H. van Doorne Algemeen Bestuur Stichting Welzijn Ouderen Directeur Stichting Welzijn Ouderen- mevr. J. De Looff-de Wild Ouderenvertegenwoordigers Dorps- en stadsraden-via Stichting Welzijn Ouderen Oosterschelde Thuiszorg- mevr. I. Dekker en mevr. R. Mouwen Stichting Vrijwilligersoverleg Zorgsector - mevr. M. Ketting Scoop Middelburg - dhr. drs. F. Witkam
32
Bijlage 2: Geraadpleegde bronnen • • • • • • • • • • •
Startnotitie lokaal ouderenbeleid- juli 2000 gemeente Schouwen-Duiveland Projectvoorstel "Duurzame sociale ontwikkeling" - april 2000 gemeente Schouwen-Duiveland Zorgnota 2001 - Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Regionale nota gezondheidsbeleid Oosterschelderegio 2000-2003 Concept-nota gezondheidsbeleid gemeente Schouwen-Duiveland Rapportage ouderen Sociaal Cultureel Planbureau 1999 Intergemeentelijk lokaal Ouderenbeleid 2000- uitgave VNG Regioverkenning "Zorg voor ouderen" - maart 2000 Scoop Rapportage aanvullend woningbehoefteonderzoek - juli 2000 Scoop Ouderennota gemeente Barendrecht 1998-2002 Jaarverslag 1999 en Beleidsplan 1997-2202 Vrouwen adviescommissie voor de woningbouw Schouwen-Duiveland • Regiovisie "Zorg voor ouderen 2001-2004"_ - provincie Zeeland • Als het aan ons ligt-februari 2000 Stichting het Klaverblad Zeeland • Beleidsplan en werkplan 2001 -Stichting Welzijn Ouderen Schouwen-Duiveland
33