Projectaanvraag/-voorstel, behorende bij de Regeling Financiële Bijdragen van de PVE (2006/030/E0040) Onderzoeksinstelling: Wageningen UR Livestock Research
Projecttitel: Onderzoek naar hokverrijking bij konijnen in de commerciële konijnenhouderij om in de knaagbehoefte te voorzien
Projectnummer (PVE): (NB bij nieuwe projecten niet invullen) Vervolg op: literatuurstudie hokverrijking Behorende bij klankbordgroep: konijnen
Verwachte duur/looptijd: 2010-2011
Projectleider (ASG): dr. ir. Ingrid de Jong
Onderzoeker(s): Jorine Rommers, Sander Lourens, Ingrid de Jong In samenwerking met: commercieel konijnenbedrijf fam. Slegh (NB: Alleen instellingen en/of bedrijven waarmee daadwerkelijk wordt samengewerkt.) 2010 €:
2011 €: 29.712
2012 en
verder €:
Totaal per categorie €: 29.712
Aan het PPE gevraagde subsidie: 23.200
23.200
Aan derden gevraagde subsidie (LNV): Bijdrage van bedrijven (specificeren): Eigen bijdrage: Totaal per periode:
23.200
1
29.712
52912
1A.
PROBLEEMSTELLING / AANLEIDING
Sinds 2006 geldt een Welzijnsverordening voor het houden van konijnen in de commerciële konijnenhouderij in Nederland (PVE, 2006). In deze verordening is opgenomen dat konijnen dagelijks de beschikking over voldoende speelmateriaal of ruwvoer moeten hebben (verrijkingsmateriaal). Het materiaal dient niet schadelijk te zijn voor de gezondheid van de konijnen (zie artikel 3 van de Verordening). Het doel van het aanbieden van verrijkingsmateriaal is dat het biologisch functioneren van dieren wordt verbeterd, dat de mogelijkheid om hun natuurlijke gedrag uit te kunnen voeren wordt vergroot, en dat de incidentie van abnormaal gedrag afneemt. Dit is alleen zinvol als het aangeboden verrijkingsmateriaal aansluit bij de behoeften van het konijn en het ook daadwerkelijk gebruikt wordt (Baumans, 2005; Estevez, 2009; Newberry, 1995). Op commerciële konijnenbedrijven in Nederland wordt veelal gebruik gemaakt van een stuk hout in het hok. Hout heeft de voorkeur boven ander verrijkingsmateriaal omdat het knaag- en eetbaar is. Stro of hooi, dat ook deze functie heeft, verdient niet de voorkeur omdat er vervuiling optreedt, waardoor o.a. heet mestbandsysteem kan blokkeren (Van Kreij, pers. med.). De vraag is of het verstrekken van een stuk hout in het hok voldoende aantrekkelijk is voor de konijnen, dus of het daadwerkelijk door de konijnen wordt gebruikt om in hun knaagbehoefte te voorzien, en leidt tot vermindering van gedrag dat indicatief is voor verveling en frustratie (zoals stereotiep gedrag). Naast dat het verrijkingsmateriaal voorziet in de knaagbehoefte van het konijnen, dient het voor toepassing op commerciële bedrijven ook makkelijk verkrijgbaar, toepasbaar en hygiënisch te zijn. Op de Nederlandse commerciële konijnenbedrijven wordt momenteel met name vurenhout aangeboden of houtsoorten die in de directe omgeving van het bedrijf voorkomen zoals, fruit-, essen-, en wilgenhout. Op sommige bedrijven wordt afvalhout van de meubelindustrie gebruikt, dit is veelal hard hout (o.a. meranti) en, zoals uit de literatuurstudie blijkt, minder geschikt (Lavrijssen, pers. med.). 1B. DOELSTELLING Doel van dit onderzoek is om verschillende soorten hokverrijking die gericht zijn op de knaagbehoefte van konijnen te onderzoeken op effectiviteit, d.w.z. wordt het materiaal gebruikt om te knagen en blijf het aantrekkelijk, gemeten over twee achtereenvolgende worpen (circa 3 maanden). De volgende behandelingen worden getest: geen verrijkingsmateriaal (controle), blok vurenhout, blok bestaande uit geperst stro met hout, stro op bovenkant hok (boven plateau) en een blok vurenhout en stro. Stro dient als positieve controle, terwijl stro én een hout blok dient als ‘super’ stimulatie. Naast gedragsobservaties wordt de mate van aanknagen van de verschillende materialen en de vervuiling van de hokbodem gescoord. Daarnaast zal worden geregistreerd of en zo ja hoe vaak de materialen moeten worden vervangen omdat ze geheel zijn geconsumeerd door het konijn. 2. MOTIVERING VAN DE ONDERZOEKSINSTELLING Dit onderzoek geeft aan welk verrijkingsmateriaal voldoet aan de behoefte van het konijn om te knagen, en helpt daarmee de sector bij de invulling van de Welzijnsrichtlijn. Op basis van dit onderzoek kan een ‘positieflijst’ van verrijkingsmaterialen worden opgesteld waaruit bedrijven een keuze kunnen maken uit het toe te passen materiaal. WUR Livestock Research heeft ruime ervaring in het uitvoeren van onderzoek aan konijnen, waarbij de laatste jaren het accent ligt op onderzoek gericht op het gedrag. Daarnaast is ook bredere expertise op het gebied van ethologie bij WUR Livestock Research aanwezig. 3. PROBLEEMEIGENAREN/BELANGHEBBENDEN De commerciële konijnenhouderij, alsmede beleid (PPE en LNV).
4. STAND VAN ZAKEN (WIE HEEFT AL WAT GEDAAN EN WAT ONTBREEKT ER NOG) Voorafgaande aan deze proef is een literatuurstudie uitgevoerd (Rommers en de Jong, i.v.). Uit deze literatuurstudie blijkt dat voornamelijk materialen die voer gerelateerd zijn voldoen. Speelvoorwerpen vervaardigd van metaal, hout of kunststof blijken nauwelijks door de konijnen te worden gebruikt. Van houtstaven/blokken is bekend dat met name de zachte houtsoorten aantrekkelijk zijn. Uit de experimenten waarin hout vergeleken is met stro/hooi, bleek dat de dieren aan hooi/stro de voorkeur geven boven hout. Over de aantrekkelijkheid van het materiaal over langere tijd is de literatuur niet duidelijk. Om inzicht te krijgen over de aantrekkelijkheid over langere duur worden voedsters in deze proef gedurende twee achtereenvolgende worpen (circa 3 maanden) gevolgd. Het in de literatuur beschreven onderzoek is voornamelijk uitgevoerd met vleeskonijnen en laboratorium dieren. We verwachten dat de voorkeur voor knaagmateriaal niet verschilt tussen laboratoriumkonijnen, vleeskonijnen en voedsters. Omdat we zeker ook geïnteresseerd zijn in blijvende aantrekkelijkheid kiezen we in deze proef voor voedsters die langdurig verrijkingsmateriaal krijgen verstrekt. 2
5A. WERKWIJZE / PROJECTACTIVITEITEN De proef zal worden opgestart met 75 meerdere worps voedsters op een commercieel konijnenbedrijf, die zijn gehuisvest in hokken die voldoen aan de Welzijnsverordening (PVE, 2006). Op de dieren wordt het standaard management van het bedrijf toegepast (lichtschema, voer, fokritme). Bij plaatsing in de schone afdeling enkele dagen voor het werpen krijgen de dieren de beschikking over een van de volgende verrijkingsmaterialen (= proefbehandelingen): 1) houtstaaf van vurenhout, 2) staaf van geperst hout, 3) stro, 4) houtstaaf van vurenhout én stro en 5) geen verrijkingsmateriaal. In één hok wordt geen verrijkingsmateriaal verstrekt als controle behandeling (5). De houtstaven worden bevestigd aan de zijwand van de kooi op circa 20 cm hoogte (boven plateau?). Stro wordt verstrekt op de bovenkant van het hok boven het plateau. De voedsters worden gedurende twee achtereenvolgende worpen gevolgd. Omdat er uitval optreedt van voedsters als gevolg van niet drachtig worden en ziekte/sterfte, wordt de proef opgestart met 15 voedsters per proefbehandeling in de verwachting dat er minimaal 10 voedsters overblijven in de volgende (tweede) worp. Het onderzoek wordt uitgevoerd met meerdere worps voedsters gedurende twee opeenvolgende worpen. Niet knaagbare materialen worden niet onderzocht omdat uit de literatuur is gebleken dat deze niet aantrekkelijk zijn voor de konijnen.
5B. WERKWIJZE / TIJDSPLANNING (1/2 – 1 PAG.) De voedsters worden waargenomen in de eerste, tweede, derde en vierde week na werpen op twee middagen per week (in afstemming met konijnenhouder) In de middag ( van 12.00- 17.30 uur, afhankelijk van het lichtschema) worden directe waarnemingen uitgevoerd door twee waarnemers. Als eerste wordt in alle hokken gescoord hoeveel van het verrijkingsmateriaal zichtbaar is aangeknaagd met behulp van de volgende schaalindeling: 1) weinig/geen, 2) gering= < 25% van het materiaal, 3) matig: > 25% en < 50%, 4) veel: > 50%, 5) vrijwel geheel of geheel opgegeten. De schaalindeling zal aan de hand van fotomateriaal in kaart worden gebracht. Gelijktijdig wordt een score gegeven voor de vervuiling van de hokbodem aan de hand van de volgende categorieën: 0= schoon, 1= < 10% van de hokbodem is het gaas vervuild, 2= > 10 en < 50% van de hokbodem vuil, 3= > 50% van de hokbodem vuil. Vervolgens worden gedragsobservaties uitgevoerd. Hierbij wordt gedurende 4 opeenvolgende minuten het gedrag van een voedster in een hok waargenomen m.b.v. een Psion handheld computer voorafgegaan door een gewenningsperiode van 1 minuut. De waarnemer zit op ongeveer 1 meter afstand van de hokken. De frequentie en duur van de volgende gedragingen worden vastgelegd: normaal gedrag (o.a. eten, drinken, rusten, lopen, poetsen, sociaal gedrag t.o.v. jongen, bezoek nestkast); abnormaal gedrag (bijten aan gaas, drinknippel en het maken van graafbewegingen op het gaas); alle interacties met het verrijkingsmateriaal (snuffelen, knagen, opeten). Jaar
Maand
2010
Oktober/ november 22 november Januari 2011 Februari maart Maart/april
2011
Week
Dag
Activiteit Voorbereiden proef
Week 47-50 Week 14
Eerste ronde waarnemingen Tweede ronde waarnemingen Uitwerken tweede ronde waarnemingen Statistische analyse Rapportagefase
6. BEGELEIDING / PROJECTORGANISATIE (MAX. ¼ PAG.) Het onderzoek wordt begeleid door de klankbordgroep konijnen aangevuld met Bart Crijns (LNV) en Marijke de Jong (Dierenbescherming).
3
7. RESULTAATVERWACHTING (MIDDELLANGE TERMIJN) Van het onderzoeksproject worden de volgende resultaten verwacht: Effect op:
zeer negatief
negatief
n.v.t.
X x
Flexibiliteit arbeidsaspecten
X x
ketenvorming
x
product/sector imago x
milieuaspecten
x
concurrentiekracht
x
Dierenwelzijn 8.
zeer positief
x
productkwaliteit kostprijs per eenheid
positief
PRODUCTEN (ONDERWERPEN VOOR VERVOLG / BASIS VOOR HET RAPPORT)
De resultaten worden verwerkt in een artikel voor het NOK blad en worden ook aangeboden aan DGS Magazin, en indien de resultaten daarvoor geschikt zijn wordt er ook een wetenschappelijke publicatie geschreven. Communicatie met belanghebbenden vindt plaats in de klankbordgroepvergadering van het PPE en in studieclubs van konijnenhouders.
9.
KENNISOVERDRACHT / COMMUNICATIEPLAN
Zie 8.
4
10.
BEGROTING IN EURO
Personeelskosten: Onderdeel/activiteit: Functieomschrijving:
Uurtarief:
Laag Middel
Aantal uren:
Onderdeel/activiteit: Totaal:
Functieomschrijving:
Uurtarief:
Aantal uren:
Totaal:
90
106
9.580
0
117
155
18.091
0
0
0
0 27.670 Cumulatief:
Cumulatief:
0 0
Reiskosten: Onderdeel/activiteit: R eden: van en naar proefbedrijf
Onderdeel/activiteit:
Km. tarief: Aantal km.: Totaal: 0,28
3214
Reden:
Km. tarief: Aantal km.: Totaal:
900
0
0
0
0
0
0 900 Cumulatief:
Cumulatief:
0 0
Materiële en overige kosten:
Kosten van materialen/apparatuur/analyses/etcetera: Onderdeel/activiteit: (Aanschaf) datum:
Omschrijving:
Cumulatief: TOTAAL BEGR OTING PAGINA 1:
Kosten:
Onderdeel/activiteit:
(Aanschaf) datum:
Omschrijving:
0 Cumulatief: 28.570 TOTAAL BEGROTING PAGINA 1:
5
Kosten:
0 0
TOTAAL BEGROTING PAGINA 1:
28.571 TOTAAL BEGROTING PAGINA 1: (Overnemen van vorige pagina)
Materiële en overige kosten (vervolg): Dieraccommodatie: Onderdeel/activiteit: Kosten:
Omschrijving:
Cumulatief: Onvoorziene kosten (max. 5%): Onderdeel/activiteit: Subtotaal: Percentage:
Onderdeel/activiteit:
Post onvoorzien: 1.141
Omschrijving:
Kosten:
0 Cumulatief:
0 Onderdeel/activiteit:
28.571 Subtotaal: Percentage:
0 Post onvoorzien: 0
Totale kosten: Onderdeel/activiteit: Bedrag:
29.712
Onderdeel/activiteit: Bedrag:
Overige toelichtingen:
Aldus op: Te: Door:
opgemaakt
6
0