Magazine over opleiding en scholing in de bouw en infra
6
Leren restaureren in Fort Asperen 7 vragen aan minister Henk Kamp
Vanaf pagina 13
DOSSIER Veilig opleiden
9 december 2011
Zeven vragen aan minister Henk Kamp (SZW) over het vitaliteitspakket en wat dit betekent voor de bouw en infra.
4
Dossier Veilig opleiden Jong geleerd is oud gedaan. Dat geldt ook voor veilig werken. Daarom is het belangrijk om al vanaf het begin van de opleiding aandacht te besteden aan veilig en gezond werken. Maar wat is dat eigenlijk en wat voor rol hebben werkgevers en leermeesters bij het leren van veilig werken? Dit dossier zet alle zaken op een rij en laat zien op wat voor manier er aandacht is voor veilig werken in opleidingen.
13
Inhoud Erkend leerbedrijf: woningcorporatie Thuisvester Zeven vragen aan minister Henk Kamp Infra-aannemer Van Vulpen is het Beste Leerbedrijf Bouw & Infra 2011. Hoe gaat het bedrijf om met het ontwikkelen van werknemers?
10
Prefab bouw bij Gelderse opleidingsbedrijven Leerlingen tevreden met leerbaan Groninger roc’s verdelen opleidingen Beste Leerbedrijf Van Vulpen heeft gestructureerde aanpak Dossier Veilig opleiden Leren restaureren op een bijzondere, historische plek Intakegesprek leermeester niveau 4 Bouwdeelnemers blikken terug op WorldSkills Beroep in Beeld: betonboorder Ton Schouten Serviceberichten van Fundeon Adressen Fundeon
De bouwdeelnemers aan WorldSkills kijken terug op hun prestatie en vertellen over hun ervaringen.
26
2
FUNDAMENT - december 2011
3 4 7 7 8 10 13 21 24 26 29 30 32
Erkend Leerbedrijf
“Je moet ook plezier hebben in je opleiding” Verbeteren Achterover leunen is er niet bij voor diegenen die zich bezighouden met het opleiden en ontwikkelen van personeel in de bouw en infra.
Het Alfa College en het Noorderpoort gaan de technische opleidingen onderling verdelen. Hierdoor kunnen ze de leerlingen betere faciliteiten aanbieden en nauwer samenwerken met het regionale bedrijfsleven. De opleidingsbedrijven in Gelderland zijn nauw gaan samenwerken, waardoor hun leerlingen kunnen oefenen met prefab elementen in de werkplaatsen. Door de nieuwe intakeprocedure voor leermeesters niveau 4, is het voor de begeleiders van kaderleerlingen niet meer altijd nodig om een cursus te volgen.
Die veranderingen leveren resultaat op. Fundeon blijft daarom zichzelf en zijn producten en diensten innoveren. Daarbij zoekt Fundeon actief naar samenwerking met opleiders, werkgevers en werknemers. Met de eerste stappen op LinkedIn wil Fundeon de interactie met hen vergroten
Fundeon riep woningcorporatie Thuisvester uit Oosterhout eind september uit tot Beste Leerbedrijf Middenkader. De jury was onder de indruk van hoe de corporatie met haar leerlingen werkt en haar huurders voorrang geeft bij het invullen van stageplaatsen. Directeur Johan Westra is trots. Heeft de prijs al een mooi plekje? “Zeker. Wat een stimulans! De oorkonde en het bronzen beeldje staan bij ons op kantoor. We vinden het belangrijk om een erkend leerbedrijf te zijn en hebben zelf leermeesters binnen de corporatie die stagiairs één op één begeleiden. Maar we stimuleren ook onze leveranciers om stageplekken aan te bieden aan kinderen van onze huurders. Deze prijs is een signaal dat we op de goede weg zitten.” Jullie doen dus nog een stapje harder. Waarom? “In onze corporatie willen we verder kijken dan alleen het dak boven iemands hoofd. Van veel huurders horen we hoe moeilijk hun kinderen het hebben bij het vinden van een stageplek. Vanuit onze maatschappelijke visie hebben we daarom besloten om opdrachten aan aannemers en onderhoudsbedrijven te geven onder de voorwaarde dat ze ook stage-uren beschikbaar stellen en dat onze huurders daarbij voorrang krijgen. Daarbij is het plezier dat die leerlingen in hun opleiding hebben heel belangrijk. Dat merkte je ook aan de stagiairs die de jury een presentatie gaven van ons bedrijf. Ze hadden veel lol in wat ze deden.”
en laten zien waar we mee bezig zijn. Aarzel niet om uw mening te geven. Wij maken namelijk graag gebruik van uw kennis om voortdurend te verbeteren.
i www.thuisvester.nl www.fundeon.nl/zoek/ leerbedrijf
Jolanda de Vries
[email protected]
FUNDAMENT - december 2011
3
Mening
Zeven vragen aan minister Kamp
“Stimuleren dat partners verder kijken dan hun eigen sector” Vanaf 2013 voert het kabinet het Vitaliteitspakket in. Met de regelingen uit dit pakket wil minister Henk Kamp van Sociale zaken en Werkgelegenheid de arbeidsparticipatie van oudere werknemers verhogen en de duurzame inzetbaarheid van werknemers vergroten. Hoe verhoudt dit Vitaliteitspakket zich met voorzieningen die de bouw- en infrasector zelf heeft opgericht voor deze doelen? Zeven vragen aan de minister.
i www.rijksoverheid.nl/ ministeries/szw http://bit.ly/FUN_vital
Wat houdt het Vitaliteitspakket in en wat wilt u hiermee bereiken? Om het mogelijk te maken dat meer mensen tot de pensioengerechtigde leeftijd door blijven werken, moet extra geïnvesteerd worden in gezondheid, scholing en mobiliteit. Ik vind overigens dat je hierbij de rol van de overheid niet moet overschatten: langer kunnen doorwerken is in de allereerste plaats de verantwoordelijkheid van werkende mensen zelf. Werkgevers en overheid kunnen dat faciliteren, bijvoorbeeld door werknemers in staat te stellen om scholing te volgen. Of door gezond gedrag te stimuleren. Het kabinet geeft wel forse financiële steun in de rug. Zo is een belangrijke maatregel uit het Vitaliteitspakket dat werkgevers drie jaar achtereen een bonus van zevenduizend euro krijgen, als ze iemand in dienst nemen die ouder is dan 50 jaar en een uitkering heeft. Werknemers kunnen zelf hun kansen op werk en werkbehoud vergroten, door hun hele werkzame leven lang hun kennis en technische vaardigheden op peil te houden. Overheid en de werkgevers steunen dat financieel. Het is tenslotte ook interessant voor werknemers om aan het werk te blijven. Vanaf hun 61ste jaar krijgen zij een bonus van in totaal tussen de 8.400 en 9.400 euro netto.
4
FUNDAMENT - december 2011
Werkgevers krijgen dus bonussen als zij oudere werknemers in dienst nemen en houden. In hoeverre denkt u dat deze maatregelen daadwerkelijk voldoende zijn om werkgevers te overtuigen om een oudere in dienst te nemen? Werkgevers kunnen het zich niet veroorloven oudere werknemers links te laten liggen. In sommige sectoren en regio’s is de krapte op de arbeidsmarkt nu al voelbaar. Op dit moment zijn er een kleine 140 duizend onvervulde vacatures. Voor sommige beroepen is al het moeilijk mensen te vinden en dat zal alleen maar toenemen. In uw Vitaliteitspakket neemt u scholingsregelingen mee. Kunt u toelichten wat deze inhouden en wat het doel hiervan is? Door het verlagen van de drempel voor aftrek van scholingsuitgaven en de mogelijkheden die de nieuwe vitaliteitspaarregeling biedt, wordt het interessanter voor werknemers om hun kennis en vaardigheden op peil te houden. Daarnaast willen we de O&O-fondsen, de scholingsfondsen van werkgevers en werknemers, beter benutten. Ik ga stimuleren dat de partners verder kijken dan alleen binnen hun eigen sector. Zeker in sectoren met zware beroepen of sectoren waar grote behoefte aan werknemers
↑ Minister Henk Kamp: “Werkgevers kunnen het zich niet veroorloven oudere werknemers links te laten liggen.”
bestaat, is het van belang om samen te werken om aan goed personeel te komen. Scholing is daarbij de sleutel tot een duurzame arbeidsloopbaan.
“Mensen gemakkelijker maken naar een andere baan over te stappen” U geeft in uw plan aan dat werkgevers en werknemers vooral hun verantwoordelijkheid nemen als het gaat om functiegerichte scholing en dat zij dat minder doen bij loopbaangerichte scholing. In de bouw- en infra sector hebben cao-partijen al vijf jaar voorzieningen die deze loopbaangerichte scholing stimuleren, zoals het Loopbaantraject Bouw & Infra en de EVC-centra Bouw & Infra. Wat vindt u van deze voorzieningen en sluiten deze volgens u aan op de visie van uw Vitaliteitspakket? Mensen hebben steeds minder een baan voor het leven, functies veranderen snel. Dat is nu eenmaal
zo. Het is daarom zaak in competenties van mensen te investeren. In bepaalde sectoren gebeurt dat al, maar naar mijn mening kan en moet het nog meer. Elk zinvol initiatief dat gericht is op loopbaangerichte scholing juich ik toe. Voor de loopbaanfaciliteiten in het Vitaliteitspakket wendt u zich voornamelijk tot de werkgevers- en werknemerspartijen. Waarom vindt u het belangrijk dat ontwikkeling en scholing van werknemers (inter) sectoraal wordt gestimuleerd? We zullen met ons allen langer moeten doorwerken. Dat betekent dat je moet blijven investeren in jezelf om aantrekkelijk te blijven voor de arbeidsmarkt. Scholing is daarbij essentieel. De tijd dat je de gehele loopbaan bij dezelfde werkgever blijft, ligt achter ons. Zeker voor mensen met zware beroepen is het van belang tijdig te kijken naar andere banen, zodat ze gezond en werkend de pensioengerechtigde leeftijd halen. Ook dan speelt scholing en ontwikkeling van vaardigheden een belangrijke rol.
→
FUNDAMENT - december 2011
5
Mening
↑ Tijdens de Fundeon Relatiedag pleitte minister Kamp ook voor het langer inzetten van oudere werknemers.
De bouw- en infrasector merkt, onder meer via het Loopbaantraject Bouw & Infra, dat het lastig is om werknemers te laten overstappen naar een andere sector vanwege de pensioenrechten. Als je overstapt naar een andere sector met minder aantrekkelijke pensioenafspraken kan dat ongunstig uitpakken. Werknemers zijn huiverig om hun opgebouwde rechten ‘op te geven’. Hoe kijkt u hier tegenaan? Het wisselen van baan gaat vaak gepaard met nieuwe arbeidsvoorwaarden en deelname aan een andere pensioenregeling. Ik begrijp best dat mensen daar onzeker over zijn. Wat pensioen betreft, kunnen werknemers hun opgebouwde rechten meenemen naar de nieuwe regeling. Zij zijn daartoe niet verplicht. Als werknemers hun rechten liever willen laten staan in de oude regeling bij de oude pensioenuitvoerder, dan kan dat ook. Het is niet zo dat zij dan die rechten opgeven; deze blijven behouden, evenals de kans op indexatie van die rechten. Wat toekomstverwachtingen betreft, zie ik dat de arbeidsmobiliteit toeneemt. Het wisselen van pensioenregelingen kan daardoor steeds vaker voorkomen. Daarnaast worden onder invloed van het recent gesloten pensioenakkoord nieuwe pensioen-
6
FUNDAMENT - december 2011
contracten mogelijk. Bij baanwisseling kan het dan voorkomen dat een overstap plaatsvindt van een ‘oud’ naar een ‘nieuw’ contract. Mijn inspanning zal erop gericht zijn zo veel als mogelijk te voorkomen dat het wisselen van pensioenregeling en van pensioencontract, het veranderen van baan in de weg staat. Om intersectorale scholing te stimuleren, wilt u dat de O&O-fondsen hun bereik verbreden. Hoe ziet u dat voor u? Wat zou dat volgens u kunnen betekenen voor het O&O-fonds Bouwnijverheid? In een sector als de bouw waar zware beroepen voorkomen, is het extra van belang dat mensen tijdig overstappen naar een andere baan. Het is voor mij als minister niet mogelijk objectief vast te stellen wat een zwaar beroep is en daar rekening mee te houden bij de verhoging van de pensioenleeftijd. Daarom heb ik samen met de organisaties van werknemers en werkgevers ervoor gekozen mensen in staat te stellen hun werk te blijven doen of het gemakkelijker voor hen te maken na verloop van tijd naar een andere baan over te stappen. In de bouwsector zijn ze daar al volop mee bezig, ik vind dat de O&Ofondsen daarbij een belangrijke rol moeten spelen. ←
Kort nieuws
Prefab bouw in huis bij Gelderse opleidingsbedrijven Door samen te werken hebben zeven Gelderse opleidingsbedrijven een realistische simulatie van een prefab bouwomgeving kunnen maken. Dit project Het Bouwhuis is tot stand gekomen met subsidie van de provincie Gelderland. In Het Bouwhuis leren leerlingen op een praktische manier het vak. Bij elk van de zeven opleidingsbedrijven is een stalen constructie geplaatst. Hiermee kunnen de leerlingen nu een volledig huis bouwen, opgebouwd uit prefab elementen. Leerlingen plaatsen dus bijvoorbeeld een al op maat gemaakte schoorsteen in de constructie. Dit vraagt een andere manier van denken dan traditioneel bouwen. Samenwerken Volgens de opleidingsbedrijven hebben zij dit project tot stand kunnen brengen door nauw samen te werken. Om dat te bereiken hebben ze een gezamenlijke stichting opgericht, Stichting Bouwopleidingsbedrijven Gelderland. Hierdoor is er voor de provincie en andere partijen een duidelijk aanspreekpunt. Vanuit deze stichting willen de opleidingsbedrijven ook techniek en bouw promoten in de provincie. Gedeputeerde Jan Jacob van Dijk is tevreden over dit eerste project: “We willen er als provincie samen met andere partners voor zorgen dat er zich voldoende, goed geschoolde mensen op de arbeidsmarkt bewegen. De Gelderse opleidings-
bedrijven hebben een leeromgeving op poten gezet waarbij leerlingen zich door middel van een simulatie goed kunnen voorbereiden op de arbeidsmarkt. Daarom is dit één van de projecten waaraan we graag een financiële steun in de rug geven.” Zeven opleidingsbedrijven De zeven opleidingsbedrijven die zich hebben verenigd in Stichting Bouwopleidingsbedrijven Gelderland zijn: Revabo Oosterbeek, Revabo Geldermalsen, Bouwstarters te Apeldoorn, Bouwopleiding Gelderland-Oost te Lichtenvoorde, Bouwopleiding Berkelstreek te Borculo, OBDBouwopleidingen te Doetinchem en Born te Nijmegen. ←
↑ Eddy Kil van opleidingsbedrijf Revabo Geldermalsen geeft gedeputeerde Jan Jacob van Dijk de eerste steen van het prefab Bouwhuis aan.
Leerlingen tevreden met leerbaan Leerlingen die een mbo-opleiding volgen in de bouw en infra geven hun leerbaan of stageplaats gemiddeld een 8,2. Dat doen zij omdat ze vinden dat ze veel leren, de werksfeer goed is en het op deze beroepspraktijkvormingsplaats (bpv-plaats) goed geregeld is. In opdracht van kennis- en adviescentrum Fundeon heeft USP Marketing Consultancy een telefonische enquête uitgevoerd onder ruim
negenhonderd leerlingen die een mbo-opleiding richting de bouw, infra of gespecialiseerde aannemerij volgen. De meeste van deze leerlingen volgden een opleiding in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) op mbo-niveau 2 of 3 en hadden dus een leerbaan bij een erkend leerbedrijf. De leerlingen die hun leerbaan of stageplaats lager waarderen, geven aan dat zij geen vaste leermeester hebben of vinden het bedrijf of de collega’s niet leuk. ←
FUNDAMENT - december 2011
7
rubriek Achtergrond
Met sterker profiel voorbereiden op krimpend leerlingaantal
Alfa College krijgt bouw, Noorderpoort autotechniek i www.alfa-college.nl www.noorderpoort.nl
↓ Dirk van der Plas (links) en Arie van der Meer (Noorderpoort): “We plaatsen leerlingen bij dezelfde bedrijven. Dan moet je zaken al op elkaar afstemmen.”
Vanaf volgend jaar kan een toekomstig timmerman uit de stad Groningen niet meer kiezen of hij de opleiding wil volgen aan het Alfa College of het Noorderpoort. Om het onderwijs te verbeteren hebben de twee scholen ervoor gekozen om de opleidingen te verdelen. Alfa College krijgt de bouw, infra en hout en meubel, het Noorderpoort motorvoertuigentechniek.
“Laten we eerlijk zijn. We kunnen niet alles blijven doen”, begint Henk Huberts, opleidingsmanager techniek bij het Alfa College. “Voor veel opleidingen worden de klassen te klein. Als we alles blijven doen, hebben we teveel verschillende technieklokalen nodig.” “Misschien dat het nu nog wel lukt, maar door demografische ontwikkelingen moet we ons afvragen hoe we het overeind houden”, vult directeur Dick van der Plas van het Noorderpoort aan. Einde concurrentie Met als directe aanleiding de nieuwbouwplannen van het Noorderpoort, zijn de twee Groningse scholen met elkaar om tafel gegaan. Voor twee scholen die voorheen met elkaar moesten strijden voor dezelfde leerling, is dat verbazingwekkend soepel gegaan. “Vanzelfsprekend kijk je naar rationele zaken bij zo’n uitwisseling,”
stelt Huberts, “zoals groepsgrootte en investeringen die gedaan moeten worden. Dat ging gemakkelijker doordat we het goed met elkaar konden vinden.” Innovatiecentrum “Alle varianten zijn langs gekomen”, weet teammanager Arie van der Meer van het Noorderpoort. “Uiteindelijk hebben we vooral gekeken wat in de profielen van de scholen past. Met de opleidingen die wij gaan doen, kunnen we een fantastisch automotivecentrum opzetten, samen met het bedrijfsleven.” “Wij maken een innovatiecentrum waar energie, duurzaamheid en ondernemerschap centraal staan”, vertelt Huberts. “Dat wordt een fysieke omgeving, waar we de innovaties uit de bouwnijverheid echt tonen. Daar komen de nieuwste machines en gereedschappen, waar ook de bedrijven uit de regio gebruik van mogen maken. Op die manier halen we het bedrijfsleven echt binnen de school. Samen met onder meer de opleidingen installatie- en elektrotechniek krijgen we zo een sterk technisch profiel.” Samenwerking bedrijven Die samenwerking met het regionale bedrijfsleven is ook een belangrijke drijfveer geweest voor de verdeling. Huberts: “Voorheen was het soms moeilijk om toezeggingen van bedrijven te krijgen. Als ze ons iets beloofden, moesten ze dat eigenlijk ook richting het Noorderpoort doen.” Ook met vmbo-scholen en het hbo hopen de twee roc’s nu gemakkelijker tot samenwerking te komen. “Met het hbo hopen we mbo-plus-opleidingen te gaan aanbieden en associate degrees”, stelt Van der Plas. Zelfde stageplaatsen Voor de leerlingen zelf zal er volgens de teamleiders weinig veranderen. Natuurlijk, ze gaan naar een andere school. “De lespakketten leken al veel op elkaar. Voor de bouwopleidingen gebruiken we beiden het onderwijspakket van Fundeon”, licht Huberts toe. “We werkten al veel samen”, beseft Van der Meer. “We
8
FUNDAMENT - december 2011
enk Huberts H (Alfa College): “We krijgen een sterk technisch profiel.”
plaatsen leerlingen bij dezelfde bedrijven. Dus we moesten bijvoorbeeld al stageperiodes en invulling van de beroepspraktijkvorming op elkaar afstemmen.” Ook infra naar Alfa Om te zorgen dat de overgang goed verloopt, hebben de docententeams van beide scholen de afgelopen maanden veel overleg gevoerd. Van der Meer: “Onze bouwdocenten wilden natuurlijk wel zeker weten dat wat zij belangrijk vinden in de opleiding, ook na de overgang overeind blijft.” Voor de infradocenten die overgaan van het Noorderpoort naar het Alfa College was het nog het gemakkelijkst om te komen tot een goed onderwijsprogramma, aangezien het Alfa College deze opleidingen nu nog niet aanbiedt. “Ook al is dat dus eigenlijk geen samenvoeging, we hebben er bewust voor gekozen om ook die opleidingen mee te laten gaan”, benadrukt directeur Van der Plas. “Alleen op die manier kun je kiezen voor een duidelijke profilering. Doe je dat niet, dan blijf je versnipperen.” Nieuwste ontwikkelingen Huberts: “Ik verwacht dat we de leerlingen straks goed kennis kunnen laten maken met de complexiteit van de bouwwereld. We kunnen ze laten ervaren hoe de specialisaties in de bouw met elkaar samenhangen en ze komen in aanraking met de nieuwste ontwikkelingen op hun vakgebied.” ←
Doelmatigheid mbo-onderwijs Door opleidingen op minder roc's aan te bieden, wil het ministerie van Onderwijs de kwaliteit van de opleidingen verbeteren. Dat stelde minister Marja van Bijsterveldt begin dit jaar in het actieplan 'mbo Focus op Vakmanschap 2011-2015'. Door de doelmatigheid te vergroten, moet de onderlinge concurrentiestrijd en de versnippering verdwijnen. De minister vraagt daarom aan de roc's om samen met het regionale bedrijfsleven keuzes te maken welke opleidingen wel en welke niet worden aangeboden. Het Noorderpoort en het Alfa College in de stad Groningen sloten daarvoor in oktober 2010 al een intentieverklaring af. Het resultaat? Vanaf volgend schooljaar geeft het Alfa College de bouw- en infraopleidingen, het Noorderpoort wordt specialist in automotive. Waarschijnlijk voeren ze meteen ook een verdeling door voor de opleidingen installatie- en elektrotechniek (naar Alfa College) en procestechniek en werktuigbouwkunde (naar Noorderpoort). Zeshonderd leerlingen In totaal wisselen de scholen zo’n zeshonderd ‘gewogen’ leerlingen uit: driehonderd bouwleerlingen en driehonderd automotiveleerlingen. In de praktijk gaat het om meer jongeren: bbl’ers tellen voor minder dan één leerling. Zij zijn in dienst zijn van een erkend leerbedrijf of opleidingsbedrijf en volgen minder onderwijsuren op het roc. De verdeling geldt alleen voor de vestigingen in de stad Groningen. In Stadskanaal (Noorderpoort) en Hoogeveen (Alfa College) blijven de scholen hun huidige aanbod houden.
FUNDAMENT - december 2011
9
Praktijk
Van Vulpen winnaar Beste Leerbedrijf Bouw & Infra 2011
“Gestructureerde aanpak van i www.vanvulpen.nl www.besteleerbedrijf.nl
‘Een bedrijf met een sterke wil om te groeien en doordrongen van het besef dat zoiets alleen kan met vakmanschap dat zich steeds blijft ontwikkelen. Het opleidingsbewustzijn en het enthousiasme voor scholing spatten er vanaf en zijn in alle vezels zichtbaar.’ Zo typeerde de winnaar van vorig jaar Kasper Burgy, namens de jury, Van Vulpen bij de uitverkiezing tot Beste Leerbedrijf Bouw & Infra 2011.
Op een zonnige novemberdag zitten Van Vulpenwerknemers Sam de Groot en Fedor van Drunen even uit te rusten in hun bouwkeet. De Groot kan maar net over de stapel studieboeken heen kijken. “Dit,” wijst hij trots naar de minstens één meter hoge toren van kennis, “heb ik de afgelopen anderhalf jaar allemaal doorgespit.” Van Drunen, tegenover hem, is net begonnen met zijn opleiding. Zijn stapel studieboeken is nog bescheiden van omvang. Zijn motivatie is er niet minder om. “Elke pauze zit ik met mijn neus in
10
FUNDAMENT - december 2011
de boeken”, vertelt Van Drunen. “We werken met een kleine ploeg, dus ik kan me hier prima concentreren. Als ik vragen heb, kan ik ze meteen aan Sam stellen. Met zijn jarenlange ervaring heeft hij op bijna alles een antwoord. Bovendien, als ik moe thuiskom, hoef ik niet nog eens ’s avonds verder te studeren.” Papieren halen De Groot: “Infra is steeds ingewikkelder geworden. Daarom vindt onze werkgever Van Vulpen het belang-
↑ Sam de Groot en Fedor van Drunen: “Elke pauze zit ik met mijn neus in de boeken.”
het opleidingsbeleid” rijk dat iedereen, zowel binnen als buiten, over de juiste papieren beschikt. Natuurlijk moeten we de cursussen volgen, die nodig zijn om het werk deskundig en veilig te kunnen uitvoeren. Daarnaast krijgen we volop ruimte om ons verder te bekwamen in specifieke dingen die we interessant vinden. Onze werkgever begeleidt ons
“Ouders willen graag studerende kinderen. Nou, ik denk dat er nergens zoveel gestudeerd wordt, als in de bouw en infra” daar goed bij. Er wordt precies gekeken naar wat je mogelijkheden zijn. Heeft een medewerker bijvoorbeeld moeite met schriftelijk formuleren, dan kan er ook gekozen worden voor een mondeling examen. Is
er behoefte aan een cursus op maat, dan wordt die samengesteld. Op dit moment zit ik net tussen twee cursussen in en heb ik het gevoel dat ik gewoon wat mis. Maar gelukkig start ik binnenkort met de cursus voor leermeester.” Voldoening en bevestiging De Groot wordt daarmee de derde gecertificeerde leermeester bij Van Vulpen. Uitvoerder Jeroen Verkleij is al een aantal jaar leermeester. Verkleij: “Je bent nooit klaar met leren. Dat zeg ik ook altijd tegen mijn leerlingen. Ouders willen graag studerende kinderen. Nou, ik denk dat er nergens zoveel gestudeerd wordt, als in de bouw en infra. De onderwijsprijs die we nu gekregen hebben, is de erkenning en bevestiging dat we bij Van Vulpen het juiste pad bewandelen.” De Groot en Van Drunen beamen dat. “Bovendien,” vult De Groot aan, “onderscheiden we ons van andere leerbedrijven doordat zzp'ers en onderaannemers die voor ons werken, dezelfde opleidingen volgen als het vaste
→
FUNDAMENT - december 2011
11
achtergrond
→ R emco Verkerk: “Toen ik de film zag die over Van Vulpen gemaakt is, dacht ik: ja, we doen het eigenlijk wel goed.”
personeel van Van Vulpen. Het voordeel daarvan voor onze opdrachtgevers is dat we altijd dezelfde hoge kwaliteit leveren.” Opleidingsbeleid De afgelopen tien jaar is familiebedrijf Van Vulpen uit Gorinchem gegroeid van vijftien medewerkers naar honderdvijftig. Die vertienvoudiging vroeg een kleine twee jaar geleden om gestructureerde aanpak van het opleidingsbeleid. Met het aantreden van Remco Verkerk, begin 2010, als hoofd P&O en Veiligheid kreeg die aanpak verder vorm. Verkerk: “Met de nominatie voor Beste Leerbedrijf Infra waren we al heel gelukkig. Dat was voor ons eigenlijk al de hoofdprijs. Vervolgens kregen we de prijs en werden we ook nog eens uitgeroepen tot Beste Leerbedrijf Bouw en Infra 2011. Toen ik, net voor de prijsuitreiking, de film zag die over Van Vulpen gemaakt is, dacht ik wel: ja, we doen het eigenlijk wel goed. Ik zag daar een jonge, dynamische club, gefocust op mensen. Ons motto ‘Samen werken, samen leren’ is voor ons geen loze kreet. In de wintermaanden gaan we weer beginnen met alle opleidingen en cursussen. Als het gaat om VCA en bhv bijvoorbeeld, dan schuift iedereen aan, ook de binnendienst en de directie. Er wordt hier met veel inzet, maar ook met heel veel lol gewerkt én geleerd. We zijn heel solidair met
Op voor de landelijke prijs Van Vulpen is door de vakjury verkozen tot Beste Leerbedrijf Bouw & Infra. Met deze titel op zak, draagt Fundeon het bedrijf voor om mee te dingen naar de prijs voor Beste Leerbedrijf van Nederland 2011. Deze prijs wordt op 5 maart uitgereikt door Colo, de vereniging van gezamenlijke kenniscentra. Van Vulpen neemt het voor deze prijs op tegen andere sectorale winnaars.
12
FUNDAMENT - december 2011
elkaar. Het kantoorpersoneel begint bijvoorbeeld, net als de mannen op de bouwplaats, ook voor zevenen.” Leerlingen De gemiddelde leeftijd bij Van Vulpen is 38 jaar. Verkerk: “Jonge mensen proberen we aan ons te binden. Opleidings- en doorgroeiperspectieven zijn daarbij zeker belangrijk. Niet alleen de jongeren die vanuit de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) ons bedrijf binnenkomen, noemen we leerling. Ook de collega’s die al langer voor ons werken en opleidingen en cursussen volgen, zijn voor ons leerlingen. Iedereen krijgt jaarlijks een functie-evaluatiegesprek. Belangrijk onderdeel daarin is het individuele opleidingsplan. Leerlingen die vanuit de bbl bij ons starten laten we eerst een half jaar meelopen. Ga maar eens ervaren wat je leuk vindt, wat je ligt en waar je goed in bent. Vervolgens gaan we samen kijken naar welke vakopleiding de voorkeur uitgaat. Ik denk dat we sterk zijn in de persoonlijke benadering en individuele begeleiding. Ons personeel weet: we doen het met elkaar en je hoort er allemaal bij. Om een voorbeeld te geven. Een van onze mensen zakte steeds voor zijn examens. Maar hij wil graag, is gemotiveerd. We hebben hem toen twee dagen voor zijn examen een docent ter beschikking gesteld, die intensief met hem heeft zitten blokken. Met een tien als resultaat! Geweldig toch? Door goed naar mensen te luisteren en een aanpak op maat te bieden zijn we in staat om onze medewerkers naar een hoger plan te trekken. Daar ben ik trots op.” Mooie plek Verkerk is ervan overtuigd dat een persoonlijke aanpak voor zowel werknemer als bedrijf zijn vruchten afwerpt. “Ik denk dat de jury die aanpak waardeert. De prijs is inderdaad een bevestiging dat we met elkaar op de goede weg zijn. We hebben onze uitverkiezing dan ook met het hele personeel gevierd. We gaan door op deze ingeslagen weg. Eén ding moeten we nog wel doen: de twee beelden, die bij beide prijzen horen, een mooie plek geven. Zodat we er blijvend aan worden herinnerd.” ←
Veilig opleiden Dossier behorend bij Fundament 6, december 2011
Veiligheid boven alles bij Qualm Weg- en waterbouwbedrijf Qualm in Rozenburg doet geen concessies als het gaat om veilig en gezond werken. "We zullen werk nooit afraffelen. Veiligheid en kwaliteit staan voorop", zegt bedrijfsleider Frankwin Spithoven. ↓ Frankwin Spithoven.
Qualm houdt zich bezig met het ontwerpen, aanleggen en onderhouden van ondergrondse en bovengrondse leidingsystemen. Eén van de voornaamste specialismen is de aanleg van bluswaterleidingen voor grote industriële bedrijven. Op dat gebied is Qualm een bekende speler in Nederland. Hoe gevaarlijk is dat werk? Spithoven: "Als we ons houden aan de veiligheidvoorschriften, zijn de gevaren te overzien." Verdachte locaties De grootste risico's doen zich voor bij werken in verontreinigde grond, zeker als een opdrachtgever zelf niet op de hoogte is of heeft verzuimd Qualm daarover te informeren. Daarom treft het bedrijf zelf maatregelen om medewerkers te beschermen. "We hebben een protocol voor een verdachte locatie. Iedere uitvoerder is uitgerust met materieel om een aantal stoffen te kunnen meten. Niet alles, maar wel de meest voorkomende stoffen, zoals benzeen, dat kankerverwekkend is", legt Spithoven uit. Gevaarlijke stoffen Als de metingen uitwijzen dat de concentratie gevaarlijke stoffen de toegestane hoeveelheid overschrijdt, dan volgt uitgebreider bodemonderzoek en wijst Qualm de opdrachtgever op de gevaren. Aansluitend komt er dan een specifiek veiligheidsplan waarin omschreven staat welke aanvullende persoonlijke beschermingsmiddelen de medewerkers moeten dragen en kunnen de werkzaamheden worden vervolgd. Ook de sleuf waarin gewerkt wordt, moet veilig zijn. Een onveilige sleuf is vaak een kwestie van haastwerk, weet Spithoven. De sleuf is te
→
FUNDAMENT - december 2011
13
dossier: rubriek Veilig opleiden
krap uitgegraven of er is te weinig straatwerk verwijderd, met het gevaar voor degene die in de sleuf aan het werk is om bedolven te worden door overhangende stenen. "Even snel en veilig gaan niet samen", stelt kam-coördinator en middelbaar veiligheidskundige Bertien Soeteman. Veiligheidsinstructie Gelukkig is het uitzonderlijk dat Qualm zulke omstandigheden aantreft. De meeste bedrijven waarvoor de aannemer werkt, hanteren zelf een streng veiligheidsbeleid en stellen dus ook eisen aan iedereen die op hun terrein werkt. Dat begint al bij de poort. Voordat de medewerkers aan het werk kunnen, volgen ze een verplichte veiligheidsinstructie. Die volgt bovenop de werkinstructie die een uitvoerder van Qualm zelf al heeft gegeven aan zijn team. Kwaliteitssystemen Veel veiligheidsvoorschriften vloeien voort uit kwaliteits-, arbo- en milieuzorgsystemen waarvoor Qualm is gecertificeerd, zoals VCA, ISO 9000 en BRL 7000 (uitvoeren van bodemsaneringen). Maar uiteindelijk valt of staat je veiligheidsbeleid met de mensen op de werkvloer, meent Spithoven. "Het begint bij de man die in de sleuf staat. Als die niet
14
FUNDAMENT - december 2011
gemotiveerd is veilig te werken, dan kun je als bedrijf hoog en laag springen, dan lukt het niet." Veiligheidsbesef In de praktijk is dat veiligheidsbesef goed ontwikkeld. Zo zullen medewerkers nooit zo maar gaan graven. Ondanks tekeningen is niet altijd duidelijk waar kabels en leidingen liggen. Er staat altijd een grondwerker bij de graafmachine die voor steekt. De gevolgen kunnen enorm zijn als er een kabel of leiding geraakt wordt. Spithoven: "We maken leerlingen dan ook meteen duidelijk dat ze een belangrijke taak hebben. Want als we de hoofdvoedingskabel uit de grond trekken, is de schade niet te overzien." Kracht van mensen Wat helpt om veiligheid goed tussen de oren te krijgen is dat de meeste uitvoerders zelf begonnen zijn als vakman buisleiding en de meeste werknemers al lang bij het familiebedrijf werken. Daarbij werkt Qualm met vaste ploegen van drie tot vier medewerkers, inclusief meewerkend uitvoerder, die zelfstandig een opdracht kunnen uitvoeren. "We halen onze kracht uit onze mensen. We proberen de ploegen zo veel mogelijk bij elkaar te houden. Het is echt een
kleine familie." Ook de toolboxmeetings en de werkplekinspecties die voortvloeien uit de VCA-certificering dragen eraan bij om iedereen scherp te houden op het gebied van veilig werken. Leerlingen in dienst Dat veiligheidsbesef wordt ook doorgegeven aan de vijf tot acht leerlingen die Qualm gemiddeld in dienst heeft. De meeste van hen volgen een opleiding voor het leren leggen van leidingen. Spithoven: "Vaak werken ze een periode op proef waarin ze moeten bewijzen dat ze gemotiveerd zijn. Als dat bevalt, beginnen ze aan het leertraject." Een leermeester begeleidt de leerlingen. Qualm is bezig dat aantal uit te breiden om de leerlingen nog meer aandacht te kunnen geven. Nooit alleen werken Hoewel leerlingen een kwetsbare groep vormen, moet je ze wel in staat stellen het vak te leren, vindt Spithoven. "Het is niet zo dat ze op een krukje zitten om te kijken hoe het moet. Ze moeten net zo hard meewerken als hun collega’s en dat is goed. "Maar een leerling werkt nooit alleen en we laten hem nooit risicovolle werkzaamheden uitvoeren", vult Soeteman aan.
Veilig opleiden in de praktijk Jong geleerd is oud gedaan. Dat geldt ook voor veilig werken. Daarom is het belangrijk om al vanaf het begin van de opleiding aandacht te besteden aan veilig en gezond werken. Maar wat is dat eigenlijk en wat voor rol hebben werkgevers en leermeesters bij het leren van veilig werken? Dit dossier zet alle zaken op een rij en laat zien op wat voor manier er aandacht is voor veilig werken in opleidingen.
De cijfers Jongeren tussen de 15 en 19 zijn bijna een derde tot een keer zo vaak bij een ongeval op de bouwplaats betrokken dan de gemiddelde bouwplaatsmedewerker in de bouw of infra. Ook zijn ze vaker ziek. Eén op de vijf bouwplaatsmedewerkers tussen de 15 en 19 jaar heeft het afgelopen jaar verzuimd vanwege een ongeval. Ongeval op de bouwplaats Bouwplaatspersoneel bouw Bouwplaatspersoneel infra Bouwplaatspersoneel 15-19 jaar Afgelopen jaar verzuimd door ongeval Bouwplaatspersoneel bouw Bouwplaatspersoneel infra Bouwplaatspersoneel 15-19 jaar
% 4,4 3,3 6,2
% 8,1 6,6 20,7
Van de ongevallen wordt 80 procent veroorzaakt door onveilig handelen, 20 procent door onveilige situaties. Het is dus van groot belang om beginnende bouwvakkers goed te instrueren over veilig en gezond werken. In de praktijk gebeurt dit niet altijd voldoende. Ook zijn niet alle bouwplaatsen volgens de eisen ingericht of zijn niet voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen (pbm) beschikbaar gesteld. Jongeren beschikken overigens vaker over alle pbm dan de overige bouwplaatsmedewerkers en zien vaker dat er onvoldoende veiligheidsmaatregelen zijn genomen. Onveilige situaties Bouwplaatspersoneel bouw Bouwplaatspersoneel infra Bouwplaatspersoneel 15-19 jaar
% 12,6 13,2 12,6
Onvoldoende technische en organisatorische veiligheidsmaatregelen % Bouwplaatspersoneel bouw 5,6 Bouwplaatspersoneel infra 5,8 Bouwplaatspersoneel 15-19 jaar 6,7
Geen persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar % Bouwplaatspersoneel bouw 1,4 Bouwplaatspersoneel infra 2,3 Bouwplaatspersoneel 15-19 jaar 1,6 Veiligheid niet in orde Bouwplaatspersoneel bouw Bouwplaatspersoneel infra Bouwplaatspersoneel 15-19 jaar
% 5,7 4,4 2,6
Veilig en gezond werken Werken in de bouw- en infrasector is relatief zwaar. Er moet veel getild en gelopen worden en bij veel werkzaamheden komt stof vrij. Daarbij zijn er ook veel risico’s: er wordt gewerkt met machines en op hoogte. Een ongeluk zit in een klein hoekje. Door gebruiksaanwijzingen op te volgen en de beschermingsvoorschriften in acht te nemen, valt leed te voorkomen. De grootste risico’s op een rij Tillen Til en buk zo weinig mogelijk, gebruik hulpmiddelen. Als je tilt, zorg voor een goede houding en let op het aantal kilo’s. Iemand van 15 jaar en ouder mag maximaal 25 kg tillen. Lawaai Blijf zoveel mogelijk bij lawaai uit de buurt en draag gehoorbescherming.
Lichamelijke belasting Voorkom onnodig gesjouw en werk met een goede lichaamshouding. Gebruik hulpmiddelen. Verplaats zware lasten niet alleen en wissel werkzaamheden af. Vallen Zorg voor een veilige werkplek, bijvoorbeeld op een gecertificeerde en professioneel gebouwde steiger. Is er valgevaar? Draag dan een gordel en vanglijn.
FUNDAMENT - december 2011
→
15
dossier: Veilig opleiden
Persoonlijke beschermingsmiddelen (pbm) Op een bouwplaats zijn pbm, zoals helm en veiligheidsschoenen verplicht. Jongeren onder de 15 jaar mogen geen werk doen waar permanent pbm moeten worden gedragen. Stof Zorg voor zo weinig mogelijk stof, gebruik gereedschap met afzuiging of watertoevoer. Gebruik ademhalingsbescherming en een veiligheidsbril. Werken met gevaarlijke stoffen is verboden voor jongeren onder de 18 jaar. Trillingen Wissel werkzaamheden af en probeer trillingen te voorkomen door bijvoorbeeld te zagen in plaats van te hakken. Kies voor trillingsarm gereedschap of gebruik handgrepen of handschoenen die trillingen verminderen. Werknemers onder de 18 jaar mogen niet worden blootgesteld aan schade lijke trillingen.
Top 10 van gevaren op de bouwplaats en aantal werknemers dat hiermee te maken kan krijgen
1. Vallen op gelijke hoogte
61.800
2. Contact met zelf gebruikt handgereedschap
38.900
3. Extreme krachtinspanning: kracht
36.000
4. Opbotsen tegen een object
21.100
5.
ontact met voorwerpen die door een persoon C worden gedragen of gebruikt: handgereedschap
23.900
6. Contact met bewegende delen van machines: het bedienen van een machine
21.000
7. Contact met voorwerpen die door een persoon 8.
worden gedragen of gebruikt: niet handgereedschap
12.800
Vallen van hoogte: gaten in de grond
19.900
9. Aanrijding door een bewegend voertuig
14.100
10.
9.600
Contact met rondvliegende voorwerpen
Aandacht voor veilig werken Veilig en gezond werken maakt integraal onderdeel uit van het vakmanschap van mensen. Vanuit dat uitgangspunt maakt Fundeon de leermiddelen en toetsproducten voor de mbo-opleidingen in de bouw en infra. Sinds in 2004 de opleiding Dakdekker riet als eerste is gemaakt volgens een nieuw format, vernieuwt Fundeon in de loop van de jaren steeds meer opleidingen op deze manier. De basis hierbij is dat iedere leerling tijdens zijn opleiding een groot aantal beroepstaken leert uitvoeren. Elke beroepstaak bestaat uit deeltaken. Een vaste deeltaak in elke beroepstaak is veilig en gezond werken. 23 keer aandacht voor veiligheid Per opleiding zijn gemiddeld zo’n 23 beroepstaken. Dat betekent dus dat in de opleiding ook 23 keer aandacht is voor veilig en gezond werken. Om te veel herhaling te voorkomen, zoeken de projectleiders van de
16
FUNDAMENT - december 2011
opleiding voor elke beroepstaak naar een andere invalshoek op het gebied van veilig en gezond werken. Op die manier komen verschillende onderwerpen in de meest relevante context aan de orde. Dat betekent dat in de ene beroepstaak vooral aandacht is voor persoonlijke beschermingsmiddelen, in een andere voor veiligheid in de werkomgeving en in weer een andere voor specifieke onderwerpen als stof of geluid. In werkboeken – of in de digitale leeromgeving Bouwinfranet – krijgt de leerling per deeltaak opdrachten. Vanuit de deeltaak veilig en gezond werken kan hij de opdracht krijgen om te meten hoeveel decibel een haakse slijper produceert en wat het verschil in geluidsniveau is op basis van welk materiaal de leerling
doorslijpt. Ook kan hij de opdracht krijgen om persoonlijke beschermingsmiddelen met elkaar te vergelijken of moet hij aangeven welke veiligheids- en gezondheidsrisico’s er zijn bij de uitvoering van een beroepstaak. Door deze werkwijze staat de leerling bewust stil bij zaken op het gebied van veiligheid en gezondheid. Hij leert inzien welke maatregelen er bij de bron (bijvoorbeeld in het ontwerp) zijn genomen, welke collectieve beschermingsmiddelen er ingezet kunnen worden en welke persoonlijke beschermingsmiddelen er dan nog nodig zijn. Actuele informatie De informatie die de leerling nodig heeft om de vragen te beantwoorden kan de leerling op verschillende plaatsen vinden. Voor de meeste opleidingen maakt Fundeon een vakboek, waar veel theoretische informatie in staat. Om te zorgen dat de leerling op de hoogte is van de laatste stand van zaken, verwijst de lesstof echter vaak naar andere bronnen, zoals Arbouw en leveranciers van gereedschappen en
Rick Geerling (21) is leerling bij Bouw bedrijf Wessels Rijssen en gaat een dag in de week naar ROC Twente. Hij weet hoe hij veilig en gezond moet werken op de bouwplaats en doet dat ook. “Voordat ik voor het eerst naar de bouwplaats ging, heb ik op de computer alle regels gelezen waaraan ik me moet houden. Ook was er een diavoorstelling waarin ik kon zien wat de gevolgen kunnen zijn, als ik me niet aan de regels houd. In de opdrachten die ik voor school doe, zitten regelmatig vragen over veilig en gezond werken op de bouwplaats. Binnenkort start ik op school met VCA. Dat is verplicht, maar is gewoon ook heel nuttig. Als ik met machines werk, vind ik het prettig om oordopjes op maat in te hebben. Het mooie daarvan is dat hoge geluiden van zagen, slijpen of boren gedempt worden,
maar dat je elkaar nog wel kunt verstaan. Ik houd me altijd aan de arbo-regels. Natuurlijk, omdat je anders een boete krijgt. Maar los daarvan moet je goed aan jezelf denken, vind ik. Heel af en toe denk ik wel: oh, dat kan even snel, snel, zonder de
nodige veiligheidsmaatregelen. Maar altijd grijpt de leermeester of uitvoerder in en krijg ik te horen ‘let je even op’, of ‘je kunt het beter op een andere manier doen’. Daar hebben ze gelijk in. Achteraf denk ik dan: dat had ook anders kunnen aflopen.”
in de opleidingen materialen. Via internet kan de leerling alle informatie vinden die hij nodig heeft. Beoordelen van kennis en vaardigheden Een aantal vergelijkbare beroepstaken vormen samen één beoordelingseenheid. Per beoordelingseenheid maakt de leerling een theorie- en een praktijktoets. Dat betekent dat een leerling per opleiding zo’n vijf theorie- en vijf praktijktoetsen maakt. Theorietoets Vanuit het toetsservicesysteem levert Fundeon de theorietoetsen aan roc’s. Deze toetsen kan de leerling van achter de computer, op school, maken. Per toets van veertig vragen krijgt de leerling zo’n vijf vragen over veilig en gezond werken, passend bij de beroepstaken die hij vanuit zijn opleiding moet leren. Praktijktoets Praktijktoetsen doet de leerling meestal op de bouwplaats en soms bij het opleidings-
bedrijf. De leermeester of de instructeur beoordeelt of de leerling de beroepstaken in de praktijk goed uitvoert. Bij elke beroepstaak die de leermeester of instructeur beoordelen, is aandacht voor veilig en gezond werken. Beoordeling gebeurt volgens een standaard
formulier dat in de trajectmap zit. Op dit beoordelingsformulier geeft de leermeester of instructeur in maximaal zestien beoordelingspunten aan of de leerling de beroepstaak beheerst. Veilig en gezond werken is een vast beoordelingspunt in de praktijktoets.
Veiligheid in het vmbo-onderwijs Het Platform vmbo Bouwen, Wonen en Interieur wil ook op vmbo-scholen de aandacht vergroten voor een veilige leeromgeving en het veiligheidsbewustzijn van leerlingen. De afgelopen jaren heeft het Platform, in samenwerking met Arbouw, diverse producten ontwikkeld die vmbo-docenten in het praktijklokaal kunnen gebruiken. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om checklisten waarmee de veiligheid van het lokaal en machines gecontroleerd kunnen worden, leerling-instructiekaarten voor het instellen van machines en een cursus basisveiligheid voor de leerlingen. Door op het vmbo al aandacht te besteden aan veiligheid beschikken de leerlingen al over een stukje bewustzijn en basiskennis als zij een stage gaan lopen op de bouwplaats of als zij aan hun bouw- of infraopleiding in het mbo beginnen. Het Platform gaat samen met Arbo-vo en de kenniscentra de ontwikkelde producten aanpassen aan de actuele stand van zaken en zo mogelijk beschikbaar stellen aan andere techniekopleidingen in het vmbo.
FUNDAMENT - december 2011
17
dossier: Veilig opleiden
De rol van leermeesters bij veilig en gezond werken De begeleiding van leerlingen op de bouwplaats ligt in handen van leermeesters. Voor hen is daarom ook een belangrijke rol weggelegd om te instrueren over veilig en gezond werken. Alle risico’s van werkmethoden en machines moeten bij leerlingen bekend zijn. De leerling moet weten welke maatregelen hij moet nemen om gevaren weg te nemen of te beperken. Veilig en gezond werken hoort het basis uitgangspunt te zijn voor iedere werknemer. Een leermeester die het vak overdraagt aan een leerling, zal maatregelen die nodig zijn daarom vaak automa-
tisch ook overdragen. Wanneer de leerling jonger is dan 18 gelden vaak aanvullende maatregelen. Zo mag iemand jonger dan 18 jaar niet blootgesteld worden aan trillingen of met gevaarlijke stoffen werken. De leermeester heeft een toezichthoudende rol op de leerling. Dat betekent dat de leermeester bij het toewijzen van taken rekening houdt met de persoonlijke eigenschappen van de leerling en zijn
leeftijd. Ook geeft de leermeester alle nodige voorlichting en instructies en ziet hij erop toe dat de leerling alle bescher mingsmiddelen draagt en juist gebruikt. De leermeester heeft de taak om te controleren dat de werkplek van de leerling veilig is en dat de leerling de instructies begrijpt en goed toepast. Als een van die zaken niet goed is, moet de leermeester ingrijpen.
Tips voor veilig begeleiden › N eem jongeren tegen zichzelf en tegen te hoge eisen in bescherming;
› G eef leerlingen vertrouwen, fouten maken mag; › B lijf bij risicovol werk toezicht houden;
› A ls je een jongere niet kan beschermen, laat hem dan de werkzaamheden niet uitvoeren; › B evestig veilig gedrag;
› G eef voorlichting aan iedereen en niet (te specifiek) alleen aan jongeren. Hierdoor worden ze juist weer in een hokje geplaatst en wordt hun onervarenheid naar de groep juist bevestigd;
› Neem de nadelen van veilig gedrag weg; › G eef het goede voorbeeld; › L aat de leerling niet verzuipen in een grote groep. Juist door een te hoog tempo of te moeilijke opdrachten gaan jongeren op onbewaakte momenten onverwacht gedrag vertonen; › Z org dat leerlingen het aangeleerde gedrag niet verleren;
18
FUNDAMENT - december 2011
› V ertel ouderen dat juist zij het goede voorbeeld moeten geven. Leg uit dat het vernietigend werkt als zij jongeren plagen en ze te verwijten dat ze nog niets weten; › Z org dat iedere leidinggevende op één lijn zit met betrekking tot veiligheid; › L aat de leerling datgene doen waar ze vaardig in zijn, in plaats van ze verantwoordelijkheden af te nemen. Dit geeft vertrouwen.
“Dat iemand op een duim slaat, is onkunde” Arie van Empel is directeur van opleidingsbedrijf SSPB regio Breda e.o. Hij vindt het belangrijk dat de leerlingen goed voor bereid naar de bouwplaats gaan. “In de eerste oriëntatieweek krijgen onze leerlingen gedegen voorlichting van onder andere onze opleidingscoördinator over hoe ze zich veilig op de bouwplaats moeten gedragen. In die week halen ze ook hun VCA. Veiligheid is natuurlijk een groot begrip. Zeker omdat je met jongeren te maken hebt. Als je kijkt naar het aantal bedrijfsongevallen blijkt dat onze voorbereiding volstaat. Met zo’n constatering moet je natuurlijk altijd voorzichtig zijn. Je kunt niet iets voorkomen wat onvoorspelbaar is. Wel moet je leerlingen het maximale meegeven voordat ze de bouwplaats op gaan. Concreet bestaat onze voorlichting uit bewustwording van mogelijke gevaren bij het omgaan met machines, elektrisch en gewoon gereedschap. Daarnaast krijgen de leerlingen een basistraining over het werken met klein gereedschap. Het is net als het bijbrengen van de juiste verkeersregels aan een jongere die voor het eerst met zijn brommer de weg op gaat. Maar dat iemand een keer op zijn duim slaat, is onkunde. Dat hoort bij het leren. Onze leerlingen worden geplaatst bij de erkend leerbedrijven. Per bedrijf worden de leerlingen door de leermeesters en uitvoerders vanzelfsprekend geïnformeerd over specifieke veiligheidseisen en gevaren en zijn de risico-inventarisaties op orde.”
Veiligheidscyclus voor het opleiden van leerlingen Door gedurende de gehele opleiding van de leerling aandacht te hebben voor veilig en gezond werken, leert de leerling het meest en is de kans het grootst dat hij die kennis zijn gehele loopbaan blijft benutten. Een stappenplan hoe werkgever en leermeester de meeste kennis kunnen overdragen. Algemeen Zorg dat in de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) van het bedrijf aandacht is besteed aan het werken met jongeren. Houd bij het vaststellen van maatregelen rekening met de leeftijd, het opleidingsniveau en de specifieke fysieke gevaren. Het is belangrijk om te beschrijven hoe voorlichting en instructie gegeven moeten worden en hoe het toezicht op de werkzaamheden is geregeld. Tijdens de kennismaking Geef een algemene veiligheidsinstructie, bijvoorbeeld op kantoor. Controleer of de leerling taal- of leesproblemen heeft en houd hiermee rekening in de voorlichting.
erstrek persoonlijke beschermingsmidV delen en de bijbehorende instructie. Op de eerste werkdag Vraag naar beperkingen. Controleer of de leerling de persoonlijke beschermingsmiddelen bij zich heeft en juist gebruikt. Geef instructie over hoe op deze bouwplaats wordt omgegaan met orde en netheid. Geef een toelichting op de bedrijfshulpverlening en het bedrijfsnoodplan. Bij iedere nieuwe werkzaamheid of taak Geef toelichting over de aard van het werk en de daaraan verbonden gevaren.
eem maatregelen om de gevaren te voorN komen of te beperken. Geef specifieke instructies als de leerling gaat werken met machines, werktuigen of gereedschappen. Geef specifieke instructies als de leerling met gevaarlijke stoffen gaat werken. Altijd Houd toezicht bij risicovolle taken. Doe werkplekinspecties. Herhaal zo nodig instructies. Beoordeling Neem veilig en gezond werken mee in iedere beoordeling. Maak afspraken met de leerling over gezond en veilig werken.
FUNDAMENT - december 2011
19
dossier: Veilig opleiden
Leermeestercursus Veilig begeleiden Voor leermeesters heeft Fundeon de nascholingscursus Veilig begeleiden ontwikkeld. Leermeesters die deze cursus volgen voldoen aan de certificeringseis om minimaal eenmaal per twee jaar nascholing te volgen. Doel van deze nascholing is om leermeesters bewust te maken van de veiligheidsrisico’s voor de leerling en zichzelf. De leermeester krijgt inzicht in het risicogedrag van jongeren. Daardoor kan hij verklaren waardoor jongeren vaker ongelukken veroorzaken in de bouw dan ouderen. Ook krijgt hij handvatten waarmee hij kan ingrijpen als de leerling onveilig handelt. Meer weten? Neem contact op met de adviseur Beroepspraktijk van Fundeon.
i Meer informatie over veilig en gezond werken is te vinden via: Arbouw:
Ministerie van SZW:
www.arbouw.nl
www.samenveiligwerken.nl
www.lichterwerkt.nl Steunpunt RI&E: Arbeidsinspectie:
www.rie.nl
www.arbeidsinspectie.nl www.zelfinspectie.nl Of neem contact op met de adviseur Beroepspraktijk van Fundeon: www.fundeon.nl
Dit dossier is tot stand gekomen in samenwerking met Arbouw. De meeste cijfers zijn afkomstig uit de Bedrijfstakatlas 2011, samengesteld door Arbouw.
20
FUNDAMENT - december 2011
praktijk
↑ Leerling Rick van de Logt: “Ik mag alles doen. Je leert op een hele andere manier kijken.”
Leren restaureren op een bijzondere, historische plek
“Als het door de vloeren zou zakken, ontplofte de boel”
i
Hoewel de Nieuwe Hollandse Waterlinie als doel had de vijand buiten de deur te houden, is hij nooit helemaal onder water gezet. Zo'n honderdvijftig jaar na de bouw is de verdedigingslinie een prachtig, historisch monument met zijn vele forten en sluizen. Leerling Rick van de Logt is een geluksvogel. Hij mag samen met leermeester Marco van Hemert Fort Asperen restaureren. Op dezelfde plek waar leerling Rick van de Logt de omgang van Fort Asperen openbreekt met een breekhamer, stonden ruim honderdvijftig jaar geleden ook mannen. Met de omgekeerde bedoeling: zij stortten het cement en het zand waarmee de rondgang werd dichtgegooid. Het was veel te gevaarlijk. Want wat heb
http://bit.ly/FUN_fort www.debonthvanhulten.nl
je aan een loopgraaf die zo ondiep is dat je er voor de helft bovenuit steekt? Vleermuizen Fort Asperen werd in 1845 gebouwd als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. In tijden van militaire
→
FUNDAMENT - december 2011
21
praktijk
dreiging konden soldaten zich verschansen achter de schietgaten en de kanonnen om Asperen en omgeving te beschermen tegen de vijand. Als die al door de onder water gezette velden had kunnen komen. Nu, een kleine twee eeuwen later, heeft het fort een heel andere functie. Waar ooit munitie was opgeslagen, huizen van het najaar tot het volgende voorjaar zeldzame vleermuizen. Beestjes die zich niets aantrekken van de restauratiewerkzaamheden die aannemer De Bonth van Hulten er in september begon. Demonteren en opbouwen Niet alleen Fort Asperen, één van de vier torenforten van de linie, wordt gerestaureerd. Ook vele andere onderdelen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie worden onder handen genomen. Voorman en leermeester Marco van Hemert van bouwbedrijf De Bonth van Hulten is samen met leerling Rick van de Logt verantwoordelijk voor Fort Asperen. “We begonnen met het opknappen van de schoorstenen”, vertelt Van Hemert. “We hebben er vijf van 2,5 meter hoog gedemonteerd, weer opgebouwd en gestukadoord.” Ook hebben ze bij de dakopbouw van het historische fort een rug hersteld om de gronddruk te verminderen. Daarnaast hebben ze een aantal losse delen in het fort, zoals deuren en luiken, gedemonteerd. Deze worden op locatie gerestaureerd, zodat er ook in de winter doorgewerkt kan worden. “We mogen nu het gebouw niet in, omdat er zeldzame vleermuizen overwinteren. Maar in het voorjaar, als zij weer wegtrekken, gaan we verder met de restauratie van de keuken en de binnenkant.” Omgang uithakken Vooralsnog heeft leerling Van de Logt de schone taak om een deel van de omgang, boven op het fort, uit te hakken. Ook de schietgaten worden hersteld. Van Hemert: “We hebben het metselwerk uitgehakt. Daar is namelijk water in gekomen. Zodra het gaat vriezen, zet dat water uit waardoor de steen kapot klapt. Die stenen moeten dus opnieuw gemetseld worden.
Verder hakken we slechte voegen uit en brengen die opnieuw aan.” Kernkoppen Naast het fort staat de voormalige artillerieloods uit 1880. Toen deze loods zijn functie verloor, werd hij omgebouwd tot recreatieruimte voor de militairen. Daarna kreeg hij de invulling van horecagelegenheid met de naam De Taveerne. Op dit moment wordt de Taveerne ook gerenoveerd, en gedeeltelijk omgebouwd tot bezoekerscentrum. Vanaf komend voorjaar is er naast horeca ook ruimte voor workshops en kleine tentoonstellingen. Het aanbieden van exposities is niet nieuw. Al sinds de jaren tachtig van de twintigste eeuw
“Het hele fort is rond en in gewelven gebouwd. Bijna kunst” is Fort Asperen in gebruik als kunstfort. De binnenkant van het verdedigingswerk heeft de afgelopen eeuwen dus veel voorbij zien komen. In de negentiende eeuw verbleven soldaten binnen zijn gewelven en in de éénentwintigste eeuw wisselen vleermuizen en kunstminnende bezoekers elkaar af. Maar dat is nog niet alles. Volgens vrijwilliger Teus van Toorn heeft het in de Tweede Wereldoorlog vol gelegen met zware munitie. “Daarom is er veel beton te vinden in het fort. Dat was nodig om al die munitie te dragen. Als het door de vloeren zou zakken, zou de boel ontploffen.” Bijna kunst Leerling Rick leert dus restaureren op een bijzondere plek. Hij kijkt mee, hakt mee en is de hele dag bezig. “Ik mag alles doen. Het leuke aan dit werk is dat het heel anders is dan wat ik in de nieuwbouw leerde. Je leert op een hele andere manier kijken. Soms komen we gaten of andere dingen tegen die helemaal niet op de kaart staan. Dan moet je improviseren. Voordat het fort dichtging, hebben we binnen gewerkt. Het hele fort is rond en in gewelven gebouwd, dat is zo bijzonder. Bijna kunst. Ik vind het geweldig om dit werk te doen. In de nieuwbouw ben je vooral bezig met duizenden stenen wegleggen, hier leer je continu nieuwe dingen.” Vak in stand houden Adrie van Mook is leerlingbegeleider en werkvoorbereider restauratie bij De Bonth van Hulten. Hij hoopt volgend jaar nog meer leerlingen op deze plek aan het werk te kunnen zetten. “Als wij er zelf niet voor zorgen dat we jonge vakmensen aan de gang zetten, hebben we die straks niet meer in ons bestand”, legt hij uit. “Ze krijgen een vakopleiding op school, maar hier leren ze het echte werk. Daarom betrekken we leerlingen van verschillende opleidingsbedrijven. Niet elke leerling vindt restauratie leuk, maar als je er eentje vindt die enthousiast is, zit je goed. Rick is zo'n leerling. We willen toekomstige vakmensen enthousiast maken voor dit vak. Het zou mooi zijn als we in april een grote leerlingenbouwplaats hebben.” ←
22
FUNDAMENT - december 2011
Adrie van Mook: “Als je er eentje vindt die enthousiast is, zit je goed.”
Leermeester Marco van Hemert: “We hebben gedemonteerd, weer opgebouwd en gestukadoord.”
Fort Asperen. FUNDAMENT - december 2011
23
Achtergrond
Intake geeft zicht op kennis en kunde van leermeester niveau 4
“Coaching on the job over het handboek” De praktijkbegeleider heet tegenwoordig leermeester niveau 4. Deze leermeester hoeft niet per se een cursus te volgen om stagiairs in middenkaderfuncties te mogen begeleiden. Maar dat betekent niet dat iedereen zich nu leermeester niveau 4 mag noemen. Op basis van een intakegesprek bekijkt de adviseur Beroepspraktijk of iemand een geschikte begeleider is voor leerlingen.
i www.arkabouw.nl www.fundeon.nl/leermeester
24
Alfons Woolderink, adviseur Beroepspraktijk bij Fundeon, is één van de adviseurs die intakegesprekken afneemt met leermeesters niveau 4. Half oktober deed hij de intake met Rene Cents, werkzaam bij Arka-Bouw in Zwolle. “Voordat dit intakegesprek plaatsvond,
FUNDAMENT - december 2011
is al een heel proces geweest”, vertelt Woolderink. “Eén keer in de twee jaar vindt er een audit plaats bij erkende leerbedrijven. Daarbij bekijken we of het bedrijf nog voldoet aan de gestelde criteria om erkend leerbedrijf te zijn.” Tijdens de audit bij Arka-Bouw kwam
← Alfons Woolderink (rechts) voert als adviseur Beroepspraktijk van Fundeon geregeld intakegesprekken met toekomstig leermeesters niveau 4. Rene Cents komt in aanmerking.
grote namen in de bouw gewerkt waar ik ook regelmatig kom. Ik ken de werkwijze van deze bedrijven en de kwaliteit die zij leveren. Door deze werkervaring kan ik vrij snel een beeld vormen van hem als leermeester.”
“Ik vind het leuk om met jonge vakmannen te werken” Ook de ervaring met leerlingen moet toegelicht worden op het formulier. “Ik ben bij Arka-Bouw leermeester niveau 1 tot en met 3. Ik heb verteld hoe lang ik al leerlingen begeleid, voor welke opleidingen en welke rol ik daarin heb.” Kennis aanwezig of advies nodig Vervolgens moet de leermeester bij verschillende vragen aangeven of hij voldoende kennis heeft over bepaalde zaken of dat hij advies nodig heeft. Woolderink: “Deze vragen gaan bijvoorbeeld over omstandigheden in de praktijksituatie, sociale vaardigheden of competenties. Aan de hand van deze vragen en het intakegesprek beoordeel ik of de leermeester direct gecertificeerd wordt, coaching on the job nodig heeft of een leermeestercursus moet volgen.”
aan de orde dat het bedrijf ook leerlingen wil opleiden voor kaderfunctionaris. Woolderink: “Ze gaven aan dat ze hiervoor een geschikte leermeester op het oog hadden. Rene Cents is een ervaren vakman die voor grote namen in de bouw heeft gewerkt. Hij is al een aantal jaar leermeester niveau 1 tot en met 3.” Voorbereiding Omdat Cents leermeester niveau 4 wil worden, moet hij een intakeformulier inleveren. Met de antwoorden op dit formulier krijgt de adviseur Beroepspraktijk een goed beeld van de leermeester. Cents: “Het zijn best veel vragen die je moet beantwoorden. Ik ben er samen met mijn werkgever voor gaan zitten.” Op het intakeformulier staan onder meer vragen over motivatie, kennis en ervaring. Een belangrijke vraag is: wat is je motivatie om leermeester te worden? Voor Cents is dit duidelijk: “Ik vind het leuk om met jonge vakmannen te werken en het beroep over te dragen. Door als leermeester actief te zijn en nascholing te volgen, blijf ik zelf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. “ Duidelijk beeld Het intakeformulier geeft de adviseur Beroepspraktijk een duidelijk beeld van de kennis en kunde van de leermeester. Zo omschreef Cents onder meer zijn werkervaring en welke opleidingen en cursussen hij heeft gevolgd. Woolderink: “Rene heeft bij een aantal
Het intakegesprek Terug naar het intakegesprek. Alfons Woolderink bezoekt de leermeester op de bouwplaats in Hoonhorst. Ze spreken het formulier door. De adviseur certificeert Cents op basis van zijn kennis en ervaring. Woolderink: “Rene gaf op het intakeformulier aan dat hij kennis mist van BPVnet en het handboek beroepspraktijkvorming. Op het moment dat er een leerling Kaderfunctionaris uitvoerder bouw bbl 4 begint bij Arka-Bouw krijgt Cents coaching on the job over het handboek uitvoerder bbl 4. De leerling werkt namelijk met een trajectmap uitvoerder bbl 4. In het handboek wordt uitgelegd hoe dit werkt, dat lichten wij nog extra toe.” ←
Leermeester niveau 4 Elk bedrijf dat leerlingen wil opleiden voor (midden-)kaderfuncties, moet erkend leerbedrijf zijn voor deze opleidingen. Eén van de criteria om erkend te worden, is dat de begeleiding van de leerling wordt gedaan door een gecertificeerd leermeester niveau 4. Voorheen moest deze leermeester – toen nog praktijkbegeleider geheten – hiervoor een eendaagse cursus volgen. Dat is veranderd. Op basis van het intakegesprek beoordeelt de adviseur Beroepspraktijk van Fundeon of de begeleider over alle kennis en vaardigheden beschikt om een goede leermeester niveau 4 te zijn. Op basis van het intakegesprek beslist de adviseur om de werknemer meteen te certificeren, om een stukje coaching on the job aan te bieden of om de werknemer toch de cursus leermeester niveau 4 te laten volgen. Meer informatie staat op www.fundeon.nl/leermeester.
FUNDAMENT - december 2011
25
Praktijk
“Meneer Cameron, mag ik er even langs? Ik ben hier aan het werk!” Tegelzetter Guido van Dingenen doorbrak het veiligheidscordon rondom premier David Cameron van Engeland om bij zijn werkplek te komen. Timmerman Ralph Mooijman ruilde zijn klompen voor een wit colbert van de Colombiaanse ploeg. De bouwdeelnemers aan de WorldSkills zijn teruggekomen met prachtige verhalen.
i www.fundeon.nl/opleider
“Het is de mooiste ervaring van mijn leven”, zegt Van Dingenen. “Je kunt je niet voorstellen wat we allemaal hebben meegemaakt.” Hij doelt op de overweldigende ambiance van het evenement. “Vier dagen lang trekken duizenden bezoekers langs. Scholieren, journalisten, cameraploegen, maar ook politici met hun gevolg. En dan die gigantische Excel-hallen waar de wedstrijden werden gehouden. Die zijn wel een kilometer lang.” Saamhorigheid Timmerman Mooijman vult aan: “Maar er is veel meer wat het zo bijzonder maakt. De saamhorigheid binnen Team Nederland, bijvoorbeeld. Als er iemand een moeilijk moment had, kon hij altijd bij een andere deelnemer of bij de groepsleiding terecht voor een opbeurend woord. We
26
FUNDAMENT - december 2011
hebben onder leiding van de mensen van Skills Netherlands ook heel had gewerkt aan de teambuilding.” Indrukwekkend Is er een moment of gebeurtenis aan te wijzen dat er uitsprong? “Nee”, zegt metselaar Twan Schiphorst. “Dat kan ik niet. Eigenlijk was alles heel indrukwekkend. De openingsceremonie, de wedstrijden, de prijsuitreiking, het feest na afloop. Alles was tot in de puntjes georganiseerd en groots opgezet. Daar kun je je vooraf eigenlijk geen voorstelling van maken.” Hoog bezoek Op de tweede wedstrijddag was er hoog bezoek. Eerst nam de premier van Engeland, David Cameron een kijkje.
De tegelzetter herinnert zich dat hij toen net even pauze had gehad. Bij terugkeer op de wedstrijdvloer werd hij tegengehouden. “Uit veiligheidsoverwegingen. Die man had allemaal bewakers om zich heen die me er niet doorlieten. Dat heb ik niet op me laten zitten, natuurlijk. Wie is er hier nou aan het werk, hij of ik? Dus ik heb mijn pasje laten zien en ben ijskoud doorgelopen. Knappe jongen die me tegenhoudt.” Later kwam ook de Nederlandse onderwijsminister Marja van Bijsterveldt langs. Ze heeft een praatje gemaakt met Mooijman. “Het leuke van haar vind ik dat ze oprecht geïnteresseerd is”, zegt het timmertalent. “Ze neemt de tijd voor je. En ze kon zich ook nog herinneren dat ze met me op Schiphol had gesproken toen we vertrokken.” “Bij mij is ze ook langsgeweest”, vertelt Schiphorst.
↑ Guido van Dingenen: “Het is de mooiste ervaring van mijn leven. Je kunt je niet voorstellen wat we allemaal hebben meegemaakt.”
“Maar ik heb het van horen zeggen. Zelf was ik zo geconcentreerd bezig dat ik er niks van heb gemerkt.” Blij met begeleiders Niets dan lof en bewondering hebben de jongemannen voor hun begeleiders van Fundeon. Maup Ruijsbroek begeleidde de timmerman, Jan van de Kolk de metselaar en Michel van Erkelens de tegelzetter. “Ze zijn zo ongelooflijk belangrijk voor ons geweest”, benadrukt Mooijman. “Ze regelen alles voor je, praten je moed in als je in de put zit, helpen je door moeilijke momenten heen. Ja, dat heb je echt nodig.” Uitgeleerd “Wat wel grappig is,” vult Van Dingenen aan, “is dat
→
FUNDAMENT - december 2011
27
ze ons op technisch niveau niet meer veel kunnen leren. Er zijn maar een paar mensen in Nederland die zo’n ingewikkeld werkstuk als wij moesten maken, aankunnen. Wat dat betreft zou Fundeon er goed aan doen om in het vervolg meer gebruik te maken van oud-deelnemers voor de training van de nieuwe lichting.”
↓ Twan Schiphorst miste dat minister Van Bijsterveldt bij hem kwam kijken. Ik was zo geconcentreerd bezig dat ik er niks van heb gemerkt.”
Vrij voor trainingen Schiphorst betrekt ook zijn werkgever en opleidingsbedrijf bij de eer. “Ik kwam er pas later bij, doordat de eigenlijke winnaar van de Nederlandse metselwedstrijd zich later moest terugtrekken. Mijn werkgever, Bouwbedrijf Vosman uit Raalte, en het opleidingsbedrijf BouwBasic waren direct enthousiast en hebben me vanaf dat moment gesteund. Ik kreeg altijd vrij voor trainingen en verplichtingen van Skills Netherlands.” Bij tegelzetter Van Dingenen was dat net zo. Vanuit SPT Noord-Brabant werkt hij het Woonbedrijf in Eindhoven. “Die hebben zelfs een delegatie van het bedrijf naar Londen gestuurd om te komen kijken en aan te moedigen.” Supporters Over supporters gesproken: Mooijman had de meeste. Momenteel werkt hij bij bouwbedrijf Klein Poelhuis uit Haaksbergen, maar bij Bouwopleidingen Berkelstreek begon hij zijn opleiding. Directeur Jan Gersen nam alle zeventien medewerkers van het opleidingsbedrijf mee
naar Londen. Die lieten zich niet onbetuigd toen Team Nederland na de laatste werkdag in het ‘Holland House’ aankwam, een voor de gelegenheid omgebouwde kroeg in het centrum van de stad. “Ja, dat is MOOIJ, MOOIJ, MOOIJ MAN”, zongen ze uit volle borst. Wit colbert Deelnemers aan de WorldSkills doen vriendschappen voor het leven op. Een traditie is dat na afloop allerlei typisch nationale attributen worden uitgeruild, als
“Op technisch niveau kunnen ze ons niet meer veel leren” herinnering. “Een Colombiaan had het op mijn klompen voorzien”, vertelt de timmerman. “Die heb ik hem gegeven in ruil voor zijn prachtige witte colbert.” Excelent Al met al hebben de jonge bouwtalenten een onvergetelijke ervaring opgedaan. En het kan ze ook veel opleveren. Ze staan nu bekend als excellente vakmensen, en die willen werkgevers maar al te graag hebben. “Ik kreeg direct al uitnodigingen om in het buitenland aan de slag te gaan”, zegt Van Dingenen, “maar of ik daarop inga weet ik nog niet.” ←
WorldSkills WorldSkills zijn internationale vakwedstrijden die eens in de twee jaar worden gehouden. Ongeveer duizend jongeren van over de hele wereld strijden met elkaar om wie het beste in een van de 46 vakken is. De Nederlandse bouwsector doet al sinds jaar en dag mee aan deze wedstrijden, die als een goede promotie van het ambacht worden gezien. Via regionale bouwkampioenschappen en een landelijke finale worden de beste timmerman, metselaar en tegelzetter geselecteerd. De winnaars krijgen vervolgens de gelegenheid hun krachten in internationaal verband te meten. Van 4 tot en met 8 oktober namen drie bouwleerlingen deel aan de WorldSkills in Londen. Timmerman Ralph Mooijman (21) werd zevende in een veld van zestien deelnemers. Hij behaalde wel voldoende punten voor een medaille voor excellent vakmanschap. Dat geldt ook voor tegelzetter Guido van Dingenen (22) die negende werd van de 21 deelnemers. Voor metselaar Twan Schiphorst (20) zat een medaille er niet in: hij moest opboksen tegen een groot veld van concurrenten.
28
FUNDAMENT - december 2011
Beroep in Beweging
Naam: Ton Schouten Leeftijd: 48 Beroep: Betonboorder/-zager Bedrijf: Midsland BV Maarssen
“De boorautomaat heeft ons vak veranderd” “Varen is een mooi vak, maar als je eenmaal een gezin hebt is het niet meer zo leuk om telkens een week van huis te zijn. Daarom zocht ik 25 jaar geleden wat anders en via een neef ben ik bij Midsland terechtgekomen. Ik ben onder leiding van een leermeester begonnen als leerling betonboorder. In de loop der tijd heb ik zelf de nodige cursussen gedaan en nu begeleid ik zelf ook leerlingen.” Met vier man sjouwen “Het grote verschil met vroeger is dat toen bijna alles hydraulisch werd aangedreven. Nu gebeurt alles hoogfrequent, elektrisch dus. Dat maakt het een stuk prettiger werken. Vroeger moest je, voordat je aan het werk kon, met vier man een zware pomp versjouwen en daarna allerlei slangen aansluiten. Het is nu veel lichter werken en met veel minder herrie.” Minder rugklachten “De komst van de boorautomaat heeft ons vak veranderd. Qua snelheid zijn we er niet echt op vooruit gegaan, maar wat betreft de lichamelijke belasting is het een grote verbetering. Je krijgt minder snel rugklachten. In ons bedrijf zweren we allemaal bij het werken met een automaat. Verder heb je tegenwoordig draadzagen, waarmee je bruggen en grote betonnen kolommen in tweeën kunt zagen. Dat was vroeger niet mogelijk of alleen met een thermische lans. Dit zijn echt revoluties in het vak.” Veel veiliger “Een grote vooruitgang is ook de veiligheid van werken. In mijn beginjaren heb ik wat dat betreft wel dingen gedaan die tegenwoordig absoluut niet meer kunnen. Maar ja, je wist gewoon niet beter. Gelukkig zijn de veiligheidseisen veel strenger geworden en heb ik een baas die er ook heel nauwlettend op toeziet dat we eraan voldoen.”
i www.midsland.nl
FUNDAMENT - december 2011
29
Service rubriek
Tussentijdse uitbetaling subsidie tegemoetkomingsregeling Erkende leerbedrijven en opleidingsbedrijven, die vanaf 1 januari 2011 een leerling-werknemer in dienst hebben en voldoen aan de gestelde voorwaarden in het reglement tegemoetkomingen, kunnen in aanmerking komen voor uitbetaling van de tussentijdse subsidie. Minimaal negen maanden na de start van de opleiding kan het bedrijf hiervoor een afspraak maken met de adviseur Beroepspraktijk van Fundeon. Aan de hand van de trajectmap toetst de adviseur
Beroepspraktijk de vorderingen van de leerling-werknemer in de beroepspraktijkvorming. De leerling dient minimaal 20 procent van de praktijktentamens, behorend bij de opleiding, te hebben gehaald en minimaal 50 procent van de competenties. Na akkoord van de adviseur vindt betaling plaats. Meer weten? Op www.fundeon.nl/werkgever staat de informatie over de huidige subsidieregeling. Of neem contact op met uw adviseur Beroepspraktijk van Fundeon.
Ontwikkelagenda online Per mbo-opleiding in de bouw en infra staat op fundeon.nl welke leermiddelen en onderwijsproducten Fundeon momenteel vernieuwt en wanneer wat wordt opgeleverd. Kijk hiervoor onder Ontwikkelagenda op www.fundeon.nl/opleider. In dit deel van de website staat informatie over de actuele stand van zaken in de ontwikkeling van opleidingen en onderwijsproducten. Elk jaar stelt Fundeon in overleg met de brancheorganisaties vast welke onderwijsproducten zij ontwikkelt. Voor de bouw, de infra en de gespecialiseerde aannemerij neemt Fundeon deze op in de zogenaamde Ontwikkelagenda. Deze Ontwikkelagenda staat online en bevat onder meer informatie over nieuwe opleidingen en geactualiseerde opleidingen. Ook houdt projectleider Gert Jan Boot hier een weblog bij over de vernieuwingen in de opleiding Timmeren niveau 2.
Leermeesters blij met trajectmap Leermeesters die de trajectmap kennen, waarderen deze gemiddeld met een 7,3. Daarmee is de trajectmap het hoogst gewaardeerde product voor leermeesters dat is gemeten. Leermeesters stellen vooral de overzichtelijkheid van de trajectmap op prijs, maar ook de opbouw en de inhoud kan op hun instemming rekenen. In maart hebben in totaal 359 leermeesters een enquête ingevuld over de producten en diensten van Fundeon. Naast hun mening over de trajectmap is gevraagd wat zij van de praktijktoets, het proces van examinering, de brochure trajectmap en het blad Vakkracht vinden. Bij deze producten moet Fundeon nog een verbeterslag maken: met uitzondering van de trajectmap, scoren alle producten onder de norm. Zo vinden de leermeesters de communicatie en de omslachtige administratie rondom de
30
FUNDAMENT - december 2011
praktijktoets een aandachtspunt. Vakkracht roept wisselende reacties op: een aantal waardeert het blad met een 8 of hoger, anderen geven een onvoldoende.
Ondertussen op LinkedIn Via de LinkedIn-groepen Loopbaantraject Bouw & Infra, Timmeren (niveau 2) en Kaderfunctionaris uitvoering bouw en infra biedt Fundeon werkgevers, opleiders en andere betrokkenen bij het opleiden en ontwikkelen van personeel in de bouw en infra, de mogelijkheid om vragen te stellen en onderling te discussiëren. Beide LinkedIngroepen zijn subgroepen van de Fundeon LinkedIn-pagina. De LinkedIn-groepen worden beheerd door de afdeling Communicatie, in nauwe samenwerking met inhoudelijk betrokken medewerkers van Fundeon. Opmerkingen en suggesties die betrokkenen maken in deze subgroepen, neemt Fundeon mee in de verdere ontwikkeling van de producten en diensten van Fundeon. LinkedIn Fundeon groep: http://linkd.in/FUNDEON Subgroep Loopbaantraject Bouw & Infra: http://linkd.in/FUN_lbt Kaderfunctionaris uitvoering: http://linkd.in/FUN_kader Timmeren: http://linkd.in/FUN_tim
Alleen erkend leerbedrijven kennen Fundeon De naamsbekendheid van Fundeon onder aannemers lijkt nauw samen te hangen met de erkenning als leerbedrijf. Bij niet-erkende bedrijven kent slechts 17 procent een hoofdtaak van Fundeon. Bij erkende leerbedrijven weet 89 procent dat Fundeon deze erkenning afgeeft. Daarnaast weet 75 procent dat Fundeon adviseert over opleidingsbeleid. De adviseur lijkt een belangrijke rol te spelen in de bekendheid van en de waardering voor Fundeon. Aannemers geven het werk van de adviseur binnen de erkenningsregeling een 7,6. Het aantal bedrijfsbezoeken en afgenomen audits van leerbedrijven blijven steken onder de norm die Fundeon zichzelf heeft opgelegd. Wel zijn er voldoende bpvplaatsen en erkende leerbedrijven. Ook zijn er voldoende leermeesters geschoold.
Agenda
Uitgelicht In Nederland bieden ruim 223 duizend erkend leerbedrijven dagelijks een stageplaats of leerwerkbaan aan ongeveer vierhonderdduizend mbo'ers. De kenniscentra die deze bedrijven ondersteunen, vragen met de prijsuitreiking voor Beste Leerbedrijf en Beste Praktijkopleider aandacht voor de inzet van de leerbedrijven om jongeren op te leiden.
5 maart 2012
Uitreiking landelijke onderwijsprijzen Colo www.besteleerbedrijf.nl
8, 9 en 15 februari 2012
Docentendagen opleiding Timmeren Drie locaties www.fundeon.nl
Van de lezer Ik zag in uw Fundament van 14 oktober een greepfout op de foto van Randy van Asselt. (pag. 11). Er is ons altijd geleerd dat de wijsvinger van de hand waarmee je de zaag vasthoudt, gestrekt langs de handgreep moet liggen, zodat je de zaag beter sturing kunt geven. In dit geval op de foto zwabbert de zaag. Mogelijk kunt u er iets mee als advies voor de leermeesters in den lande. Verder veel succes met de opleiding en uw blad. Hans Kreunen, Kreunen Bouw Lochem b.v.
In de bouw, infra en gespecialiseerde aannemerij zijn bijna twaalfduizend erkend leerbedrijven. Infra-aannemer Van Vulpen uit Gorinchem is door een vakjury verkozen tot Beste Leerbedrijf Bouw & Infra 2011. Leermeester Thieu van Koolwijk van woningcorporatie Thuisvester won de prijs voor Beste Leermeester Bouw & Infra 2011. Fundeon draagt beide prijswinnaars voor om mee te dingen voor de landelijke prijzen. Op 5 maart reikt Colo deze prijzen uit. De bouw en infra gooit jaarlijks hoge ogen bij de landelijke verkiezingen. In 2009 won leermeester Bert Sluiman van Broekema Wegenbouw BV als eerste de prijs voor Beste Praktijkopleider van Nederland. Vorig jaar kreeg BURGY Bouw uit Leiden de prijs voor Beste Leerbedrijf van Nederland uitgereikt door prinses Máximà. Fundeon hoopt dat de sector dit jaar met Van Vulpen en Thieu van Koolwijk opnieuw meedingt naar deze hoofdprijzen.
Colofon Fundament is het magazine over het beroepsonderwijs en werken en leren in de bouw, infra en gespecialiseerde aannemerij. Zes keer per jaar wordt dit blad gratis toegestuurd aan bedrijven in de bouwsector, onderwijsinstellingen en andere relaties van kenniscentrum Fundeon. In elke uitgave is ruimte voor nieuws, informatie, achtergronden en opinie. Uitgever Fundeon, kenniscentrum voor de bouw en infra
Vormgeving V1 Communicatie, Ermelo
Hoofdredactie Jolanda de Vries, afdeling communicatie Fundeon
[email protected]
Druk Senefelder Misset
Aan deze uitgave werkten mee Brigitte Bloem, Tessa Klooster, Michiel Mons, Yvonne Tol, Jos Vlak en Carin de Vries. Fotografie
Beeldredaktie, ministerie SZW
Abonnementen Adreswijzigingen doorgeven, een abonnement aanvragen of stopzetten kan via: Fundeon, afdeling communicatie
[email protected] (0341) 499 315
FUNDAMENT - december 2011
31
Centraal kantoor
Regiokantoor Zuid
Postbus 440 3840 AK Harderwijk Ceintuurbaan 2 3847 LG Harderwijk T (0341) 499 499 F (0341) 499 999 E
[email protected]
Postbus 455 5700 AL Helmond Panovenweg 29A 5708 HR Helmond T (0492) 507 107 F (0492) 553 520 E
[email protected]
Regiokantoor Noordoost
Regiokantoor West
Postbus 30150 8003 CD Zwolle Burgemeester Roelenweg 12 8021 EV Zwolle T (038) 426 83 68 F (038) 423 13 91 E
[email protected]
Korenmolenlaan 1G 3447 GG Woerden T (0348) 490 234 F (0348) 430 540 E
[email protected]
Postbus 440 3840 AK Harderwijk T (0341) 499 378 E
[email protected] I www.loopbaantrajectbouw.nl
Postbus 440 3840 AK Harderwijk T (0341) 499 211 E
[email protected] I www.evc-centra.nl
www.fundeon.nl
Marco van Hemert is leermeester bij de renovatie van Fort Asperen. Hij is in dienst bij bouwbedrijf De Bonth van Hulten.
Fundeon is het kennis- en adviescentrum voor het opleiden en ontwikkelen van werknemers in de bouw en infra. Vanuit drie regio’s adviseren adviseurs opleidingsbeleid bedrijven en onderwijsinstellingen over het werven, scholen, ontwikkelen en behouden van werknemers. De zelfstandige onderdelen van Fundeon, het Loopbaantraject Bouw & Infra en de EVC-centra Bouw & Infra adviseren werknemers over loopbaanontwikkeling en diplomering in de bouw- en infrasector.