"Don Rua" – vroeger en nu
blz. 1
Nr. 10 – dec. 2007
Bokma 1955 een misverstand De reünie in Assel werd verrast op een voordrachtje van Piet Alofs, met bonnet, over een droevig misverstand aan het einde van de zesde klas 1954-55. Het was de bedoeling onze leraren een blijk van erkentelijkheid te overhandigen in de vorm van een fles geestrijk vocht, een halve fles Bokma-genever, door Piet gekocht, door mij versierd met papieren, de docenten voorstellende miniaturen. Onze klasgenoot Louis werd geplaagd door de wereldse aard van het voorgenomen geschenk en vertelde dat aan de wijze man die toen directeur was. Een verontwaardigd verbod was het gevolg. Het had er de schijn van dat wij onze oversten van enige gehechtheid aan sterke drank betichtten. Dat was niet het geval, we waren volkomen argeloos en van goede bedoelingen bezield.
Don Rua
Ceferino Namuncurà zalig verklaard Geboren op 26 augustus 1886 te Chimpay in Patagonië, als zesde van de twaalf kinderen van Manuel Namuncurà, de laatste koning (cacico) van de pampa, en de aurocaanse Rosalia Burgos.
Die fles werd door Piet meegenomen naar huis en heeft, zo vertelde hij, lang in de koelkast gestaan. Zijn vader heeft er menig slokje van genoten, zodat de bestemming er toch een van dankbaarheid was. De lege fles werd door Piet vervolgens ruim een halve eeuw als reliek in ere gehouden en tenslotte ad perpetuam rei memoriam (als blijvende herinnering) aan mij overhandigd., waarvoor mijn dank. Op de foto ziet u de restanten van een paar van die miniaturen. Ik ben er niet zeker van wie door welk silhouet werd uitgebeeld. De machtige figuur in het midden is pater Dijkstra (godsdienst), de frêle figuur links en iets lager is pater Schobben (frans). Aan de andere kant stelt een lange figuur pater Wesselman voor met z'n houten schoolbordpasser. Aan iedereen was gedacht. Een ludiek teken van waardering. Helaas werd het opgevat als protest, terwijl scrupulositeit werd verward met deugdzaamheid, evenals volwassenheid tegenwoordig te vaak met ongeloof, en blinde volgzaamheid met een juiste houding.
Op 19-jarige leeftijd aan tuberculose gestorven te Rome op 11 mei 1905. Zalig verklaard in zijn geboorteplaats op 11 november 2007.
vrije nieuwsbrief over Huize 'Don Rua' Ugchelen (1942-59) en 's-Heerenberg (1959-71), en wat ervan voortleeft
"Don Rua" – vroeger en nu
blz. 2
Nr. 10 – dec. 2007
Historie 'Don Rua' (2) "Toe nou!!", zeurden de jongens van de harmonie tegen hun dirigent. "Ja, laten we het doen!" Ze hadden gezamenlijke repetitie in het 'tuinhuis'. Het Tuinhuis was een klein gebouwencomplexje op een korte afstand van het hoofdgebouw. Oorspronkelijk was het een koetshuis annex paardenstal geweest. De paardenstal was nog steeds 'echt'. Echte kleine kinderkopjes met de typische sfeer voor paardenboxen. Nu was er een rij kranen bijgekomen met een paar W.C.'s. Want het was schoenenhok, wasgelegenheid en toiletafdeling voor de grote jongens, plus repetitielokaal voor de bas-blazer, ook een grote jongen. De eigenlijke plaats waar de rijtuigen gestaan hadden was ernaast en diende 25 tot 35 'grote' jongens tot slaapgelegenheid. Daarenboven was het repetitieruimte voor de harmonie, die ieder orthodoxsalesiaans huis rijk is. De dirigent aarzelde. Hij vreesde complicaties. Zo lang was hij er immers ook nog niet en daarenboven zelf ook asp.-salesiaan. Tenslotte zwichtte hij voor het gezeur en commandeerde "Reginella campignola" (zoiets was het meen ik me te herinneren).1 Maar bekend was de mars onder de naam "Si, si, si" of "Ezels-serenade". Gnuivend maakten we ons klaar en bliezen uit volle borst en met alle mogelijke overgave de mars, de tophit van die tijd, vooral onder de... We hadden na enige maten reeds succes. Van alle kanten kwamen ze aangesloft, de hollandse 'poeti'dragers, lummelig hun sigaret op de lip geplakt. Dit was voor ons aspiranten het enig merkbare van de grote mobilisatie in Nederland. We hadden er een paar kamertjes, meen ik, voor moeten afstaan in het Tuinhuis. Misschien dat er studenten waren tot wie de wereldspanning doordrong, maar voor mij en de meesten ging het leven rustig door. Het was nog niet de tijd van T.V., bandrecorders en radio. Dit laatste was er wel, maar toch niet in ons studentenleventje van toen. Heel langzaam kwam er toch ook bij ons spanning in. Onze 'Nederlandse bezetting' was al afgezwaaid toen op een goede morgen twee soldaten in volle wapenrusting kwamen met een soort zware mitrailleur en post vatten bovenop het dak. Gelukkig voor die lui dat ze nooit in aktie hoefden te komen, denk ik. Want bij een kleine tegenaktie zouden ze van ons dak geknald zijn met dak en al. Saai draaiden de lessen door. Voor mij was er de groeiende spanning van iemand die zijn verjaardag ziet naderen. Het was 10 mei 1940. Vrijdagmorgen. Bij het ontwaken reeds voelden de meesten dat 10 mei 1940 nog heel iets anders was dan de verjaardag van een medestudent. 2
Vliegtuigen en schieten kondigden de oorlog aan. De officiële bekendmaking van de oversten bevestigde dit, maar het leven ging gewoon door en de lessen ook. Want alle studieprefecten zijn overal en te allen tijde hetzelfde. Het was voor de oversten met pater studieprefect in 'de voorste linie' een heel karwei om ons na een recreatie weer 'de hokken' in te drijven. Immers op de oprijlaan was het een machtig gezicht naar de 'plofwolkjes' te kijken die onze Nederlandse militairen veroorzaakten als er een duits eskader overkwam. Of een Fokkervliegtuig een aanval te zien doen op een Stuka. Daar was Sallustius te droog voor. Twee soldaten met bajonet op het geweer verschenen om onze pater Directeur en pater Prefect mee te nemen.3 Heel gemoedelijk. We zouden ze nog wel eens anders ervaren! Een groepje jongens dicht in de buurt ging toch eens thuis neuzen. Zaterdag: dag van geruchten en tegenspraak. Het schieten van kanonnen verweg. Zo werd Pinksteren een rommelige zondag, Pinkstermaandag was er geen touw meer aan vast te maken, wat wel en wat niet waar was. Onze oversten besloten dat we zouden evacueren. De omgeving was al grotendeels weg. We zouden naar Leiden lopen. Misschien schrikt men daar nu van, maar in die tijd waren wij studenten getrainde lopers. En niet een uitgelezen groep, maar allemaal. Een andere leerling van 1937 bron: De Kiem, Jg.3, nr.3, pp.18-19, 25 febr. 1961
Tekst en melodie van het Italiaanse migrantenlied Reginella campagnola (1938) vindt u op het webadres http://ingeb.org/songs/allalbaq.html. 1
Wie was de auteur: in Leusden gekomen in 1937, lid van de harmonie en jarig op 10 mei? 2
Pater directeur H. Kremer kwam op 18 mei weer in Leusden terug, na o.a. een bezoek aan leerlingen die in Rotterdam woonden. 3
vrije nieuwsbrief over Huize 'Don Rua' Ugchelen (1942-59) en 's-Heerenberg (1959-71), en wat ervan voortleeft
"Don Rua" – vroeger en nu
Wim Gubbels vertelt Vrijdag 10 Mei 1940: Begin van de oorlog! Duitsland overvalt ons land "Nederland" met brute overmacht ... !! Mhr. W. Gubbels, die in die tijd de generale assistent voor de jongens was in Studiehuis Don Bosco, vertelt daarover: "Om 4.00 uur 's morgens werden we wakker van het afweergeschut dat ratelde en knalde, en van laag overvliegende vliegtuigen. Boven op het platte dak van ons huis 'De Villa' was de laatste tijd door de Ned. militairen een uitkijkpost geplaatst en een mitrailleursnest geïnstalleerd. Ook waren er enige schansen op onze grond door Ned. militairen bemand. Door deze omstandigheden waren wij indirect bij het begin van de oorlog betrokken. In de loop van de morgen kwam er een Ned. militaire wagen voorrijden met vier soldaten, die de 'Duitse paters' kwamen halen. (Dat waren de paters Heinrich en George Kremer en J. Hilpisch). Zij werden overgebracht naar het interneringskamp Amersfoort. Onder deze omstandigheden neemt Pater G. Dirksmeier voorlopig het bestuur van het huis over. Al de jongens die redelijkerwijs nog thuis konden komen, vertrekken om tien uur naar huis, maar ze kunnen niet meer verder komen dan Bilthoven. De jongens die nog bij ons in huis zijn, vonden overdag op onze speelplaatsen en omgeving verschillende hulzen en andere voorwerpen van de beschieting met mitrailleurs en geweren. Intussen wordt door ons de kelderverdieping van de villa ingericht en gebarricadeerd tegen eventuele calamiteiten. De volgende dag kunnen wij al niet meer normaal naar buiten op ons terrein. Want door de verschillende geruchten die bij de Ned. militairen en het Nederlandse volk doordringen: b.v. "dat bij de Duitse parachutisten die op verschillende plaatsen in ons land neerkomen, veel gecamoufleerde priesters, broeders en zusters in gewaad en in Nederlandse militaire uniformen of politie-uniformen verkleed zijn (het zijn geruchten?) en zo proberen te infiltreren." Daarom ook dat de Ned. militairen op ons terrein, zowel officieren als manschappen, ons huis in en uit lopen en zenuwachtig geworden, ons ondervragen met het pistool op de borst, ook als we even buiten lopen. Zondag 12 Mei, de derde dag van de oorlog, is het de Eerste Pinksterdag, maar dat begrip vervaagt bijna geheel door de grote onzekerheid en wanorde. De Ned. militairen verlaten ons huis en ons terrein en trekken zich zo snel als mogelijk terug. We horen verder op de dag dat Amersfoort in zijn geheel is geëvacueerd. Als wij inlichtingen vragen aan de instanties, zijn ze er meestal niet meer en de enkeling die er is geeft
blz. 3
Nr. 10 – dec. 2007
ons de raad, met alle jongens te evacuëren, richting Utrecht. De volgende dag pakken we het voornaamste in, en de 14e Mei vertrekken we allemaal richting Utrecht, op hoop van Zegen! Via de Dodeweg en Laan 1914 gaan we richting Soesterberg waar wij veel inderhaast achtergelaten materieel en voertuigen op de weg aantreffen. Ook zien wij veel loslopende huisdieren, die bij de evacuaties niet meegenomen konden worden en nu losgelaten ronddolen, ook losgelaten vogels, zoals kanaries en een enkele papegaai enz. Van Soesterberg gaan we verder richting Bilthoven. De 60jarige pater J. Fischer loopt met ons mee, met zijn fiets aan de hand. In de buurt van Bilthoven mogen wij, van een boer, in een grote kippenschuur overnachten, zo kwaad en goed als het gaat! Daar horen wij ook dat de stad Rotterdam 's middags rond half twee door de Duitsers is gebombardeerd. De volgende morgen 15 Mei horen wij van mensen in de buurt waarmee wij praten en zeggen dat wij verder willen naar Utrecht, dat dit niet aan te raden is, want, zo zeggen zij, dat de Duitsers gedreigd hebben, na Rotterdam, ook de stad Utrecht en verdere doelen te zullen bombarderen als de Nederlandse strijdkrachten niet direct capituleren. In de loop van deze dag capituleert de Nederlandse strijdmacht voor deze overmacht. Na deze capitulatie lijkt het ons het verstandigste, zo vlug mogelijk weer naar Leusden terug te gaan en ons huis weer in bezit te nemen voordat anderen er interesse voor krijgen. Als wij dan ook de volgende dag via Soesterberg en de Laan 1914 de Dodeweg bereiken en daar onze laan opgaan, zien we vanaf de Arnhemse weg de Duitse militairen de Dodeweg oprijden en ons huis passeren. Na een nachtrust weer in eigen bed wordt er de volgende dag en de dagen erna, alles weer zoveel mogelijk in orde en regelmaat gebracht. Door het snelle terugtrekken van de Nederlandse militairen en het plotseling vertrek van onszelf was er wel een hele ravage en warboel ontstaan. Voor dat alles weer liep!" bron: Henk Hendriks s.d.b. Kroniek over 60 jaar 'Salesianen van Don Bosco' in Leusden (1990).
Deze Kroniek beslaat de eerste tien jaar van het bestaan van 'Don Bosco' in Leusden. De tekst werd met de hand geschreven, later overgetypt door zr. Maria Chamuleau, die ook een titelblad calligrafeerde. Theo Bones maakte een fotocopie en Ton Overtoom heeft het geheel gescand en met ocr gedigitaliseerd, een index aangemaakt en afgedrukt. Daarna is het voor de Nederlandse medebroeders vermenigvuldigd.
vrije nieuwsbrief over Huize 'Don Rua' Ugchelen (1942-59) en 's-Heerenberg (1959-71), en wat ervan voortleeft
"Don Rua" – vroeger en nu
Horizon-taal Het wonder gebeurt weer: ik zoek een bladzijde uit in de agenda van 1987 en de thematiek staat als een huis. Via een franse term komt dan de reto romaans-zwitserse auteur in beeld van een posthuum gevonden dagboek van duizenden bladzijden, met een naadloos in deze context passend citaat. di. 10-11-1987 De mist in. Iets te vroeg. Of 't najaar is te laat: dat kleurt nog bont genoeg, bij 't wassen van de klaart'. Ben zeventig en voel me vrij als nooit voorheen. Een gloednieuw levensdoel zo duister als 't begin. Jan Klein is zijn leven lang onderweg, en zijn fiets is daarbij zowel instrument als symbool, in feite een vriend, Piet genaamd. Alle gedichten op deze agendapagina zijn het citeren meer dan waard, maar selectie is noodzaak voor een A4-tje. Zijn taak is voorbij en nu pas voelt hij zich helemaal vrij, wat een drama. di. 10-11-1987 Paarde- en wagensporen structureren 't pad dat er wat verloren bijgelegen had. Zo staan nieuwe prenten in het levenslied dat een paar accenten licht verschuiven ziet. In het leven zijn begin en einde altijd beide aanwezig, media vita in morte sumus, maar ook : al stervend leven wij! In alle hectiek kunnen we vaak door de bomen het bos niet zien, tot de herfst komt, bladeren afvallen, licht kan doordringen en geluiden worden gedempt. Verademing in ruimte en in stilte. Dan pas voelt de mens zich vrij, vrijer dan ooit tevoren. wo. 11-11-1987 Het eekhoornros tapijt door najaarsbeuk gespreid gloeit 's morgens, knuffelzacht, van regen in de nacht. – Door 't kalen van de laan komt land en hemelhuis vrijer voor 't oog te staan: 't is allemaal weer pluis. In de rust en de stilte van het herfstbos breekt zijn visie op leven en dood zich onstuimig baan, bevrijdende explosie van een te lang ingesnoerde kern, een herschepping vanaf het begin.
blz. 4
Nr. 10 – dec. 2007
za. 14-11-1987 De herfst is niet gedaan die vangt van voren aan: een nieuw visioen. Zon kan er beter bij. De bouw van 't bos komt vrij. Ruggelings lentetij: gerijpt seizoen vr. 13-11-1987 Licht kaatst niet van liggend blad – 't is naar luwten weggevaren – maar van sloot en regenplas. Licht ook van mijn fietslantaren. Daarin flitst een schuwe mot. En uit schaduwen gevlogen van een grove-dennenbos wankelwaakt een grote vogel vie-abri. Hier laat ik mij door het dagen overstromen: morgen viert grandioos zijn komen: alle heem'len strak en vrij. En de maan, in laat kwartier, baadt zich zo langs hoger wegels; nachtelijk hangt haar hemel hier, helder hangen dennekegels. Kolkend dolle mezenvlucht wervelt door de wilde lucht. La conscience paraît être comme un livre, dans lequel les feuilles tournées successivement par la vie abri et cache l'un l'autre malgré leur transparence semi; mais bien que le livre puisse être ouvert à la page du présent, le vent, pour quelques secondes, peut souffler en arrière les premières pages dans vue. (Le Journal intime de Henri Frédéric Amiel, Genève 1821-1881, hst. 357). Het bewustzijn lijkt op een boek met half doorzichtige bladzijden die in het verborgene (vie abri) over elkaar kunnen schuiven, wat soms aanleiding geeft tot huiveringwekkende ervaringen, waarin het verleden fuseert met het heden, met als mogelijk gevolg 'Een gloednieuw levensdoel, zo duister als 't begin'. Zich vervolgend verleden: een mysterie heden. zo. 15-11-1987 Eén rimpel in een regenplas.... ik denk maar dat 't een briesje was. Daar voel ik huiver jagen: één blad, één platgeregend blad wordt langzaam omgeslagen. Tot op dit punt in de tijd: vijf jaar commentaar op ruim drie jaar journal intime vie abri van pater Jan Klein (1917-1989), plus de presentatie en bespreking van een aantal liedteksten en gelegenheidsgedichten, samen veertig stukjes. Ik weet niet hoe hij ze nu beoordelen zou, ik hoop met herkenning.
vrije nieuwsbrief over Huize 'Don Rua' Ugchelen (1942-59) en 's-Heerenberg (1959-71), en wat ervan voortleeft
"Don Rua" – vroeger en nu
blz. 5
Nr. 10 – dec. 2007
Mariahoekje een monument In Assel staat in een klein kapelletje sinds jaar en dag een lieflijk beeld van Maria van gebakken klei. Het is een werkstuk van pater Cor Goorts. Niet algemeen bekend is dat aan de achterkant de namen staan van een groot aantal salesianen en jongens, in de klei gekrast toen die nog niet was uitgehard. Als datum staat erbij 2 mei 1951. Ik herinner me nog goed hoe het begon, in een van de klassen aan de gang in Ugchelen, de hoek rechts voorin. Pater Goorts stapelde daar hele pakken klei op elkaar en beukte ze met geweld tot een manshoge klomp. Daarna begon hij die te modelleren, zodat langzaam maar zeker de alom bekende en geliefde Mariafiguur ontstond. Om scheuren te voorkomen werd het beeld uitgehold, en kreeg het aan de achterkant drie ronde luchtgaten. Zo'n werkstuk is kwetsbaar, dus hoe werd het vervoerd en gebakken, en wanneer werd het opgesteld? In de Ugchelse huiskroniek is daar, vreemd genoeg, niets over te vinden. Ik heb Cor Goorts er in een brief naar gevraagd. Hij schreef me het volgende: "Wijchen, 26-10-07 Beste Ton. Jouw Don Ruanieuws lees ik iedere keer met veel interesse. Wij zijn allen "mensen met een verleden". Maar voor een deel hebben wij een gezamenlijk verleden, omdat wij fijne herinneringen hebben aan toneelstukken, aan zang, aan cirkels en compagnie, aan buitenspelen en boswandelingen en de fijne sfeer in Ugchelen. Gaarne voldoe ik aan je verzoek, voorzover mijn lange-termijngeheugen dit aankan.
foto's Theo Emke
Na mijn priesterwijding in 1949 in Turijn werd ik econoom in ons huis in Ugchelen. Pater Wim Gubbels was daar directeur. Ik had als econoom niet veel werk te doen, want de grote beslissingen bleven in handen van de directeur en de kleine waren in handen van Hans Boudier. Ik had al veel jaren, ook in Italië, gewerkt met klei. In hoofdzaak waren dat kleine beeldjes, waaronder twee kerstgroepen. Bij mijn priesterwijding kreeg ik van mijn buurtbewoners in de parochie Mariaheide een Mariakapel cadeau. Deze werd gebouwd op het land van mijn vader en staat daar nog steeds in volle glorie. Ik had beloofd dat ik voor die kapel het Mariabeeld zou maken. Dit gebeurde in Ugchelen. De nodige klei heb ik, samen met Kees van Wiggen, per jeep gehaald in het Noord-Limburgse Reuver. Toen dit beeld klaar was maakte ik, ook van die chamotteklei uit Reuver, weer een nieuw Mariabeeld. Bij het boetseren kreeg ik veel bekijks van de jongens in huis. Ik kreeg toen het idee om ieder die dit wilde zijn naam te laten schrijven in de nog natte klei op de rugzijde van dat beeld. De prijs daarvoor was een tientje van de rozenkrans. Het beeld werd gratis gebakken bij een pottenbakker ergens in Twello. Ik meen me te herinneren dat Adriaan Gubbels, de broer van Wim, in Ugchelen dat kapelletje heeft gebouwd. Ik was toen al verhuisd naar Den Haag, en later naar Rijswijk. Na het sluiten van Ugchelen is het kapelletje en het beeld overgebracht naar Assel. Daar staat het nu bij het eendenvijvertje. Het dak was na vijftig jaar aan vernieuwing toe. Bernard van Lankveld heeft daarvoor gezorgd. Het kan weer jaren mee. Maria kan weer naar huis. C. Goorts" Dank je Cor, voor dit velen van ons dierbare beeld.
vrije nieuwsbrief over Huize 'Don Rua' Ugchelen (1942-59) en 's-Heerenberg (1959-71), en wat ervan voortleeft
"Don Rua" – vroeger en nu
blz. 6
Nr. 10 – dec. 2007
Mariabeeld
Toezending
de namen
kosten toezending per email of post gratis (op papier per post kost me ± € 1 per exemplaar)
Theo Emke heeft foto's gemaakt van het Mariabeeld van Cor Goorts, dat alweer sinds jaren in Assel staat, ook van de achterkant waarop zoveel namen staan van toenmalige bewoners van 'Don Rua' Ugchelen (zie vorige bladzijde). Voor de reünie van dit jaar op 13 oktober in Assel maakte ik daar afdrukken van op A4 en plakte die aan elkaar, zodat iedereen ze nu eens kon zien. Ik heb ze in Assel laten hangen. Thuisgekomen heb ik een lijst gemaakt in Excel. Toen ik die aan Theo Emke stuurde voor aanvulling en commentaar, bleek dat hij hetzelfde had gedaan. Dat heeft geleid tot de samenstelling van een vrijwel complete lijst met namen en een foto met genummerde posities. De meeste van de 110 inscripties zijn herkenbaar, op één naam en wat monogrammen na. Zie website 'Origo' onder Archief / Mariabeeld.
Wim Gubbels 95 icoon Op 7 november werd Wim Gubbels, onvergetelijke overste, medebroeder en goede vriend, 95 jaar, in voor zijn jaren goede gezondheid en helder van hart en geest. Heilig verklaren is niet nodig, als mens waarderen is wat hem rechtens toekomt. Wim, we zijn je sinds jaar en dag ontzettend dankbaar voor je rol in ons leven, dus blijf asjeblieft nog maar even. Hij vertegenwoordigt ook een stuk geschiedenis (zie blz.3).
vrijwillige bijdragen op girorekening
454400 t.n.v. A. Overtoom
aanmelding/opzegging per email per brief
[email protected] redactie-adres
Bijdragen Op postrekening 454400 werd ontvangen € 10 en € 50 à contant, waarvoor hartelijk dank.
Redactie naam A.J.M. Overtoom straat Hofakkers 6 plaats 9468 EE Annen telefoon 0592 - 271 586 email
[email protected] website http: //members.home.nl /ajm.overtoom
Huisbladen diverse Behalve De Kiem heeft 'Don Rua' nog andere bladen en blaadjes gekend, zoals gehectografeerde velletjes, het missieblaadje 'Vuur en Vlam' in Ugchelen, de vele feest-programma's. Nu 'De Kiem' op website 'Origo' is geplaatst volgen nog wat losse andere publicaties. Deze keer het vierde nummer van de eesrte jaargang van 'Vita' (leven), groepskrant van groep-B in 's-Heerenberg van kerstmis 1967. Ook de 'Vakantiekrant' van augustus 1962 en het feestprogramma van het eerste Don Boscofeest in 's-Heerenberg op 31 januari 1960. U vindt ze onder de koppeling 'archief / huisbladen: diverse'. Omdat de pdf-bestanden met afleveringen van 'De Kiem' nogal wat ruimte innemen, worden ze aan het eind van dit kalenderjaar van de server verwijderd. De nu toegevoegde blaadjes blijven nog wel even staan. In latere afleveringen hoop ik nog andere interessante archiefstukjes onder uw aandacht te brengen. Wie daar voorbeelden van heeft doet me genoegen met een bruikleen of copie.
clown (w.a. gubbels)
Colofon De tekst is opgemaakt in twee kolommen, in het lettertype Garamond 11 pt, de koppen (meestal) in Comic Sans MS 14 pt. Digitale weergave per aflevering in pdf-formaat, op de homepage en per email. Gratis lezers zijn: Acrobat Reader en Foxit Reader (kijk voor info en download op: www.foxitsoftware.com). Lemma Hoop doet leven: het is nooit te laat om acte de présence te geven, en nooit te laat om open te doen.
vrije nieuwsbrief over Huize 'Don Rua' Ugchelen (1942-59) en 's-Heerenberg (1959-71), en wat ervan voortleeft