"Don Rua" – vroeger en nu
blz. 1
Nr. 28 –februari 2011
Aftellen In 2005 werd de salesiaanse provincie Nederland bij die van Vlaanderen gevoegd, en kreeg ons land de status van Delegatie. Op 16 augustus, de geboortedag van don Bosco (1815-1888), wordt die Delegatie, na zes jaar, opgeheven en ontstaat de provincie België-Noord en Nederland, bestuurd door provinciaal Mark Tips, met tenminste één Nederlander in de provinciale raad. Dat stond te lezen in Don Bosco Nu van juni 2010 (blz. 4 en 5). Ook dat 'het bureau in Soest' blijft bestaan "om de zakelijke belangen van de salesianen te behartigen." Dat klinkt erg ambtelijk en koel, maar komt wel overeen met de indruk die dat huis sinds de opening gewekt heeft. De kans om er een warm en gastvrij, inspirerend centrum van te maken is helaas gemist. Oud-leerlingen en ex-medebroeders stonden al verder buiten de salesiaanse familie dan hun lief was. Formeel behoren ze daar ook niet meer toe, maar mijn indruk is dat het bestuur de verbondenheid van die groepen met don Bosco en de congregatie, het gevoel er nog bij te horen, heeft onderschat en te weinig gewaardeerd. Dat bleek op allerlei manieren en was soms pijnlijk. Nu wordt er geschreven en gepraat over de integratie van Nederlandse en Vlaamse salesianen en dat is uiteraard nodig en goed. Als niet-salesianen met een min of meer salesiaans verleden zullen wij onze positie opnieuw gaan bezien. Integratie met en afstemming op Vlaanderen ligt niet voor de hand. Continuering van informele onderlinge contacten lijkt een betere optie. In feite zijn we al jaren bezig ons 'gedeeltelijk gedeelde verleden' definitief te verwerken en een plaats te geven in onszelf als eindproduct van dit aardse bestaan, al of niet bewust gericht op een individueel-bewuste voortzetting ervan na de dood van ons aardse lichaam. Het zaad van een christelijke opvoeding en een salesiaans leven is ooit ontkiemd en verder gegroeid. Kerk en congregatie bieden ons in de praktijk vrijwel geen steun meer. Dat is deels een gevolg van historische ontwikkeling, deels van keuzes die daar te weinig rekening mee hielden. Oude normen en vormen hebben hun werking vaak verloren en passen niet meer bij de situatie zoals die is ontstaan. Dat heeft niets te maken met een gebrek aan goede wil of religiositeit. We tellen af, nemen afscheid van elkaar, en zijn in afwachting van wat komen gaat, er niet zeker van wie we na het moment 'nul' nog zullen zien.
Glas-in-lood De Ugchelse huiskroniek vermeldt op 22 mei 1943: "Deze week kwam het voorstel van de Heer F. van Seumeren om alle ramen aan de buitenkant te vullen met glas-in-lood en gebrandschilderd glas. Het werd met grote dank aangenomen." De directeur was toen pater Johan van Lent. Hij werd in 1946 opgevolgd door Wim Gubbels. Hierboven een van die taferelen uit het leven van don Bosco. Ze werden gemaakt door Willem Mengelberg (1897-1969), derde generatie van uit Duitsland afkomstige glazeniers in Utrecht (zie het interessante artikel over zijn vader Friedrich http://nl.wikipedia.org/wiki/Friedrich_Wilhelm_ Mengelberg, tevens een bekend beeldhouwer). De kroniek op donderdag 9 maart 1944: "Dominicus Savio – Oom Frans en Mhr. Mengelberg op bezoek." Meneer van Seumeren, die samen met meneer Jongerius de bouw van het nieuwe huis mogelijk heeft gemaakt, werd op Don Rua 'oom Frans' genoemd: deze weldoeners werden dus zo ongeveer als familie beschouwd. Iedere associatie van de afbeelding met de fusie van de Nederlandse delegatie met de Vlaamse provincie is voor rekening van de lezer.
vrije nieuwsbrief over Huize 'Don Rua' Ugchelen (1942-59) en 's-Heerenberg (1959-71), en wat ervan voortleeft
"Don Rua" – vroeger en nu
Heilige Huizen feiten en ficties Hoe komt het toch dat, tientallen jaren na ons vertrek van 'Don Rua', de herinneringen aan de daar doorgebrachte tijd zo dicht onder de oppervlakte liggen? Het lijkt bovendien wel of ze er steeds makkelijker doorheen breken. Een tweede vraag is dan of we ooit van die emotionele restanten bevrijd zullen worden, en hoe dan wel. We hebben feiten nodig, geen ficties.
blz. 2
Nr. 28 –februari 2011 Hun vaderschap bleef, ondanks de gemoedelijke omgang, beperkt tot hun formele taak als docent, liturg en bestuurder, in de meeste gevallen niet eens als zielzorger. De gewoonte uit de tijd van don Bosco dat de directeur van het huis aller biechtvader was, werd door Rome in 1901 met een speciaal biechtdecreet verboden.
"Eerwaarde vader, geef mij uw zegen, want ik heb gezondigd" zeiden we wekelijks (of vaker) als we te biecht gingen. Dat was een formule die paste bij een geformaliseerde interactie tussen de biechteling en de biechtvader, een priester met de juiste, hem van hogerhand (zijn bisschop of overste) verleende, zeggenschap (jurisdictie).
De regels waren streng, zowel die van de congregatie (de constituties) als die van het huis (het reglement voor de leerlingen). Ondanks de nadruk op liefde, dankbaarheid en respect jegens onze ouders, werden de contacten met de familie zoveel mogelijk beperkt: er was aanvankelijk maar één vakantie per jaar, brieven werden open ingeleverd en inkomende post werd door de directeur geopend en vaak ook gelezen.
We leefden in een gemeenschap (communiteit) van vaders (paters), hun helpers (coadjuteurs) en aanverwanten (familianten), als leerling (priesterstudent of aspirant coadjuteur). Zeker tot diep in de vijftiger jaren kwamen de meesten van ons er op grond van een eigen keuze op basis van een veronderstelde roeping tot het geestelijk leven.
De sociale controle was groot. Vooral in het huis te Ugchelen leefden oversten en jongens zo dicht op elkaar, dat maar weinig onopgemerkt bleef. De uiteraard bestaande persoonlijke voorkeuren en genegenheden werden met argusogen gadegeslagen, van commentaar voorzien en waar dat nodig leek rigoureus afgekapt.
Ons leven daar stond dag en nacht in het teken van deugd en ondeugd, met een zwaar accent op volgzaamheid, op reinheid en afzien van gemak en luxe. Het eerste was zo kort na de lagere school meestal geen probleem, het laatste zo kort na WO-II evenmin, het middelste, afhankelijk van onze fysieke rijping, iets meer.
Juist die combinatie van onnatuurlijke striktheid, van emotioneel isolement en de superioriteit van oversten jegens elkaar en jegens de leerlingen, creëerde een spanningsveld waarin ontregeling kon voorkomen. Zowel door de extreme nadruk op de heilige deugd van reinheid (in de praktijk voornamelijk het niet masturberen) als door de intensieve godsvruchtige praktijken, ontstond een broeikasffect met irritaties ('bekoringen') als gevolg en als verdere aanjagers.
De paters daar waren merendeels jong, pas gewijd en nog maar net terug uit uit Italië en andere buitenlanden, maar overtuigd van hun eigen status als priester en opvoeder in naam van en op de manier van don Bosco. Hun houding was over het algemeen heel amicaal, al bleef er toch wel enige distantie. Dat werd in de hand gewerkt door de sfeer van die tijd. We zongen: "O priester die naar Christi maat hermaakt en hergeboren staat, ver boven ons en God nabij, dat iedereen indachtig zij, dat of de wereld lacht en spot, gij zijt en blijft een man van God." Blijf daar maar eens bescheiden bij als jongeman van nauwelijks dertig. Zij waren de oversten, wij de jongens. Er werd hoog opgegeven van de familiesfeer ("Don Bosco bij u thuis..."), en die was dan ook duidelijk aanwezig. Maar de paters en hun helpers waren geen normale vaders, wat duidelijk werd uit de geldende regels: zo mochten ze niemand op hun kamer ontvangen en met niemand een bijzondere emotionele band onderhouden.
Dat deze constellatie niet veel vaker explodeerde tot misbruik van gelegenheid (waaronder macht) ten koste van zwakkeren, m.n. in sexuele zin, mag een wonder heten. Het illustreert de oprechtheid en de ernst waarmee de bewoners streefden naar geestelijke groei en heiliging. Dat er uitzonderingen waren doet daar niets aan af. Die werden trouwens hard aangepakt. Dat er later, ook nog in Ugchelen, maar vooral in 's-Heerenberg, schrijnende gevallen van sexuele intimidatie en misbruik zijn voorgekomen (waar de meeste andere bewoners niets van hebben geweten), is geheel in strijd met de opzet en bedoelingen van een salesiaans huis, een groot onrecht jegens de getroffenen, en vereist nader onderzoek en gepaste maatregelen. Niettemin moeten alle omstandigheden worden meegenomen, ook al zal dat menig heilig huisje doen sneuvelen, daar en elders, toen en nu.
vrije nieuwsbrief over Huize 'Don Rua' Ugchelen (1942-59) en 's-Heerenberg (1959-71), en wat ervan voortleeft
"Don Rua" – vroeger en nu
blz. 3
Nr. 28 –februari 2011
Heilige Vaders
Heilige Jongens
De meeste vaders en moeders waren van jongs af aan doordrongen van een heilige eerbied voor de kerk en de geestelijkheid. Geen wonder dat de roeping tot het priesterschap of een andere vorm van geestelijk leven als een grote eer en verplichtende taak werd beschouwd. De grote katholieke restauratie was op haar hoogtepunt.
Wie zelf, korter of langer, jongen van 'Don Rua' is geweest en de sfeer van het huis heeft geproefd, die weet (als hij er niet alleen maar oppervlakkig aan heeft deelgenomen) dat alle doen en laten samenging met gevoelens van allerlei aard, positieve en negatieve. Op de lagere school en thuis had je al geleerd wat hoorde en wat niet, wat je prettig vond en wat niet, wat je toe kon laten of verontwaardigd moest afwijzen. Dat was je opvoeding als katholieke jongen.
Sommige pastoors waren bullebakken die hun kapelaans terroriseerden. Dat was niets nieuws. Paters waren soms veel aardiger en toegankelijker. Salesianen deden jongensachtig joviaal en spontaan. Kwamen er klachten dan was de eerste reactie er een van twijfel aan hun eigen jongen, niet aan de integriteit van de geestelijke. Vanuit een dergelijk nest kwamen we bij de paters van don Bosco, niet zelden ook omdat we elders niet terecht konden, ofwel vanwege de kosten, of door ons verondersteld of vastgesteld gebrek aan schoolse kennis en intelligentie. Hadden we ook roeping? Daarvan werd uitgegaan, o.a. door de ronselpaters (volgens don Bosco hadden de meeste jongens roeping tot het priesterschap). En daar gingen we dan, in het nieuw gestoken (misschien met de hulp van C&A of een andere katholieke weldoener). Onze ouders waren iedereen dankbaar en baden dat wij ons best zouden doen. Wij vonden dat alles min of meer 'gewoon' en doken in een nieuwe uitdagende atmosfeer. Een vader was een vader, een pater een pater, die waren de baas en ons rolmodel.
In de levensverhalen van oud-Ruanen hoor je iets over ervaringen en hoe daarmee werd omgegaan. Stel dat iemand je opdringerig benaderde, dan kon je daar al of niet in meegaan. Het "raak me niet aan" (noli me tangere) werd ons bij herhaling voorgehouden, evenals het "nooit met z'n tweeën" (numquam duo). Kon je niet tegen de autoriteit van een pater op, dan waren er andere paters (de directeur, je biechtvader), medeleerlingen of je ouders aan wie je dat kon vertellen. Een leerling (of medebroeder) misbruiken is en was voor een salesiaan niet normaal. Je meer dan één keer ernstig láten misbruiken is en was ook niet normaal. Wie dat is overkomen kan dat niet uitsluitend toeschrijven aan de dader, maar zal ook zijn eigen rol en situatie moeten analyseren. Dat klemt temeer naarmate er sinds het gebeuren meer tijd is verstreken voordat je ermee naar buiten bent gekomen. Al ligt de schuld grotendeels bij de ander, de oplossing ligt bij jezelf.
Volle dagen, te korte nachten, gehoorzaam zijn en hard werken: studie, kapel, corvee ('baantjes') en spelen. De oversten leidden hun eigen leven, al kruiste hun pad dat van de jongens op tal van punten en momenten. Speciale bemoeienis met afzonderlijke jongens was niet de bedoeling en gold als bedenkelijk. Een lid van het huiskapittel (directeur, prefect, studieprefect of katechist) had speciale taken en bevoegdheden.
De schuldige verdient correctie, maar voor wie misbruikt is bestaat geen door anderen gegeven 'genoegdoening'. Zeker, excuses kunnen je gevoel van eigenwaarde goeddoen, bestraffing kan je woede verminderen, maar denk niet dat geld persoonlijke verwerking overbodig maakt. Dat wordt geïllustreerd door het feit dat de man die, zonder vorm van proces, 16.000 euro (in oude munt ruim 35.000 gulden) ontving, er niet afdoende mee geholpen was: hij wil meer geld zien.
Natuurlijk waren paters en coadjuteurs eenzaam en natuurlijk hadden ze behoefte aan compensatie daarvan. Idealiter vonden ze die in het religieuze leven, maar menigeen was meer pragmatisch dan principieel godsdienstig ingesteld. Wie zichzelf niet de baas was kon ertoe komen zichzelf wijs te maken dat zijn 'apostolaat' wel wat verder kon gaan dan was voorgeschreven en toegestaan. Toegevendheid jegens de eigen behoeften ten koste van een of meer jongens, met een of ander excuus dat hem ziende blind maakte voor hetgeen hij anderen aandeed.
Ik heb met hem te doen en gun hem dat hij zijn negatieve ervaringen kan verwerken. Maar met het eisen van geld is hij, ook voor zichzelf, niet op de goede weg. En wie hem en anderen in zo'n eis steunen bewijzen hun een twijfelachtige dienst. Ze fixeren hun afhankelijkheid van anderen in plaats van hen te helpen zich daarvan te bevrijden. Hulp heeft alleen maar zin wanneer die de werkelijke oorzaken van hun ontreddering aan het licht brengt en de persoon in kwestie ertoe aanzet zijn verleden zelf te verwerken en wat ooit gebeurd is definitief een plaats te geven.
vrije nieuwsbrief over Huize 'Don Rua' Ugchelen (1942-59) en 's-Heerenberg (1959-71), en wat ervan voortleeft
"Don Rua" – vroeger en nu
Van een leien dakje renovatie 's-Heerenberg
vooraanzicht
De geschiedenis van het klooster te 's-Heerenberg (www.achterhoek-en-liemers.nl/index.php) in het kort. "In 1910 bouwden Duitse Jezuïeten in ’s-Heerenberg het Bonifacius-klooster. Omdat het hen in Duitsland verboden was studiehuizen te exploiteren, vestigden ze daar een studiehuis. In 1937 kochten de Witte Paters van Kardinaal Lavigerie het klooster en in het gebouw werd hun scholasticaat gevestigd. Jongemannen werden hier opgeleid om als Missionarissen van de Afrikaanse Missie naar Afrika te worden uitgezonden. In de nadagen van de Tweede Wereldoorlog fungeerde het klooster als hospitaal voor vooral verzwakte en mishandelde Nederlandse dwangarbeiders uit het Duitse Arbeitslager onder Rees. De laatste bewoners van het klooster (1959) waren de Salesianen. Zij gaven de naam Don Rua aan het klooster. In 1974 koopt Gerrit Hazeleger Don Rua. Samen met Leo Uittenbogaard en Johan Lens richt hij er in 1975 Gouden Handen op. In de immense ruimtes worden producten van vrijetijdsbesteding tentoongesteld. In 1999 valt het doek voor het grootste creativiteitscentrum voor amateurs ter wereld." Op het forum van donruabond.nl vond ik een verwijzing naar de renovatie van het 'patersklooster' te 's-Heerenberg. Op het internet blijkt daarover heel wat te vinden. Eigenaar Woonzorg Nederland is gestart met de bouw van 44 gelijkvloerse 'leeftijdsbestendige' appartementen voor voor 55-plussers. Het Montferlands college van burgemeester en wethouders wil dertig jaar garant staan voor een lening van zes miljoen euro. Op de begane grond komt een gemeentebalie en diverse andere vestigingen, mogelijk van de politie en de Heemkundekring, in de kapel een restaurant. Het staat al sinds 1999 op de rijksmonumentenlijst. Men wil de authentieke stijlkenmerken behouden en het klooster waar mogelijk in de originele toestand terugbrengen, o.a. door de marmeren zuilen die nu nog aan het oog onttrokken zijn weer zichtbaar te maken en de leien dakbedekking te herstellen. Bij dat laatste is oud-medebroeder Wim Jansen als leideskundige, op uitnodiging van de RCE (de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed),
blz. 4
Nr. 28 –februari 2011 betrokken: hij keurt de vervangende leien op kwaliteit. Zie voor informatie zijn website http://www.leideskundige.nl/home.html. Leisteen is in de loop van miljoenen jaren onder hoge druk ontstaan uit kleisedimenten. Het is zeer geschikt voor dakbedekkingen en wordt gevonden op allerlei gebouwen, vooral ook op kerken, kloosters en kastelen. Op http://nl.wikipedia.org/wiki/Leisteen staat over 'Leisteen als bouwmateriaal' het volgende: "Voordelen van leisteen als bouwmateriaal zijn, dat het gemakkelijk in kleine plakjes is te zagen of te verwerken; bovendien is het niet waterdoorlatend, makkelijk te winnen en ziet er mooi uit. Doordat het wat vettig is en weinig poriën heeft, is ook het schoonmaken makkelijk. Nadelen zijn dat het niet erg slijtvast is, makkelijk afbrokkelt doordat het uit laagjes bestaat. Tegenwoordig is de steensoort weer in zwang als dakbedekking, maar leisteen is betrekkelijk duur per vierkante meter. Ook is het niet overal toepasbaar; water dat tussen de laagjes komt zet uit bij bevriezen en leisteen vergaat dan ook erg snel in streken met een koud klimaat." De leien op het klooster 's-Heerenberg liggen er nu 100 jaar. Het is dus echt nodig dat er bij deze renovatie goed naar gekeken wordt. Mij boeien vragen als: waar komen deze leien vandaan, hoeveel vierkante meter is ermee bedekt en hoeveel liggen er per vierkante meter? Misschien kan Wim ons daar een keer meer over vertellen. Hij vindt dat wel leuk want "door Pater Gruijters heb ik interesse gekregen in leien." Half april komt er een boek uit: W.H. Jansen, 'Leibedekking', GbJ Beheer, 2011, 48 blz., 20x20cm, genaaid gebonden, afb., ISBN 978-90-814639-5-9. De prijs is nog niet bekend, maar die is t.z.t. met het ISBN-nummer makkelijk te achterhalen. Een boek met een link naar het religieuze en salesiaanse verleden, geschreven door een oud-salesiaan, dat heeft wel weer wat.
Wim Jansen
vrije nieuwsbrief over Huize 'Don Rua' Ugchelen (1942-59) en 's-Heerenberg (1959-71), en wat ervan voortleeft
"Don Rua" – vroeger en nu
Gods-stof Begin mei 2001 kreeg ik van Henk Hendriks de zes schoolschriften met de 1565 door hem overgeschreven agenda-dichten van jan Klein 1988-89 te leen, en begon ik met het digitaliseren ervan. In augustus 2002 ontving ik van de familie Klein de vier originele agenda's 1988-89. Ik heb toen van alle pagina's een beeldscan gemaakt, die op CD gebrand en de agenda's teruggestuurd. Intussen was ik begonnen met de eerste van de tot nu toe negen rubrieken: Klein-ig-Heden, die werd opgenomen in Don Bosco Binnen-kort (Jg. 3, 2002, afl. 1 t/m Jg. 6, 2005, afl. 5). Na twee afleveringen in het nieuw opgerichte Don Rua Nieuws (Jg. 1, 2006, afl. 1 en 2) werden ze verder gepubliceerd in deze nieuwsbrief 'Don Rua' - vroeger en nu (2006-11, nrs. 1 t/m 28). Tijdens de reünie op 2 oktober 2010 werd een door mij verzorgde bundeling van tachtig eerder besproken agenda-dichten aangeboden (p.o.d. EZbook, 306 blz., incl. inleiding en registers). Nu, in februari 2011, bijna tien jaar na de eerste kennismaking met de agenda-dichten, verschijnt de twee-en-vijftigste aflevering, de zesde van de negende rubriek, Gods-stof. Toen ik de schriften van Henk Hendriks meekreeg was ik 65 jaar, op 14 april 2011 word ik 75, een fraaie ommanteling van dit projekt rond Jan Klein z'n "Dagboek naar de Zeventig". Als afsluiting van deze decade verschijnt in april of mei het boekje "Perspectief" met de tekst van alle tot nu toe verschenen rubrieken, formaat 14,5 bij 21 cm (p.o.d. EZbook, ± 200 pagina's). Jan Klein was als een licht, deels nog verscholen als de zon achter wolken, maar het is met kracht tevoorschijn gekomen. Het verheldert, en het legt accenten die ons kunnen inspireren, een kwarteeuw na zijn dood. Met z'n zeventigste jaar in het zicht rondde hij zijn levenloop af. vr. 3-4-1987 Het licht gaat groter dan het kwam: het licht wast uit zijn kluit. De zon zit in een wolkendam, maar 't licht loopt als een spuit. Het politoert een dennestam; haalt mist zijn nesten uit en strijkt over het kroeshaar van het piepjong fluitekruid.
blz. 5
Nr. 28 –februari 2011 Zijn aandacht voor de natuur is zo zorgzaam als die van een grootvader voor zijn kleinkind. Hij is nog steeds een en al aandacht voor details. Hoopt dat het goed zal gaan met wat nog groeien moet en kwetsbaar is, een beetje bozig op wat oud en hard en koud is en het bedreigt. di. 2-3-1987 Wij spreken van groen nu weiden het doen. Nu miniaturen van lenteloof gluren. Pas schimmen van toen. Straks 100.000.000. Op enkele plekken wil ijs nog bedekken een sluif of een rand; hecht – niet te genieten – de rijp aan wat sprieten. Een schamel restant. Want crocussen, druifjes, zelfs hei in de tuintjes: 't geeft kleur aan 't bestaan. En daar? Een penseetje? O liefje!... Hoe weet je dat 't nu al zal gaan? De taal dient hem, schijnbaar gedachteloos, als een instrument dat hij losje bespeelt als de god Pan zijn fluit. Die vergelijking is zo gek nog niet, want pater Jan voelt zich een met de natuur, al wat hij aanvoelt en waarneemt. ma. 30-3-1987 Griftjes en graftjes tussen de bomen blikkeren ontwakend in 't licht; spiegelen de stammen, soms ook de kronen, eenmaal zelfs oosthemelzicht. Rijp over heide – haast al aprilrijp – laagje verstoven schoolkrijt. Blozen daar twijgen ook al aan lorken? Dan zit de lente geheid. En net als je denkt: zo is het wel genoeg, dan ziet hij weer een sprietje en klinkt er weer een liedje, alsof alles voor het eerst was. Dat is de kunst, de natuur die het voordoet, artis natura magistra, en hij haar liefhebbende leerling. We zitten bij hem in de klas, hij draagt voor. En wat zien we in die streep zonlicht? Gods-stof!
vrije nieuwsbrief over Huize 'Don Rua' Ugchelen (1942-59) en 's-Heerenberg (1959-71), en wat ervan voortleeft
"Don Rua" – vroeger en nu
blz. 6
Nr. 28 –februari 2011
Religie anders
Na de sluiting van 'Don Rua' te 's-Heerenberg is veertig jaar voorbijgegaan. Als oud-leerling, oudbewoner en oud-medebroeder voel ik me nog steeds betrokken bij don Bosco en de salesiaanse familie, terwijl die gewoon haar eigen weg gaat. Mijn voortgaande religieuze ontwikkeling, of die nu als positief of negatief wordt beschouwd, kan ik jammer genoeg niet echt bespreken of delen met salesiaanse oversten en medebroeders. Hun belangstelling blijft, naar het schijnt, toch meer uitgaan naar de jeugd, dan naar onze ooit samen aangevangen spirituele levensreis. De mijne gaat voor een deel langs ongebaande paden. Alle geïnstitutionaliseerde religies berusten m.i., naar inhoud en vorm, behalve op fundamentele waarheden, ook op fundamentele misvattingen, en het gedrag van hun bedienaren en leden is, mede daardoor, dikwijls in hoge mate arrogant. Dit feit is principieel en onlosmakelijk verbonden met het fysiek en de metafysiek van het mensdier. Er zal op deze aarde dus nooit en te nimmer een ideale samenleving ontstaan. Wat er goed is aan de mens en zijn organisaties berust altijd op de houding en instelling van individuën We zijn individueel en persoonlijk verantwoordelijk voor de kwaliteit van ons bestaan. Niettemin wijs ik de kerk en haar godsdienstige uitingsvormen en gebruiken voor mezelf niet af, al bezie ik ze vanuit een vrijer perspectief. Samen onderweg zijn heeft voor mij een fundamentele waarde en betekenis. Maar mijn opvattingen over god, de vader, de man Jezus en de geest (parakleet), die er na Jezus' dood 'bij geroepen' is als hulp en troost, inclusief mijn kijk op onze vereniging met het goddelijke zijn nu eenmaal in een andere dan de roomse richting geëvolueerd. Verdraagzaamheid jegens en openstaan voor afwijkende opvattingen zijn vele gelovigen niet vertrouwd, misschien wel uit angst. Wat ik in deze nieuwsbrieven probeer te doen is zoeken naar gelovige communio zonder a priori theologische of zelfs godsdienstige standpunten. Iedere religie of opvatting van de werkelijkheid is qua formulering eenzijdig en gekleurd. Waar het op aankomt is het enig noodzakelijke (unum necessarium), het in welwillendheid openstaan voor heel de werkelijkheid: die van onszelf, die van ieder ander, van dieren, planten en dingen. De menselijke soort heeft regels nodig om als maatschappij te kunnen floreren, en tegelijkertijd flexibiliteit en openheid voor afwijkende vormen, maar steeds in wederzijdse liefde en respect.
Toezending kosten toezending per email of post (op papier per post kost me ± € 1 per exemplaar) vrijwillige bijdragen op girorekening
gratis
454400 t.n.v. A. Overtoom
aanmelding/opzegging per email per brief
[email protected] redactie-adres
Bijdragen Op postrekening 45 44 00 werden diverse ruime en inspirerende giften ontvangen, zowel voor de nieuwsbrief als voor andere projekten. Ik ben er de gulle gevers van harte dankbaar voor.
Redactie naam straat plaats telefoon email website
A.J.M. Overtoom Hofakkers 6 9468 EE Annen 0592 - 271 586
[email protected] http://origo.otmx.nl
Colofon De tekst is opgemaakt in twee kolommen, in het lettertype Book Antiqua 10 pt, de koppen (meestal) in Comic Sans MS 14 pt. Digitale weergave per aflevering in pdfformaat, op de homepage en per email. Gratis lezers zijn: Acrobat Reader en Foxit Reader (kijk voor info en download op: www.foxitsoftware.com).
avondlucht
Lemma Geen verleden wordt zonder slag of stoot heden, we moeten zelf alle zorg aan onze groei besteden.
vrije nieuwsbrief over Huize 'Don Rua' Ugchelen (1942-59) en 's-Heerenberg (1959-71), en wat ervan voortleeft