Doe Mee Jongerenwerk Onderzoek naar het jongerenwerk in de gemeente Oud-Beijerland
Rekenkamercommissie Hoeksche Waard
Bron: http://stekkieobl.hyves.nl/fotos/343439747/0/HxMO/
Rapportage 29 oktober 2009 1
2
Postbus 85203 3508 AE Utrecht [t] 030 233 44 29 [f] 030 262 34 38 [i] www.necker.nl
Onderzoekers Evert Wolters Reinier Dijkstra
Contactpersoon Evert Wolters [t] 06 - 16 821 170 [e]
[email protected]
Kenmerk LD 11767-40 Datum 1 juli 2009
3
INHOUDSOPGAVE 1
2
3
4
5
6
Inleiding
5
1.1
Een onderzoek naar het jongerenwerk in Oud-Beijerland
5
1.2
Effectief jongerenwerk?
5
1.3
Complex beleidsveld stelt voorwaarden aan sturing
6
1.4
Leeswijzer: waar vindt u welke bevindingen?
8
Conclusies en aanbevelingen
10
2.1
De situatie van Oud-Beijerland op het gebied van jongerenwerk
10
2.2
Jongerenwerk Oud-Beijerland: weinig slagvaardigheid
10
2.3
Deelconclusies & aanbevelingen voor voorwaarden jongerenwerk
11
2.4
Bestuurlijke reactie van het college
14
Jeugd- en jongerenprofiel Oud-Beijerland
15
3.1
Jongeren in Oud-Beijerland zorgen voor relatief weinig overlast
15
3.2
Percentage jeugdige verdachten van 12-17 jaar zeer hoog
15
3.3
Weinig leerlingen in Oud-Beijerland die school verzuimen
16
3.4
Gemeente Oud-Beijerland gebruikt geen kwantitatieve gegevens
16
Beleidskader Jongerenwerk
17
4.1
Politiek vierjaren programma heeft aandacht voor jongeren
17
4.2
Kadernota en Plan van Aanpak Jeugd & Veiligheid zijn van belang
18
4.3
Gemeente legt accent op repressief jongerenbeleid
22
4.4
Goede integrale aanpak, weinig maatwerk en slagvaardigheid
22
Organisatie jongerenwerk
24
5.1
Interne afstemming op afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling
24
5.2
Externe afstemming en samenwerking op verschillende manieren
24
5.3
Beoordeling: organisatie van jongerenwerk voldoet aan normen
29
Uitvoering jongerenwerk
31
6.1
Jongerenwerk en jongerenbeleid in ontwikkeling
31
6.2
Jongerencentrum ’t Stekkie: zelf ingericht door jongeren
31
6.3
’t Stekkie komt gedeeltelijk tegemoet aan behoeften van jongeren
31
6.4
Doelgroepbereik: overlastgevende jongeren bereiken ‘t Stekkie
33
6.5
Samenwerking met externe partijen verloopt niet altijd goed
33
6.6
Alert zijn en inspelen op veranderingen in de maatschappij
35
6.7
Beoordeling jongerenwerk: integrale aanpak in praktijk lastig
36
Bijlage: Overzicht van de gebruikte bronnen
38 4
1 INLEIDING 1.1 Een onderzoek naar het jongerenwerk in Oud-Beijerland De Rekenkamercommissie Hoeksche Waard heeft meegedaan aan het DoeMeeonderzoek naar jongerenwerk.1 Jongerenwerk is op zowel landelijk, regionaal als gemeentelijk niveau een ‘hot item’. Op gemeentelijk niveau voeren veel gemeenteraden discussies over het al of niet aantrekken van extra jongerenwerkers, de inrichting van jongerenontmoetingsplekken (JOP’s), of de inrichting van jongeren inloopcentra (JIC’s). Gemeenteraden blijken vaak geen eenduidig beeld van het jongerenwerk in de gemeente te hebben. In onderliggende rapportage leest u de resultaten van het onderzoek in de gemeente Oud-Beijerland. Met de uitkomsten van dit onderzoek wil de Rekenkamercommissie Hoeksche Waard de gemeenteraad inzicht geven in de effectiviteit van het jongerenwerk in Oud-Beijerland.
1.2 Effectief jongerenwerk? 1.2.a. Doelstelling De doelstelling van dit onderzoek luidt: De gemeenteraad van Oud-Beijerland inzicht bieden in de effectiviteit van het gemeentelijke jongerenwerk.
De rekenkamercommissie verschaft dit inzicht door te toetsen in hoeverre de gemeente voorwaarden creëert voor effectief jongerenwerk. Op basis van de bevindingen in dit onderzoek (hoofdstukken 3 t/m 6) heeft de rekenkamercommissie aanbevelingen geformuleerd voor de gemeenteraad (zie hoofdstuk 2). Deze aanbevelingen richten zich op concrete verbeterstappen in het gemeentelijk jongerenwerk.
1
DoeMee onderzoek is een initiatief van De Lokale Rekenkamer BV, waarbij meerdere rekenkamer(commissie)s zich kunnen inschrijven voor een onderzoeksopzet. Dit onderzoek is dan ook in meerdere gemeenten uitgevoerd, wat een vergelijking mogelijk maakt. 5
1.2.b. Centrale vraagstelling De centrale vraagstelling van dit onderzoek luidt: In hoeverre creëert de gemeente Oud-Beijerland voorwaarden voor effectief jongerenwerk?
Onder effectiviteit verstaan de onderzoekers de verhouding tussen de gemeentelijke inzet van beleidsinstrumenten en de realisatie van beoogde maatschappelijke effecten. 1.2.c. Deelvragen: leefsituatie, kwaliteit beleid gemeente en effectiviteit Om tot een antwoord op de centrale vraagstelling te komen, geven de onderzoekers antwoord op een aantal deelvragen. Deze deelvragen gaan achtereenvolgens in op een algemene probleemschets gericht op de leefsituatie van jongeren binnen de gemeente, de kwaliteit van het gemeentelijk beleid en de effectiviteit van het gevoerde beleid. Probleemschets (gemeentebreed) 1. Welke zaken spelen er in het jongerenbeleid en bij de jongeren van de gemeente (het jeugd- en jongerenprofiel)? Kwaliteit gemeentelijk jongerenwerk (gemeentebreed) 2. Wat is de kwaliteit van de beleidsformulering? (“Wat wil de gemeente bereiken?”) 3. Hoe is het jongerenwerk georganiseerd? (“Wat gaat de gemeente daarvoor doen?”) Effectiviteit jongerenwerk (casestudy) 4. Hoe effectief is het jongerenwerk in de praktijk van één JOP of JIC?
1.3 Complex beleidsveld stelt voorwaarden aan sturing Verschillende functies en spelers betrokken bij jongerenwerk Vrijwel elke gemeente stelt beleidsdoelstellingen vast voor jongeren- of jeugdbeleid. Om invulling te geven aan deze doelstellingen, zet de gemeente beleidsinstrumenten in. In de uitvoering van jongerenwerk trekken gemeenten samen op met betrokken partijen als welzijnsinstellingen, politie en scholen. Een goede afstemming tussen partijen en effectieve beleidsinzet moet ertoe leiden dat de doelstellingen van het gemeentelijk jongerenwerk (bijvoorbeeld vorming van jonge mensen, maar ook terugdringen van jeugdoverlast) worden gerealiseerd. Figuur 1 geeft het beleidsproces rond jongerenwerk weer. 6
Figuur 1: Analysekader onderzoek jongerenbeleid BELEIDSKADER Doelen jongerenwerk als: - Vorming jongeren
OPZET & UITVOERING Organisatie
JOP
- gemeente
Ontplooiing van jongeren
- partners JIC
- In beeld houden jongeren - Tegengaan overlast
EFFECTEN
Inzicht in jongeren Inzet beleidsinstrumenten
Ambulant jongerenwerk
Minder overlast
Bij het in kaart brengen van de gemeentelijke doelstellingen (hoofdstuk 4) hebben de onderzoekers onderscheid gemaakt tussen drie soorten doelen. Het gaat om doelen die gericht zijn op: a) de vorming van jongeren; b) het in beeld houden van jongeren en; c) het tegengaan van overlast. De uitvoering hebben de onderzoekers in het schema afgebakend naar jongerenontmoetingsplaatsen (JOP’s), jongereninloopcentra (JIC’s) of ander vergelijkbaar jongerenwerk in de gemeente, zoals het ambulante jongerenwerk. De uitvoering is in dit onderzoek getoetst door middel van een casestudy (hoofdstuk 6). Sturingsvoorwaarden voor effectief jongerenwerk De onderzoekers zijn uitgegaan van drie noodzakelijke sturingsvoorwaarden voor een effectief gemeentelijk jongerenwerk: 1. Maatwerk: De ene gemeente is de andere niet. Daarom is het vanzelfsprekend dat iedere gemeente een eigen aanpak in het jongerenwerk kiest. Met maatwerk doelen de onderzoekers op de mate waarin jongerenwerk zich toespitst op eigen lokale omstandigheden en eigen lokale problemen en behoeften van en met (groepen) jongeren. 2. Integrale aanpak: Jongerenwerk is een vorm van doelgroepgericht beleid. Inhoudelijk gezien hangt het samen met een veelheid aan beleidsvelden (onderwijs, sport, cultuur, openbare ruimte). Om die reden is het van belang dat het jongerenwerk integraal plaatsvindt. Met een integrale aanpak bedoelen de onderzoekers de mate waarin verschillende gemeentelijke afdelingen, maar ook gemeente en overige betrokken partijen, onderling afstemmen ten behoeve van een consistent en consequent jongerenwerk.
7
3. Slagvaardigheid: niets is zo veranderlijk als de jongerencultuur. Nieuwe hypes volgen elkaar in razend tempo op. Als de besluitvorming over een JOP een jaar in beslag neemt, is de kans groot dat jongeren zelf alweer een andere hangplek hebben gevonden. Met slagvaardigheid doelen de onderzoekers op de mate waarin de gemeente dergelijke maatschappelijke ontwikkelingen tijdig signaleert en daarop met haar beleid anticipeert.
1.4 Leeswijzer: waar vindt u welke bevindingen? Deze rapportage is als volgt opgebouwd: In hoofdstuk 2 vindt u de conclusies en aanbevelingen die uit het onderzoek naar voren gekomen zijn. Hoofdstuk 3 t/m 6 geven inzicht in de bevindingen die ten grondslag liggen aan deze conclusies en aanbevelingen. Hoofdstuk 3 geeft een korte samenvatting van het jeugd- en jongerenprofiel van de jongeren in de gemeente Oud-Beijerland, waarbij de onderzoekers opvallende kenmerken benoemen. In hoofdstuk 4 brengen de onderzoekers het gemeentelijk beleid op het gebied van jongerenwerk in beeld. Hoofdstuk 5 geeft inzicht in de wijze waarop het jongerenwerk in de gemeente Oud-Beijerland is georganiseerd. Tot slot illustreert hoofdstuk 6 voor één casestudy hoe effectief het jongerenwerk is.
8
2 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Dit hoofdstuk maakt de conclusies en aanbevelingen inzichtelijk die voortvloeien uit de bevindingen die de onderzoekers in hoofdstuk 3 t/m 6 beschrijven. In deze conclusies en aanbevelingen geven de onderzoekers de effectiviteit van het jongerenwerk weer aan de hand van de in hoofdstuk 1 benoemde randvoorwaarden: maatwerk, integrale aanpak en slagvaardigheid.
2.1 De situatie van Oud-Beijerland op het gebied van jongerenwerk Jongeren binnen de gemeente Oud-Beijerland zorgen voor relatief weinig overlast. Zo zijn er in de gemeente Oud-Beijerland, in vergelijking met gemeenten van vergelijkbare grootte, weinig jeugdige verdachten (jongeren waarvan het vermoeden bestaat dat zij een strafbaar feit hebben gepleegd) tussen de 18 en 24 jaar. 2 Het aantal jeugdige verdachten tussen de 12-17 jaar ligt in de gemeente wel relatief hoog.3 Voor de uitvoering van het jongerenwerk heeft de gemeente een overeenkomst met SSO (Stichting Samenlevingsopbouw Oud-Beijerland). SSO werkt voornamelijk vanuit jongerencentrum ’t Stekkie (accommodatiegebonden), maar heeft ook taken op het gebied van ambulant jongerenwerk. Daarnaast heeft de gemeente een overeenkomst met particuliere beveiligers van HBD (Haven Beveiligings Dienst), die een rol hebben in het tegengaan van jongerenoverlast. De onderzoekers hebben lopende het onderzoek geconstateerd dat er op dit moment veel (politieke) aandacht is voor het jongerenwerk in Oud-Beijerland. Zij hebben ernaar gestreefd de ontwikkelingen die op het moment van schrijven spelen, te verwerken in het rapport.
2.2 Jongerenwerk Oud-Beijerland: weinig slagvaardigheid In deze paragraaf geven de onderzoekers antwoord op de centrale vraag van dit onderzoek: In hoeverre creëert de gemeente Oud-Beijerland voorwaarden voor effectief jongerenwerk?
Op de eerste plaats constateren de onderzoekers dat de gemeente nauwelijks voorwaarden creëert voor een slagvaardige invulling van het jongerenwerk. Dit
2
Een jongere tegen wie een proces-verbaal is opgemaakt omdat een redelijk vermoeden bestaat dat deze een strafbaar feit heeft gepleegd. Het gaat hier niet om overtredingen, maar om misdrijven. 3 Deze cijfers gaan over het jaar 2006 (het laatste jaar waarover deze cijfers over het gehele land bekend zijn).
10
geldt voor zowel de beleidsvorming, de organisatie als de uitvoering van het jongerenwerk. Het gebrek aan voorwaarden voor slagvaardig jongerenwerk blijkt uit het feit dat de gemeente haar jongerenwerk niet periodiek evalueert. Daarnaast blijkt dit uit de trage besluitvorming van de gemeente in het verruimen van de openingstijden van ’t Stekkie, en het uitvoeren van haar voornemen om tot een jongerenfaciliteit te komen.4 Bovendien blijkt er in de praktijk tussen de gemeente en SSO geen eenduidigheid te zijn over de hoeveelheid benodigde financiële middelen die nodig zijn om het ambulant jongerenwerk te ondersteunen. De onderzoekers concluderen op de tweede plaats dat het beleidskader van de gemeente Oud-Beijerland op het gebied van jongerenwerk niet uitgaat van maatwerk, terwijl de gemeente in de organisatie en de uitvoering van het jongerenwerk wel voorwaarden voor op maat gesneden jongerenwerk levert. Het beleidskader van de gemeente gaat niet uit van een probleemanalyse en bevat geen afgebakende doelgroepen of beleidskeuzes. Tegelijkertijd gaat SSO in de organisatie uit van projecten (Kids on the Block) die initiatieven van jongeren moeten waarborgen. In de uitvoering van het jongerenwerk weet SSO aan te sluiten bij de behoeften van (overlastgevende) jongeren. Op de derde en laatste plaats concluderen de onderzoekers dat de gemeente in haar beleidskader en de organisatie van het jongerenwerk relatief veel voorwaarden creëert voor een integrale aanpak. Tegelijkertijd verloopt deze integrale aanpak in de uitvoering niet optimaal. De verschillende beleidsdocumenten blijken in samenwerking met belanghebbenden te zijn opgesteld en maken duidelijk welke beleidsterreinen op het gebied van jongerenwerk relevant zijn. Daarnaast neemt de gemeente deel aan verschillende interne (tussen ambtenaren) en externe (met betrokken organisaties) overlegvormen. In de uitvoering van het jongerenwerk blijkt een aantal betrokken organisaties echter kritisch te zijn op de samenwerking met de gemeente.
2.3 Deelconclusies & aanbevelingen voor voorwaarden jongerenwerk De conclusie uit paragraaf 2.2 hebben de onderzoekers uitgewerkt in zes deelconclusies, die specifieker ingaan op de effectiviteit van het jongerenwerk in termen van voorwaarden over maatwerk, een integrale aanpak en slagvaardigheid. Met deze deelconclusies geven de onderzoekers antwoord op de in hoofdstuk 1 genoemde deelvragen. Conclusie 1: Oud-Beijerland cre ëert nauwelijks voorwaarden voor slagvaardigheid De gemeente Oud-Beijerland springt niet snel en adequaat in op maatschappelijke ontwikkelingen die op het gebied van jongerenbeleid spelen.
4
Kanttekening hierbij is dat de gemeente heeft laten weten vanaf 1 juni 2009 de verruimde openingstijden wel te realiseren.
11
Daarnaast heeft zij nog geen invulling gegeven aan haar voornemen om te komen tot een nieuwe jongerenfaciliteit. Het trage inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen komt naar voren uit het feit dat er al geruime tijd onduidelijkheid bestaat over een verruiming van de openingstijden van ’t Stekkie en meer capaciteit voor het ambulant jongerenwerk. Daarnaast heeft de gemeente een verzoek van jongeren om een skatebaan aan te leggen, relatief laat ingewilligd. Jongeren geven aan dat ze aanvankelijk veel behoefte hadden aan deze skatebaan. Toen de gemeente deze skatebaan uiteindelijk had gerealiseerd, was deze behoefte echter al verdwenen. Tot slot evalueert de gemeente haar jongerenbeleid niet, zodat zij zichzelf niet de mogelijkheid geeft om dit beleid eventueel te wijzigen of bij te sturen. Aanbeveling 1 (naar aanleiding van conclusie 1) Geef op korte termijn invulling aan het voornemen uit het Actieplan Jeugd en Veiligheid om een nieuwe jongerenfaciliteit te realiseren. In de politiek is hier op dit moment grote aandacht voor, maar het is van belang dat deze jongerenfaciliteit er daadwerkelijk snel komt. Ga daarnaast met SSO in gesprek over een eventuele vermeerdering van het aantal uren dat beschikbaar is voor het ambulant jongerenwerk. Verruim tot slot de openingstijden van jongerencentrum ’t Stekkie (verruiming staat nu gepland vanaf 1 juni). Aanbeveling 2 (naar aanleiding van conclusie 1) Evalueer periodiek het jongerenbeleid (opgeschreven in de kadernota integraal jeugdbeleid). Gebruik de uitkomsten van de evaluatie om het beleid eventueel bij te sturen. Conclusie 2: de gemeente gaat in haar beleid niet uit van maatwerk De gemeente Oud-Beijerland heeft haar beleidsdoelstellingen op het gebied van jongerenwerk niet gebaseerd op een onderzoek naar de samenstelling en kenmerken van jongeren in de gemeente. Daarnaast maakt de gemeente geen duidelijke, expliciete keuzes in doelgroepen (zij benadert alle jongeren van 10 tot 23 jaar) en focus (verhouding tussen preventie en repressie). Hierdoor is het moeilijk om als gemeente toe te spitsen op lokale omstandigheden en lokale problemen en behoeften van (groepen) jongeren. Conclusie 3: de gemeente levert in de praktijk wel relatief veel maatwerk De onderzoekers baseren deze conclusie op het feit dat de jongerenwerkers van SSO in hun organisatie uitgaan van een vraaggerichte benadering, waarbij zij initiatieven van jongeren ondersteunen. Daarnaast voorzien de georganiseerde activiteiten in jongerencentrum ’t Stekkie in de behoeften van jongeren. Kanttekening hierbij is dat de jongerenwerkers en de jongeren kritisch zijn op de staat van het gebouw waarin jongerencentrum ’t Stekkie huist.
12
Aanbeveling 3 (naar aanleiding van conclusie 2 en 3) Maak in de beleidskaders voor het jongerenwerk duidelijke keuzen in doelgroepen en focus, die gebaseerd zijn op een probleemanalyse (bestaande uit een onderzoek naar de samenstelling, kenmerken en behoeftes van jongeren). Hierdoor kan de gemeente beter inspringen op lokale omstandigheden en behoeften van (groepen) jongeren. Conclusie 4: de gemeente streeft in beleid en organisatie een integrale aanpak na Dit blijkt uit het feit dat de gemeente in haar beleidskader het duidelijke voornemen uitspreekt om op integrale wijze vorm te geven aan het jongerenwerk. Daarnaast geeft de gemeente in haar beleidskader aan welke beleidsterreinen een rol spelen in het jongerenwerk. De gemeente heeft betrokken organisaties actief betrokken in het opstellen van het actieplan Jeugd en Veiligheid. Bovendien heeft de gemeente in de praktijk een veelheid aan overlegvormen met organisaties die raakvlakken hebben met het jongerenwerk. Conclusie 5: betrokken organisaties werken in de praktijk niet optimaal samen Uit de interviews blijkt dat de jongerenwerkers en de politie kritisch zijn op de samenwerking met de gemeente. De jongerenwerkers geven aan dat zij meer middelen nodig hebben en dat de gemeente meer nadruk dient te leggen op preventie (in plaats van repressie). De politie is van mening dat de gemeente slechts langzaam reageert op signalen die zij afgeeft. Daarnaast zijn de jongerenwerkers van mening dat de samenwerking met de particuliere beveiligers en de politie niet altijd goed loopt. Aanbeveling 4 (naar aanleiding van conclusie 4 en 5) Draag als gemeente zorg voor goede communicatie met betrokken organisaties over besluitvorming in het jongerenwerk. Geef hierbij actief aan wat de gemeente wel of niet doet met adviezen en voorstellen van deze betrokken organisaties, en waarom. Conclusie 6: de gemeente lijkt de beoogde doelgroepen te bereiken Hoewel de onderzoekers niet beschikken over specifieke metingen, geven verschillende betrokken partijen (politie, jongerenwerkers, gemeente) aan dat de jongerenwerkers erin slagen om steeds meer jongeren te bereiken, waaronder ook de specifieke groep overlastgevende jongeren.
13
2.4 Bestuurlijke reactie van het college
14
3 JEUGD- EN JONGERENPROFIEL OUD-BEIJERLAND In dit hoofdstuk beschrijven de onderzoekers een beknopt beeld van de jongeren in de gemeente Oud-Beijerland, naar aanleiding van het jeugd- en jongerenprofiel van de gemeente. Met dit hoofdstuk leggen de onderzoekers de basis voor het beantwoorden van deelvraag 1.
Voor dit jeugd- en jongerenprofiel hebben de onderzoekers gebruik gemaakt van dataverzameling door bureau ABF Research. Dit bureau verzamelt data vanuit allerlei verschillende bronnen; onder andere vanuit databases van de politie. 5 In 2008 heeft de gemeente Oud-Beijerland 23.824 inwoners. In de gemeente wonen in dat jaar 1.972 jongeren tussen de 12 en de 17 jaar en 1.866 inwoners tussen de 18 en 24 jaar. Het aantal jongeren tussen de 12 en de 24 jaar in de gemeente Oud-Beijerland is over de jaren 2005-2008 nagenoeg hetzelfde gebleven.
3.1 Jongeren in Oud-Beijerland zorgen voor relatief weinig overlast Vooral de ‘oudere’ jongeren (van 18-24 jaar) zorgen in 2006 voor weinig overlast. Dit blijkt uit het feit dat het percentage verdachten van 18-24 jaar relatief laag is in vergelijking met gemeenten van gelijke grootte. Een verdachte is een persoon tegen wie een proces-verbaal is opgemaakt omdat een redelijk vermoeden bestaat dat deze een strafbaar feit heeft gepleegd. Het gaat hier niet om overtredingen, maar om misdrijven. 6 Daarnaast zijn er in de gemeente Oud-Beijerland relatief weinig jeugdige verdachten per 10.000 inwoners (in vergelijking met andere gemeenten van gelijke grootte). Hierbij gaat het om het aantal jongeren dat wordt verdacht van het plegen van een misdrijf in verhouding tot het aantal inwoners van 12 jaar of ouder.7 Tot slot is ook het aantal jeugdige veelplegers nagenoeg nihil. Jeugdige veelplegers zijn minderjarige personen die meer dan 5 keer als verdachte bij de politie zijn geregistreerd.
3.2 Percentage jeugdige verdachten van 12-17 jaar zeer hoog Ten opzichte van het gemiddelde in gemeenten van gelijke grootte, zijn er in de gemeente Oud-Beijerland zeer veel jeugdige verdachten tussen de 12 en 17 jaar. Bijna een kwart (24%) van deze jongeren valt onder deze categorie. Dit hoge percentage vormt een uitzondering op het in paragraaf 3.1 geschetste beeld. 5
Een aantal van deze cijfers gaan over het jaar 2006 (het laatste jaar waarin deze informatie over het gehele land is verzameld). 6 Deze definitie is afkomstig van het Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD). 7 Deze gegevens zijn afkomstig uit het Herkenningsdienstsysteem (HKS) van het Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD).
15
3.3
Weinig leerlingen in Oud-Beijerland die school verzuimen
Het aantal leerlingen tussen de 5 en 17 jaar dat regelmatig school verzuimt, is nagenoeg nihil. Het gaat hier om leerlingen die over een periode van drie aangesloten dagen, of in een periode van een maand minimaal twaalf uren, school verzuimen.
3.4 Gemeente Oud-Beijerland gebruikt geen kwantitatieve gegevens In de gemeente Oud-Beijerland is een werkgroep actief (zie hoofdstuk 4). Deze werkgroep signaleert ontwikkelingen onder de jongeren in de gemeente. Zij doet dit uitsluitend op basis van ervaringen van jongerenwerkers en politie. De gemeente maakt geen gebruik van (kwantitatieve) onderzoek(en) naar de samenstelling en kenmerken van jongeren binnen de gemeente.
16
4 BELEIDSKADER JONGERENWERK In dit hoofdstuk beschrijven de onderzoekers het jeugdbeleid van de gemeente OudBeijerland, waarbij ze (beleidsdoelen over) het jongerenwerk afbakenen. Hiermee leggen de onderzoekers de basis voor de beantwoording van deelvraag 2.
4.1 Politiek vierjaren programma heeft aandacht voor jongeren In het ‘Politiek vierjaren programma 2006-2010, Werk maken van de toekomst’ (verder in de tekst kortweg: het vierjarenprogramma) geeft het college haar ambities voor de jaren 2006-2010 weer. Het vierjarenprogramma onderscheidt een tiental beleidsterreinen, waarvan vier programma’s ingaan op jeugd en jongeren. Het gaat om de volgende programma’s: -
Openbare Orde en Veiligheid (programma 2). In dit programma stelt het college dat het jeugdbeleid van de gemeente in het bijzonder uitgaat van het tegengaan van overlastgevende en criminele jeugd. 8
-
Cultuur, Sport en Recreatie (programma 4). In dit programma stelt het college dat het van belang is dat de jeugd zich kan vermaken met sport, spel en recreatie. Hiervoor wil het college voldoende sportfaciliteiten creëren en sporten cultuuractiviteiten stimuleren.9 Het college noemt in het vierjarenplan expliciet de relatie tussen programma 2 en programma 4.
-
Onderwijs (programma 5). In dit programma noemt het college dat er een verbinding nodig is tussen het onderwijsbeleid en het jeugd- en jongerenbeleid om kinderen in gezondheid en een veilige omgeving op te laten groeien, en voor te bereiden op de toekomst.10
-
Maatschappelijke Dienstverlening (programma 6). In dit programma noemt het college het van belang dat er ‘een eenduidig jeugdbeleid is dat ontwikkelingsmogelijkheden stimuleert en dat problemen in een vroegtijdig stadium door de betrokkenen worden gesignaleerd en gezamenlijk worden opgelost’. Hiervoor wil het college een samenhangend jeugdbeleid voor jongeren van 0-23 jaar hanteren.11 Daarnaast noemt het college in dit programma dat het van belang is om jongeren meer te betrekken bij het jeugdbeleid en de uitvoering hiervan. 12
8
‘Werk maken van de toekomst’, Politiek vierjaren programma 2006-2010, pp. 13. ‘Werk maken van de toekomst’, Politiek vierjaren programma 2006-2010, pp. 24. 10 ‘Werk maken van de toekomst’, Politiek vierjaren programma 2006-2010, pp. 26. 11 ‘Werk maken van de toekomst’, Politiek vierjaren programma 2006-2010, pp. 31. 12 ‘Werk maken van de toekomst’, Politiek vierjaren programma 2006-2010, pp. 32. 9
17
4.2 Kadernota en Plan van Aanpak Jeugd & Veiligheid zijn van belang Naast de aandacht voor jeugd en jongeren in het vierjarenprogramma, is er in de gemeente Oud-Beijerland een veelheid aan beleidsdocumenten die ingaan op jeugd. Het gaat hier om de volgende beleidsdocumenten: -
Wmo-beleidsplan/Nota volksgezondheid 2008-2011 (vastgesteld in 2007 door de raad); Kadernota Integraal Jeugdbeleid 2006-2010 (vastgesteld door de raad in februari 2006); Visiedocument structurele jeugdparticipatie 2008-2012 (vastgesteld door het college in januari 2008); Actieplan Jeugd & Veiligheid (vastgesteld door het college in september 2007).
Deze rapportage gaat niet in op het Wmo-beleidsplan, omdat dit plan vooral ingaat op jeugdzorg. Waar dit plan wel ingaat op jongerenwerk, verwijst het document naar de ‘Kadernota Integraal Jeugdbeleid 2006-2010’ (verder in de tekst kortweg: de kadernota Jeugdbeleid), het Visiedocument structurele Jeugdparticipatie (verder in de tekst: het visiedocument Jeugdparticipatie) en/of het actieplan Jeugd & Veiligheid. 4.2.a. Kadernota opgesteld vanwege behoefte aan een integrale aanpak Het opstellen van de kadernota Jeugdbeleid kent twee aanleidingen, zo staat vermeld in de inleiding van deze kadernota. In de eerste plaats legt de rijksoverheid steeds meer verantwoordelijkheden op het gebied van jeugdbeleid bij lokale overheden neer. In de tweede plaats is er een groeiende behoefte aan een meer integrale aanpak van het jeugdbeleid.13 Met de kadernota beoogt de gemeente samenhang te brengen tussen de verschillende beleidsterreinen die een rol spelen in het jeugdbeleid. Het gaat hier om de volgende beleidsterreinen: onderwijs, welzijn, cultuur, sport, gezondheid, hulpverlening, arbeid, veiligheid en ruimte.14 Doelgroep: alle jongeren tussen de 0 en de 23 jaar De kadernota Jeugdbeleid definieert ‘jeugd’ als alle jongeren in de leeftijdsgroep van 0 tot en met 23 jaar. Zij geeft aan de jeugd vooral te zien als een levensfase, waarin ‘een mens opgroeit van afhankelijk en onzelfstandig kind tot een onafhankelijke, verantwoordelijke en zelfstandige volwassene’.15 Uitgangspunt van de gemeente: jongeren ontwikkelen zich in drie milieus De gemeente Oud-Beijerland gaat in de kadernota Jeugdbeleid uit van drie ontwikkelingsmilieus voor de jeugd, namelijk de volgende:
13 14 15
Kadernota Integraal Jeugdbeleid 2006-2010, pp. 3 Kadernota Integraal Jeugdbeleid 2006-2010, pp. 4 Kadernota Integraal Jeugdbeleid 2006-2010, pp. 8
18
1. opvoedingsomgeving en huisvesting; 2. educatie en arbeid; 3. sociale omgeving, vrije tijdsbesteding.16
Het jongerenwerk richt zich voornamelijk op het derde ontwikkelingsmilieu, aldus de kadernota Jeugdbeleid.17 Visie en doelstellingen die raakvlak hebben met het jongerenwerk De gemeente Oud-Beijerland geeft in de kadernota Jeugdbeleid aan wat haar visie en doelstellingen per ontwikkelingsmilieu zijn. Voor het derde ontwikkelingsmilieu (sociale omgeving en vrijetijdsbesteding) gaat het om de navolgende doelstellingen:18 •
De gemeente Oud-Beijerland wil jeugdigen de gelegenheid bieden en uitdagen om deel te nemen aan sociale activiteiten. Groepsgerichte activiteiten, die gericht zijn op het voorkomen van sociale uitsluiting door lichamelijke en/of geestelijke beperkingen of financiële problemen worden ondersteund, maar ook activiteiten waardoor de jeugd een bijdrage levert aan de maatschappij (vrijwilligerswerk).
•
Daarnaast wil de gemeente de samenleving stimuleren zelf de verantwoordelijkheid te nemen om sociale controle uit te voeren. De gemeente Oud-Beijerland maakt zich sterk voor een aanpak die leidt tot een dialoog tussen de jeugd en de omgeving.
4.2.b. Plan Jeugd en Veiligheid: tegengaan van overlast en verslaving In september 2007 stelt het college het ‘Actieplan Jeugd en Veiligheid, Plan van aanpak jongeren, alcohol en overlast’ (verder in de tekst kortweg: het Actieplan Jeugd en Veiligheid) op. Bij het opstellen van dit plan zijn het Jeugd en Preventie Team (JPT), Bureau Jeugdzorg, de politie, SSO (Stichting Samenlevingsopbouw Oud-Beijerland), bureau HALT en het Openbaar Ministerie betrokken. Stichting SSO organiseert het jongerenwerk van de gemeente (zie verder hoofdstuk 5). Het actieplan geeft aan een uitwerking te zijn van het vierjaren programma (paragraaf 4.1) en de Kadernota Integraal Jeugdbeleid (paragraaf 4.2.a). 19 Het Actieplan Jeugd en Veiligheid vermeldt dat het met een groot deel van de jeugd (90%) in Oud-Beijerland goed gaat. Een klein percentage (10%) behoeft volgens het actieplan zorg en aandacht.20 De hoofddoelstelling van het Actieplan Jeugd en Veiligheid is om overlast door jongeren te beperken. Daarnaast dient het actieplan er aan bij te dragen dat de jeugd zich welkom voelt in het dorp en haar verantwoordelijkheid leert te nemen ten opzichte van zichzelf en de rest van de bevolking. 21
16 17 18 19 20 21
Kadernota Integraal Jeugdbeleid 2006-2010, pp. 9. Kadernota Integraal Jeugdbeleid 2006-2010, pp. 10. Kadernota Integraal Jeugdbeleid 2006-2010, pp. 23. Actieplan Jeugd en Veiligheid, september 2007. Actieplan Jeugd & Veiligheid, Plan van Aanpak jongeren, alcohol en overlast, pp. 3. Actieplan Jeugd & Veiligheid, Plan van Aanpak jongeren, alcohol en overlast, pp. 3.
19
Het plan noemt een aantal maatregelen en acties om deze doelstelling te bereiken. Deze maatregelen en acties zijn onder andere gebaseerd op de BEKEanalyse. Dit is een analyse (ontworpen door advies- en onderzoeksgroep Beke) waarbij de gemeente aan de hand van een aantal vragenlijsten typeert wat voor soort groepen (hang)jongeren zich in de gemeente bevinden.22 Net als de Kadernota Jeugdbeleid, richt het Actieplan Jeugd en Veiligheid zich op alle jongeren tussen de 10 en 23 jaar. De betrokken partijen stellen dat de huidige aanpak van overlast zich kenmerkt door een repressieve en een preventieve aanpak. Daarnaast dienen de partijen gebruik te maken van een persoonsgerichte en groepsgerichte aanpak.23 Maatregelen die de betrokkenen zich in 2007 voornemen om uit te voeren Het college, en de verschillende betrokken partijen, nemen zich in het Actieplan Jeugd & Veiligheid voor om achttien acties en activiteiten op het gebied van Jeugd en Veiligheid uit te voeren. In deze rapportage noemen de onderzoekers alleen de activiteiten die een expliciete link hebben met het jongerenwerk. Het gaat daarbij om de volgende zeven acties: 1. Inzet van politie, particuliere beveiligers en jongerenwerkers in het Laningpark. Veel jongeren komen in dit park bijeen. De politie, twee particuliere beveiligers van HBD (Haven Beveiligings Dienst) en de jongerenwerkers hebben afgesproken wanneer zij in het park aanwezig zijn. Deze particuliere beveiligers huurt de gemeente in. De rol van de jongerenwerkers is volgens het actieplan om de jongeren op vrijdagavond op te zoeken, een relatie met hen op te bouwen en ze te waarschuwen voor de gevolgen van het veroorzaken van overlast en overmatig alcoholgebruik.24 2. Hotline meldingen telefoon. De gemeente heeft een telefoonlijn waar burgers naar kunnen bellen als jongeren voor overlast zorgen. Dit project gaat ervan uit dat de gemeente alle meldingen ontvangt, maar deze vervolgens direct doorstuurt naar de jongerenwerkers. De jongerenwerkers gaan hier vervolgens zo snel mogelijk mee aan de slag (door middel van bezoek aan locatie waar overlast plaatsvindt).25 3. Jongerenparticipatie. Dit project houdt in dat de betrokken partijen in de toekomst steeds meer inzetten op structurele vormen van jongerenparticipatie, waarbij de ‘speciale doelgroep’ (bestaande uit overlastgevende jongeren) steeds meer betrokken raken. 4. Afspraken met de jongerenwerkers van SSO. Hierbij noemt het Actieplan Jeugd en Veiligheid voornamelijk het belang van voldoende beschikbare capaciteit (in mensuren) voor jongerenwerkers om vorm te kunnen geven aan ambulant jongerenwerk. 22 23 24 25
Actieplan Actieplan Actieplan Actieplan
Jeugd Jeugd Jeugd Jeugd
& & & &
Veiligheid, Veiligheid, Veiligheid, Veiligheid,
Plan Plan Plan Plan
van van van van
Aanpak Aanpak Aanpak Aanpak
jongeren, jongeren, jongeren, jongeren,
alcohol alcohol alcohol alcohol
en en en en
overlast, overlast, overlast, overlast,
pp. pp. pp. pp.
4. 5. 10. 11.
20
5. Uitvoeren van jaarplan verslavingspreventie. Hierbij gaat het erom dat jongeren op verschillende momenten in hun leven voorlichting krijgen over het gebruik van drugs.26 6. Jongerenfaciliteit. Het Actieplan Jeugd en Veiligheid geeft onder dit punt aan dat de betrokken partijen op zoektocht dienen te gaan naar een jongerenfaciliteit dat voldoet aan de behoeften van jongeren. Hierbij benoemt het actieplan expliciet dat jongerencentrum ’t Stekkie niet voldoet. Daarnaast benoemt het actieplan dat ‘het element alcohol drinken’ meegenomen dient te worden in de zoektocht. 7. Jongeren Ontmoetings Plaatsen (JOP’s). Hierbij geeft het Actieplan Jeugd & Veiligheid aan dat er in elke wijk minimaal één jongeren ontmoetingsplaats zou moeten zijn. Daarnaast noemt het actieplan dat het van belang is dat er een indeling komt in A, B en C-locaties. A-locaties zijn locaties waar jongeren altijd mogen ‘hangen’, B-locaties zijn plaatsen waar jongeren op sommige tijdstippen aanwezig mogen zijn. Op C-locaties is het niet toegestaan voor jongeren om te ‘hangen’.27 4.2.c. Jongerenparticipatie: vorming van een werkgroep In lijn met het derde project uit het Actieplan Jeugd & Veiligheid, dat genoemd staat in paragraaf 4.2.b van deze rapportage, heeft de gemeente in het voorjaar van 2007 een werkgroep ‘Structurele Jeugdparticipatie’ opgericht. Het doel van deze werkgroep is om een bijdrage te leveren aan een beleidsnota over structurele jeugdparticipatie; en het formuleren van een aanpak om jeugdparticipatie in de praktijk vorm te geven. De werkzaamheden van de werkgroep hebben geleid tot het Visiedocument Jeugdparticipatie.28 Dit beleidsdocument heeft het college in januari 2008 vastgesteld. De werkgroep definieert jeugdparticipatie als ‘de mogelijkheid van actieve betrokkenheid van jeugdigen van 10 tot 23 jaar bij besluitvorming ten aanzien van hun eigen leefomgeving. Dit wordt gedaan door te luisteren van de jeugd, de jeugd te informeren, mee te laten denken of mee te laten beslissen’.29 De gemeente heeft een onderzoek gehouden onder jongeren in Oud-Beijerland over de vraag hoe deze jongeren aankijken tegen jeugdparticipatie. Hieruit komt onder andere naar voren dat 42% van de jongeren niet tevreden is over de manier waarop de gemeente jongeren betrekt, en 44% van de jongeren niet tevreden is over de manier waarop de gemeente jongeren informeert over zaken die hen aangaan. Een kwart van de jongeren vindt het leuk om met de gemeente mee te praten over thema’s die zij interessant vinden.
26 27 28 29
Actieplan Jeugd & Veiligheid, Plan van Aanpak jongeren, alcohol en overlast, pp. 12 Actieplan Jeugd & Veiligheid, Plan van Aanpak jongeren, alcohol en overlast, pp. 13 Participeren moet je leren…Visiedocument en plan van aanpak 2008-2012, pp. 1 Participeren moet je leren…Visiedocument en plan van aanpak 2008-2012, pp. 4
21
Op basis van het bovenstaande onderzoek, stelt de werkgroep voor om: -
de aandacht voor jeugdparticipatie te borgen in de totstandkoming en uitvoering van gemeentelijke plannen; jongeren bewust te maken van de mogelijkheden om te participeren; jongeren wel te betrekken bij de bouw van een nieuwe jongerenfaciliteit, maar hier niet te vroeg mee te beginnen; jongeren te betrekken bij het inrichten van nieuwe JOP’s; het combineren van jeugd en participatie met spel en ontspanning.30
4.3 Gemeente legt accent op repressief jongerenbeleid Op basis van de voorgaande paragrafen, constateren de onderzoekers dat de gemeente Oud-Beijerland in haar jongerenbeleid inzet op preventieve en repressieve maatregelen. Zo heeft de gemeente in haar Actieplan Jeugd & Veiligheid acties benoemd die gericht zijn op repressie (hotline meldingen, inzet Laningpark) en preventie (jongerenfaciliteit verkrijgen, inzetten op jeugdparticipatie). Tegelijkertijd constateren de onderzoekers dat de gemeente in haar gerichtheid een accent lijkt te leggen op repressie. Zo noemt zij in het vierjarenprogramma dat zij in het bijzonder aandacht wil leggen op het tegengaan van overlast (zie paragraaf 4.1). Daarnaast is het eerste doel van het Actieplan Jeugd & Veiligheid om overlast tegen te gaan.
4.4 Goede integrale aanpak, weinig maatwerk en slagvaardigheid Tabel 4.1 op de volgende pagina maakt inzichtelijk in hoeverre het beleidskader over jeugd- en jongerenwerk voldoet aan de vooraf opgestelde normen. De tabel maakt duidelijk dat de gemeente integraal te werk gaat, maar niet voldoet aan de normen voor maatwerk en slagvaardigheid.
30
Participeren moet je leren…Visiedocument en plan van aanpak 2008-2012, pp. 9.
22
Tabel 4.1 - Toetsing beleidsformulering jongerenbeleid aan de normen Maatwerk 1
Aan het jongerenbeleid ligt een probleemanalyse ten grondslag.
Beperkt voldaan. Er is geen sprake van een uitgebreide, specifiek op de gemeente gerichte probleemanalyse. Wel heeft er een onderzoek plaatsgevonden over de vraag hoe de jeugd aankijkt tegen jeugdparticipatie.
2
Het jongerenbeleid wijst doelgroepen van beleid aan. Deze doelgroepen zijn duidelijk afgebakend en zoveel mogelijk gekoppeld aan activiteiten en prestatiedoelen.
Niet voldaan. De gemeente heeft alle jongeren van 0 tot 23 jaar als doelgroep benoemd (kortom: alle jongeren).
3
Het jongerenbeleid maakt duidelijke keuzen in beleid.
Niet voldaan. De doelgroep is breed geformuleerd. Ook de verschillende ontwikkelingsmilieus die de gemeente definieert, zijn breed opgezet en spreken niet van een duidelijke keuze. De gemeente lijkt het accent te leggen op repressief jongerenbeleid, maar zegt zelf uit te gaan van zowel preventieve als repressieve maatregelen.
4
De beleidskeuzen en de benoemde doelgroepen in het gemeentelijke jongerenbeleid sluiten aan op de probleemanalyse (en op de uitkomsten van het jongerenprofiel).
Beperkt voldaan. De probleemanalyse, doelgroepen en duidelijke beleidskeuzen ontbreken. Alleen bij het opstellen van het beleidsdocument over jeugdparticipatie sluit de gemeente in haar acties aan op onderzoek.
Integrale aanpak 5
De gemeente beschikt over een duidelijke definitie van het jongerenbeleid. Hieruit is op te maken welke inhoudelijke beleidsterreinen onderdeel uitmaken van het gemeentelijk jongerenbeleid en hoe deze terreinen onderling samenhangen.
Grotendeels voldaan. De Kadernota en het Actieplan Jeugd en Veiligheid gaan specifiek in op het integrale karakter van het jongerenbeleid. Alle terreinen waar het jongerenwerk betrekking op heeft, staan benoemd. De Kadernota maakt echter niet specifiek duidelijk hoe deze terreinen zich tot elkaar verhouden.
6
Ervaringen en belangen van betrokken afdelingen en externe partners zijn meegenomen in de totstandkoming van jongerenbeleid.
Voldaan. De gemeente benadrukt in de Kadernota het belang van de betrokkenheid van de verschillende afdelingen. Zij heeft bij het opstellen van het beleid inventarisaties verricht onder belanghebbenden. Het opstellen van het Actieplan Jeugd en Veiligheid heeft het college in samenwerking met betrokken organisaties gedaan.
Slagvaardigheid/aanpassingsvermogen 7
Het vastgestelde jongerenbeleid voorziet in periodieke evaluatie van beleid.
Beperkt voldaan. De kadernota maakt niet duidelijk wanneer de gemeente het jongerenbeleid evalueert. Het Actieplan Jeugd en Veiligheid wordt wel geëvalueerd (zie hiervoor hoofdstuk 5).
8
Evaluaties worden aantoonbaar benut om - waar nodig - beleid bij te sturen.
Niet voldaan. Dit blijkt niet uit de verschillende beleidskaders.
23
5 ORGANISATIE JONGERENWERK In dit hoofdstuk beschrijven de onderzoekers de wijze waarop de gemeente OudBeijerland invulling geeft aan de organisatie van het jongerenwerk. Hiermee leggen de onderzoekers de basis voor de beantwoording van deelvraag 3.
5.1 Interne afstemming op afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling De ambtelijke organisatie van de gemeente Oud-Beijerland kent een afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling. Deze afdeling is verantwoordelijk voor de uitvoering van vier programma’s, namelijk de volgende: -
maatschappelijke participatie; maatschappelijke ondersteuning; jeugd en onderwijs en; jeugd en veiligheid (toegevoegd sinds januari 2008).31
Hoewel alle programma’s raakvlakken hebben met het jongerenwerk, komt uit de interviews naar voren dat het accent van de aandacht voor jongeren ligt bij het programma jeugd en veiligheid. De gemeente wil een integrale aanpak van het jongerenwerk waarborgen door alle betrokken ambtenaren op één afdeling te plaatsen. Hierdoor zijn de lijntjes tussen deze ambtenaren kort. Het gaat hier bijvoorbeeld om ambtenaren die zich bezig houden met beleid op het gebied van de Wmo, zorg, cultuur, kunst, opbouwwerk, sport en jeugd. De geïnterviewde medewerkers geven aan dat het voor hen niet altijd duidelijk is geweest hoe het ‘scala aan beleidsdocumenten’ (en de daaraan gekoppelde uitvoeringsdocumenten) zich tot elkaar verhouden (en wie waar verantwoordelijk voor is). Volgens hen is er in sommige gevallen sprake van overlap, zonder dat dit altijd expliciet is gemaakt.
5.2 Externe afstemming en samenwerking op verschillende manieren De gemeente Oud-Beijerland werkt op het gebied van jongerenwerk gericht samen met particuliere beveiligers van HBD (zoals beschreven in hoofdstuk 4) en jongerenwerkers van stichting SSO. Daarnaast neemt zij deel aan een aantal overlegvormen met meerdere externe partijen.
31
Website van de gemeente Oud-Beijerland, www.oud-beijerland.nl.
24
5.2.a. Samenwerkingsverband met particuliere beveiligers In de eerste plaats heeft de gemeente Oud-Beijerland twee particuliere beveiligers van de HBD in dienst. Deze beveiligers heeft de gemeente aangesteld vanuit een behoefte om in de organisatie van haar jeugdbeleid te komen tot een kwaliteitsimpuls in het tegengaan van overlast door jongeren. De verschillende geïnterviewden geven aan dat de beveiligers op vrijdag en zaterdag de straat op gaan om verschillende rondhangende jongeren op te zoeken. Zij bezoeken plaatsen rondom het uitgaansgebied van Oud-Beijerland, en plekken waar veel meldingen van overlast vandaan komen. Deze beveiligers maken een rapportage van wat zij aantreffen. Deze rapportage sturen zij op een later moment door naar de politie en de gemeente. Op het moment dat de jongeren voor veel overlast zorgen, bellen de beveiligers in sommige gevallen direct met de politie. De geïnterviewde buurtagent van de politie geeft aan dat de particuliere beveiligers functioneren als de ‘oren en ogen’ van de politie. De politie zorgt ervoor dat de particuliere beveiligers, voor zij de straat op gaan, een briefing krijgen over de situatie op dat moment. 5.2.b. Samenwerkingsverband met stichting SSO In de tweede plaats heeft de gemeente Oud-Beijerland een uitvoeringsovereenkomst met SSO. Deze stichting verzorgt het welzijnswerk van de gemeente op vier gebieden: -
Opbouwwerk; Jeugd en jongerenwerk; Sociaal cultureel werk; Vrijwilligers en mantelzorgers.32
SSO ontvangt voor de uitvoering van bovenstaand welzijnswerk (waar het jongerenwerk dus een onderdeel van is) € 250.000,- aan subsidie van de gemeente voor de uitvoering van het basispakket. Dit basispakket bestaat uit het initiëren, faciliteren, stimuleren en ondersteunen van activiteiten. Voor de uitvoering van aanvullende programma’s en projecten die gericht zijn op specifieke doelgroepen, wijken en thema’s, ontvangt SSO nog eens € 250.000,per jaar. Bij deze aanvullende programma’s gaat het om activiteiten die stichting SSO zelf organiseert. In de uitvoeringsovereenkomst met SSO staan een hoofddoelstelling, nevendoelstellingen, te bereiken maatschappelijke effecten, resultaten en registratieafspraken op het gebied van jongerenwerk geformuleerd. Kader 5.1 op de volgende pagina geeft hier een overzicht van. 32
Uitvoeringsovereenkomst Gemeente Oud-Beijerland en SSO, 25 januari 2008, pp. 3.
25
Kader 5.1: Doelstellingen van - en afspraken tussen de gemeente Oud-Beijerland en SSO Hoofddoelstelling Jongeren in de leeftijd van 0 tot 23 jaar worden in staat gesteld zich te ontwikkelen, zodat ze de toekomstige samenleving vorm kunnen geven en de kans krijgen om in een prettige omgeving op te groeien. Binnen het jongerenwerk is daarbij een centrale rol weggelegd voor de jongerenwerker die veelal op straat en in de buurt actief is, vindplaatsgericht werkt en daardoor weet wat er onder de jongeren leeft. Nevendoelstellingen vergroten van de betrokkenheid van de jongeren bij hun directe woonomgeving; komen tot een sluitende aanpak in het jeugd- en jongerenbeleid; -
het actief opzoeken van jongeren in hun eigen omgeving en (onderscheidende en innoverende) activiteiten met hen ondernemen, waarbij het accent ligt op preventie en
-
ondersteuning (ambulant jongerenwerk); het bieden van een ontmoetingsplaats voor de jeugd;
-
het beperken van overlast in de openbare ruimte door jongeren.
Maatschappelijk effect Alle jongeren doen mee in Oud-Beijerland. In Oud-Beijerland groeien (alle) jongeren gezond en veilig op. Resultaten -
de jongerenwerker is een bekend gezicht in de buurt en werkt waar wenselijk nauw samen met de wijkagent; de jongerenwerker heeft vanuit de kennis van de buurt en de jongeren een signalerende en toeleidende rol voor en naar andere maatschappelijke organisaties in het dorp en/of de regio;
-
een actieve bijdrage in een betere samenwerking in de keten van de preventieve zorg voor kinderen; problemen met jongeren worden vroegtijdig gesignaleerd en gemeld;
-
meer inzicht in aard en omvang van de opvoedingsproblematiek en de behoefte aan
-
ondersteuning; het bieden van een laagdrempelige en toegankelijke ontmoetingsplaats voor de jeugd; een actieve deelname aan (regionale) overleggen op het gebied van jeugdbeleid;
-
-
opdrachtgever betrekt opdrachtnemer actief bij de ontwikkeling van relevante gemeentelijke beleidsvraagstukken; opdrachtnemer levert gevraagd en ongevraagd inbreng bij gemeentelijke beleidsvraagstukken, met name op het gebied van het actieplan Jeugd & Veiligheid.
Registratieafspraken -
aantal groepen jongeren en hun ontmoetingsplaatsen;
-
aantal aantal aantal aantal
deelnames regionale bijeenkomsten; contacten over jongeren met derden; doorverwijzingen naar hulpverlenende instanties; bezoekers van de jeugdontmoetingsplaats.
26
In haar subsidieaanvraag geeft SSO aan dat zij de hoofddoelstelling uit kader 5.1 wil bereiken door vier projecten uit te voeren, namelijk de volgende: 33 -
De jeugd hun eigen stekkie. Dit project houdt in dat SSO een eigen ruimte biedt aan de jongeren om elkaar te ontmoeten. Deze plek van ontmoeting heet jongerencentrum ’t Stekkie’. Het is voornamelijk dit project waar dit onderzoek verder op in zal gaan (zie hoofdstuk 6).
-
Kids on the Block. Dit staat voor jongeren die meedenken, meepraten en meedoen in hun eigen (woon)omgeving. Doel van dit project is om de betrokkenheid van jongeren te vergroten. Voorbeelden van activiteiten die jongeren dienen te stimuleren om betrokken te raken, zijn het opzetten van een nieuwe jongerenfaciliteit (dat in 2009 gereed zou moeten zijn), het organiseren van een feest en het activeren van jongeren in jongerencentrum ’t Stekkie.
-
Een sluitende keten. Dit project heeft tot doel om te komen tot een sluitende aanpak in het jeugd- en jongerenbeleid. Het project bestaat uit twee onderdelen: netwerkvorming, en signalering en advisering. Bij netwerkvorming gaat het om goede samenwerking met externe organisaties. Bij signalering en advisering gaat het om het signaleren van problemen en het doorgeleiden naar organisaties die hierin kunnen helpen.
-
Reach out and touch. Doel van dit project is jongeren actief op te zoeken in hun eigen omgeving en activiteiten met hen ondernemen. Het accent ligt hierbij op preventie en ondersteuning.
Jongerenwerkers tevreden over afspraken, maar behoefte aan meer middelen Binnen SSO is een team actief dat invulling geeft aan het jongerenwerk. Dit team bestaat uit een teamleider, twee jongerenwerkers en een stagiaire. De teamleider geeft aan dat SSO en de gemeente over het jongerenwerk hebben afgesproken dat de jongerenwerkers per jaar minimaal tien activiteiten organiseren. Deze activiteiten moet bijdragen aan de in kader 5.1 geformuleerde doelstellingen tussen de gemeente en SSO. De gemeente en SSO hebben geen afspraken gemaakt over wat voor soort activiteiten de jongerenwerkers zouden moeten organiseren. Volgens de geïnterviewde jongerenwerkers is het ook niet wenselijk om zulke afspraken te maken, omdat het de flexibiliteit onnodig verkleint (zo kan het jongerencentrum aan het begin van het jaar een filmavond plannen voor in oktober, maar het is maar de vraag of juist deze filmavond in oktober aansluit bij de situatie en de wensen van de jongeren). De geïnterviewde jongerenwerkers geven aan dat ze niet genoeg capaciteit hebben om meer jongeren te bereiken. Zij zeggen dit vooral te merken in de geringe uren die zij met de huidige capaciteit aan het ambulante jongerenwerk kunnen besteden. Daarnaast zeggen zij graag een nieuwe locatie voor 33
Subsidieaanvraag van SSO aan de gemeente, programma 5: Jeugd- en Jongerenwerk.
27
jongerencentrum ’t Stekkie te willen krijgen. De huidige locatie is volgens hen te klein en te oud. Bovendien klagen buurtbewoners in de omgeving van ’t Stekkie nog wel eens over overlast die ’t Stekkie veroorzaakt (geluidsoverlast en jongeren die soft drugs gebruiken of alcohol drinken op straat). Wijze van verantwoording door jongerenwerkers van SSO Het team dat het jongerenwerk namens SSO organiseert, rapporteert één keer in de drie maanden over de voortgang van haar werkzaamheden en activiteiten (momenteel zijn er gesprekken over de mogelijkheid om over te gaan tot één keer in het half jaar rapporteren). 5.2.c. Externe afstemming door middel van stuurgroep en werkgroep Ambtenaren die binnen dit programma actief zijn, overleggen met relevante externe partijen door middel van een stuurgroep en een werkgroep Jeugd en Veiligheid. Binnen de stuurgroep hebben het Jeugd Preventie Team (JPT), Bureau Jeugdzorg, de politie, SSO Jongerenwerk, Bouman GGZ en het Opvoedbureau zitting. De stuurgroep overlegt één keer in de twee maanden. De stuurgroep is voornamelijk gericht op het tegengaan van overlast door jongeren, maar richt zich ook op preventieve maatregelen en zorg. Voor de stuurgroep is het actieplan Jeugd en Veiligheid leidend (zie hoofdstuk 4 van dit rapport). Aan dit actieplan is een matrix van activiteiten gekoppeld. Momenteel evalueert de stuurgroep of de doelstellingen uit het actieplan Jeugd en Veiligheid (en de daaraan gekoppelde activiteiten uit de matrix) daadwerkelijk zijn behaald. Op basis van deze evaluatie bepaalt de stuurgroep te zetten vervolgstappen. Aan de werkgroep nemen de jongerenwerker, de politie en de gemeente deel. De werkgroep overlegt één keer in de twee maanden. Daarnaast komt de werkgroep bij elkaar op het moment dat hier aanleiding toe is (inspelend op ontwikkelingen die op het gebied van jongeren en jongerenbeleid spelen). De werkgroep signaleert en bespreekt situaties waarin jongeren zorgen voor overlast. De werkgroep spreekt af hoe deze overlastgevende jongeren benaderd dienen te worden (en wie dit doet). Voor de werkgroep is het uitvoeringsplan Openbare Orde en Veiligheid leidend. Dit uitvoeringsplan is opgesteld door de gemeente, de politie en het Openbaar Ministerie. Onderdeel van dit uitvoeringsplan is de wijze waarop deze organisaties om dienen te gaan met overlastgevende jongeren. De acties uit dit uitvoeringsplan staan ook opgenomen in het politiek vierjarenplan. 5.2.d. Regionaal overleg: Kinderen mij een zorg! De gemeente Oud-Beijerland is regionaal betrokken bij het project ‘Kinderen mij een zorg!’. Dit project is er op gericht om met de vijf gemeenten in de Hoeksche Waard (Korendijk, Binnenmaas, Strijen, Cromstrijen en Oud-Beijerland) te zorgen
28
voor een ‘adequaat, sluitend en kwalitatief zorg- en hulpverleningsaanbod’.34 Dit overleg is dus voornamelijk gericht op jeugdzorg; niet in eerste instantie op jongerenwerk. Deze jongerenwerkers zijn, vanuit hun signalerende functie, wel betrokken bij het project. In het kader van ‘Kinderen mij een zorg!’ vindt op bestuurlijk en ambtelijk niveau overleg plaats tussen de verschillende gemeenten. Daarnaast vindt periodiek overleg plaats tussen hulpverlenende instellingen en de gemeenten. Tot slot hebben ook de hulpverlenende instellingen onderling periodiek overleg.35
5.3 Beoordeling: organisatie van jongerenwerk voldoet aan normen Tabel 5.1 laat zien dat de gemeente Oud-Beijerland nagenoeg geheel voldoet aan de vooraf gestelde normen over waarborgen voor een integrale aanpak en maatwerk in de organisatie van het jongerenwerk. Waarborgen voor een slagvaardig jongerenwerk komen in de organisatie minder helder naar voren. Tabel 5.1 - Toetsing organisatie jongerenwerk aan de normen Maatwerk 9
Jongeren zijn betrokken bij het bepalen van de activiteiten van het jongerenwerk.
Voldaan. Met het project Kids on the Block streeft SSO in de organisatie van haar jongerenwerk actief na dat jongeren betrokken zijn bij het organiseren van activiteiten.
Integrale aanpak 10
Relevante beleidsafdelingen stemmen af en werken samen ten behoeve van een samenhangend jongerenbeleid. Taken en bevoegdheden zijn daarbij duidelijk belegd.
Beperkt voldaan. Binnen de gemeente zijn alle medewerkers die met jongerenwerk te maken hebben, werkzaam binnen één afdeling. Hierdoor is er sprake van ‘korte lijntjes’. Tegelijkertijd is de scheiding tussen taken en bevoegdheden niet altijd duidelijk (door overlap van beleidsdocumenten).
11
De gemeentelijke organisatie werkt gericht samen met externe partners ten behoeve van een samenhangend jongerenbeleid. Taken en bevoegdheden zijn daarbij duidelijk belegd.
Voldaan. De gemeente werkt in het jongerenwerk nauw samen met beveiligers van HBD en met SSO. In de samenwerking tussen gemeente, HBD, politie en SSO is duidelijk wie welke taken heeft (dit staat in uitvoeringsovereenkomsten en blijkt uit interviews). Daarnaast heeft de gemeente een stuurgroep en een werkgroep in het leven geroepen, waarin zij overlegt met betrokken organisaties bij het jongerenwerk.
34 35
Visiedocument Jeugdbeleid in de Hoeksche Waard, Kinderen mij een zorg!, pp. 9. Visiedocument Jeugdbeleid in de Hoeksche Waard, Kinderen mij een zorg!, pp. 10.
29
Slagvaardigheid/aanpassingsvermogen 12
De gemeente Oud-Beijerland laat het jongerenwerk voldoende ruimte om adequaat en snel te reageren op maatschappelijke ontwikkelingen.
Beperkt voldaan. De jongerenwerkers van SSO geven aan dat zij te weinig capaciteit (geld) hebben om nog meer jongeren te bereiken door middel van ambulant jongerenwerk. Tegelijkertijd geeft de gemeente, door niet te specifiek te omschrijven welke activiteiten SSO moet organiseren, wel meer ruimte voor het jongerenwerk om met haar activiteiten in te spelen op wat er op dat moment leeft.
30
6 UITVOERING JONGERENWERK In dit hoofdstuk beschrijven de onderzoekers de wijze waarop de gemeente OudBeijerland invulling geeft aan de uitvoering van het jongerenwerk door middel van jongerencentrum ’t Stekkie. Hiermee leggen de onderzoekers de basis voor de beantwoording van deelvraag 4.
6.1 Jongerenwerk en jongerenbeleid in ontwikkeling De onderzoekers hebben lopende het onderzoek geconstateerd dat er op dit moment in de gemeente veel aandacht is voor het jongerenwerk. Zij hebben getracht de ontwikkelingen die op het moment van schrijven speelden, te verwerken in het rapport.
6.2 Jongerencentrum ’t Stekkie: zelf ingericht door jongeren Op donderdagavond 2 april 2009 hebben de onderzoekers een bezoek gebracht aan jongerencentrum ’t Stekkie. Dit jongerencentrum bestaat nu ongeveer 4-5 jaar en ligt vlak naast het centrum van Oud-Beijerland. In de hal van het gebouw hebben de jongeren de wanden beschilderd. In de verschillende lokalen zijn een bar, een flipperkast en een pooltafel aanwezig. Ook is er de mogelijkheid om een film te kijken op een groot scherm. Het jongerencentrum is op doordeweekse avonden open. In het weekend is het gesloten. Momenteel zijn de gemeente Oud-Beijerland en het jongerencentrum in gesprek over een verruiming van de openingstijden. Bovendien willen de gemeente en de politie graag dat ’t Stekkie ook in het weekend open gaat. Voor de jongerenwerkers van SSO is dit bespreekbaar op het moment dat zij hier voldoende capaciteit voor beschikbaar krijgen (zie hoofdstuk 4). Daarnaast zijn de jongerenwerkers van mening dat een openstelling in het weekend alleen zinvol is als er op de avonden in het weekend alcohol geschonken mag worden. De verwachting is dat jongeren alleen dan het jongerencentrum ook in het weekend opzoeken. Het jongerencentrum kan dan bovendien controleren op de hoeveelheid alcohol die de jongeren drinken (gecontroleerd alcoholgebruik). Op de avond dat de onderzoekers ’t Stekkie bezoeken, zijn er 25-30 jongeren aanwezig in het jongerencentrum. Ongeveer de helft houdt zich binnen op bij de bar en bij de hierboven beschreven speelmogelijkheden. De andere helft staat bij de deur, of buiten op de parkeerplaats. Sommige jongeren voetballen. Om het jongerencentrum staat een omheining. Binnen deze omheining hebben jongeren zelf een hangplek gebouwd.
6.3 ’t Stekkie komt gedeeltelijk tegemoet aan behoeften van jongeren De jongeren die op 2 april aanwezig waren op ’t Stekkie, hebben hun mening gegeven over het jongerencentrum, de jongerenwerkers en de gemeente.
31
6.3.a. Jongeren zijn blij met jongerencentrum, maar willen een andere plek De geïnterviewde jongeren komen voornamelijk naar het jongerencentrum om andere jongeren te ontmoeten. Zij vinden dat zij de ruimte krijgen om met hun wensen en ideeën aan de slag te gaan in het jongerencentrum. De jongeren geven aan dat zij het gevoel hebben dat het hun jongerencentrum is, omdat zij het naar hun wensen kunnen inrichten. De verschillende jongeren geven aan niet tevreden te zijn over het gebouw waarin het jongerencentrum huist. Zij vinden het oud, klein en niet mooi. Ze hopen op een nieuwe plek. De jongerenwerkers hebben dezelfde mening over het gebouw. Uit de gesprekken met de jongerenwerkers blijkt dat er zeker vijftig jongeren in de gemeenteraad hebben gepleit voor een nieuwe jongerenfaciliteit. Tot op de dag van vandaag is dit er nog niet gekomen, ondanks de voornemens van de gemeente in het Actieplan Jeugd en Veiligheid om deze te realiseren. 6.3.b. Jongeren zijn positief over SSO en de jongerenwerkers Over het algemeen zijn de jongeren positief over het werk van SSO en de medewerkers van jongerencentrum ’t Stekkie. Over de jongerenwerkers zeggen de jongeren dat deze ‘gewoon onderdeel van de groep zijn’. De jongeren vinden dat jongerenwerkers hun wensen snappen. Zij zien dat de jongerenwerkers moeite doen om hun wensen te helpen realiseren. Tegelijkertijd hebben de jongeren de indruk dat de jongerenwerkers bij de gemeente niet voor elkaar krijgen dat er meer activiteiten voor jongeren komen. 6.3.c. Jongeren zijn negatief over de gemeente Oud-Beijerland Over het algemeen zijn jongeren niet positief over de gemeente. Ze hebben de indruk dat de gemeente voornamelijk naar de jongeren kijkt als veroorzakers van overlast, en dat er weinig ruimte bij de gemeente is om jongeren op positieve wijze te benaderen. Meer specifiek geven jongeren in de eerste plaats aan dat de gemeente onvoldoende tegemoet komt aan hun wensen en behoeften. Zij vinden dat er in Oud-Beijerland te weinig voor jongeren te doen is en dat het jongerencentrum de enige openbare plek is waar ze ‘normaal’ kunnen samenkomen. De jongeren zeggen bij de gemeente te hebben gepleit voor een nieuwe jongerenfaciliteit, een discotheek en een skatebaan. De eerste twee zijn er tot op de dag van vandaag niet gekomen. De skatebaan is uiteindelijk wel gerealiseerd. Volgens de jongeren heeft het echter zo lang geduurd voor de skatebaan er was, dat de behoefte van jongeren aan deze baan uiteindelijk verdwenen was op het moment dat deze er kwam.
32
6.4 Doelgroepbereik: overlastgevende jongeren bereiken ‘t Stekkie Jongerencentrum ’t Stekkie richt zich op overlastgevende jongeren. Volgens de jongerenwerkers zelf, de gemeente en de politie lukt het de jongerenwerkers van SSO goed om juist deze jongeren te betrekken bij ’t Stekkie. Het aantal bezoekers in het jongerencentrum varieert volgens de geïnterviewde jongerenwerkers van 10-80 jongeren (tijdens het interview zijn er ongeveer 30 jongeren in ’t Stekkie aanwezig).
6.5 Samenwerking met externe partijen verloopt niet altijd goed De jongerenwerkers van SSO en de medewerker van de politie zijn kritisch over de rol van de gemeente in het jongerenwerk. Ook zijn de jongerenwerkers van SSO kritisch over de rol van de politie en de HBD. 6.5.a. Gemeente Oud-Beijerland volgens jongerenwerkers te repressief De geïnterviewde jongerenwerkers van SSO hebben de indruk dat de gemeente het jongerenwerk vooral ziet als een middel om overlast tegen te gaan. Hoewel de jongerenwerkers het er mee eens zijn dat jongeren vooral in het Laningpark voor veel overlast zorgen, stellen zij dat er meer ruimte zou moeten komen bij de gemeente om jongerenwerk als een preventief middel te zien (gericht op ontwikkeling en ontplooiing van jongeren). In de tweede plaats vinden de jongerenwerkers het ongemakkelijk dat er binnen de gemeente Oud-Beijerland nogal eens wat wisselingen zijn geweest in personeel dat zich bezig houdt met het jongerenwerk. In de derde en laatste plaats vinden de jongerenwerkers dat ze van de gemeente te weinig capaciteit krijgen om uitvoering te geven aan het voornemen van de gemeente (in het Actieplan Jeugd en Veiligheid) om een nieuwe jongerenfaciliteit te bouwen. Daarnaast geven de jongerenwerkers aan dat zij voor een verruiming van de openingstijden van ’t Stekkie en meer ambulant jongerenwerk (zoals eerder naar voren is gekomen in hoofdstuk 5 en in paragraaf 6.1 van deze rapportage) onvoldoende capaciteit hebben. 6.5.b. Besluitvorming gemeente is volgens politiemedewerker traag De geïnterviewde medewerker bij de politie geeft aan dat de samenwerking tussen politie en gemeente tot uiting komt in het opstellen en uitvoeren van het Actieplan Jeugd en Veiligheid. Hoewel de geïnterviewde medewerker aangeeft dat hij zich kan vinden in de inhoud van het plan, geeft hij tegelijkertijd aan dat uitvoering van deze voornemens in de praktijk nog wel eens traag is. Volgens deze medewerker geeft de gemeente laat uitvoering aan adviezen van de politie. Als voorbeeld hiervan noemt hij de verruiming van de openingstijden van ’t Stekkie, waar jongerenwerkers en politie al meerdere keren om hebben gevraagd. Tot op heden zijn deze openingstijden echter nog niet verruimd (hoewel er momenteel een afspraak is om deze vanaf 1 juni te verruimen).
33
Volgens de medewerker van de politie zou de aanpak van overlast door jongeren hoger op de prioriteitenlijst van de gemeente moeten komen, omdat deze overlast volgens gegevens van de politie in de top vijf van grootste problemen in de gemeente Oud-Beijerland behoort. De meest voorkomende delicten / meldingen in het centrum van Oud-Beijerland, (zoals vernielingen, vandalisme, overlast jeugd, overlast alcohol/jeugd) hebben volgens deze agent een relatie met jongeren. 6.5.c. Samenwerking tussen de politie en jongerenwerkers De medewerker van de politie geeft aan dat jongerencentrum ’t Stekkie de overlastgevende jongeren goed weet te benaderen; veel van deze jongeren weten de weg naar het jongerencentrum te vinden. Bovendien is de medewerker van de politie van mening dat de manier van werken van de jongerenwerkers - waarbij ze jongeren verantwoordelijkheid geven en ze begeleiden in het nemen van deze verantwoordelijkheid - goed werkt. De contacten tussen de politie en de jongerenwerkers zijn in de ogen van de politiemedewerker goed. Zelf loopt hij wel eens naar binnen in ’t Stekkie; tussendoor is er overleg tussen hem en de jongerenwerkers, waarbij ze onderling informatie uitwisselen over (overlastgevende) jongeren. De politiemedewerker geeft, naast de bovenstaande positieve feedback, tegelijkertijd aan moeite te hebben met het feit dat ’t Stekkie niet in het weekend open is, maar alleen doordeweeks. Hierdoor kan de politie de jongeren die op vrijdag- en zaterdagavond op straat ‘hangen’ nergens heen sturen. Voor de politie is het daarom van groot belang dat het jongerencentrum ook in het weekend opengaat. Zoals eerder naar voren komt in deze rapportage, geven de jongerenwerkers aan dat dit niet kan omdat ze hier te weinig capaciteit voor hebben. Daarnaast vindt de politiemedewerker dat er een jongerenfaciliteit zou moeten komen die ‘breder’ is dan jongerencentrum ’t Stekkie. Een dergelijke bredere jongerenfaciliteit zou bijvoorbeeld ‘bandjesavonden’ moeten organiseren. De geschiedenis leert volgens de politiemedewerker dat als zulke activiteiten plaatsvinden (wat tot nu toe incidenteel is gebeurd), de politie veel minder overlast van jongeren signaleert. Volgens de jongerenwerkers is het niet altijd eenvoudig om goede afspraken te maken met de politie. De politie is in hun ogen vaak geneigd om repressief op te treden; een wijze van optreden die haaks staat op de preventieve instelling van de jongerenwerkers. Daarnaast lijkt de politie volgens hen niet altijd consequent in haar optreden. Mogelijk komt dit doordat de jongerenwerkers afspraken maken met de buurtagent, maar in de praktijk vaak te maken krijgt met dienstdoende andere agenten die van deze afspraken niets afweten. De laatste tijd lukt het wel steeds beter om tot afspraken te komen met de politie, aldus de beide jongerenwerkers.
34
Kader 6.1: Politieke onrust naar aanleiding van totstandkoming jongerencentrum Op dinsdag 17 februari 2009 stapt de verantwoordelijk wethouder voor het jeugd- en jongerenbeleid op. Reden hiervoor is het feit dat deze wethouder een vertrouwensbreuk ervaart, omdat verschillende coalitiepartijen niet voor de vestiging van één jongerenfaciliteit hebben gestemd. Deze partijen willen een aantal kleinere jeugdhonken, verdeeld over de verschillende wijken in de gemeente. Bovenstaande politieke onrust verklaart voor een groot deel het feit dat er nog geen besluit is genomen over een nieuwe jongerenfaciliteit in Oud-Beijerland (waar dus zowel de politie, als de jongerenwerkers en de jongeren over spreken). Inmiddels is er een nieuwe wethouder op het gebied van jeugd- en jongeren actief.
6.5.d. Samenwerking met de particuliere beveiligers van HBD Over de particuliere beveiligers van HBD zeggen de gemeente en de politie tevreden te zijn. De jongerenwerkers zijn ontevreden over de samenwerking met deze beveiligers. De geïnterviewde medewerkers van de gemeente zijn van mening dat de particuliere beveiligers de jongeren op een juiste manier benaderen en een goede reputatie hebben. Zij stellen dat de beveiligers gesitueerd zijn tussen de politieagent en de jongerenwerker. Enerzijds straalt het uniform van de beveiligers gezag uit en treden de beveiligers corrigerend op, anderzijds hebben de beveiligers een goede band met de jongeren (zo worden ze door de jongeren zelf het duo ‘Henk en Henk’ genoemd). Ook de medewerker van de politie stelt dat de samenwerking tussen de politie en de particuliere beveiligers (die de gemeente inhuurt) goed is. De jongerenwerkers geven aan niet tevreden te zijn over de manier waarop de samenwerking met de particuliere beveiligers (die door de gemeente zijn ingesteld) momenteel verloopt. In het verleden zeggen zij afspraken gemaakt te hebben om met elkaar te communiceren over (overlastgevende) jongeren op straat. In de praktijk is deze communicatie er volgens de jongerenwerkers nauwelijks of niet.
6.6 Alert zijn en inspelen op veranderingen in de maatschappij Zoals naar voren is gekomen in paragraaf 6.4.a en 6.4.b zijn de politie en de jongerenwerkers niet tevreden over de wijze waarop de gemeente inspeelt op veranderingen in de maatschappij van Oud-Beijerland. Zij geven beiden aan dat de aanpak van jongerenoverlast in Oud-Beijerland vraagt om ruimere openingstijden van ’t Stekkie. Voor de medewerker van de politie is het onduidelijk waarom de gemeente niet eerder is overgegaan tot ruimere openingstijden van ’t Stekkie (nu gepland op 1 juni). De jongerenwerkers stellen dat de gemeente deze ruimere openingstijden (vooral voor het weekend) ook al een langere tijd heeft willen realiseren, maar dat zij hiervoor nog geen middelen beschikbaar heeft gesteld.
35
De onderzoekers constateren hieruit dat vertegenwoordigers van twee belangrijke betrokkenen bij het jongerenwerk niet tevreden zijn over de alertheid van de gemeente op veranderingen in de maatschappij, en de wijze waarop de gemeente op deze veranderingen inspeelt.
6.7 Beoordeling jongerenwerk: integrale aanpak in praktijk lastig Tabel 6.1 maakt inzichtelijk dat de jongerenwerkers van SSO in de uitvoering maatwerk leveren. Tegelijkertijd laat deze tabel zien dat het in de praktijk nog onvoldoende lukt om tot een integrale aanpak en een slagvaardige invulling van het jongerenwerk te komen. Tabel 6.1 - Toetsing uitvoering van het jongerenwerk aan de normen Maatwerk 13
Het jongerenwerk bereikt de beoogde (doel)groepen van jongeren.
Grotendeels voldaan. Hoewel de gemeente en het jongerenwerk geen specifieke doelgroepen hebben benoemd, blijkt het jongerencentrum in de praktijk veel overlastgevende jongeren te bereiken. Daarmee draagt het jongerenwerk bij aan de hoofddoelstelling (overlast tegengaan) uit het Actieplan Jeugd & Veiligheid en het vierjarenprogramma.
14
De activiteiten van jongerenwerk voorzien in behoeften van jongeren.
Grotendeels voldaan. De jongeren zijn blij met de jongerenwerkers en vertellen dat andere (niet aanwezige) jongeren dat ook zijn. Volgens de jongeren heeft ’t Stekkie een goede functie, maar is het gebouw erg oud en klein. Jongerenwerkers hebben behoefte aan een groter en moderner jongerencentrum.
Integrale aanpak 15
Externe samenwerkingspartners en jongeren zelf ervaren een goede samenwerking tussen betrokken partijen in (de uitvoering van) het jongerenbeleid.
Niet voldaan. Er leeft nogal wat kritiek binnen de samenwerking tussen HBD, SSO, de gemeente en de politie. Jongeren, jongerenwerkers en politie zijn kritisch op het gebrek aan randvoorwaarde voor het jongerenwerk door de gemeente. Jongerenwerkers zijn daarnaast kritisch op HBD en de politie.
16
Externe samenwerkingspartners en jongeren zelf ervaren geen tegenstrijdigheid in (de uitvoering van) het jongerenbeleid.
Beperkt voldaan. Vooral jongerenwerkers geven aan dat de gemeente en de politie gericht zijn op een repressieve aanpak van overlastgevende jongeren. Hierbij hebben zij volgens hen weinig oog voor de noodzaak van preventie (ontwikkeling van jongeren). De politie en de gemeente zelf ervaren geen tegenstrijdigheden.
36
Slagvaardigheid/aanpassingsvermogen 17
Betrokkenen zijn van mening dat de gemeente en / of het jongerenwerk voldoende alert zijn op veranderingen in de gemeenschap. (naar voorbeelden vragen)
Beperkt voldaan. De medewerker van de politie en de jongerenwerkers van SSO zijn kritisch over het feit dat de gemeente langzaam reageert op ontwikkelingen die - in hun ogen - in de samenleving spelen. De jongeren noemen een voorbeeld over een skatebaan die traag gerealiseerd is.
18
Betrokkenen zijn van mening dat de gemeente en / of het jongerenwerk voldoende actief bijsturen op veranderingen in de gemeenschap. (naar voorbeelden vragen)
Niet voldaan. De medewerker van de politie en de jongerenwerkers van SSO zijn ook ontevreden over de traagheid waarmee de gemeente maatregelen doorvoert die inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen. Zo zijn de openingstijden van ‘t Stekkie nog niet verruimd en is er nog geen nieuwe jongerenfaciliteit, ondanks de voornemens van de gemeente in het Actieplan Jeugd en Veiligheid.
Algemeen 19
De activiteiten van jongerenwerk dragen aantoonbaar bij aan de doelstellingen van het jongerenbeleid (zoals vorming van jongeren, in beeld houden van jongeren en tegengaan van overlast).
Beperkt voldaan. In de eerste plaats gaat de gemeente in haar beleidskaders niet of nauwelijks uit van het leveren van maatwerk. Het beleid is nauwelijks gebaseerd op een probleemanalyse, noemt geen specifieke doelgroepen en maakt geen duidelijke beleidskeuzen. In de organisatie en in de praktijk levert de gemeente wel maatwerk. In de tweede plaats hecht de gemeente in haar beleid en in haar organisatie duidelijk aan een integrale aanpak. In de praktijk blijken verschillende betrokken partijen echter kritisch op elkaar en lijkt de samenwerking niet optimaal te verlopen. In de derde en laatste plaats is de gemeente niet slagvaardig in haar jongerenwerk. Dit blijkt uit het feit dat de gemeente haar jongerenbeleid weinig evalueert, waardoor de gemeente niet aantoonbaar maakt wat de resultaten van haar jongerenbeleid zijn. Daarnaast zegge jongerenwerkers van SSO te weinig middelen te hebben om aan ambulant jongerenwerk en ruimere openingstijden toekomen. Daarnaast heeft de gemeente haar voornemens om tot een nieuw jongerenfaciliteit te komen, nog niet uitgevoerd (ondanks de grote vraag hiernaar).
37
BIJLAGE: OVERZICHT VAN DE GEBRUIKTE BRONNEN De onderzoekers hebben de volgende documenten bestudeerd: • • • • • • •
Politiek vierjaren programma 2006-2010; Kadernota Integraal Jeugdbeleid 2006-2010; Actieplan Jeugd en Veiligheid; Participeren moet je leren…Visiedocument en plan van aanpak 2008-2012; Uitvoeringsovereenkomst Gemeente Oud-Beijerland en SSO; Subsidieaanvraag van SSO aan de gemeente; Visiedocument Jeugdbeleid in de Hoeksche Waard, Kinderen mij een zorg!
De onderzoekers hebben de volgende personen geïnterviewd: • • • • •
de heer van der Valk (beleidsmedewerker Openbare Orde en Veiligheid); mevrouw van der Vaart (teamleider Jeugd en Veiligheid); de heer Legerstee en de heer ’t Hof (jongerenwerkers SSO); een vertegenwoordiger van de politie; verschillende (hang)jongeren die te maken hebben met het jongerenwerk.
38