Docentenhandleiding Voorbereidende les
Inhoud
1 2 3 4 5 6
Doelgroep Leerdoelen Duur van de les Voorbereiding Opdracht aan de leerlingen voor u begint Inhoud van de les a Kringgesprek b Vogels weergeven c The Birds of America van John James Audubon d Vogelbescherming 7 Reflectie achteraf 8 Gebruikte bronnen
p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p.
2 2 2 2 2 2 2 3 5 6 7 8
1
1
Doelgroep
Basisschool, groep 6, 7, 8
2
Leerdoelen
Leerlingen Leerlingen Leerlingen Leerlingen Leerlingen Leerlingen Leerlingen
3
leren wie Audubon was leren waarom The Birds of America een uitzonderlijk boek is leren een aantal specifieke kenmerken van vogels te benoemen leren welke manieren er vroeger waren en er nu zijn om vogels weer te geven zijn zich bewust van een aantal gevaren die vogels bedreigen leren het werk van vogelbescherming kennen denken na over wat ze zelf kunnen doen om vogels te helpen
Duur van de les
Ca. 60 minuten
4
Voorbereiding
Op de website www.vogelsXXL.nl vindt u achtergrondinformatie over het leven van Audubon en zijn werkwijze, alsmede informatie over vogels en het werk van Vogelbescherming.
5
Opdracht aan de leerlingen voor u begint
Vraag aan de leerlingen om hun lievelingsboek van huis mee te nemen, liefst een boek met plaatjes en waarvan ze weten hoe duur het was (zelf gekocht of door de ouders).
6
Inhoud van de les a
Kringgesprek
Nodig: Bord, krijt • -
Onderwerpen die aan de orde kunnen komen: wie heeft zelf een vogel thuis welke vogels kennen jullie (uit de tuin of uit de dierentuin) kenmerken van vogels andere weetjes
•
Laat de leerlingen die thuis een (of meer) vogel(s) hebben kort iets vertellen over die vogel (wat voor soort, hoe oud, verzorging, kan hij praten etc).
•
Welke vogels kennen de leerlingen nog meer? Bijvoorbeeld merel, meeuw, mees, duif, mus… maar ook flamingo, papegaai, struisvogel.
•
Maak een tekening op het bord: begin met de lijst van een schilderij. Daarbinnen komt een tekening van een vogel, op aanwijzing van de leerlingen. De leerlingen
2
zeggen wat er aan een vogel te zien is (de kenmerken) en docent tekent het in (vleugels, veren, eieren, poten, snavel, staart, ogen). Bij elk kenmerk kunnen vragen gesteld worden als: - hebben alleen vogels deze eigenschap? - hebben alle vogels deze eigenschap? De docent geeft hierbij extra uitleg (zie de achtergrondinformatie op de website). b Vogels weergeven
Nodig: A4-papier voor alle leerlingen, kleurpotloden, plakband, bord, meetlat, krijt •
Inventariseer met de leerlingen welke manieren er zijn om vogels weer te geven: - tekenen - (digitale) fotografie - film
Tekenen: Vóór de uitvinding van de fotografie was de enige manier om vogels (dieren, mensen…) weer te geven, de tekening (of schilderij). Maar ook nu nog worden tekeningen gebruikt in alle belangrijke vogelgidsen (bijvoorbeeld de ANWB Vogelgids van Europa, door Mullarney, Svensson, Zetterström en Grant) en geen foto’s, omdat tekeningen de ‘gemiddelde vogel’ weergeven en foto’s altijd een individu met bijbehorende afwijkingen van de norm. Maar… een goede tekening kan alleen maar gemaakt worden als de tekenaar de vogel heel precies heeft bekeken. Kijken is de eerste voorwaarde voor een tekenaar. Waar letten tekenaars op bij een vogel? Kleur van de snavel, poten, veren; vorm van de snavel en poten; vliegbeeld etc. De bekendste vogeltekenaar (voor vogelgidsen is tegenwoordig Lars Jonsson uit Zweden. Op zijn website www.larsjonsson.se is het mogelijk een idee te krijgen van zijn werk. En op www.vogelskijken.nl staat nog veel meer informatie over hoe je naar vogels kunt/moet kijken. •
De tekening op het bord kan gebruikt worden om de verschillende belangrijke plekken aan te geven, m.b.v. pijltjes:
3
Fotografie: In tijdschriften over vogels, kunstboeken etc, wordt tegenwoordig wél gebruik gemaakt van fotografie. Het voordeel ten opzichte van tekenen is dat het een snelle momentopname is, terwijl tekenen heel lang duurt en de vogel ondertussen zomaar weg kan vliegen. Het voordeel van de huidige technieken bij digitale fotografie is dat ook snelle bewegingen vastgelegd kunnen worden zoals bijvoorbeeld een vleugelslag. Toen de fotografie nog in de kinderschoenen stond, lukte dat allemaal nog niet. De apparatuur had toen meer licht nodig om een foto te kunnen nemen. Mensen moesten toen heel lang (wel een halve minuut!) stil zitten en mochten niet bewegen. Met vogels en andere dieren werkte dat natuurlijk niet. Daarom was tekenen vroeger toch handiger dan fotograferen. Sinds kort is het zelfs mogelijk om een foto te maken door een telescoop heen (‘digiscoping’). Dit geeft nog meer mogelijkheden dan een telelens. Er zijn heel veel amateurfotografen, die hun foto’s op sites zetten, bijvoorbeeld www.birdpix.nl. Film: De beroemde filmer David Attenborough is in de jaren vijftig van de vorige eeuw begonnen natuurdocumentaires te maken, waaronder Life of Birds (1998). Ze worden vaak vertoond op zenders als Animal Planet, Discovery Channel en National Geographic Channel. Een film die ook veel aandacht trok was Traveling Birds (2003) van Jacques Perrin over trekvogels als ganzen en zwanen. Hij heeft speciale vliegtuigjes en ballonnen laten ontwerpen om deze vogels zolang mogelijk op hun reis te kunnen vergezellen. Ook liet hij de vogels wennen aan de mensen om hen heen door ze van jongs af aan bij elkaar te laten zijn. Dat heet ‘imprinten’. Het eerste dat jonge ganzen zien als ze uit hun ei komen en dat beweegt, beschouwen ze namelijk als hun moeder. Konrad Lorenz (1903 – 1989) was de eerste die dit fenomeen heeft beschreven en verklaard. Op http://www.bacfilms.com/site/peuple/ zijn fragmenten te zien van The Making of Traveling Birds. De filmpjes zijn wel in het Frans. Webcams: Webcams: Er zijn tegenwoordig op internet ook veel webcams waarmee het dagelijks leven van vogels gevolgd kan worden. Kijk voor de juiste sites op: www.vogelaar.pagina.nl. •
Om leerlingen te laten ervaren hoe (moeilijk) het is om vogels te tekenen: laat alle leerlingen met kleur een merel (check of iedereen weet wat een merel is) tekenen op een A4-papier. Neem de tekeningen in en hang ze op het bord. Vergelijk ze. Let hierbij op: - de grootte (de ware grootte van een merel is 24 – 29 cm: dit past nét op een liggend A4) - de oranje/gele oogring - de oranje snavel - de snavelvorm (geschikt om insecten en wormen te eten) - de poten (zangvogelvorm) - de kleur (zwart voor het mannetje, bruin voor het vrouwtje)
4
•
Teken op het bord, met een meetlat, een lijn van ca. 25 cm (de ware grootte van een merel van snavelpunt tot staartpunt). Hierdoor zal duidelijk worden dat (waarschijnlijk) alle tekeningen een kleinere vogel laten zien.
Audubon heeft alle vogels die in The Birds of America staan afgebeeld op ware grootte getekend. Hij deed dit op de volgende manier: a. b.
c. d. e.
f. g. h. i. j. k. l.
Hij speldde ruitjespapier op een stevige ondergrond. Daarop bevestigde hij de dode vogel in een levendige houding (bijvoorbeeld met de vleugels uitgespreid, zodat het leek of hij vloog). Dan trok hij met de potlood de omtrek van de vogel op het ruitjespapier. Vervolgens nam hij het echte tekenpapier. Daarop had hij ook ruitjes aangebracht. Hij tekende de omtrek van de vogel over, door precies te kijken naar de lijnen in de ruitjes. Zo kon hij exact de juiste verhoudingen overnemen. Tenslotte kleurde hij zijn tekening in met waterverf of pastel. Hij nam de aquarelplaten mee naar Engeland. Daar vond hij een drukker, Robert Havell. Havell nam de aquarellen over op koperplaten en graveerde de omtrekken in het koper. Hij drukte de platen af op papier in dubbelolifantsformaat (zwart/wit). Hij liet de platen inkleuren door een aantal medewerkers. Het duurde van 1830 tot 1836 om alle 435 platen te graveren, drukken en in te kleuren. De kopers konden zelf beslissen of ze de platen tot een boek lieten inbinden of niet.
•
Om leerlingen meer te laten oefenen met de verschillende vogelkenmerken, waar een vogelaar/tekenaar zoal op let, kunt u gebruik maken van het matchspelletje ‘Welke vogel hoort bij het plaatje?’ elders op de site. Print en kopieer het (liefst in kleur) en laat de leerlingen antwoord geven op het aparte antwoordblad.
c
Birds The B irds of America van John James Audubon
Nodig: De meegebrachte boeken, plakband of krijt Het meest uitzonderlijke van het boek van John James Audubon is het formaat: 97 x 64 cm. Deze bijzondere maat heeft een naam: dubbelolifantformaat. Het was toentertijd (ca. 1826) de grootste maat papier die Audubon kon krijgen. Hij had het nodig om de vogels op ware grootte te kunnen afdrukken. Om te laten ervaren hoe groot het boek is, gaan de leerlingen ‘dubbelolifantformaat’ samenstellen m.b.v. hun eigen meegebrachte boeken:
5
•
Plak op de groepstafeltjes met plakband het formaat van The Birds of America af (ca. 1 m x ca. 65 cm), of geef het aan met krijt. Dit mag 2x als er plaats voor is, zodat het boek ‘open’ komt te liggen.
•
Laat de leerlingen de ruimte binnen het plakband opvullen met hun meegebrachte boeken. Dit is een soort puzzel, en het zal niet exact lukken, maar ze moeten zoveel mogelijk binnen de lijnen blijven.
•
Om de leerlingen een vergelijking te kunnen laten maken met de zeldzaamheid van het boek, kan de docent de volgende vragen met ze bespreken: -
Hoe duur is hun lievelingsboek geweest, om het te kopen? Hoe lang heeft het ongeveer geduurd om het te maken? Hoe veel exemplaren zijn ervan gemaakt, waarschijnlijk? Hoe oud is het (in welk jaar is het gedrukt)? Hoe is het gemaakt (zijn de plaatjes echt door iemand persoonlijk ingekleurd)? Wat weet je over de schrijver en/of tekenaar?
Hierbij geeft de docent ter vergelijking steeds de gegevens van The Birds of America en over John James Audubon. d Vogelbescherming Vogelbescherming
Nodig: Uitgeprinte of gekopieerde illustraties (‘Wat hebben de plaatjes met elkaar te maken?’) per groepje leerlingen In The Birds of America staan een aantal platen van vogels die tegenwoordig uitgestorven zijn, zoals de Carolina Parkiet, de Trekduif, de Grote Alk en de Labrador Eend. Een andere, al veel eerder uitgestorven vogel is de Dodo. In alle gevallen is de mens de schuldige. •
Deel de illustraties uit
•
Vraag aan leerlingen wat de plaatjes te maken hebben met elkaar. Discussieer erover met elkaar: o
o
De hoed met veren (A) en de bontmantel (B) zijn een symbool voor het gebruik van dieren/vogels in de mode. Doordat prachtig vogelveren als decoratie op hoeden werden gebruikt (eind 19e / begin 20e eeuw), zijn veel vogels alleen voor hun veren neergeschoten. Dit is één van de oorzaken van het uitsterven of dramatisch afnemen van een aantal vogels. Tegenwoordig zijn we in Nederland ons bewust van de dreiging die er bijvoorbeeld nog bestaat voor jonge zeehonden, van wiens vacht graag bontmantels gemaakt worden. Maar in landen als Rusland is men minder terughoudend! De opwarming van de aarde (C) heeft tot gevolg dat bijvoorbeeld in onze streken bepaalde rupsen eerder uit hun eitjes kruipen. De jongen van de Bonte Vliegenvanger worden gevoerd met deze rupsen, maar deze
6
o
o
•
7
vogeltjes komen niet eerder terug uit Afrika. Ze zijn dus te laat hier om nog veel rupsen te kunnen vinden om aan hun jongen te kunnen voeren. Hierdoor sterven er meer jongen van de honger, en vermindert uiteindelijk het aantal Bonte Vliegenvangers. Vervuiling (E), zoals olierampen met tankers (dit is een foto van de ExxonValdez die in 1989 op de kust van Alaska schipbreuk leed, waardoor ca. 250.000 zeevogels stierven) is ook een belangrijke oorzaak van afname van vogelpopulaties. De belangrijkste reden echter voor het uitsterven van vogels (en andere) dieren is het verdwijnen van hun biotoop (leefgebieden). Bijvoorbeeld door het kappen van bossen (D), het steeds meer bouwen van huizen, de minder afwisselende landbouwgebieden, de vele snelwegen, de andere soort huizen (minder nestelmogelijkheden) etc.
Discussieer over de mogelijkheden die er bestaan om zélf iets te doen om (bedreigde) vogels te helpen.
Reflectie achteraf Na het bezoek aan het museum kunt u terugkomen op de tentoonstelling in een kringgesprek. De volgende vragen zijn hierbij mogelijk: -
Ga je je vader/moeder/broers/zussen erover vertellen? Zo ja, wat ga je vertellen? Zo nee, waarom niet? Welke vogel ga je als voorbeeld noemen? (welke heb je het best onthouden) Wat ga je over die vogel vertellen? Waarom juist die vogel? Kun je nu meer vogels benoemen dan vóór je bezoek? Noem een paar voorbeelden. Ben je geïnteresseerd geraakt in vogels (in je tuin, in de natuur)? Wat vond je het leukst van het bezoek? (en wat het minst?)
7
8
Gebruikte Gebruikte bronnen
Moss, S., Alles wat je wilt weten over vogels. Meer dan 450 vragen en antwoorden, Tirion Uitgevers Baarn, 2006 Meer vogels in de tuin. Tips voor het inrichten van een vogelvriendelijke tuin, Vogelbescherming Nederland, Zeist 2006 Vogelkijker. Met spannende natuurprojecten voor kids, ANWB 2005 Tijdschrift Vogels, Vogelbescherming, Voorjaar 01/2007 (39) Tijdschrift Vogels, Vogelbescherming, Lente 02/2007 (39) Tijdschrift Vogels, Vogelbescherming, Zomer 03/2007 (38-39) NRC Next 24 augustus 2007 www.vogelbescherming.nl www.vogeltrackers.nl www.vivara.nl
8