Inhoudsopgave
De Ruben les Docentenhandleiding voor een voorlichtingsles tegen homopesten De film Ruben Hoe kan je deze les inzetten? Vooroordelen: gebrek aan kennis Een negatieve houding Voorbereiding van de les Het lesprogramma in het kort Suggesties voor de uitvoering 1. Start van de les & afspraken maken 2. Tonen van de film ‘Ruben’ (10’) 3. Bespreking van de film (10’) 4. Inlevingsoefening ‘Wanneer voelde jij je kwetsbaar?’ (20’) 5. Invullen schoolthermometer en nabespreken (20’) 6. Brainstormsuggesties tegen pesten met stickers op poster (15’)
2 7. Verkiezing van de top 3 van 2 maatregelen tegen pesten (10’) 3 Schoolthermometeronderzoek 4 Terugkoppeling in de school 6 Colofon 7 7 8 8 8
16 17 17 19
10 12 15
1
De film Ruben | Hoe kun je de les inzetten
Hoe kun je deze les inzetten?
De film Ruben
Hoe kun je deze les inzetten?
dat ze zich anders gedragen (gedrag)?
mannen.
De film ‘Ruben’ gaat over homoseksualiteit en pesten. De film duurt 10 minuten. Je ziet de 15-jarige Ruben die gepest wordt omdat hij homo is. Ruben komt over als een ‘typische homo’: hij heeft een zachte stem en beweegt zich vrouwelijk. In de film zie je dat hij voor het eerst verliefd wordt en voor het eerst een kus geeft aan Mike, een Marokkaanse jongen. Voor Mike is dit te eng en hij maakt het na een paar uur uit. Maar de eerste kus is gefotografeerd en op school verspreid. Dit is aanleiding voor jongens uit zijn klas om Ruben in elkaar te slaan. Aan het eind van de film pleegt Ruben bijna zelfmoord. Gelukkig ondersteunen zijn ouders en zijn zusje hem.
Met deze film kun je een voorlichtingsles van 90 minuten geven over homoseksualiteit en over pesten. De les kan zowel op vmbo als op havo/ vwo worden gebruikt. Pas zelf de manier van uitleggen en het taalgebruik aan het niveau van de leerlingen aan.
Deze les richt zich op gedrag. Het hoofddoel is dat de leerlingen zich voornemen om jongeren niet meer te pesten omdat ze homo, lesbisch, biseksueel of transgender zijn of zo overkomen. Aan het eind van de les kunnen ze een poster met een anti-pestcontract tekenen. Daardoor kun je zien of de les dit effect heeft gehad. Je kunt de poster ophangen om te laten zien dat een groot deel van de leerlingen hierachter staat.
Deze kennis kun je in deze les aanscherpen: • Homo/lesbische gevoelens zijn gewone gevoelens en iedereen kan ze hebben. Het is je eigen keuze of je daarover aan anderen vertelt. Misschien ben je vooral heteroseksueel en vertel je niemand dat je wel eens een homo-erotische fantasie hebt. Misschien ben je homo, maar vertel je niemand dat je wel eens iemand van het andere geslacht interessant vindt. • We worden als jongen, als meisje maar ook soms onduidelijk geboren. Soms is je lichaam het één en voel je je het ander. Sommige mensen veranderen daarom van geslacht (transseksuelen), maar de meeste mensen met dit soort gevoelens blijven in het lichaam waarin ze geboren zijn. Eigenlijk is het voor iedereen vervelend als je doet alsof er maar twee geslachten zijn. Het lijkt dan alsof iedereen zijn best moet doen om
Het is heel mooi als je de les kunt geven aan het begin van het schooljaar om afspraken over pesten in het algemeen te maken. Maar je kunt de les ook inzetten na een paar andere lessen over respect (maatschappijleer) of over relaties en seksualiteit (bijvoorbeeld in het kader van het lessenpakket ‘Lang Leve de Liefde’ of in de Week van de Liefde rond Valentijnsdag). Bij het geven van deze les is het belangrijk om een duidelijk doel te hebben. Wil je dat leerlingen weten wat homoseksualiteit is (kennis), wil je ze van mening laten veranderen (houding) of wil je
2
Vooroordelen: gebrek aan kennis Leerlingen veranderen hun gedrag niet zomaar. De les moet de blokkades van leerlingen gericht aanpakken. Vaak missen jongeren kennis. Zo denken sommige jongeren dat het zondig is om homo te zijn, dat mannelijk- of vrouwelijk-zijn aangeboren is en dat sekse-afwijkend gedrag onnatuurlijk of provocerend is. Veel leerlingen vinden vrouwen minder waard dan mannen en vrouwelijk gedrag minderwaardig, vooral bij
3
Hoe kun je deze les inzetten? zoveel mogelijk mannelijk of vrouwelijk over te komen. Alsof alle mannen hard en actief en alle vrouwen zacht en afwachtend zijn. • Veel jongeren vinden een jongen die zich niet als een echte man gedraagt een mietje of een watje. Ze vinden dat ze dan op een vrouw lijken. Omdat ze vrouwelijk gedrag ‘minder’ goed vinden dan mannelijk gedrag zijn jongens die zich niet mannelijk genoeg gedragen minder of ‘nep’. Van meiden die zich niet meisjesachtig genoeg gedragen, wordt gezegd dat ze ‘zich boven hun stand gedragen’. Meisjes horen niet stoer of sterk te zijn. Een negatieve houding In de les kun je deze informatie geven maar let op: leerlingen zullen die niet klakkeloos van je aannemen. Dat heeft te maken met een negatieve houding. Als je een negatieve houding hebt, wil je niet luisteren naar informatie die niet in jouw straatje past. Dus moet je als docent zorgen dat
4
Hoe kun je deze les inzetten? hun houding meer open wordt. Waar komt deze negatieve houding vandaan? • Jongeren zitten in de puberteit. Ze voelen zich onzeker en hebben behoefte aan vaste patronen. Sommige jongeren zullen zich daardoor afzetten tegen mensen die afwijken van de vaste patronen. Die onzekerheid kunnen jongeren (maar ook volwassenen) verbergen door overdreven mannelijk, vrouwelijk, politiek of religieus gedrag. Vooral voor mannen is het taboe om onzekerheid te laten zien. • Ten tweede kijken mensen, en vooral adolescenten, naar hun omgeving voordat ze hun mening bepalen. Mensen hebben liever een mening die niet afwijkt. Jongeren zullen hun privémening lang niet altijd openlijk vertellen in een klas. Daardoor is er veel ruimte voor luide types die hun positie verwerven door anderen te kleineren.
Dus: wil je de houding van leerlingen veranderen? Hou dan rekening met als afwerend gedrag vermomde angst om af te wijken en met de groepsnorm in de klas. Je kunt de angst en de negatieve uitingen aanpakken door: • aan het begin van de les afspraken te maken over hoe je met elkaar praat • de jongeren aan die afspraken te houden • jongeren met een negatieve mening even de ruimte te geven, niet in hun mening te bevestigen en vervolgens anderen aan het woord te laten • te benoemen dat iedereen behoefte heeft aan zekerheid en patronen • te laten zien dat je zelf daar ook wel eens onzeker over bent (rolmodel zijn) • te benoemen dat niemand slecht behandeld wil worden omdat je afwijkt van een patroon.
Je kunt de groepsnorm nuanceren door: • een deel van de les in kleinere groepjes te werken • te zorgen dat er verschillende meningen aan de orde komen en de verschillen te benadrukken en te waarderen • te laten merken dat niet iedereen in de klas het eens is met de meest luidruchtige leerlingen • met de klas te besluiten dat democratie betekent dat je gezamenlijk doet wat de meerderheid wil, maar dat je respecteert dat minderheden dingen op hun eigen manier doen • uit te leggen dat deze regel nooit kan betekenen dat mensen niet meer zichzelf kunnen zijn in het openbaar, integendeel, dat tolerantie nodig is voor de vrijheid van iedereen. Als je de leerlingen zover krijgt dat ze met respect voor elkaar van gedachten wisselen, staan ze meer open voor andere meningen en accepteren
5
Hoe kun je deze les inzetten | Voorbereiding
Voorbereiding | Lesprogramma | Suggesties
ze ook de informatie beter. Uiteindelijk zullen ze zich voornemen om homo’s, lesbo’s, biseksuelen, transgenders en jongens en meisjes die niet 100% mannelijk of vrouwelijk overkomen, wat meer ruimte te geven en ze zeker niet uit te schelden of te pesten. Zo’n voornemen is het maximale dat je in zo’n les kunt bereiken. Om te zorgen dat leerlingen hun voornemens echt blijven uitvoeren, kun je als docenten en directie met elkaar goede afspraken maken en in de gaten houden of iedereen zich daaraan houdt. Het werkt het beste als leerlingen ook inspraak hebben in zulke afspraken. In deze les over de film Ruben zijn al deze aspecten verwerkt.
een papieren versie. Het lesmateriaal bestaat uit een setje met daarin: 1. Deze handleiding. 2. Schoolthermometerkaartjes; print hiervan exemplaren voor elke leerling. 3. Mijn Idee-poster; print hiervan een exemplaar per klas, of projecteer het geheel op het whiteboard en maak na de oefening een foto. 4. Wij pesten niet-poster; print hiervan een exemplaar per klas, of projecteer het geheel op het whiteboard en maak na de oefening een foto. 5. Neem een digitale camera mee om aan het eind van de les twee foto’s te maken.
Voorbereiding van de les
Over de kaartjes: Misschien vind je het prettig om meer zicht te krijgen op de veiligheid op je school via een minionderzoek. In deze les laten we schoolthermometerkaartjes invullen. Bedenk ter voorbereiding of je de resultaten van dit minionderzoek in de vorm van een rapportage
De vertooncode voor de film Ruben en het lesmateriaal zijn te downloaden via http://www.edudivers.nl/lesgeven/voortgezet_ onderwijs/rubenles. Je kunt daar kiezen voor een digitale versie (die je zelf afdrukt of projecteert) of
6
wilt ontvangen. Lees verderop meer hierover bij ‘schoolthermometeronderzoek’.
3. Bespreking van de film (10 minuten) 4. Inlevingsoefening ‘Wanneer voelde jij je kwetsbaar?’ (20 minuten) Je kunt de thermometerkaartjes ook voorafgaand 5. Invullen schoolthermometer en nabespreken aan de Rubensles laten invullen en eventueel een (20 minuten) rapportage opvragen. Dit bespaart tijd in de les en 6. Brainstormsuggesties tegen pesten met je kunt de cijfers en opmerkingen beter gebruiken. stickers op poster (15 minuten) 7. Verkiezing van de top 3 van maatregelen tegen Tip pesten (10 minuten) Als je jezelf onzeker voelt over het uitvoeren van deze les op je school, kan je EduDivers vragen Suggesties voor de uitvoering hierover een training te geven. Bij de intake bespreken we dan of de training specifiek over 1. Start van de les & afspraken maken (5’) de les zal gaan, of ook breder over het bespreken De start van de les moet kort en krachtig zijn. van seksuele diversiteit, relationele vorming of het Vertel dat deze les gaat over omgangvormen, verbeteren van het schoolklimaat in bredere zin. respect en pesten en dat we het voorbeeld van homopesten gebruiken. Zeg tegen de Lesprogramma in het kort leerlingen dat sommige leerlingen het misschien lastig vinden om te praten over pesten of over homoseksualiteit, en dat je daarom afspraken wilt 1. Start van de les & afspraken maken (5 maken. Stel de vraag: ‘Welke afspraken willen minuten) jullie maken zodat we hierover met respect met 2. Tonen van de film ‘Ruben’ (10 minuten)
7
Suggesties elkaar kunnen praten?’ Zet de afspraken op het bord. Als leerlingen niet uit zichzelf komen met regels, suggereer dan een of enkele van de volgende regels door ze te formuleren als vraag: • We laten elkaar uitpraten (Vraag: ‘vind je bijvoorbeeld dat je een ander in de rede mag vallen?’). • We hebben respect voor elkaars mening. • We lachen elkaar niet uit. • We beschuldigen elkaar niet. • Je mag je eigen mening geven (met respect voor anderen). • Je mag een ander uitleg vragen. • Je hoeft niets te zeggen als je dat niet wilt. • Als iemand een persoonlijk verhaal vertelt, vertellen we dat niet door. Niet al deze afspraken hoeven te worden gemaakt. Het gaat erom dat de leerlingen zelf een paar regels afspreken zodat de les met respect begint. Als een leerling zich er niet aan houdt, stop dan de discussie en verwijs naar de
8
Suggesties afspraken. 2. Tonen van de film ‘Ruben’ (10’) Vertel eerst dat de film gaat over Ruben. De film duurt 10 minuten. De film is geen documentaire, het verhaal is echt gebeurd. Laat vervolgens de film zien. 3. Bespreking van de film (10’) Het doel van dit onderdeel is om empathie en begrip bij de leerlingen op te wekken: Ruben heeft dit gepest niet verdiend. Vraag de leerlingen wat ze ervan vonden en wat hen het meest heeft getroffen. Vraag daarbij vooral naar de emotionele impact van de film: wat heeft de leerlingen geraakt, wat heeft ze aan het denken gezet? Het gaat erom dat het in de klas duidelijk wordt hoe leerlingen zich hebben ingeleefd en hoe ze hebben meegeleefd met Ruben. Is de discussie in de klas te moeilijk, bijvoorbeeld in een onrustige vmbo-groep? Verdeel dan de klas
in subgroepjes. Laat ze vragen beantwoorden en terug rapporteren. In dit laatste geval duurt de oefening echter twee keer zo lang. Om de les binnen de tijd te houden, kan je deze oefening beter combineren met de volgende werkvorm. De vragen die je dan in de subgroepjes van 3 of 4 kunt laten beantwoorden zijn: 1. Wat heeft je geraakt in de film? 2. Wat heeft je aan het denken gezet? 3. Heb jij je op school wel eens kwetsbaar gevoeld? 4. Kan de school leerlingen helpen om zich beter te voelen? Vooral in het vmbo zullen er leerlingen zijn met negatieve reacties, zoals: ‘Ruben is een watje, hij gedraagt zich verwijfd’ en ‘Hij heeft de reacties van de andere jongens uitgelokt’. Geef deze reacties kort de ruimte, iedereen mag zijn mening zeggen. Bevestig ‘dit is dus jouw mening’ en zeg eventueel dat je het ‘een harde’ mening vindt, ‘want zoals we zagen pleegde Ruben bijna
zelfmoord na het pesten door zijn klasgenoten’. Ga er verder niet op in. Vraag wat andere leerlingen vinden en zorg dat er evenwicht komt in de diversiteit aan meningen. Val de afwijzende leerlingen niet aan en zet ze niet voor paal. In het vmbo met multiculturele klassen merken islamitische leerlingen misschien op dat Mike een Marokkaans uiterlijk heeft, of dat moslims niet homo kunnen zijn. Desgevraagd kun je bevestigen dat het hier gaat om een acteur (alle spelers zijn beginnende acteurs die echt 15 jaar zijn) met een Nederlands-Marokkaanse achtergrond. En ja, de kus was echt en nee, ook islamitische jongeren kunnen homo/lesbische gevoelens hebben en nog steeds moslim zijn. In een havo/vwo-klas kan het zijn dat leerlingen zich ongeïnteresseerd voordoen. Ze hebben dan geleerd dat ze tolerant moeten zijn en willen hun onzekerheid en het ongemak met het pesten,
9
Suggesties het watjesgedrag en de depressie van Ruben en de kus met Mike niet laten zien aan de rest van de klas. In zulke gevallen zullen ze vaak ontkennen dat zij zelf ergens moeite mee hebben en misschien stellen dat dit soort dingen ‘bij ons op school niet voorkomt’. In extreme gevallen zullen zij zeggen dat dit thema ‘hen niet boeit’: structurele onverschilligheid als zelfbescherming. Deze situatie van schijntolerantie kun je doorbreken door het persoonlijk te maken voor de leerlingen. Het gaat erom dat je jezelf kunt inleven in de situatie. Voorbeelden van vragen die je kunt stellen om deze inleving te bevorderen zijn: (stel niet alle vragen, maar genoeg om belangstelling te wekken) • Ruben komt in het begin van de film depri over, ben je zelf wel eens een tijdje depressief geweest? • Heb je zelf wel eens meegemaakt dat anderen op school of elders je vreemd nakijken, dat je jezelf anders of buitengesloten voelde? • Maak je ook wel eens mee dat je ouders niet
10
Suggesties • • • • •
echt zien wat je doormaakt? Het was voor Ruben super spannend om voor het eerst iemand te ontmoeten en iemand te kussen, hoe was dat voor jou? Ruben was echt opgewekt en blij na die eerste kus. Ben jij wel een verliefd geweest, hoe voelde je je toen? Ben je wel eens gepest of zelfs in elkaar geslagen? Hoe voelde je je toen? Kun je je voorstellen dat Ruben zelfmoord overweegt na alles wat hij heeft meegemaakt? Kun je, nu we dit besproken hebben, jezelf meer inleven in de situatie van Ruben? Wat vind je er nu van?
4. Inlevingsoefening ‘Wanneer voelde jij je kwetsbaar?’ (20’) Het doel van dit onderdeel is om het gevoel van empathie uit de film te verbinden met persoonlijke ervaringen en met de situatie op school. Omdat het uitwisselen van persoonlijke ervaringen eng kan zijn in de hele groep, doen we dat in veilige
subgroepjes. Zet de leerlingen in groepjes van vier en geef ze de gelegenheid om als vrienden of goede kennissen bij elkaar te zitten. Vraag ze even stil te zijn en na te denken (misschien met hun ogen dicht) over de volgende twee vragen: 1. Heb jij je op school wel eens kwetsbaar gevoeld, bijvoorbeeld doordat je jezelf alleen voelde, buitengesloten, uitgescholden, gepest, gediscrimineerd, of omdat je een ervaring hebt die je liever niet aan anderen vertelt? (Geef nu een pauze van ongeveer een minuut om daarover na te denken) 2. Wat had de school hieraan kunnen doen? Zou het hebben geholpen als je mentor je kon helpen? Zouden er betere schoolregels moeten zijn? Had iemand aangesproken of gestraft moeten worden? Zouden voorlichtingslessen kunnen helpen? Moet er in lessen meer aandacht komen voor het leren omgaan met elkaar? (Geef weer een pauze
van ongeveer een minuut om daarover na te denken) Laat de groepjes nu 10 minuten met elkaar doorpraten. Zeg duidelijk dat iedereen zelf mag bepalen of ze alles vertellen wat ze gedacht hebben, of dat ze minder of niets vertellen. Laat daarna kort vertellen wat er aan de orde is gekomen, zonder dat de groepjes vertellen wie precies wat heeft gezegd. Zet op het bord in trefwoorden welke kwetsbaarheden genoemd worden en welke ideeën er zijn voor de school. Tip Deze oefening is in een vmbo-klas vaak moeilijk, geef daarom liever in het vmbo de eerdere variatie.
11
Als je de thermometer alleen als werkvorm wilt gebruiken, hoeven leerlingen alleen vragen 1-7 in te vullen. Als je een rapportage van de resultaten wilt, dan moet je ook de andere vragen laten invullen en de kaartjes aan het eind van de oefening innemen. Lees meer over hoe je een rapportage kunt krijgen in het hoofdstuk ‘schoolthermometer’.
12
m m m m m
5. Het stoort mij als een jongen zich gedraagt als een meisje
m m m m m
6. Als een jongen of een meisje op jouw school homoseksueel is, denk je dan dat diegene dat op school eerlijk zou kunnen vertellen?
m
m
m
en ng jo
ja
, o p
Ja
Ne e no , ik oi t v ben er lie et ni ik et
we da t
m
g
nin
me
s
4. Ik zou rustig samen met hem/haar een opdracht maken
m
m
m
8. Ben je wel eens verliefd?
m
9. Ik ben een …
jongen
10. Leeftijd
m mm m mmmm
11. Schooltype
vmbo
12. Mijn geloof:
Christelijk
13. Heb je zelf vragen?
12
13
m
meisje 14
15
havo Moslim
anders 16
17
g
nin
me
m ja , of op me jon isj g es ens
m m m m m
m
je
3. Ik zou in de pauze liever naast iemand anders gaan zitten
m
m
s
m m m m m
7. Zou de school iets moeten doen om het beter te maken voor homo/lesbische en transgender jongeren?
, o p m eis
2. Ik zou laten merken dat hij/zij van mij af moet blijven
g
nin
me
fd
m m m m m
ne e, ni et no
1. Ik zou rustig vriendschap met hem/haar sluiten
ja , t ee n o egen p s i ch eder oo l ja , a te l l g vr en z een ien i de jn/ ha n ar ne e
s c h o o l t h e r m o m e t e r
Voor de jongens: Stel dat er in jouw klas een jongen zit die op jongens valt (homo is). Voor de meisjes: Stel dat er in jouw klas een meisje zit die op meisjes valt (lesbisch is).
di g ja , r pe st egel en s t eg en ja , vo mee or r lic ht in g ja , g be ge oed e ho l mo eidi n jo ng g vo er ja en or , al gay l sc ian /st r ho c ol e op aigh t
5. Invullen schoolthermometer en nabespreken (20’) Deze oefening is bedoeld om de aandacht weer naar homoseksualiteit, sekserolgedrag en pesten te verschuiven. Leg uit dat we nu in kaart gaan brengen hoe de klas inschat hoe veilig de school is voor leerlingen die zich kwetsbaar voelen vanwege hun homoseksuele gevoelens of omdat ze niet aan traditionele rollen voldoen. Dat doen we met een hele korte enquête. Deel de thermometerkaartjes uit en laat ze invullen. Leg uit dat een Gay/Straight Alliance (GSA, vraag 7) een groep van homo- en heterojongeren is die de school beter wil maken voor homojongeren.
mi ss ch ien be et je me e e en ze s ke r n iet
Suggesties
ze ke r w el we l
Suggesties
18
19
mbo
vwo
Anders
Geen geloof
g
nin
me
Projecteer enkele vragen op het whiteboard (of schrijf de nummers op het bord). Laat de leerlingen aangeven, door hun hand op te steken, hoeveel elke vraag scoort voor wel, zeker wel (samen), en misschien, en niet en zeker niet (samen). Tel de handen en schrijf de getallen erbij. Bespreek daarna de resultaten met de klas. Bespreekvragen zijn: • Verbazen de cijfers je of had je het verwacht? • Wat zeggen deze cijfers over de veiligheid van deze school? • Als je zelf homo of lesbisch of transgender zou zijn, hoe zou je dan denken over deze cijfers?
13
Suggesties • Landelijk vindt circa 20 procent van de jongeren dat ze liever geen vriendschap sluit met iemand die homo of lesbisch is en 40 procent is daar onzeker over. Hoe scoort deze klas ten opzichte van het gemiddelde? Hoe zou dat zijn voor homo/lesbo-leerlingen op deze school? • Landelijk zegt circa 45 procent van de jongeren dat ze op school liever niet samen een opdracht maken met een homo/lesbische leerling, en 20 procent twijfelt of ze dat zouden doen. Hoe scoort deze klas ten opzichte van het gemiddelde? Kan een homo/lesbische leerling op die manier goed leren op deze school? • Landelijk stoort circa 32 procent van de jongeren zich eraan als een jongen zich gedraagt als een meisje, of ze zijn hier (23 procent) onzeker over. Hoe scoort deze klas ten opzichte van het gemiddelde? Wat zegt dit over ons? Hoe groot is de noodzaak hier iets aan te doen?
14
Suggesties Over het algemeen is er naast 20 tot 30 procent van de leerlingen die negatief gedrag rapporteert, ook 20 tot 40 procent van leerlingen die onzeker is. Laat de leerlingen dit bij voorkeur zelf ontdekken, of ontlok ze dit eventueel door naar de percentages te vragen. Concludeer nadrukkelijk dat onzekerheid dus een grote rol speelt. Het is voor jongeren prettig te horen dat ze niet alleen zijn in hun onzekerheid, hoewel weinig leerlingen dat toegeven. • Welke ideeën hebben jullie geopperd om hier iets aan te doen? Tel de voorkeuren. Sluit in deze discussie aan bij de voorkeuren van de jongeren. Sluit de oefening af met enkele belangrijke conclusies. Meestal zullen die hierop neer komen: • Een deel van de leerlingen heeft moeite met homoseksualiteit of heeft er moeite mee als jongens en meisjes zich niet traditioneel gedragen.
• Veel leerlingen zijn hier onzeker over. • Een groot deel van de groep vindt wel dat er op school iets aan moet worden gedaan. • Er zijn enkele suggesties gegeven. • Veel leerlingen zullen zeggen dat er meer voorlichting moet komen (andere, en soms meer effectieve maatregelen zoals direct ingrijpen door docenten, kennen ze vaak niet). 6. Brainstormsuggesties tegen pesten met stickers op poster (15’) Dit onderdeel is bedoeld om de vage suggesties voor acties om te zetten in concrete ideeën. Ga door op de conclusies en zeg dat het nu de vraag is wat er precies moet gebeuren in de voorlichting (of: Hoe kunnen we pesten tegengaan? Hoe kunnen we homo/lesbische/transgenderleerlingen steunen? Hoe kunnen we een GSA opzetten?). Geef de klas post-its en laat ze elk minimaal twee ideeën opschrijven voor hoe dit concreet zou moeten worden aangepakt. Door ze twee ideeën te laten opschrijven voorkom je
dat elke leerling blijft steken bij één eigen idee. Het is de bedoeling om het zo concreet mogelijk te maken. Dus niet: ‘meer voorlichting’, maar; ‘meer informatie over homorelaties bij seksuele vorming’ of ‘zorgen dat we minder onzeker worden over omgaan met homo›s’, of, ‘discussie over wat van mannen en vrouwen wordt verwacht bij maatschappijleer’. Noem deze of andere voorbeelden zodat de leerlingen geïnspireerd worden om na te denken over wat ze willen. Neem alle post-its in en bespreek ze kort terwijl je ze op de Hee jij daar-poster plakt of overschrijft. j Hee ji ! ! r daa
m
schoolleiding
Wat is de visie, onze slogan
mmm mmm mmm Hoe we met elkaar omgaan, schoolregels
Buiten de les dingen met de leerlingen doen
Voorlichting in de lessen
docenten
Hoe we met elkaar omgaan, schoolregels
Voorlichting in de lessen
Hoe we met elkaar omgaan, schoolregels
Voorlichting in de lessen
Buiten de les dingen met de leerlingen doen
leerlingen Buiten de les dingen met de leerlingen doen
15
Schoolthermometeronderzoek | Terugkoppeling
Suggesties De poster helpt om de suggesties in te kaderen en meer betekenis te geven. Zo wordt meteen duidelijk welke actie door wie genomen zou moeten worden. Dit schema sluit aan bij het door EduDivers ontwikkelde DOEL model (zie de handreiking voor schoolleiders ‘Een roze draad in veiligheid op school’) en de Checklist Schoolbeleid Seksuele Diversiteit van de Onderwijsalliantie voor Seksuele Diversiteit. 7. Verkiezing van de top 3 van maatregelen tegen pesten (10’) Als het goed is, heb je nu tussen de dertig en zestig suggesties voor verbetering van het schoolbeleid. Dit onderdeel is bedoeld om de les te eindigen met enkele concrete voornemens. Sluit de les af door een korte verkiezing te organiseren. Geef de leerlingen elk zes plakpunten. Vertel dat de suggesties van de leerlingen worden doorgegeven aan de
16
schoolleiding. Laat ze aan de suggestie die ze het beste vinden drie punten geven en aan andere suggesties die ze goed vinden twee punten of één punt. Na deze plakronde zie je direct welke aspecten de voorkeur hebben. Vat dit samen door de top drie van de hoogst scorende suggesties elk te omcirkelen. Vraag dan de leerlingen wat zij zelf zouden kunnen doen. Sluit de les af door alle leerlingen die dat willen, op de Wij pesten niet-poster in te laten vullen wat ze zelf zouden doen bij homopestgedrag. Laat ze daarbij hun handtekening zetten. In plaats van de grote poster kun je ook de miniposters op A5-formaat afdrukken en de leerlingen die laten beschrijven. Later kun je dit dan aan elkaar plakken en ophangen. Aan het eind van de film is een videoclip van de song “Every new day” te zien. Deze song is gemaakt door Neil van der Hulst, die in de film een van de pestkoppen speelt, maar in werkelijkheid in de film wilde acteren om het
homopesten te stoppen. In de clip is te zien hoe de voormalige pestkoppen nu Ruben beschermen tegen een volgende aanval. U kunt de les afsluiten door deze clip te laten zien. Als jongeren de song downloaden, gaat hij omhoog in de hitparades en draagt men op die manier bij aan de zichtbaarheid van deze campagne tegen homopesten.
Schoolthermometeronderzoek
EduDivers een onderzoeksverslag aanleveren. De resultaten worden geanalyseerd op: verschillen tussen jongens en meisjes, religieuze achtergrond van leerlingen, leeftijd en deelnemende klassen. De cijfers worden vergeleken met landelijk onderzoek. Conclusies laten we aan de school zelf over. Een voorbeeld van zo’n verslag vind je op www.edudivers.nl/mijn-id/ thermometeronderzoek.
Misschien vind je het prettig om meer zicht te krijgen op de veiligheid op jouw school in de vorm van onderzoeksresultaten van de thermometerkaartjes. De vragen op de voorkant van het kaartje zijn geselecteerd omdat ze volgens gerenommeerde onderzoekers een betrouwbaar beeld geven van de vriendelijkheid van een school ten aanzien van homoseksualiteit en transgenders. Vier van de zes vragen worden bijvoorbeeld ook gesteld in de jeugdmonitor van de GGD. Als je de kaartjes laat invullen en de gegevens verzamelt, dan kan
Je kunt dit op twee manieren doen. 1. Je kunt de resultaten (zelf of door leerlingen laten) invoeren via www.edudivers.nl/mijnid/thermometeronderzoek onderzoek. Mail daarna
[email protected] met het verzoek om een rapportage. Vermeld daarin de naam van uw school en de datum of data waarop de resultaten zijn ingevoerd. Je krijgt per mail een volledig rapport van EduDivers in de vorm van een Excel bestand. Je krijgt een factuur van € 75 voor de verwerking. 2. Als je de gegevens niet zelf wilt invoeren via
17
Colofon
Terugkoppeling in de school internet, kun je de kaartjes opsturen naar EduDivers (Nieuwezijds Voorburgwal 21-3, 1012 RC Amsterdam) en de gegevens door ons laten invoeren en verwerken. Vermeldt daarbij je emailadres. Naast de factuur voor het rapport van € 75 krijg je dan een extra rekening voor het invoeren: dit kost € 125 per 100 leerlingen.
Terugkoppeling in de school Deze les levert niet alleen een waardevolle discussie in de klas op, maar ook een verkenning van de schoolveiligheid en suggesties voor verbetering van het schoolbeleid. Je kunt alle posters (of foto’s van de posters en stickers) verzamelen en bespreken met het docententeam. Als er een Gay/Straight Alliance op school is, kan de GSA de resultaten bespreken met de schoolleiding of in de leerlingen- en medezeggenschapsraad en proberen te komen tot een plan om zoveel mogelijk suggesties uit te
18
voeren. Om de suggesties goed uit te voeren, heb je steun nodig van de schoolleiding. Maar niemand vindt het leuk om ongevraagd ideeën opgedrongen te krijgen. Dus als je deze les wilt gebruiken om samen met de schoolleiding ook na de les nog verdere actie te ondernemen, betrek dan de schoolleiding al bij het idee voor je aan de lessen begint. Zo kan de schoolleiding enthousiast worden en meedenken over hoe je dit het best organiseert. Tip Als er hulp of advies nodig is voor hoe je de suggesties kunt invoeren, kan je altijd EduDivers inschakelen om de school te begeleiden via een adviesgesprek, de begeleiding van een teamdiscussie, een docententraining of een uitgebreider leerlingenparticipatie/lesprogramma (Voice OUT; http://www.edudivers.nl/producten/ voorlichting/voiceout).
Colofon Peter Dankmeijer (2012). De Ruben les. Docentenhandleiding voor een voorlichtingsles tegen homopesten Amsterdam: EduDivers, september 2012 Vormgeving: Inge Baeten, State of Mind Studios Initiatiefnemer van het lespakket, fundraiser & producent van de film Ruben: Hans van der Hulst Samen met de bedenker, schrijver en regisseur van de film Ruben: Thijs Verhoeven Deze publicatie is mogelijk door bijdragen van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, de Onderwijsalliantie voor Seksuele Diversiteit, het Blauwe Fonds, het Anti Discriminatie Bureau Zeeland en de gemeenten Vlissingen, Goes en Middelburg.
19