Inhoudsopgave
Les over de film ‘Ruben’ Handleiding voor een voorlichtingsles tegen homopesten door vrijwilligers Film in het kort Hoe kan je deze les inzetten? Vooroordelen: gebrek aan kennis Een negatieve houding Voorbereiding van de les Het lesprogramma in het kort Suggesties voor de uitvoering 1. Start van de les & afspraken maken (10’) 2. Tonen van de film ‘Ruben’ (10’) 3. Bespreking van de film (20’) 4. Invullen schoolthermometer en nabespreken (20’) 5. Brainstormsuggesties tegen pesten met stickers op poster (15’) 6. Verkiezing van de top 3 van maatregelen tegen pesten (15’)
2 2 3 4 7 9 9
Schoolthermometeronderzoek Terugkoppeling in de school Colofon
21 21 22
Kort stappenplan
12
9 10 10 15 18 20
1
Film in het kort | Hoe kun je deze les inzetten?
Film in het kort De film ‘Ruben’ gaat over homoseksualiteit en pesten. De film duurt 10 minuten. Je ziet de 15-jarige Ruben die gepest wordt omdat hij homo is. Ruben komt over als een ‘typische homo’: hij heeft een zachte stem en beweegt zich vrouwelijk. In de film zie je dat hij voor het eerst verliefd wordt en voor het eerst een kus geeft aan Mike, een Nederlands-Marokkaanse jongen. Voor Mike is dit te eng en hij maakt het na een paar uur uit. Maar de eerste kus is gefotografeerd en op school verspreid. Dit is aanleiding voor jongens uit zijn klas om Ruben in elkaar te slaan. Aan het eind van de film pleegt Ruben bijna zelfmoord. Gelukkig ondersteunen zijn ouders en zijn zusje hem.
Hoe kun je deze les inzetten? Deze handleiding is geschreven voor vrijwillige voorlichters van LHBT belangenorganisaties en GSA (Gay/Straight Alliance) leerlingen. Er is
2
ook een versie voor docenten. Als je deze les als vrijwilliger wilt geven, check dan met je school of docenten deze les ook al geven, anders krijgen leerlingen ongeveer dezelfde les twee keer, en dat is irritant. Met deze film kun je een voorlichtingsles van 45 of 90 minuten geven over homoseksualiteit en over pesten. De les kan zowel op vmbo als op havo/ vwo worden gebruikt. Uit onderzoek blijkt dat de meest effectieve manier om homopesten te voorkomen is om aan het begin van het schooljaar onder docenten en met leerlingen duidelijke afspraken te maken over omgangsvormen, pesten en schelden. Daarom is het ideaal als je deze les in de eerste twee maanden van het schooljaar kunt geven. Maar je kunt de les ook inzetten na een paar andere lessen over respect (maatschappijleer) of over relaties en seksualiteit (bijvoorbeeld in het kader van het lessenpakket ‘Lang Leve de Liefde’ of
Hoe kun je deze les inzetten? in de Week van de Liefde rond Valentijnsdag). De les werkt het best als je hem combineert met zulke andere lessen. Bij het geven van deze les is het essentieel om een duidelijk doel voor ogen te hebben. Vage doelen als ´zichtbaarheid´, of ´bespreekbaarheid´ zijn te wazig om je les echt vorm te geven. Wat wil je dan zichtbaar maken, is elke bespreekbaarheid goed, ook als het negatief is? We hebben deze les ontwikkeld op basis van een wetenschappelijke methode en hij werkt goed als je hem gebruikt voor het specifieke doel dat we stellen. Deze les richt zich op gedrag. Ons hoofddoel is dat de leerlingen zich voornemen om jongeren niet meer te pesten omdat ze homo, lesbisch, biseksueel of transgender zijn of zo overkomen. Aan het eind van de les kunnen ze een poster met anti-ideeën tekenen. Aan de originaliteit van de suggesties en het aantal handtekeningen kun
je zien of de les dit effect heeft gehad. Je kunt de poster (of een foto ervan) ophangen om te laten zien dat een groot deel van de leerlingen hierachter staat.
Vooroordelen: gebrek aan kennis Leerlingen veranderen hun gedrag niet zomaar. Veel leerlingen hebben een gebrek aan kennis, ze hebben een afwijzende houding en ze weten niet hoe ze zich moeten gedragen naar homoseksuelen (en lesbiennes en biseksuelen) of transgenders. De les moet deze blokkades van leerlingen gericht aanpakken. Zo denken sommige jongeren dat het zondig is om homo te zijn, dat mannelijk- of vrouwelijk-zijn aangeboren is en dat sekse-afwijkend gedrag onnatuurlijk of provocerend is. Veel leerlingen vinden vrouwen minder waard dan mannen en vrouwelijk gedrag minderwaardig, vooral bij mannen.
3
Hoe kun je deze les inzetten? Deze kennis kun je in deze les aanscherpen: • Homo/lesbische gevoelens zijn gewone gevoelens en iedereen kan ze hebben. Het is je eigen keuze of je daarover aan anderen vertelt. Gebruik liever niet het woord normaal. Dan kan het overkomen alsof alle homo’s moeten overkomen zoals hetero’s willen - heteronormatief- dus zo ‘hetero’ mogelijk. Jongens die overkomen als mietjes of watjes en meiden die hun eigen keuzes maken en er niet zo ‘vrouwelijk’ uitzien als leeftijdgenoten ziet men dan als abnormaal. Zeggen dat homo’s ook normaal zijn kan er dus toe leiden dat jongens en meisjes met een beetje afwijkend uiterlijk of gedrag toch gediscrimineerd worden. En dat wil je juist voorkomen. • Veel jongeren vinden een jongen die zich niet als een echte man gedraagt een mietje of een watje. Ze vinden dat ze dan op een vrouw lijken. Omdat ze vrouwelijk gedrag ‘minder’ goed vinden dan mannelijk gedrag
4
Hoe kun je deze les inzetten? zijn jongens die zich niet mannelijk genoeg gedragen minder of ‘nep’. Van meiden die zich niet meisjesachtig genoeg gedragen, wordt gezegd dat ze ‘zich boven hun stand gedragen’. Meisjes horen niet stoer of sterk te zijn. • We worden als jongen, als meisje maar ook soms onduidelijk (interseksueel) geboren. Soms is je lichaam het één en voel je je het ander. Sommige mensen veranderen daarom van geslacht (transseksuelen).
Een negatieve houding In de les kun je deze informatie geven maar let op: leerlingen zullen die niet klakkeloos van je aannemen. Dat heeft te maken met een negatieve houding. Als je een negatieve houding hebt, wil je niet luisteren naar informatie die niet in jouw straatje past. Dus moet je als voorlichter zorgen dat hun houding een beetje meer open wordt.
Waar komt deze negatieve houding vandaan? • Jongeren leren nog hoe zij zich het best kunnen gedragen. Het komt misschien niet altijd zo over, maar de meeste jongeren voelen zich onzeker en kijken daarom veel rond naar hoe anderen – vooral populaire types - zich gedragen. Sommigen zetten zich vanwege hun onzekerheid af tegen mensen die afwijken van vaste patronen. Jongeren (maar ook volwassenen) verbergen vaak hun onzekerheid door overdreven mannelijk of vrouwelijk te doen, of door extreme politieke of religieuze uitingen. Vooral voor jongens is het taboe om onzekerheid te laten zien. • Ten tweede kijken mensen, en vooral jongeren, naar hun omgeving voordat ze hun mening bepalen. Mensen hebben liever een mening die niet afwijkt. Jongeren zullen hun privémening lang niet altijd openlijk vertellen in een klas. Daardoor krijgen schreeuwerige types de ruimte om populair te worden. Dat doen ze vaak door anderen te plagen,
kleineren en te pesten. Dus: wil je de houding van leerlingen veranderen? Hou er dan rekening mee dat sommigen hun angst en onzekerheid verbergen door overdreven stoer of populair te doen en anderen voor paal te zetten. Je kunt zulke angst en dat zogenaamd populaire gedrag aanpakken door: • aan het begin van de les afspraken te maken over hoe je met elkaar praat • elkaar aan die afspraken te houden • jongeren met een negatieve mening even uit laten praten zonder reactie te geven, hun niet in hun mening te bevestigen en vervolgens iemand anders het woord te geven • af en toe te zeggen dat iedereen behoefte heeft aan zekerheid en patronen maar dat we moeten oppassen dat we gedwongen worden om alleen maar volgens vaste patronen en gewoonten te leven; iedereen heeft recht op
5
Hoe kun je deze les inzetten eigen keuzes • een voorbeeld te geven van dat je zelf ook wel eens onzeker bent over of je wel aan de verwachtingen van anderen voldoet; op die manier ben je een rolmodel die laat zien dat onzekerheid gewoon is en geen reden voor agressie of weglopen • zeg dat dat niemand slecht behandeld wil worden omdat je afwijkt van een gangbaar patroon Je kunt de groepsnorm minder sterk maken door: • een deel van de les in kleinere groepjes te werken (dan durven ook verlegen mensen wat te zeggen) • te zorgen dat zoveel mogelijk mensen aan het woord komen en dat mensen met andere meningen die rustig kunnen vertellen; zeg bijvoorbeeld als iemand een minderheidsmening heeft: “goed dat je dat durft te zeggen” • te laten merken dat niet iedereen in de klas het
6
Hoe kun je deze les inzetten | Voorbereiding van de les
•
•
•
•
•
eens is met de meest luidruchtige leerlingen (maar zet die leerlingen niet voor paal, wraak werkt niet) te vertellen dat democratie betekent dat je gezamenlijk doet wat de meerderheid wil, maar dat je respecteert dat minderheden dingen op hun eigen manier doen uit te leggen dat deze regel nooit kan betekenen dat mensen niet meer zichzelf kunnen zijn in het openbaar, integendeel, dat tolerantie nodig is voor de vrijheid van iedereen. niet uit jezelf je eigen mening te geven, alleen als men daarom vraagt of als je eigen ervaring een goed voorbeeld is van iets; en benadruk dan dat jouw mening of ervaring één van de mogelijke meningen/ervaringen is zeg dat iedereen zijn eigen mening moet ontwikkelen en dat die ook kan veranderen (geef zo nodig een voorbeeld uit eigen ervaring) als je jouw eigen mening voorop zet, kan je al
snel ruzie krijgen met mensen met een andere mening en wordt je les een gevecht in plaats van een voorlichting Als je de leerlingen zover krijgt dat ze met respect voor elkaar discussiëren, staan ze meer open voor andere meningen en accepteren ze ook de informatie beter. Uiteindelijk zullen ze zich voornemen om homo’s, lesbo’s, biseksuelen, transgenders en jongens en meisjes die niet 100% mannelijk of vrouwelijk overkomen, wat meer ruimte te geven en ze zeker niet uit te schelden of te pesten. Het is heel mooi als je de leerlingen zo’n voornemen kunt laten maken. Om te zorgen dat leerlingen hun voornemens echt blijven uitvoeren, kun je de docenten en directie vragen om met elkaar goede afspraken maken en in de gaten houden of iedereen zich daaraan houdt. Het werkt het beste als leerlingen ook inspraak hebben in zulke afspraken. In deze les over de film Ruben zijn al deze aspecten verwerkt.
Voorbereiding van de les De vertooncode (voor een klein bedrag) voor de film Ruben en het lesmateriaal (voor voorlichters gratis) zijn te downloaden via http://www. edudivers.nl/lesgeven/voortgezet_onderwijs/ rubenles. Je kunt daar kiezen voor een digitale versie (die je zelf afdrukt of projecteert) of een papieren versie. Het lesmateriaal bestaat uit een setje met daarin: 1. Deze handleiding. 2. Schoolthermometerkaartjes; print hiervan exemplaren voor elke leerling. 3. Mijn Idee-poster; print hiervan een exemplaar per klas, of projecteer het geheel op het whiteboard en maak na de oefening een foto. 4. Wij pesten niet-poster; print hiervan een exemplaar per klas, of projecteer het geheel op het whiteboard en maak na de oefening een foto. Lees deze handleiding goed door en maak – als
7
Voorbereiding van de les dat jouw helpt – een briefje met aantekeningen over wat je gaat doen in de les. Bekijk de film van te voren, bedenk wat je er zelf van vindt, en bedenk welke ervaringen jij in je leven hebt gehad met pesten, schelden en discriminatie. Liefst op de school waar je de voorlichting geeft. Hoe meer persoonlijk en hoe dichterbij, hoe beter. Als je zelf niet wilt vertellen over je ervaringen, bedenk dan van te voren hoe je met persoonlijk vragen daarover zult omgaan. Besef dat als je leerlingen vraagt een open gesprek te hebben, dat zij dat ook van jouw verwachten. Neem post-its en vellen met 6 plakpuntjes per leerling mee. Neem een digitale camera mee om aan het eind van de les foto’s van de posters te maken. Zorg voor de les dat de beamer klaar staat, het geluid en internet werkt en dat je de film zonder
8
Lesprogramma in het kort | Suggesties voor de uitvoering tijdverlies meteen kunt starten.
Lesprogramma in het kort
Suggesties voor de uitvoering
Over de kaartjes: Misschien vind je het prettig harde cijfers te hebben over de homovriendelijkheid op je school. In deze les kan je schoolthermometerkaartjes laten invullen. Als je de cijfers al van te voren wilt hebben en erover in de les wilt vertellen, moet je de kaartjes al een week of drie voor je les laten invullen door de klas. Je kunt de resultaten dan van EduDivers krijgen. Lees verderop meer hierover bij ‘schoolthermometeronderzoek’.
1. Start van de les & afspraken maken (10 minuten) 2. Tonen van de film ‘Ruben’ (10 minuten) 3. Bespreking van de film (20 minuten) 4. Invullen schoolthermometer en nabespreken (20 minuten) 5. Brainstormsuggesties tegen pesten met stickers op poster (15 minuten) 6. Verkiezing van de top 3 van maatregelen tegen pesten (15 minuten)
1. Start van de les & afspraken maken (10’)
Tip Als je jezelf onzeker voelt over het uitvoeren van deze les op je school, kan je EduDivers vragen hierover een training te geven. Bij de intake bespreken we dan of de training specifiek over de les zal gaan, of ook breder over het bespreken van seksuele diversiteit, relationele vorming of het verbeteren van het schoolklimaat in bredere zin.
Dit is het programma voor 90 minuten. Als je maar 45 minuten hebt, moet je onderdelen 4 en 6 laten vervallen.
De start van de les moet kort en krachtig zijn. Vertel dat deze les gaat over pesten en dat we het voorbeeld van homopesten gebruiken. Zeg tegen de leerlingen dat sommige leerlingen het misschien lastig vinden om te praten over pesten of over homoseksualiteit, en dat je daarom afspraken wilt maken. Stel de vraag: ‘Welke afspraken willen jullie maken zodat we hierover met respect met elkaar kunnen praten?’ Zet de afspraken op het bord. Als leerlingen niet uit zichzelf komen met regels, suggereer dan een of enkele van de volgende regels door ze te formuleren als vraag: • We laten elkaar uitpraten (Vraag: ‘vind je bijvoorbeeld dat je een ander in de rede mag vallen?’).
9
Suggesties voor de uitvoering • • • •
We hebben respect voor elkaars mening. We lachen elkaar niet uit. We beschuldigen elkaar niet. Je mag je eigen mening geven (met respect voor anderen). • Je mag een ander uitleg vragen. • Je hoeft niets te zeggen als je dat niet wilt. • Als iemand een persoonlijk verhaal vertelt, vertellen we dat niet door. Je hoeft niet al deze afspraken te maken. Het gaat erom dat de leerlingen zelf een paar regels afspreken zodat de les met respect begint. Als een leerling zich er niet aan houdt, stop dan de discussie en verwijs naar de afspraken.
2. Tonen van de film ‘Ruben’ (10’) Vertel eerst dat de film gaat over Ruben. De film duurt 10 minuten. De film is geen documentaire maar geacteerd. Maar het verhaal is echt gebeurd dit jaar (2012). Laat vervolgens de film zien.
10
Suggesties voor de uitvoering 3. Bespreking van de film (20’) Het doel van de film is om de leerlingen zich te laten inleven in de positie van Ruben: Ruben heeft dit gepest niet verdiend. Vraag de leerlingen eerst wat ze ervan vonden en wat hen het meest heeft getroffen. Vraag daarbij vooral naar de emotionele impact van de film: wat heeft de leerlingen geraakt, wat heeft ze aan het denken gezet? Het gaat erom dat het in de klas duidelijk wordt hoe leerlingen zich hebben ingeleefd en hoe ze hebben meegeleefd met Ruben. In een onrustige vmbo-groep kan dit soms te moeilijk zijn. Leerlingen vinden Ruben misschien een watje, die het pesten heeft verdiend. Ze willen zich niet inleven. Misschien denken anderen dan wel dat zij zelf een watje zijn. Of dat zij homo’s steunen, wat sommige leerlingen ook een schande vinden. Heb je zo’n groep? Verdeel dan de klas in kleine groepjes van elk drie leerlingen. Geef ze deze opdracht:
“Beantwoord in je groepje drie vragen: (1) wat vind je van de film, (2) heeft Ruben het verdiend dat ze hem pesten?, (3) ben je zelf wel eens gepest en hoe voelde je jezelf toen?” Vooral in het vmbo zullen er leerlingen zijn met negatieve reacties, zoals: ‘Ruben is een watje, hij gedraagt zich verwijfd’ en ‘Hij heeft de reacties van de andere jongens uitgelokt’. Geef deze reacties kort de ruimte, iedereen mag zijn mening zeggen. Bevestig ‘dit is dus jouw mening’ en zeg eventueel dat je het ‘een harde’ mening vindt, ‘want zoals we zagen pleegde Ruben bijna zelfmoord na het pesten door zijn klasgenoten’. Ga er verder niet op in. Vraag wat andere leerlingen vinden en zorg dat er verschillende meningen genoemd worden. Val de afwijzende leerlingen niet aan en zet ze niet voor paal, maar geef voor serieuze reacties steeds een compliment. In het vmbo met multiculturele klassen zeggen
islamitische leerlingen misschien dat Mike een Marokkaans uiterlijk heeft, of dat moslims niet homo kunnen zijn. Je kunt antwoorden dat het hier gaat om een acteur (alle spelers zijn beginnende acteurs die echt 15 jaar zijn) met een NederlandsMarokkaanse achtergrond. En ja, de kus was echt en nee, ook islamitische jongeren kunnen homo/lesbische gevoelens hebben en nog steeds moslim zijn. In een havo/vwo-klas kan het zijn dat leerlingen doen alsof ze ongeïnteresseerd zijn: ‘het boeit me niet’. Zulke jongeren hebben geleerd dat ze tolerant horen te zijn. Ze willen hun onzekerheid over het pesten, het watjesgedrag, de depressie van Ruben en de kus met Mike niet laten zien aan de rest van de klas. Misschien zeggen ze dat zij zelf nergens moeite mee hebben of dat dit soort dingen ‘bij ons op school niet voorkomt’. Deze houding noemen we schijntolerantie. Je kunt dit doorbreken door het persoonlijk te maken voor de leerlingen. Het gaat erom dat je jezelf kunt inleven
11
Kort stappenplan 1. Start van de les & afspraken maken (10’) • Deze les gaat over pesten en dat we het voorbeeld van homopesten gebruiken. • Afspraken maken over hoe we het bespreken (bijvoorbeeld uitpraten, respect voor elkaars mening, niet uitlachen, niet beschuldigen, je mag uitleg vragen)
2. Tonen van de film ‘Ruben’ (10’) • Film duurt 10 minuten. • De film is documentaire maar is wel echt gebeurd.
3. Bespreking van de film (20’) • Wat vind je van de film? • Heeft Ruben het verdiend dat ze hem pesten? • Ben je zelf wel eens gepest en hoe voelde je jezelf toen?
4. Invullen schoolthermometer en nabespreken (20’) • Leg uit: we gaan korte enquête invullen over homoseksualiteit. • Deel de thermometerkaartjes uit en laat ze invullen. • Projecteer enkele vragen op het whiteboard. Vraag steeds: • Wie heeft wel of zeker wel ingevuld? • Wie heeft misschien, niet en zeker niet ingevuld? • Verbazen de cijfers je of had je het verwacht? • Wat zeggen deze cijfers over de veiligheid van deze school? • Als je zelf homo of lesbisch of transgender zou zijn, hoe zou je dan denken over deze cijfers? • Welke ideeën hebben jullie geopperd om hier iets aan te doen? Waarom? • Conclusies: deel leerlingen heeft moeite
met homoseksualiteit, veel onzeker, er moet op school iets aan moet worden gedaan
5. Brainstormsuggesties tegen pesten met stickers op poster (15’) • Wat moet er nu precies gebeuren? Laat poster zien: 3 soorten maatregelen. • Iedereen schrijft minimaal twee concrete ideeën op post-its. • Bespreek ze kort terwijl je ze op de Hee jij daar-poster plakt of overschrijft.
6. Verkiezing van de top 3 van maatregelen tegen pesten (15’) • Geef de leerlingen elk zes plakpunten. • Laat ze de suggestie die ze het beste vinden drie punten geven en aan andere suggesties die ze goed vinden twee punten of één punt. • Tel met de klas voorstellen de hoogste score hebben. Omcirkel de top drie. • Vraag de leerlingen wat zij zelf zouden kunnen doen.
• Sluit de les af door leerlingen op de Wij pesten niet-poster in te laten vullen wat ze zelf zouden doen bij homopestgedrag. Laat ze daarbij hun handtekening zetten.
14
Voor de jongens: Stel dat er in jouw klas een jongen zit die op jongens valt (homo is). Voor de meisjes: Stel dat er in jouw klas een meisje zit die op meisjes valt (lesbisch is).
m m m m m
2. Ik zou laten merken dat hij/zij van mij af moet blijven
m m m m m
3. Ik zou in de pauze liever naast iemand anders gaan zitten
m m m m m
4. Ik zou rustig samen met hem/haar een opdracht maken
m m m m m
5. Het stoort mij als een jongen zich gedraagt als een meisje
m m m m m
6. Als een jongen of een meisje op jouw school homoseksueel is, denk je dan dat diegene dat op school eerlijk zou kunnen vertellen?
m
m
m
g
nin
me
we
et
ik
ni
et
1. Ik zou rustig vriendschap met hem/haar sluiten
da t
Laat daarna kort vertellen wat er aan de orde is gekomen, zonder dat de groepjes vertellen wie precies wat heeft gezegd. Zet op het bord in trefwoorden welke kwetsbaarheden genoemd worden en welke ideeën er zijn voor de school. In deze fase van de oefening mag je, als dat natuurlijk overkomt of als je vragen krijgt, ook vertellen over je eigen ervaringen.
In de vorige oefening vroegen we naar de eigen beleving van pesten door leerlingen. Daardoor is de aandacht misschien even weg van seksuele diversiteit. De thermometer-oefening is bedoeld om de aandacht terug te brengen naar homoseksualiteit, sekserolgedrag en pesten. Leg uit dat we nu een korte enquête gaan invullen over homoseksualiteit. Deel de thermometerkaartjes uit en laat ze invullen. Leg uit dat een Gay/Straight Alliance (GSA, vraag 7) een groep van homo- en heterojongeren is die de school beter wil maken voor homojongeren. Als je de kaartjes al eerder hebt laten invullen, kun je de resultaten meteen bespreken.
ze ke r w el we l
Als je met kleine groepjes werkt, laat ze dan 10 minuten met elkaar doorpraten. Zeg duidelijk dat iedereen zelf mag bepalen of ze alles vertellen wat ze gedacht hebben, of dat ze minder of niets vertellen.
4. Invullen schoolthermometer en nabespreken (20’)
ja , t ee n o egen p s i ch eder oo l ja , a te ll g vr en z een ien i de jn/ ha n ar ne e
• Kun je, nu we dit besproken hebben, jezelf meer inleven in de situatie van Ruben? Wat vind je er nu van?
s c h o o l t h e r m o m e t e r
in de situatie. Voorbeelden van vragen die je kunt stellen om deze inleving te bevorderen zijn: (stel niet alle vragen, maar genoeg om belangstelling te wekken) • Ruben komt in het begin van de film depri over, ben je zelf wel eens een tijdje depressief geweest? • Heb je zelf wel eens meegemaakt dat anderen op school of elders je vreemd nakijken, dat je jezelf anders of buitengesloten voelde? • Maak je ook wel eens mee dat je ouders niet echt zien wat je doormaakt? • Het was voor Ruben super spannend om voor het eerst iemand te ontmoeten en iemand te kussen, hoe was dat voor jou? • Ruben was echt opgewekt en blij na die eerste kus. Ben jij wel een verliefd geweest, hoe voelde je je toen? • Ben je wel eens gepest of zelfs in elkaar geslagen? Hoe voelde je je toen? • Kun je je voorstellen dat Ruben zelfmoord overweegt na alles wat hij heeft meegemaakt?
Suggesties voor de uitvoering
mi ss ch ien be et je me e e en ze s ke r n iet
Suggesties voor de uitvoering
g
nin
me
m
15
ne
e,
ni et no di g ja , r pe e g st en els te ge n ja , vo mee or r lic ht in g ja , g be ge oed e ho l mo eidi n jo ng g vo er ja en or , al gay l sc ian /st ra ho ce ig ol op ht
Suggesties voor de uitvoering
es isj
en
me
ng
, o p ja
, o p j o
Ja
Ne e no , ik oi t v ben er lie
m
m
m
8. Ben je wel eens verliefd?
m
9. Ik ben een …
jongen
10. Leeftijd
m mm m mmmm
11. Schooltype
vmbo
12. Mijn geloof:
Christelijk
13. Heb je zelf vragen?
12
13
m
meisje 14
15
havo Moslim
anders 16
17
g
nin
me
m ja , of op me jon isj g es ens
m s
m
m
fd
7. Zou de school iets moeten doen om het beter te maken voor homo/lesbische en transgender jongeren?
18
19
mbo
vwo
Anders
Geen geloof
g
nin
me
Suggesties voor de uitvoering Als je de thermometer alleen als werkvorm wilt gebruiken, hoeven leerlingen alleen vragen 1-7 in te vullen. Als je een rapportage van de resultaten wilt, dan moet je ook de andere vragen laten invullen en de kaartjes aan het eind van de oefening innemen. Lees meer over hoe je een rapportage kunt krijgen in het hoofdstuk ‘schoolthermometer’. Projecteer enkele vragen op het whiteboard (of schrijf de nummers op het bord). Vraag bij elke vraag: Wie heeft wel of zeker wel ingevuld? Wie heeft misschien, niet en zeker niet ingevuld? Op deze manier krijg je twee scores voor elke vraag: de positieve antwoorden en de onzekere en negatieve antwoorden. Dat is overzichtelijker dan 5 scores. Bespreek daarna de resultaten met de klas. Bespreekvragen zijn: • Verbazen de cijfers je of had je het verwacht?
16
• Wat zeggen deze cijfers over de veiligheid van deze school? • Als je zelf homo of lesbisch of transgender zou zijn, hoe zou je dan denken over deze cijfers? • Landelijk vindt circa 20 procent van de jongeren dat ze liever geen vriendschap sluit met iemand die homo of lesbisch is en 40 procent is daar onzeker over. Hoe scoort deze klas ten opzichte van het gemiddelde? Hoe zou dat zijn voor homo/lesbo-leerlingen op deze school? • Landelijk zegt circa 45 procent van de jongeren dat ze op school liever niet samen een opdracht maken met een homo/lesbische leerling, en 20 procent twijfelt of ze dat zouden doen. Hoe scoort deze klas ten opzichte van het gemiddelde? Kan een homo/ lesbische leerling op die manier goed leren op deze school? • Landelijk stoort circa 32 procent van de jongeren zich eraan als een jongen zich gedraagt als een meisje, of ze zijn hier (23
procent) onzeker over. Hoe scoort deze klas ten opzichte van het gemiddelde? Wat zegt dit over ons? Hoe groot is de noodzaak hier iets aan te doen? Landelijk is er gemiddeld naast 20 tot 30 procent van de leerlingen die negatief gedrag zeggen te hebben, ook 20 tot 40 procent van leerlingen die onzeker is. Laat de leerlingen dit liefst zelf ontdekken, of lok dat een beetje uit door naar de percentages onzekerheid te vragen. Concludeer duidelijk dat onzekerheid dus bij veel mensen een rol speelt. Je kunt hierbij ook een eigen voorbeeld geven. Het is voor jongeren prettig te horen dat ze niet alleen zijn in hun onzekerheid, hoewel weinig leerlingen dat naar elkaar toegeven. Door percentages te tellen, hoef je niet naar specifieke onzekere leerlingen te wijzen. Al je dat wel probeert, krijg je waarschijnlijk ruzie en dan loopt je voorlichting in de soep.
17
Suggesties voor de uitvoering Je laatste vraag is: • Welke ideeën hebben jullie geopperd om hier iets aan te doen? Tel de voorkeuren en praat kort met de groep over waarom ze deze keuzes maken. Je hebt vast zelf ook ideeën over wat de beste manieren zijn, maar laat die nu even. Sluit in deze discussie aan bij de voorkeuren van de jongeren. Jij kunt ze niet dwingen iets te vinden, ze moeten zichzelf overtuigen. Sluit de oefening af met enkele belangrijke conclusies. Meestal zullen die hierop neer komen: • Een deel van de leerlingen heeft moeite met homoseksualiteit of heeft er moeite mee als jongens en meisjes zich niet traditioneel gedragen. • Veel leerlingen zijn hier onzeker over. • Een groot deel van de groep vindt wel dat er op school iets aan moet worden gedaan. • Er zijn enkele suggesties gegeven. • Veel leerlingen zullen zeggen dat er meer
18
Suggesties voor de uitvoering voorlichting moet komen (andere, en soms meer effectieve maatregelen zoals direct ingrijpen door docenten, kennen ze vaak niet).
5. Brainstormsuggesties tegen pesten met stickers op poster (15’) Dit onderdeel is bedoeld om de vage suggesties voor acties om te zetten in wat meer concrete ideeën. Zeg dat het nu de vraag is wat er precies moet gebeuren in de voorlichting (of: Hoe kunnen we pesten tegengaan? Hoe kunnen we homo/ lesbische/transgender-leerlingen steunen? Hoe kunnen we een GSA opzetten?). Geef de klas post-its en laat ze elk minimaal twee ideeën opschrijven voor hoe dit concreet zou moeten worden aangepakt. Door ze twee ideeën te laten opschrijven voorkom je dat elke leerling blijft steken bij één eigen idee. Het is de bedoeling om het zo concreet mogelijk te maken. Dus niet: ‘meer voorlichting’, maar; ‘meer informatie over homorelaties bij seksuele vorming’ of ‘zorgen dat
we minder onzeker worden over omgaan met homo’s’, of, ‘discussie over wat van mannen en vrouwen wordt verwacht bij maatschappijleer’. Noem deze of andere voorbeelden zodat de leerlingen geïnspireerd worden om na te denken over wat ze willen. Als leerlingen het moeilijk vinden, kun je vragen: • Wat wil je dat gebeurt? • Wie doet het? • Wanneer? • Wat doet of zegt die persoon precies? • Wat hoop je dat het effect is? Neem alle post-its in en bespreek ze kort terwijl je ze op de Hee jij daar-poster plakt of overschrijft.
j Hee ji ! ! r a da
m
schoolleiding
Wat is de visie, onze slogan
mmm mmm mmm Hoe we met elkaar omgaan, schoolregels
Buiten de les dingen met de leerlingen doen
Voorlichting in de lessen
docenten
Hoe we met elkaar omgaan, schoolregels
Voorlichting in de lessen
Hoe we met elkaar omgaan, schoolregels
Voorlichting in de lessen
Buiten de les dingen met de leerlingen doen
leerlingen Buiten de les dingen met de leerlingen doen
De poster helpt om de suggesties te ordenen. Als leerlingen maar één type idee hebben, zoals ‘voorlichting’, wordt gelijk duidelijk dat ze een beetje eenzijdig bezig zijn. We hebben de poster gemaakt omdat we weten dat als je maar één van de genoemde dingen doet, de school er niet echt beter van wordt. Er moeten meerdere dingen tegelijk gedaan worden; zowel voorlichting, als dingen in de omgeving, als dingen in de begeleiding van leerlingen om een school echt homo- en vrouwvriendelijker te maken. De poster
19
Suggesties voor de uitvoering sluit aan bij de Checklist Schoolbeleid Seksuele Diversiteit van de Onderwijsalliantie voor Seksuele Diversiteit, waarmee je de kwaliteit van het schoolbeleid kunt scoren.
6. Verkiezing van de top 3 van maatregelen tegen pesten (15’) Als het goed is, heb je nu een flinke serie suggesties voor verbetering van het schoolbeleid. Dit onderdeel is bedoeld om de les te eindigen met enkele concrete voornemens. Het laatste onderdeel van de les is het organiseren van een verkiezing. Geef de leerlingen elk zes plakpunten. Vertel dat de suggesties van de leerlingen worden doorgegeven aan de schoolleiding. Laat ze aan de suggestie die ze het beste vinden drie punten geven en aan andere suggesties die ze goed vinden twee punten of één punt. Na deze plakronde zie je direct welke aspecten de
20
Schoolthermometeronderzoek | Terugkoppeling in de school voorkeur hebben. Vat dit samen door de top drie van de hoogst scorende suggesties elk te omcirkelen. Vraag dan de leerlingen wat zij zelf zouden kunnen doen. Sluit de les af door alle leerlingen die dat willen, op de Wij pesten niet-poster in te laten vullen wat ze zelf zouden doen bij homopestgedrag. Laat ze daarbij hun handtekening zetten. In plaats van de grote poster kun je ook de miniposters op A5-formaat afdrukken en de leerlingen die laten beschrijven. Later kun je dit dan aan elkaar plakken en ophangen. Het is leuk om van alle posters een scherpe foto te maken en te verspreiden onder de docenten. Aan het eind van de film is een videoclip van de song “Every new day” te zien. Deze song is gemaakt door Neil van der Hulst, die in de film een van de pestkoppen speelt, maar in werkelijkheid in de film wilde acteren om het homopesten te stoppen. In de clip is te zien hoe de voormalige pestkoppen nu Ruben beschermen
tegen een volgende aanval. U kunt de les afsluiten door deze clip te laten zien. Als jongeren de song downloaden, gaat hij omhoog in de hitparades en draagt men op die manier bij aan de zichtbaarheid van deze campagne tegen homopesten.
Schoolthermometeronderzoek Misschien vind je het prettig om meer zicht te krijgen op de veiligheid op jouw school in de vorm van onderzoeksresultaten van de thermometerkaartjes. De vragen op de voorkant van het kaartje zijn geselecteerd omdat ze volgens gerenommeerde onderzoekers een betrouwbaar beeld geven van de homo- en vrouwvriendelijkheid van een school. Vier van de zes vragen worden bijvoorbeeld ook gesteld in de jeugdmonitor van de GGD. Als je de kaartjes laat invullen en de gegevens verzamelt, dan kan EduDivers een onderzoeksverslag aanleveren. De resultaten worden geanalyseerd op: verschillen tussen jongens en meisjes,
religieuze achtergrond van leerlingen, leeftijd en deelnemende klassen. De cijfers worden vergeleken met landelijk onderzoek. Conclusies laten we aan de school zelf over. Een voorbeeld van zo’n verslag vind je op www.edudivers.nl/ mijn-id/thermometeronderzoek. Je kunt dit op twee manieren doen. 1. Je kunt de resultaten (zelf of door leerlingen laten) invoeren via www.edudivers.nl/mijnid/thermometer onderzoek. Mail daarna
[email protected] met het verzoek om een rapportage. Vermeld daarin de naam van uw school en de datum of data waarop de resultaten zijn ingevoerd. Je krijgt per mail een volledig rapport van EduDivers in de vorm van een Excel bestand. Je krijgt een factuur van € 75 voor de verwerking. Vraag je school of je GSA ondersteuners van te voren of ze dit willen betalen. 2. Als je de gegevens niet zelf wilt invoeren via internet, kun je de kaartjes opsturen naar
21
Terugkoppeling in de school | Colofon EduDivers (Nieuwezijds Voorburgwal 21-3, 1012 RC Amsterdam) en de gegevens door ons laten invoeren en verwerken. Vermeldt daarbij je emailadres. Naast de factuur voor het rapport van € 75 krijg je dan een extra rekening voor het invoeren: dit kost € 125 per 100 leerlingen.
Terugkoppeling in de school Deze les levert niet alleen een waardevolle discussie in de klas op, maar ook een verkenning van de schoolveiligheid en suggesties voor verbetering van het schoolbeleid. Je kunt alle posters (of foto’s van de posters en stickers) verzamelen en bespreken met het docententeam. Als er een Gay/Straight Alliance op school is, kan de GSA de resultaten bespreken met de schoolleiding of in de leerlingen- en medezeggenschapsraad en proberen te komen tot een plan om zoveel mogelijk suggesties uit te voeren.
22
Om de suggesties goed uit te voeren, heb je steun nodig van de schoolleiding. Maar niemand vindt het leuk om ongevraagd ideeën opgedrongen te krijgen. Dus als je deze les wilt gebruiken om samen met de schoolleiding ook na de les nog verdere actie te ondernemen, betrek dan de schoolleiding al bij het idee vóór je aan de lessen begint. Zo kan de schoolleiding enthousiast worden en meedenken over hoe je dit het best organiseert. Tip Als er hulp of advies nodig is voor hoe je de suggesties kunt invoeren, kan je altijd EduDivers inschakelen om de school te begeleiden via een adviesgesprek, de begeleiding van een teamdiscussie, een docententraining of een uitgebreider leerlingenparticipatie/lesprogramma (Voice OUT; http://www.edudivers.nl/producten/ voorlichting/voiceout).
Colofon Peter Dankmeijer (2012). De Ruben les. Handleiding voor een voorlichtingsles tegen homopesten door vrijwilligers, september 2012 Vormgeving: Inge Baeten, State of Mind Studios Initiatiefnemer van het lespakket, fundraiser & producent van de film Ruben: Hans van der Hulst Samen met de bedenker, schrijver en regisseur van de film Ruben: Thijs Verhoeven. Deze publicatie is mogelijk door bijdragen van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, de Onderwijsalliantie voor Seksuele Diversiteit, het Blauwe Fonds, het Anti Discriminatie Bureau Zeeland en de gemeenten Vlissingen, Goes en Middelburg.
23