Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie Tweede Fase
deel 5 havo
© Noordhoff Uitgevers
1 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
Inhoud 0 0.1 0.2 0.3 0.4 0.4 0.5
Inleiding Opbouw van de methode Onderdelen per katern Examenvoorbereiding Organisatie Overzicht inhoud taken en grammatica ERK en Neue Kontakte Tweede Fase
3 3 4 5 6 8
Taak 1 Schule und was dann? 1.1 Werkplanner 1.2 Didactische tips 1.3 Ik kan beschrijvingen
13 14 15
Taak 2 Berlin, bärenstark 2.1 Werkplanner 2.2 Didactische tips 2.3 Ik kan beschrijvingen 2.4 Docentenpagina webquest
17 18 19 21
3 Examenvoorbereiding Sprechen 3.1 Werkplanner 3.2 Didactische tips 3.3 Ik kan beschrijvingen
24 25 27
4 Examenvoorbereiding Hören 4.1 Werkplanner 4.2 Didactische tips 4.3 Ik kan beschrijvingen
29 29 30
5 Examenvoorbereiding Lesen 5.1 Werkplanner 5.2 Didactische tips 5.3 Ik kan beschrijvingen
32 33 34
6 Examenvoorbereiding Schreiben 6.1 Werkplanner 6.2 Didactische tips 6.3 Ik kan beschrijvingen
35 36 37
7 Literatuur 7.1 Toelichting en suggesties 7.2 Leeslijst
38 38
Bijlagen 1 Zum Schluss taak 1 en 2 uit I-clips 2 Afbeelding 2 bij Sprechen 3 Alternatief beoordelingsformulier Spreken 4 Beoordelingsmodel schrijfopdrachten
41 46 47 48
© Noordhoff Uitgevers
2 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
0
Inleiding
0.1
De opbouw van de methode
Neue Kontakte voor de Tweede Fase is opgebouwd uit katernen die flexibel in te zetten zijn. Voor 5 havo bestaat Neue Kontakte uit drie katernen en een naslagkatern, Der Coach. De drie katernen hebben de volgende inhoud: Katern 1: twee taken en literatuur Katern 2: examenvoorbereiding spreken, luisteren en literatuur. Katern 3: examenvoorbereiding lezen, en schijven Welke onderdelen zijn nog meer van belang? − De antwoorden vindt u in de docenten-servicebox, per taak een bestand. U kunt zelf beslissen of u de antwoorden aan de leerlingen verstrekt. − Op de leerlingen-cd staat al het luistermateriaal behorend bij de katernen. Alle fragmenten zijn ook via I-clips beschikbaar. − In de docenten-servicebox zijn de volgende onderdelen opgenomen: de toetsen met antwoorden en geluidsfragmenten, de antwoorden bij de katernen, de leerlingen-cd’s en de docentenhandleiding. Op de bestanden-cd vindt u ook een mapje met alle tapescripts bij de katernen. Omdat het zo’n zwaar bestand was hebben we het uit de online docentenhandleiding gehaald. Ook in de docentenhandleiding in de box - en niet online een Word-versie van de diagnostische toetsen Zum Schluss. − Op de docentensite www.neuekontakte.noordhoff.nl vindt u de handleiding nog een keer. Op deze plek kunnen we de handleiding regelmatig actualiseren en aanvullen. Per taak vindt u de planningen, didactische tips en de ik kan beschrijvingen. − Bij Neue Kontakte Tweede Fase is zowel vrij toegankelijke leerlingen-ict als ict waarvoor een toegangscode nodig is. In de vrij toegankelijke ict is extra grammatica, de planners, de diagnostische toets Zum Schluss en een link naar het taalportfolio te vinden. U vindt dit materiaal op www.h5.neuekontakte.noordhoff.nl. In de I-clips (www.I-clips.noordhoff.nl) is bovendien extra examentraining, meer oefenen met Redemittel en Lernliste, extra lees- en luisterteksten, extra literatuur, een webquest per katern en een enkel kijkfragment opgenomen. Al het luistermateriaal bij de katernen is ook online te beluisteren. Voor deze ICT hebben de leerlingen een toegangscode nodig. I-clips geeft u als docent de mogelijkheid om uw leerlingen te volgen.
0.2
Onderdelen per katern
Taak Neue Kontakte voor de Tweede Fase is een taakgerichte methode. In een taak werken de leerlingen toe naar een relevante en motiverende eindtaak, rondom een bepaald thema. De taak heeft de volgende structuur: − Anstoß − Drie deeltaken − Lernliste + diagnostische toets Zum Schluss − Endprodukt Op de openingspagina van de taak ziet u welke onderdelen er in de deeltaken aan de orde komen en welke vaardigheden getraind worden. Deeltaak
© Noordhoff Uitgevers
3 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
In iedere deeltaak werkt de leerling gericht toe naar een deelopdracht, de Teilaufgabe; alle kennis en vaardigheden om die opdracht te realiseren komen in de desbetreffende deeltaak aan bod. De opbouw van iedere deeltaak is van receptief naar productief. Vaste onderdelen zijn: − Grammatik In de (deel)taken wordt veel aandacht besteed aan grammatica. Met name die grammatica die relevant is voor de (deel)opdracht of het Endprodukt, komt aan de orde. Belangrijke grammaticale onderwerpen worden regelmatig herhaald. In de katernen is de grammatica-uitleg duidelijk te herkennen aan het groene vlak – net als in de onderbouw. De uitleg is in het Duits. Voor meer informatie over de grammatica raadplegen de leerlingen de Coach. Daarin staat de uitleg in het Nederlands. − Lernliste Bij alle leesteksten worden woorden aangeboden die de leerlingen moeten kennen. De te leren woorden staan in een woordenlijst aan het eind van iedere taak, in de volgorde waarin ze in de verschillende deeltaken aan de orde komen. − Redemittel Voorafgaand aan de deelopdracht oefenen de leerlingen met de Redemittel. Deze Redemittel passen ze toe in de deelopdracht en in het eindproduct. − I-clips Bij elke taak zijn extra oefeningen en een diagnostische toets te vinden in de Iclips. − Teilaufgabe. De deelopdracht is altijd spreken of schrijven. Alle deelopdrachten tezamen zijn een voorbereiding op het eindproduct (ook altijd spreken of schrijven). Eindproduct Leerlingen beginnen aan het eindproduct wanneer ze alle deeltaken hebben doorgewerkt. Vervolgens hebben ze de woordenlijsten en de Redemittel geleerd en de diagnostische toets gemaakt. De eindtaak is soms een individuele opdracht, meestal een groepsopdracht. Aan het eindproduct worden criteria gesteld, zodat duidelijk is waarop de leerling wordt beoordeeld. Literatuur Achter in het eerste katern staat het onderdeel Literatuur. Hierin worden fragmenten aangeboden die een thematische relatie hebben met de taken uit het katern. Voor de havo delen is het belangrijkste doel is om de leerlingen kennis te laten maken met de gevarieerdheid van de Duitse literatuur, door ze aantrekkelijke fragmenten aan te bieden die ze met plezier zullen lezen. Bij de fragmenten maken de leerlingen opdrachten waarbij de leesbeleving centraal staat. Der Coach In een apart naslagkatern (Der Coach) staat alle grammatica, leertips, en strategieën overzichtelijk bij elkaar. Daarnaast geeft Der Coach uitleg over het werken met een digitaal taalportfolio en is er informatie over literaire stromingen en begrippen. Vanuit de katernen wordt de leerling regelmatig verwezen naar Der Coach.
0.3 Examenvoorbereiding Neue Kontakte 5 havo biedt in twee katernen examenvoorbereiding aan. Deze examenvoorbereiding is ingedeeld naar vaardigheid. De leerling werkt gericht toe naar de schoolexamens en het eindexamen. Ook examenvoorbereiding is gekoppeld aan het Europees Referentie Kader. Examenvoorbereiding Spreken Dit onderdeel is ingedeeld naar taalfuncties en gaat van receptief naar productief. Aan de hand van lees- en luisterteksten, losse zinnen en veelal op basis van situatiebeschrijvingen
© Noordhoff Uitgevers
4 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
oefenen de leerlingen hun spreekvaardigheid. Ook grammaticale onderwerpen als voorzetsels en vervoegingen van de belangrijkste werkwoorden komen aan de orde. Examenvoorbereiding luisteren Dit onderdeel is ingedeeld naar tekstsoort. Hierbij wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan luisterstrategieën. Natuurlijk wordt er veel geoefend. Examenvoorbereiding literatuur In dit onderdeel oefenen de leerlingen met het samenstellen van een leesdossier, het schrijven van een boekverslag en het vinden van informatie. Aan de hand van een kort verhaal van Josef Reding worden verschillende verwerkingsopdrachten aangeboden. In de Iclips vinden de leerlingen nog een voorbeeldtekst met uitwerkingen, nl van Heinrich Böll, An der Brücke. Examenvoorbereiding lezen Bij leesvaardigheid veel aandacht voor leesstrategieën. Aan de hand van korte teksten met een of twee vragen, gatenteksten en langere teksten komen de verschillende vraagvormen aan bod en wordt er flink geoefend. Eerst met hulp, later moet de leerling op eigen kracht tot het juiste antwoord komen. Ook in dit onderdeel aandacht voor woordenboekgebruik tijdens het CE. Examenvoorbereiding schrijven Het examendossier is opgebouwd naar de eindproducten die de leerlingen volgens de eindtermen moeten kunnen opleveren. Voor schrijfvaardigheid komen aan de orde: - de informele bief - de formele brief – klachtenbrief - de formele brief – sollicitatiebrief Aan de hand van voorbeeldbrieven en losse zinnen leert de leerling zelfstandig grotere schrijfopdrachten aan te pakken. Ook is er aandacht voor grammatica en leert de leerling in de Schreibmittel standaardzinnen voor de verschillende brieven.
0.4
Organisatietips
Studieplanner Het doorwerken van een katern met twee taken en Literatuur neemt ongeveer 9 weken in beslag. In de leerlingen-ICT (I-clips) vindt de leerling per taak een studieplanner die hij zelf kan invullen. In deze docentenhandleiding vindt u per taak een voorbeeldplanner voor 2 of 3 uur Duits per week. Examentraining De examenvoorbereiding is ingedeeld naar vaardigheid. Dat betekent dat er erg veel materiaal is per vaardigheid. Het is niet noodzakelijk om een heel katern van voor naar achter in één keer door te werken. U kunt deze onderdelen naar eigen inzicht plannen en al vroeg in het schooljaar beginnen en al naar gelang het eind- en schoolonderzoek nadert de intensiteit verhogen. Taalportfolio Iedere eindtaak is gekoppeld aan het Europees Referentiekader. In I-clips hebben we per eindtaak de ‘'ik kan beschrijvingen’’ voor de leerlingen geordend, met een verwijzing naar het taalportfolio www.europeestaalportfolio.nl. Leerlingen werken na het beëindigen van de eindtaak het taalportfolio bij.
© Noordhoff Uitgevers
5 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
De leerling houdt zijn of haar eigen vorderingen bij. De docent heeft de mogelijkheid om de vorderingen van de leerlingen te volgen. In Der Coach vinden uw leerlingen een instructie voor het aanmaken en invullen van hun taalportfolio op www.europeestaalportfolio.nl. Antwoorden Als docent heeft u de mogelijkheid om de antwoorden aan de leerlingen te verstrekken. De antwoorden vindt u als bestand in de docenten-servicebox. ICT Vanuit de taak wordt regelmatig verwezen naar de I-clips, bijvoorbeeld voor extra oefenen of voor extra lees-, luister- of literaire fragmenten en webquests. Het is handig om van tevoren te bepalen of u de leerlingen zelfstandig (thuis) of gezamenlijk in het computerlokaal met Iclips laat werken. De ICT bij Neue Kontakte voor de Tweede Fase heet I-clips en is te bereiken via www.Iclips.noordhoff.nl. De volgende ICT is beschikbaar: • extra grammatica * • diagnostische toets Zum Schluss* • studieplanner* • extra oefenen Redemittel, Lernliste en grammatica • extra lees- en luisterteksten • extra literatuur • webquests • alle geluidsfragmenten bij de katernen * Deze onderdelen zijn vrij toegankelijk. Toetsing en beoordeling Per taak zijn er 4 toetsen beschikbaar: 2 gram/lernliste/redemittel toetsen, 1 leesvaardigheidtoets en een luistervaardigheidtoets. Deze toetsen worden als aparte bestanden aangeboden in de docentenservicebox. U kunt ze vrij makkelijk combineren en arrangeren tot grotere eigen toetsen. Voor het toetsen van spreek- en schrijfvaardigheid zijn de deelopdrachten en de eindtaak in de katernen bedoeld; elke taak kent minstens 4 productieve opdrachten. U kunt bij elke taak deze deelopdrachten of/en het eindproduct in de beoordeling meenemen. Het is goed om per taak van tevoren te bepalen welke (deel)opdrachten u wilt beoordelen.
0.5
Overzicht grammatica en inhoud taken
In havo 4 en 5 is er veel ruimte voor herhaling van de grammatica uit jaar 1 t/m 3. Hieronder ziet u welke onderwerpen in de taken aan de orde komen. In iedere taak en in de productieve examenonderdelen komen twee of drie grammaticaonderwerpen aan de orde. Bij elk grammaticablokje zijn standaard twee extra opdrachten in de I-clips opgenomen. 4 havo Taak 1 Gespräche auf der Straße
2 Jung in Deutschland 3 Über alle Berge © Noordhoff Uitgevers
Präp + 3/4 haben / sein + volt dlw ovt müssen, sollen, wollen, können, werden, wissen im Imperfekt ovt en vtt unregelmäßige Formen von Komparativ und Superlativ 6 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
4 Sport, Spiel und Spaß
5 Wer bin ich 6 Zu Haus zuhause
7 Handel und Hanse
5 havo Taak 1 Schule und was dann?
2 Berlin, bärenstark
Exvoorbereiding Sprechen Examenvoorbereiding Schreiben
naar = ’nach, zu, in, an’ Präp + 2,3,4 en ¾ regelm ww + sein / werden in ott ovt en vtt Genitiv Adjektive Zeitbestimmungen bleiben und gehen; das Wort man wenn oder als persönl / poss Pronomina starke Verben ovt vtt Verben mit e/i und ä
wichtige Wörter Konjunktiv Imperfekt en Perfekt von: - starken und swachen Verben - besonderen Verben Präp + 2, 3 en 4 Fall Verben mit 3. und 4. Fall Satzteilbestimmung Präp Perfekt + Konjunktiv besonderen Verben haben, sein und werden Zeitformen von Verben, Modalverben (2 x)
Hieronder vindt u een overzicht van de taken en deeltaken voor 4 en 5 havo. 4 havo Taak 1 Gespräche auf der Straße
2 Jung in Deutschland
Teilaufgabes B spreken:afspraak bioscoop C spreken: de weg wijzen D spreken: keuze uitleggen (argumenten) E spreken: argumenten geven F schrijven: e-mail G spreken: spontaan spreken H spreken: naar het weer vragen B schrijven/spreken:een mini-enquête maken + presenteren C schrijven: forumbericht D schrijven/spreken: 5 interview vragen maken / stellen
3 Über alle Berge
B schrijven; in steekwoorden regio karakteriseren C spreken: telefoongesprek: naar info vragen D schrijven: een activiteit beschrijven, incl. uitrusting
4 Sport, Spiel und Spaß
B spreken: een sport beschrijven C schrijven: een e-mail D spreken: mening geven over wat eerlijk is
© Noordhoff Uitgevers
7 (43)
Endprodukte Spreken: taaldorp-achtige situatie
Schrijven: Interview maken, afnemen/ verwerken in artikel Schrijven/spreken: Programmaatje voor schoolreis maken. Schrijven: een persoonlijke brief
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
5 Wer bin ich?
B spreken: naam bedenken en presenteren C schrijven: karakterbeschrijving maken D schrijven: woonplaats kiezen + verzamelen materiaal E schrijven:dagboek
6 Zu Haus zuhause
B schrijven: de woonsituatie en –plannen van je alter ego C spreken en schrijven: interview maken D spreken; apparaat tekenen en toelichten
7 Hanse und Handel
B spreken; presenteren van onderwerp naar keuze C spreken; telefoongesprek: om info vragen D schrijven: e–mail met verzoek
5 havo Taak 1 Schule und was dann? 2 Berlin, bärenstark
0.6
Spreken en schrijven: weblog van alter ego maken en presenteren Spreken: een toekomst huis tekenen en mondeling toelichten Schrijven; affiche/poster maken
Teilaufgabes B spreken: monoloog toekomstplannen C schrijven: e-mail D schrijven: levensloop B schrijven/info zoeken: schematische geschiedenis Berlijn aanvullen C spreken: mondelinge presentatie over highlight(s) Berlijn D spreken: interview maken in tweetallen
Endprodukte Schrijven: sollicitatiebrief Spreken/schrijven: Spotje over Berlijn maken.
ERK en Neue Kontakte Tweede Fase
Neue Kontakte Tweede Fase 4e editie is gekoppeld aan het Europees Referentiekader. Aan het begin van elke taak ziet u op welk niveau de leerlingen aan de slag gaan. In het verleden was het vaak lastig een inschatting te maken van de kennis en vaardigheden die leerlingen meebrachten. Met de komst van instrumenten als het Europees Referentiekader, Taalprofielen en het Europese Taalportfolio zijn er handvaten beschikbaar die kunnen helpen meer grip te krijgen op de aansluiting. Na leerjaar 4 havo en 4 vwo gaan we er van uit dat de leerlingen functioneren in het B1 niveau . Voor de receptieve onderdelen als Lesen en Hören is dat zeker het geval. Voor het productieve deel zullen de leerlingen nog ‘hangen’ tussen A2 en B1. Duits
Wat betreft lees- en luistervaardigheid: de havo 5-leerlingen zullen havo: B1 + B2 uiteindelijk B2 teksten moeten kunnen begrijpen. (Zie kader. Uit: vwo: B2 (+ B1 en C1) Syllabus Eindexamen havo/vwo, Cevo 2006) Voor de productieve vaardigheden ligt dat ietwat anders. Uiteindelijk gaat het erom dat leerlingen zich aan het eind van hun havo- of vwo-opleiding actief kunnen uiten (mondeling en schriftelijk) in het gebied B1. (Zie: Handreiking schoolexamen SLO, Enschede 2006). Hieronder leest u per vaardigheid op welk niveau uw leerlingen zich bevinden na werken met Neue Kontakte deel 4 havo en aan begin van leerjaar 5. Vaardigheid: Luisteren Eindniveau 4 havo B1
© Noordhoff Uitgevers
8 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
1 Gesprekken tussen moedertaalsprekers verstaan Kan de hoofdpunten volgen van gesprekken over een voor hem/haar interessant onderwerp. Bijvoorbeeld: gesprek tussen buitenlandse leeftijdgenoten over popmuziek Kan van discussies over actuele en vertrouwde thema’s de hoofdlijnen volgen. Bijvoorbeeld: een discussie met buitenlandse scholieren over het gedogen van softdrugs 2 Luisteren als lid van een live publiek Kan een beschrijving begrijpen van iets wat vertrouwd is of wat hem/haar persoonlijk interesseert. Bijvoorbeeld: hoofdpunten van een beschrijving van bezienswaardigheden tijdens een excursie Kan algemene zaken en de belangrijkste informatie begrijpen in korte praatjes over vertrouwde onderwerpen. Bijvoorbeeld: uiteenzetting van een student over een uitgevoerd project 3 Luisteren naar aankondigingen en instructies Kan eenvoudige, duidelijke informatie begrijpen. Bijvoorbeeld: over het dagprogramma voor een schoolreis telefonische reisinformatie Kan concrete aanwijzingen en opdrachten begrijpen. Bijvoorbeeld: een gedetailleerde routebeschrijving naar een bestemming waarvoor je een aantal keren moet overstappen Kan eenvoudige technische informatie begrijpen. Bijvoorbeeld: hoe programmeer je de magnetron, of de video; hoe bedien je een mobiele telefoon; hoe werk een chatprogramma 4 Luisteren naar tv, video- en geluidsopnames Kan belangrijke details begrijpen in eenvoudige, langzaam en duidelijk gesproken radioprogramma’s. Bijvoorbeeld: een programma in het Frans over een gebeurtenis of een stad of streek in het eigen land Kan hoofdpunten begrijpen in tv-programma’s over vertrouwde onderwerpen als er betrekkelijk langzaam en duidelijk gesproken wordt. Bijvoorbeeld: een informatief programma van de schooltelevisie Kan de handelingen en het verloop van de gebeurtenissen in veel films volgen als het verhaal door beeld en actie duidelijk wordt en de taal niet te moeilijk is. Bijvoorbeeld: reclamefilmpjes met een duidelijk verhaal erin Vaardigheid: Lezen Eindniveau B1 1 Correspondentie lezen Kan persoonlijke brieven en e-mails voldoende begrijpen om met iemand te kunnen corresponderen. Bijvoorbeeld: informatie over een hobby Verslag van gebeurtenissen Kan een eenvoudige zakelijke brief, fax of e-mail voldoende begrijpen om adequaat te kunnen reageren. Bijvoorbeeld: reageren op een verzoek om informatie 2 Oriënterend lezen Kan relevante informatie vinden en begrijpen in brochures en korte officiële documenten. Bijvoorbeeld: folder waarin de voorzieningen van een camping of een hotel worden beschreven
© Noordhoff Uitgevers
9 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
3 Lezen om informatie op te doen Kan belangrijke feitelijke informatie begrijpen in korte verslagen en artikelen. Bijvoorbeeld: eenvoudig voorlichtingsmateriaal van overheden of onderwijsinstellingen Kan hoofdthema en belangrijkste argumenten begrijpen in eenvoudige teksten in tijdschriften, kranten of op internet. Bijvoorbeeld: artikel in een populaire krant over hobby of sport Kan eenvoudige teksten lezen voor plezier. Bijvoorbeeld: een songtekst 4 Instructies lezen Kan duidelijk geschreven, ondubbelzinnige instructies begrijpen. Bijvoorbeeld recept voor het maken van een regionaal gerecht Vaardigheid: Gesprekken voeren Eindniveau: B1 1 Informele gesprekken Kan gevoelens uiten en op gevoelens van anderen reageren. Bijvoorbeeld: boosheid uiten bij onenigheid met een vriend/in Kan iemand geruststellen. Bijvoorbeeld: als er vertraging is Kan persoonlijke standpunten, commentaar en meningen geven over onderwerpen binnen de eigen belevingssfeer. Bijvoorbeeld: de voor- en nadelen van vakantiebestemmingen bespreken 2 Bijeenkomsten en vergaderingen Kan een standpunt duidelijk overbrengen, maar heeft moeite met deelname aan de discussie. Bijvoorbeeld: een mening formuleren over een actuele gebeurtenis, tijdens een discussie in het Frans op school Kan in beperkte mate deelnemen aan routinematige discussies over praktische zaken. Bijvoorbeeld: aanpassingen in het programma tijdens een werk- of studiebezoek 3 Zaken regelen Kan zijn/haar mening geven en voorstellen doen met betrekking tot het oplossen van problemen en het nemen van praktische beslissingen. Bijvoorbeeld: met een buitenlandse vriend/in overleggen over de organisatie van een gezamenlijke reis Kan minder routinematige situaties aan. Bijvoorbeeld: het terugbrengen van een aankoop in een winkel Kan een klacht uiten, aannemen, doorgeven. Bijvoorbeeld: over een lawaaiige kamer bij de receptie van een hotel Kan overweg met voorspelbare situaties die zich kunnen voordoen tijdens een reis. Bijvoorbeeld: telefonisch een auto, hotelkamer of campingplaats reserveren 4 Informatie uitwisselen Kan eenvoudige feitelijke informatie achterhalen en doorgeven. Bijvoorbeeld: over een cursus of opleiding Kan meer gedetailleerde informatie achterhalen. Bijvoorbeeld: over een onbekende reisbestemming Kan in gesprekken informatie uitwisselen over vertrouwde onderwerpen. Bijvoorbeeld: werk/opleiding beschrijven en anderen naar hun werk/opleiding vragen Kan een eenvoudig sollicitatiegesprek voeren. Bijvoorbeeld: voor een buitenlandse stage © Noordhoff Uitgevers
10 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
Kan meer gedetailleerde aanwijzingen vragen en ze opvolgen. Bijvoorbeeld: telefonisch een reisschema wijzigen Kan in beperkte mate initiatieven nemen in een vraaggesprek. Bijvoorbeeld: over een nieuw onderwerp beginnen Kan telefonisch informatie opvragen of doorgeven. Bijvoorbeeld: bestellingen en boekingen plaatsen en opnemen Vaardigheid: Spreken Eindniveau: B1 1 Monologen Kan een eenvoudige beschrijving geven van vertrouwde zaken binnen het eigen vakterrein of interessegebied. Bijvoorbeeld: mondeling rapporteren over verrichtte werkzaamheden Advies geven aan een klant over een product of dienst Kan met enig detail verslag doen van ervaringen, en meningen en reacties beschrijven. Bijvoorbeeld: de plot van een boek of film navertellen, en zeggen wat je ervan vond Kan echte of verzonnen gebeurtenissen beschrijven. Bijvoorbeeld: een ongeluk op straat beschrijven aan de politie Voor een spreekbeurt een fantastische droomreis beschrijven Kan vertellen over zijn/haar dromen, verwachtingen en ambities. Bijvoorbeeld: aan je vakantieliefde vertellen hoe je je toekomst ziet Kan een verhaal vertellen. Bijvoorbeeld een grappige gebeurtenis Kan zaken uitleggen en toelichten. Bijvoorbeeld: vertellen over een reis die je gaat maken na je eindexamen; keuze voor je reisbestemming toelichten 2 Een publiek toespreken Kan in alledaagse of vertrouwde situaties duidelijke mededelingen en aankondigingen doen aan een groep. Bijvoorbeeld: een van tevoren ingeoefend gelegenheidstoespraakje houden bij een feestelijke gebeurtenis Kan een eenvoudige presentatie of spreekbeurt houden. Bijvoorbeeld: over een onderwerp van eigen keuze, zoals een hobby of de geschiedenis van de eigen stad of streek Vaardigheid: Schrijven Eindniveau: B1 1 Correspondentie Kan in brieven of e-mails feitelijke zaken beschrijven en nieuwtjes uitwisselen. Bijvoorbeeld: een buitenlandse kennis uitnodigen voor een bezoek Kan brieven of e-mails schrijven over persoonlijke zaken. Bijvoorbeeld: een bedankbriefje na afloop van een bezoek Kan eenvoudige brieven schrijven aan instanties en zakelijke contacten. Bijvoorbeeld: een eenvoudige sollicitatiebrief met beknopt c.v., voor au pair, stage of vakantiebaan Kan op advertenties reageren. Bijvoorbeeld: meer specifieke informatie aanvragen over bijvoorbeeld een vakantieplaats of de ligging van een vakantiewoning Kan deelnemen aan discussies op internet over bekende thema’s of over thema’s uit vak- en interessegebied. Bijvoorbeeld in nieuwsgroep informatie geven over eigen hobby © Noordhoff Uitgevers
11 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
2 Aantekeningen, berichten, formulieren Kan formulieren waarin wat meer informatie gevraagd wordt, gedetailleerd invullen. Bijvoorbeeld: aanmeldingsformulier voor een taalcursus Kan telefonische boodschappen opschrijven en doorgeven. Bijvoorbeeld: een klacht noteren en doorgeven Kan memo’s maken waarin eenvoudige informatie wordt doorgegeven aan mensen in de directe omgeving. Bijvoorbeeld: een bericht achterlaten voor een huisgenoot in buitenlands gastgezin: waar je heen gegaan bent, wat je gaat doen, wanneer je terug zult zijn Kan een korte, eenvoudige advertentie opstellen. Bijvoorbeeld zoeken van een (vakantie)baan in het buitenland 3 Verslagen en rapporten Kan een kort, eenvoudig verslag schrijven volgens een vast format. Bijvoorbeeld: voor de buitenlandse partner of begeleider beschrijven wat gedaan, gezien en bezocht is tijdens een werkbezoek of excursie Kan feitelijke informatie over vertrouwde onderwerpen met enig zelfvertrouwen samenvatten en becommentariëren. Bijvoorbeeld: samenvatten van eenvoudige (kranten)artikelen over een bepaald onderwerp Kan de informatie die hij/zij belangrijk acht, duidelijk opschrijven. Bijvoorbeeld: tekst voor een partnerschool over eigen woonplaats met de belangrijkste bezienswaardigheden. 4 Vrij schrijven Kan eenvoudige, gedetailleerde beschrijvingen geven van bekende onderwerpen binnen het eigen interessegebied. Bijvoorbeeld: voor clubblad of schoolkrant van partnerclub/-school voor- en nadelen van de eigen woonplaats beschrijven Kan verslag doen van ervaringen en daarbij gevoelens en reacties op gebeurtenissen beschrijven. Bijvoorbeeld: voor examendossier een stuk met persoonlijk commentaar schrijven over een film of een boek Kan een eenvoudig opstel schrijven over een onderwerp dat hem/haar interesseert. Bijvoorbeeld: hoe je ideale leefomgeving eruit ziet Kan een verhaaltje schrijven. Bijvoorbeeld: meeschrijven aan een doorlopend verhaal op een internetpagina
© Noordhoff Uitgevers
12 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
Taak 1 Schule und was dann? 1.1 Werkplanner Bij 2 uur Duits per week Les Datum Voor de les 1 Invullen taalportfolio en werkplanner A1B3 2 B8 Leren: Lernliste A + B en Redemittel 9 3 C 12 Leren: Lernliste C 4 C 17 Meer oefenen in ict Leren: Grammatik C en Redemittel 15 5 D 19 Leren Lernliste D 6 D 22 en 23 Meer oefenen in ict Leren: Grammatik D 7 Endprodukt (sollicitatiebrief schrijven) Herhaling: Lernliste, Redemittel en Grammatik 8 Endprodukt: beoordeling verwerken en brief inleveren eindtoets voorbereiden
In de les A2 B 4 t/m 7 B 9 en 10
C 11,13 en 14 C 15 en 16
D 18, 20 en 21 oefeningen bespreken D 24 (cv schrijven) Zum Schluss. Endprodukt: briefen ruilen en elkaar beoordelen eindtoets
Bij 3 uur Duits per week Les Datum Voor de les 1 Invullen taalportfolio en werkplanner
In de les A 1 en 2 B3
2
B 7 en 8
3
4
B 4 t/m 6 Leren Lernliste A + B B9 B10 voorbereiden Leren: Redemittel 9 Leren Lernliste C
B 10
C 11 t/m 13 C 15 en 16
6
C 14, Meer oefenen in ict Leren: Grammatik C en Redemittel 15 C 17
7
Leren Lernliste D
D 20 t/m 22
8
Meer oefenen in ict Leren Grammatik D
D 23 en 24
5
© Noordhoff Uitgevers
D 18 en 19
13 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
9 10 11
12
Herhaling: Lernliste, Redemittel en Grammatik Endprodukt Endprodukt: beoordeling verwerken en brief inleveren eindtoets voorbereiden eindtoets voorbereiden
Zum Schluss Endprodukt: brieven ruilen en elkaar beoordelen voorbereiding eintoets
eindtoets
1.2 Didactische tips Taak 1 Schule und was dann? Wat betreft grammatica wordt er aandacht besteed aan verbindingswoorden en structuurwoorden in teksten en daarnaast de ovt en voltooide tijd van sterke en zwakke werkwoorden. In deze taak komt ook het onderdeel ’oriëntatie op studie en beroep’ aan de orde. In de eindtaak schrijven de leerlingen een sollicitatiebrief. 1 In de tekst wordt informatie over het Duitse schoolsysteem gegeven; dat maakt het begrip van andere teksten makkelijker. 2 Deze luisteropdracht leidt het thema in. Hier worden verschillende keuzemogelijkheden voorgesteld – studeren, werken, reizen etc. 3 In de vraagstelling al wat meer aandacht voor tekststructuren en relaties tussen tekstonderdelen. 3 en 8 De opdrachten zijn geschikt als huiswerk omdat de teksten vrij lang zijn en thuis iedereen in zijn eigen tempo kan lezen. 4 Laat de leerlingen de genoemde woorden van opdracht 4 uit het hoofd leren en leg het belang daarvan uit – zeker ook in relatie met CE leesvaardigheid. 7 Leerlingen zijn al vooraf met de vragen en antwoorden aan de slag, een zeer uitgebreide oriëntatie vooraf. Dat maakt dat ze heel gericht gaan luisteren naar het interview en daarbij zelf heel goed hun antwoorden kunnen controleren. 10 Teilaufgabe B kan met kleine veranderingen ook een gespreksopdracht worden. 13, 14, 21 en 22 Verwijs de leerlingen naar de uitgebreide uitleg in Coach. De extra oefeningen in de I-clips helpen het geleerde in te slijpen. 18 Leerlingen voor het luisteren de gelegenheid geven, om de stellingen te lezen. 19 Lange tekst geschikt als huiswerk. 23 De Schreibmittel en vertaalzinnen zijn een voorbereiding op het eindproduct. 24 Opdracht laten maken op de computer want ze kunnen deze opnieuw gebruiken bij Endprodukt.
© Noordhoff Uitgevers
14 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
Endprodukt Het eindproduct is een sollicitatiebrief. De leerlingen beoordelen elkaars werk voor ze de brief inleveren met behulp van het beoordelingsschema op blz. 24.
1.3 Ik kan-beschrijvingen en taalportfolio Na het beëindigen van je eindtaak, werk je je taalportfolio bij. Met het goed uitvoeren van de deelopdrachten en de eindopdracht bewijs je wat je kunt en wat je dus hebt geleerd.
Taalportfolio
Taak 1 – Schule und was dann? Wat deed je in de taak/eindopdracht?
Spreken B1 Ik kan beschrijven waarvan ik droom, wat ik verwacht en wat ik wil bereiken.
Je hield een spreekbeurt over je toekomstplannen, waarin je het ook over je toekomstplannen had. Je hebt uitgelegd waarom je deze verwachting hebt.
Ik kan uitleggen waarom ik iets doe.
Schrijven B1/B2 Ik kan persoonlijke briefjes schrijven waarin ik iets nieuws meedeel of mijn mening over onderwerpen als muziek en films geef.
Je hebt een e-mail aan een zakelijke instantie (radiozender) geschreven, waarin je hebt verzocht om een uitzending aan een bepaald beroep te wijden.
Ik kan memo's schrijven over zaken die voor vrienden, dienstverleners, docenten en anderen belangrijk zijn, waarin ik de belangrijkste punten op een begrijpelijke manier kan duidelijk maken.
Je hebt een overzichtelijke beschrijving gegeven van je levensloop tot nu toe.
Ik kan heldere gedetailleerde beschrijvingen geven van echte of verzonnen gebeurtenissen en ervaringen waarbij ik een samenhangende tekst schrijf en waarbij ik rekening houd met het soort tekst.
Je hebt een adequate, formele brief geschreven waarin je naar een bepaalde functie solliciteert.
Lezen B2 Ik kan snel relevante details in lange en ingewikkelde teksten opzoeken.
Je hebt diverse teksten gelezen waaruit je specifieke informatie moest halen, informatie die voor het beantwoorden van een vraag of het maken van een opdracht relevant was.
Ik kan artikelen over heel specifieke onderwerpen begrijpen als ik een woordenboek mag gebruiken. Ik kan artikelen en verslagen begrijpen over hedendaagse problemen waarin schrijvers bepaalde standpunten innemen.
Hoe weet je of je prestatie goed is? Om te kunnen beoordelen of je je prestatie op B1 niveau hebt uitgevoerd, moet je voor jezelf nagaan of je aan de criteria voldoet. Beantwoord daarvoor onderstaande vragen. (Je kunt ook iemand anders vragen je (mee) te beoordelen.) © Noordhoff Uitgevers
15 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
• • • • • • • •
Was je voldoende met het onderwerp bekend om er een spreekbeurt over te houden? Ja, helemaal/ een beetje/ eigenlijk onvoldoende. Kende je alle woorden die je in je spreekbeurt moest gebruiken? meestal wel/soms niet Moest je woorden of begrippen omschrijven, omdat je het juiste woord niet te binnen wilde schieten? ……. een enkele keer/soms/vaak Zijn de meeste grammaticale probleempjes voor jou op te lossen? Vaak/soms Was je uitspraak duidelijk genoeg? vaak/soms/nog niet Moest je denkpauzes inlassen om woorden te zoeken of grammaticale foutjes te verbeteren? vaak/soms Was de spelling van de woorden meestal goed? vaak wel/ soms niet Stonden de punten en de komma’s meestal op de goede plek? meestal wel/soms niet
Heb je in de meeste gevallen vaak als antwoord, dan geeft dat aan dat je op B1 niveau zit. Op B1 niveau mag je bijvoorbeeld best wel even nadenken voordat je een zin formuleert. Bij de grammatica gaat veel al heel goed, maar dingen die je nog niet zo vaak hebt geoefend gaan nog wel eens fout. Op B2 niveau doe het overgrote deel goed en kun je zelfs een fout herstellen (omdat je hem zelf hebt gehoord). Op B1 niveau is je uitspraak al redelijk goed, maar je hoort nog wel dat je uit Nederland komt. Met onbekende woorden heb je nog wat moeite. Waarschijnlijk is het zo dat je sommige dingen al heel goed kunt. Je zou dan kunnen zeggen dat je voor zo’n onderdeel al richting B2 gaat. Daarvoor gelden dan andere/strengere normen. Naar je taalportfolio. Ga nu naar je taalportfolio: www.europeestaalportfolio.nl Daar vind je bij de verschillende vaardigheden 'ik kan- beschrijvingen'. Hier geef je aan of je dat goed, redelijk of misschien wel 'nog niet' kunt. Je zult merken dat sommige ik kan -beschrijvingen vaker voorkomen, maar met een andere invulling daarbij. Dat komt omdat je eigenlijk een ik kan -beschrijving vaker dan één keer moet hebben gedaan om te kunnen zeggen dat je het echt kunt. Hier geldt een beetje het principe 'einmal ist kein Mal', maar dat snap je zelf ook wel (Door af en toe een doelpunt scoren ben je immers ook niet direct de topscorer). Tip: voeg je producten toe aan het Dossier in je taalportfolio, als bewijs dat je een prestatie echt kunt. Heb je meer hulp nodig bij het invullen van je taalportfolio, kijk dan in de Coach op bladzijde 55, of in de handleiding van het Europees taalportfolio (zie bovenstaande website: klik op handleiding; je kunt deze downloaden of printen)
© Noordhoff Uitgevers
16 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
Taak 2 Berlin, bärenstark 2.1 Werkplanner Bij 2 uur Duits per week Les Datum Voor de les 1 Invullen taalportfolio en werkplanner
In de les A 1 t/m B 3 t/m 5
2
B6 Leren Lernliste A + B C 8 t/m10 Leren Lernliste C C 12 C13 voorbereiden Meer oefenen in ict Leren Grammatik C en Redemittel 12 D 17 Leren Lernliste D D 20 interview voorbereiden Meer oefenen in ict Leren Grammatik D en Redemittel 19 Endprodukt radiospotje/film maken
B 7 en 10
Zum Schluss eindtoets voorbereiden
eindtoets
3 4
5 6
7
8
C 7, 11 C 13 presentaties
D 18 en 19 D 20 interview inspreken Endprodukt: werkgroep vormen taken bespreken Endprodukt: presenteren en beoordelen
Bij 3 uur Duits per week Les Datum Voor de les 1 Invullen taalportfolio en werkplanner
In de les A 1 en 2 B3
2
B3 Leren Lernliste A + B B6 Leren Grammatik B C 8 en 9 Leren Lernliste C en Redemittel 12 Meer oefenen in ict C 13 voorbereiden, Meer oefenen in ict Leren Grammatik C Leren Lernliste D
B 4 en 5
7
D 15 Meer oefenen in ict
D 20 t/m 22
8
Leren Grammatik D en Redemittel D 23 en 24 19
3 4
5
6
© Noordhoff Uitgevers
17 (43)
C 7 en 10 C 11 en 12
C 13 presentaties
D 14 en 16
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
9
herhaling Lernliste Redemittel en Grammatik
10
Endprodukt radiospotje/film maken
Zum Schluss Endprodukt: werkgroep vormen taken bespreken Endprodukt radiospotje/film maken
eindtoets voorbereiden
Endprodukt: films kijken voorbereiding eindtoets eindtoets
11 12
2.2 Didactische tips Taak 1 Berlin, bärenstark. In deze taak veel aandacht voor Berlijn en daarmee ’kennis van land en volk’ Leerlingen verdiepen zich in verschillende aspecten van Berlijn op historisch, cultureel en toeristisch gebied en oefenen met de vaardigheden lezen, schrijven, luisteren en spreken. Als eindproduct maken de leerlingen een reclamespotje van Berlijn (of als alternatief- want makkelijker organiseerbaar- een reclamefolder!) 1 Bedoeld als oriëntatie op het onderwerp Berlijn. De belevenissen van een leeftijdgenoot in Berlijn. Eventueel voor het luisteren de opdracht laten lezen. In onderdeel B aandacht voor de belangrijkste historische gebeurtenissen van Berlijn aan de hand van diverse bronnen. 4 Gatenteksten vinden leerlingen lastig. Besteed aandacht aan de strategie: lees vooraf de alternatieven en onderstreep eventueel kernwoorden. Voor het luistern 5 minuten de tijd geven om de alternatieven te begrijpen. 5 Laat leerlingen eerst de voorzetsels onderstrepen. Bespreek met de leerlingen zonodig nog de theorie uit de Coach. 6 De deelopdracht is dit keer een onderzoeksopdracht. Leerlingen moeten toen met behulp van verschillende bronnen het historische overzicht van Berlijn aanvullen. De genoemde site biedt trouwens prachtig materiaal voor verder onderzoek. Onderdeel C gaat met name over het Berlijn van vandaag – veel verschillende tekstsoorten een brief, een verslag, een telefoongesprek. 10 en 16 Verwijs de leerlingen naar de uitgebreide uitleg in Coach. De extra oefeningen in de I-clips helpen het geleerde in te slijpen. 6 en 9 Internetzoekopdrachten kunnen als huiswerk of in de mediatheek gepland worden. 12 De Redemittel en vertaalzinnen kunnen de Leerlingen voor de deelopdracht gebruiken. 14 De vragen, die op bladzijde 37 staan en bij de luisteropdracht horen, kunnen de leerlingen voor hun interviews gebruiken. 17 en 18 Lange teksten geschikt als huiswerk. 19 De Redemittel en vertaalzinnen zijn een voorbereiding op de deelopdracht. Let op: Alle deelopdrachten maken deel uit van het eindproduct. © Noordhoff Uitgevers
18 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
Endprodukt Het eindproduct is een reclamespotje voor radio of tv voor de stad Berlijn. De leerlingen werken in viertallen samen. Ze kunnen de drie deelopdrachten hergebruiken. Het vierde onderdeel kan vrij gekozen worden. Bijvoorbeeld een rap een korte sketch of een rollenspel. Laat de leerlingen in een vroeg stadium afspraken maken over de juiste apparatuur. Plan een uurtje in om elkaars eindresultaten te kijken en om ze te beoordelen. Alternatieven: - laat leerlingen een wervingsfolder maken. Onderwerpen blijven identiek. Laatste vrije onderdeel kan eventueel vervallen. Beoordeling aan de hand van algemene beoordelingsformulier schrijfproducten - webquest over de Berlijnse muur in I-clips. Zie daarvoor ook de docenteninfo in paragraag 2.4.
2.3 Ik kan beschrijvingen en taalportfolio Na het beëindigen van je eindtaak, werk je je taalportfolio bij. Met het goed uitvoeren van de deelopdrachten en de eindopdracht bewijs je wat je kunt en wat je dus hebt geleerd.
Taalportfolio
Taak 2– Berlin Wat deed je in de taak/eindopdracht?
Spreken B1 Ik kan één of meer onderwerpen die mij interesseren op een redelijk vlotte manier beschrijven.
Je hield een presentatie over een voor jou interessante bezienswaardigheid van Berlijn..
Ik kan uitleggen waarom ik iets doe.
Je hebt uitgelegd waarom je deze bezienswaardigheid voor jou zo interessant is.
Ik kan in een presentatie over een alledaags onderwerp behoorlijk nauwkeurig aangeven wat de hoofdzaken zijn, als ik me heb kunnen voorbereiden.
Je hebt een reclamespotje over Berlijn ontworpen en ingesproken.
Gesprekken voeren B1 Ik kan een interview houden als ik mij daarop heb voorbereid.
Je hebt je inhoudelijk voorbereid op het houden van een interview over aspecten van de stad Berlijn.
Schrijven B1/B2 Ik kan memo's schrijven over zaken die voor vrienden, dienstverleners, docenten en anderen belangrijk zijn, waarin ik de belangrijkste punten op een begrijpelijke manier kan duidelijk maken. Ik kan informatie en meningen duidelijk onder woorden brengen en ingaan op die van anderen. © Noordhoff Uitgevers
Je hebt een overzicht met historische feiten gemaakt van Berlijn. (eigenlijk een soort memo voor een latere presentatie)
Je hebt voor een fictief interview vragen en antwoorden geformuleerd, waarbij het karakter van een interview behouden is 19 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
gebleven door ook ‘door te vragen’. Voor dat interview heb je de informatie uit diverse teksten in antwoorden samengevat.
Ik kan informatie en argumenten uit verschillende bronnen samenvatten. Lezen B2 Ik kan snel relevante details in lange en ingewikkelde teksten opzoeken.
Je hebt diverse teksten gelezen waaruit je specifieke informatie moest halen, informatie die voor het beantwoorden van een vraag of het maken van een opdracht relevant was.
Ik kan artikelen over heel specifieke onderwerpen begrijpen als ik een woordenboek mag gebruiken. Ik kan artikelen en verslagen begrijpen over hedendaagse problemen waarin schrijvers bepaalde standpunten innemen.
Hoe weet je of je prestatie goed is? Om te kunnen beoordelen of je je prestatie op B1 niveau hebt uitgevoerd, moet je voor jezelf nagaan of je aan de criteria voldoet. Beantwoord daarvoor onderstaande vragen. (Je kunt ook iemand anders vragen je (mee) te beoordelen.) • Was je voldoende met het onderwerp bekend om er een spreekbeurt over te houden? Ja, helemaal/ een beetje/ eigenlijk onvoldoende. • Kende je alle woorden die je in je spreekbeurt moest gebruiken? meestal wel/soms niet • Moest je woorden of begrippen omschrijven, omdat je het juiste woord niet te binnen wilde schieten? ……. een enkele keer/soms/vaak • Zijn de meeste grammaticale probleempjes voor jou op te lossen? Vaak/soms • Was je uitspraak duidelijk genoeg? vaak/soms/nog niet • Moest je denkpauzes inlassen om woorden te zoeken of grammaticale foutjes te verbeteren? vaak/soms • Was de spelling van de woorden meestal goed? vaak wel/ soms niet • Stonden de punten en de komma’s meestal op de goede plek? meestal wel/soms niet Heb je in de meeste gevallen vaak als antwoord, dan geeft dat aan dat je op B1 niveau zit. Op B1 niveau mag je bijvoorbeeld best wel even nadenken voordat je een zin formuleert. Bij de grammatica gaat veel al heel goed, maar dingen die je nog niet zo vaak hebt geoefend gaan nog wel eens fout. Op B2 niveau doe het overgrote deel goed en kun je zelfs een fout herstellen (omdat je hem zelf hebt gehoord). Op B1 niveau is je uitspraak al redelijk goed, maar je hoort nog wel dat je uit Nederland komt. Met onbekende woorden heb je nog wat moeite. Waarschijnlijk is het zo dat je sommige dingen al heel goed kunt. Je zou dan kunnen zeggen dat je voor zo’n onderdeel al richting B2 gaat. Daarvoor gelden dan andere/strengere normen. Naar je taalportfolio. Ga nu naar je taalportfolio: www.europeestaalportfolio.nl Daar vind je bij de verschillende vaardigheden 'ik kan beschrijvingen'. Hier geef je aan of je dat goed, redelijk of misschien wel 'nog niet' kunt. Je zult merken dat sommige ´ik kan beschrijvingen´ vaker voorkomen, maar met een andere invulling daarbij. Dat komt omdat je eigenlijk een ´ik kan beschrijving´ vaker dan één keer moet hebben gedaan om te kunnen zeggen dat je het echt kunt. Hier geldt een beetje het principe 'einmal ist kein Mal', maar dat snap je zelf ook wel (Door af en toe een doelpunt scoren ben je immers ook niet direct de topscorer). © Noordhoff Uitgevers
20 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
Tip: voeg je producten toe aan het Dossier in je taalportfolio, als bewijs dat je een prestatie echt kunt. Heb je meer hulp nodig bij het invullen van je taalportfolio, kijk dan in de Coach op bladzijde 55, of in de handleiding van het Europees taalportfolio (zie bovenstaande website: klik op handleiding; je kunt deze downloaden of printen)
2.4 Docentenpagina Webquest Inleiding Deze webquest is bedoeld voor leerlingen van 5 havo en sluit aan bij het thema van taak 1, Berlijn. In deze webquest ontwikkelen leerlingen in tweetallen een website of powerpointpresentatie over de Berlijnse Muur met als hoofdonderwerp een vluchtverhaal. Ook presenteren de leerlingen hun website of powerpoint mondeling voor de klas. Niveau Vereiste taalvaardigheid, aangegeven in het Europees Referentiekader (ERK): lezen niveau B1, schrijven niveau A2, spreken A2. Zie ook www.taalportfolio.nl. Doelen en eindtermen 1. Algemene doelen: Opzoeken en verwerken van informatie Informatie verzamelen Informatie selecteren Samenwerken Beslissingen nemen Overeenstemming bereiken Leren reflecteren op het leerproces: (zelf-)reflectie 2. Eindtermen uit het domein Duits: Leesvaardigheid Subdomein: Taalvaardigheden aangeven of een tekst, gegeven een bepaalde informatiebehoefte, relevante informatie bevat en, zo ja, welke. Subdomein: Algemene vaardigheden De kandidaat heeft bij het verwerven van informatie een aantal malen gebruik gemaakt van toepassingen van ICT. Gespreksvaardigheid (presentatie) Subdomein: taalvaardigheden Een monoloog beginnen en afsluiten Informatie geven Schrijfvaardigheid Subdomein: taalvaardigheden Informatie geven © Noordhoff Uitgevers
21 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
Iets of iemand beschrijven Subdomein: algemene vaardigheden Da kandidaat kan bij het schrijfproces gebruik maken van de mogelijkheden van tekstverwerking. Leerzaamheid Uitgaande van de criteria zoals die zijn vastgelegd in de zogenaamde ‘meetlat voor webquests’ op de site http://www.kennisnet.nl/thema/talenquest/meetlat/index.html. kunnen we vaststellen: 1 Blootstelling (kwantitatief) Het uitvoeren van de taak leidt tot kennisname van veel tekst (geschreven of gesproken) in de doeltaal. 2 Blootstelling (kwalitatief) De teksten zijn attractief, actueel, functioneel en levensecht. 3 Productie van output (regelgeleid) – Taak bevat elementen die beheersing van vormaspecten bevorderen. 4 Strategisch handelen (receptief) – Taak lokt gebruik van lees- en luisterstrategieën uit, (het raden van onbekende elementen, het efficiënt gebruik maken van voorkennis, e.d.) 5 Productie van output (algemeen) –Taak lokt productief gebruik doeltaal uit. 6 Strategisch handelen (productief) – Taak lokt gebruik van communicatiestrategieën uit. 7 Leren leren – De opdracht biedt mogelijkheden voor zowel tussentijdse reflectie op het proces (strategieën!), als ook reflectie aan het eind van en op het product. Randvoorwaarden Voor het uitvoeren van deze TalenQuest met een klas of groep leerlingen moeten de leerlingen de beschikking hebben over: Computers met internet aansluiting; Printers (eventueel); Woordenboeken D-N, N-D of een online woordenboek (zie de bronnen in de opdracht). Regie Duur De leerlingen hebben minimaal drie lesuren nodig om deze webquest af te ronden. Daarnaast zal er zo’n drie uur huiswerk aan vast zitten. U zult zelf moeten bepalen of de geschatte tijdsindicatie voldoet voor uw leerlingen. Een ander hangt ook af van de door u gewenste kwaliteit van het eindproduct. Werkvolgorde De leerlingen werken in tweetallen. Door het volgen van de verschillende stappen, werken ze naar het eindproduct, de website of powerpointpresentatie, toe. Beoordeling De leerlingen beoordelen in eerste instantie zelf hun werk. Dit gebeurt aan de hand van onderstaand schema (wellicht moet u het schema toelichten bij uw leerlingen). U kunt ook variaties erop aanbrengen. U kunt van tevoren een minimaal aantal punten aangeven dat door de leerlingen gescoord moet worden (maximaal 32 punten). © Noordhoff Uitgevers
22 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
1
2
3
4
Opdrachten (werkblad) Opdrachten (werkblad) Gebruikte Duitse websites Weergeven informatie in eigen woorden Eindproduct: Duitse taal
onvolledig
volledig
inhoudelijk slecht slecht passend bij onderwerp
Eindproduct: lay-out Presentatie: Duits Samenwerking
onverzorgd
inhoudelijk goed goed passend bij onderwerp in eigen woorden beschreven (bijna) zonder fouten verzorgd
slecht gesproken slecht
goed gesproken uitstekend
veel overgeschreven van de bronnen veel fouten
Totaal aantal punten:
© Noordhoff Uitgevers
(max. 32)
23 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
3 Examenvoorbereiding Sprechen 3.1 Werkplanner Het is niet perse de bedoeling dat u een examenonderdeel in een keer achter elkaar doorwerkt. Het is ook heel goed mogelijk om zo’n onderdeel over meerdere weken te verdelen, naast een ander examenonderdeel of naast een andere taak. Desalniettemin voegen we hier een reguliere werkplanner toe. Dat geeft u een richtlijn voor het maken van uw eigen planning. Bij 2 uur Duits per week Les Datum Voor de les 1 Invullen taalportfolio en werkplanner
In de les Oefenen A 1 en 2
2
Maken A 3 t/m 5 Voorbereiden A 7 Leren Redemittel A 9 Extra oefenen I-clips
Bespreken A 3 t/m 6 Oefenen A 7 en 8
3
Maken B 10, 11 en 12 Extra oefenen i-clips gramm
Bespreken B 10, 11 en 12 Oefenen B 13
4
Maken B 14 Voorbereiden 15
Bespreken B 14 Oefenen B 15 Luisteren B 16
5
Maken B 17, 18 en 19
Bespreken B 17 en 18 Mondeling B 19
6
Leren B 21 Redemittel Extra oefenen I-clips 7 Leren C 27 Voorbereiden C 24, 25 en 26 8 Voorbereiden D 28 t/m 31 Leren redemittel D 33 Extra oefenen in I-clips Toets spreekvaardigheid
Bij 3 uur Duits per week Les Datum Voor de Les invullen taalportfolio Voorbereiden A. 1,2 1 2
Oefenen B 20 C 22 en 23 Mondeling C 24, 25 en 26 Mondeling D 29 en 31 en 32
In de Les Oefenen A 1 en 2
Bespreken A 3 t/m 5 Oefenen A 7
Maken A 3 t/m 5 Voorbereiden oef. 7
Voorbereiden A 8
© Noordhoff Uitgevers
24 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
3
Maken B 10 t/m 12 Leren Redemittel A 9 Extra oefenen I-clips gramm en Redemittel
Oefenen A 8 Bespreken B 10 t/m 12
4
Voorbereiden B 13 Maken B 14
Oefenen B 13 Bespreken B 14 Luisteren B 16
5
Voorbereiden B 15 Maken B 17,18 Leren B 21 Redemittel
Oefenen B 15 Bespreken B 17,18
Voorbereiden B 20 Maken B 19
Oefenen B. 20 Bespreken B 19
Voorbereiden C 22,23
Oefenen C 22,23
8
Voorbereiden / Maken C 24,25
Oefenen C 24,25
9
Voorbereiden C 26 Maken D 30 Leren D 33
Oefenen C 25,26 Luisteren C 27 Bespreken D 30
10
Voorbereiden D. 28,29
Oefenen D 28,29
11
Voorbereiden D 31 Maken D 32
Oefenen D 29,31 Bespreken D 32 Luisteren D 33
6
7
12
Toets Spreekvaardigheid
3.2 Didactische tips
© Noordhoff Uitgevers
25 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
1 Verwijs de leerlingen naar de Redemittel op bladzijde 7 en naar de Coach op pagina 33 en verder. 2 Variatie: neem foto’s mee van bekende Nederlanders uit populaire weekbladen of laat leerlingen zelf foto´s meenemen. Per tweetal uitdelen zonder dat de twee leerlingen de foto van elkaar zien! Op die manier wordt het beschrijven gemakkelijker en kan het resultaat direct getoond worden. 3 Herhaling van de voorzetsels die bij oefening 4 gebruikt zullen worden. 4 De woorden Dachrinne en Dachziegel eventueel van tevoren verklaren. Belangrijk is: veel mondeling oefenen. U kunt dat ook makkelijk doen met allerlei voorwerpen: bijv in de klas, in de keuken, in je kamer etc.. 6 Verwijs de leerlingen naar de Redemittel op blz. 7! 7 De ene leerling vertelt hoe zijn ouderlijk huis eruit ziet, de andere leerling probeert het na te tekenen. Misschien is het zinvol dat degene die gaat vertellen eerst even snel een plattegrondje maakt van zijn/haar eigen woonsituatie en daarbij de benodigde woorden schrijft. Vervolgens rollen ruilen. 8 Leerlingen hebben de neiging het gesprek helemaal te gaan uitschrijven. Dit is niet de bedoeling! Laat ze alleen enkele kernwoorden vertalen en de rest uit hun hoofd doen. Laat een paar tweetallen het gesprek klassikaal uitvoeren. 10 en 11 Aandacht besteden aan de Konjunktiv en ze stimuleren deze vorm zoveel mogelijk te gebruiken. Extra oefeningen in I/clips. 12 en 13 De stad waaraan in de opdrachten 12 t/m 20 aandacht wordt besteed is Timisoara in het westen van Roemenie. Timisoara, het vroegere Temeschburg uit de tijd van de Donaumonarchie, was in 1989 de plaats waar de revolutie tegen Ceaucescu en zijn vrouw Elena begon. Men spreekt er nog altijd Duits en er zijn Duitstalige enclaves. Misschien is het leuk om eens even met de leerlingen te verkennen waar Timisoara precies ligt. Opdracht 12 is de voorbereiding op opdracht 13. 14 en 15 De vertaalzinnen van 14 zijn bedoeld als voorbereiding op opdracht 15 Buna dimineata = goede morgen in het roemeenè. Spreek het uit als: ´boena diemienie aatsa’. 18 Vier invullijnen = vier problemen. 19 Zes verschillende communikatieve situaties die de leerlingen volgens het ERK o.a. dienen te beheersen bij bezoek aan het buitenland. Vraag 11: dimlicht = das Abblendlicht Vraag 18: Uitleggen wat onder het woord ´coupures’ wordt verstaan ( = die Scheine) Deze situaties naspelen in de klas. Geef leerlingen daarbij een ietwat vrijere opdracht. Ze mogen dezelfde situatie nemen als die in de opdracht, maar ze kunnen daarop ook varieren. 22 Alternatief laat leerlingen verschillende foto´s uit dit katern gebruiken. 23 In plaats van afbeelding 2 aan de ene leerling te verstrekken zou de docent er ook voor kunnen kiezen afbeelding 2 zo lang bij zich te houden en klassikaal de opdracht verder af te handelen. Afbeelding 2 vindt u als bijlage 2 bij deze handleiding.
© Noordhoff Uitgevers
26 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
25 Onderdeel 4: hier zijn meerdere antwoorden mogelijk! Duidelijk nagaan of alle voegwoorden bekend zijn en wanneer ze gebruikt worden. Zie ook coach bladzijde 21. Onderdeel 5: evt. aandacht besteden aan de Konjunktiv bij een vorm als Ich würde mitmachen .... 26 Het is hier de bedoeling dat leerlingen iets over een land vertellen. Een voorbeeld staat er onder aangegeven (Irland). Iedere leerling kan een ander land kiezen (lijstje kan zonodig aangevuld worden met andere) en dit land te laten presenteren. Laat ze de nodige aantekeningen maken en geef de opdracht eventueel als huiswerk op zodat ze de tijd hebben om op het internet nog extra info te zoeken. 28 Deze opdracht kan prima uitgebreid. Geef leerlingen onvoorbereid een voorwerp - van tevoren even iets selecteren – en voer het klassikaal uit. 29 Vergelijkbare opzet als die van opdracht 26! 31 Als alternatief: personeelsadvertenties uit de krant knippen, de leerlingen hier uit laten kiezen en een sollicitatiegesprek naspelen waarbij de docent de rol van de werkgever vervult. 32 Zie opdracht 26! Het voorbeeld hierbij is de tekst Mühlen.
3.3 Ik kan beschrijvingen Sprechen In de taken van leerjaar 4 en leerjaar 5 hebben de leerlingen al verschillende spreekopdrachten uitgevoerd. In het examenvoorbereidingsdeel hebben de leerlingen gewerkt aan de volgende `Ik kan beschrijvingen`:
Niveau B1 productief Gesprekken voeren 1 Informele gesprekken Kan gevoelens uiten en op gevoelens van anderen reageren. Kan persoonlijke standpunten, commentaar en meningen geven in gesprekken over onderwerpen binnen de eigen belevingssfeer en commentaar geven op meningen. 2 Zaken regelen Kan minder routinematige situaties aan Kan een klacht uiten, aannemen, doorgeven Kan overweg met voorspelbare situaties die zich voor kunnen doen tijdens een reis. Kan bij het bespreken van hoe verder te gaan met een klus of mogelijke oplossingen voor iets, zeggen wat hij/zij er van vindt, en daarbij kort een reden of uitleg geven. 3 Informatie uitwisselen Kan eenvoudige feitelijke informatie achterhalen en doorgeven Kan in gesprekken informatie uitwisselen over vertrouwde onderwerpen. Kan meer gedetailleerde informatie achterhalen Kan meer gedetailleerde informatie opvragen en doorgeven. Kan telefonisch informatie opvragen en doorgeven. © Noordhoff Uitgevers
27 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
Kan in beperkte mate initiatieven nemen in een vraaggesprek, bijvoorbeeld over een nieuw onderwerp beginnen. Spreken 1 Monologen Kan eenvoudige beschrijvingen geven van vertouwde zaken binnen het eigen vak/of interessegebied. Kan gedetailleerd verslag doen van ervaringen en meningen en reacties beschrijven. Kan echte of verzonnen gebeurtenissen beschrijven. Kan vertellen over mijn dromen, verwachtingen en ambities. Kan plannen uitleggen en toelichten. 2 een publiek toespreken Kan een eenvoudige presentatie of spreekbeurt houden.
© Noordhoff Uitgevers
28 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
4 Examenvoorbereiding Hören 4.1 Werkplanner Het is niet perse de bedoeling dat u een examenonderdeel in een keer achter elkaar met uw leerlingen doorwerkt. Het is ook heel goed mogelijk om zo’n onderdeel over meerdere weken te verdelen, naast een ander examenonderdeel of naast een andere taak. Toch voegen we hier een reguliere werkplanner toe. Dat geeft u een richtlijn voor het maken van uw eigen planning. In deze planning staat geen huiswerk. Toch kunt u uw leerlingen ook zelf de luisteropdrachten thuis laten maken en ze nabespreken in de les. Voorwaarde is dat ze dan of I-clips of de leerlingen cd tot hun beschikking hebben. Bij 2 uur Duits per week Les Datum Voor de les 1 Invullen taalportfolio 2 3 4 5 6 7 Extra luisteren en kijken in I-clips 8 Bij 3 uur Duits per week Les Datum Voor de les 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Extra luisteren en kijken in I-clips 11
In de les A 1 t/m 8 B 9 t/m 11 C12 en 13 C14 en 15 D16 D 17 D 18
In de les A 1 t/m 5 A 6 t/m B10 C 11 en 12 C 13 C 14 C 15 D 16 D 17 D 18
12
4.2 Didactische tips bij Hören Bij dit onderdeel oefenen de leerlingen met veel verschillende luisterteksten en met vragen die gesteld worden in het Duits (zoals in de overige katernen) en in het Nederlands. De korte berichten vinden leerlingen over het algemeen lastig. Laat ze in alle gevallen twee keer horen. Oefen daarnaast ook nog – als u de beschikking daarover heeft met een CITO kijkluistertoets. 1 en 2 De eerste luisterteksten drie maal laten horen: 1x voor de kernwoorden, 1x voor de multiple-choice vraag en 1x om het gehele fragment goed te kunnen duiden.
© Noordhoff Uitgevers
29 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
Laat belangrijke woorden uit de antwoorden zonodig noteren op de Notizen pagina´s achter in het katern. 3 Wijs leerlingen op de titel van de opdracht. Over wat voor iemand gaat de tekst? Eerst vragen laten bestuderen en dan pas het fragment laten horen. Wijs op vraag 3: gaat het nu bij een zangeres om de stem? 5 Vanaf opdracht 5 kunt u overgaan op twee keer luisteren. Aanpak is hier nl.: vragen lezen, daarin kernwoorden onderstrepen, dan luisteren en beantwoorden. Ter controle de tekst eventueel nog een keer beluisteren. 6 Wijs leerlingen op de titel van de opdracht - ook bij leesvaardigheid van belang. 8 Eventueel toelichten wie Elvis is en wat onder Schlange stehen (antwoord A) wordt verstaan. In paragraaf B luisteren de leerlingen ook naar vrij korte berichten, maar nu worden deze ingeleid door een stukje tekst. Op die manier zijn ze al meer voorbereid op het onderwerp voordat ze gaan luisteren. 9 Langer fragment. Eerst de tekst bestuderen en de inleidende vragen laten maken en dan pas luisteren. Ook hier spelen kernwoorden inde vraag weer een rol bij de beantwoording. 11 Wijs leerlingen op de foto en de tekst – dat geeft in dit geval al vrij veel informatie. Bij C en D volgen wat langere interviews. Bij D wordt geoefend met gatenteksten. volgen 12 Langer fragment – slechts 1x laten horen. Interview wordt in stappen voorbereid. 13, 14 en 15 Let op het onderstrepen van de kernwoorden! Snappen de leerlingen de vragen en antwoorden? 16 Let er bij dit fragment op dat bij de vragen 1 en 3 de leerlingen nog iets moeten invullen / hun antwoord moeten verklaren. 18 Dit fragment vraagt enige voorbereiding van de docent. Ga eerst zelf op ontdekkingstocht. Er zullen altijd wel leerlingen zijn voor wie deze site gesneden koek is. Wat houdt u tegen dat zij hun klasgenoten de mogelijkheden laten zien?
4.3 Ik kan beschrijvingen bij Hören In de taken van leerjaar 4 en leerjaar 5 hebben de leerlingen al verschillende luisteropdrachten uitgevoerd. In het examenvoorbereidingsdeel hebben de leerlingen gewerkt aan `Ik kan beschrijvingen` op zowel B 1 als B2 niveau. Niveau: B1 receptief Luisteren 1 Gesprekken tussen moedertaalsprekers verstaan Kan de hoofdpunten volgen van gesprekken over een voor hem-haar interessant onderwerp. Kan van een discussie over actuele thema`s de hoofdlijnen volgen.
© Noordhoff Uitgevers
30 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
2 Luisteren naar aankondigingen en instructies Kan eenvoudige, duidelijke informatie begrijpen. 3 Luisteren naar tv, video- en geluidsopnames Kan belangrijke details begrijpen in eenvoudige, langzame en duidelijk gesproken radioprogramma´s. Niveau: B2 receptief Luisteren 1 Gesprekken tussen moedertaalsprekers verstaan Kan met enige moeite veel begrijpen van gesprekken over een voor hem/haar interessant onderwerp. Kan in discussies over thema’s binnen het eigen vak- of interessegebied de argumentatie volgen en belangrijke punten in detail begrijpen. 2 Luisteren als lid van een live publiek Kan complexe informatie begrijpen over onderwerpen uit het dagelijks leven of het eigen beroep of vakgebied. Kan binnen de eigen interessesfeer of het eigen vakgebied de essentie van ingewikkelde betogen begrijpen, mits het onderwerp enigszins vertrouwd en het verhaal duidelijk opgebouwd 3 Luisteren naar aankondigingen en instructies Kan eenvoudige, duidelijke informatie begrijpen. Kan concrete aanwijzingen en opdrachten begrijpen. 4. Luisteren naar tv, video- en geluidsopnames Kan belangrijke details begrijpen in eenvoudige, langzaam en duidelijk gesproken radioprogramma's.
© Noordhoff Uitgevers
31 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
5 Examenvoorbereiding Lesen 5.1 Werkplanner Het is niet perse de bedoeling dat u een examenonderdeel in een keer achter elkaar met uw leerlingen doorwerkt. Het is ook heel goed mogelijk om zo’n onderdeel over meerdere weken te verdelen, naast een ander examenonderdeel of naast een andere taak. Toch voegen we hier een reguliere werkplanner toe. Dat geeft u een richtlijn voor het maken van uw eigen planning. N.B de planning van 3 uren in de week is erg riant. Bij 2 uur Duits per week Les Datum Voor de les 1 Invullen taalportfolio
In de les Maken A 1 t/m 3
2 3
Maken A 4 t/m 6 Maken B 7 en 8
4
Leren Lernliste tekst 7 en 8 Maken B 9 en 10 Leren Lernliste tekst 9 en 10 Maken B 11 t/m 13 Leren Lernliste tekst 11 t/m 13 Maken 14 en 15 Leren Lernliste tekst 14 Maken C 16 t/m D 20
5 6 7
8
Extra oefenen in I-clips met voorbeeldexamen Extra oefenen in I-clips met woordenlijsten
Bij 3 uur Duits per week Les Datum Voor de les 1 Invullen taalportfolio 2 Maken A 4 en 5 3
Maken B 6 en 7
4
Leren Lernliste tekst 7 Maken B 8 Leren Lernliste tekst 8 Maken B 9 Leren Lernliste B9 Maken B10 Leren Lernliste tekst 10 Maken B 11 en 12 Leren Lernliste tekst 11 en 12 Maken B 13 Leren Lernliste tekst 13 Maken B 14 Leren Lernliste tekst 14 Maken C 15 en 16
5 6 7 8 9 10
Bespreken A 4 t/m 6 Bespreken B 7 en 8, start huiswerk Bespreken B 9 en 10, Start huiswerk Bespreken B 11 t/m 13 Start huiswerk Bespreken B 14 en C 15 Start huiswerk Bespreken C 16 t/m D 20 Leren complete Lernliste
© Noordhoff Uitgevers
32 (43)
In de les Maken A 1 t/m 3 Bespreken A 4 en 5 Start huiswerk Bespreken A 6 en 7 Start huiswerk Bespreken A 8 Start huiswerk Bespreken B9 Start huiswerk Bespreken B10 Start huiswerk Bespreken B 11 en 12 Start huiswerk Bespreken B 13 Start huiswerk Bespreken B 14 Start huiswerk Bespreken C 15 en 16 Start huiswerk
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
11
Leren Lernliste tekst 15 en 16 Maken C 17, 18 en 20
12
Extra oefenen in I-clips met voorbeeldexamen Extra oefenen in I-clips met woordenlijsten
Bespreken C 17 t/m D 20 Leren complete Lernliste
5.2 Didactische tips bij Lesen 1 t/ m 3 Vaak kennen de leerlingen het begrip ‘scannen’ wel, toch benadrukken dat het dus niet de bedoeling is om de hele tekst te gaan lezen. Dat kost relatief ook te veel tijd tijdens een examen.. 4 Hier even verduidelijken dat op de foto een zgn. quad (motorfiets met vier wielen) te zien is waarvoor in Duitsland het rijbewijs klasse S nodig is. Besteed aandacht aan het zorgvuldig lezen van de vraag/vragen. 5 Leerlingen de betekenis van de keuzemogelijkheden bij vraag 3 laten opzoeken en de functie in een zin verduidelijken. Duidelijk maken dat op vrijwel elk examen een dergelijke opdracht voorkomt. 7 De inleidende vragen zijn bedoeld om de voorkennis te activeren. Wat weet een leerling zelf al over het onderwerp zonder de tekst gelezen te hebben? multiple choice vraag 1: Zie opmerking gemaakt bij tekst 5, vraag 3. 10 Alhoewel uit de ondertitel snel duidelijk wordt dat het over Fußballfans gaat, is het verstandig de eerste alinea even klassikaal te bekijken.Hierin staan vrij moeilijke woorden, bijv: kleinkariert en heimtückischem Anschleichen . 13 Pittige tekst waarin toch wel een aantal moeilijke woorden in voorkomen. Wellicht is extra hulp nodig, zoals bij vraag 3. 14 Deze lijst kan in feite nog oneindig doorgevoerd worden. Leerlingen lopen er vaak op stuk omdat ze het voltooid deelwoord of een andere vorm van het werkwoord niet kunnen herleiden tot het hele werkwoord. 15 Met tekst 14 begint het gedeelte van de gatenteksten. De meeste leerlingen vinden dit moeilijk en zien er tegen op. Maak goed duidelijk dat het er omgaat dat ze de zinnen/de alinea voor en na een in te vullen gat goed bestuderen! Laat de leerlingen hun antwoord verklaren mbv de tekst. Bij vraag 3 is er bijvoorbeeld sprake van een tegenstelling. Bij vraag 7 speelt het woordje nur in dezelfde alinea een doorslaggevende rol. Multiple-choice vraag 1: wijs de leerlingen op de bijvoeglijke naamwoorden die bij deze vraag doorslaggevend zijn. 16 Multiple-choicevraag 1,3: welk signaal geven deze woorden af? Welke functie hebben ze in de zin?
© Noordhoff Uitgevers
33 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
17 Op het examen worden veel fouten gemaakt doordat leerlingen slordig werken. Ze lezen de vraag net niet goed genoeg (3 argumenten en niet 2) of ze formuleren hun antwoord slordig. Ze komen bijv niet to-the-point, zijn te breedsprakig. Oefen daarop. Leer ze hun antwoorden daarop te controleren: wat wordt er concreet van me gevraagd?
5.3 Ik kan beschrijvingen bij Lesen In dit onderdeel hebben de leerlingen zowel aan ik kan beschrijvingen op B1 als op B2niveau gewerkt. Niveau B1 receptief 1 Correspondentie lezen Kan persoonlijke brieven en e-mails voldoende begrijpen om met iemand te kunnen corresponderen. Kan een eenvoudige zakelijke brief, fax of e-mail voldoende begrijpen om adequaat te kunnen reageren. 2 Oriënterend lezen Kan relevante informatie vinden en begrijpen in brochures en korte officiële documenten. Kan in langere teksten over thema's binnen het eigen interessegebied informatie zoeken. 3 Lezen om informatie op te doen Kan belangrijke feitelijke informatie begrijpen in korte verslagen en artikelen. Kan hoofdthema en belangrijkste argumenten begrijpen in eenvoudige teksten in tijdschriften, kranten of op internet. Niveau: B2 receptief 1 Correspondentie lezen Kan brieven of e-mails over onderwerpen in de eigen interessesfeer met gemak lezen en snel de essentie vatten Kan de meeste zakelijke correspondentie van verschillende instanties begrijpen. 2. Oriënterend lezen Kan snel belangrijke detailinformatie vinden in lange en complexe teksten. Kan bij allerlei soorten berichten, artikelen of verslagen snel bepalen of het de moeite waard is deze nader te bestuderen Kan meer complexe advertenties begrijpen. 3. Lezen om informatie op te doen Kan teksten begrijpen over actuele onderwerpen waarin de schrijver een bepaald standpunt inneemt. Kan in teksten over onderwerpen van algemeen belang of binnen het eigen vak- of interessegebied nieuwe informatie en specifieke details vinden. Kan literaire en non-fictie teksten lezen met een redelijke mate van begrip voor het geheel en voor details.
© Noordhoff Uitgevers
34 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
6 Examenvoorbereiding Schreiben 6.1 Werkplanner Het is niet perse de bedoeling dat u een examenonderdeel in één aaneengesloten periode met uw leerlingen behandelt. Het is ook heel goed mogelijk om zo’n onderdeel over meerdere weken te verdelen, naast bijvoorbeeld een ander examenonderdeel of naast een andere taak. Hieronder vindt u desalniettemin een reguliere werkplanner; dat geeft u enige richtlijn voor het maken van uw eigen planning. Bij 2 uur Duits per week Les Datum Voor de les 1 Invullen taalportfolio Maken A 1 t/m 3 2 Extra opdrachten grammatica in Iclips Maken A 5 en 6 3 Maken A 7 t/m 10 4 5 6 7 8
Leren Schreibmittel (14) Maken A 11, 12 Maken B 15 t/m 17 Maken B 18 en 19 en extra opdrachten grammatica in I-clips Maken B 20 t/m C 25 en leren Schreibmittel (24) Maken C 27 tm 29 En extra oefeningen grammatica in I-clips
4
Maken A 9, 10
5 6
Maken A 11 Leren Schreibmittel (14) Maken A 12, 13
7
Maken B 15 en 16 en 12
8
Maken B 17 en 18 Extra oefenen grammatica in Iclips Maken B 19
© Noordhoff Uitgevers
Bespreken A 7 t/m 10, start huiswerk Bespreken A 11en 12, maken 13 Bespreken B 15 t/m 17
Bij 3 uur Duits per week Les Datum Voor de les 1 Invullen taalportfolio 2 Maken A 4 en 5 Extra opdrachten grammatica in Iclips 3 Maken A 6, 7 en 8
9
In de les Bespreken A 1 t/m 3 Maken A 4 Bespreken A 4, 5 en 6 Start huiswerk
35 (43)
Bespreken B 18 en 19 Start huiswerk Bespreken B 20 t/m C 25 Maken 26 Bespreken huiswerk (kort) Maken C 31
In de les Maken A 1 t/m 3 Bespreken A 4 en 5 Start huiswerk Bespreken A 6, 7 en 8 Start huiswerk Bespreken A 9 en 10 Start huiswerk Bespreken A11 Start huiswerk Bespreken A12 en 13 Start huiswerk Bespreken B 15 en 16 Start huiswerk Bespreken B 17 en 18 Start huiswerk Bespreken B 19 Start huiswerk
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
10 11 12
Maken B 20 t/m 23 Leren Schreibmittel (23) Maken C 25 t/m 27
Bespreken B 20 t/m 23 Start huiswerk Bespreken C 25 t/m 27 Start huiswerk Bespreken huiswerk en maken C31
Maken 28 en 29 Extra oefenen in I-clips grammatica
6.2 Didactische tips bij Schreiben Laat de leerlingen grotere opdrachten zoveel mogelijk op de computer uitwerken; dan kan het eindresultaat eventueel opgeslagen worden in het taalportfolio. Gebruik een online-woordenboek en sta eventueel een spellings- en/of grammatica-checker toe. Leerlingen worden door het gebruik hiervan toch op hun fouten gewezen. 2 Klassikaal bespreken – er zijn meer mogelijkheden. Besteed meteen aandacht aan hoofdletters en naamvallen! Teksten 2 t/m 4 Thematisch horen deze teksten en opdrachten bij elkaar: studente Elyse Meyer uit Friesland die aan de Oostenrijker Franz Brunner (Azubi im Metallbau) schrijft en visa versa. 5,7: Attendeer de leerlingen op verschil e-mail en brief wat betreft correcte vermelding van woonplaats, datum, aanhef en afsluiting etc. Omdat het informele brieven betreft is er gekozen voor een e-mail opbouw (zonder dus de gegevens van de geadresseerde als de verzender), Aandachtspunt ook: alinea-indeling. 13 Wijs de leerlingen op het commentaar van blz. 48 en het belang ervan. De opbouw van tekst 8 even doornemen. Wat betekent „ z.H.“ in de gegevens van de geadresseerde? (zu Händen = ter attentie van) 16 Hier vindt u drie verschillende situaties met klachten. Bepaalde zinnen kunnen uit de Schreibmittel worden gehaald. 19 Eerste eigen klachtenbrief, eventueel samendoen, en vervolgens Aufgabe 22 zelfstandig laten uitvoeren. 20 Moeilijke opgave om de juiste volgorde weer aan te brengen. Eerst alle zinnen goed laten doornemen! 31 Keuze voor leerlingen: Eerste opdracht wat uitgebreider, want ook cv. Tweede opdracht: controleer of de leerlingen de opdracht ook goed begrijpen en dat in hun brief vertalen. De brief moet kort na 30 januari geschreven zijn.
© Noordhoff Uitgevers
36 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
6. 3 Ik kan beschrijvingen bij Schreiben In dit onderdeel hebben de leerlingen gewerkt aan de volgende `Ik kan beschrijvingen`. Niveau: B1 productief Schrijven 1 Correspondentie -Kan in brieven of e-mails feitelijke zaken beschrijven en nieuwtjes uitwisselen. -Kan brieven of e-mails schrijven over persoonlijke zaken. -Kan eenvoudige brieven schrijven aan instanties en zakelijke contacten. -Kan op advertenties reageren. -Kan deelnemen aan discussies op internet over bekende thema’s of over thema’s uit vaken interessegebied. 2 Vrij schrijven -Kan eenvoudige, gedetailleerde beschrijvingen geven van bekende onderwerpen binnen het interessegebied.
© Noordhoff Uitgevers
37 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
7 Literatuur 7.0 Literatuur in katern 1 In katern 1 worden twee aantrekkelijke fragmenten aangeboden die te maken hebben met het thema Berlijn. Een eigentijdse, namelijk uit Knallhart van Tessnow (er is ook een film uit van dit boek). Daarna een stuk over een liefdesgeschiedenis rond de muur Het onderdeel wordt besloten met het lied Berlin van Wolf Bierman. De slotopdracht is een zoekopdracht op internet over de zanger Wolf Bierman. De geschiedenis van Berlijn, die kort beschreven is in de taak, komt in het literatuurblok terug.
7.1 Examenvoorbereiding Literatuur In dit onderdeel oefenen de leerlingen met het samenstellen van een leesdossier, het schrijven van een boekverslag en het vinden van informatie. Aan de hand van een kort verhaal van Josef Reding worden verschillende verwerkingsopdrachten aangeboden. In de I-clips vinden de leerlingen nog een voorbeeldtekst met uitwerking van Heinrich Böll, An der Brücke. Inhoud: A Het leesdossier • literatuurlijst (bibliografie) • leesautobiografie • leesverslag van gelezen boeken B Oefenen • voorbeeldtekst: Josef Reding • voorbeelden van verwerkingsopdrachten C Documenteren • informatiebronnen • werken met informatiebronnen • bronverwijzingen • tips voor de samenstelling van je leeslijst
7.2 Boekenlijst Lijst van jeugdboeken Hieronder staat een lijst van bekende Duitstalige jeugdboeken van de afgelopen 50 jaar. De meesten zijn niet meer dan tien jaar oud en spelen in het hedendaagse Duitsland of Oostenrijk of Zwitserland Als de je om een keuze te kunnen maken wilt weten, waarover een bepaalde romans gaat, zoek dan de titel op bij een Duitse internetboekenwinkel (bij voorbeeld www.amazon.de of www.buch.de). Je vindt daar ook korte beschrijvingen van de inhoud en meningen van lezers over het boek. Ani, Friedrich Bach, Tamara Bach, Tamara Blobel, Brigitte Blobel, Brigitte Boie, Kirsten Burger, Horst © Noordhoff Uitgevers
Wie Licht schmeckt (2005) Marsmädchen (2003) Jetzt ist hier (2007) Antonia liebt gefährlich (2001) Die Clique (2002) Nicht Chicago. Nicht hier (1999) Warum warst du in der Hitlerjugend? (1978) 38 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
Chidolue, Dagmar Dunker, Kristina Dunker, Kristina Drvenkar, Zoran Drvenkar, Zoran Drvenkar, Zoran Ende, Michael Ende, Michael Erben, Eva Fährmann, Willi Fiechtner, Urs M. Fietzek, Petra Frey, Jana Frey, Jana Fuchs, Thomas Funke, Cornelia Funke, Cornelia Funke, Cornelia Funke, Cornelia Goeb, Wilfried Hennig von Lange, Alexa Hennig von Lange, Alexa Hennig von Lange Alexa Junge, Reinhard Kekulé, Dagmar Konecny, Jaromir König, Karin Kordon, Klaus Kordon, Klaus Kordon, Klaus Kordon, Klaus Kordon, Klaus Korschunow, Irina Korschunow, Irina Kühn, Frauke Kühn, Frauke Ladiges, Ann Ladiges, Ann Lebert, Benjamin Lehnerer, Barbara Mebs, Gudrun Mechtel, Angelika Michels, Tilde Kerner, Charlotte Nöstlinger, Christine Nöstlinger, Christine Nöstlinger, Christine Nöstlinger, Christine Ossowski, Leonie Pausewang, Gudrun Pausewang, Gudrun Pausewang, Gudrun Pausewang, Gudrun Pressler, Mirjam © Noordhoff Uitgevers
Lady Punk (1986) Sommergewitter (2004) Mike mag Meike (2003) Cengiz & Locke (2002) Im Regen stehen (2000) Touch the flame (2003) Momo (1973) Die unendliche Geschichte (1979) Mich hat man vergessen. Erinnerungen eines jüdischen Mädchens (2000) Das Jahr der Wölfe (1962) Annas Geschichte (1989) Schneewittchens Wut (2004) Höhenflug abwärts (2004) Der verlorene Blick (2005) Das HIP-HOP-Projekt (2003) Herr der Diebe (2001) Tintenherz (2003) Tintenblut (2005) Tintentod (2007) Er war 16, als man ihn hängte (1981) Ich habe einfach Glück (2002) Erste Liebe (2004) Risiko (2007) Klassenfahrt (1985) Ich bin eine Wolke (1982) Hip und Hop und Trauermarsch (2006) Oya, fremde Heimat Türkei (1988) Die Einbahnstraße (1979) Die Flaschenpost (1988) Mein Freund Ringo (1998) Krokodil im Nacken (2002) Wie Spucke im Sand (1987) Die Sache mit Christoph (1978) Er hieß Jan (1979) Das Mädchen am Fenster (2001) Ein Mädchen verschwindet (1989) Mann, du bist gemein (1974) Hau ab, du Flasche (1975) Crazy (1999) Der Klang der Farben (2003) Sie hat mich einfach mitgenommen (2004) Cold Turkey (1997) Kleiner König Kalle Wirsch (2006) blueprint, blaupause (1999) Maikäfer flieg! (1973) Zwei Wochen im Mai (1981) Ilse Janda, 14 (1974) Wir pfeifen auf den Gurkenkönig (1972) Die große Flatter (1977) Überleben (2005) Die Wolke (2006) Die letzten Kinder aus Schewenborn (1983) Kinderbesuch (1986) Bitterschokolade (1980) 39 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
Pressler, Mirjam Pressler, Mirjam Pressler, Mirjam Pressler, Mirjam Pressler, Mirjam Preussler, Otfried Preussler, Otfried Richter, Hans-Peter Rodrian, Irene Rodrian, Irene Rösler, Dietmar Rudelius, Wolfgang Ruwisch, Ulrieke Schlüter, Andreas Schlüter, Andreas Schlüter, Andreas Schmid, Thomas Schwarz, Annelies Schwarz, Annelies Seiffert, Dietrich Seiffert, Dietrich Steinhöfel, Andreas Steinhöfel, Andreas Steinhöfel, Andreas Tessnow, Gregor Till, Jochen Timm, Uwe Timm, Uwe Tondern, Harald Voorhoeve, Anne Wahl, Mats Walbrecker, Dirk Welsh, Renate Welsh, Renate Welsh, Renate Welsh, Renate Wildner, Martina Zeller, Eva Zeuch, Christa Zickgraf, Cordula Ziegler, Reinhold
© Noordhoff Uitgevers
Zeit am Stiel (1982) Stolperschritte (1981) Kratzer im Lack (1981) Malka Mai (2004) Die Zeit der schlafenden Hunde (2003) Zwölfe hat's geschlagen (1988) Krabat (1971) Damals war es Friedrich (1962) Blöd, wenn der Typ draufgeht (1997) Viel Glück, mein Kind (1978) Störtebeker im Netz (1997) Das Licht im Haus gegenüber (2003) Flip oder Flop? (2004) Reality Game (2003) Die Fernsehgeisel (1997) Gesucht (2006) Familie Zoffke dreht durch (2004) Wir werden uns wiederfinden (1995) Hamide spielt Hamide (2000) Verlier nicht dein Gesicht (1980) Einer war Kisselbach (1980) Die Mitte der Welt (2000) Trügerische Stille (1993) Der mechanische Prinz (2003) Knallhart (2005) Sonnenschein (1997) Der Schatz auf Pagensand (1995) Rennschwein Rudi Rüssel (Tierliebe) Die Nacht die kein Ende nahm (1994) Lilly unter den Linden (2004) Winterbuch (2006) Eine rätselhafte Verwandlung (1999) Besuch aus der Vergangenheit (2001) Johanna (1981) Drachenflügel (1988) Einmal 16 und nie wieder (1975) Jede Menge Sternschuppen (2003) Das versiegelte Manuskript (1998) Moonskater (2004) Mit einem Bein im Leben (1997) Version 5 Punkt 12 (1997)
40 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
Bijlagen Bijlage 1 [alleen in de docentenservicebox] Bijlage 2 Afbeelding 2 bij Sprechen
© Noordhoff Uitgevers
41 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
Bijlage 3 Beoordelingsformulier Spreken
1
2
3
4
5
6
7
Manier van spreken 1 tempo: te snel OOOOO te langzaam 2 volume: te hard OOOOO te zacht 3 klank: spreekt enthousiast OOOOO saai, eentonig 4 manier van spreken: spreekt vrij OOOOO leest alles voor De inhoud 1 voorkennis: sluit aan OOOOO sluit niet aan bij voorkennis 2 informatie: interessant OOOOO niet interessant Lichaamshouding 1 houding I: staat stevig, rechtop OOOOO hangt 2 gebaren: maakt gebaren die OOOOO geen gebaren, statisch het gesproken woord ondersteunen Opbouw van de presentatie 1 volgorde: logisch OOOOO niet logisch 2 verdeling van spreektijd en informatie: goede verdeling OOOOO geen goede verdeling 3 samenhang van de onderdelen: goede samenhang OOOOO geen goede samenhang Contact met de groep 1 kijkt naar de OOOOO kijkt ergens anders naar hele groep (Eventueel) gebruik van video/cd/overhead/bord/plaatjes/foto’s/andere dingen 1 ondersteunt de OOOOO slaat niet echt ergens op gesproken tekst 2 goed verstaanbaar, OOOOO onduidelijk leesbaar, zichtbaar Taal 1 begrijpelijkheid: ik kan het volgen OOOOO weet niet waar het over ging 2 als hij/zij het Duitse woord niet weet (evt.) omschrijft woorden, OOOOO spreekt Nederlands vraagt (in het Duits) om hulp, beeldt uit wat niet weet 3 uitspraak is Duits OOOOO is Duits op z’n Nederlands 4 grammatica maakt geen/erg weinig OOOOO maakt heel veel fouten fouten
© Noordhoff Uitgevers
42 (43)
Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo
Bijlage 4 Beoordelingmodel Schrijven Beoordelingsmodel schrijven A
Conventies (alles op de juiste manier op de juiste plaats) alles goed: 2 punten 1 fout: 1 punt meer fouten: 0 punten
max. 2 punten
B
Stijl alinea’s op de goede plaats en regel open: 1 punt zinnen sluiten op elkaar aan: 1 punt
max. 4 punten
0-1 verkeerde woorden gekozen: 2 punten 2-4 verkeerde woorden gekozen: 1 punt > 4 verkeerde woorden gekozen: 0 punten (per 100 woorden) C
Inhoud opdracht volledig uitgevoerd: 1 punt inhoud passend bij het doel*: 1 punt originaliteit: max. 2 punten
max. 4 punten
D
Hoofdletters, interpunctie, umlauten 0-2 fouten: 2 punten 3-5 fouten: 1 punt > 5: 0 punten (fouten per 100 woorden)
max. 2 punten
E
Grammatica 0-3 fouten: 6 punten 4-6 fouten: 5 punten 7-9 fouten: 4 punten 10 -12 fouten: 3 punten 12 -15 fouten: 2 punten 15- 18 fouten: 1 punt >18: 0 punten (fouten per 100 woorden)
max. 6 punten
Maximaal 18 punten + 2 punten ‘cadeau’ (= bodemcijfer 1) = 20 punten totaal, delen door 2 is het eindcijfer *Met ‘passend bij het doel’ wordt bedoeld bijv. een korte, zakelijke e-mail over een kamerreservering, i.p.v. een uitgebreid verhaal.
© Noordhoff Uitgevers
43 (43)