3. Mentimeter Doel
Meningen peilen
Korte beschrijving
Tool waarmee je smartphones tijdens de les in kunt zetten als stemkastjes. De docent geeft een stelling of vraag en de studenten kunnen daar vooraf of tijdens de les op stemmen door een keuze of door een cijfer te geven.
Leerfase
Introductie, Verwerking, Evaluatie
Didactiek
• Tijdens de kennismaking met persoonlijke vragen • Tijdens de terugblik op de vorige les of introductie van de nieuwe les • Na de les door de studenten zelf een stelling of vraag laten maken op basis van de gelezen teksten uit de theorie
Soort werkvorm
Discussievorm, Werkopdracht
Niveau (Bloom)
Begrijpen, Creëren
Website
https://www.mentimeter.com/
Materiaal
Docent: Computer met account bij Mentimeter Studenten: Eigen device met internet (BYOD)
Voorbereidingstijd
10 min.
Uitvoeringstijd
5 - 15 min.
Aantal studenten
1 - 2 per device, onbeperkt aantal studenten
Moeilijkheidsgraad
Eenvoudig
Taal
Engels
Gebruik
Gratis (maximaal 2 vragen per keer). Voor 5 euro per maand kun je een ‘teacher’-versie kopen waarbij de onbeperkt vragen kunt stellen en de gegeven antwoorden kunt exporteren.
Voorbeeld: Marketing (Rendement, hoofdstuk 1, Uitgeverij ThiemeMeulenhoff)) Ga naar: https://www.govote.at/e8e262/0 en geef jouw cijfer voor de verschillende verkoopkansen van een product. Als je de score wilt bekijken van alle stemmers, ga je naar: www.mentimeter.com en log je in met het googleaccount:
[email protected] wachtwoord: Thieme2016 Klik op ‘marketing, rendement’ en daarna op show presentation. Je ziet dan de scores van de studenten en het gemiddelde cijfer.
Uitleg: • Ga naar www.mentimeter.com en maak een account aan ‘Sign up’. De tweede keer gebruik je de knop ‘Log In’. •
•
•
In het volgende scherm kun je kiezen om meteen aan de slag te gaan via de knop ‘your presentations’ en dan ‘New presentation’. Wil je eerst nog inspiratie opdoen kan kun je naar ‘use example’ gaan om wat voorbeelden van mogelijkheden te bekijken. Als je klikt op ‘New presentation’ geef je eerst de naam op van het onderwerp waar jij het over wilt hebben. Je kunt dan kiezen tussen de manier waarop je door de vragen heen wilt gaan: • Presenters pace: de lesgever bepaalt wanneer de studenten mogen stemmen • Audience pace: de studenten kunnen op hun eigen tempo door de vragen Vervolgens kies je voor welke type vraag je wilt stellen aan de studenten. Er zijn hierbij verschillende mogelijkheden:
•
•
Multiple choice: Bij de vraag geef je meerdere antwoordmogelijkheden aan. Onder de vraag kun je een vinkje zetten als de studenten meerdere antwoorden mogen kiezen. Daarbij kun je vervolgens aangeven op de groene balk hoeveel ze er dan mogen kiezen. De weergave van de antwoorden gebeurt in een staafgrafiek met percentages. Word cloud: Bij de vraag geef je aan hoeveel woorden de studenten mogen intypen met een maximum van 10. De weergave van de antwoorden gebeurt in een woordwolk.
•
•
•
•
Scales: Bij de vraag geef je aan op welke onderdelen de studenten een score kunnen aangeven bijvoorbeeld tussen 0 en 10. Je kunt de hoogste en laagste score ook een label geven. De weergave van de antwoorden gebeurt in een grafiek zoals in het voorbeeld van de verkoopkansen van een product (hierboven). Open ended: Bij de vraag kunnen de deelnemers hun antwoorden geven. Je kunt ook toestaan dat ze vaker een antwoord kunnen geven. Voor de weergave van de antwoorden kun je kiezen uit 3 opties: je laat elk antwoord zien (speech bubbles), je laat de tekst van een antwoord zien en klikt dan door naar het volgende antwoord (One by one) of je laat de tekst op een willekeurige manier zien waarbij de antwoorden steeds verschuiven (flowing grid) 100 points: Bij de vraag maak je antwoordmogelijkheden waarop de studenten kunnen stemmen door 100 punten te verdelen. Bij de weergave komt het alternatief met de meeste stemmen bovenaan in de grafiek te staan, met het bijbehorende percentage. 2 by 2 Matrix: Bij de vraag geef je antwoordmogelijkheden aan waarop studenten een keuze maken op 2 assen, bijvoorbeeld leuk en nuttig. Je geeft daarbij een maximale waarde aan en de labels voor de hoogste en laagste scores, bijvoorbeeld niet leuk – heel leuk en niet nuttig – erg nuttig. Bij de weergave wordt een grafiek getoond waarbij de antwoordmogelijkheden worden gepositioneerd in een grafiek waarbij je de gemiddelde score ziet. Als je op het bolletje klikt zie je ook de spreiding.
Als je jouw vragen wilt bewerken, klik je op de naam van jouw vragenset (‘presentation name’). Als je de resultaten wilt laten zien aan de studenten klik je op het pijltje voor de naam. Je komt dan op het presentatiescherm waar het internetadres (www.govote.at) op staat met de code die de studenten moeten intypen. Als je meer dan 1 vraag hebt, kun je naar de volgende vraag met het pijltje aan de rechter zijkant. Als je terug wilt naar de homepagina klik je op het logo van Mentimeter. Op presentatiepagina staat ook een wieltje. Als je hierop klikt kun je de resultaten verbergen (‘hide results’), bijvoorbeeld om de studenten niet te beïnvloeden en je kunt ook aangeven dat het stemmen moet stoppen (‘close voting’). Wat ook slim is, is dat je via ‘clear results’ alle resultaten kunt wissen. Zo kun je bij meerdere klassen deze tool gebruiken, zonder hem te hoeven kopiëren. Met behulp van ‘count down’ kun je een klokje in de presentatiemodus zetten die aangeeft hoelang de studenten nog mogen stemmen. Via ‘more’ kun je ook een QR code aanmaken. Dit is handig als de studenten wel een smartphone maar geen laptop bij zich hebben. Wat ook handig is via ‘more’ is de optie ‘show testdata’. Je krijgt dan een animatie hoe het beeld eruit ziet zodra er stemmen binnen komen. Meer uitleg: • http://ict-idee.blogspot.nl/2012/02/85-mentimeter-smartphones-tijdens-de.html • http://www.spons.nl/34617/educatieve-apps-amp-tools-deel-5-free/34623/1-mentimeter Hiervoor moet je wel een account aanmaken, maar dat is gratis. De gratis leerpaden over educatieve apps zijn de moeite waard.
7. Quizlet Doel
Begrippen herkennen
Korte beschrijving
Tool waarbij flashcards worden gemaakt om een begrip en een omschrijving of een vraag en antwoord te koppelen. De studenten kunnen een begrip en een omschrijving of een vraag en antwoord op speelse wijze onthouden of toetsen.
Leerfase
Verwerking, Toetsing
Soort werkvorm
• Tijdens de les, na de uitleg van de begrippen, deze begrippen op speelse wijze automatiseren • Tijdens de les, na de uitleg van de begrippen, door de studenten zelf een quiz laten maken • Bij het oefenen van het huiswerk ‘begrippen leren’ • Tijdens de terugblik op de vorige les bij de introductiefase van de nieuwe les • Spelvorm / Werkopdracht
Niveau (Bloom)
Onthouden (Scatter), Begrijpen (Gravity)
Website
www.quizlet.com
Materiaal
Docent: Computer, account bij Quizlet Studenten: Eigen device met internet (BYOD)
Voorbereidingstijd
5 - 10 min. Afhankelijk van het aantal begrippen. In een aantal methodes staan al begrippen en uitleg, dan is het een kwestie van deze overtypen
Uitvoeringstijd
5 - 15 min.
Aantal studenten
Onbeperkt
Moeilijkheidsgraad
Eenvoudig
Taal
Engels
Gebruik
Gratis
Didactiek
Voorbeeld: Kosten van duurzame productiemiddelen (Ho 5 Elementaire bedrijfseconomie dl 1, BV in Balans, Uitgeverij ThiemeMeulenhoff)) https://quizlet.com/112905944/scatter
Uitleg: Papieren flitskaarten, of flashcards, zijn kaartjes die helpen bij het aanleren en onthouden van nieuwe stof. Op de ene kant van het kaartje staat de vraag, op de andere kant het antwoord. Een van de voordelen van digitale flitskaarten is, dat studenten hun vorderingen kunnen zien. Het basisidee van Quizlet is eenvoudig: je hebt twee reeksen die iéts met elkaar te maken hebben. De ene kolom bevat bijvoorbeeld woordjes Engels, de andere kolom de Nederlandse vertaling. Maar ook: de ene kolom bevat een vraag, de andere kolom het antwoord. Ook kan de ene kolom de begrippen bevatten en de andere kolom de definitie. Quizlet heeft verschillende mogelijkheden:
Om te oefenen: • Flashcards: deze gebruik je om te memoriseren • Learn: de vraag wordt getoond, en je moet het antwoord ingeven • Speller: het woord wordt uitgesproken en je typt het in (met onmiddellijk correctie) • Test: er worden verschillende soorten vragen gesteld over de ingevoerde woorden Spelen met de geoefende woorden: • Scatter: spelletje waarbij je de overeenkomende termen op elkaar moet slepen • Gravity: spelletje waarbij je de overeenkomende termen snel moet intypen Aan de slag: Voordat je een quiz met ‘flashcards’ kunt vullen, maak je eerst een account aan. Het is handig om voor alle accounts die te maken hebben met digitale werkvormen een apart e-mailadres aan te maken. Nadat je bent ingelogd kun je quiz maken via de toets ‘create a studyset’. Je start om de quiz een duidelijke naam te geven, bijvoorbeeld het onderwerp of hoofdstuk waarover de quiz gaat. Je kunt daarbij aangeven of iedereen deze quiz mag maken en wie de quiz mag editen. Vervolgens kun je de termen invoeren. Je kunt daarbij de taal kiezen zodat jouw spelling gecheckt kan worden. Als je de input al digitaal hebt in Word of Excel kun je deze ook importeren via de knop ‘import’. Je kunt aan de set van vraag-antwoord / begrip-definitie / woord-vertaald woord, ook een plaatje toevoegen of het woord met jouw eigen stem inspreken. Als je alle begrippen hebt ingevoerd, klik je op ‘create’. De quiz is klaar voor gebruik. Je kunt de link naar de quiz in je powerpointdia zetten, in een leeromgeving plaatsen, omzetten naar een qr-code of versturen via twitter. Meer uitleg: • http://ict-idee.blogspot.nl/2011/12/72-quizlet-online-woordjes-leren-in.html • http://www.tumult.nl/handige-tools-3-digitale-flitskaarten/