Taakbeschrijving docent met coördinerende taken

Titel instrument Nuttig voor doelgroep Doel / bruikbaar voor

Korte beschrijving van het instrument

Van MBO Contactpersoon E-mail

Taakbeschrijving docent met coördinerende taken Docenten en teamleiders in VMBO en MBO Met de beschrijving wordt een beeld gegeven van de taken die een docent in samenhang voor het hele team kan uitvoeren, waardoor de begeleiding optimaal kan worden uitgevoerd. De taakbeschrijving somt op wat een per team in te zetten docent als deel van de wekelijkse taken, naast lesgeven, allemaal in samenhang kan doen. Door op deze manier een aantal taken te clusteren onder verantwoordelijkheid van 1 docent wordt:  de mentor / SLB-er ondersteund in het monitoren van zijn leerlingen / studenten  bij een collega belegd om alle jongeren met een ondersteuningsvraag regelmatig in beeld te brengen  het contact tussen het onderwijsteam en de eigen en externe zorgstructuur gemaximaliseerd. Het spreekt voor zich dat de in te zetten docent hiervoor in uren gefaciliteerd zal moeten worden. Deze inzet betaalt zich grosso modo terug in een hoger resultaat van het hele team. ID College Klaas Kuin [email protected]

You created this PDF from an application that is not licensed to print to novaPDF printer (http://www.novapdf.com)

Korte taakomschrijving docent met coördinerende taken ID College In het kader van de uitnutting van VSV gelden onder maatregel 3, Beroepscompetenties, hebben docenten aanvullende uren inzet toegewezen gekregen om studenten met problemen rond de stage extra begeleiding te bieden. Bij een aantal teams heeft dat geleid tot een good practice, waarbij bedoelde docent ook taken is gaan uitvoeren, overstijgend voor het hele team. Met name de samenwerking met de andere studie loopbaan begeleiders (SLB-ers) is daarbij van belang geweest. Dit bleek in de teams tot meer efficiënte samenwerking te leiden. Zowel met elkaar als met de collega’s uit de begeleidingsstructuur van het Onderwijs Servicecentrum (OSC). Hieronder volgt een opsomming van de taken die een dergelijke docent met coördinerende taken kan uitvoeren om meerwaarde te realiseren voor alle studenten en hun SLB-ers. Wat niet wil zeggen dat altijd al deze taken bij 1 docent belegd moeten worden. Meerwaarde ontstaat al door meerdere taken te clusteren bij 1 collega.                  

Het coördineren van alle zaken die betrekking hebben op de studenten en hun ouders. Uitvoeren van reguliere docenttaken (met ervaring als zelfstandig ondernemer en leidinggevende). Geven van praktijklessen en functioneren als SLB-er. Organiseren van ouderavonden, de introductiedagen een jaarlijks domeingericht congres. Monitoren van de begeleiding die SLB-ers aan hun studenten bieden. Bieden van ondersteuning aan de SLB-ers , wanneer studenten geen stage kunnen vinden. Met regelmaat voeren van voortgangsgesprekken met alle SLB-ers om hun studenten met problemen door te nemen, met name wat met BPV te maken heeft. Aanwezig zijn bij alle student besprekingen van de eerstejaars klassen. Zorgen voor plaatsvinden van peer review onder de SLB-ers. Voeren van zwaardere gesprekken met studenten samen met de teamleider. Contactpersoon voor leveranciers en werkpakketten van de studenten. Platformavonden organiseren voor de leerbedrijven 4 maal per jaar en informatie avonden voor alle leerbedrijven waar we studenten hebben lopen, begin van het jaar. Zorgen dat alle POK’s met de leerbedrijven in orde komen; overzichten uitdraaien en controleren vwb. invullen POK’s en mutaties. Jaarlijks bijstellen van het BPV Handboek voor het opleidingscluster. Opstellen van de BPV opdrachtenkaarten voor het opleidingscluster. Wanneer er op de stage problemen of schadegevallen zijn probeer ik daarin te bemiddelen. Acquisitie van leerbedrijven en zorgen voor aansluiting bij het kenniscentrum. Matchen van studenten met bepaalde kenmerken met een specifiek leerbedrijf. Gesprekken met studenten die nog niet genoeg uren hebben en een plan van aanpak opstellen. Materialenlijsten / werkpakket van de studenten te gebruiken voor een schooljaar, zelf bijbestellen.


Titel instrument Nuttig voor doelgroep Doel / bruikbaar voor


Van MBO Contactpersoon E-mail

Reader BPV Training Studenten die moeite hebben een BPV (stage) plek te vinden en vast te houden. De training is individueel of groepsgewijs in te zetten voor MBO studenten die nog niet goed zelf in staat zijn een stageplek te vinden. Of, wanneer ze die wel hebben, om deze vast te houden. Wanneer houdingsaspecten een rol spelen kan de training helpen. Aan de hand van de reader kan met de student worden ingegaan op de persoonlijke kenmerken die de stagnatie veroorzaken. Stapsgewijs wordt duidelijk wat niet goed lukt en hoe de student hier zelf het beste mee om kan gaan. De student leert reflecteren op het eigen handelen en wordt uitgedaagd zelf kleine verbeterstappen te zetten, waardoor het vinden / vasthouden van een stageplek steeds beter gaat. Heel praktisch wordt ingegaan op het benaderen van een stageplek, leggen van telefonische contacten, langsgaan, uiterlijk en gedrag. Ook het schrijven van een sollicitatiebrief met CV komt aan de orde. De reader bevat ook kort uitleg voor de SLB-er en een formulier, waarmee een student voor de training kan worden aangemeld. ID College Marian Stolwijk [email protected]


BPV Training

2


Voorbereiding op de BPV

Beste Student

Je volgt een MBO- opleiding bij het ID college. Het is jou natuurlijk al lang bekend dat naast de lessen op school een belangrijk deel van je opleiding plaatsvindt in de praktijk, de BeroepsPraktijkVorming (BPV). Je kunt namelijk in het werkveld het beste ervaren hoe jouw toekomstige beroep eruit ziet. Welke kennis en vaardigheden heb je nodig om aan het einde van je opleiding met een diploma de praktijk in te kunnen? Over sommige van die vaardigheden beschik je misschien al, andere moet je nog gaan ontwikkelen. De ervaringen die je gaat opdoen in de praktijk, zullen je daarbij helpen. Het is dan ook heel belangrijk dat je een stageplaats zoekt, waar jij het beste tot je recht komt. In de lessen heb je gehoord hoeveel dagen per week en op welke dagen je waar kunt stage lopen. Je hebt informatie over hoe je moet zoeken naar een stageplaats en hoe je moet solliciteren. Misschien is het jou nog niet gelukt om een stage te vinden en om die reden krijg je wat extra ondersteuning, zodat ook jij binnenkort een BPVplaats hebt. Een ding weet ik zeker: met een goede motivatie en een enthousiaste houding kom je heel ver! En die stageplaats: dat gaat lukken!

Marian Stolwijk Februari 2015

3


Wat heb je nodig voor een succesvolle stage?

Kennis:   

Een PW-er moet kennis hebben over de ontwikkeling van een kind Een kapper moet kennis hebben over haar en huid Een administratief medewerker moet kennis hebben van administratie en opslaan van gegevens

Specifieke beroepsvaardigheden:   

Een PW-er moet pedagogisch kunnen handelen Een kapster moet in contact met een klant kunnen adviseren over model en verven Een administratief medewerker moet handig zijn in het zorgvuldig organiseren en opruimen van archieven

Algemene beroepsvaardigheden: Dit zijn de vaardigheden die in elk beroep noodzakelijk zijn, het gaat dan vooral om je houding:       

Je houden aan afspraken (bijvoorbeeld op tijd komen) Respect tonen Open staan voor begeleiding en feedback Overleggen en samenwerken met collega’s Inzicht hebben in je eigen gedrag en bereid zijn dit bij te stellen Flexibel zijn Verantwoordelijkheid dragen

4


Welke beroepsvaardigheden heb je nodig voor jouw toekomstige beroep? Schrijf ze hieronder op.

Beroepsvaardigheden

Over welke vaardigheden beschik jij al?     

Welke vaardigheden moet je (verder) ontwikkelen?    5


Waar sta je nu op de BPV-lijn? Zet jezelf eens op onderstaande lijn, de 1 staat voor: Ik ben nog helemaal niet succesvol in de BPV de 10 staat voor: het gaat super in de BPV

1 ------------------------------------5--------------------------------10

Hoe ben je gekomen tot de keuze van dit nummer op de lijn?   

Waar zou je op deze lijn willen staan aan het einde van dit schooljaar?

1 --------------------------------------5-------------------------------10

Wat is er dan anders?   

Welke eerste kleine stap kun je morgen maken om verder te komen?

Wie of wat heb je daarvoor nodig?  6


Voorbereiding op een stage Alvorens je je gaat verdiepen in een stage, is het belangrijk te kijken naar jezelf. Stel jezelf daarbij de volgende vragen: Wie ben ik? Denk hierbij aan:   

Je houding Karaktereigenschappen Persoonlijkheidskenmerken

Wat kan ik? Denk daarbij aan:    

Kennis Vaardigheden Competenties Werkervaring

Wat wil ik? Denk daarbij aan:   

Wat wil je leren tijdens je stage? Hoe breng ik mijn eigen kwaliteiten op een positief mogelijke manier over? Weet belangrijke informatie over de organisatie waar je stage wilt gaan lopen.

Wat is de visie, doelstelling, specialiteit, van het bedrijf of de instelling waar ik wil stage lopen? Zoek informatie op via de website en probeer te achterhalen wat voor bedrijf of instelling het is en wat dit bedrijf of deze instelling nu zo bijzonder maakt. Probeer je een beeld te vormen wat er wordt verwacht van personen die daar werken of willen stage lopen.

7


Dit verwacht ik van een stageadres:

Dit verwacht een stageadres van een stagiaire:

Tips voor het benaderen van een BPV-plaats

Een goede voorbereiding is het halve werk! 1. Lees alle BPV- informatie die je van school hebt gekregen over het stage lopen. 2. Vraag (als je zelf voor een BPV-plaats moet zorgen) aan je SLBdocent of er BPV-instellingen beschikbaar zijn. 3. Zorg dat je informatie hebt over een bepaalde instelling voordat je gaat bellen, mailen, langs gaat. 4. Zorg dat je een CV hebt dat door iemand is nagekeken. (SLBdocent, docent Nederlands, ..) 5. Schrijf je motivatie voor een bepaalde BPV-instelling voor jezelf op, voordat je contact gaat zoeken, dus weet goed uit te leggen waarom je daar stage wilt lopen.

8


Benaderen van een BPV-instelling: Vraag aan je SLB-docent of de instellingen of bedrijven die jij wilt benaderen bekend bij school zijn. Vraag ook welke eisen daar gestelds worden aan een stagiaire en hoe die bedrijven of instellingen benaderd willen worden voor een verzoek om te kunnen stage lopen: schriftelijk, telefonisch, of langsgaan.

Schriftelijk contact: Als je te horen hebt gekregen dat de instelling/ bedrijf of organisatie een brief wil ontvangen, dan moet je dat doen. 1. Je hebt een CV gemaakt en een motivatiebrief. Beide laat je door iemand lezen om te kijken of het er goed en volledig uitziet. (Docent Nederlands of SLB-docent) Bedenk heel goed dat je met je brief of email een visitekaartje van jezelf afgeeft. 2. Zorg dat je in de brief duidelijk je motivatie voor dat stageadres vertelt. Laat blijken dat je op de website hebt gekeken en waarom je juist daar wilt stage lopen. 3. Vraag in je brief netjes om een antwoord terug te krijgen of dat je zelf het initiatief neemt om te bellen naar aanleiding van je brief. 4. Als je na 2 weken nog geen reactie hebt ontvangen dan kun je bellen met de vraag of men al een reactie op jouw mail of brief kan geven, zodat je weet waar je aan toe bent.

Telefonisch contact: 1. Zorg dat je papier en pen bij de hand hebt om informatie op te schrijven. 2. Zorg dat je je vragen op papier naast je hebt liggen. 3. Zeg duidelijk wie je bent en waarvoor je belt. 4. Vraag wie in de instelling over stage gaat en vraag of die persoon ook aanwezig is, schrijf de naam op. 5. Vraag of het uitkomt dat je belt. Als het uitkomt stel je je vragen. 6. Als je te horen krijgt op een ander moment te bellen, vraag dan precies wanneer, hoe laat en de naam van de persoon.

9


Langsgaan bij een BPV-instelling/ bedrijf: De eerste indruk die je achterlaat is heel belangrijk voor het wel of niet krijgen van een BPV-plaats. Je moet jezelf dus positief “verkopen” 1. Zorg op de allereerste plaats dat je er netjes uitziet: je kleding, je haar, make-up, draag geen zichtbare piercing. 2. Geen kauwgom in je mond! 3. Zodra je met de eerste persoon die je verwelkomt contact maakt geef je een hand, stel je je voor en vertel je waarom je komt. Stel je open op! (Oefen dit thuis voor jezelf, zodat dit er vlot uitkomt!) 4. Daarna vraag je wie in deze organisatie gaat over stageplaatsen, vraag, als dat iemand anders is, of die persoon op dit moment tijd heeft om je te woord te staan. Als die persoon inderdaad tijd voor je heeft, dan stel je je weer opnieuw voor aan die persoon. Doe dit professioneel! D.w.z. pas je taalgebruik aan, aan de persoon en de omgeving waarin je op dat moment bent. Zeg dus: goedemorgen of goedemiddag i.p.v. hallo… 5. Vertel waarom je komt. Zorg voor jezelf dat je dit thuis op papier hebt gezet, zodat je ook nu vlot je vragen kan stellen. 6. Als je te horen krijgt dat het niet kan: vraag dan of je het op een ander moment nog eens kan proberen en noteer dat voor jezelf. Vraag of het misschien mogelijk is om je CV achter te laten. Zeg dat je het heel jammer vindt en bedank voor de tijd die deze persoon even voor je had. Je laat dan een positieve indruk achter. 7. Als je de tijd krijgt om wat meer vragen te stellen: vertel welke opleiding je volgt, welk jaar, de school: het ROC ID college. Vertel daarna wat de bedoeling van de stage is, zorg dan dat je precies weet voor hoeveel dagen en welke dagen je moet stage lopen, de uren die je moet maken en de opdrachten waar je aan wilt werken. (zet dit op papier en kijk er naar!) 8. Belangrijk is dat je laat horen dat je wat weet over deze instelling of bedrijf of organisatie. Je hebt op hun website gekeken en wat van je docent op school gehoord over dit adres enz. Laat heel duidelijk merken dat je je positief wilt opstellen als stagiaire en veel van een stage wilt leren. Vertel welke ervaring je al hebt. Vraag of het eventueel mogelijk is om een keer een dag(deel) mee te draaien. Vertel ook wat over jezelf, bijvoorbeeld dat je soms niet zo makkelijk initiatieven neemt of dat je veel .. of moeite hebt met… Wees hier eerlijk in zodat men daar rekening mee kan houden.

10


9. Als je te horen krijgt dat je mag komen, zorg dan dat je meteen je BPV-overeenkomst bij je hebt en kan laten invullen en tekenen. Maak afspraken en noteer ze. Bedank dat je de gelegenheid krijgt om daar stage te lopen en vertel dat je er erg blij mee bent en ga “huppelend” het pand uit.

Het volgende is natuurlijk vanzelfsprekend:

Kleding en verzorging: 



Pas je gedrag en uiterlijk aan bij de visie van het bedrijf of instelling. Zoek kleding die past bij de functie waarop je solliciteert als stagiaire. Je kunt beter te netjes dan slordig gekleed zijn. Geen bloot truitje, niet al te kort rokje, geen vlekken op je kleding. Zorg voor gewassen haren, tanden gepoetst, schone nagels en geen kauwgom in je mond!

Overige tips: 

     

Zorg dat je op tijd aanwezig bent. Houdt rekening met eventuele vertraging. Als je buiten je schuld toch te laat komt, bel dan even op. Zorg dat je gemotiveerd bent! Neem een blocnote, pen en agenda mee en gebruik die ook. Luister actief, antwoord niet te snel, denk eerst na over een vraag, voordat je antwoord geeft. Zorg dat je zelf minstens 3 vragen kunt stellen, schrijf die op van te voren Toon initiatief en toon interesse in het stageadres Pas je woordkeuze aan aan degene met wie je in gesprek bent.

11


Hoe schrijf je een sollicitatiebrief? Je sollicitatiebrief en CV hebben als doel dat je wordt uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. In je brief en CV laat je zien wat jouw motivatie is om in dit leerbedrijf te mogen stage lopen. Wat is belangrijker: je brief of je CV? Hier is geen bindend antwoord op te geven. Sommige bedrijven of instellingen kijken meer naar je CV, waarin je schrijft wie je bent en wat je allemaal al aan ervaringen hebt opgedaan. Anderen kijken meer naar je motivatie in je brief. Hoe dan ook: beide moeten er goed uitzien! 1. Je CV vertelt wie je bent en wat je kunt In je CV schrijf je alle relevante werkervaring, opleidingen, vaardigheden en kwaliteiten waarover jij beschikt. Je moet vooral je sterke punten naar voren brengen. Je moet proberen dit overzichtelijk en kort en bondig beschrijven. Wat zet je in je CV? -

Personalia: je naam, adres, telefoonnummer, emailadres, geboortedatum Opleiding: Werkervaring: Cursussen die je hebt gedaan: Eigenschappen en vaardigheden: Hobby’s:

2. Uit je brief blijkt wie je bent en wat je motivatie is In je brief geef je een indruk van wie jij bent en waarom je graag bij dat bedrijf of die instelling wilt stage lopen. Wat zet je in je brief? -

Wie ben jij? Wat zijn je eigenschappen en vaardigheden Welke ervaring heb je? Je ambities: wat wil je, of welke kansen wil je van het bedrijf krijgen? Waarom juist dit leerbedrijf?

12


Begin je brief met een pakkende zin. Een zin als: “naar aanleiding van….” Is niet verkeerd maar trekt niet de aandacht. Geef aan waarom jij geschikt bent voor die stageplaats. Verwijs in je brief naar de website, wat is je opgevallen, wat sprak je aan, waarom wil je juist bij dat bedrijf of die instelling stage lopen? Zorg voor een leuke “uitsmijter” als einde van je brief, i.p.v. de zin: “in afwachting van uw antwoord……”

Vraag op school aan je SLB-docent of je docent Nederlands of zij met je brief willen meelezen en daar feedback op geven. Zoek ook op internet, daar staan heel veel voorbeelden van allerlei sollicitatiebrieven, en kies er een die bij jou past.

13


BPV Aktielijst

(instellingen die ik benaderd heb)

Houdt deze lijst heel goed bij! Heel belangrijk is dat je de naam van de contactpersoon weet, vraag altijd: wie gaat over stagiaires, noteer die naam in het schema. Het schema geeft jou overzicht wat je hebt gedaan en met welk resultaat. Op school kunnen ze zien hoe jij op zoek bent naar een stageplaats.

datum

Instelling/bedrijf

contactpersoon

Resultaat

14


Naam:

Mezelf presenteren: Mijn positieve eigenschappen zijn:      Positieve feedback die ik vaak/soms krijg is:     Minder positieve eigenschappen van mij zijn:    Dit is waarom ik voor deze opleiding heb gekozen:    Dit vind ik leuk aan stage:     Hier ben ik wat betreft mijn stage tegenaan gelopen:

Dit wil ik leren van extra BPV-begeleiding:

Mensen die mij goed kennen, zeggen dat ik deze kwaliteiten heb: -

-

15


Het sollicitatiegesprek

Een goede voorbereiding op een sollicitatiegesprek is vaak het halve werk! Door een goede voorbereiding op het gesprek voel je je zekerder van jezelf en kun je dat ook laten zien. Het sollicitatiegesprek is belangrijk voor beide partijen. Jij wilt graag voor je opleiding een geschikte plaats om de praktijk te leren en de stage instelling wil een stagiair(e) die graag wil leren en prettig is om in het team te komen werken. Waar moet je over denken voor het gesprek?    

Waarom wil ik hier stage lopen? Wat weet ik van dit bedrijf/ instelling? Wat kan ik over mezelf vertellen? Ken je CV. Wat wil ik weten over de stage?

Welke vragen worden vaak gesteld tijdens een sollicitatiegesprek?              

Hoe heb je je voorbereid op dit gesprek? Waarom wil je bij ons komen stage lopen? Wat voor eisen stelt de school aan de stage? En de opdrachten? Waarom denk jij de meest geschikte kandidaat te zijn? Of: Waarom moeten we jou als stagiair(e) aannemen? Wat zijn je sterke en minder sterke punten? Hoe zou je jezelf in 5 woorden kunnen omschrijven? Hoe zou een collega jou omschrijven? Ben je klantgericht, ondernemend, creatief? Waarom heb je voor je huidige opleiding gekozen? Welke werkervaring heb je en wat heb je daarin geleerd? Wat doe je in je vrije tijd? (hobby’s, sport) Hoe werk jij in een groep? Wat zou je doen als… ? Wat wil je over 5-10 jaar bereikt hebben?

Welke vragen kun je zelf stellen?     

Wat zijn de werktijden? Hoe ziet de begeleiding eruit? Welke taken en verantwoordelijkheden krijg ik? Wat verwachten jullie van een stagiair(e)? Wanneer krijg ik te horen of ik wel/niet mag komen stage lopen?

16


Welke vragen heb je nog over stage?

Nog even dit: Je hoeft nog niet alles te kunnen als je begint met een stage. Je gaat stage lopen om te leren in de praktijk, om je toekomstige vak te leren kennen, om te ervaren of jouw beeld van het beroep ook klopt in de praktijk. Mogelijk ontdek je dat je je toch wat anders had voorgesteld van dit beroep. Stel je open op en geef jezelf de ruimte om te ontdekken! Daar hoort bij: dingen uitproberen en fouten mogen maken. Overleg geregeld met je SLB-docent en met thuis, zij kunnen en willen je bijstaan in de ervaringen die je opdoet en de keuzes die je maakt! Communicatie is hierbij het sleutelwoord om het beste uit jezelf en een stage te halen. Veel succes!

Marian Stolwijk (adviseur OSC) [email protected] 17


Titel instrument

Schema studentondersteuning ID College Leiden en Katwijk

Nuttig voor doelgroep

Student ondersteuners / begeleiders in VMBO en MBO

Doel / bruikbaar voor

Met het schema wordt duidelijk welke vormen van studentondersteuning, in samenhang worden geboden aan studenten op de locaties van ID College in Leiden en Katwijk.


Het schema laat zien op welke wijzen studenten worden ondersteund. Voor een deel betreft het de standaard begeleiding voor elke student. Voor een ander deel gaat het om meer specifieke begeleiding die wordt geboden aan studenten die dreigen te stagneren. Naast de eigen ondersteuning wordt de samenhang en samenwerking getoond met schoolmaatschappelijk werk, leerplicht & RMC, Pluscoaching, JGT’s en ouders. Hiernaast laat het schema zien dat een optimale begeleiding al begint voordat de jongeren met de opleiding start. De samenwerking met VMBO scholen, middels warme overdracht, bij instroom is dus ook opgenomen in het schema als wezenlijk onderdeel van het proces om elke jongere optimaal te kunnen begeleiden richting het best passende diploma.

Van MBO

ID College

Contactpersoon

Klaas Kuin

E-mail

[email protected]


ID College IDOndersteuning College Studentondersteuning MBO Casemanager (LPA & RMC)

Pluscoach

SMW

OSC

PaO

AB PaO

Verzuimbegeleiding Studieloopbaan Begeleiding (SLB)

OPP

DF/DDD

VO

DDD

MBO

Roem & Poen

Kansloket

Hoe lossen we problemen op?

Oplossingsgericht coachen Dagdeel I

Ga eens terug naar een eigen probleem uit het verleden dat inmiddels is opgelost:

Team Kappen

• wat was het probleem ook alweer

9 oktober 2012

• hoe is het opgelost

Leiden

• wat is er nodig om problemen op te lossen

1

Doel Oplossingsgericht coachen

2

Programma vandaag

• Ervaren dat positief benaderen van studenten werkt!

• OGC: ieder mens heeft krachtbronnen om oplossingen te vinden voor problemen

• Inzicht dat iedere student zelf stappen kan zetten.

• de kracht van complimenten

• Kennis gemaakt en geoefend met de schaalvraag. • opnieuw oefening met de schaalvraag

• Verschillende soorten OGC vragen uitgeprobeerd. • Inzicht in studentgedrag: bezoeker, klager of koper?

• huiswerk / eigen inbreng?

• Eigen inbreng … 3

4

Uitgangspunten

Inleidend filmpje

• positief http://www.youtube.com/watch?v=fkrg1YDerpE& feature=youtu.be

• gericht op oplossingen: je wilt ergens naar toe (niet op problemen: je wilt ergens vanaf) • positieve psychologie: competenties • taal construeert de werkelijkheid: positieve taal versterkt positief gedrag.

5


6

Oefening positieve feedback op collega’s 1 Groep in tweeën. 2 Op A-4; naam in het midden. Pauze? 3 Noteer op het A-4 van de collega’s in jouw groep een positieve eigenschap.

7

8

Theorie van de 7 stappen dans •

Contact maken: kletsen over koetjes en kalfjes

•

Context probleem: wie, wat, waar, wanneer

•

Concreet doel bepalen: wat wil je anders doen

•

Krachtbronnen uitvragen: welke uitzonderingen zijn er

•

Complimenten geven: gedrag, concreet, inzet

•

Schaalvraag: waar sta je nu, waar wil je komen

De schaalvraag Vraag is: hoe ver vind je zelf dat je al bent waar het gaat om oplossingsgericht denken en handelen in je werk? Ga eens staan tussen 0 tot 10.

Toekomstgericht: wat is je eerste stap?

9

10

Tweetal: schaalvraag ogv. A-4 Solution building Kies een probleem in je werk waarmee je voortgang wilt boeken / meer tevreden wilt zijn.

Pauze?

De coach bevraagt jou op dit onderwerp aan de hand van een A-4 met vragen. Volg de vragen letterlijk, het gaat om het ervaren van de methodiek.

11


12

Doel Oplossingsgericht coachen Noteer voor jezelf: • Ervaren dat positief benaderen van studenten werkt!

Noem twee tot drie situaties in je werk waarbij je OGC gaat toepassen.

• Inzicht dat iedere student zelf stappen kan zetten.

Als je klaar bent: op de flap zetten.

• Kennis gemaakt en geoefend met de schaalvraag. • Verschillende soorten OGC vragen uitgeprobeerd. • Inzicht in studentgedrag: bezoeker, klager of koper? • Eigen inbreng … 13

14

Huiswerk 1 (*)

Huiswerk 2 (*)

Beschrijf een student, waarmee jij nu te maken hebt, waarvan jij concludeert dat deze een probleem heeft, niet groter dan een 6.

Beschrijf kort een persoonlijk werkgerelateerd probleem, waar je echt tegenaan loopt en waarmee jij de volgende keer in een coachend gesprek aan de slag wilt, niet groter dan een 6.

Dus niet het meest heftige probleem dat je kent! Het gaat de volgende keer om het oefenen hiermee, niet om het probleem.

Dus niet het meest heftige probleem dat je kent! Het gaat de volgende keer om het oefenen hiermee, niet om het probleem.

15

Huiswerk 3 (mail)

16

Evaluatie; hoe nuttig was dit dagdeel?

Kies jou score tussen 0 en 10.

Waar staat dat voor?

17


18

Programma vorige keer

Oplossingsgericht coachen

• Ervaren dat positief benaderen van studenten werkt!

Dagdeel II

Team Kappen • Inzicht dat iedere student zelf stappen kan zetten.

27 november 2012 Leiden

• Kennis gemaakt en geoefend met de schaalvraag.

19

20

Wat kunnen we met OGC?

Inventariseren • Hoe ben je met OGC bezig geweest?

• Oplossingsgericht coachen als totaal: vraagt meer • Hoe beviel dat? • Aantal onderdelen bruikbaar in dagelijks werk • Wie wil zijn ‘slechte’ gesprek naspelen? • Mindset en kennis: beide noodzakelijk OEFENEN! 21

22

Programma vandaag & volgende keer

Wanneer kunnen we OGC gebruiken?

Doel:

Uit;Uit; Handleiding Begeleiding jullie conclusies vorigestudent keer

• Inzicht in studentgedrag: bezoeker, klager of koper?

• SLB-docent: Kennismakingsgesprek (fase 1)

• SLB gesprekken

• SLB-docent: Voortgangsgesprek (fase 1)

• Verschillende soorten OGC vragen uitgeprobeerd Inhoud: • Oplossingsgericht bevragen • Studentengedrag: bezoeker, klager, koper • Opdracht: Hoe krijg je een klager tot koper? • Drie soorten oplossingsgerichte vragen • Vragen oefenen op eigen casus

• BPV gesprekken

• BPV-docent: BPV-gesprek (fase 1)

• Bij studenten met problemen • SLB-docent: studieadviesgesprek (fase 2) • BPV-docent (tel.): Voortgangsgesprek BPV (fase 2) • Fase 3 en 4; idem

23


24

2 soorten mandaten

Demo van bezoeker in OGC gesprek

Sturend mandaat • feedback op basis van gedrag in les / BPV • doel = besef over stand van zaken bij student • doel = verbetering van gedrag • stellend / constaterend / info van derden

Schrijf letterlijk alle goede vragen op die de coach stelt. Plenair • Welke OGC vragen worden gesteld? • Wat is het effect van de vragen? • Wat valt nog meer op?

Coachend mandaat • student bepaalt wat relevant probleem is • doel = coachen richting oplossing • doel = middels juiste vragen zet student zelf 1 stap • bevragend / onderzoekend / samenvattend 25

26

Wat werkt bij bezoeker, klager en koper?

Studentengedrag: bezoeker, klager, koper

Bezoeker: respecteer student, met zijn eigen ideeen, geef positieve bevestiging. Verken de context. Toon interesse, dring je mening niet op. (Maar nu je er toch bent...)

De bezoeker: heeft geen vraag om hulp, is aan het shoppen, probleem ligt buiten zichzelf, komt wel langs, maar ervaart nog geen / onvoldoende lijdensdruk.

De klager: heeft geen werkbare hulpvraag, zoekt oplossing buiten zichzelf, is er nog (net) niet aan toe.

Klager: uitzonderingen vragen, hoop geven, proberen hulpvraag te ontwikkelen

De koper: heeft wel werkbare hulpvraag, zoekt eigen verandering.

Koper: context scheppen waar binnen student eigen goede technieken leert gebruiken.

27

28

Opdracht: passie interview bij bezoeker (drietal) • A heeft zijn hele leven gewacht om B op passie te bevragen, eindelijk mag het. Pauze? • A gaat dat met warmte en aandacht doen. • C observeert hoe goed dat lukt, noteert. • A; geef B feedback op wie hij is, wat hij echt kan. • C; hoe goed ging dat?

29


30

Wat werkt bij bezoeker, klager en koper?

Studentengedrag: bezoeker, klager, koper

Bezoeker: respecteer student, met zijn eigen ideeen, geef positieve bevestiging. Verken de context.

De bezoeker: heeft geen vraag om hulp, is aan het shoppen.

De klager: heeft (nog) geen werkbare hulpvraag, zoekt oplossing buiten zichzelf, is er nog (net) niet aan toe. Wel lijdensdruk, maar nog niet voldoende om er echt aan te gaan werken. Heeft niet veel hoop.

Klager: uitzonderingen vragen, hoop geven, proberen hulpvraag te ontwikkelen, doelvraag verhelderen (eigen aandeel, invloed, triangelvraag).

De koper: heeft wel werkbare hulpvraag, zoekt eigen verandering.

Koper: context scheppen waar binnen student eigen goede technieken leert gebruiken. 31

32

Opdracht: hoe coach je een klager?

Opdracht: coach een klager (drietal)

• Neem de reader op pagina x

• A neemt probleem van student uit huiswerk (klager!)

• 3 soorten vragen: • doelverhelderende vragen • uitzonderingsvragen • triangelvragen.

• B bevraagt A aan de hand van 6 vragen • Gesprek van 5 minuten: klager – coach. C observeert

• Kies van elk type de 2 vragen die jij wilt gebruiken.

• 5 minuten bespreken • Nog een rondje? 33

34

Opdracht 5 OGC gesprek 7 stappen dans Vorm een drietal (pak tekst van 7 stappen dans)

Observatoren noteren 4 beste vragen op flaps

• A is je collega met eigen casus (huiswerk) • B voert met A een OGC gesprek met daarin de verschillende vragen, stap 1 t/m 5 van 7 stappen dans • C observeert.

Pauze?

Zodra B merkt dat hij vastloopt, of zo nodig na afloop neemt C de rol van coach over. Wissel 2 keer, zodat ieder de drie rollen heeft gehad. 35


36

Afronding & Evaluatie • Ga nog even staan op de plek waar je de vorige keer stond waar het gaat om OGC toepassen.

Borrel!

• Waar sta je nu? Wat maakt dat je verder bent gekomen? • Waar zou je willen uitkomen?

37


38

Taakbeschrijving docent met coördinerende taken

Recommend Documents