Dit pedagogisch schoolproject bepaalt de identiteit van de school en de visie van haar schoolteam op onderwijs en opvoeding. 1. KINDGERICHT ONDERWIJS. In EVERHEIDE wordt het onderwijs in de hele basisschool zo kindgericht mogelijk georganiseerd. Het kind staat centraal. De kwaliteit van een leerproces wordt geoptimaliseerd, wanneer de lerende spontane belangstelling heeft voor datgene wat hem te leren aangeboden wordt. Hiervoor gaat men, om belangstelling te wekken, o.a. uit van de noden en de verlangens van de kinderen. Leerinhouden worden daarom verwerkt in thema’s en projecten. Een andere, niet minder belangrijke, manier om belangstelling te wekken is de aanwending van het spel tijdens de klasactiviteiten. De herwaardering van het spel als leermiddel is een noodzakelijkheid in een basisschool. ste Everheide heeft daarom een eigen rekenmethode ontwikkeld voor het 1 leerjaar, gebaseerd op het spelen. Thema's en projecten, steeds aansluitend bij de leefwereld van het kind, duren net zolang als er belangstelling voor is. De duur ervan is tevens afhankelijk van de leeftijdsgroep : hoe jonger de kinderen, hoe beperkter de belangstellingsduur zal zijn. Bovendien worden er elk jaar enkele thema's of projecten door de hele school op hetzelfde tijdstip behandeld : klasoverkoepelende thema’s en projecten. Hierbij wordt er complementair gewerkt, hetgeen resulteert in gezamenlijke activiteiten, zoals : een tentoonstelling, een spreekbeurt, een actie, een opvoering,... De kwaliteit van het aangeleerde telt, niet de kwantiteit. Het "kunnen" heeft voorrang op het "kennen". Wij moeten de kinderen de middelen ter hand geven, waarmee ze zelf aan hun toekomst kunnen sleutelen. De kinderen "leren leren" is hierbij een van de belangrijkste doelstellingen van ons onderwijs. Kindgerichtheid houdt niet alleen in dat men voor de keuze van de onderwerpen van de activiteiten aansluit bij de leefwereld van het kind, doch ook dat men rekening houdt met de eigen geaardheid van elk individu. De grote verschillen in aanleg, gedrag en motivatie van de kinderen maken in de hele basisschool differentiëren en remediëren noodzakelijk, wil men alle kinderen gelijke kansen geven op ontplooiing van hun totale persoonlijkheid.
2. KLASORGANISATIE. De sociale klasorganisatie in Everheide maakt het mogelijk dat kinderen verantwoordelijkheid opnemen en in ruime mate inspraak hebben in een aantal klas- en schoolaangelegenheden. Zo krijgen de kinderen van in de kleuterschool reeds, na overleg, sociale klastaken toegewezen : dit zijn klasdagelijkse kleine taken, die het verloop in de klas mee helpen vlot te verlopen. Wekelijks is er tevens minstens één KLASVERGADERING in elke klas. De kinderen bespreken hierbij de kleine en grote problemen, die het dagelijkse klasleven verstoren, teneinde er verbetering aan te brengen. Deze problemen kunnen soms zo belangrijk zijn, dat het nodig is er alle klassen bij te betrekken. In dat geval worden ze voorgelegd op de kinderraad. Tijdens klasvergaderingen worden tevens uitstappen voorgesteld, thema’s of projecten voorgesteld, de klastaken uitgedeeld, klasorganisatorische voorstellen gedaan. 1
KLASTAKEN : (suggesties) - Melkbedeling - De kalenders invullen - Het licht aan- en uitdoen - Het bord afvegen - De planten water geven -… -
Toezicht over de orde in de speelleerhoeken (erover waken dat de andere lln. de hoeken steeds in orde achterlaten)
3de graad : - Boekhouding van het klasgeld - Klasmateriaal (econoom voor knutselmateriaal, papier,...) Vanaf het 4de leerjaar kunnen er reeds KLASVERANTWOORDELIJKE verkozen worden. Waaruit kan hun taak bestaan : - De klastaken verdelen op de klasvergadering (overleg). - Het takenbord in orde brengen. - Inspringen bij afwezigheid van medeleerlingen voor het uitvoeren van hun klastaak of er een andere leerling voor aanduiden. - Controle over de uitvoering van de klastaken. - Leerlingen die hun klastaak niet behoorlijk uitvoeren, ter verantwoording roepen op de eerstvolgende klasvergadering. - Bij mogelijke kortstondige afwezigheid van de leerkracht uit de klas, waken over de klas (géén boeman spelen - géén streepjes bij namen op het bord...). - Verkiezing van een nieuwe klasleider organiseren, telkens na een afgesproken periode. (Kiezen uit kandidaten). - 6de lj.: de klasvergadering leiden : - een prikbord of ideeënbus voorzien, samen met de lk., voor suggestie van de andere lln. i.v.m. onderwerpen voor de vergadering. - dagorde opstellen (a.d.h. van suggesties op het prikbord of uit een brievenbus). - gesprekscoördinator (de lk. neemt deel zoals de andere lln.). - een verslagschrijver aanduiden (beurtrol of vrijwilligers).
3.KINDERRAAD : In Everheide krijgen de kinderen in ruime mate inspraak. Jaarlijks hebben er enkele vergaderingen plaats met het schoolhoofd of zijn afgevaardigde en met 2 afgevaardigden uit elke klas, vanaf de 3de kleuterklas. Op deze vergaderingen worden er alleen onderwerpen of voorstellen besproken, die zijn voorgedragen door een klas, waarvan de meerderheid van de kinderen dit voorstel ook steunt. Soms moeten voorstellen eerst nog in de verschillende klassen (klasvergadering) besproken worden, voordat er op de kinderraad kan voor gestemd worden, in andere gevallen kan het zijn dat het schoolhoofd om veiligheids- of organisatorische redenen een voorstel verwerpt, na een verantwoording hiervan aan de kinderen. De afgevaardigden uit de 3de graad maken telkens een verslag op van de vergadering. Dit verslag wordt in de klassen rondgegeven. De klasafgevaardigden brengen verslag uit van de vergadering tijdens hun klasvergadering. De kinderen van de hoogste klassen kunnen dit op verzoek doen in de laagste klassen.
2
4.EXTRA-MUROS-ACTIVITEITEN : Regelmatig gaan de kinderen op uitstap. Didactisch uitstappen worden georganiseerd in de onmiddellijke omgeving van de school, of verder, mits vervoer per schoolbus, met een gehuurde bus of openbaar vervoer. De kinderen nemen ook deel aan poppenkast- of aan toneelvoorstellingen. Indien er onkosten zijn voor inkom of voor vervoer, dan worden deze aan de ouders aangerekend. De extra-murosactiviteiten zijn geïntegreerd in de aan bod zijnde thema’s of projecten. 5.TONEEL, JEUGD EN MUZIEK,... Soms organiseert de school culturele of didactische activiteiten in de school met de hulp van andere organisaties zoals b.v. Jeugd en Muziek. Meestal wordt hiervoor een vergoeding gevraagd per kind. Deze onkosten worden eveneens door de ouders betaald. 6.EVALUATIE : In de kleuterschool is "observatie" het belangrijkste evaluatiemiddel. De kleuterleidsters observeren gericht en noteren het geobserveerde. Van daaruit maken zij vaststellingen en trekken zij besluiten i.v.m. de gedragingen van de kleuters. Waar het nodig is wordt er gedifferentieerd of geremedieerd. Er wordt klasdoorbrekend gewerkt. De evolutie van de kleuter wordt bijgehouden in een leerlingendossier dat groeit van de eerste kleuterklas tot en met het zesde leerjaar. De observaties worden vastgelegd in een leerlingenvolgssyteem. In de lagere school geldt dit ook, maar hier worden ook schriftelijke en mondelinge evaluatietoetsen gehanteerd om de vorderingen van de kinderen te evalueren. Hierbij worden er geen "punten" gegeven. Ons evaluatiesysteem steunt niet op procentjes en op cijfers, doch wel op een woordelijke overdracht van geobserveerde gegevens over en van vaststellingen m.b.t. kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes bij de kinderen. Naar de ouders toe wordt er regelmatig (om de 5 à 6 weken) een schoolrapport met een commentariëring en een grafiek per leerdomein overhandigd door de leerkrachten en worden er oudercontactavonden georganiseerd. Wanneer er leer- of gedragsproblemen optreden, wordt er contact opgenomen met de ouders, en met het CLB. De oorzaak van het probleem wordt dan opgespoord via observatie, toetsen, tests of andere onderzoeken op aanvraag van het CLB. 7.LOGOPEDIE : De school schenkt aandacht aan leerstoornissen, waarbij tijdens overleg met de ouders, zorgcoördinator en eventueel CLB logo kan aangeraden worden. 8.SPEELTIJDEN : Voor de gezamenlijke speeltijden volgen wij de wettelijke voorschriften 15 min. in de voormiddag en 10 min. in de namiddag. De kinderen van de kleuterafdeling en van de lagere afdeling hebben gescheiden speelruimten. Wanneer blijkt dat kinderen zich vervelen tijdens de speeltijd, organiseert één van de toezichthouders (wanneer ze met 2 zijn) spelletjes voor de kinderen (aangevraagd door kinderen op de kinderraad van oktober 2002). De kinderen kunnen ook gebruik maken van de spelkoffers. Deze worden enkel aangeboden tijdens de middagspeeltijd en bij de naschoolse opvang. 9.BEWEGINGSOPVOEDING : Wij hechten zeer veel belang aan de bewegingsopvoeding. In de kleuterschool hebben de kinderen dagelijks minstens één georganiseerde activiteit bewegingsopvoeding (psychomotoriek, ritmiek,...). 3
Uit onderzoeken is het belang gebleken van deze activiteiten voor het latere wiskundige denken van de kinderen. Vanaf de 3de kleuterklas gaan de kinderen wekelijks zwemmen. De ouders betalen hiervoor de geldende kostprijs. De zwemactiviteiten worden geleid door de leerkrachten, met als coördinator voor de lagere school de bijzondere leermeester lichamelijke opvoeding. Om de kinderen in staat te stellen zo efficiënt mogelijk te evolueren wordt het zwemonderricht in de lagere school klasdoorbrekend in groepjes georganiseerd. Behalve wegens medische redenen nemen alle kinderen hieraan deel. Het dragen van een groene badmuts is verplicht. Sinds jaren draagt onze school de titel van "sportactieve school". Om deze titel te kunnen behouden nemen wij regelmatig deel aan buitenschoolse sportactiviteiten, op woensdagnamiddag, onder begeleiding van de leerkracht lichamelijke opvoeding en van een leerkracht. 10.DE KLEUTERSCHOOL : De kleuterschool heeft als doel de ontplooiing van de totale persoonlijkheid van elk kind te beogen door een evenwichtige ontwikkeling van de cognitieve, sociale, motorische en affectieve aspecten na te streven. Voorwaarde hiervoor is het aanbieden van een rijk opvoedend milieu. Dagelijks worden er enkele activiteiten grondig voorbereid voor de kleuters : 3 in de voormiddag en 2 in de namiddag ('s namiddags niet voor de 1ste kleuterklassen middagrust). 1KKB neemt deel aan de middagrust tot januari/februari,… mogelijk later afhankelijk van het aantal kinderen bij de instapmomenten. Wij bieden de kinderen een zeer evenwichtige dagindeling aan, waarbij kalme en bewegingsactiviteiten steeds afwisselend aan de orde zijn. De klasdag begint in elke klas met een kringgesprek op het tapijt en met het invullen van de kalenders en van het aanwezigheidsbord. Veel belang wordt er gehecht aan de ontwikkeling van taal en denken, aan de voorbereiding tot lezen en de initiatie tot rekenen, aan het scheppen van expressiemogelijkheden en het aanwakkeren van de hierbijhorende zin voor esthetiek door het organiseren van muzischcreatieve activiteiten. Hierbij willen we vorm geven aan de leef- en belevingswereld van de kinderen. Zin voor hygiëne wordt ook aangewakkerd : handen wassen, niet op de grond liggen in de speelzaal en op de speelplaats, orde en netheid in de klas,... Naast deze activiteiten beschikken de kleuters over tijd voor vrij spel in de hoeken. Daarom is het klaslokaal in hoekjes onderverdeeld. Een verscheidenheid van hoekjes komt tegemoet aan de verschillen in belangstelling van de kleuters. Iedereen vindt wel ergens iets wat hij graag doet. Ook een zand- en een watertafel behoren tot de aangeboden materialen. Regelmatig worden de hoeken daarom ook veranderd in andere hoeken of worden er andere materialen in gelegd, teneinde de belangstelling nieuwe prikkels te geven. Deze vrije momenten geven de kleuteronderwijzeressen de mogelijkheid om te observeren, te differentiëren, te remediëren, en individueel in te spelen op de specifieke noden van kinderen. De kleuteronderwijzeressen werken ervaringsgericht (E.G.K.O.) met de kleuters. Aandacht wordt hierbij besteed aan "vorming", "karakteriële", "morele" en "emotionele ontwikkeling". Elk kind is "uniek", daarom wordt het kleuterinitiatief verruimd. Het ervaringsgericht werken wordt echter niet extreem toegepast, zoals het in E.G.K.O.-werkgroepen wordt voorgesteld. Wij menen dat sommige activiteiten nog klassikaal moeten gebeuren en dat "bezieling" en stimulering door de klastitularis hier een ontzettend grote rol kunnen spelen. In de lagere school wordt er verder gewerkt met hoekjes (zie: verder) 11.INTEGRATIE : De integratie van de kleuterschool met de lagere school gebeurt door de samenwerking van de 4
3de kleuterklas en het 1ste leerjaar. Dit gebeurt door de wekelijkse gezamenlijke organisatie van een activiteit, en dit vanaf het begin van het derde trimester. Hierdoor gebeurt de "grote" stap naar de "grote" school zonder al te veel belemmeringen bij de kinderen : zij kennen de juf. zeer goed (en omgekeerd) en zij zijn vertrouwd met het klaslokaal. De kinderen zijn tevens reeds vertrouwd met de personages uit de leesmethode. Zie boekje :”Integratie 3de kleuterklas – 1ste leerjaar”. De kinderen van het 6de leerjaar maken reeds nauwer kennis met het middenschoolsysteem : er worden enkele middenscholen bezocht (algemeen vormend, technisch, beroepsonderwijs). Het CLB(centrum voor leerlingenbegeleiding) geeft hen uitleg over het "eenheidstype". 12.HOBBYNAMIDDAGEN : Regelmatig worden er hobbynamiddagen georganiseerd voor de kinderen vanaf de 3de kleuterklas. Hierbij kunnen de kinderen, na overleg met hun klasgenoten, de activiteit kiezen waarvoor zij op dat ogenblik de meeste belangstelling voor hebben. Er wordt hen dan een zeer brede waaier van activiteiten voorgeschoteld. Zeer veel belang wordt hierbij gehecht aan de muzisch-creatieve activiteiten. Vrijetijdsopvoeding is een noodzaak geworden in functie van de huidige en nog meer voor de toekomstige maatschappij. Deze hobbynamiddagen zijn klasdoorbrekend, d.w.z. dat kinderen van verschillende klassen een groep vormen. 13.SPEELLEERHOEKEN in de LAGERE SCHOOL : De continuïteit met de kleuterschool wordt gewaarborgd door de inrichting van hoekjes in de lagere klassen. Wij noemen ze hier "speelleerhoeken", omdat wij uitgaan van het spel als leermiddel om leerinhouden te bestendigen bij de kinderen of om de zin voor creativiteit te bevorderen. Er zijn taalhoeken, rekenhoeken, luisterhoeken, ontdekhoeken, experimenteerhoeken, diakijkhoeken, knutselhoeken, infocentra, computerhoeken,... Eenmaal per week is er een vast kiesuurtje, waarbij de kinderen in een hoek naar keuze (na sociaal overleg) gaan spelen (leren). Daarbuiten kunnen zij dagelijks, tijdens hun vrije momenten, in de hoekjes terecht. Dode momenten worden aldus vermeden. de
In het 4 , 5de en het 6de leerjaar is er tevens een infocentrum. In dit documentatiecentrum zijn tal van onderwerpen i.v.m. geschiedenis, aardrijkskunde en natuurwetenschappen geklasseerd en genummerd. Het infocentrum groeit steeds aan, door de aanbreng van nieuwe onderwerpen door de leerkracht en door de kinderen. In het infocentrum kunnen de kinderen documentatie opzoeken, die zij nodig hebben bij klasactiviteiten of bij de voorbereiding van hun spreekbeurten. In het documentatiecentrum liggen opdrachtkaarten. De kinderen krijgen of kiezen een opdracht, die zij binnen een bepaalde periode (v.b. 3 weken) moeten uitgevoerd hebben. De opdrachten zijn dusdanig opgesteld, dat hiervoor meerdere bronnen (infocentrum, encyclopedische boeken) moeten geraadpleegd worden. Hierbij wordt het zelfstandig kunnen werken bevorderd. De oplossingen worden in een infotakenschrift genoteerd en nadien gecontroleerd door de leerkracht. (zie: boekje : “Speelleerhoeken in de lagere school”.
14.COMPUTERS : Het onderwijs moet zich aanpassen aan de technologische vooruitgang van de maatschappij. Teneinde de kinderen vertrouwd te maken met computers en informatica, beschikt de school over een computerklas : met computers met aangepaste didactische software. 5
Er bevinden zich tevens computers in de klassen, vanaf de 1ste kleuterklas. De computers zijn er in gebruik bij de speelleerhoeken en worden tevens gebruikt als differentiatie- en als remediëringsmiddel. De meeste computers zijn voorzien van internet. We beschikken ook over 9 lap tops. 15. LEZEN : Aanvankelijk lezen: in het 1ste leerjaar volgen wij een structuur-methode. Deze methode is een pedagogisch verantwoorde leesmethode. Voortgezet lezen: Hiervoor organiseren wij o.a. klasdoorbrekend niveaulezen, volgens het A.V.I.-systeem. De kinderen zijn hier niet volgens leeftijd gegroepeerd, doch wel volgens hun leestechnische vaardigheid. Hierdoor bekomen wij meer homogene leesgroepen, waardoor het rendement wordt geoptimaliseerd. De kinderen lezen meestal in kleine groepjes van max. 5 kinderen dezelfde boekjes. Er zijn 9 leesniveaus. De kinderen kunnen een niveau hoger na het afleggen van een leestoets. Voor de kinderen die alle leesniveaus doorlopen hebben worden er leesactiviteiten georganiseerd, die zich vooral toespitsen op het expressief en het begrijpend lezen. 16.SPREEKBEURTEN : Vanaf het 4de leerjaar bereiden de kinderen spreekbeurten voor. Zij bepalen zelf het onderwerp van hun spreekbeurt, en zoeken hierover de nodige informatie op in het infocentrum van de klas of in boeken. Aan de klaswand hangt de lijst van de spreekbeurten, zodat de kinderen mekaar kunnen helpen : wie documentatie over een onderwerp heeft speelt het door aan de betrokken klasgenoot (sociale opvoeding). Een spreekbeurt is geen afleesbeurt, doch men verwacht, zoals het woord het zegt, dat de kinderen "vertellen" over het onderwerp. De leerkracht staat de kinderen hierbij bij, voor het opstellen van een logische opbouw van de spreekbeurt. Een spreekbeurt moet niet lang duren : 10 à 15 min. volstaan. Achteraf mogen de klasmakkers nog bijkomende vraagjes stellen. Dit wordt dan gevolgd door een klassikale evaluatie (zonder "punten") van de spreekbeurt. Enkele kinderen mogen hun evaluatie mondeling verantwoorden. 17.HUISTAKEN : Het is niet de bedoeling van onze school van de kinderen gewoonten en systemen bij te brengen die hen in een kunstmatige situatie dompelen waar o.m. prestatiedrang hoogtij viert. Het onbezonnen geven van huistaken is zo'n kunstmatige situatie. Huistaken kunnen een constante bron van discriminatie zijn, want kinderen die thuis geen extra steun genieten, worden steeds benadeeld. Bovendien komen die kinderen die wel extra steun hebben meestal onder een sterke psychologische druk te staan. Om dit principe duidelijk waar te maken geven wij geen huistaken in de 1ste graad. Wij voorzien wel af en toe tijdens de naschoolse opvangmomenten van spel met letters en cijfers. Vanaf het 3de leerjaar krijgen de kinderen huistaken. Onder huistaken verstaan wij taken die de kinderen zelfstandig met succes kunnen uitvoeren. In de 2de graad is het ook geen dagelijkse gewoonte. Huistaken worden ook nooit gequoteerd. In de 3de graad komen huistaken regelmatiger aan bod. We denken hier vooral aan huistaken onder de vorm van "opzoekingswerk" waarbij het verzamelen van informatie en van documentatie belangrijke elementen zijn. Ook o.m. rangschikken en beoordelen van gegeven informatie kunnen methoden zijn die bijdragen tot de persoonlijkheidsvorming. Verder worden herhalingsoefeningen (met differentiatie) 6
onder een aangename en aantrekkelijke vorm aangeboden. We leren de kinderen middelen om kennisverwerving bij het leren van lange teksten efficiënt te laten verlopen ("leren leren"). Een eerste stap naar het kunnen samenvatten van teksten wordt hier gezet. Nieuwe leerstof wordt niet aangebracht in huistaken. Wel kunnen sommige opdrachten een goede bijdrage leveren tot voorbereiding van nieuwe klassituaties met het doel een brug te slaan van de kinderlijke leefwereld naar de klas. Dit is slechts zinvol in de 3de graad. Teneinde hierin niet te overdrijven wordt opzoekingswerk niet alle dagen of weken voorzien. Kinderen die v.b. over minder mogelijkheden beschikken om documentatie op te zoeken worden door de school geholpen. 18.TUINIEREN : Achter het schoolgebouw bevindt zich de moestuin. Hierin tuinieren de kinderen vanaf de 3de kleuterklas (en mogelijk jonger). Elke klas heeft er haar perceeltje grond. Er kan klassikaal of met individuele perceeltjes getuinierd worden (we denken vooral aan groenten en aan bloemen). Het doel van tuinieren is de kinderen te initiëren in enkele elementaire en belangrijke land- en tuinbouwprincipes, en bij hen het respect voor de natuur op te wekken. Tevens ervaren zij het plezier van het oogsten : het voorzien in eigen behoeften. 19.TWEEDE TAALONDERRICHT : Ons tweede taalonderricht start reeds van in de eerste kleuterklas A. Deze taalinitiatie Frans wordt gegeven door de klastitularis zelf of klasdoorbrekend op een zeer speelse manier. In de 1ste graad verwerven de kinderen reeds een minimum afgesproken woordenschat. Deze woorden komen uit teksten en/of activiteiten die in de 2de graad gebruikt worden bij de lessen. De frequentie van deze lessen beperkt zich tot 1 à 2 korte activiteiten per week. De woordbeelden worden nog niet getoond. Wel worden de mondeling gebruikte woorden steeds gekoppeld aan de afbeelding of aan het voorwerp, of worden ze uitgebeeld. Vanaf de 2de graad wordt er ook audiovisueel gewerkt. Vanaf dan wordt er ook belang gehecht aan het correct kunnen lezen en kopiëren van de tekstjes, en aan het dialogeren. Er worden 3 taalactiviteiten per week georganiseerd. Vanaf het 4de leerjaar krijgen de kinderen ook elementaire grammaticalessen. In de 3de graad loopt de frequentie van het aantal taallessen op tot 3 ½ lestijd per week.
20.KLASMAPPEN : Voor elke klas is er een klasmap, die jaarlijks aangevuld wordt. Daarin zitten alle gegevens van de voorbije jaren van de klas omtrent de behandelde thema's en projecten, de verticale planningen, muzisch groeiboek, resultaten van de kobi-tv-testen, de kijkwijzer, MDO verslagen, zorgoverzicht, foutenanalyses, puntenboek, observaties, prints doelenboek ( verticale planning KS), onkostennota.
21.NASCHOOLSE KINDEROPVANG : 's Morgens is er reeds kinderopvang vanaf 7.30u. Voor de kinderen die na schooltijd nog op school blijven, organiseert het gemeentebestuur een 7
kinderopvang : 's middags, 's avonds, en op woensdagnamiddag. Van 15.30u tot 16.30u wordt er studiebegeleiding georganiseerd voor de kinderen vanaf het 3de leerjaar van de lagere school. De kinderen die huistaken hebben kunnen die dan maken. In de studie wordt er toezicht gehouden, en worden de kinderen zo nodig ondersteund in hun taken. De studie is geen aanpassingsklas om kinderen met leermoeilijkheden extra te begeleiden. Dit is niet de taak van de studiebegeleider. Dit hoort tot de bevoegdheid van de klastitularis of van de taakleerkracht of de leerkracht ZVB. Teneinde de kinderen in de studie niet te storen, wordt er aan de ouders gevraagd om hun kinderen slechts af te halen te 16u of na de studie. Na de studie is er nog kinderopvang tot 18.00u 22.RESPECT VOOR BOEKEN : In de school trachten wij de kinderen o.a. respect bij te brengen voor materialen en boeken. De uitgeleende leerboeken en de schriften van de kinderen moeten gekaft worden. De leerboeken moeten dikwijls nog jaren meegaan en ze kosten ontzettend veel geld. Boeken die verloren worden, moeten vergoed worden. Bij het verlies van leesboeken is er een vaste vergoeding van 5 € te betalen. 23. STRAFFEN: Straf: wat een middeleeuws woord! Kinderen die onopzettelijk iets verkeerd doen worden uiteraard niet gesanctioneerd! We zijn nu eenmaal allemaal onvolmaakt, en de kinderen, die nog op weg zijn naar volwassenheid, uiteraard het meest. Anders is het gesteld met het opzettelijk uitvoeren van niet toegelaten daden. Maar ook hier moet een onderscheid gemaakt worden tussen hetgeen mét en hetgeen niet met kwaad opzet en met de bedoeling van anderen te plagen gebeurde. Bv.: -Kaatje (2½ jaar) moet melk drinken, maar zij wil niet. Wie berokkent zij hiermee schade dan eventueel zichzelf? Dit wordt niet als “stout” bestempeld. Toch zal de leerkracht via het kind en via de ouders de oorzaak van dit gedrag trachten te ontdekken teneinde gepast te kunnen reageren. -Piet stampt de bal toevallig op het dak (niet sanctioneren) -Wim stampt de bal moedwillig op het dak (wel sanctioneren) Schrijfstraffen beperken zich tot het laten schrijven (hogere klassen) van de kinderen waarom ze dat deden of waarom ze denken dat de leerkracht nu niet tevreden of boos is (en zonder opgave van tekstlengte) Straflijntjes schrijven is een vorm van lijfstraf hand en vingers doen er pijn van. Dit gebeurt niet in Everheide. Praten met de kinderen, zoals een goede huismoeder of vader doen, is vaak nog steeds de beste remedie. Bij recidivisten kan een boze berisping of het ontzeggen van iets leuks (de bal opzettelijk op het dak stampen = een week niet meer voetballen) soms ook wel resultaten geven.
24.SAMENWERKING MET OUDERS : Teneinde ons opvoedingsproject zo gunstig mogelijk te realiseren is een nauwe samenwerking met de ouders noodzakelijk. De ouders moeten interesse hebben voor het onderwijs van hun kinderen. In de lagere school controleren en tekenen zij dagelijks het schoolagenda van hun kind en periodiek het schoolrapport. Zij controleren ook hun huistaken en lezen de nota's en de brieven die aan hen worden gericht. Ook hun aanwezigheid op de oudercontactavonden werkt de samenwerking met de school in de hand. De opvoeding van de kinderen gebeurt immers thuis en op school en het is dus noodzakelijk dat beide opvoedingspatronen op elkaar afgestemd worden. Een regelmatig contact met de leerkrachten is dan ook aangewezen, vooral bij kinderen met gedrags- of met leer8
moeilijkheden. De naleving van het schoolreglement maakt eveneens deel uit van dit samenwerkingsverband. Ouders die nauwer met de school willen samenwerken kunnen toetreden tot de oudervereniging. De samenwerking betreft hierbij : - de schoolproblemen voor zover zij rechtstreeks de ouders (of hun kinderen) aanbelangen. Bv. de lichamelijke en morele veiligheid van de kinderen op school en op de straat. - de algemene educatieve en pedagogische problemen zoals godsdienst of lekenmoraal, de verstandelijke, lichamelijke en staatsburgerlijke opvoeding, in zover zij de fundamentele pedagogische lijn van de school niet aantasten (o.a. zoals hierboven beschreven). Voor de zuiver pedagogische aangelegenheden is alleen het schoolteam bevoegd. 25.MELKBEDELING - 10-UURTJE: Melkbedeling : 's voormiddags hebben de kinderen de mogelijkheid om melk te drinken (tegen vergoeding). In de kleuterschool is dit veralgemeend voor alle kleuters. Ouders geven op maandag, woensdag en vrijdag een gezonde versnapering mee naar school, in een brooddoos of bewaardoos met vermelding van naam en klas. In de lagere school wordt melk drinken niet verplicht en wordt dus slechts gedronken door de kinderen die er voor kiezen. Wie niet voor melk betaalt kan, altijd water drinken. Uitzondering wordt gemaakt voor de kinderen die op doktersadvies geen koemelk mogen drinken, zij mogen sojamelk meebrengen. Dinsdag en donderdag zijn uitgeroepen tot onze fruitdagen. Voor de kleuters en de lagere school is het fruit aanwezig op school. 26. ALLERLEI: Tijdens het middageten wordt er enkel water gedronken. Zowel bij de warme maaltijd als bij de boterhammen. Drankflesjes,- brikjes noch busjes drank zijn dan toegelaten. Verlies van kledij of van persoonlijk schoolmateriaal (al dan niet wegens diefstal): wordt in normale omstandigheden niet vergoed door de school. Schade aangericht door kinderen aan gemeente-eigendom of aan andermans bezittingen: de ouders zijn verantwoordelijk voor de daden die door hun kinderen gesteld worden. Verlaten van de school tijdens de schooluren : Behalve bij uitzonderlijke omstandigheden mogen de kinderen de school niet verlaten, of mogen de kinderen niet afgehaald worden, tijdens de schooluren. Ook niet om naar de tandarts of om naar de dokter te gaan. Oudercontacten met de leerkrachten : De ouders, die een leerkracht wensen te spreken, maken hiervoor vooraf een afspraak met de betrokkene. De leerkrachten van de lagere school kunnen ook ouders ontvangen tijdens bepaalde klasvrije uurtjes gedurende de week. Tenslotte wordt er gevraagd dat ouders, zowel als kinderen, zich correct gedragen binnen de schoolmuren (en daarbuiten). Schoolinfo en schoolreglement in bijlage. Dit pedagogisch project werd aangepast in samenspraak met alle klastitularissen die actueel in actieve dienst zijn in de gemeentelijke basisschool EVERHEIDE, Windmolenstraat, 39 te EVERE. Evere, oktober 2013 9
(oorspronkelijke versie 23 januari 1992, eerste maal herzien op 15.01.2002, tweede maal herzien 9 januari 2006, derde maal herzien juni 2008, vierde maal herzien september 2009, vijfde maal herzien september 2011, zesde maal herzien oktober 2013 ) Voor het schoolteam, Anneke Ramael
10