INTERCULTURE FRANS OP REIS taaltrainer 3 CD’s ◙ track 1 Dit is een uitgave van Interculture Amersfoort, alle rechten voorbehouden. Welkom bij de Interculture Frans op reis taaltrainer. Met deze trainer oefent u de meest voorkomende Franse zinnen die u nodig hebt voor uw reis en vakantie in Frankrijk. U hoort eerst de Nederlandse zin, daarna kunt u in de pauze de Franse zin uitspreken, vervolgens hoort u de juiste zin in het Frans. Wij beginnen nu met uw Franse training. * de aanvullende teksten in grijze kleur worden niet uitgesproken op de CD.
ETEN & DRINKEN ◙ track 2 CAFÉ / BAR Als we eens even iets gingen drinken? Si on allait boire quelque chose ? Zullen wij wat / een biertje gaan drinken? On va boire un verre / prendre un pot ? Een aperitiefje? Un petit apéro ? Gaan we binnen zitten of op het terras? On se met à l'intérieur ou à la terrasse ? Wilt u in de zon zitten of in de schaduw? Voulez-vous être au soleil ou à l'ombre ? Buiten zitten te veel wespen. Dehors, il y a trop de guêpes. Wilt u de parasol opzetten? Voulez-vous ouvrir le parasol ? Nee, het waait te hard. Non, il y a / il fait trop de vent. Wilt u het tafeltje even schoonmaken? Pouvez-vous nettoyer la table, s’il vous plaît ? Wat zullen we drinken? Qu'est-ce qu'on va boire ? Ik geef een rondje.
www.interculture.nl
Interculture Frans op reis taaltrainer CD 3 eten & drinken winkelen alledaagse zinnetjes
1
C'est moi qui paie la tournée. Wat mag ik u aanbieden? / Wat wilt u van mij drinken? Qu'est-ce que je vous offre ? Wat kan ik voor u inschenken? / Wat wilt u gebruiken? Qu'est-ce que vous prenez ? Ober, kunt u even de bestelling opnemen? Monsieur, voulez-vous prendre la commande, s'il vous plaît ? De serveerster komt er zo aan. La serveuse va arriver tout de suite. Ik neem een (dubbele) espresso / een warme chocolademelk. Moi, je prends un grand café / un chocolat chaud. Een kruidenthee / een gewone / groene thee met een schijfje citroen. Une tisane / un thé noir / vert avec une tranche / rondelle de citron. Hebt u ook ijsthee? Vous avez aussi du thé glacé ? Mag ik een koffie met melk / een espresso van u? Je voudrais un café crème / un expresso / un café express, s'il vous plaît. Ik wil een koffie met een druppeltje melk erin. Moi, je voudrais une noisette. Hebt u croissantjes of zoiets? Vous avez des viennoiseries ? En voor mij een druivensap / een cola / een tonic / een verse jus. Et pour moi un jus de raisin / un coca / un Schweppes / une orange pressée.
◙
Wat willen de kinderen? Iets van frisdrank? track 3 Et les enfants, qu'est-ce qu'ils veulent ? Une boisson rafraîchissante ? Ze willen een vanille-ijsje / een cola light / een Chocomel. Ils veulent une glace à la vanille / un coca light / un lait chocolaté (Cécémel). Ik wil een sinaasappellimonade met ijsklontjes / muntlimonade / ranja. Moi, je veux un Orangina avec des glaçons / un diabolo menthe / une orangeade. Is het dat? C'est tout ? En nog een sneeuwwitje, alstublieft. Et un autre panaché, s'il vous plaît. Och, dat vergat ik nog. Hebt u zoetjes? Ah, j'oubliais. Vous avez des sucrettes ? Wij hebben nog geen suiker / lepeltjes. On n'a pas encore de sucre / de petites cuillères. Wilt u nog wat anders? Vous voulez autre chose ?
www.interculture.nl
Interculture Frans op reis taaltrainer CD 3 eten & drinken winkelen alledaagse zinnetjes
2
Twee bier, alstublieft. Deux demis, s'il vous plaît. Tapbier of een flesje? Pression ou une bouteille ? Een flesje, alstublieft. Une cannette, s'il vous plaît. En een flesje mineraalwater / bronwater. Et une petite bouteille d'eau minérale / de source. Ik heb alleen halve flessen. Je n’ai que des demi-bouteilles. Met bubbeltjes of gewoon? Gazeuse ou plate / non-gazeuse ? En een glas witte wijn. Et un verre de vin blanc. Droge of zoete wijn? Du vin sec ou doux ? Een koud glas rosé. Un verre de rosé bien frais. Geeft u mij nog maar een glas! Donnez-moi un autre verre, s’il vous plaît ! Hetzelfde nog maar een keer. La même chose. Wat voor cocktails zonder alcohol hebt u? Vous avez quoi comme cocktails sans alcool ? Hebt u “iets voor de borrel” / pinda’s? On peut avoir quelque chose à grignoter / des cacahuètes ? Op uw gezondheid! / Proost! A votre santé ! / A la bonne vôtre ! We klinken op uw gezondheid. On trinque à votre santé. Hebt u soms ook broodjes / tosti's? Vous avez des sandwichs / croque-monsieur ? Kan ik hier even mijn mobieltje opladen? Est-ce que je peux recharger mon portable ici ? Waar is het toilet? Où sont les toilettes ? In het souterrain. U moet de trap af. Au sous-sol. Il faut descendre l'escalier. Let op het afstapje! Attention à la marche !
www.interculture.nl
Interculture Frans op reis taaltrainer CD 3 eten & drinken winkelen alledaagse zinnetjes
3
Ik wil graag even afrekenen. Je voudrais régler / payer les consommations. Hoeveel ben ik u schuldig? Combien est-ce que je vous dois ? / Combien je vous dois ? Wilt u aan de bar betalen? Si vous voulez bien payer au comptoir / au bar ? Hebt u het kassabonnetje? Vous avez le ticket de caisse ? Iedereen betaalt apart. On paie séparément. Tot hoe laat is de brunch ’s zondags? Le brunch, c’est jusqu’à quelle heure le dimanche ? U krijgt 50 procent korting op alle drankjes, het is nu happy hour. Vous avez 50 pour cent sur toutes les boissons, c’est happy hour. Un ice tea = een ijsthee Un petit crème = een kleine sterke koffie met een beetje melk Un grand crème = een grote sterke koffie met een beetje melk Un expresso bien serré = een dubbele espresso Un jus de tomates = een tomatensap
RESTAURANT RESERVEREN
◙ track 4
Ik zou graag een tafeltje willen reserveren voor 4 personen. Je voudrais réserver une table pour quatre (personnes). Voor wanneer is het? C'est pour quand ? Voor morgen, om twaalf uur. Pour demain, (à) midi. We zijn er zo tegen half een. Nous arriverons vers midi et demi. Jammer genoeg zijn we donderdags gesloten. Malheureusement, le(s) jeudi(s) nous sommes fermés. Dat is onze wekelijkse rustdag. C'est notre jour de repos hebdomadaire. Het spijt me. Het restaurant is vol. Je suis désolé. Le restaurant est complet. We kunnen geen reserveringen meer aannemen. On ne peut plus prendre de réservations. Op welke naam mag ik dat noteren? C'est à quel nom ?
www.interculture.nl
Interculture Frans op reis taaltrainer CD 3 eten & drinken winkelen alledaagse zinnetjes
4
Wilt u dat even spellen? Voulez-vous épeler ? Voor hoeveel personen? C'est pour combien de personnes ? Voor vier personen, twee volwassenen en twee kinderen. Pour quatre personnes, deux adultes et deux enfants. Kunnen we onze hond meenemen? On peut amener notre chien ? Nee, het spijt me, honden worden niet toegelaten. Non, je regrette, les chiens ne sont pas admis. Hebt u nog voorkeur voor een bepaalde tafel? Pour la table, avez-vous une préférence ? We zitten het liefst bij het raam. Nous préférons une table près de la fenêtre.
BEZOEK AAN EEN RESTAURANT
◙ track 5
Hebt u gereserveerd? Vous avez réservé ? Ja, we hebben gereserveerd onder de naam Van Praag. Oui, on a réservé au nom de Van Praag. Ik heb alleen nog een tafeltje achterin. Il me reste juste une table au fond. Alle andere tafeltjes zijn bezet. Toutes les autres tables sont occupées. Is dat naar uw zin? Ça vous va ? Dat is uitstekend. C'est parfait. Mag ik uw jassen aannemen? Puis-je prendre vos manteaux ? Een ogenblikje geduld a.u.b. Je vous demande de bien vouloir patienter quelques instants. Wilt u even wachten? Si vous voulez bien attendre une minute ? Het zal niet lang meer duren. Ça ne va plus durer longtemps. U kunt aan tafel gaan. Vous pouvez passer à table. U kunt daar gaan zitten, naast de bar.
www.interculture.nl
Interculture Frans op reis taaltrainer CD 3 eten & drinken winkelen alledaagse zinnetjes
5
Vous pouvez vous asseoir là-bas, à côté du bar. Kunt u ons de menukaart geven a.u.b.? Pourriez-vous nous donner la carte, s'il vous plaît ? We zouden ook graag de wijnkaart hebben. On aimerait aussi avoir la carte des vins. Kunt u de bestelling opnemen? Pourriez-vous prendre la commande, s'il vous plaît ? Ik kom er zo aan. J'arrive tout de suite. Mijn collega zal u bedienen. Mon collègue va vous servir / va s’occuper de vous. Voor de drankjes komt een collega bij u. Pour les consommations, il y a mon collègue qui va passer. Neemt u een aperitief? Vous prenez un apéritif ? Ja. Twee cola, een tapbiertje en een pastis, a.u.b. Oui. Deux cocas, une pression et un pastis, s'il vous plaît. Kunt u ons ook een halve fles mineraalwater brengen a.u.b.? Si vous voulez bien nous apporter aussi une demi-bouteille d'eau minérale ? Hebt u al een keus kunnen maken? Vous avez choisi ? / Vous avez fait votre choix ? Ik heb de bestelling al opgegeven bij uw collega. J'ai déjà passé la commande à un(e) de vos collègues. Neemt u een vast menu of eet u liever à la carte? Vous prenez un menu ou préférez-vous la carte ? Deze prijzen zijn niet dezelfde als op de menukaart bij de ingang. Ces prix-ci ne correspondent pas à ceux affichés à l'entrée. We nemen twee culinaire menu's en twee menu's van 30 euro. On prend deux menus gastronomiques et deux menus à trente euros. Wat is de dagschotel / het dagmenu? Quel est le plat / menu du jour ? Is er een kindermenu? Est-ce qu'il y a un menu enfants ? Is de drank bij de menuprijs inbegrepen? Est-ce que les boissons sont comprises dans le prix du menu ? Nee, enkel 25 centiliter wijn. Non, seulement un quart de vin. Ik ben vegetariër. Ik eet geen vlees. Je suis végétarien. Je ne mange pas de viande.
www.interculture.nl
Interculture Frans op reis taaltrainer CD 3 eten & drinken winkelen alledaagse zinnetjes
6
Als voorgerecht een meloen, een rauwkost en twee keer slakken. Comme entrées : un melon, une crudité et deux fois les escargots. Een zalmmoot met roquefort, wat is dat? Une darne de saumon au roquefort, qu'est-ce que c'est ? Dat is een visgerecht? C'est un plat de poisson ? Dan, twee forellen met amandeltjes, een hazenpeper en een lendenbiefstuk. Ensuite, deux truites aux amandes, un civet de lièvre et un faux-filet. Hebt u ook entrecote? Vous avez aussi de l'entrecôte ? Ik neem een spiesje lamsvlees. Moi, je prends une brochette d´agneau. Voor de forellen moet u iets bijbetalen. Pour les truites, il y un petit supplément à payer. Wat betreft de lendenbiefstuk, hoe wilt u die gebakken hebben? Pour le faux-filet, quelle cuisson ? Rood, half doorbakken of doorbakken? Saignant, à point ou bien cuit ? Half doorbakken, graag. A point, s'il vous plaît. Wat zijn er voor groenten? Qu'est-ce qu'il y a comme légumes ? Sperzieboontjes, gekruide rijst of gekookte aardappelen. Des haricots verts, du riz pilaf ou des pommes vapeur.
◙
Hebt u geen doperwten? track 6 Vous n'avez pas de petits-pois ? Nou, dan nemen we er nog wat sla bij. Alors, avec ça, on prendra en plus une salade verte. Voor het nagerecht zien we daarna wel. Pour le dessert, on verra après. En wat wilt u erbij drinken? Et comme boisson ? Een kannetje rode huiswijn en een karaf water met ijsklontjes, a.u.b. Un pichet de vin rouge maison et une carafe d'eau avec des glaçons, s'il vous plaît. Wilt u proeven? (fles wijn) Voulez-vous goûter ? Neemt u mij niet kwalijk, maar ik denk dat deze wijn kurk heeft. Excusez-moi, ce vin sent le bouchon. Het spijt mij, maar deze wijn is zuur.
www.interculture.nl
Interculture Frans op reis taaltrainer CD 3 eten & drinken winkelen alledaagse zinnetjes
7
Je regrette, ce vin a un goût aigre. Wordt u al bediend? On vous sert déjà ? De serveerster brengt u zo het brood, het zout en de peper. La serveuse va vous apporter tout de suite le pain, le sel et le poivre. Er moet nog voor een persoon meer gedekt worden. Il faut mettre un couvert supplémentaire. We komen nog een vork / een mes / een lepel te kort. Il manque une fourchette / un couteau / une cuillère. Het komt er zo aan. Ça ne va pas tarder. Is het voldoende? Ça vous suffit ? We zouden graag nog wat frietjes hebben voor de kinderen. On voudrait avoir encore un peu de / quelques frites pour les enfants. Het vlees is wat taai. La viande est un peu dure. De frieten zijn flauw. Les frites sont fades / n’ont pas de goût. Hebt u wat zout voor mij? Auriez-vous du sel pour moi ? Pas op, het is heet. Attention, c'est chaud. Bent u klaar? Vous avez terminé ? Kan ik de borden meenemen? Je peux enlever les assiettes ? Ja, gaat uw gang! Oui, allez-y ! Je vous en prie. Kunt u het kaasplateau brengen? Vous pouvez apporter le plateau de fromages ? We slaan het nagerecht over. On saute le dessert. We hebben niet veel tijd helaas. Malheureusement, nous n'avons pas beaucoup de temps. We hebben haast. Nous sommes pressés. Ik kom zo met het wagentje. J'arrive tout de suite avec le chariot.
www.interculture.nl
Interculture Frans op reis taaltrainer CD 3 eten & drinken winkelen alledaagse zinnetjes
8
Voor het nagerecht hebt u de keus. Pour les desserts, c'est au choix. Wat hebt u als nagerecht? Pour le dessert, qu'est ce que vous nous proposez ? Er is ijs, appeltaart, chocolademousse en flensjes. Il y a (des) glaces, (de la) tarte Tatin, (de la) mousse au chocolat et (des) crêpes Suzette. Twee keer flensjes en twee ijsjes, a.u.b. Deux crêpes Suzette et deux glaces, s'il vous plaît. De ijsjes, welke smaak? Les glaces, quel parfum ? Vanille-aardbeien en pistache. Vanille-fraise et pistache. Wilt u er wat slagroom op? Voulez-vous un peu de crème chantilly dessus ? Graag! Volontiers ! / Avec plaisir ! Wenst u nog iets anders? Vous désirez autre chose ? Zal ik u nog eens bijschenken? Je vous mets encore un peu de vin ? O, neem me niet kwalijk. Ik heb mijn glas water omgestoten. Ah, excusez-moi. J'ai renversé mon verre d'eau. Na de koffie neemt u toch wel een digestief van het huis? Après le café, vous prendrez bien un digestif. C'est la maison qui vous l'offre. / C'est cadeau. Was alles naar wens? Ça vous a plu ? / Vous avez aimé ?/ Vous avez apprécié ? Het was heerlijk. C'était délicieux. Het is verboden te roken. Il est interdit de fumer. U kunt de tafel afruimen. Vous pouvez débarrasser la table. De rekening graag. (Kunt u de rekening klaarmaken?) L’addition, s'il vous plaît. (Pourriez-vous préparer l'addition ?)
www.interculture.nl
Interculture Frans op reis taaltrainer CD 3 eten & drinken winkelen alledaagse zinnetjes
9
WINKELEN & BOODSCHAPPEN DOEN ◙ track 7 SUPERMARKT Wat doen we? Nemen we een karretje of een mandje? Qu'est-ce qu'on fait ? On prend un chariot / un caddie ou un panier ? Waar is de informatiebalie? Où est l'accueil ? Kunt u mij zeggen waar de (knoop)batterijen liggen? Pourriez-vous me dire où se trouvent les piles (bouton) ? Dat is op de afdeling huishoudelijke apparaten. C'est au rayon électroménager. Zou iemand me kunnen zeggen wat dit apparaat kost? Y a-t-il quelqu'un qui pourrait me renseigner sur le prix de cet appareil ? Er staat geen prijs op. Le prix n'est pas marqué / indiqué. Verkoopt u ook spaarlampen? Vous vendez des ampoules basse consommation ? Wat is de uiterste verkoopdatum? Quelle est la date limite de vente ? Wie is er aan de beurt? C'est à qui ? Ben ik aan de beurt? C'est mon tour à moi ? Wat is er van uw dienst, mevrouw? Bonjour, Madame. Que désirez-vous ? Ik wil graag een stuk van die kaas. Je voudrais un bout de ce fromage-là. Is dat cantal? C'est du cantal ? Ik hoop dat hij niet te belegen is. J'espère qu'il n'est pas trop fait. Nee, hij is halfbelegen. Non, il est entre-deux. Is er anders nog iets van uw dienst? Et avec ça ? / Ce sera tout ? Ja / Nee, dat is alles. Oui / Non, c'est tout.
www.interculture.nl
Interculture Frans op reis taaltrainer CD 3 eten & drinken winkelen alledaagse zinnetjes
10
Is die vis wel vers? Ce poisson, est-il bien frais ? Hoelang moet die vis gebakken worden? Quel est le temps de friture / cuisson de ce poisson ? Waar is de groente- en fruitafdeling? Où est le rayon fruits et légumes ? Zijn er geen grapefruits meer? Il n'y a plus de pamplemousses ? Moet je die wegen? Il faut les peser ? Nee, die gaan per stuk. Non, c'est vendu à la pièce. Sinaasappels moeten gewogen worden. Les oranges sont vendues au poids. Wat is de code? Quel est le code ? Is dat rundvlees / varkensvlees / kippenvlees? C'est du bœuf / porc / poulet ? Zou u dat stuk vlees even in plakjes willen snijden? Voudriez-vous émincer ce morceau de viande ? Twee ons gekookte ham, alstublieft. Deux cents grammes de jambon cuit, s'il vous plaît. Zal ik er nog een plak bijdoen? Je vous mets une tranche de plus ? Ja, maar niet te dik. Nog dunner. Oui, mais pas trop épaisse. Plus mince encore. Ik wil graag een kalfsrollade. Je voudrais un rôti de veau. Zo iets? Ça vous va ? Nee, dat is me te groot / veel. Non, ça me fait / c’est trop. Hebt u worstjes voor op de barbecue? Vous avez des merguez / chipolatas pour le barbecue ? Hoeveel wilt u er hebben? Vous en voulez combien ? Een pond graag. Cinq cents grammes, s'il vous plaît. Waar staat de jam? Où sont les confitures ?
www.interculture.nl
Interculture Frans op reis taaltrainer CD 3 eten & drinken winkelen alledaagse zinnetjes
11
Dat is in de derde rij rechts. C'est dans la troisième allée à droite. Is dit dessert op basis van volle of halfvolle melk? Est-ce que ce dessert est à base de lait entier ou demi-écrémé ? Als ik niet helemaal tevreden ben, krijg ik dan mijn geld terug? Si je ne suis pas entièrement satisfait, je serai remboursé ?
KASSA
◙ track 8
Is deze kassa open? Cette caisse est ouverte ? Er staat geen streepjescode op. Il n'y a pas de code-barres. Is dit artikel in de uitverkoop? Cet article est en solde ? Ik dacht dat de bloemkool in de reclame was. Je croyais que les choux-fleurs étaient en promo. Ik zie dat er een gat zit in de verpakking. Je vois que l'emballage est troué. Mag ik dat even ruilen? Je peux l'échanger ? Ik ben vergeten die sperzieboontjes te wegen. J'ai oublié de peser ces haricots verts. Neem me niet kwalijk. Ik loop vlug even naar de weegschaal. Excusez-moi. Je cours vite à la balance. Ik ben zo terug. Je serai de retour dans une minute. U vergist zich. Die eieren zijn niet van mij. Vous vous trompez. Ces œufs ne sont pas à moi. Die zijn van de klant achter mij. Ils sont au client après moi. Zou u mij het beurtbalkje even aan willen geven? Voudriez-vous me passer le bâtonnet ? Wilt u dat sixpack water ook op de band zetten? Merci de mettre ce pack d'eau sur le tapis de caisse ! Hebt u geen tasje / doos? Vous n'auriez pas de sac / carton ? Het spijt me. De winkel geeft geen plastic tasjes meer. Je regrette. Le magasin ne donne plus de sacs en plastique. Hebt u een klantenkaart?
www.interculture.nl
Interculture Frans op reis taaltrainer CD 3 eten & drinken winkelen alledaagse zinnetjes
12
Vous avez la carte de fidélité ? Hebt u een identiteitsbewijs bij u? Vous avez une pièce d'identité sur vous ? Betaalt u contant? Vous payez en espèces / liquide ? Kunt u niet gepast betalen? Vous ne pouvez pas faire l'appoint ? U krijgt nog wisselgeld van mij terug. Je vous rends votre monnaie. Ik geef u terug van 50 euro. Je vous rends sur 50 euros. U moet uw pas er andersom doorhalen. Il faut passer votre carte dans l'autre sens. Toets uw pincode in! Tapez / Introduisez votre code confidentiel ! Wilt u even op "OK" drukken? Voulez-vous appuyer sur la touche "Valider" ? Kijk uw kassabon goed na! Contrôlez bien votre ticket de caisse !
WINKELEN
◙ track 9
Is er hier een winkelcentrum in de buurt? Est-ce qu'il y a un centre commercial par ici ? Kunt u mij zeggen waar de winkelstraat is? Pourriez-vous me dire où est la rue commerçante ? Ik zoek een winkel voor huishoudelijke apparaten. Je cherche un magasin d'appareils ménagers. Waar zou ik een sjaal kunnen kopen? Où est-ce que je pourrais acheter une écharpe ? Daar, verderop is een warenhuis. Là-bas, plus loin, il y a un grand magasin. Zijn er veel modezaken? Est-ce qu'il y a beaucoup de magasins de mode ? Weet u of er een boekhandel in de winkelgalerij zit? Savez-vous s'il y a une librairie dans la galerie marchande ? Wat zoekt u? Qu'est-ce que vous cherchez ? Wat is er van uw dienst? Que puis-je faire pour votre service ?
www.interculture.nl
Interculture Frans op reis taaltrainer CD 3 eten & drinken winkelen alledaagse zinnetjes
13
Wordt u al geholpen? On vous sert déjà ? Ik kijk alleen maar wat rond. Je regarde seulement. Ik heb een leuke jas gezien in de etalage. J'ai vu un joli manteau en vitrine. Verkoopt u ook herensokken? Vous vendez des chaussettes pour hommes ? De herenafdeling is op de tweede verdieping. Le rayon hommes est au deuxième étage. Is er een lift? Il y a un ascenseur ? Die is boven aan de trap rechts. C'est en haut de l'escalier à droite. Hebt u er wat meer op voorraad? Vous en avez plusieurs en stock ? Hebt u datzelfde in het zwart? Vous avez la même chose en noir ? Het spijt me. Dat zoek ik niet. Désolé. Ce n'est pas ce que je cherche. Kunt u me nog wat anders laten zien? Vous pourriez me montrer autre chose ? Kunt u dat voor mij bestellen? Pourriez-vous me le / la commander ? Deze blouse is wat aan de kleine kant. Ce chemisier est plutôt petit. Hij zit een beetje strak. Il me serre un peu. Het spijt me, dat is niet de goede maat. Je regrette, ce n'est pas la bonne taille. Ik wil graag een paar goede wandelschoenen. Je voudrais une paire de bonnes chaussures de marche. Ik heb schoenmaat 38. Je chausse du trente-huit. Ik heb uw maat jammer genoeg niet meer. Désolé, je n'ai plus votre pointure. Dit paar schoenen is afgeprijsd. Voici une paire de chaussures dégriffées / démarquées. Ik kijk wel even verder. Je vais regarder ailleurs.
www.interculture.nl
Interculture Frans op reis taaltrainer CD 3 eten & drinken winkelen alledaagse zinnetjes
14
Dat vind ik te duur. Je trouve que c'est trop cher. Hebt u iets goedkopers? Avez-vous quelque chose de moins cher ? Dat is goedkoop. Ce n'est pas cher. / C'est bon marché. Dat is niet wat ik zoek. Ce n'est pas ce que je cherche. Hebt u dat ook in een andere kleur? Vous l'avez dans d'autres coloris ? Is dat in de uitverkoop? C'est en solde ? / Cet article est soldé ? Is dat afgeprijsd? C'est démarqué ? Gaat er 10 procent af van deze trui? Il y a une remise de 10 pour cent sur ce pull ? Zoekt u nog iets anders? Vous cherchez encore autre chose ? Mijn bril is stuk. Kunt u hem maken? Mes lunettes sont cassées. Pourriez-vous me les réparer ? Zal ik het voor u inpakken als cadeautje? Je vous fais un emballage cadeau ? Is het om cadeau te geven? C'est pour offrir ? Wilt u een tas? Vous voulez un sac ? Om te betalen gaat u naar de kassa. Pour payer vous passez à la caisse. Hoeveel kost dat? Quel est le prix ? Hoeveel is het bij elkaar? Ça fait combien en tout ? Mag ik de kassabon van u? Vous me donnez le ticket de caisse, s'il vous plaît ?
www.interculture.nl
Interculture Frans op reis taaltrainer CD 3 eten & drinken winkelen alledaagse zinnetjes
15
ALLEDAAGSE ZINNETJES & UITDRUKKINGEN ◙ track 10 Hoe heet u? Comment vous appelez-vous ? Ik heet ... Je m'appelle ... Wat is uw naam? Quel est votre nom ? Mijn naam is ... Mon nom est ... Wilt u dat even spellen? Voulez-vous épeler, s'il vous plaît ? Wat is uw adres? Quelle est votre adresse ? Mijn adres is Margrietlaan 52 in Dokkum in Nederland. Mon adresse est 52, Margrietlaan à Dokkum aux Pays-Bas. Waar woont u? Où habitez-vous ? Ik woon in Rotterdam. J'habite (à) Rotterdam. Wat is uw woonplaats? Quel est votre domicile ? Wat is uw geboortedatum? Quelle est votre date de naissance ? Ik ben geboren op 15 mei 1970. Je suis né(e) le 15 mai 1970. Uit welk land komt u? Quelle est votre nationalité ? Ik ben Nederlander / Nederlandse. Je suis Hollandais / Hollandaise. Wat is uw (mobiele) telefoonnummer? Quel est votre numéro de téléphone (mobile) ? Dat is (00)31642359743. C'est le (00)31642359743. Goedemorgen / goedemiddag / goedenavond. Bonjour / bonjour / bonsoir. Tot ziens. Au revoir.
www.interculture.nl
Interculture Frans op reis taaltrainer CD 3 eten & drinken winkelen alledaagse zinnetjes
16
Tot straks. A tout à l'heure. / A plus (tard). Tot gauw. A bientôt. Tot morgen. A demain. Tot een dezer dagen. A un de ces jours. Hoe gaat het met u? Comment allez-vous ? Uitstekend. En u? (Moi, je vais) très bien. Et vous ? Hoe gaat het ermee? Ça va ? Het gaat wel. En u? Ça va. Et vous ? Wat is dat? Qu'est-ce que c'est ? Wat wil dat zeggen? Qu'est-ce que ça veut dire ? Hoe zeg je dat in het Frans? Comment dit-on cela en français ? Ik begrijp u niet. Je ne vous comprends pas. Wat zegt u? Qu'est-ce que vous dites ? Wilt u dat nog eens zeggen? Voulez-vous répéter, s'il vous plaît ? Wilt u dat nog eens uitleggen? Voudriez-vous expliquer cela encore une fois ? Wilt u wat langzamer spreken? Voulez-vous parler un peu plus lentement, s'il vous plaît ? Ik weet het niet. Je ne sais pas. Ik spreek maar een beetje Frans. Je parle un peu le français. Spreekt u Engels? Parlez-vous anglais ? Zou u mij kunnen zeggen of de eigenaar thuis is? Pourriez-vous me dire si le propriétaire est là ? Neemt u mij niet kwalijk! Pardon ! / Excusez-moi ! www.interculture.nl
Interculture Frans op reis taaltrainer CD 3 eten & drinken winkelen alledaagse zinnetjes
17
Ja, graag! Oui, merci / volontiers ! Nee, dank u! Non, merci ! Graag gedaan! Il n'y a pas de quoi ! / Avec plaisir ! / De rien ! Oké! D'accord ! / OK ! Afgesproken! C'est entendu ! Dat spreekt vanzelf. Cela va de soi. Jammer! Dommage ! Pech gehad / Jammer dan! Tant pis ! Alstublieft, mijnheer. Voilà, Monsieur. Houdt u van rode wijn? Est-ce que vous aimez le vin rouge ? Nee, die vind ik niet lekker. Non, je n'aime pas. Ik heb liever witte wijn. Je préfère le vin blanc. Hoeveel kost dat? Quel est le prix ? / Ça coûte combien ? / C'est combien ? Ik wil graag afrekenen. Je voudrais payer. Nog een koffie graag. Un autre café, s'il vous plaît. Zou u mij kunnen helpen? Voudriez-vous m'aider ? Ik heb een schroevendraaier nodig. J'ai besoin d'un tournevis. Geef me maar twee ons! Donnez-moi deux cents grammes ! Waar is het toilet? Où sont les W.-C. ? Hoe werkt dat? Comment ça marche ? Waarom is dat nog niet klaar? Pourquoi est-ce que ce n'est pas encore prêt ?
www.interculture.nl
Interculture Frans op reis taaltrainer CD 3 eten & drinken winkelen alledaagse zinnetjes
18
HET WEER
◙ track 11
Wat voor weer is het morgen? Quel temps fera-t-il demain ? Hebt u naar het weerbericht geluisterd? Vous avez écouté la météo ? Het is koud / warm. Il fait froid / chaud. Hoe warm wordt het? Il fera combien de degrés ? Het is 23 graden. Il fait 23 degrés. Het vriest. Il gèle. Het is mooi / goed / slecht weer. Il fait beau / bon / mauvais. Morgen wordt het beter. Demain, il fera meilleur. Het is een lekker temperatuurtje. C'est une température agréable. De zon schijnt. Le soleil brille. / Il y a du soleil. Er valt een regenbui. Il y a une averse. Het regent / gaat regenen. Il pleut / va pleuvoir. De regen / sneeuw valt. La pluie / La neige tombe. De lucht is helder / bewolkt. Le ciel est clair / nuageux. De lucht betrekt. Le ciel se couvre. Het waait. Il fait du vent. Er staat een harde wind. Le vent souffle très fort. Windkracht acht. Huit Beaufort. / Force huit. Er komen mooie opklaringen. Il y aura de belles éclaircies. Het is drukkend weer. Il fait lourd. www.interculture.nl
Interculture Frans op reis taaltrainer CD 3 eten & drinken winkelen alledaagse zinnetjes
19
Er hangt onweer in de lucht. Il y a de l'orage dans l'air. Het is onweerachtig. Le temps est à l'orage. Het is mistig. Il fait du brouillard. We krijgen (er komt) storm. On aura (il y aura) une tempête. Het dooit. C’est le dégèle. / Il dégèle.
Dit is het einde van de Interculture Frans op reis taaltrainer. Meer informatie vindt u op www.interculture.nl © 2009 Interculture Amersfoort alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, openbaar gemaakt in een geautomatiseerd gegevensbestand, in enige wijze of vorm, hetzij door elektronische verzending, kopiëren, of op enige andere manier, zonder toestemming van de uitgever. Ondanks de zorg bij het samenstellen van deze uitgave, kan Interculture geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige fout.
Verkrijgbaar bij Interculture www.interculture.nl Interculture Frans op reis taaltrainer 3 CD’s ISBN 978-90-79522-03-3 Interculture taaltrainer Frans 3 CD’s ISBN 978-90-79522-01-9
www.interculture.nl
Interculture Frans op reis taaltrainer CD 3 eten & drinken winkelen alledaagse zinnetjes
20