3.^(3
A ,
(Staatsbegrootiug voor het
dienstjaar 1914. 2. m 6.) Tweede Kamer. ' De (it'zaiifsiifaaptrasd Mr. W . A. ROYAAHUS werd bij Koninklijk Besluit van 22 November 1912, n°. 51, overge-
III" HOOFDSTUK. (2.
plaatat van Constantinopel naar Weenen.
I I I . 6.)
De Gezuntschapsraad Baron I). VAN ASHKCK werd bij Koninklijk Besluit van 11 Juli 1913, n°. 68, lijdelijk werkzaam gesteld aan H r . Ms. Gezantschap te Constantinopel voor den duur van de afwezigheid met verlof van J h r . VAN
GELEIDENDE BRIEF. Den Heer Voorzitter van de Tweede der Staten-G'eneraal.
Kamer
DER DOES DE WILLEHOIS.
's GHAVENHAGE, den 24 September 1913.
Ik heb do eer U Hoogedolgestr. hiernevens te doen toekomen 104 exemplaren van het Oranjeboek, houdende een overzicht dër voornaamste van 15 Juli 1912—15 Juli 1913 door het Departement van Buitenlandsche Zaken behandelde en voor openbaarmaking geschikte aangelegenheden. Ik verzoek U beleefdelijk zorg te willen dragen voor de ronddeeling van dit Oranjeboek, waarvan een exemplaar bestemd is voor ieder der leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, een exemplaar voor den griffier, een exemplaar voor ieder der commies-griffiers en een exemplaar voor de griffie. De Minister van Binnen] andsche Zaken, ad interim Minister van Buitenlandsche Zaken, CORT VAN DER LINDEN.
OVERZICHT der voornaamste van 15 Juli 1912 tot 15 Juli 1913 door het Ministerie van Buitenlandsche Zaken behandelde e n voor openbaarmaking geschikte aangelegenheden. DIPLOMATIEKE DIENST. Verplaatsingen. Mr. .1. Graaf VAN LIMBURG STIRUM, Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister, „Chef van het Kabinet van den .Minister van Buitenlandsche Zaken", werd bij Koninklijk Besluit van 21 Februari 1913, n°. 54, belast met de waarneming der zaken van Hr. Ms. Gezantschap te Peking, tijdens de afwezigheid mét verlof van J h r . Mr. BEELAERTS VAN •BLOKLAND, Hr. Ms. Gezant aldaar. Mr. W . DOUDE VAN TROOSTWIJK, H r . Ms. Gezant te Madrid
en te Lissabon, werd bij Koninklijk Besluit van 21 Februari 1913, n°. 54, tijdelijk belast met de leiding van het Kabinet en de Eerste Afd,eeling van het Departement voor den duur vali de afwezigheid van den titularis dier betrekking. Jhr.
Mr.
O. D. VAN DER STAAL VAN P I E R S H I L , Hr.
Ms.
Gezant te Brussel, werd bij Koninklijk Besluit van 10 Juni 1913, n°. 68, om redenen van gezondheid, ter beschikking gesteld buiten bezwaar van 's Lands schatkist. J h r . Mr. H . VAN W E E D E , H r . Ms. Gezant te Rome, werd bij Koninklijk Besluit van 10 Juni 1913, n°. 68, benoemd tot HoogstDerzelver Gezant te Brussel. Aan Mr. K. W . P . F . Baron GERICKE VAN HERWIJNEN werd bij Koninklijk Besluit van 3 Juli 1913, n°. 59, op zijn verzoek eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van H r . Ms. Gezant te Londen, onder dankbetuiging voor de veeljarige en gewichtige diensten door hem aan de Kroon en den Lande bewezen. In verband met de verandering van het Gezantschap te Tanger in een Diplomatiek Agentschap en Consulaat-Generaal, werd bij Koninklijk Besluit van 17 Juni 1913, n°. 42, W . L. F . C. Ridder VAN RAPPARD ter beschikking gesteld. De Heer G. D. ADVOCAAT, Hr. Ms. Gezant te Rio de Janeiro, werd bij Koninklijk Besluit van 3 0 ' J u n i 1913, n°. 44, benoemd tot Diplomatiek Agent en Consul-Generaal te Tanger. Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen. 1913—1914.
De Gezantschaps-attaché's in algemeenen dienst, wier namen volgen, werden tijdelijk werkzaam gesteld: C Graaf VAN ALDENHURG-BENTINCK aan het Departement van Buitenlandsche Zaken en te Stockholm; J h r . Mr. W. DE BEAUFORT aan het Departement van Buitenlandsche Zaken; J h r . Mr. H . M. VAN HAERSMA DE W I T I I aan het Departe-
ment van Buitenlandsche Zaken; De Heer C. D. SCHULLER TOT PEURSUM te Brussel; Mr. W . A. Graaf VAN RANÜWIJCK te Constantinopel; Mr.
A. YV. MOSSELMANS en Mr. G. L. THUHKOW aan
het
Departement van Buitenlandsche Zaken. * Bij het in de maand Juli en begin Augustus afgenomen examen voor het radicaal van Gezantschapssecretaris slaagden alle zes daaraan deelgenomen hebbende candidaten, zijnde in alpliabetische volgorde de heeren: J h r . Mr. W . H . DE BEAUFORT, Graaf C. VAN ALDENBURGBENTINCK, J h r . J. W . C. QUARLES VAN UFFORD, C. D . SCHULLER TOT PEURSUM, Mr. G. L. THUHKOW en J h r . Mr. II. M. VAN HAERSMA DE W I T I I .
Bij Koninklijk Besluit van 20 Augustus 1913, n°. 80, werden l>evorderd tot Gezantschapssecretaris J h r . Mr. W . H . DE BEAUFORT en de Heer C. D. SCHULLER TOT PEURSUM en werd de persoonlijke titel van Gezantschapssecretaris verleend aan Graaf C. VAN ALDENnuRG-BENTi.vcK en J h r . Mr. H.
M.
VAN HAERSMA DE W I T I I .
Bij Koninklijk Besluit van 22 Juli 1912 n°. 19 werd aan den Heer P u . N . E . BOGAKHT eervol ontslag verleend als Kanselier van H r . Ms. Gezantschap te Bern, en bij Koninkli.jk Besluit van 6 Septenjber 1912, n°. 64, is tot deze betrekking benoemd de Heer J . H . GROKNEWEG, eerste-klerk aan het Departement van Buitenlandsche Zaken. Na het overlijden van den Directeur der Kanselarij van Hr. Ms. Gezantschap te Brussel, den Heer F . H . VAN STRALEN, in December 1912, werd bij Koninklijk Besluit van 18 Februari 1913, n°. 38, als zoodanig benoemd de Heer G. P . C. PICHAL, tweede-Kanselier aan gemeld Gezantschap. Voor de opengevallen betrekking van tweede-Kanselier aan het Gezantschap te Brussel werd bij Koninklijk Besluit van 3 Maart 1913, n°. 30, benoemd de Heer H . J . D. DOORMAN. Bij'Koninklijk Besluit van 22 Februari 1913, n°. 47, is aan J h r . O. J . QUARLES VAN UFFORD, tweede-Kanselier aan het Gezantschap te Berlijn, eervol ontslag verleend; terwijl bij Koninklijk Besluit van 3 Maart 1913, n°. 30, de Heer C. E . STUTTERHEIM, tweede-Kanselier te Parijs, is benoemd tot tweede-Kanselier aan genoemd Gezantschap. Bij Koninklijk Besluit van 3 Maart 1913, n°. 30, werd de Heer J . TEN CATE benoemd tot tweede-Kanselier aan H r . Ms. Gezantschap te Parijs.
Dienstreizen. De navolgende dienstreizen werden ondernomen door: Gezant te Stockholm, Mr. W . VAN WELDEREN Baron R E N GERS, naar Christiania; Gezant te Berlijn, W . A. F . Baron GEVERS, naar Miinchen; Gezant te Brussel, J h r . Mr. O. D. VAN DER STAAL Vifcl P I E R S H I L , naar Luxemburg: Gezant te Brussel, J h r . Mr. H . VAN W E E D E , naar Luxemburg.
CONSULAIRE DIENST.
paalden tijd een verlof buiten bezwaar v a n ' s l a n d s schatkist verleend. JJeroepiconiuli, Aangezien onze belangen in den laatsten tijd in Perzië voortdurend geringer worden en de toestanden aldaar geen Ter rervanging ran den heer F. M. KNOHEL, die op zijn boon schijnen te geven op een spoedige verbetering van Ferxoeli eervol weid ontslagen als consul-generaal te Pre- de handelsbetrekkingen tusschen Nederland en Perzië, is toria, is aldaar benoemd de referendaris aan het Departe- het voorshands niet noodig geoordeeld een beroepsambineiit van Buitenlandsobe /aken mr. J . D. VAN KKTWICH tenaar ter vervanging vaji den heer OUDENDIJK uit te zenden. VKHS( in I K . Ken der redenen voor deze benoeming was, dat De behartiging der diplomatieke aangelegenheden heeft de in bel corps beroepsconsuls voor het oogenblik niet de in elk Jtaliaansehe legatie te Teheran welwillend op zich genomen, opzicht aangewezen persoon was te vinden. terwijl de handelsbelangen opgedragen zijn aan den vroegeren honorairen kanselier van de Nederlandsche legatie, Ter uitvoering der wet van 7 J u n i 1913 (Staatsblad n°. 264), den heer DE HOOG, die in verband daarmede benoemd is tot waarbij eene gewijzigde vertegenwoordiging van Nederland onbezoldigd consul te Teheran. in Marokko in het leven werd geroepen, werd tot diplomatiek agent en consul-generaal te Tanger benoemd de heer G. D. Voorts bleven jongere ambtenaren gedetacheerd te ShanADVOCAAT, tot dusver consul-generaal met den rang van ghaï, Peking, New-York, Singapore en aan het Departebuitengewoon Oresant en gevolmachtigd Minister te Rio-deraent.
Janeiro.
De benoeming van een anderen titularis te Rio-de-Janeiro
is nog iji overweging. De aan het consulaat te Sydney verbonden beroeps viceconsul, H. J . W. HUBER, werd tot consul bevorderd en belast niet de waarneming van het consulaat tijdens de afwezigheid niet verlof in Europa van den titularis. De ten vorigen jare naar Canada gezonden asp. vice-consul nu. F . E. H . GROENMAN is, na het land bereisd te hebben, aan het vice-consulaat te Winnipeg geplaatst. De ondergeteekende overweegt in hoever het wenschehjk moet worden geacht het volgend jaar liet onbezoldigd consulant te Winnipeg om te zetten in een bezoldigd consulaat.
Het op 3, 4, 6 en 7 Maart 1913 gehouden examen tot aanwijzing van candidaten voor den consulairen dienst leidde tot aanwijzing van vier nieuwe candidaten. Leidde het op 22—28 Oct. 1912 gehouden examen voor den consulairen dienst tot de benoeming van een aspirantvice-consul, bij het van 19—25 April 1913 gehouden examen moest aan de candidaten, die zich daarvoor aangemeld hadden, in overweging worden gegeven zich over eenige maanden opnieuw aan het examen te onderwerpen.
Behalve de 52 gewone mutatiën (ontslagen, benoemingen, wederl>ezetting van posten) in het corps onbezoldigde consuls, kwamen in dezen tak van dienst nog de volgende wijzigingen: Aan de consulaten te Gent en te Luik (België), Essen Aan den heer A. C. VAN DER HOOP, consul-generaal te Cal-, (Duitschland), Vera-Cruz (Mexico), Rio-Grande-do-Sul cutta, die reeds geruimen tijd wegens gezondheidsredenen (Brazilië) en Asuncion (Paraguay) werden onbezoldigde van zijn post afwezig was, is op zijn verzoek eervol ontslag vice-consuls toegevoegd, welke allen de Nederlandsche taal verleend. In zijne plaats werd benoemd de heer J . BARENmachtig zijn. DHKcin , eerder consul te Kobe. Te Kobe zal de heer BARKXDRECIIT vervangen worden door den heer G. S. D. HAMEL, die gedurende de laatste jaren belast was met de waarneming van het consulaat-generaal te
Calcutta. Behalve aan den heer HAMEL werd ook dit jaar op grond van art. 22 van het Consulair Reglement een z.g. groot verlof verleend aan de consuls-generaal met den rang van gezant te Buenos-Aires en Bangkok, benevens aan den consul-generaal te Singapore. Met de waarneming hunner posten werden resp. belast de vice-consuls B R I L L , ENGELBRECHT en de inmiddels tot consul bevorderde vice-consul BORGER, terwijl het consulaat te Kobe werd waargenomen door den vice-consul STAAL.
Wat de overige detacheeringen en mutaties onder het jongere personeel betreft, zoo is de aspirant-vice-consul dr. BTNGE, na afloop eener dienstreis in Centraal- en de Xoordelijke Staten van Zuid-Amerika, voorloopig aan het consulaatgeneraal t e ' Valparaiso verbonden; de inmiddels tot vice-
eonsul bevorderde aspirant-vioe-eonsuls jhr.
Aan het consulaat-generaal te Madrid werd een onbezoldigd vice-consul verbonden. De zetel van het vice-consulaat voor de Scilly-eilanden werd overgebracht naar Penzance. Met het oog op de toenemende ontwikkeling der handelsbetrekkingen werden onbezoldigde consulaire posten opgericht te Cassel (Duitschland), Stege (Denemarken), Coatzacoalcos (Puerto-Mexico) en Guadalajara (Mexico). De op bladz. 41, 2de kolom van het vorig Oranjeboek in uitzicht gestelde wijziging in den dienst van het consulaatgeneraal te Hamburg heeft thans haar beslag gekregen. W erkzaa vihcden beroepsconsuls. Wat ten deze in het vorig Oranjeboek op bladz. 42, 1ste kolom werd opgemerkt, geldt ook voor dit jaar.
DE BOSCH KEM-
1'ER en LECIIXKR zijn werkzaam gesteld te Londen en te Hamburg, terwijl de tot aspirant-vice-consul benoemde candidaat voor den con.sulairen dienst VAN B I Ï T I N G H A WICHERS aan het consulaat-generaal te Antwerpen geplaatst werd. De consul-generaal met den rang van gezant te Teheran, is op verzoek van de Xederlandsch-Indische Regeering tijdeJijk ter l>eschikking gesteld van den Gouverneur-Generaal van Xederlandscb-Indië. In verband daarmede is aan den heer (IIDKNDI.IK als gezant en consul-generaal voor onbe-
Consulaatrechten. Opbrengst
consulaatrechten.
Aan de bezoldigde consulaten werd in 1912 een totaal bedrag aan consulaatrechten van f 76 665,84 geïnd tegen f92 582,55 in 1911, eene vermindering dus van f 15 916,71, welke in hoofdzaak het gevolg is van de mindere opbrengst dier rechten te Djeddah, alwaar in 1911 een zoogenaamde
8
„groote" bedevaart bad plaats gehad. Overigen! beeft de opbrengt In L912 tooh nog altijd pi.in. f 10 000 meer bedra{.'cii dan in 1910.
Tarief contulaatrechten. De voorbereidende werkzaamheden voor de samenstelling van een verhoogd tarief van kanselarij rechten worden voort -
geaet.
Le Gouvernement de la Itépublique se concertera avec le
Gouvernement etpagnol au sujet dei interets que ca Gouvernement tieut de u poeition géographique et de ses possessions territoriales sur la cóte marocaine. De niéme, la ville de Tanger gardera le caractère spécial qui lui a été reconnu et qui déterminera son organisation municipale. Article 2.
Consulaire c o n v e n t i e s voor d e Koloniën. Met Mexico is eene consulaire conventie voor de koloniën gesloten, doch nog niet bekrachtigd.. De conventie met Patiaina werd bekrachtigd (vgl. Staatsblad n°. 76 v. 1913). In voorbereiding is een zoodanige conventie met Cuba, en met Chili zal er spoedig eveneens eene worden geteekend.
Sa Majesté le Sultan admet des maintenant que le Gouvernement francais procédé, après avoir prévenu le Maghzen, aux occupations militaires du territoire marocain qu'il jugerait nécessaires au maintien de 1'ordre et de la sécurité des transactions eominereiales et a ce qu'il exerce toute action de police sur terre et dans les eaux marocaines. Article 3. L e . Gouvernement de la Itépublique prend 1'engagement de prêter un constant appui a Sa Majesté chérifienne contre tout (langer qui menacerait Sa personne ou Son tróne ou qui compromettrait la tranquilité de Ses Etats. Le méme appui sera prêté si 1'héritier du tróne et a ses successeurs. Article 4.
Marokko.
Les inesures que nécessitera le nouveau régime de protectorat seront édictées, sur la proposition du Gouvernement francais, par Sa Majesté chérifienne ou par les autorités auxquelles elle en aura délégué le pouvoir. Il en sera de méme des reglement nouveaux et des modifications aux règlements existants.
Na het in werking treden van de wet van 11 December 1912, houdende voorbehoud van de bevoegdheid tot toetreding voor Nederland tot de op 4 November 1911 te Berlijn tusschen Duitschland en Frankrijk gesloten overeenkomst nopens Marokko (Staatsblad 1912 n°. 366), heeft die toetreding plaats Article 5. gehad met ingang van 15 Maart 1913. Le Gouvernement francais sera représenté auprès de Sa Daarop is Nederland met ingang van 21 April 1913 toegetreden tot het op 30 Maart 1912 te Fez tusschen Frankrijk Majesté chérifienne par un Commissaire résident-général, en Marokko, als uitvloeisel van bovengenoemd verdrag, ge- dépositaire de tous les pouvoirs de la République au Maroc, sloten protectoraatsverdrag, waarvan de tekst hieronder staat- qui veillera a 1'exécution du présent accord. Le Coinniissaire résident-général sera le seul intermediaire afgedrukt. Volgens artikel ó van het protectoraatsverdrag is de Fran- du Sultan auprès des représentants étrangers et dans les rapsche Coniniissaris-resident-generaal in Marokko de eenige be- ports que ces représentants entretiennent avec le Gouvernemiddelaar van den Sultan bij de vertegenwoordigers der nient marocain. Il sera, notamment, chargé de toutes les questions interessant les étrangers dans 1'Empire Chérifien. vreemde mogendheden. Il aura le pouvoir d'approuver et de promulguer, au nom In verband daarmede werd het Gezantschap te Tanger opgeheven en vervangen door een diplomatiek agentschap en du Gouvernement francais, tous les décrets rendus par Sa Majesté chérifienne. consulaat-generaal.
Protectoraatsverdrag gesloten tusschen Frankrijk en Marokko. Le Gouvernement de la Itépublique francaise et Ie Gouvernement de Sa Majesté chérifienne, soucieux d'établir au Maroc un régime régulier, fondé sur 1'ordre intérieur et la sécurité générale, qui permette 1'introduction des réformes et assure le développemeut économique du pays, sont convenus des dispositions suivantes: Article Premier. Le Gouvernement de la Itépublique francaise et Sa Majesté le Sultan sont d'accord pour instituer au Maroc un nouveau régime comportant les réformes administratives, judiciaires, scolaires, économiques, financières et militaires que le Gouvernement francais jugera utile d'introduire sur le territoire
marocain. Ce régime sauvegardera la situation religieuse, le respect et le prestige traditionnel du Sultan, 1'exercice de la religion musulmane et des institutions religieuses, notamment de celle des babous. Il comportera 1'organisation d'un Maghzen chérifien réformé.
Article 6. Les agent* diplomatiques et consulaires de la France seront chargés de la représentation et de la protection des sujets et des interets marocains ïi 1'étranger. Sa Majesté le Sultan s'engage a ne conclure aucun acte avant un caractère international sans 1'assentiment préalable i du Gouveriiement de la République francaise. Article 7. Le Gouvernement de la liépuhlique francaise et le Gouveinement de Sa Majesté chérifienne se réservent de fixer, d'un commun accord, les bases d'une réorganisation financière qui, en respectant les droits conférés aux porteurs des titres des einprunts publiés marocains, permette de garantir les engagementa du Trésor chérifienne et de percevoir régulièrement les revenus de 1'Empire. Article 8. Sa Majesté chérifienne s'interdit de contracter a 1'avenir, directenient ou indirectement, aucun emprunt public ou privé et d'accorder, sous une forme quelconque, aucune concession sans 1'autorisation du Gouvernement francais.
Artiele 9. La présente convention sera souniiso a la ratification du Gouvernement de la République fraucaise et 1'instrument de ladite ratification sera remis a Sa Majesté Ie Sultan dans lt» plus bral délai possible. Ku foi de quoi les soussignés out dressé Ie présent acte et 1'ont revêtu de leurs cachets. Fait a Fez, Ie 30 mars 1912. (11 rabiah 1330). L. S.
(signé)
REGNAUI/T.
L. S.
(signé)
MOULAY-ABD-EL-HAFID.
Wanneer de scheidsrechter zijne beslissing zal hebben gegeven zal openbaarmaking van de met de Regeering te Lissal)on gevoerde gedacbtenwisseling over het punt in geschil kunnen plaats hebben.
Subsidies aan Nederlandsche scholen en aan cursussen voor Nederlandsche kinderen in het Buitenland. NEDERLANDSCHE SCHOOL TE BUENOS AIRES. Omtrent de resultaten verkregen, met het onderwijs aan de Nederlandsche School te Buenos-Aires gedurende het jaar 1912 en den financieelen toestand van die school bevat het hieronder afgedrukt jaarverslag over 1912 eenige gegevens.
Arbitrage. In de maand Mei is een voorstel van wet ingediend tot goedkeuring van het op 11 Maart 1913 te Athene tusschen Nederland en Griekenland gesloten verdrag, strekkende om het aanhangig geschil in zake de geldigheid van eene door den Nederlandschen beschermeling Edmond Narik te Smyrna gesloten pand-overeenkomst aan eene scheidsrechterlijke uitspiaak te onderwerpen.
Balkan-oorlog. Met het oog op het verloop van den oorlog en den binnenlandschen toestand in Turkije, werd het wenschelijk geoordeeld een oorlogsschip naar Constantinopel te zenden tot bescherming, zoo noodig, van de aldaar gevestigde Nederlanders en Nederlandsche beschermelingen. .Nadat de Turksche Regeering hare toestemming had verleend tot de doorvaart door de Dardanellen, kwam Hr. Ms. Gelderland den 12den November 1912 te bestemder plaatse aan. Den 3lsten Mei 1913 werd genoemde oorlogsl>odem, eveneens niet toestemming der Turksche Regeering, vervangen door Hr. Ms. Korienaer. Door officieren en manschappen van eerstgenoemden oorlogsbodem ia deel genomen aan de internationale lnnvaking van de legatie- en andere vreemde gebouwen. Evenals in den Italiaaiiscb-Turkschen oorlog werd ook in dezen krijg eene ueutraliteitsproclamatie door Nederland uitgevaardigd.
Timor. Ingevolge een op 3 April 1913 te 's-Gravenhage met de Portugeesche Regeering gesloten en op 30 Juli 1913 geratificeerd compromis, is het geschil omtrent het beloop der grens langs de oostzijde van O'kussi onderworpen aan de scheidsrechterlijke beslissing van het Permanente Hof van Arbitrage. De tekst van het compromis is gepubliceerd in Staatsblad 1913 n°. 342. Sedert is in gemeen overleg met de Portugeesche Regeering als arbiter uit de leden van het Hof gekozen de Heer Dr. LABJJY, Gezant van Zwitserland te Parijs, die de opdracht daartoe heeft aanvaard.
L. S. Aan belanghebbenden en belangstellenden biedt het Bestuur der Nederlandsche School te Buenos-Aires hierbij liet tweede jaarverslag aan. In verband met verschillende mededeelingen en opmerkingen in het eerste jaarverslag kunnen we thans uit den aard der zaak kort zijn. Met ootmoedigen dank aan den Heere wenscht het Bestuur allereerst het feit te constateeren, dat in het afgeloopen jaar de school ongestoord haren arbeid kon voortzetten; onderwijzend personeel en leerlingen bleven allen gespaard. Ook de geregelde vermeerdering van het aantal leerlingen, dat bij het einde van den cursus 53 bedroeg, stemt tot blijdschap en voldoening. Daardoor toch kon de School in steeds breederen kring haren invloed uitoefenen. Aan belangstelling, sympathie en financieelen steun ontbrak het ons in 1912 ook niet. De heeren leden van de Commissie van Toezicht lieten zich wederom eene benoeming door Zijne Excellentie den Gezant der Nederlanden welgevallen en toonden hun medeleven met de School door meermalen de School te bezoeken. Met voldoening mag worden meegedeeld, dat de heeren steeds hunne tevredenheid uitspraken over de wijze, waarop in de School wordt gearbeid. • Ook genoot de School meermalen de eer, dat Zijne Excellentie, de heer L. VAK R I E T , haar een bezoek bracht. Het aantal begunstigers vermeerderde, een tweetal extra giften kwamen wederom in, terwijl ook de ontvangen schoolgelden reden tot dankbaarheid geven. Gelijk blijkt uit den staat van ontvangsten en uitgaven, mag de financieele toestand der School niet ongunstig genoemd worden. De Nederlandsche Regeering verleende ons ook dit jaar subsidie, zoodat ons slechts overblijft, onzen hartelijken en oprechten dank te betuigen aan allen, die de School zoo weiwillend hebben gesteund. Aangenaam is het ons in dit verband nog een verzuim van het vorig jaarverslag te herstellen en onzen dank te brengen aan het Algemeen Nederlandsch Verbond, dat nog steeds het Nederlandsch Onderwijs in den vreemde steunt en ook aan de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Christelijk Gereformeerde Kerken in Noord-Amerika, die, zij het ook indirect, indertijd krachtig hebben medegewerkt om in Argentinië een Nederlandsche School te doen verrijzen. Wederom werden in de maand December de examens afgenomen. Eer we eenigszins uitvoerig handelen over den afloop dier examens, herinneren wij er met erkentelijkheid aan, dat èn door Zijne Excellentie den heer L. VAN R I E T èn door den heer P . J . DIBKS een aantal prijzen beschikbaar waren gesteld. Tot ons leedwezen was de heer P . J . DIRKS door ongesteldheid verhinderd de examens bij te wonen, evenals de heer M. C. VAN HATTEM.
Bijlage A.
(Staatsbegrooting voor liet dienstjaar 1914. 2. III. 6.)
I n t e g e n w o o r d i g h e i d v;in Zijne Kx< cllenlie den (iozant der N e d e r l a n d e n , den heer H . G. F . CIIUISTMANN en enkele ouders werden d e leerlingen een tweetal d a g e n onderzocht. I n verhand niet onze o p m e r k i n g e n in liet eerste j a a r v e r s l a g a a n g a a n d e het nieuwe lokaal waren de v e r w a c h t i n g e n hoog, inissrhien wel w a t te hoog g e s p a n n e n . Als r e s u l t a a t kan worden meegedeeld, d a t van h e t gegeven onderwijs een indruk werd o n t v a n g e n , welke in v e r b a n d niet den rooster van lesuren m o c h t worden v e r w a c h t . A l weten we zeer goed, d a t een e x a m e n niet a l t i j d de j u i s t e m a a t s t a f is, om d e n arbeid v a n een geheel j a a r te beoordeelen, d a a r gaven deze e x a m e n s het beeld der School vrij j u i s t weer. H e t onderwijs in d e h o o f d v a k k e n : lezen, schrijven en reken e n , aan welke v a k k e n de meeste tijd werd besteed, leverde in h e t algemeen zeer voldoende r e s u l t a t e n o p . T e n opzichte v a n onze t a a l , geschiedenis en a a r d r i j k s k u n d e was de u i t komst eenigszins t e l e u r s t e l l e n d . W a a r eerlijkheid g e b i e d t d i t zonder schromen te e r k e n n e n , d a a r zij het ons ook v e r g u n d op de oorzaken te wijzen, welke storend op den g a n g van zaken w e r k e n . T e n eerste vergete men niet, d a t het afwisselend onderwijs o n t v a n g e n in twee t a l e n steeds bezwaren m e e b r e n g t , vooral w a a r h e t d e N e d e r l a n d s c h e en S p a a n s c h e t a a l betreft. Te verstaan is, d a t er d a n steeds e i g e n a a r d i g e moeilijkheden te overwinnen zijn. E e n a n d e r bezwaar is, d a t er ieder oogenblik nieuwe leerlingen werden a a n g e n o m e n . U i t kon moeilijk a n d e r s , aangezien de School nog n i e t genoeg bekend was. T h a n s heeft het B e s t u u r v r i j m o e d i g h e i d , om voor de a a n n e m i n g van l e e r l i n g e n een b e p a a l d e n t e r m i j n te stellen. I n d i t v e r b a n d willen we er ook op wijzen, d a t de School n o g slechts twee j a r e n b e s t a a t en d a t bovendien m a a r een gedeelte der l e e r l i n g e n g e d u r e n d e d i e n tijd het onderwijs v o l g d e . L e e r l i n g e n g i n g e n en k w a m e n , en ook d i t k a n n i e t a n d e r s d a n b e l e m m e r e n d werken. Ook h e t groote verschil in o n t w i k k e l i n g en v a t b a a r h e i d d e r k i n d e r e n komt hier .in a a n m e r k i n g . E e n gevolg h i e r v a n is, d a t h e t onderwijs vaak meer hoofdelijk d a n klassikaal w o r d t gegeven en d i t kost enorm veel t i j d . Ten opzichte van de N e d e r l a n d s c h e t a a l m a g h i e r ook niet verzwegen worden h e t feit, d a t n o g vele ouders in den o m g a n g m e t h u n k i n d e r e n de S p a a n s c h e t a a l g e b r u i k e n . W a t de school d a n p r o b e e r t op te bouwen, breekt h e t gezin weer af. Ook h i e r is n o o d i g en g e w e n s c h t een k r a c h t i g e s a m e n w e r k i n g tusschen school en h u i s g e z i n . H e t t r e f t ons, d a t , w a a r het- onderwijs in de z . g . ,,techn i s c h e " vakken behoorlijk, soms zeer goede r e s u l t a t e n opleverde, h e t j u i s t m e t d e g e h e u g e n v a k k e n m i n d e r g u n s t i g s t a a t . N i e t onmogelijk, d a t bij een gedeelte v a n h e t onderwijs ook de a a n d a c h t der k i n d e r e n te wenscheu overlaat. R e k e n i n g h o u d e n d e m e t de o p g e d a n e e r v a r i n g w o r d t onze g e d r a g s l i j n als v a n z e l f b e p a a l d . E r zal w a t meer tijd voor de l a a t s t g e n o e m d e vakken worden u i t g e t r o k k e n , terwijl door vele en h e r h a a l d e r e p e t i t i e s h e t g e h e u g e n d e r leerlingen m o e t worden v e r s t e r k t . W a a r aan den ijver v a n h e t onderwijzend personeel n i e t behoeft getwijfeld, v e r w a c h t het B e s t u u r , d a t deze wijzigingen zekerlijk goede v r u c h t e n zullen a f w e r p e n . Scheen het een oogenblik, als zou het B e s t u u r een derde l e e r k r a c h t aan d e school k u n n e n v e r b i n d e n , tot zijn spijt s t u i t t e het hierbij n o g op te veel bezwaren. Zonder moedeloos t e worden, hopen wij ook in dit opzicht werkzaam te blijven. D a n k b a a r voor den steun, dien we v a n verschillende zijden mochten o n t v a n g e n en voor h e t v e r t r o u w e n der ouders, doet h e t B e s t u u r wederom een k r a c h t i g beroep op aller s y m p a t h i e en m e d e w e r k i n g . E n m e t de bede, d a t H i j , a a n W i e n s zegen alles is gelegen, ook in den nieuwen j a a r k r i n g ons Zijn h u l p en bijstand moge verleenen, wenschen we onzen arbeid onder de N e d e r l a n d s c h e j e u g d voort te z e t t e n . H K T BESTUUR .
H a n d e l i n g e n der S t a t e n - G e n e r a a l . B i j l a g e n .
1913—1914.
Tweede Kamer.
Staal van Ontvangsten en uitgaven in 1912. ONTVANGSTEN.
UITGAVEN.
$ in n Subsidie Ned. Regeering Begunstigers Extra giften in eens. .
Jaarwedden. . Huur . . . . Leermiddelen . Schoonmaken . Kleine uitgaven Onvoorzien. . Saldo . . . .
Schoolgeld Saldo 1911
8 WO,— 1 000, 126,52 60, 128,60 75.50 474,-
. . . ' . .
Totaal
Totaal.
4 7Ü1.52
Balans op 31 December 1912. DEBET.
CREDIT. $ m/n
Saldo in kas. Mobilair. . . Leermiddelen. Deficit . . .
Saldo renteloos voorschot
1(500,—
1 om-
Winst' en verliesrekening over het jaar 1912. DEBET.
CREDIT. j $ m/n
Jaarwedden . . . . j 2 040,— Huur ! 1000,— Verdere uitgaven . . ! 380,52 474,Overschot Totaal
Nagezien Toezicht.
4 794,52
en
S m/n Saldo 1911 . . . Subsidie Begunstigers . . Extra g i f t e n . . . Schoolgeld . . . Totaal
. . . .
418,02 2 247,1 459,— 200,— 470,50
. . .
4 794,52
accoord bevonden door de Commissie v a n
Begrooting voor 1913. ONTVANGSTEN.
UITGAVEN.
| mn Subsidie Ned. Regee ring Begunstigers . . . Schoolgeld . . . . Leesgeld — bibliotheek Extra giften . . . Onvoorziene ontvang sten Totaal
Jaarwedden . Leermiddelen mobilair . Huur . . . Schoonhouden Diversen . . Onvoorzien . Totaal
2 940— 150,— 1000,— 10S,— 100,— 100,— .
4890.-
8
Overzicht van de lesuren in de verschillende vakken. Aantal uren per week in klasse VAK K EN. III
Bybelsche Geachiedenia. . . Lezen (Nederlandaoh). . . . „ (Spaantoh) Schrijven (Nederlandach) . . „ (Spaanach1.... Rekenen (Nederlandach) .' . „ (Spaanach).... Taal (Nederlandsen) . . . . „ (Spaanach) Geschiedenis (Nederland) . . „ (Argentinië) . . Aardrijkskunde (Nederland) . „ (Europa) . . „ (Argentinië) . „ (Werelddeelen) Natuurkunde Zingen Nuttige handwerken. . Teekenen Aansihouwings onderwijs
Totaal
2 3>/«
2 '27, 2'/, 27, 37, — — — — — — — — — IV, 27, 1 27, 25
-2
IV
— — — — — IV, 27, 1 2
l —
2 IV, IV, 1 IV, 2'/, IV, 2'/, IV, L 1 1 »/< *L V, V, V, 2V, 1 —
25
25
25
2 27, 3 27, 27, 27, , 8»/i — — —
iv; IV, IV, IV, 2 IV, 2V, IV, 1 1 1
V « a
A V, V, V, 27,
Verhouding der beide talen, Aantal uren in klasse
Totaal. . . .
I
II
III
IV
10 »
10 15
12»/! i 127, 127, 1 12V,
25
25
25
25
•
NEDERLANDSen*] SCHOOL TE TRES ARROYOS. Hieronder worden afgedrukt een schrijven dd. 3 April 1913, n°. 355/59, van H r . Ms. Gezant te Buenos-Aires, en het eerste jaarverslag van den Nederlandschen Cursus te Tres Arroyos, uit welke stukken blijkt dat genoemde onderwijsinrichting, dank zij de uitbreiding die zij heeft ondergaan, inderdaad in eene bestaande behoefte voorziet. Gezant te Buenos-Aires aan Minister MM Buitenlandsche Zaken, dd. 3 April 1913, n°. 3Ö5JÏ9. Ik heb de eer Uwer Excellentie hierbij aan te bieden het eerste jaarverslag van den Nederlandschen Cursus te Tres Arroyos. Uwe Excellentie zal uit dat stuk o. a. gelieven te ontwaren dat, al gaf het onderwijs in 1912 redenen tot voldoening, het eerste cursusjaar toch niet geheel bevredigend was. Dit laatste moet, gelijk zulks in het verslag wordt aangetoond, hoofdzakelijk worden toegeschreven aan de inrichting van het onderwijs zelve, aan het feit, dat het niet gegeven werd aan eene school, maar aan eene cursus. Door Uwe Excellentie werd het dan ook, blijkens Hare missive van 31 J a n u a r i 1912, Afdeeling I, n°. 1405/10, terecht
betreurd, «lat destijds in plaats san feu cursus, te Tres Arroyos niet eene Nederlandsche School was geopend. Het is mij daarom des Ie aangenamer te kunnen melden, dat gewijzigde omstandigheden het mogelijk hebben «^('iiiaakl, in
December 1912, als voorloopige maatregel) aan den Nederlandsclien cursus een cursus voor de Spaansche vakken toe te voegen, len einde zoo, in het tegenwoordige jaar, te geraken lol eene volledige school. ; De
VAN R I E T .
Cursus voor Xederlandsoh Onderwijs te Tres Arroyos. Jaarverslag
over het jaar
1912.
Het Bestuur van den Cursus voor Nederlandsch Onderwijs te Tres Arroyos acht het zich een aangename taak te zijn, 'bij wijze van rapport de meldenswaardige feiten, die zich in den jure 1912 hebben voorgedaan, onder Uwe aandacht te mogen brengen. Had reeds lang de gedachte post gevat, de kinderen van uit Holland afkomstige familiën met de taal en zeden van het land van herkomst hekend te maken, groot was de blijdschap, nu dit in vervulling werd gebracht. In den weleerwaarden heer Ds. A. ROLLOOS, tevens bevoegd tot het geven van onderwijs in scholen, gelijk bedoeld worden bij de Wet op het Lager Onderwijs in Nederland geldende, vond het Bestuur den gewenschten man, van wien men hopen durfde, dat hij den lang gekoesterden wensch zou kunnen vervullen. Spoedig na zijn aankomst alhier werd op den eersten November van het jaar 1911 de cursus geopend met een getal van 29 leerlingen. * Moeilijk was de taak, den heer ROLLOOS opgedragen. De leerlingen spraken, eene enkele uitzondering daargelaten, de Spaansche taal. Daardoor konden zij een eenvoudige vertelIing eerst dan begrijpen, wanneer naast het Nederlandsch ook het Spaanach gebezigd werd. Ook dan nog als de vertelling begrepen bleek te zijn, werd deze meestentijds terug gegeven in de Spaansche taal. Allengs kwam hierin echter verbetering. Deze verbetering is voor een niet gering deel toe te schrijven aan de groote zorg, die besteed werd aan het leesonderwijs. Nadat de leerlingen der hoogste klasse eene goede serie leeshoeken flink hadden doorgewerkt, mocht de onderwijzer na verloop van eenige maanden het genoegen smaken uit wat ruimer veld zijne keuze te kunnen doen, zoodat den leerlingen ter lezing wat meer verspreide stukken konden worden voorgelegd, die moeilijker van inhoud waren. Ten einde men zich een nader inzicht kunne verschaffen ten opzichte van den verrichten arbeid, volge hieronder den voor de beide klassen opgemaakten rooster van lesuren. Bijbelsche Geschiedenis 2 i uur per week. Lezen
3 2
,, ,,
,, ,,
„ ,,
1
„
„
„
Nederlandsche Geschiedenis 1 Aardrijkskunde (Europa en Nederland)... f
,, ,,
,, ,,
,, ,,
Zin
„
„
„
Nederlandsche Taal
Schrqven
Sen
«
U
i
7 Hieruit l)li.jl
welwillendheid, twee malen 's weeks een uur onderwijs te geven in 'Ie nuttige handwerken. liet aantal lesuren, zoowel voor deXederlandsche als Argentijusclie rakken, kan blijken uit den hieronder volgenden staat. Tot recht verstand van dezen ga hierbij de opmerking, dat de klassen 2 en 3 van den Spaanschen Cursus voor den BEollandtche als één klasse gerekend worden.
HOLLANDSCHE VAKKEN.
Bijbelsche geschiedenis. . . . Geschiedenis der Chr. kerk . . Lezen ' Schrijven Rekenen Taal . Geschiedenis van Nederland . . Aardrijkskunde Nederland . . „ (Europa, Wereld) Natuurkunde Teekenen Nuttige handwerken Zingen Totaal
. .
ARGENTIJNSCHE VAKKEN.
Lezen Rekenen Staatsinstellingen. . Aardrijkskunde . . Geschiedenis . . . Schoonschrijven . . Moraal- en zedenleer Vrije ordeoefeningen Schrijven (copieeren) Taal Teekenen Aanschouwelijke meetkunde. Totaal
Aantal uren per weck in klas
«V. — 8 2 2'/ 2 2 — — — — 2
V». 14V*
2
2
V. iVi
l
/l
1 2
i»/i 1 2
1%
ïVi
1
1
l
Vi
/l
Vi Vi 1 2
]
/2
Vi 1 2
/l
Vi
w/l
i*Vi
l
Aantal uren per week in klas
3<7l2
3 6 /l2
3«/l 2
3%2
110/12
1%2
u
l /ll
1% 1% Vis 10
/12
4
/ 12
8
/,2
l 3 /l2
3«7l2 8«/u 5
/.2
iVu iVu —
10
/,2
9
/,2
5
/,2
10
/ 12
VM —
2 5 /l2
2 9 /l2
— — —
—
16»/u
1-v
,0
10
/l2
/l2
l*/ll
u
Lö»/U
Het totaal aantal uren is dus voor de beide talen ruim 30 uren per week. De handwerklessen worden thans gegeven als de jongens der school onderwezen worden in de gymnastiek. De meisjesschooltijd is daardoor met 10 minuten verlengd. Het zij ons voorts vergund, nog eenige oogenblikken Uwe aandacht te vragen voor de financieele zijde der zaak. Met gemengde gewaai wordingen moet hierover gesproken worden. Het is toch bekend, dat de krachten van de ouders der schoolgaande kinderen in het dragen van financieele lasten niet hoog kunnen worden aangeslagen.
8 Daarbij k o m t , d a t a r t i k e l 3 v a n ons R e g l e m e n t v e r p l i c h t t e ook de A i g e n t i j u s c h e scholen te bezoeken. U i t vereiscbte, d a t de ouders op h u n n e eigene kosten de l e e r m i d d e l e n voor het Spaanaoha o n d e r r i o h t moesten a a n s c h a f f e n . N e e m t m e n n u in a a n m e r k i n g , d a t de prijzen voor e e n v o u d i g e leermiddelen hier in A r g e n t i n i ë nog al hoog zijn, d a n is h e t zeer begrijpelijk, d a t h e t schoolgeld n i e t n a a r een hoogen m a a t s t a f kon worden berekend, j a zelfs moest voor enkele o u d e r s n o g beneden dezen a l g e m e e n e n m a a t s t a f h e t s c h o o l g e l d h e d r a g bepaald worden. Over h e t a l g e m e e n e c h t e r is er r e d e n ' t o t t e v r e d e n h e i d . Hoewel de e i g e n a a r d i g e oeconomische en sociale toestanden het moeilijk m a k e n vaste c o n t r i b u a n t e n te v e r k r i j g e n , is het bij h e n , die h e t h a r t voor N e d e r l a n d n o g voelen kloppen, toch n o g mogen g e l u k k e n b i j d r a g e n , hetzij a l s g i f t in eens öf als c o n t r i b u t i e , t e k u n n e n o n t v a n g e n . G e l e t op d e e i g e n a a r d i g e zienswijze v a n enkelen, v e r b a n d h o u d e n d e m e t h u n n e religieuse beginselen, zal h e t in de t o e k o m s t wel altoos eenigszins b l i j v e n : een a a n k l o p p e n als er geld noodig is. De practijk van d i t j a a r heeft echter bewezen, d a t d i t n i e t te vergeefs zal zijn, zoodat er m e t h u n n e eventueele b i j d r a g e n bij het o p m a k e n v a n de b e g r o o t i n g wel te rekenen i s . B e l a n g r i j k e v e r b e t e r i n g t r a d in, toen wij h e t v o o r r e c h t m o c h t e n s m a k e n , v a n de N e d e r l a n d s c h e E e g e e r i n g subsidie te k u n n e n o n t v a n g e n en wel voor een b e d r a g v a n f 1650 's j a a r s , welk subsidie ons werd verleend bij K o n i n k l i j k besluit v a n 7 J u n i 1912. H e t B e s t u u r v a n den C u r s u s voelt zich g e d r o n g e n voor dezen steun, m e d e n a m e n s de ouders d e r schoolgaande kind e r e n , H a r e r M a j e s t e i t ' s B e g e e r i n g o p n i e u w zijn eerbiedigen en i n n i g e n d a n k toe te b r e n g e n . E v e n e e n s a c h t h e t ' t zich een p l i c h t , d e n d a n k u i t te spreken j e g e n s Zijne E x c e l l e n t i e den h e e r L . VAN B I E T , m e t h e t oog op d i e n s vriendelijke b e m o e i i n g e n ten dezen opzichte. Onze o n t v a n g s t e n en u i t g a v e n bedroegen in h e t j a a r 1 9 1 2 :
ONTVANGSTEN.
Leening . . . . Subsidie Ned. Regeering Schoolgelden . . . . Contributiën en Giften. Geschonken aandeelen. Gift voormalig Ned. Comité Totaal Nadeelig saldo
UITGAVEN.
Leermiddelen . . . Meubilair . . . . Huur 184,70 Schoonhouden v/h 2o i lokaal Uitgelote aandeelen Jaarwedde . . . . Diversen Totaal
$ m/n 129,70 276,25 120,— 34.40 170,— 1000 — 55,— 1 T.s:..:;:.
Onze b e g r o o t i n g voor h e t j a a r 1913 l u i d t :
INKOMSTEN.
Subsidie Ned. Begeering Schoolgelden Giften en Contributiën. OiftderlIoll.Ceref.Kerk
UITGAVEN.
8 mn 1600,— 480,— 200,— 260,—
Jaarwedden . . . . Leermiddelen . . . . Schoonhouden.... TA-
Totaal .
. .
2 540,—
Diversen Huur
S m/n 2 100,— 100,— 4050,— 100,— 180,— 30,2 540,—
Met goede hope voor de t o e k o m s t g a a t het B e s t u u r h e t n i e u w a a n g e b r o k e n jaar in. De onderwijzer voor de A r g e n tijnsclie vakken heeft goeden n a a m bij velen van d e ouders der k i n d e r e n . Ook stemt h e t tot b l i j d s c h a p , d a t liet a a n t a l l e e r l i n g e n in de laagste klasse h e t grootst is. Velen d e r l e e r l i n g e n in die klasse komen pas voor h e t eerst ter school of w a r e n pas ter schole g e g a a n . Bij dezen is er d u s g e g r o n d e hoop, d a t ( v a n den b e g i n n e a a n onderwezen in de Hollandsclie vakken als ze zijn) er weer kome een zich u i t d r u k k e n in de N e d e r l a n d s c h e t a a l e n een zoo veel mogelijk meeleven m e t h e t l a n d van herkomst, zich één voelend in zeden en g e w o o n t e n . Zegene de H e e r e , onze God, ons verder m e t Zijnen onmisb a r e n zegen. Het (get.:)
SJ.
Bestuur: BIJFER.
,,
LoRENZO VlSBEEK.
,,
FRAXCISCO
,,
M. B . WlLGENHOFF.
,,
DJRK
HEMKES.
ZIJLSTRA.
NEDERLANDSCHE C H R I S T E L I J K E SCHOOL TE BRUSSEL. V a n h e t B e s t u u r v a n b o v e n g e n o e m d e school werd eveneens h e t j a a r v e r s l a g over 1912 o n t v a n g e n . Door den w a a r n e m e n d e n secretaris werden d e v o l g e n d e m e d e d e e l i n g e n g e d a a n m e t b e t r e k k i n g tot deze school. H e t j a a r 1912 is voor onze V e r e e n i g i n g n i e t ongezegend geweest. W e l i s w a a r bleven t e l e u r s t e l l i n g e n n i e t u i t , en w e r d e n n i e t al onze v e r w a c h t i n g e n v e r v u l d , toch p a s t ons geen k l a a g toon, m a a r mogen ook w i j , t e r u g z i e n d e , u i t r o e p e n : H u l p e v a n God verkregen h e b b e n d e , s t a a n wij tot op dezen d a g . W e zeiden, d a t t e l e u r s t e l l i n g e n ons n i e t g e s p a a r d bleven. E n zie, d a n h e r i n n e r e n we I I a a n e e n i g e regelen u i t het v o r i g j a a r v e r s l a g , en a l d u s l u i d e n d e : ,,Of d e n i e u w e s t a t u t e n werkelijk zullen b r e n g e n , w a t er van v e r w a c h t m a g w o r d e n , n l . s a m e n w e r k i n g van a l l e n , d i e d e noodzakelijkheid v a n N e d e r l a n d s e n en n i e t m i n d e r v a n Christelijk Onderwijs e r k e n n e n , m o e t nog worden a f g e w a c h t " . I n d a t opzicht n u w e r d e n we t e l e u r g e s t e l d . K w a m niet w a t we h a d d e n g e h o o p t . E n w a a r o m n u toch ? W a a r o m k w a m e n ze n i e t die N e d e r l a n d e r s , die h u n t a a l , h u n volk en historie toch liefhebben, die C h r i s t e n e n , w a a r o m bleven ze v a n v e r r e s t a a n , z i j , d i e als m e t beide h a n den Christelijk onderwijs voor h u n n e kinderen moesten a a n g r i j p e n ? W e weten het niet. V r o e g e r heette h e t : g e zijt t e e e n z i j d i g ; stelt TJ op r u i m e r s t a n d p u n t en wij s t e u n e n U en zenden U onze k i n d e r e n . E n ziet, wij deden h e t . D e oude g r o n d s l a g m a a k t p l a a t s voor een g r o n d s l a g , w a a r o p in N e d e r l a n d alle P r o t e s t a n t s c h e Christenen op schoolgebied k u n n e n samen werken, en nog was het slechts één enkele die t o e t r a d . W e h e r h a l e n : dit stelde ons te l e u r , we h a d d e n h e t a n d e r s g e h o o p t . L a a t ons echter alsnog hopen en b i d d e n , d a t velen zicli bij ons a a n s l u i t e n en de groote beteekenis v a n ,eeln N e d e r l a n d s c h e en Christelijke School in Brussel voor h e n en h u n n e kinderen zullen leeren i n z i e n . Tegenover t e l e u r s t e l l i n g e n s t a a n , Gode zij d a n k , ook vele z e g e n i n g e n . W a t de k i n d e r e n a a n g a a t , hoe groot h u n a a n t a l was, hoe ons ook een door den dood werd o n t n o m e n , over den g a n g van liet onderwijs en a l w a t dies meer zij, d a a r o m t r e n t zal onze g e a c h t e Hoofdonderwijzer, de H e e r K E E G S T R A , U s t r a k s breedvoerig i n l i c h t e n . O p mij r u s t d e t a a k TJ in d i t v e r b a n d mede te deelen, d a t er tusschen Onderwijzers onderl i n g en tusschen dezen en h e t B e s t u u r steeds de beste vers t a n d h o u d i n g was. D a t d i t van grooten invloed is op den goedeu g a n g van liet onderwijs, zal ieder U w e r zeker d a n k b a a r
Bijlage A.
(Staatebegrooting voor het ui.nstjaar 19H. 2. m . o.)
erkennen. Dank zij de ontwikkeling der revolutiedciikheelden, zien we in uiize dagen vaak op vele scholen een zeen gMpannen verhouding tusschen hoofd en personeel, en tengevolge daarvan geen onderlinge waardeering, geen eendracht noch samenwerking. Een dergelijke verhouding kan der school noch het onderwijs en den kinderen ten goede komen, maar moet zeer beslist nadeelig werken. Hierop verder in te gaan ligt niet op mijn weg . Ik stipte dit slechts aan om te doen gevoelen, dat eid niet lust te verrichten. Thans zijt ge zeker verlangend iets te hooren omtrent de werkzaamheden van het Bestuur. Laat ons TT mogen mededealen, dat het Bestuur behalve haar gewone maandelijksche nog drie buitengewone vergaderingen hield. Behalve ééne maand werd de school door de verschillende commissies trouw bezocht. Deze bezoeken waren steeds aangenaam en bemoedigend, zij het ook, dat wel eens een kleine aanmerking werd gemaakt. Onder de voornaamste werkzaambeden noemen we in de eerste plaats het ontwerpen en vaststellen eener nieuwe salarisregeling, met gratificatiën voor de acten Duitsch, Engelsch, en Wiskunde. Deze regeling, welke in elk opzicht de goedkeuring der belanghebbenden wegdroeg, werd reeds 1 Mei in werking gesteld. Op bijna elke vergadering kwam de zaak van het suppletiefonds aan dé orde. Het Bestuur kon in dezen moeilijk tot eensteininigheid k&men, wist niet welken weg in te slaan. Eindelijk kon het Bestuur op de ledenvergadering van 20 October TJ een ontwerp aanbieden. Helaas, kon ook daar, ge weet het, geen beslissing genomen worden, en werd het Bestuur opnieuw verzocht in zijn vergadering deze zaak te bespreken. Vrucht van deze bespreking is geweest, dat eenige dames zich l)ereid verklaard hebben als comité op te treden. Zegene de Heere hare pogingen, opdat deze zoo noodige zaak tot stand kome.. Bij wijze van proef besloot het Bestuur een 2en vrijen middag te geven. Waar het bleek, dat deze proef uitstekend werkte en ook naar den zin was van bijna alle ouders, bracht het Bestuur op de ledenvergadering van 20 Oct. een voorstel ter tafel, strekkende het huishoudelijk reglement in dien zin te wijzigen. Met overgroote meerderheid werd dit voorstel aangenomen. Voorts gaf op diezelfde vergadering het Bestuur kennis van een herziening van het schoolgeldtarief. Uit den boezem der vereeniging was deze gedachte opgekomen, en het Bestuur kon er zich volkomen mee vereenigen. Met dit nieuwe tarief, dat vooral het schoolgeld der hoogere klassen aanmerkelijk verhoogt, zijn we op veel zuiverder basis gekomen. Natuurlijk maakt het Bestuur meermalen van zijn recht gebruik uitzonderingen te maken, doch ook hier geldt het woord, dat uitzonderingen den regel bevestigen. Ook kwam vanwege het Bestuur een voorstel om de zomervacantie, die reeds jaren 6 weken duurde, doch reglementair slechts een maand mocht aanhouden, in het huishoudelijk reglement ook naar die gewoonte te regelen. Na een nogal lange discussie werd aldus besloten, zoodat de zomervacantie steeds zal aanvangen 31 Juli om te eindigen op 10 September, met dien verstande echter, dat de begindatum steeds op een Zaterdag en de einddatum op een Maandag valle. Vermelden we nog, dat ook dit jaar eene commissie bestaande uit de H H . TENSEN en SMIEDE zich naar den Gezant der Nederlanden begaf om de belangen onze School bij Z. E . Handelingen der Staten «Generaal. Bijlagen. 1913—1914.
Tweede Kamer.
fl
te bepleiten. Op zeer hoffelijke en vriendelijke wijze werd deze commissie door Z. ES, ontvangen. Kieermalen werd door het Bestuur overwogen of er geen
mogelijkheid bestond ome onderwijlen in het Nederlandech pensioenfonds te doen opnamen. Nog steeds is deze boogstgewiontige zaak in onderzoek. De hoop eens een eigen naar de eischen des tijds ingericht scboolgebonw te verkrijgen kreeg vasteren vorm, doordat de penningmeester eene reis naar Holland deed om voor dat doel fondsen te verzamelen. Worde dit ideaal, ons aller ideaal immers, op 's Heeren tijd eens verwezenlijkt. Zeker, het is een stoute hoop, doch als we nagaan, hoe de Heere reeds in zoo menig opzicht ons legende en gaf wat we hoopten en waarom we baden, waarom zouden we dan ook die hoop niet blijven koesteren? Ten slotte hebben we nog te melden, dat wegens vertrek van den heer G. VAN DEN BEHG een vacature in het Bestuur ontstem!. In zijn plaats hebt ge straks een ander te benoemen. Met leedwezen zagen we den heer VAN BEN BEIM; vertrekken. IJverig en nauwgezet was hij in het verrullen zijner taak, niet het minst de 2 laatste jaren als secretaris. De penningmeester deed de volgende mededeelingen omtrent de geldmiddelen der schoolvereeniging. Het is met een gevoel van blijdschap, dat ik u hierbij overzicht geef van ontvangsten en uitgaven der schoolvereeniging. In handelstermen zou men zeggen: ,,de handel was vlug, de omzet was groot." Want de ontvangsten, die gelukkig gelijken tred hielden met de uitgaven, stegen dit jaar tot de som van 13.150 frank. Ik behoef niet te zeggen, dat de vereeniging nog nimmer zulk een hoog budget heeft gehad. Maar ondanks de hooge uitgaven, die ons mogelijk werden gemaakt door den steun der Nederlandsche Regeering, is er nog een batig slot van fr. 11.84. Met genoegen mag op het feit gewezen worden, dat de schoolgelden met ruim 650 frank verhoogd zijn en gestegen zijn tot 2-570,50 frank. De reden hiervan is niet alleen gelegen in het feit, dat er vele leerlingen in de hoogere klassen zitten, maar bovenal in het meerdere aantal leerlingen. Ongetwijfeld vindt dit zijn oorzaak in het goede gerucht, dat er van de school uitgaat en waarvan aan den Directeur, den heer KEEGSTEA, zeker de meeste eere toekomt. Toch schijnt het, dat onze school hier in Brussel bij Nederlanders en Vlamingen nog te weinig bekend is. Daarom heeft het Bestuur reeds de vraag besproken, wat er kan gedaan worden om daarin te voorzien. Zeer zal het Bestuur dan ook prijs stellen op de hulp van de leden der vereeniging en zal het gaarne de voorlichting der leden in deze zaak aanvaarden. Weet dus iemand uwer een goed propagandamiddel, dat zij of hij het ons dan jrelieve te zeggen. Onder het hoofd uitgaven is de som der traktementen met een aanzienlijk bedrag verhoogd. In het jaar 1911 gaven wij daarvoor uit ongeveer 6900 frank en in het jaar 1912 ruim 8800 frank, dus bijna 2000 frank meer. Het bestuur heeft gemeend, dat de hijdrage der Ned. Regeering voor een groot deel ook het onderwijzend personeel ten goede moest komen. Wij hebben dit raeenen te doen door een minimum salaris voor de onderwijzers en onderwijzeressen vast te stellen en daaraan tevens een salarisregeling toe te voegen. Misschien is bij sommigen uwer niet bekend, wat men bij het onderwijs onder salarisregeling verstaat en daarom wil ik u even mededeelen, wat het Bestuur inzake die regeling besloot: 1°. Het vaststellen van een minimum salaris van onderwijzers en onderwijzeressen met de bepaling, dat na één jaar in dienst onzer school dit minimum zal verhoogd worden met
10
100 frank per jaar en vervolgens nog vier-jaarlijksche verboogingen van 60 frank. 2*. Hei toekennen van verliooging voor de akten Engelsch, Duitaeh, Wiskunde en Hoofdakte niet 100 frank per jaar voor iedere akte. Jl«'t Beftaur besloot lot dezen maatregel over te gaan om daardoor de onderwijlkrachten meer aan de school te verbin-_ den, daar iiet van liei hoogste belang is voor ' t geven van goed onderwijs, dal dezelfde leerkrachten zoo lang mogelijk aan de school verbonden Idijven. Hel hoofd ,,algemeene kosten" is dit jaar nog al lioog, doch in deze som is begrepen de leverantie van zes nieuwe Schoolbanken a 32 frank per stuk, dat maakt reeds 192 frank en liel schilderen en bijverven van de gang voor circa 100 frank. De buur van een gedeelte van liet huis is ook vermeerderd door hel gebruik nemen van meerdere ruimte en dat maakt, dat deze post ook verhoogd is. De som der bureaukosten is nog nooit zoo hoog geweest, maar dat komt ook door dat wij ons voor de eerste maal de weelde veroorloofden een verslag te laten drukken en in een groot getal te laten verspreiden. En waar er gelukkig meer kinderen komen, daar vermeerdert ook de post ,,.schoolbenoodigdheden". Het geheele budget toont dus aan, dat de uitgaven stijgen, doch dat is niets, wanneer de inkomsten daarmede gelijken tred houden. We hopen dus, dat uwe bekende offervaardigheid liet Bestuur in de gelegenheid zal stellen over ruime middelen te beschikken en daardoor onze taak te vergemakkelijken. Maar naast den dank aan personen en Regeering betaamt het ons lof en aanbidding toe te brengen aan onzen trouwen God, die ons genade gaf in de oogen der menschen. Hem daarom vóór alles de eer! Ik heb gezegd.
gevolgen hl ij ven niet uit voor het onderwijs. We hopen dit jaar zoo vet Ie komen niet onze zesde klasse, dat de normale leerlingen examen zouden kunnen afleggen voor H. B. S. of Gymnasium. De inspecteur van 0 . N. S. heeft bij zijn beaoek van December j . 1 . zich op ons verzoek, bereid ver-
Iclaard, die klas, de hoogste afdeeling van het lager onderwijs, te onderzoeken. We twijfelen niet, of dat onderzoek zal alleszins bevredigend zijn. Daarmee zijn we dan, waar we hoopten te komen.
In het leerplan is eenige verandering gekomen, door eene uitbreiding van het vak nuttige handwerken, terwijl er een begin gemaakt is met het onderwijs in de vrije en orde-oefeningen der gymnastiek, Hadden we een gymnastieklokaal, dan zou dit vak geheel tot zijn recht kunnen komen. Het leer' lingenaantal is constant gebleven. Wel had er na de laatste zoinervacantie eene belangrijke vermeerdering plaats, zoodat er plaatsgebrek kwam, maar sinds is 't getal weer gedaald tot 51. Dit jaar werden er 17 nieuwe leerlingen ingeschreven, terwijl 16 de school verlieten. Vaok was verhuizen en daardoor de verre afstand een der oorzaken. Konden we hen een tramabonnement bezorgen, dan zouden we ze weer terug zien. Eén der leerlingen werd na vergelijkend examen, waaraan zeventien deelnamen, een beurs toegekend voor verdere studie en hij werd zonder verder examen tot het Gymnasium te Rotterdam toegelaten.
Cursussen voor Nederlandsche kinderen in Pruisen. Van den heer A. R I E N K S , schoolopziener in het district Deventer, belast met het toezicht op de Nederlandsche curSUSSen in Pruisen, werd het hieronder volgend verslag omtrent die cursussen ontvangen over het tijdvak Augustus 1912— Augustus 1913. Deventer, Augustus 1913.
Nederlandsche Christelijke School voor Lager en Meer Uitgebreid Leper Onderwijs te Brussel. Rekening over het jaar 1912. ONTVANGSTEN.
Bijdragen Nederlandsche Regeering Bijdragen particulieren
fr.
Schoolgelden Collecten Geref. kerk van Brussel Giften
5029,20 5144,40 2370,50 197,92 . 24,30
Leermiddelen
382,78 fr. 13149,10
UITGAVEN.
Nadeelig saldo 1911 Traktementen Algemeene onkosten Huur, assurantie, waterleiding enz Bureaukosten School henoodigdheden ._,
Leermiddelen Batig saldo 1912
Hierbij heb ik de eer aan Uwe Excellentie het volgend verslag uit te brengen omtrent de cursussen voor Nederlandsche kinderen in Rijnland en Westfalen oVer het tijdvak Augustus 1912 tot Augustus 1913. Opening der
cursvssen.
Uit mijn vorig verslag blijkt, dat de eerste cursus geopend werd te IC. Gladbach op 13 Juli 1912, de volgende te Dusseb dorp op 20 Juli, de derde te Elten op 27 Juli, de vierde te Gronau op 3 Augustus, en de vijfde en zesde te Aken op 5 Augustus 1912. Ik stelde in uitzicht dat na de zomervaoantie van dat jaar een zevende te Kleef en een achtste te Goch zouden worden geopend. Dit voornemen kon worden uitgevoerd: op 25 September werd te Kleef begonnen, op
12 October 1912 te Goch. fr.
4,60 8811,40 629,20 2476,35 381,27 324,70
509,74 11,84 fr. 13149,10
Nopens den gang van het onderwijs in het verslagjaar verstrekte het Hoofd der school de volgende inlichtingen: In hel personeel kwam geene verandering; een gelukkig verschijnsel, waar ik verleden jaar reeds op gewezen heb. T)e
Aantal
leerlingen.
De cursus te Gronau l>egon met 44 leerlingen (31 j . en 13 m . ) : thans gaan er 47 (29 j . en 18 m.). Te Elten hadden zi'h vóór het begin van den cursus 22 leerlingen aangemeld; op den dag der opening waren er 45 aanwezig, van wie echter enkelen den vereischten leeftijd niet hadden, en anderen, die in de meening verkeerden dat deelneming verplicht was, of die op een feestje gerekend hadden, niet meer of nog slechts kort daarna de lessen bezochten. Zoodoende waren er spoedig nog een 27-tal over, die echter ook niet allen geregeld opkwamen. Langzamerhand is een zekere stabiliteit ingetreden, zoodat gezegd kan worden, dat 22 leerlingen den cursus geregeld bezoeken. Te Kleef begon men met •'M : eene «reek later was het aantal geklommen tot 64. Thans bedraagt het 74 (36 j . en 38 m.). Te Goch bedroeg het aantal bij de opening 75; later kwamen er enkelen bij en steeg het tijdelijk tot 96, waarna het tot het tegenwoordig aantal (71)
11
daalde. Te M. Oladbach zijn in 't geheel een 60-tal kinderen ingeschreven geweest; bij de opening waren er 36, waarvan ex enkelen in den loop van bet jaar werden afgeschreven en gedeeltelijk (niet April L913) door anderen weiden vervan gen. Het aantal bediaajjl mi .'il). Tc Dusseldnrp bedroeg het aantal
ingeschreven l>ij de opening 64; in den loop van het verslag» jaar kwamen er 11 kinderen hij en verlieten IS den cursus, zoodal hel aantal nu 57 bedraagt, dat vermoedelijk na de zomervacnnt ie weer tot 00 zal stijgen. De cursus in de St. Koilanschule te Aken (onderwijzer de heer JONGKN uit Niinpelvcld) begon niet 62 leerlingen (34 j . en 18 m.). Ook hier slonk hel aantal in den loop van het cursusjaar door versehillende ooi/aken tot 4 1 , waarliij 9 nieuwe, die met April l!M-'5 waren toegelaten. De andere cursus te Aken (in de Düppelstrasse, onderu ijzer de heer VAN MKLICK te Vaals) telde aanvankelijk !)(> leerlingen, welk getal in de eerste maanden klom *oi 106. Later verminderde het ook hier tot heneden het
oorspronkelijke aantal. Kring, waaruit de leerlingen voortkomen. De ouders van verreweg de meeste leerlingen zijn arbeiders. Zij vinden meerendeels hun brood in fabrieksarbeid (textielnijverheid, sigarenfabricage, cucaofabricage, margarinefabriCage, metaalindustrie); enkelen werken op steenbakkerijen of verrichten veldarbeid. Enkelen ook belmoren tot den kleinen ambachtsstand, terwijl zeer enkelen een winkelzaak drijven of in een winkel werkzaam zijn.
cursus te Aken in de Düppelstrasse waren er onder de kinderen, die aanvankelijk de lessen bezochten, leerlingen, die nog hun naam niet konden schrijven. Trouwens, het spreekt wel vanzelf dat velen door hun gebrekkige kennis van het Duitsch op de Pruisische scholen moeilijkheden ondervinden, en tot de achterlijken belmoren en blijven belmoren, daar de onderwijzer in de klasse het tekort niet kan doen inhaleii. Aanvankelijk meenden vele Pruisische onderwijzers dat zulke kinderen door het bezoeken van den Nederlandschen cursus op de 1'ruisis'he scholen oog meer moeite zouden hebben. Er zijn nog enkelen, die hunne meening niet aan de Waring hebben kunnen toetsen, geneigd dat aan te nemen. De ervaring heeft echter anders geleerd, wat door die onderwijzers, die leerlingen, welke ook een Nederlandschen cursus bezoeken, in de klasse hebben, erkend wordt. Of het komt, doordat de ambitie van de kinderen, die zich getroosten de beide scholen te bezoeken, wordt verhoogd, — of doordat zij meer algemeene kennis opdoen en grootere lees- en schrijfvaardigheid verkrijgen, in welke van beide talen dan ook —een feit is het dat de theoretische bezwaren op dat punt door de ervaring weerlegd zijn. Ter illustratie hiervan diene nog dat van den cursus te M. Oladbach geen enkel kind op last van het gemeentebestuur verwijderd werd, hoewel dit lichaam sicb bij de beschikbaarstelling van het lokaal het recht daartoe had voorbehouden ten aanzien van die kinderen, over wier vorderingen op de stadssohool in verband met het bezoeken van den Nederlandschen cursus mocht worden geklaagd. Af si h rij ring en aanneming
(li :iiidte. Het meerendeel van de leerlingen is Katholiek; alleen in Gronau zijn de meesten Protestant. Ook bezoekt een enkele Israëliet den cursus. Te Elten meenden de Protestantsche ouders aanvankelijk, dat de cursus uitsluitend voor Katholieken toegankelijk was; een gevolg waarschijnlijk van de scheiding der Pruisische scholen naar de confessie. Mannelijke
en vrouwelijke
leerlingen.
Uit de opgaven van het aantal leerlingen blijkt hier en daar reeds, dal de cursussen zoowel door jongens als door meisjes worden bezocht. Het meerendeel vormen de jongens, wat trouwens geen wonder is, als men bedenkt dat vooral de oudere meisjes op de vrije namiddagen veelal thuis moeten blijven om huiselijke bezigheden te verrichten.
Leeftijd der leerlingen. Deze laatste omstandigheid heeft ook invloed op den leeftijd, waarop de kinderen de cursussen l>ezoeken. Er zijn nl. meer leerlingen van 8 —11, dan van 11—14 j a a r ; het verschil in aantal is bij de meisjes het grootst, maar ook bij de jongens komt het voor, dat zij vóór het eindigen van den in Pruisen leerplichtigen leeftijd en vóór het verlaten der school de vrije namiddagen al vast doorbrengen in een of andere werkplaats, waar zij de voorbereidende werkzaambeden voor hun later vak aanleeren. Ontwikkeling
der
leerlingen.
De ontwikkeling der leerlingeu loopt zeer uiteen. Er zijn er, die noch goed Duitsch, noch goed Hollandsch kennen: over 't geheel echter is de kennis van het Hollandscli nog bedroevender dan die van het Duitsch. Deze taal toch leeren zij dagelijks op school, hoewel ze daarniee aanvankelijk wel moeite hebben : minder echter met de gesproken dan met de geschreven taal. Het Hollandsch dat ze misschien vroeger geleerd hebben, zijn ze spoedig vergeten. Van de 74 bezoekers van den cursus te Kleef konden aanvankelijk 40 geen Hollandsch lezen of schrijven; de overigen lazen voor het groote meerendeel gebrekkig. Slechts 8 leerlingen konden met Latijnsche letter schrijven. Op den
van
leerlingen.
In verband met den tijd van afschrijving en aanneming van leerlingen aan de Pruisische scholen (Paaschvacantie) werd ook het einde van den eersten en het begin van den nieuwen cursus overal bepaald op begin en einde der Paaschvacantie. Dit werd op verschillende manieren ter kennis van belanghebbenden gebracht: door advertentie's, door mededeeling aan den cursus reeds bezoekende kinderen, die medeleerlingen aan de gewone scholen en l>ekenden zouden inlichten, door godsdienstleeraren bij het godsdienstonderwijs, door besturen op vergaderingen enz. Echter troffen deze middelen niet overal doel; vele ouders bleven met het bestaan van de cursussen onbekend. Verloop. Het verloop was, als te verwachten was, bijna overal vrij groot. Die Nederlanders in het buitenland, van wie hier sprake is, verhuizen gemakkelijk.
Oorzaken. Velen ook gaan naar Nederland terug na korter of langer tijd, daar zij in het vreemde land moeilijk aarden, en hun vaderland dikwijls als woonplaats verkiezen, ook al zijn er de verdiensten lager. Over 't geheel is dan ook de mutatie onder de leerlingen groot, echter volstrekt niet alleen als noodzakelijk gevolg van verhuizing naar andere plaatsen. Maar, zooals het hij elke nieuwe zaak gaat: velen melden zich aan, prol>eeren een tijdlang geregeld te konten, —- gevoelen eerst dan de bezwaren, die er dikwijls werkelijk zijn, — moeten deze en bovendien laksheid en tegenzin overwinnen, — zijn daartoe door omstandigheden of karakter niet in staat, en blijven langzamerhand geheel weg. I n dit opzicht doet het onderwijs denken aan het herhalingsonderwijs in Nederland.
Bezwaren. En de bezwaren zijn inderdaad niet gering: bij de vele uren, die de kinderen op de Pruisische school moeten doorbrengen, nog een vrijen namiddag opofferen, beteekent voor velen, ouders zoowel als kinderen, een last méér. De oudere kinderen toch, vooral de meisjes, kunnen juist op die middagen zoo goed voor huiselijk werk, voor lxtodschappen of
L2 als kindermeisje dienst doen. Dat dit veelvuldig geschiedt, wordt (mis maar al te vaak aan die kinderen gemerkt, die den OUrtUI wel betoeken. Ook zijn de afstanden, die zij naar de school, waarin de cursus wordt gegeven, hebl>en af' te leggen, vaak vrij belangrijk; het komt voor dat kinderen een cursus bezoeken, waarvoor ze ruim een uur te voet moeten afleggen; anderen komen met de electrische tram, een enkele per trein, liet was dan ook te voorzien dat na de eerste lessen enkelen zouden wegblijven, en dat liet verzuim aanvankelijk groot zou zijn. Eerst langzamerhand kon blijken, welke leerlingen de ware belangstelling toonden en op wie te rekenen viel. En dan kan worden geconstateerd dat de gang van zaken eer mee- dan tegenviel, en dat er zich langzamerhand een kern van leerlingen overal vormde, die goede vordeiiiigen maakten, en met belangstelling (die goeddeels den geest in de huisgezinnen weerspiegelde) de lessen volgden. Redenen van
afschrijving.
Door de onderwijzers worden als redenen voor bet tusschentijds of aan het einde van het leerjaar verlaten van den cursus opgegeven: ii. verandering van woonplaats; h. het verlaten der gewone school wegens het bereiken van den eindleeftijd ; c. overlading met andere lessen op de gewone school en daar buiten ; d. de groote afstand van het gebouw, waar de cursus gegeven wordt; e. te geringe ontwikkeling der leerlingen; /. aandrang van sommige onderwijzers aan de Pruisische scholen ten aanzien van kinderen, die groote moeite hebben met het Duitsch; i). onverschilligheid en laksheid van ouders en leerlingen; Verzuim. Te Dusseldorp konden een paar lessen niet gegeven worden, daar het klasselokaal door een paar gevallen van rood vonk was besmet en eerst moest worden ontsmet. Te Grouau kon enkele weken lang geen onderwijs worden gegeven wegens het epidemisch heerschen der pokken. Vele der oorzaken, die leidden tot het ontijdig verlaten van den cursus, speelden ook een rol bij het verzuim van hen, die leerling bleven. Over het groote verzuim werd en wordt door alle onderwijzers geklaagd, hoewel er in de laatste maanden ook op dit punt groote verbetering is waar te nemen. Redenen
run
verzuim.
Als de meest voorkomende redenen van verzuim worden opgegeven : a. ziekte; h. huiselijke bezigheden; e. vervalling van godsdienstplichten (juist op de vrije namiddagen biechten veelal de schoolgaande R.-K. kinderen); il. weer en wegen in verband met groote afstanden; e. onverschilligheid en laksheid van ouders en kinderen. De cursus te Kleef werd gewoonlijk door allen bezocht. Echter verzuimden ook daar velen, toen de pluktijd voor de huschhessen aankwam. Resultaat. Ondanks de beswaren, waarmede inrichtingen als deze cursnssen wel te kampen moeten hebben, daar zij op een vrijen middag beslag leggen en de deelnemers vaak groote afstanden moeten afleggen of heel wat traagheid en lauwheid hebben te overwinnen, ondanks de moeilijkheden, die moeten
worden overwonnen, alvorens een geregeld en behoorlijk belOek verzekerd is (van verplichting ol dwang is immers geen sprake; alleen sympathie met het doel en het gevoel van moreele verplicht ing jegens gezin en vaderland kunnen de cursussen hevolken en bevolkt houden), ondanks dat alles is het eindresultaat van bet eerste jaar goed te noemen. Het aantal leerlingen ging hier en daar iets achteruit, maar klom op andere plaatsen, en bleef op de meeste nagenoeg onver anderd.
Verwachting. Reeds dit resultaat stemt hoopvol. Er moet zich eerst een vaste kern vormen van trouwe bezoekers; de resultaten, die zij bereiken, en in gezin en omgeving toonen, waarbij het practisch en idiëel nut van het bezoeken der cursussen in het oog springt, moeten anderen aanlokken. Deze propaganda is de beste, daar zij de inwendige belangstelling opwekt en
gaande houdt. Opwekking
tot
deelneming.
Dat daarnaast vooral in den eersten tijd middelen mogen en moeten worden aangewend, om bestaan, doel en inrichting der cursussen aan belanghebbenden bekend te maken, spreekt wel vanzelf. De ervaring moet hier veel leeren. Reeds is gebleken dat uitreiking van gedrukte mededeelingen aan alle bereikbare ouders in plaatsen, waar cursussen gevestigd zijn of' zullen worden, en in den omtrek daarvan, een beter middel is, om in tijd van aanneming van nieuwe leerlingen de aandacht op de cursussen te vestigen, dan het plaatsen van advertentie's die slechts toevallig worden gelezen. Dat„ voor het verstrekken van inlichtingen aan ouders en onderwijzers, het meedeelen van namen en adressen, onze consulaten zeer groote diensten kunnen l>ewijzen, is duidelijk. (Jok wordt door sommige onderwijzers resultaat verwacht van eene door de hoofden der Pruisische scholen en door de godsdienstleeraren op verzoek te verstrekken opgave van Nederlandeche kinderen, die hun scholen bezoeken. Anderen nemen zich voor, of zijn daarmee reeds begonnen, sommige ouders aan huis te bezoeken. Ook de hier en daar bestaande vereenigingen van Nederlanders kunnen door schriftelijke mededeelingen en door bespreking op vergaderingen tot deelneming opwekken. Maatregelen
tegen verzuim. ,
Het verzuim kan door doeltreffende maatregelen mede veel verminderen. Gebleken is nl. dat sommige kinderen verzuimen plegen zonder dat de ouders dat weten of' billijken, of, zoo zij 't al weten, zonder dat zij de kinderen tot geregeld bezoek aansporen. Dij ouders zoowel als bij leerlingen is vaak de lauwheid groot. Tegen dat alles helpt alléén kennisgeving van het verzuim aan de ouders, en verplichting hunnerzijds, telkens de redenen op te geven. Waar deze maatregel is toegepast, heeft hij dadelijk effect gehad. In 't vervolg zal hij in den vorm van toezending van uniforme briefkaarten ter kennisneming en invulling op alle cursussen worden toegepast. Yeel resultaat wordt ook verwacht van aanmoediging van het bezoeken der cursussen door uitreiking van belooningen voor getrouw bezoek in den vorm van leer- en leesboekjes. (Tot dusver bepaalden wij ons tot het uitreiken van present-exempla'ren, door enkele uitgevers welwillend verstrekt). (Jok kunnen op daarvoor als het ware aangewezen dagen (verjaardagen van leden van ons Koninklijk Huis, St. Xicolaas, Kerstïnis) kleine feesten worden georganiseerd. Ook hier kunnen de Xederlandsche plaatselijke vereenigingen nuttig werk doen. In het afgeloopen verslagjaar reeds ondervonden wij steun van enkele dezer corporatie's, hetzij, doordat zij voor boek- en andere geschenken gelden disponibel stelden, hetzij dat zij op vergaderingen tot getrouw bezoek der cursussen aanspoorden. En eveneens kunnen de belangstelling van onze consuls en door hen gegeven raad en steun in dezen veel doen.
Bijlage
A.
(Staatsbegroting voor het dienstjaar 1914.
Medewerking van ie onderwijzen.
2.
ÜL 8.)
Tweede
Kamer.
Vorderingen der leerlingen.
Zoo gaan wij dan vol moed en lioop liet tweede verslagjaar in. I)c onderwijzers hebben liob allen veid moeite en opoffe-
De vorderingen der leerlingen, die getrouw opkwamen, zijn over 't geheel goed te noemen; vele kinderen, die hei lfolring getroost, om deze nieuwe zaak, die veel van hun door- j landsch niet of zeer gebrekkig spraken en in hunnen moederzicht, ijver, takt, geduld en aanpassingsvermogen vergde, te taal in 't geheel niet konden lezen, lezen nu vlot .\ederdoen slagen. Ook zij zijn, nu zij de beswaren in de praotijk I landsohe lectuur, die voor hun leeftijd past. Het spreekt vanhebben leeren kennen, maar daarnaast ook de middelen om ze, zelf dat nog niet van allen de uitspraak even zuiver is, maar all hans ten deele, te bestrijden, vol illusie dat de cursussen, over 't geheel valt dit mee. Het aanleeren van het schriftelijk UB een Bekeren evenwichtstoestand te hebben bereikt, gestadig gebruik der Nederlandsche taal ontmoet de meeste bezwaren. zullen gloeien. Aan kinderen, die van hun onderwijs boven Daarbij ook dat is natuurlijk maken de kinderen fouten het nu aanwezige aantal zouden kunnen profiteeren, ontbreekt van geheel anderen aard dan de schoolkinderen in Nederland. het waarlijk niet. Vooral bij verdubbeling van teekeus voor klinkers en medeklinkers maken zij veel fouten. Echter moet gezegd worden Uit voering leerplan. dat ook hier de eerste moeilijkheden de grootste zijn, en dat ook hier bij de getrouwe bezoekers veel verbetering is te beWat de uitvoering van het leerplan betreft, ook te dezen j speuren. opzichte was aanpassing DOodig. De zoo ruim gehouden omVeel genoegen scheppen de kinderen in het leeren zingen sehrijving van de 'onderdeelen der leerstof, die behandeld j van enkele Nederlandsche liederen, waaronder onze Volkszouden worden, bleek bier en daar toch nog een hinderlijke band. Vooral in den aanvang. Over 't geheel echter bleken liederen eene eerste plaats bekleeden. keuze en indeeling van de leerstof doelmatig te zijn geschied; De Schoolopziener in hei district Deventer, en overigens was aan de onderwijzers genoeg vrijheid gelaten belast met liet toezicht n/i de \ederom naar omstandigheden tijdelijk een gewijzigd plan te landtehe eur.in.ssen in Priiusen, volgen. ((jet.) A. HIKNKS. Ge wen ach te icijzigingen. Wat betreft de inrichting van een dergelijken cursus te Verandering voor de toekomst wordt door de onderwijzers slechts op enkele'punten verlangd: zoo als noodzakelijke aan- Rheine kan worden medegedeeld, dat daarvoor is verkregen vulling het aanleeren der Latijnsche schrijfletters in de lagere de medewerking van de betrokken Pruisische overheden, dat leerpjaren: het beperken van het onderwijs in geschiedenis en waarschijnlijk kosteloos een schoolgebouw in gebruik zal kun* aardrijkskunde tot de 3 a 4 hoogste leerjaren, wat vooral daar ; nen worden verkregen, doch d a t nog een nader onderzoek goed kan geschieden, waar de lagere en de hoogere leerjaren vereischt wordt naar het aantal kinderen op wier deelneming aan dien cursus met zekerheid kan worden gerekend, waarna elk een onderwijzer hebben. eventueel zal kunnen worden overgegaan tot de aanwijzing van het personeel. hezen hoofdvak. Overeenkomstig de beginselen, in het leerplan neergelegd en ten deele uitgewerkt, had het vak lezen het hoofdaandeel van den tijd, en moest dat ook hebben; en in verband daarmee werd het gebruik van het leerleesboek voor geschiedenis en aardrijkskunde zeer bevorderd, in 't bijzonder in de hoogere klassen. Ook voor de kinderen zelf is lezen het geliefkoosde vak, benevens aardrijkskunde. Zij lezen gaarne over verschillende zaken uit de vakken aardrijkskunde en geseKiedenis; natuurlijk is lectuur van algemeenen inhoud en van belletristischen aard evenseer gewild. Onze leer- en leesboeken, rijk en goed geïllustreerd als ze zijn, vallen zeer in den smaak en wekken de belangstelling bij de leerlingen en in dé Nederlandsche gezinnen op. Herhaaldelijk vragen zij boeken mee te mogen nemen naar huis om ze voor zich zelf te lezen, of om ze aan de andere leden van het gezin voor te lezen. Schoolbibliotheken. Vorming van eene kleine schoolbibliotheek ten behoeve van eiken cursus is dan ook l>eslist noodzakelijk; hier en daar is er reeds een begin mee gemaakt. Leermiddelen. De leermiddelen zijn nu bijna compleet geleverd; de levering der kaarten liet nog al lang op zich wachten, en wegens herdruk zijn ze nog niet overal in gebruik. Maar, daar in 't begin lezen en taal hoofdzaak waren, hinderde die vertraging niet al te zeer. Meubelen. Waar het noodig was, werd een kast aangeschaft voor berging der leermiddelen ; enkelen vonden gelegenheid deze in de bij het schoollokaal l>ehoorende kast te bergen. Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen. 1913—1914.
Nederlanders e n Nederlandsche in d e n v r e e m d e .
werken
Onder dagteekening van 10 Maart 1913 werd door Hr. Ms. Gezant te Dueuos-Aires bericht dat door een Nederlandschen ingenieur te Campana in de provincie Huenos-Aires een electriciteitsfabriek werd opgericht; een andere Nederlander, mede ingenieur, installeerde een eigen kantoor hoofdzakelijk voor den afzet van verplaatsbaar spoorwegmateriaal eener A msterdamsche firma. Dank zij de bemoeiingen van den Consul-Generaal te Ifelbourne verkregen een tiental Nederlandsche sigarenmakers vast werk op eene sigaren* en sigarcttenfabriek aldaar.
Whangpoewerken te Shanghai'. I
[ÏTRKKSEL
uit het door den ('onsiil-ticiieiaal te Shanghai ingezonden bericht omtrent den handel daar ter plaatse gedurende het eerste kwartaal van 1913, enz. Shanghai, den 13den Juni 1913. Met een enkel woord behoort hier gewag te worden gemaakt van de activiteit der „Nederlandsche Maatschappij voor Havenwerken" die, zooals bekend, in de Whangpoe-rivier, waaraan Shanghai ligt, belangrijke baggerwerken uitvoert. Zij werkt thans met drie groote baggerinolens, een zuiger,
II
zes lleepbooten, twee motor l>oot en, benevens de noodige zol-
denehaiten, drijvende kranen, grijplmgger, <>ni!- "'J *'*' *dmi* nietratie, bet technisch toezicht en liet verdere werk zijn
perking «Ier aansprakelijkheid van reeden en betreffende de
tevredenheid van
bevoorrechte schulden op schepen. Bij die vergadering «aren tegenwoordig do Nederiandiehe gedelegeerden Mis. li. (!. ,1. Looiat en C. D. ASSER. Bij de aan de Conferentie deelnemende Staten is een voor-
sehappij nu «MI dan moeilijkheden ondervindt, voornamelijk oponthoud door hel vele drijfzand in de rivier. Tegen einde Mei van dit jaar zal naai schatting ongeveer twee inillioen kubieke yard ipeciè zijn weggebaggerd, waarniede omstreeks de helft van het baggcrcontract zal zijn uit-
stel aanhangig gemaakt om de uit de l>esprekingen voortgevloeide nieuwe voorontwerpen l>ekend te maken, ten einde belanghebbende kringen in de gelegenheid te stellen zich daar. over uit te spieken vóór de bijeenkomst der Conferentie in 1914.
twaalf landgenooten werkzaam, liet werk loopt vlug en tot
gevoerd. De Whangpoe Concervancy Board, voor welken deze werken worden uitgevoerd, voert ook reguleeringswerk van de
Whangpoe-rivier in eigen beheer uit. ()ok bij die werken zijn vier .Nederlanders aangesteld die zich speciaal met het ver-
vaardigen van zinkstokken onledig kouden. De Consul-Generaal der
Nederlanden,
(w. g.) L. J . C. vox ZEPPELIN OBERMÜLLEH.
Fit verschillende mededeelingen bleek, dat mede door bemiddeling van onze vertegenwoordigers, verschillende Nederlandschd firma's belangrijke bestellingen ontvingen op industrieel gebied. Het schijnt den ondergeteekende niet gewenscht daaromtrent in nadere bijzonderheden te treden.
Bedevaartzaken. Onder de bijlagen is opgenomen het door den consul te Djeddah uitgebrachte verslag over de bedevaart 1912/191-3. Dank zij de bemoeiingen van Hr. Ms. Gezantscbap te Constantinopel en van den consul te Djeddah is van de Turksche Regeering de toezegging verkregen, dat een bedrag van 10100 piasten, van Nederlandsch-Indische pelgrims onrechtmatig geheven als visa-recht op hunne parpoorten, zal worden terugbetaald.
Wisselrechtconferentie. Krachtens artikel 31 van het op 23 Juli 1912 te \s-Gravenhage gesloten verdrag voor een eenvormig recht betreffende den wissel en het orderbriefje, kon dat verdrag tot den 31sten Juli 1913 onderteekend worden door de Staten, die op de eerste of de tweede Wisselrechtconferentie vertegenwoordigd zijn geweest. Het verdrag is derhalve thans volledig. Het is onderteekend door de volgende landen: Argentinië, België, Brazilië, Bulgarije, Chili, C'osta-Rica, Denemarken, Duitschland, Frankrijk, Guatemala, Italië, Luxemburg, Mexico, Montenegro, Nederland, Nicaragua, Noorwegen, Oostenrijk-Hongarije, Panama, Paraguay, Rusland, Salvador, Servië, Turkije, Zweden en Zwitserland. Een wetsvoorstel tot goedkeuring van bet verdrag kan in den loop der komende zitting worden tegemoet gezien.
Brusselsche Zeerechtconferentie. Van 20 Maart tot 4 April jl. heeft te Brussel de suhcommissie uit de Zeerechtconferentie vergaderd ter bewerking van nieuwe voorontwerpen van verdragen betreffende de be-
Het op 23 September 1910 te Brussel gesloten verdrag nopens aanvaring is thans geratificeerd door België, Denemarkeu, Duitschland, Frankrijk, Groot-Britannië en Ierland, Italië, Mexico, Nederland, Oostenrijk-Hongarije, Portugal, Rumenië en Rusland ; dat van gelijken datum nopens hulp en berging door Amerika, België, Denemarken, Duitschland, Frankrijk, Groot-Britannië en Ierland, Italië, Mexico, Nederland, Oostenrijk-Hongarije, Portugal, Rumenië en Rusland.
Conferentie te Parijs nopens onderstand aan vreemdelingen. Op het in Augustus 1910 te Kopenhagen gehouden internationaal congres nopens openbaren en particulieren onderstand werd een ,,voeu" aangenomen, waarin de wenschelijkheid werd uitgesproken dat eene internationale diplomatieke conferentie het vraagstuk van het verleenen van onderstand aan vreemdelingen zoude bestudeeren op den basis van de door het congres genomen besluiten. Aan dezen ,,voeu" is door de Fransche Regeering gevolg gegeven door de bijeenroeping te Parijs van zoodanige conferentie. De heer J . F . L. BLANKENHEHG te Amsterdam werd bereid bevonden om namens de Xederlandsehe Regeering deel te nemen aan de beraadslagingen dier conferentie, welke van 10 November—3 December 1912 is gehouden en waarop de volgende landen waren vertegenwoordigd: Amerika, Argentinië, België, Denemarken, Duitschland, Frankrijk, Griekenland, Groot-Britannië, Hongarije, Italië, Japan, Luxemburg, Nederland. Xoorwegen, Oostenrijk, Rumenië, Rusland, Spanje, Zweden en Zwitserland. Nadat eene conventie alsmede een „Statut international des Associations et Etablissements constitués en vue de l'assistance aux étrangers" waren ontworpen, schorste de conferentie hare beraadslagingen ten einde de Regeeringen in de gelegenheid te stellen deze ontwerpen te bestudeeren, waarna de conferentie zoude worden voortgezet. De datum van deze voortzetting is nog niet bepaald.
Opiumconferentie 1913. Aangezien op 31 December 1912 alle Staten nog niet de opiumconveiitie van 1912 geteekend hadden, is ingevolge art. 23 dier conventie hier ter stede eene nieuwe opiumconferentie gehouden, waaraan werd deelgenomen door de Vereenigde Staten van Amerika, Argentinië, België, Brazilië, Chili, China, Columbia, Costa-Rica, Denemarken, de Dominicaansche Republiek, Duitschland, Ecuador, Frankrijk, Groot-Britannië, Haïti, Italië, Japan, Luxemburg, Mexico, Nederland, Portugal, Rusland, Siam en Spanje. Nederland werd op die conferentie vertegenwoordigd door de Heeren J . T. CREMER, oud-Minister van Koloniën, mr.
15
C. T H . VAN DKVKNÏKK, destijds lid vun de Eerste Kamer der Staten-Generaal, A. A. DI JOJTOH, chef va» den dienst der opiuinregie in Nederlanduch-Indië, en dr. J . C. SCHEUHER, lid VU n de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Als uitvloeisel dier eonterentie, (vgl. het onder de bijlagen opgenomen slotprotocol) zijn dezerzijds stappen gedaan, bij de Staten, welke tot dusver de opiumconveutie van 1912 nog niet geteekend hadden, om deze daartoe over te halen ' ) . Tevens is het verkrijgen der goedkeuring van de StatenGeneraal voorbereid.
LANDBOUW EN V E E T E E L T , SCHEEP» V A A R T , HANDEL EN NIJVERHEID. A.
Studiereis eener Amerikaansche Commissie. Door liet Amerikaanse die Gouvernement werd in April jl. eene commissie naar Europa afgevaardigd ter bestiideering van landbouwvraagstukken, met name met betrekking tot het landbouworediet. Genoemde commissie, die ook Nederland bezocht, hield te Utrecht en Eindhoven zitting ten einde inlichtingen te vragen aan onderscheidene bij het landhouwciediet betrokken personen, een en ander onder bijstand der besturen van de op genoemde plaateen gevestigde Centrale leenbanken. Dij monde van Haren Gezant alhier heeft de Amerikaan* sche Regeering hare hooge waardeering te kennen gegeven voor de aan gemelde commissie hier te lande verstrekte voorlichting.
LANDBOUW EN VEETEELT.
Evenals het vorige jaar vergemakkelijkte het in den aanvang van het jaar in ons land nog voorkomende mond- en klauwzeer, zij het dan ook slechts hier en daar sporadisch, de onderhandelingen over de toelating van ons vee in vreemde landen niet. Met, voldoening kan intusschen worden gewag gemaakt van de openstelling der grenzen van de Zuid-Afrikaansche Unie en Bhodesif ~oor den invoer van Nederlandsen vee, in welk verband v^_ jeldenswaard is de door de Zuid-Afrikaansche Regeering .«stgestelde bepaling, krachtens welke het Nederlandsche staniboekvee of door fokvereenigingen geregistreerd vee, onder zekere voorwaarden, naar de Unie vrachtvrij kan worden vervoerd. Ter zake van den invoer van vee in Zuid-Afrika schrijft de Consul-Generaal, belast met de waarneming van het consulaat te Kaapstad, onder dagteekening van 17 Mei: Ik heb de eer te berichten dat in den laatsten tijd te Kaapstad flinke bezendingen Nederlandsch vee aan boord van stoomschepen der ,,Deutsche Australische Dampfschiffahrtsgesellschaft" werden aangevoerd. Zoo kwam hier gisteren per s.s. Varzin weder eene lading van Gö runderen aan, waaronder 34 stuks stamboekvee, door den heer I . I. ENSCHEDÉ te Baarn voor het Landbouw-Departenient der Unie van Zuid-Afrika te Pretoria aangekocht. (get.)
VAN OORDT.
Deze zending werd door andere gevolgd. Door H r . Ms. Regeering zijn een vijftigtal Zuid-Afrikaansche landbouwers, die liet volgend jaar Engeland zullen bezoeken, uitgenoodigd ook een bezoek aan Nederland te brengen, welke uitnoodiging is aangenomen. Voorts werd van de Duitsche Regeering weder vergunning verkregen voor den doorvoer eener zending van 500 stuks fokvee naar Oostenrijk-Hongarije. De doorvoer van ons vee, — zoowel fok- als slachtdieren, — naar Italië, is door genoemde Regeering eveneens onder zekere voorwaarden toegestaan. De Fransche grenzen daarentegen zullen eerst worden opengesteld wanneer onze veestapel bestendig van mond- en klauwzeer vrij zal zijn. Ook voor de Argentijnsche Regeer ing was het voorkomen dier ziekte h. t. 1. een overwegend bezwaar om tot de dezerzijds gewenschte toelating te besluiten.
i) Als gevolg daarvan is sedert dien de opiumconventie nog geteekend dooi Noorwegen, Peru, Uruguay en Zweden.
B.
SCHEEPVAART, HANDEL EN NIJVERHEID. Toepassing Schepenwel.
Met Frankrijk werd eene schikking getroffen nopens de toepassing der wederzijdsche Schepenwetten, welke is afgedrukt in de Staatscourant n°. -TT van 1913.
Australische Scheepvaartwet. Brief TM den tijdclijken Zaakgelastigde te Londen aan den Minister van Biiitcnluiidsrlic Zaken aldaar dd. 16 Oetober 1912. Monsieur le Secrétaire
d'Etat,
., ordre de nion Gouvernement, j ' a i 1'honneur de soumettre ce qui suit a la considération toujours si obligeante de Votre Excellence. Le „Auatralian Navigation B i l l " contient plusieurs stipulations concernant les mesures de sïireté a prendre par les navires ahordant en Australië — stipulations qui différent des stipulations similaires en vigueur dans d'autres pays, de sorte que 1'application des dispositions du projet de loi susvisé peut causer beaucoup d'embarras a la navigation étrangère. Les différentes Puissances se montrent de plus en plus disposées a accepter un code international de dispositions ou stipulations générales, c'est-ïi-dire de stipulations applicables aux navires de toutes les nationalités. Cette tendance .s'est manifestée récemment après le désastre survenu au ,,Titanic". I l en résultera probablement dans le cours de 1'année présente une Conférence Internationale concernant les mesures de sïireté a prendre a bord des grands paquebots. Il est évident que ie but principe] de cette conférence sera d'élaborer des mesures plus générales que celles, actuellement prescrites séparément par les différentes nations maritimes. Il est pourtant certain qu'on tachera en même tempt d'assurer a la navigation aussi généralement que possible les avantages d'un tra tic facile grace a des certificats valables partout. Dans ces circon.stances mon Gouvernement serait tres reconnaissant a celui de Sa Majesté Britannique s'il voulait bien avoir 1'obligeance d'user de sa puissante influence auprès du Gouvernement Australien afin d'obtenir, si possible, que les mesures de süreté prespritea par le „Navigation
Mi
Bill" tic >oi<'iii paa appliquéss aux navires étrangera jnsqu'k oe que aoieni terminéa l<s iravnux ds la conférence susmentiollllée.
Dana Ie cai <>i Ie Gouvernement dn , ,('<>iiinionwealth" ne •eruii paa disposé B acoéder I oette demande, j'oae eapérer que Ie Gouvernement de Sn Ifajesté Britannique roudra bien prier Ie Gouvernement de l'Anatralie d'appliquer 1'article 189 du Projet'de 1911 (article 190dn Projet de 1910) aux navires Néerlandaia ei d'exempter lea oavires Néerlandaia de l'appli» oation des nouvellea itipulationa pendant I'examen des atipu* lationa oéerlandaiaes relativea ii oe sujet. Votre Exeellence n'ignore paa que les oavires Néerlandaia aont exempta duns Ie Boyaume l u i de l'examen oonoernant les moyens de sauve1 ü<>•«' qui se trouvent I bord et que les oertificata de navigabilité néerlandaia aont reconnua comme équivalenta aux certificata britanniques. A ofité des disposit ions tendniit ii assurer l a s é c u r i t é du navire, les lois de navigation de pluaieura nat ions oontiennent aussi jlea atipulationa d'nn caractère tout-a-fait différent, ]). e. celles concernnnt la disci])line a bord, la réglementation dea conditiona du service de 1'équipage etc. C'est ce qui est Ie (as avec Ie ,, Auatraliail Navigation B i l l " . Pour autant que ces atipulationa aeront applicablea anaai n des navires étrangers, il est a craindre qne des embarraa conaidérabléa ne soient causés u la navigation battant pavillon étranger. Mon Gouvernement est d'avis qu'U vaudrait beaucoup micux laiaaer la rédaction de pareillea atipulationa anx autorites légales nationale*, en mentionnant azpreaaément que ces atipulationa ne seront applicablea qu'aux navires battant pavillon national. Le Gouvernement Néerlandaia ose exprimer 1'espoir que celui de Sn Ifajesté Britannique voudra bien faire les démarclics nécessaires ï> eet effet auprès des autorités australiennes. J e me pei niets d'ajouter que parmi les stipulations visées en dernier lieu, il a'en trouve une dont la tendance ne paraït pas trèa claire a mon Gouvernement, a savoir celle continue dans l'article 43 du Projet. Dans Ie cas ou cette stipulation— qui est mentionnée dans ledit article saus aucune restriction — e; qui défend 1'emploi de 1'équipage au chargement ou au déchargement du navire. devrait être interprétée dans ce sens que 1'emploi de 1'équipage serait défendu aussi ïi bord du navire, elle porterait une atteinte aérieuse au droit du capitniiic droit qui a pour base Ie droit des gens — de prendre ïi son gré a bord de so7i navire (en observant les prescriptions donnéea par 1'autorité locale competente) toutes les mesures qu'il jnge nécessaires, et par suite toutes les mesures concerïiant Ie chargement ou Ie déchargement de son navire. Peutêtre Ie Gouvernement de Sa Ifajesté Britannique serait-il disposé a attirer 1'attention spéciale des autorités Australiennea sur ce point important. Dans Ie cas oü les articles 287 et 295 du projet concernant Ie cabotage pasaeraient aana modification, ils seraient tres préjudiciablea a la navigation des Indes Néerlandaises. L'artide 29ö stipule que Ie cabotage en Australië sera interdit par Ie Gouverneur-Général aux navires qui recoivent des subsides de leur Gouvernement. Par suite de cette stipulation la ,,Koninklijke Xederlandsche Paketvaart Maatschappij" qui recoit une indemnité du Gouvernement des Indes Xéerlandaises en raison des pertes que lui cause sa lipne australienne, serait exclue du cabotage en Australië. Dans Ie cas oü il serait impossible de modifier ces stipulations dans uu sens favorable aux Indes Xéerlandaises. mon Gouvernement serait tres reconnaissant a celui de Sa Majesté 'Britannique, s'il voulait bien user de sa puissante influence pour obtenir que 1'application de la loi — en tant (pi'elle concerne Ie cabotage — ne s'étende pas an Papoua, dont Ie port Port Moresby est une escale de ladite Compagnie de sa ïigne Australienne. Le Gouvernement Néerlandaia croit d'autant plus pouvoir se permettre de faire cette requfite que la faveur qu'il sollicite serail profitable non seulement a la navigation des Indes Xéerlandaises, mais aussi ïi la Colonie Britannique du
Papoua, dont la population serait ainsi privée des moyens de oommnnication qne lui procure la ,,Koninklijke Nederland* sche Paketvaaii aCaatacnappij". En offrant etc (ir. ().)
VA.V DBS G O E S .
Memorandum ontvangen van de Britsche Regeering naar aanleiding van bovenstaanden brief. Part IV (Clauses 187-269) of the Navigation Bill embraces the provisions relating to safety of ships at sea. 2. Th is part applies to all ships—British and foreign alike—trading within tlie Conunonwealth waters. •i. Power is however given, in Clause 188, to exempt from these provisions the ships of any country whose laws on the subject are as effective as the provisions of the Bill, and provided that country extends reciprocal advantages to British ships. 4. Au International Conference on the subject of safety of life at sea is, I believe, being convened at the instance of the German Government. In view of the urgency of the matter it is probable that such a Conference will be held and an agreement arrived at before the end of next year. 5. I do not think it possible, considering the vast amount of preparatory work to be done, that the Navigation Act can be brought into force l>efore Januiiry 1914 at the earliest, BO that there will probably be time to bring our Regulations on the subject into line with any international convention to which Great Britain may l>ecome a party. 6. If it should happen that the Act does come into force before international uniformity bas been arrived at, it will be possible under Clause 188 to grant exemptions to föreign ships until the Convention is an accomplished f act. 7. With regard to the fear expressed that the application to foreign ships of the provisions of the Bill relating to agreements between masters and seamen and to the maintenanceof discipline might create difficulty, it may be pointed out that the general provisions in that regard (Part I I of the Bill) do not apply, unless expressly stated, to otber than British ships (vide Clause 10). 8. Part I I I of the Bill (Clauses 1 7 7 - 1 8 6 ) deals with the punishment of certain offences of seamen belonging to foreign ships, hut no action will be taken under this part excepting at the instance of the Consul or of the Government of the countrv to which the ships belong (vide Clause 18.3). 9. With regard to the application of Clause 45 (bandling of ballast or cargo by crew), it may be explained that this applies alike to all ships loading or unloading in Commonweaith ports, and, if the Regulations so prescribe, will cover not only operations on the wharf or pier, hut also on the ships themselves. This is a matter of which the Consul will l>e duly advised when the Begulations oh the subject have been framed. 10. Ships in receipt of subsidies from foreign Governments are, by the terms of Clause 287, expressly forbidden to engage in the coasting trade. This is in accordance with the fixed policy of the Commonwealth, that local industry shall, so far as is possible, be protected against unfair competition, and there is accordingly no power of exemption in this particu-lar regard. 11. But by the provisions of new Clause 7, introduced by the Government in the House of Representatives and approved by the Senate, the trade between ports in Papua, and l>et\veen Papua and Australia lias been excluded from the coasting trade provisions of the Bill, so that there will be no interference with existing conditions in that particular trade.
Bijlage A.
(Staatsbcgrooting voor het dienstjaar 11)14. 2.
Ook den Conaul-Generaa] te ICelbporae werd opgedragen de Nederlandaohe beswaren tegen de Australische Scheep* raartwet aan
to inform you as followa:
III. (5.)
Tweede Kamer. 17
engaging in the coasting trade, which are not equally imposed upon British and Australian ships similary engaged. Your (üyd.)
faithfully,
FRANK
G.
TVDOB.
De wet is iu December 1912 door het Staten bond-Parlement aangenomen, doch heeft de Koninklijke Sanctie nog niet verworven.
Tlie provisions of the Bill relating to safety of ships at lea apply to all ships British and foreign alike - trading within Commonwealth waters. Provision is liowever made in clause 189 for the exemption from those provisions of the .ships of any country whose laws Handels* en Scheepvaartverdrag on the subject are equally as effective, and provided that met Noorwegen. country extends reeiprocal advantages to British ships. I t is understood that au International Conference of the De akten van bekrachtiging van het tusschen Nederland principal maritime powers will shortly l>e held at London for the purpose of arriving at an agreement on the subject en Noorwegen gesloten verdrag van handel en scheepvaart werden den 22 Augustus 1913 te Christiania uitgewisseld. of life-saving provisions on ocean-going ships. I t is probable that the Commonwealth requirements in this regards will l>e hrouglit into line with any International Convention on the subject to which Great Britain becomes a party. I t is not proposed to bring the Navigation Act into effect Handel op Marokko. iminediately it is passed by Parliament. In view of the great amount of preparatory work to be done it is probable that Brief van don vice-consul te Tanger aan den Minister some time must elapse before this eau be effected. van Buitenlandse he Zaken dd. 1 Augustus 1913, If it should however happen that the Act does come into force before international uniformity bas been arrived at, n°. «til/154. it will be possible, under clause 189, to grant exemptions to Ik heb de eer Uwer Excellentie hierbij een exemplaar aan foreign ships until international agreement is an accomplished fact, and in such event your request for the te bieden van de onlangs verschenen ,,Statistiques du Mouveexemption of Netherland ships will receive careful conside- ment Maritime et Commercial du Ma roe", samengesteld en uitgegeven door het. Comité des Douaues alhier. ration. UHWGeb. zal hieruit gelieven te ontwaren dat de algeWith regard to the fear expressed that the application to foreign ships of the provisions of the Bill relating to meene handel van het Sherifijnsche Rijk ook in het afgeagreements between masters and seamen and to the mainte- loopen jaar belangrijk is vooruitgegaan. Vertegenwoordigde nan.ee of discipline might create difficulty, it ruay be pointed deze in 1911 eene waarde van frs. 177 878 961 (en wel out that the general provisions in that regard (Part I I of frs. 94 278 716 voor invoer en frs. 83 600 24a. voor uitvoer), the Bill) do not apply, unless expressly stated, to other than in 1912 bereikte hij een totaal van frs. 227 534 620 (invoer frs. 152 487 264 en uitvoer frs. 75 047 356). British ships. Evenals in vorige jaren nam ook in 1912 het aandeel van Part I I I of the Bill (clauses 179/187) deals with the punishment of certain offences of seamen belonging to den Nederlandschen handel in Marokko zeer toe en bedroeg foreign ships, but no action will be taken under this Part niet minder dan frs. 3 808 967 (invoer frs. 2 928 214 en uitexcepting at the instance of the Consul or of the Govern- voer frs. 880 753), tegen frs. 1 730 399 (invoer frs. 1 265 039 en uitvoer frs. 465 360) in 1911, dat is dus meer dan het iuent of the country to which the ships belong. As to the application of clause 43 (Handling of ballast dubbele. or cargo by crew) it inay be explained this applies alike Hierdoor heeft Nederland den Oostenrijksch-Hongaarschen to all ships loading or unloading in Commonwealth ports, handel op Marokko, die in 1912 ruim 4 millioen bedroeg, and, if the Regulations so prescribe, will cover not only bijna ingehaald en l>egint dien van België (4 en een half operations on the wliarf or pier but also on the ships them- millioen) reeds zeer nabij te komen. Zijn de blijkens deze selves. This is a matter of which the Consul-General will l>e cijfers door den Nederlandschen handel liehaalde resultaten duly advised when the Regulations on the subject have been dus zeer verblijdend, toch mag aangenomen worden dat, framed. hoewel de Nederlandsche cijfers over 1912 de werkelijkheid Ship> in reeeipt of subsidies from Foreign Governments zeker beter weergeven dan in vroegere jaren, deze toch nog are, by tlie terins of clause 286A, expressly forbidden to niet geheel juist zijn en inderdaad méér bedragen dan uit de engage in the coasting trade. This is in accordance with tlie thans verschenen statistieken blijkt. Ook dient hierbij nog fixed poliey of the Commonwealth, that local industry shall opgemerkt dat de statistieken geene melding maken van verso far as is possible be protected against unfair conipetition, schillende belangrijke in 1912 van uit Nederland gedane and there is accordingly no power of exemption in this parti- leveringen van sleeplw>oten, lichters enz. ten behoeve van de Marokaansche Regeering. Deze leveringen kunnen intuscular regard. But by the provisions of new clause BA, introduced by the sehen op meerdere honderdduizenden francs geschat worden. Government in the House of Representatives and approved De toeneming van den Nederlandschen handel is ook dit by the Senate, the trade between ports in Papua, and between jaar wederom in hoofdzaak toe te schrijven aan den hoogeren Papua and Australia, bas been exeluded from the coasting suikerinvoer, die in 1912 eene waarde vertegenwoordigde van trade provisions of the Bill, so that there will lx? no interfe- frs. 1845 383 en een gewicht van 3529925 kilos, tegen rence with existing conditions in that particular trade. frs. 819 094 en 1 888266 kilos in 1911. De invoer van OostenIt may also be pointed out that apart from the question ; rijksche suiker ging daarentegen in 1912 ongeveer een milof subsidies no conditions are imposed upon foreign .ships i Hoen kilos achteruit. Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen. 191-3—1914.
18 Ook de Nederlandsche kaarsen in voer breidde zich belangrijk uil en beliep in 1912 frs. 157 788 en 247 908 kilos, tegen fa. 84686 en 130 749 kilos in 1911. Hetzelfde was het geval met den wollen stoffen-invoer, die volgens de aanwezige cijfers in 1912 frs. 131496 en 17 460 kilos zou bedragen hebben, tegen frs. 20 982 en 2 337 kilos in 1911. Deze cijfers zijn echter ver beneden de werkelijkheid, zooals de agenten alhier van den voornaamsten Nederlandschen importeur van dit artikel mij verklaarden. Wat betreft de overige voornaamste uit Nederland in Marokko geïmporteerde artikelen, volgt hier eene vergelijkende opgave over: 1911. 1912. Zuivelproducten frs. 49 239 90793 Rijst • 4289 6910 Siropen en bonbons 6 912 17 417 Biscuits 3450 2 280 Koffie 3586 17153 Cacao en chocolade 960 5 814 Peper 2138 62 710 Kruidnagel 154 2524 Tabak en sigaren 34 860 39 452 Oliën 3377 2668 Hout 1329 8302 Wijn 201 3591 Alcohol, jenever en likeuren . 76 170 108 641 Kalk 617 2525 Cement 493 18611 Minerale oliën 1605 Git en barnsteen 998 2 907 Ruw ijzer enz 3 494 3 595 Koper 1156 4 525 Chemische producten 128 3 335 Verfwaren 2 807 6383 Zeepen 16 589 33293 . Aardewerk enz 2 280 3 862 Glas- en kristalwerk 6 488 28 547 Katoenen garens 3 725 25 689 Katoenen weefsels 565 29 721 Confectie 105 3 041 Linnengoed 55 2 973 Passementerie enz 970 3 506 Papier 20 820 45 334 Schoenwerk — 346 Lederwerk 292 7 962 Uurwerken 288 3 210 LTzerwaren enz 14 660 22 231 Huishoudelijke artikelen 8 313 65 256 Koperwerk 605 14414 Zinkwerk 730 9 754 Meubelen 1504 1357 Houtwerk 2 891 Kramerijen 1505 7 487 Lucifers 2407 Deze cijfers toonen aan dat de invoer van de meeste Nederlandsche artikelen zich in 1912 in eene flinke toeneming heeft mogen verheugen.
De uitvoer van Marokko naar Nederland bedroeg in 1912 totaal frs. 880 753 tegen frs. 465 360 in 1911 en bestond hoofdzakelijk uit: 1911. 1912. Ruwe was ; frs. 9 790 Eieren 5 242 Geitenvellen 22 346 11475 Deenderen 24 621 Graan 342 657 129 668 Gerst 711637 Kanariezaad 43 200 12 225 Lijnzaad 20 763 7 041 Sclieepvaartstatistieken. De Nederlandsche scheepvaart op Marokko blijft steeds eene gunstige plaats innemen. Evenals in 1911 komt zij, wat de haven van Tanger betreft, op de tweede plaats met 128 schepen, inhoudende 370 365 ton, en over alle Marokaansche havens tezamen op de vijfde plaats met 139 schepen, metende 373 416 ton.
Handelsreizigers. Met Turkije werd eene schikking getroffen nopens de behandeling van monsters van handelsreizigers, welke is afgedrukt in de SUmtscourant n°. 81 van 1913. Met Duitschland werd eene schikking getroffen nopens de wederzijdsche erkenning van plombeerzegels op handelsmonsters, welke is afgedrukt in de Staatscourant n°. 276 van 1912.
Palmolie-concessies in Liberia. Tusschen den Gezant van Liberia te Londen en de firma Lever Brothers Ltd. te Port-Sunlight was een contract gesloten, waarbij genoemde firma het uitsluitend recht tot den handel in palmolie verkreeg in een groot deel van het gebied der Negerrepubliek. Aangezien dit contract nadeelig was voor de Nederlandsche belanghebbenden in Liberia en in strijd met artikel 2 van het tusschen Nederland en dat land gesloten verdrag van vriendschap, handel en scheepvaart van 20 December 1862 (Staatshlad 1864 n°. 77), werd te zamen niet Duitschland bij de Regeering te Monrovia tegen het verleenen der concessie geprotesteerd. De Senaat te Monrovia heeft intusschen geweigerd de concessie te bekrachtigen, zoodat deze aangelegenheid voorloopig van de baan is.
Handels» en fabrieksmerken Luxemburg. Met Luxemburg werd eene schikking getroffen betreffende de bescherming van bandels- en fabrieksmerken, welke is afgedrukt in de Staatscourant n°. 273 van 1912.
19
Behandeling van Engeland door de Staten der Suikerunie. Hij brief' van 5 Augustus 1912, afgedrukt op blz. 55 van het Oranjeboek 1912, zegde Engeland de suikerconventie op. In hetzelfde schrijven verzocht deze mogendheid om ondanks het feit dat zij uit de suikerconventie trad, de behandeliiig te mogen behouden, die zij tot dusver als een der conventiestateu had genoten, en verklaarde zij zich bereid te voren kennis te geven van haar eventueel voornemen om in hare wetgeving van de bepalingen der Conventie af te wijken. De behandeling hierboven bedoeld, bestond hierin dat in de Engelsche oorsprongscertif'icaten voor suiker ondanks de aan Engeland toegekende dispensatie van de verplichting tot het extra-l^lasten van gepremieerde suiker, niet behoefde te worden verklaard dat in de raffinaderij geen gepremieerde suiker werd verwerkt, doch kon worden volstaan met de verklaring dat het ten uitvoer bestemde fabricaat niet vervaardigd was uit suiker, afkomstig uit een land, waarvan door de permanente suikercommissie was verklaard dat het premie verleende (cf. de Resolutie van den Minister van Financiën, dd. 28 Augustus 1908, n°. 52, Staatscourant 29 Augustus 1908 n°. 203, en art. 2 van de additioneele akte tot de suikerconventie van 28 Augustus 1907, Staatsblad 1908, n°. 123). W a t Nederland betrof, zou na het terugtreden van Engeland uit de Conventie, tenzij anders werd voorzien, na 31 Augustus 1913 voor alle uit Engeland ingevoerde suiker gelden artikel XVI der wet van 24 Juli 1903 (Staatsblad n°. 248), in het bijzonder het bepaalde aan het slot van dat artikel en de Koninklijke besluiten van 7 October 1903 (Staatsblad n°. 26T) en 6 Mei 1905 (Staatsblad n°. 13T). Werd derhalve bij invoer van suiker uit Engeland geen bewijs van oorsprong overgelegd of een bewijs, niet voldoende aan de eischen van voormelde Koninklijke besluiten, dan zou van die suiker, behalve accijns, het hoogste recht geheven worden dat bij eenig Koninklijk Besluit tot uitvoering van het eerste lid van voormeld artikel X V I is vastgesteld. Bij de Nederlandsche Regeering bestond bezwaar de bestaande behandeling van uit Engeland ingevoerde suiker zonder meer te bestendigen. De Regeering toch was van oordeel dat nu Engeland uit de Conventie trad, deze mogendheid behandeld moest worden als iedere andere niet-contracteerende Staat. Handelde men anders dan rees de vraag of men niet in strijd kwam met de bepalingen der Conventie en niet onbillijk werd tegenover andere niet medecontracteerende Staten; bovendien werd mede de mogelijkheid onder de oogen gezien, dat het toekennen van voorrechten aan Engeland in verband met de in vele door Nederland gesloten handelstractaten voorkomende clausule van behandeling op den voet der meest begunstigde natie, moeilijkheden in het leven zou kunnen roepen. Aan de Nederlandsche delegatie werd opgedragen om in de vergadering der permanente Suikercommissie, waarin deze zaak behandeld moest worden, het standpunt der Regeering in het licht te stellen. Bleek de Commissie evenwel bereid Engeland te blijven behandelen als. vóór zijn terugtreden, dan moest worden getracht te verkrijgen dat de bevoorrechte behandeling niet werd verleend dan onder de voorwaarde dat Engeland een accijns hief van de in het eigen land vervaardigde beetwortelsuiker. Deze suiker was nl. tot dusver van de heffing van accijns vrij gebleven, terwijl het bestaande invoerrecht op vreemde suiker, dat evenwel' niet hooger was dan de in artikel 3 der Suikerconventie genoemde surtaxe, bleef gehandhaafd. Het Nederlandsche standpunt werd door den eerste gedelegeerde van Nederland, Prof. mr. J . Baron D'AÜLNIS DE BOVKOUILI. uitvoerig toegelicht, doch mocht bij de andere mogendheden der Suiker-unie geene instemming vinden. Men achtte het wenschelijk Engeland niet geheel los te laten, en men was van oordeel dat dit doel zou worden bereikt
indien men die mogendheid thans tegemoet kwam. Feitelijk toch zou door de toezegging van Engeland dat liet binnen
een bepaalden termijn zijne wetgeving niet zal veranderen, verkregen worden dat deze mogendheid, telkens gedurende dien termijn, in zekere mate aan de Conventie verbonden
bleef. De Engelsche gedelegeerde verklaarde bovendien dat zijne Begeering zich thans tot heffing van een accijns niet kon verbinden. Indien de Nederlandsche Regeering haar voormeld standpunt bad willen bandhaven, dan had de Commissie te dezer zake geen bindend besluit in den geest der meerderheid kunnen nemen, omdat daartoe algeheele eenstemmigheid wordt vereischt. Na ampele overweging werd de Nederlandsche delegatie gemachtigd van verderen tegenstand af te zien. Engeland zal dus na 31 Augustus 1913 behandeld worden op dezelfde wijze als vóór dien datum. Na de besprekingen in de permanente commissie werd de termijn van kennisgeving van het voornemen tot wijziging der Engelsche wetgeving gesteld op zes maanden, welke termijn door Engeland werd aanvaard blijkens het hieronder afgedrukt schrijven aan de Belgische Regeering.
Brief van den Britschen Gezant te Brussel aan den Minister van Buitenlandsche Zaken aldaar, dd. 16 Juni 1913. With reference to my note of the 2nd J a n u a r y last and in compliance with the instructions of Sir EDWAKD GHEY, I have the honour to inform Your Excellency that His Majesty's Government desire to state in confirmation of the decision taken by the Permanent Commission at the 102nd sitting, that they will give the Belgian Government not less than six months notice in the event of their deciding to depart froni the fundamental principles of the International Sugar Convention by themselves, giving bounties on the export of sugar or by giving preference to sugar produced within the British Empire on importation into the United Kingdom, or by imposing a bigher customs duty on beet sugar than on cane sugar. I avail myself etc.
Tentoonstellingsverdrag. Op 26 October 1912 werd te Berlijn mede namens Nederland onderteekend een verdrag betreffende internationale tentoonstellingen, dat aan de goedkeuring der Staten-Generaal zal worden onderworpen.
Overeenkomst met Zweden betreffende onderstand aan schipbreukelingen. Met Zweden werd een verdrag gesloten betreffende onderstand aan schipbreukelingen, gelijkluidend aan dat, hetwelk het vorige jaar met Noorwegen tot stand is gekomen. — (Zie Oranjeboek 1912, bladz. 82, 2de kolom).
20
Landverhuizing. Emigratie naar de Vereenigde Staten van Amerika. Onder dagteekening van 16 Aug. 1.1. schreef de toenmalige gezant te Washington aan den toenmaligen Minister van
Buitenlandïcbe Zaken als volgt:
de Compagnie wat betreft betaling zijn zoo billijk als het maar wezen kan. Kr zijn toch settlers die, door een huisje te houwen van 75 ]()() dollars, 6 jaar vrij van huur zitten op 10 Acres. Dat er zijn die duurder gebouwd hebben is waar, doch de maatschappij stelt geen som vast om eene woning te houwen. Dat de grond zuur is weet een ieder, dat men deze out zuren moet vertrapt hij na een ieder. Dat men zijn land goed moet bewerken begrijpt een ieder, doch het is voordeeLiger voor onkundige settlers een paai dollar wekelijks van
de Compagnie te verdienen, met werk. Dat men zich op de
hoogte moet stellen van de plaatselijke toestanden ligt in de rede. De markten in de Vereenigde Staten zijn niet altijd Bar Harhor, 10 Augustus 1918. zoo als een Hollander zich dat wellicht denkt in Holland. Doch als Directeur van groentenveilingen is het mij overOnder verwijzing naar mijn rapport van 28 Juli 1912, konien, dat ik de komkommers per stuk voor 1 gulden vern°. T71 /210, hefa ik de eer Uwer Excellentie hiernevens nadere kocht, doch ook per mand van 50 voor 1 cent per stuk. Het mededeelingen betreffende landverhuizing van Nederlanders klimaat bevalt mij hier goed. Dat wij 's zomers wel meer dan naai' de Vereenigde Stalen te doen toekomen. 90 graden in de schaduw hebben, en dat wij erg gevoelig zijn Ter beoordeeling van de toestanden nabij AVilmington in voor de winterkoude, al staat de thermometer op 32 of eenige Noord-Caroline, waarover de Consul te Savannah verleden graden daaronder, is waar. Doch het brandhout kost hier jaar verslag uitbracht en één onzer leidende dagbladen eene niets of bijna niets en de levensmiddelen voor ons menschen mededeel ing publiceerde, heb ik in het voorjaar persoonlijk zijn billijk. De belastingen laag. Onze kleeren kosten niet de kolonies Castle Haynes en Van Eeden l)ezocht. Overwe- veel omdat wij er weinig dragen. Dit zijn toestanden die meegende dat, voor belangstellenden in Nederland, het oordeel helpen om vooruit te komen. Sterke drank is hier niet te van Nederlandsche kolonisten ter plaatse veel meer waarde krijgen. zou liebben dan mijn eigen, uitteraard oppervlakkig oordeel, Het is goed indien U aanvragen ontvangt voor North Caroheb ik, na niet verscheidenen hunner gesproken te hebben, lina deze personen naar mij te verwijzen. Als vakman zal ik hen door iusschenkomst der Directie, welke dit denkbeeld toejuichte, verzocht mij schriftelijk hunne meening te doen hen oj) de hoogte stellen. Er kunnen er ook onder zijn die kennen, ter bekendmaking in Nederland. Van de brieven, als kippenkweekers hun brood willen verdienen. Ik zal hen welke ik als gevolg daarvan ontving, veroorloof ik mij U dan van alles op de'hoogte stellen. Wij kennen de plaatselijke 11.\V.Greb., de navolgende uittreksels te doen toekomen, welke toestanden. U kan verzekerd zijn dat het belang van den naar ik meen een zeer juist beeld van den toestand geven. president Mr. MAC RAE zoowel als van de Compagnie is om De schrijvers hebben geen bezwaar tegen bekendmaking hun- de menschen te doen slagen." De Heer L. DE W I E D T , Wilmington, N.C., schrijft het ner mimen; integendeel, zij hopen, dat belangstellenden zich volgende: om nadere inlichtingen tot hen zullen wenden. ,,Mijne opinie is dat de ,,North Carolina Truck Development De Heer HEKMAN VOGELS, Castle Haynes N.C., schreef mij Co." niet slechter maar eerder beter is dan menig andere als volgt: land Company, daar de president overal en altijd welwillend „Het is van liet hoogste belang voor inkomende Nederlan- is om de menschen voort te helpen waar hij maar kan en ders te weten dat men het hier goed voor heeft met hen. I n waar hulp noodig is. De grond is hier goed wanneer zij eeniHolland is door de Heidemaatschappij getoond, dat heide, gen tijd bewerkt is. Nieuw land kost nogal wat om het te welke oerlangen tijd als waardeloos lag, herschapen is in ontzuren en het neemt een paar jaar om het goed te maken. goede hoeven. Zouden hier, waar de grond zooveel beter is Overmatig warm is het naar mijne meening niet, maar van van hoedanigheid, waar de Development Company door inge- J u n i tot Septeml>er is de geregelde dagtemperatuur plus nieurs het kanalenstelsel heeft doen uitvoeren en zware ploe- minus 95 graad Fahrenh. Menschen die een vak uitoefenen gen voor paarden en stoomkracht beschikbaar stelt, geen Hol- kunnen hier liet geheele jaar door werk vinden en eene goede landera kunnen slagen? Ik geloof dat dan de fout moet ge- methode is voor zulken dat ze zich langzaam zelfstandig zocht worden hij de Hollanders. De Development Company loswerken. Ik voor mijzelf mag hier graag zijn en prefereer heeft een ervaren man aan het hoofd gesteld, die reeds zijn een vrij leven met wat minder geld boven een hard sjouwen sporen ruimschoots verdiend heeft. en veel geld. Mijn raad is dat menschen zonder kennis van De smaak der Amerikanen is zoo verschillend van dien der taal en land hier niet dadelijk moeten gaan boeren, maar Hollanders. Wat wij in Holland op het gebied van aardappe- eerst bij anderen gaan werken. Er is hier wel eene toekomst len en groenten varkensvoeder zouden noemen wordt hier op te maken, daar de streek snel vooruit g a a t . " de markten als eerste kwaliteit produkten beschouwd. Ziet eens de aardappel, de asperge, de radijs, de knol, de peen, Uit een schrijven van den Heer H. VAN NES, Castle Hayenz., enz., en U zal overtuigd wezen, dat het voor een Hol- nes, N.C., vertaal ik het volgende: landsch vakman zeer moeilijk is zich daar direct aan te ge,,Er is hier goed maar ook slecht land en een nauwkeurig wennen. Daarbij, hoeveel meer produkten verlangt een Ame- onderzoek is vereischt om het goede van het slechte te onderrikaan niet meer op zijn tafel dan een Hollander. Wij die scheiden. De kolonist moet eenig kapitaal hebhen om één of sierplanten, okra, tomaten, watermeloenen enz. enz. moeten twee jaar te kunnen rondkomen en tegen eventueele slechte kweeken. Voor vier jaar was er te Castle Haynes bijna geen marktprijzen bestand te zijn. De bewoners dezer streek zijn vruchtboom te zien. Nu zijn er reeds Acre aan Acre met fruit zeer inschikkelijk en aangenaam. Voor kolonisten is het raadbeplant. Dit jaar heb ik met succes tarwe hier op Castle zaani een tijdlang in dienst van een boer te werken om onderHaynes gekweekt, dat er naar menschen heugenis nog nooit vinding en kennis op te doen. E r is hier eene goede toekomst gerien was. Zoo goed als ik leergeld geef om mij zelf hier te voor den geschikten man en geld te verdienen voor dengene bekwamen in mijn vak, zoo goed zullen de kolonisten op Van die zijn handen en zijn verstand gebruikt." Eeden leergeld moeten geven om te weten te komen wat er groeien wil en wat niet. De hoedanigheid der grond is er Tegenover de kritiek van den Consul te Savannah (zie beslist zeer goed, beter dan die te Castle Haynes. De ,,North diens rapport Oranjeboek 1912) omtrent den verkoopprijs van Caroline Truck Development Company" garandeert het het land in de Van Eeden-kolonie heeft de Directie der eigendomsrecht der landerijen. De voorwaarden gesteld door ,,N. Carolina Truck Development Co." mij het volgende te
«•
Bijl Jl£0 A.
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1914. 2. III. 6.)
kennen gegeven: De priji van goed land, gereed roor,bebonwing, is in die geheele «treek niiiisteiis 100 dollar per Acre
Tweede Kamer. 21
Nederlandsclie landbouwers zullen hier een goed bestaan kunnen \ inden. Mr zijn nog geen invloedrijke Nederlanders in Portland gevestigd, dus ook geen Nedei lamlselie vereeniging) welke onze Inndgcnonlcn behulpzaam zoude kunnen
(een Acre* 0.1 bunder). Y'oor waterafvoer en verwijdering van boomen en wortelt moei gemiddeld 66 dollar per Acre berekend worden. Op dé VwA Beden-gronden was deze bewer- zijn. Er zijn verscheidene Nederlanden elders in den Staat king weliswaar minder moeilijk en dus minder kostbaar, doch Oregon gevestigd, die allen in het landbouwbedrijf vooruiteen verkoopprijs van 60 dollar per Acre, betaalbaar na vijf jaar zonder interest, staal gelijk niet een contant betaalde prijs van .'55 dollar. Wanneer bovendien in aanmerking genoïuen worden de op de maatschappij rustende kosten van toezicht, administratie, verschaffing van muildieren, gereedschappen, kunstmest, planten enz., dan wordt het duidelijk dat, zelfs hij een verkoopprijs van 60 dollar plus de kosten van gereedmaking van den grond, de maatschappij ternauwernood uit zou komen. Zij verwacht dan ook in de eerste tijden geen winst. Een kolonist die wegens ongeschiktheid of anderszins niet slaagt is een bron van last en onkosten voor de maatschappij. Deze is daarom tot de slotsom gekomen, dat als kolonisten alleen diegenen gewenscht zijn, die reeds eenig vermogen bezitten en de handen uit de mouwen kunnen steken. Wat de toestanden in den Staat Washington betreft, meldt de Vice-Consul te Seattle mij het volgende: ,,De gedeelten van dezen Staat welke Nederlandsche landverhuizers lokken zijn voornamelijk de Yakima Valley, Whidby Island en de omstreken van het stadje Linden in Whatcomb County. Op Whidby Island en in Whatcomb houden de farmers zich hoofdzakelijk l>ezig met zuivelbereiding en groententeelt, en zulks met groot succes. Met een vermogeu van 2000 tot 5000 dollars kan men daar goed terecht en een kleine farm koopen. Onvermogenden kunnen in dienst van anderen werken; de loonen zijn zeer hoog, gemiddeld 25 % hooger dan elders in de Unie. Een gemiddeld loon van •S' 2.50 of $ 3 per dag is niet ongewoon. De stad Seattle betaalt niet minder dan $ 2.75 per dag voor arbeid. In de Yakima Valley is irrigatie noodig; het land is bijzonder goed voor fruitteelt. Land gereed voor belxmwing kan in het westen van den Staat gekocht worden voor 200 tot 400 dollar per Acre. In de Yakima Valley zijn eerste klasse fruitlanden 1500 dollar en daarboven per Acre waard. Gewoon bouwland kost 150—200 dollar per Acre. In het oosten van den Staat kan goed land gekocht worden voor 25—50 dollar per Acre. In het zuid-oosten van den Staat zijn de prijzen veel hooger, namelijk 100 dollar en daarboven. Een krachtig en gezond jongmensch, die bekend is met het werk, kan een goed bestaan vinden in dienst van een farmer; het loon bedraagt 40 ii 50 dollar per maand l>enevens kost en inwoning, zoodat daarop veel bespaard kan worden. Een Ix'kwaam timmerman kan gemakkelijk 4 dollar per dag verdienen. Voor degenen die slechts op de hoogte zijn van kantoorwerk is de concurrentie met Amerikanen zeer bezwaarlijk. De hier wonende Nederlanders zijn in den regel tevreden, zoowel op het land als in de stad Seattle. De opening van het Panama-kanaal zal de landverhuizing stellig doen toenemen en dientengevolge de loonen wellicht doen afnemen." Omtrent den Staat Oregon schrijft de Vice-Consul te l'ort-
land als volgt: ,,De Oregon State Iinmigration Commission houdt zich ernstig besig met het nemen van maatregelen om landverhuizers vai' de meest geschikt gebleken nationaliteiten hierheen te lokken. De commissie heeft te dien einde conferenties gehouden niet de consulaire vertegenwoordigers en anderen van Duitschland, Nederland, de Scandinavische landen en Finland, /'ij weiiseht hoofdzakelijk vreemde landbouwers te doen overkomen. Handelingen der Staten-Oeneraal. Bijlagen. 1913—1914.
gekomen zijn. De grond is zeer goed, liet klimaat buitenge-
woon gnnatig; een mislukte oogst is een onbekend iets. Er is dus geen reden waarom een landverhuizer die werken wil en een klein vermogen bezit niet spoedig een goed bestaan zou vinden. Het zou voor Nederlandsclie landverhuizers een geluk zijn indien Nederlandsclie kapitalisten, op het voorbeeld van die van andere nationaliteiten, een groot stuk land aankochten voor kolonisatie-doeleinden. Eene Russische maatschappij is reeds onlangs met datzelfde doel opgericht geworden. De veceenigde Duitsch sprekende genootschappen van Oregon zijn voornemens evenzoo 20 000 Acres bouwland aan te koopen en zulks juist met het oog op de opening van het Panamakanaal. Kr is ook sprake van eene Deensche onderneming voor kolonisatie uit dat land. Er worden verscheidene spoorwegen aangelegd om gedeelten van den Staat welke moeilijk bereikbaar waren binnen bereik te brengen." De Vice-Consul te Los Angeles deelt mij het volgende mede omtrent Zuid-Californië en Arizona: ,,De herwaarts komende Nederlanders zijn gewoonlijk reeds in andere gedeelten der Vereenigde Staten gevestigd geweest. Het zijn meest werklieden, grootendeels „unskilled", meestentijds geheel onbemiddeld. Het is een der moeilijkste taken van dit Vice-Consulaat geweest om hen aan werk te helpen. Het is te hopen en te verwachten dat de opening van het Panama-kanaal en de instelling van een geregelden scheepvaartdienst tusschen Nederland en de haven van Los Angeles zullen leiden tot de overkomst van landverhuizers welke in staat zijn goed vooruit te komen. De Regeering van dezen staat wijdt reeds hare aandacht aan dit gewichtig vraagstuk en heeft zich daartoe reeds in verbinding gesteld met de Consulaire vertegenwoordigers der voornaamste Europeesche landen. De Staat Arizona heeft weinig aantrekkelijks voor Hollandsche landverhuizers, daar het klimaat zeer warm is in den zomer en de arbeid hoofdzakelijk beperkt is tot w§rk in de mijnen. Landverhuizers naar Zuid-Californië moeten er wel op I>edacbt zijn genoegzaam bemiddeld te zijn om land te kunnen koopen en een huis te kunnen bouwen om dan minstens een jaar te wachten alvorens eenig resultaat van hun arbeid te bekomen. Land kost minstens 50 dollar per Acre. De voornaamste fruitindustrie in dit gedeelte van den Staat bestaat uit sinaasappelen, citroenen, nooten en olijven. Onder norn.ale verhoudingen kan in deze fruitteelt gerekend worden op een inkomen van 8 a 10 ",', netto. Nederlanders welke zich in Zuid-Californië wensehen te vestigen doen goed zich vooraf tot iiet Vice-Consulaat te wenden en vooral niet af te gaan op schoonklinkende prospectussen en dergelijke." De immigratie van Nederlanders naar Texas is volgens mededeelmg van den Consul te Port-Arthur zeer gering; in het laatste jaren waren er slechts 20. De Heer J . VAN TVKN" schrijft mij daaromtrent als volgt: ,,Ik weel bij ondervinding, dat de meeste Hollanders die in deze streken wonen van het Noorden zijn gekomen na daar reeds eenige jaren gewoond te hebben in de lfiddle States. Do meeste zijn boeren en zij hebben een fatsoenlijk bestaan zonder veel luxe. De beate resultaten worden bereikt door eerste klas bandwerklieden, als timmerlui, loodgieters, metselaars en schilders, die hun vak goed verstaan. E r is veel werk in deze slreken en de loonen zijn hoog, en als de Hollandsche zuinigheid
-2-2
betracht wordt, dan kan met dergelijke hooge loonen zeker
wat overgespaard srorden. Da beter* kennis van het vak is dikwijls aanleiding om zulke mensohen eerder werk te geren diin Amerikanen, die dikwijls ileehte handwerkslieden zijn. Ik raad iiltijd ten sterkste iian 0111 liij eveiitueele immigratie de route te nemen \ ia (iulveston en niet eerst naar New-York te gaan en dan nog een lange dure landreis te hebben, en ik geloof dat menig Hollander hetzij in het handwerksvak hetzij <>]i het land hier een goed bestaan kan vinden. Er moei natuurlijk zeer voor gewaakt worden geld te steken in ondernemingen, land te koopen^ voor alle omstandigheden goed ondenooht zijn, en ook raad ik ten sterkste af overkomst van jonge lieden, die kantoorwerkzaainheden als hun doel
hebben." In zijn laatste jaarverslag schreef de Consul te Port Arthur: „Eene soort Nederlandsche kolonie is gevestigd in Hampshire en Winnie, Jefferson County, en men vindt ook verschillende Nederlandsche boeren in de gemeente Nederland, Jefferson County. Land kan gekocht worden voor prijzen van 50—10ü dollar per Acre. Als menschen die het boerenvak verstaan zich op zulk land vestigen, kunnen zij een goed bestaan vinden. Scholen en kerken zijn er in al die kleine plaatsjes, zoodat het onderwijs van de kinderen niet ten achter behoeft te raken." Van bet Consulaat te New-Orleans verneem ik, dat bet kolonisatie-plan van Pater WIJNHOVEX, waarvan ik in mijn vermeld rapport melding maakte, niet geslaagd is. De Vice-Consul te Mobile, Alabama, meldt mij, dat volgens hericht van den inspecteur der immigratie in dien Staat er weinig Nederlanders in Alabama gevestigd zijn. I n en om de stad Foley zijn 15 Hollandsche. gezinnen gevestigd. Alle zijn in gunstige omstandigheden. Omtrent de landverhuizing in Kansas en Iowd verneem ik van den Consul te St. Louis het volgende: „Landverhuizing van Hollanders naar Iowa begon reeds omstreeks 1850. Het stadje Pella is in hoofdzaak door Nederlanders bewoond; zij telt ongeveer 2000 inwoners; ook in de omstreken hebben Hollanders zich gevestigd. Van Pella uit zijn Hollandsche kolonisten naar andere plaatsen getrokken, waarheen dan weer landverhuizers rechtstreeks uit Nederland overkwamen; zoo werd o.a. de stad Orange City gevestigd. In den Staat Kansas zijn verscheidene Hollanders gevestigd. Het land in Iowa was vooral in vroegere jaren zeer goedkoop. De Hollanders die in dien tijd land kochten zijn door de sterk toegenomen waarde van het land zoowel als door hun ijver en spaarzaamheid vermogend geworden." Belanghebbenden worden door den Consul uitgenoodigd zich voor verdere bijzonderheden rechtstreeks tot hem te wenden. In Michigan waar, zooals Uwer Excellentie uit eigen ondervinding en uit mijne berichtgeving na mijn bezoek aldaar bekend is, de Hollandsche landverhuizing in de jaren 1847 en volgende zulke schitterende resultaten heeft gehad, is, naar de Vice-Consul te Grand-Itapids mij bericht, het volgende omtrent vooruitzichten voor Nederlandsche landverhuizers in den tegenwoordige!! tijd te melden: ,,Velen van de landverhuizers met wie ik in aanraking kom zijn de verkeerde meening toegedaan, dat in Amerika het goud zoo maar TOOT het oprapen ligt. Dezelfde werkzaamheid, ofschoon niet gepaard met zoo groote zuinigheid, moet in dit land evenals elders iu acht genomen worden. Gedurende de laatste 12 a 15 jaren is er hier overvloed van werk geweest en de loonen zijn in verhouding daarmede gestegen. De meubelfabrieken vormen in deze stad de voornaamste tak van nijverbeid. De loonen voor gewonen arbeid wisselen, voor zoover ik kan nagaan, tusschen 9 dollar en 15 dollar per week voor een werkdag van 9 uren. Het loon voor fabriekswerk is lager dan
dat voor buitenwerk, Een Hollander die zich hier ongeveer 7 jaar geleden restigde, vertelde mij het volgende: ,,mijne
verdiensten zijn twee maal zoo groot als in Nederland en het kost mij iets minder om in mijne behoeften te voorzien. Ik kan op beteren roet leven en beter voedsel gebruiken dan iu Holland, en door gewone zuinigheidsmaatregeren in acht te nemen ben ik in staat geweest elk jaar wat te sparen en geregeld op de koopsom van mijne woning af te betalen, meer dan ik in Nederland in 11 jaar had kunnen doen". In Kiohigan en in andere Staten bestaat er goede gelegenheid voor landbouw en veeteelt, maar ik zou niemand aanraden dit aan te vatten, tenzij hij geld genoeg heeft (ongeveer 1000 dollar) om zijn inspan, gereedschappen, paarden, vee, enz., aan te koopen. Iemand, die zonder middelen prol>eert niet het landbouwbedrijf aan den kost te komen, heeft het dikwijls zeer hard te verantwoorden. Zeer dikwijls ontvang ik aanvraag van alle klassen van emigranten om hulp te verkrijgen voor werk. In den regel slaag ik er in een korten tijd in om voor den gewonen daglooner werk te vinden. Personen die een ambacht geleerd hebben vinden gewoonlijk spoedig werk voor henzelven. Maar de vreemdeling die opleiding genoten heeft voor de een of andere betrekking heeft vaak groote moeite om geschikt werk te vinden. Hij spreekt meestal de Engelsche taal nog niet vloeiend en is niet bekend met de gebruiken des lands. Hij verwacht gewoonlijk zoo maar dadelijk iu eene nette betrekking te stappen. Ten slotte dient men niet uit het oog te verliezen, dat alleen flinke en doortastende personen kans van slagen hebben. I k raad alle landverhuizers aan zich niet in de groote steden te vestigen." De Gezant, , (get.)
LOUDON.
Brazilië. Met het terugvervoer op Staatskosten van landverhuizers uit Brazilië is thans opgehouden, ook omdat het gebleken is, dat'enkele gezinnen, op Staatskosten teruggevoerd, later weder voor eigen rekening naar Brazilië zijn teruggekeerd.
Emigratie naar Canada. Onder de bijlagen is een verslag opgenomen van den aspirant-vice-consul mr. GROENMAN, verbonden aan het viceconsulaat te Winnipeg, betreffende de vooruitzichten voor Nederlanders in Canada.
Terugleiding van minderjarigen. Op 21 Juli 1913 heeft te Brussel de uitwisseling plaats gehad der nota's, waarbij de Nederlandsche en Belgische Regeeringen zich verbinden tot de terugleiding van de minderjarigen, die zich op het grondgebied van de andere Partij bevinden en zich hebben onttrokken aan het wettig over hen gesteld gezag. De tekst der nota's volgt hieronder. Le soussigné,- Ministre des Affaires Etrangères de Sa Majesté le Roi des Belges, diiment autorisé a eet effet, a 1'honneur de porter a la connaissance de Son Excellence Monsieur 1'Envoyé Extraordinaire et Ministre Plénipotentiaire de Sa Majesté la Reine des Pays-Bas a Bruxelles, que le Gouvernement beige s'engage a prendre les mesures nécessaires pour le rapatriement aux Pays-Bas des mineurs néerlandais, qui se trouveraient en Belgique contre la volonté des personnes auxquelles la loi en vigueur aux Pays-Bas attribue
28 Ie droit de garde sur eux, tóutefoil sous les conditions suivantes : 1) que Ie droit de garde soit siniplement mécoimu, saus être contesté. Il est présunié que eette eondition est remplie du moment que les autorités néerlandaises appuient la requête
des personnes lusviséesj 2) que la requête soit adressée au parquet beige compétent; 8)
DAVIGNON.
Le soussigné, Chargé d'Affaires des Pays-Bas ad interim a Bruxelles, düment autorisé a eet effet, a 1'honneur de porter a la connaissance de Son Excellence Monsieur le Ministre des Affaires Etrangères de Sa Majesté le Roi des Belges, que le Gouvernement néerlandais s'engage a prendre les mesures nécessaires pour le rapatriement en Belgique des mineurs belges, qui se trouveraient aux Pays-Bas contre la volonté des personnes investies sur eux du droit de garde par application des lois en vigueur en Belgique, toutefois aux conditions suivantes: 1) que le droit de garde soit siniplement méconnu, sans être contesté. Il est présunié que cette eondition est remplie du moment que les autorités belges appuient la requête des personnes susvisées; 2) que la requête soit adressée au parquet néerlandais competent; 3) que le rapatriement soit, en fait, jugé conforme a 1'intérêt du mineur. Le rapatriement aura également lieu si un mineur, qui, avant été mis a la disposition du Gouvernement beige en vertu d'un jugement et place dans un établissement d'éducation de 1'Etat ou confié, soit par le Gouvernement, soit par 1'autorité judiciaire, a une institution privée ou a une familie, se trouve en territoire néerlandais, après s'être soustrait ou avoir été soustrait a la surveillance a laquelle il est ainsi soumis. Il en sera de même si le mineur a été confié a une institution ou a une familie, soit par 1'autorité judiciaire, soit par le Conseil de familie. Il en sera de même encore, aussitót qu'il a été rendu un jugement prononcant la déchéance de la puissance paternelle ou la mise a la disposition du Gouvernement, alors même qu'il n'a pas encore été pourvu
l
a 1'éducation du mineur. Dans lous C6I CBS, les < onditions prévues sous les 1" et 2" devront, également être rclnplies. La requête sela adi 'essée diieeleinent au parquet néei landais competent par 1'intermédiaire du parquet beige. De même 1'instruction de la demande se fera par moyen d'une oorresdance directe de parquet a parquet. Le parquet néerlandais a\ isera directement le parquet beige competent de 1'heure et du lieu du rapatriement. (Miaque pays rapporten lei frais (1 'entretien et de voyage occasionnés sur son territoire par le transport du mineur. L M autorités néerlandaises,au.\(|uelles les mineurs renvoyés aux Pays-Bas pourront être confiés, sont le coiuinissaire de poliee a Maestricht et le Bourgmestre de Boosendael, ainsi que le Hourgmestre de Sas de Gand, s'il s'agit de mineurs domicilies dans les Flandres Zélandaises. Le soussigné profite de cette occasion pour renouveler a Son Excellence Monsieur le Ministre des Affaires Etrangères de Sa Majesté le Roi des Belges les assurances de sa haute considération. Bruxelles, le 21 juillet 1913. (signé:)
MELVII.L.
Grensregeling bij Baarle-Nassau en Baarle Hertog. Ten vorige jare werd medegedeeld, dat de Belgische Regeering verklaard had slechts dan zich in staat te achten tot eene regeling van de grens Baarle-Nassau en Baarle-Hertog mede te werken, indien Baarle-Hertog met België verbonden werd. Bij zoodanige gedragslijn zoude eene regeling zijn te ontwerpen, die op de hoofdpunten afwijkt van het op 11 Juni 1892 met België gesloten, docli onuitgevoerd gebleven verdrag. De vraag of het belang van Nederland gedoogt onderhandelingen te beginnen op den voet van het door de Belgische Regeering kenbaar gemaakte voorbehoud, heeft een omvangrijk onderzoek noodig gemaakt. Op dit oogenblii kan nog niet worden voorzien, dat bedoeld onderzoek tot een bevestigend antwoord dier vraag zal leiden.
Vestigingsverdrag met Duitschland. Krachtens bovengenoemd verdrag en de ter uitvoering daarvan uitgewisselde nota's hebben Nederlanders, die voorzien zijn van een paspoort of van een bewijs van Nederlanderschap, het recht in Duitschland te verblijven of zich aldaar te vestigen, behoudens de bijzondere voorwaarden voorzien in de artikelen 2 en 3. De ondervinding heeft geleerd, dat vele Nederlanders in Duitschland verzuimen zich te voorzien van een van bovengenoenide lvewijsstukken en daardoor steeds de kans loopen uitgezet te worden. Om aan dien toestand een einde te maken, is aan de Xederlandsche consulaire ambtenaren in Duitschland opgedragen, om zooveel mogelijk zorg te dragen dat de in hun ressort verblijvende Nederlanders steeds in het bezit zijn van een geldig nationaliteitsbewijs. Verzuimt derhalve thans een Nederlander in Duitschland zelf zorg te dragen voor de tijdige aanvrage of vernieuwing van zijn nationaliteitsbewijs, dan kan zulks door den Con.-ul zelfstandig worden gedaan. De eisch dat iedere in Duitschland verblijvende Nederlander voorzien moet zijn van een der bovengenoemde bewijsstukken, gaf wijders ook meermalen aanleiding tot misbruiken. Ten einde deze voor het vervolg zooveel mogelijk te voorkomen, zal voortaan op de natioiialiteitsbewijzen van in
/
LM
Duitscblaud verblijvende Nederlanden In-t signalement ran den bouder worden geplaatst. Hel signalement ml worden opgenomen IK (zij door de overheden der Laatste woonplaats in Nederland, hetzij door den Nederlaudschen Consulairen ambtenaar, hetzij door de daartoe aangewesen overheden ean de woonplaati In DuiUchland, naar keu/c van de belanghebbenden.
Het verdrag zal drie maanden na de uitwisseling der akten van bekrachtiging in werking treden en zoolang van kracht blijven als het r e r d n g van 21 Xeptenil>er 1897, derhalve te gelijk daarmede ophouden van kracht te zijn.
Ten blijke waarvan da fredersijdsche gevolmachtigden dit verdrag onderteekend en mei den afdruk van hunne zegels voorzien hebben. in dubbel opgemaakt te Berlijn, den 28 J u l i 191M.
Uitleveringsverdrag met Duitschland. Op 28 Juli 1919 beeft te Berlijn de onderteekening plaats gehad vtm het verdrag, strekkende tol. aitbreiding van liet Nederlandseh-Duitscb uitleveringstraotaat van 21 September 1897 (Staatsblad n". 211 van 189T) tot liet Duitsche proteotoraat Kiautschou. De tekst van bovenbedoeld verdrag, dat in de beide lande* talen werd gesloten, volgt hieronder.
De akten van bekrachtiging zijn op 22 Augustus 191.'} te Berlijn uitgewisseld. VEBDRAfl tusschcii Nederland en bet Duitsche Rijk betreffende de uitbreiding «au bet op 21 September 1807 tusschen Nederland.en het'Dultaehe Rijk gesloten uitleveriiigsverdrag tot het onder Duitsche besrhermlng staande gebied van Kiaiitschou, van 2S Juli 1913. Sa re Majesteit de Koningin der Nederlanden en Zijne Majesteit de Duitsche Keizer, Koning van Pruisen, in naam van liet Duitsche Rijk, hebben liet doelmatig gevonden de uitlevering van misdadigers tusschen Nederland, alsmede deszelfa Koloniën en buitenlandsche Bezittingen, en het onder Duitsche bescherming staande gebied van Kiautschou door een verdrag te regelen, en hebben tot dit doel tot Hunne gevolmachtigden benoemd: Mare Majesteit de Koningin der Nederlanden, den Heer W . A. F . Baron GKVEHS, Hoo»stDerzelver Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister te Berlijn, Zijne Majesteit de Duitsche Keizer, Koning van Pruisen, den Heer vox JAGOW, Hoogstdesselfs Staatssecretaris van het Ministerie van Buitenlandsche Zaken. De gevolmachtigden zijn, nadat zij elkander hunne volmachten hebben medegedeeld on deze in goeden en behoorlijken vorm hebben bevonden, omtrent de volgende artikelen tot overeenstemming gekomen. Artikel 1. Het Verdrag tusschen Nederland en het Duitsche Rijk van 21 September 1897 nopens de uitlevering van misdadigers tusschen het gebied van Nederland in Europa, alsmede van desselfs Koloniën en buitenlandsche Bezittingen, en de onder Duitsche bescherming staande, alsmede de overigens van Duitschland afhankelijke jjebieden, i s i n zijnen vollen omvang ook van toepassing op de uitlevering van misdadigers tusscheii het gebied van Nederland in Europa, alsmede van desselfs Koloniën en buitenl uidsche Bezittingen, en het onder Duitsche bescherming staande gebied van Kiautschou, even als of het onder Duitsche bescherming staande gebied van Kiautschou in de artikelen 2, 3, en in artikel 7, lid 2, van dat verdrag als een der van Duitschland afhankelijke gebieden vermeld ware. Artikel 2. Dit verdrag zal bekrachtigd worden en de akten van bekiachtiging zullen zoo spoedig mogelijk te Berlijn uitge\visseld worden.
L. S.
(get.)
GKVKKS.
L. S.
(get.)
v. JAGOW.
VKRTBAU
zwischen den NiederUnden und dein Deutschen Belehe fiber die Aiisdchiiuiig des ain 21 September 1897 zwischen den Micdcrlaiidcn umi dein Deutschen
Belehe BbgetebloueneB Auslieferungsvertrags »iif das deutiehe Sehotsgeblet Kiautschou, voiu 28 Juli 1911. Ihre Majestat die Koningin der Niederlande und Seine Ifajest&t der Deutsche Kaiser, König von Preussen, im Namen des Deutschen Reichs, haben es für zweckmüssig befundeu die Auslieferung von Verbrechern zwischen den Nie-
derlanden, sowie den niederlandischen Koloniën und auswartigen Besitzungen, und dem deutschen Schutzgebiete Kiautschou durch einen Vertrag zu regeln, und haben ra diesem Zwecke zu Ihren Bevollniachtigten ernannt: Ihre Majestat die Koningin der Niederlande, Alleihóchstihren ausserordentlichen Gesandten und bevollniachtigten Minister, Herrn W . A. F . Baron GEVERS, zu Berlin, Seine Majestat der Deutsche Kaiser, König von Preussen, Allerhöchstihren Staatssekretar des Auswartigen Amtes, Wirklichen Geheimen Rat, Herrn VON JAGOW. Die Bevollniachtigten haben sich, nachdem sie einander ihre Vollmaehlen niitgeteilt und diese in guter und gehöriger Form l>efunden hal>en, über folgendè Artikel geeinigt: Artikel 1. Der Vertrag zwischen den Niederlanden und dem Deutschen Reicheüber die Auslieferung der Verbrechern zwischen dem Gehiete der Niederlande, sowie den niederlandischen Koloniën und auswartigen Besitzungen, und den deutschen Schutzgebieten, sowie den sonst von Deutschland abhiingigen Gebieten, voni 21 September 1897 findet in vollem Umfang auch auf die Auslieferung von Verbrechern zwischen dem Gebiete der Niederlande, sowie den niederlandischen Koloniën und auswartigen Besitzungen, und dem Sehutzgebiete Kiautschou Anwendung, gleich als ob das Schutzgebiet Kiautschou in den Artikeln 2, '5 und im Artikel 7 Abs. 2 dieses Vertrags als eines der von Deutschland abhiingigen Gebiete aufgeführt ware. Artikel 2. Dieser Vertrag soll ratifiziert werden, und die Ratifikationsurkunden sollen sobald als möglich in Berlin ausge» lauscht werden. Der Vertrag soll drei Monate nach Austausch der Ratifikationsurkunden in Kraft treten und solange in Kraft bleiben, wie der Vertrag voni 21 September 1897, also mit ihm ausser Kraft treten. Zu Urkund dessen haben die beiderseitigen Bevollmachtigten den ^e<>cnwartigen Vertrag unterzeichnet und mit dem Alidruck ilirer Siegel versehen. Ausgefertigt in dopjielter Urschrift in Berlin, den 28 Juli 1913. L. S.
(gez.)
GEVERS .
L. S.
(gez.)
v. JAGOW.
Bijlage A.
istutibegrooting voor bet dienstjaar mi. 2. in. o.)
Tweede Kamer, as
BIJLAGEN. A.
Slotprotocol der tweede Internationale Opiumconferentie van 1913.
B.
Bedevaartverslag 1912—1913 van den Consul te Djeddah.
C
Verslag van den aspirant=vice=consul Mr. Groenman betreffende de vooruitzichten van Nederlanders in Canada.
Handelingen der Sta ten-Generaal. Bijladen. 1913—1914.
A.
Slotprotocol der t w e e d e Internationale Opiumconferentie van 1913.
La Deuxiènie Conférence Internationale de 1'Opium, convoquée par Ie Gouvernement des Pays-Bas en vertu de l'article 23 de la Convention Internationale de POpium, s'est réunie a La Haye, dans Ie Palais des Comtes, Ie 1 juillet 1913. Les Gouvernements, dont 1'énumération suit, ont pris part a la Conférence, pour laquelle ils avaient désigné les Délégués nommés ci-après: I.' \ I I t i i i i i u i i f :
Son Exc. M. F E L I X DE M U L L E R , Conseiller intime actuel, Envoyé Extraordinaire et Ministre Plénipotentiaire a La Haye, Délégué. Los Etats-l'iiis d'Ainérique: M. Le Dr. HAMILTOX W R I G H Ï , Commissaire spécial au Département d ' E t a t , Délégué; Son Exc. M. Lloyd BRYCE, Envoyé Extraordinaire et Ministre Plénipotentiaire a La Haye, Délégué; M. G E R R I Ï J O H X KOLLEN, Président Emérite du Hope-College, Professeur de rnathématiques, Délégué. La République A r g e n t i n e : M. In Dr. FRANCOIS DE VEYGA, Délégué.
La Col om b i e : M. CH. H I S C H E M Ö L L E R , Consul a Rotterdam, Délégué. La République de ('osta-Rica: Son Exc. M. MAXÜEL M. DE P E R A L T A , Envoyé Extraordinaire et Ministre Plénipotentiaire a Paris et a La Haye, Délégué. Le Daiiemark: M. .1. G. DE G R E V E N K O P CASTEXSKJOLD, Ministre Resident a Bruxelles et a La Haye, Délégué. La République Doniinicaiiie: Son Exc. M. le Dr. JOSÉ LAMARCHE, Envoyé Extraordinaire et Ministre Plénipotentiaire, Délégué. L'Equateur: Son Exc. M. J O R J E HT.'XEEFS, Envoyé Extraordinaire et Ministre Plénipotentiaire du Cbili a Bruxelles et a La Haye, Délégué. L'Espagne:
La B e l g i q u e :
M. M A X U E L GARCIA DE ACILU Y B E X I T O , Chargé d'Affaires a. i. a La Haye, Délégué.
Son Exc. le Baron A L B E R I C FALLON, Envoyé Extraordinaire et Ministre Plénipotentiaire a La Haye, Délégué.
La F r a n c e :
Les Etats-Unis du B r é s i l :
Son Exc. M. M A R C E L L O P E L L E T , Envoyé Extraordinaire et Ministre Plénipotentiaire a La Haye, Délégué.
Son Exc. IL J. GRAQA ARANHA, Envoyé Extraordinaire et Ministre Plénipotentiaire a La Haye, Délégué.
La G r a n d e - B r e t a g n e :
Le Chili:
M. W I L L I A M G R E X F E L L MAX-MÜLLER, M . V . 0 . Conseiller d'Ambassade, Délégué.
C.B.,
Son Exc. M. J O R J E H U X E E Ü S , Envoyé Extraordinaire et Ministre Plénipotentiaire a Bruxelles et a La Haye, Délégué.
Sir W I L L I A M J . COLLIXS, D. L., M. D., F . R. C. S., Ancien Président du Conseil Muuieipal de Londres, Délégué.
La Chine:
L'Haiti:
Son Exc. M. W . W . YEN, Envoyé Extraordinaire et Ministre Plénipotentiaire a Berlin, Premier Délégué Plénipotentiaire;
M. STEXIO VIXCEXT, Chargé d'Affaires a La Haye, Délégué.
M. le Dr. WTJ L I E X - T E H , M. A., M. D. (Cambridge) Médecin-major, Directeur du service médical, Médecin du Ministère des Affaires Etrangères, Délégué Plénipotentiaire.
L'Italie: M. Ie Marquis A L E X A X D R E COMPAXS DE BRICHAXT E A U , Chargé d'Affaires a. i. ïi La Haye, Délégué.
I
Li' Japon: M. JUMPEI SHrNOBTT, Chargé d'Affaires a. i. a La Eaye, Delégué.
Lc Lixeatbovgi Sm, Exc. .M. Ie Baron ALBERIC FALLON, Envoyé Extraordinaire ei Ministre Plénipotentiaire de Belgique a La Saye, Delégué. Les Etats-l'iiis Mcxicains: Boa Exo. IC. KEI)EK ICO OAMBOA, Envoyé Extraordinaire et Ministre Plénipotentiaire a Bruxelles et a La Haye, Delégué. Les P a r s - K a s : M. .1. T. CREMER, Ancien Ministre des Colonies, Ancien Président de la Compagnie néerlandaise de Commerce, Membre de la Première Chambre des Etats Généraux, Premier Delégué: M. Ie Dr. C. TH. VAN D E V E N T E R , Membre de la Première Chambre des Etata-Généraux, Delégué; M. A. A. DE JONGH, Ancien Inspecteur-Général, Chef du service de la Régie de 1'opium anx Indes néerlandaises, Delégué; M. Ie Dr. J. G. 8CHETJBEE, Membre de la Seconde Chambre des Etata-Généraux, Delégué.
Le Portugal: Bon Exc. AXTOXIO MARIA BAETHOLOMETJ F E R R E I l ï A , Envoyé Extraordinaire et Ministre Plénipotentiaire si La Haye, Delégué. La B o n t e : Sou Exc. M. A. S W E T C H I N E , Envoyé Extraordinaire et Ministre Plénipotentiaire ïi La Haye, Delégué; M. Ie Prof. STAXISLAS P R Z I B Y T E K , Membre de l'Académie de Médécine a St. Pétersbourg, Delégué. Le Siain :
oation, 1:i préparation «les mesures législatives et 1'entrée en rigueur de la Convention constituent (|Uatre pliases distinctes qui permettent dès maintenant a ces Puissances de procéder a 1M signature supplementaire. En effet, il ressort des art. 23 et 24 qu'une période de 6 mois poni ra s'écouler entre 1'entrée en vigueur de la Conventiou. En outre, Ie 3 ème alinéa de l'art. 24 permet aux Puissances Contractantes de s'entendre après ratification sur la date de 1'entrée en vigueur des dites mesures législatives. D'ailleurs, on ne peut s'empéclier de faire remarquer que les difficultés prévues par 1'Autriclie-IIongrie, la Norvège et la Buède, e i ce qui concerne leur législation, n'étaient pas inoonnuei aux Délégués des Puissances Signataires et ont niéine fait. 1'objet d'un examen ajijirofondi de la part des 12 Puissances Contractantes. Presque toutes les Puissances Bignatairea se trouvent dans la meme situation que les Gouverneinents susmentionnés et n'ont pas encore élaboré tous les projets de lois prévus par la Convention; 2°.) émet Ie voeu que Ie Gouvernement des Pays-Bas veuille bien communiqué!' aux (iouveinements de la Bulgarie, de la Grèee, du Montenegro, du Pérou, de la Roumanie, de la Kerbie, de la Turquie et de 1'Hruguay la résolution suivante: „La Conférence regrette que certains Gouvernements aient refuaé ou omia de ligner jusqu'a présent la Convention. La CoTiférence est d'avis que 1'abstention de ces Puissances entraverait de la facon la plus sérieuse les buts humanitaires poursuivis par la Convention. La Conférence exprime Ie ferme espoir epie ces Puissances reviendront sur leur attitude ou négative ou dilatoire;" 3°.) émet Ie voeu que Ie Gouvernement des Pays-Baa veuille bien faire observer au Gouvernement helvétique qu'il est dans l'erreur en considérant sa coopération comme d'une va leur sï pen prés nulle. A 1'encontre de ce qui est dit dans la lettre du Conseil Fédéral du 25 octobre 19l2, la Conférence estime que la coopération de la Suisse1 serait de 1'effet Ie plus utile tandia que son abstention compromettrait les résultats de la Convention. Quant a la question soulevée par Ie Conseil Fédéral concernant les attributions respectives des législationa fédérales et cantonales, il est ïi noter que de semblables difficultés ont été dé ja envisagées par la Première Conférence qui en a tenu compte dans la rédaction de la Conven-
tion;
Bon Ex.-. M. P H Y A STTRHAM M A I T R I , Envoyé Extraonlinaaire et Ministre Plénipotentiaire a Londres, a Bruxellea et s"i La Haye, Délégu'é;
4°.) invite les Gouvernements Signataires a charger leurs Représentant» s'i 1'étranger d'appuyer les démarches stisindiquées de leurs collèguea néerlandais;
M. WTLLIAM J. ARCHER, Conseiller de Légation a Londrea <'t a La Haye, Delégué.
Til. a émis Ie voeu suivant: que dans Ie cas oü la signature de toutes les Puissances invitées en vertu du paragraphe 1 de 1'article 23 n'aurait pas été obtenue a la date du 31 décenibre 1913, Ie Gouvernement des Pays-Bas invite immédiatement les Puissances Signataires ïi designer des Délégués pour procéder s~i La Haye a I'examen de la possibilité de faire entrer en vigueur la Convention internationale de 1'Opium du 23 janvier 1912.
Dana une série de réunions tenues du 1 au 9 juillet 1913 la Conférence, aprèa avoir examiné la question qui lui était souniisc par Ie paragraplie 2 de 1'article 23 de la Convention Internationale de 1'Opium du 23 janvier 1912, I. a ilécidé que Ie dépót des ratifications peut avoir lieu des maintenant. I I . a adopté a 1'unanimité la résolution suivante: Désirant pourauivre, dans la voie ouverte par la Comïuisaion Internationale de Sliangliaï de 1909 et par la Première Conférence de la Haye de 1912, la suppression progressive de 1'abna de 1'opinm, de la morphine, de la cocaïne, ainsi que des droguea préparéea ou dérivées de ces substances, et considérant plua que jamais la nécessité et Ie profit mutuel d'une entente internationale sur ce point, la 2 è m e Conférence Inter-
nationale de 1'Opium 1°.) émet Ie voeu que Ie Gouvernement des Pays-Bas veuille bien faire remarquer aux Gouvernements d'AutricheHongrie, de Norvège et de Snede, que la signature, la ratifi-
En foi de quoi, les Délégués ont revétu Ie présent Protocole de leurs signatures. Fait si La Haye, Ie neuf juillet mi] neuf cent treize en un Beul exemplaire, qui restera déposé dans les archives du Gouvernenient des Pays-Bas et dont des copies, certifiées conformes, seront remises par la voie diplomatique ii toutes les Puisaaneea tant Signataires que non Signataires. Pour VAlonaync
. . .
F.
DE MULLER.
I HAMILTON WRIGHT.
Pour les Etat8-UmsirAm<- '
LloyD
BRYCE
GERRIT J. KOLLEN.
Bijlage A.
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1914. 2.
Pour la RépubUque Argen tine
FRANC DE VEYGA.
Pour la Belgique .
BN. ALB. FALLON.
.
Pour Ie Chili . Pour la Chine .
. .
. .
JORJE HUNEEUS.
W. W. Wu
YEN.
STENIO VINCENT.
Ponr l'Jtalie.
BKICHANTEAU.
.
.
Pour Ie Costa-Rica
.
MANUEL M. DE PERALTA.
Pour Ie Danemark
.
W.
.
J.
Pour Ie Luxembourg .
.
BN. ALB. FALLON.
Pour les Etut8-UnieMexicaim
Pour VEquateur
.
.
JORJE HUNEEUS.
Pour VEvpagne.
.
.
MANUEL G. DE ACILÜ.
Pour la France
.
.
MARCELLIN PELLET. W.
G. MAX MULLER.
Pour la Grande-Bretagne WILLÏAM JOB COLLINS.
Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen. 1913—1914.
liati
111< 11. 11 r.•
Gouvurmiinent.
F. GAMBOA. CREMER.
C. TH. VAN DEVENTER. A. A. DE JONGH. J. G.
GREVENKOP CASTENSKJOLD.
J. LAMARCHE.
SHINOBU.
J. T.
Pour les Pays-Bas
Pour la RépubUque Domi nicaine . . . .
Avoc la ri'sorvo du l'appro*
.
LIEN TEH.
Pour la Colombie .
Tweede Kamer. 29
6.)
Pour l'Huïti.
Pour Ie Japon .
Pour les Etat8-Uni8 du Bré8il . . .
III.
SCHEUHER.
Pour Ie Portugal .
ANTONIO MARIA BARTHOLOMEU FERREIRA.
Pour la Russie.
.
A.
Pour Ie Siam ..
.
SWÉTCHINE.
PHYA SUDHAM MAITRI. WM. J. ARCHER.
du
HÜII
B.
Bedevaartverslag 1912—1913 van den Consul te Djeddah. Hadj 1330,
De eerste pelgrims ten getale van 61 arriveerden den 7den Mei 1912 per s.s. Pyrrhus van Soerabaja. Den 12den Juni d.a.v. bracht de Tantalus van de havens van Java's Noordkust er 108. De bedevaartgangers van deze beide schepen ondergingeii geen quarantaine, omdat zij vóór den aanvang van het pelgrim-seizoen — den lsten Redjeb — vallende op 16 J u n i , te Djeddah aankwamen. De Yangtsze en de Kintuck brachten den 19den en den 25sten J u n i , 102 en 131, waarop in Juli en Augustus de groote stroom volgde om geleidelijk in September en October af te nemen. De laatste djawa's kwamen den 2den November, 17 dagen vóór den Arafatdag, die deze bedevaart op 19 November viel. Den lOden December arriveerden nog per Russischen stoomer een 28-tal Soembawaërs, die tot de volgende hadj overblijven. I n onderstaande door den Inspecteur Sanitaire van den Turkschen gezondheidsdienst verstrekte opgave zijn de nationaliteiten en het respectieve aantal der over zee aangekomen pelgrims opgegeven; ter vergelijking zijn de cijfers van het vorige jaar er bij vermeld. Hierbij wordt opgemerkt, dat het aantal pelgrims dat per spoor via Medina ter bedevaart komt, telken jare toeneemt. Deze route wordt echter, behoudens enkele uitzonderingen, niet door de Nederlandsch-Indische pelgrims gevolgd. Een blik op de kaart doet onmiddellijk zien dat het voor hen een groote omweg zou wezen. Bovendien zijn de retourbiljetten van de Stoomvaart-Maatschappijen, die de pelgrims vervoeren, alle naar Djeddah en van daar terug. Eene rechtstreeksche verbinding van Nederlandsch-Indië of Singapore en Penang met Haïfa of Bairoet bestaat niet. Bedevaart 1330.
Nationaliteit.
13 401 10 770
Indiërs en Afghanen Boechariërs en Russische danen
24966
Javanen en Maleiers
35 2797 220
Bedevaart 1329. 22 068 onder-
Chineezen Perzen Hadhramieten en Maskaters
7 371
29620 277 2 999 92
28 Somaliër* 119
Abessiniërs
4 269 Soedaneeieu 1051 7
Marokkanen Algerijnen en Tunesiërs
1 Zansibareea 11 975 Egyptenaren 1 337 Arabieren uit den Hedjaz en Jemen
4850 2426 222
— 442 1 698
Bedevaart 1330.
Nationaliteit.
Bedevaart 1329.
2529 Arabieren uit Irak 1428 Syriërs 6 374 Anatoliërs en Roemeliërs 52 Albaneezen 63 Bosniërs 9 Siameezen .1 845 Diversen per zeilvaartuig uit plaatsen aan de Roode Zee 83 295
2 922 1564 5 467 116 13 83 1 589 83 749
In deze opgave springt het meest in 't oog het verschil tusschen het aantal Egyptische pelgrims van de vorige hadj en nu. De reden, waarom er het vorige jaar zoo weinig Egyptenaren kwamen, is in het verslag 1911/1912 medegedeeld. Dit jaar waren echter door de Egyptische Regeering geene belemmerende bepalingen gemaakt, zoodat ieder vrijelijk de korte reis, die Egypte van den Hedjaz scheidt, kon aanvaarden. Toch is hun aantal niet zoo groot als in vroegere jaren. De oorzaak hiervan is, dat den 22sten September, dus kort vóór hunne afreis, de cholera te Mekka uitbrak en de dienaangaande in Egypte verspreide berichten waren zoo overdreven, dat menigeen daardoor werd teruggehouden. Ook hield de katoenoogst, die in October werd binnengehaald, vele handen bezig. De overige cijfers geven aanleiding tot de volgende beschouwingen. De vermindering van de Indiërs en Afghanen is toe te schrijven, eensdeels aan de omstandigheid dat de vorige bedevaart eene hadj akbar (groote bedevaart) was, waarbij de opkomst in den regel bijzonder talrijk is en andersdeels aan het feit, dat de eerste Britsch-Indische pelgrimschepen bijna alle verlengde quarantaine te ('aniaran en Aboe-Sa'ad moesten ondergaan, waartegen bij hen zoo'n tegenzin bestaat, dat velen daarom van de bedevaart afzagen. Het geringe o-etal Marokkanen vindt zijne oorzaak in de toen heersehende rumoerige hinnenlandsche toestanden in hun land. Hete aantal Javanen en Maleiers ten vorigen jare 29 620 is thans 24 985 eene vermindering dus van 4635. Deze vermindering was te verwachten, omdat de sterke prikkel bij de vorige bedevaart wegens het in uitzicht gestelde vallen van den Arafat-dag op Vrijdag, waardoor die hadj bijzonder gezegend werd, dit jaar niet bestond. Toch is het aantal zeer aanzienlijk en het vorige jaar uitgezonderd, grooter dan ooit te voren. In vorige verslagen is er reeds op gewezen, dat onder de rubriek ,,Javanen en Maleiers" in de opgave van den Tuik-
81
Jaar.
1330 1329 1328 1327 1326 1325 1324 1323 1322 1321 1320 1319 1318 1317 1316 1315 1314 1313 1312 1311 1310 1309 1308 1307 1306 1305 1304 1303 1302 1301 1300 1299 1298 1297 1296
N.-I. pelgrims.
18 353 24 025 14 234 10 994 10 300 9 319 8 694 6 863 4 964 9 481 5 679 6 092 7 421 5 068 7 694 7 895 7 075 11788 7128 6 874 8 092 6 861 6 044 5 419 3146 4 328 2 426 2 523 4 692 4 540 5 269 4 302 4 605 9 542 5 331
aangekoin
83 295 83 749 90 051 71421 69 077 91142 108 305 68 735 66 451 74 344 — — — — 36 380 38 247 41133 62 726 45 475 49 628 90173 54 491 45 475 39186 44 686 50 221 42185 42 374 53 010 31 157 27 263 25 580 37 785 59 659 t>
I n deze opgave zijn niet medegerekend de k i n d e r e n op de passen der ouders vermeld, waarbij 12 j a a r als leeftijdsgrens w o r d t a a n g e n o m e n . W e l zijn o n d e r dit a a n t a l b e g r e p e n 414 personen ,afkomstig u i t N e d e r l a n d s c h - I n d i ë , die zonder p;is a a n k w a m e n , o m d a t zij korter of l a n g e r in de. S t r a i t s - S e t t l e m e n t s h a d d e n gewerkt en v a n d a a r via P e n a n g of S i n g a p o r e ter liadj waren g e g a a n . I n liet geheel werden g e d u r e n d e de afgeloopen bedevaart door liet Consulaat 755 nieuwe liassen u i t g e g e v e n , w a a r v a n 414 a a n bovenbedoelde personen en 341 a a n in N e d e r l a n d s e h - I n d i ë g e b o r e n e n , die te Mekka verblijf h o u d e n en h u n n e familie in I n d i ë g i n g e n bezoeken, dan wel d a a r zaken drijven of bij de h a d j i - w e i v i n g zijn b e t r o k k e n . H e t a a n t a l kinderen dat met eigen passen k w a m b e d r o e g 492 en up de passen h u n n e r ouders waren 1157 k i n d e r e n vermeld.
Onder liel a a n t a l \ oluasseiien komen 4003 vrouwen voor, d a t is 21.8 DOt. Vóór a a n k o m s t te Djeddah overleden 191. V a n h e t totaal a a n t a l aangekomene!) h a d d e n 1176 de bedev a a r t reeds vroeger g e d a a n . E e n overzicht van de data van aankomst der booten en het a a n t a l a a n g e b r a c h t e N e d e r l a n d s c h - I n d i s ( he p e l g r i m * Keven o n d e r s t a a n d e t a b e l l e n , waarin de d i r e c t e booten, d a t zijn d e p e l g r i m s c h e p e n , k o m e n d e uit eene N e d e r l a n d s c h - I n d i s c h e p e l g r i m s h a v e n en de i n d i r e c t e booten van S i n g a p o r e en P e n a n g afzonderlijk zijn vermeld.
Datum van aankomst.
7 12 25 ft 29 tt Juli 1 14 ;j 14 ft 20 tt 21 ft 24 tt 25 rt 28 tt 30 tt 31 tt Aug. 2 7 tt 12 n ;» 16 23 n Sept, 11 Mei Juni
Naam
"£ 'E ei _b£ &
directe boot.
Pyithus Tantalus Kintuck Lombok ll.jorja . Celebes.
. . . . . .
Olaucua
. .
Totaal
. .
Pak Ling . Ternate. . Palembang Laertes. . Stentor. . Bogor . . Nias . . . Banda . . Moyune. . Sarpedon . Karimata . Malang . . Menado. .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
61 j 108 ! 131 1332 785 1116 570 033 1089 420 141 709 543 1329 664 622 458 1 293 563 809
13 376
Datum
Naam
van aankomst.
indirecte boot.
Juni Juli ft tt tt
Aug.
19
9 Sb
10
Yangtze . . Hyson . . .
102 441
Paltbybeua .
L86
ii
Prometheus . Tydeus. . . Theseus . .
24 24 27
8 14 f) 17 ft 19 n 25 tt Sept. 2 10 •t 14 ff 15 f) 20 ft 22 ft 24 ft 27 tt Oct. 3 13 ft 18 ft 28 ft Nov. 2 ft
tal ms.
schen S u n i t a i r e n d i e n s t ook begrepen zijn de via S i n g a p o r e en P e n a n g a a n g e k o m e n Maleische p e l g r i m s , B r i t s c h e ouderd a n e n , van h e t scliiereiland M a l a k k u . E e n j u i s t overzicht van liet a a n t a l onzer p e l g r i m s g e d u r e n d e de laatste 35 j a a r , i n v e r g e l i j k i n g m e t de t o t a a l over zee a a n g e k o m e n e n , geeft o n d e r s t a a n d e lijst, w a a r de j a r e n w a a r i n een groote b e d e v a a r t p l a a t s had zijn g e c u r s i v e e r d .
. . . . . . . . . . . . . . . . .
90 453 107 540 71 241 163 520 105 478 144 103 347 75 488 116 130 112 108 80 75
. .
5266
AJax. . . .
Myrmidon . Belleroplion Rhesus. . idomeneus Atreus . . Patroclus . Cyclops. . Demodocus Polyphemus Memnon . Jason . . Neleus . . Telemaclius Laomedon. Achilles . Antenor . Menelaus' .
Totaal
Nog a r r i v e e r d e n 87 p e l g r i m s via Suez en 792 rechtstreeks van B o m b a y . Deze lieden h a d d e n geen r e t o u r b i l j e t t e n . D e over Suez gekoinenen gaven aan die r o u t e de voorkeur, o m d a t zij geen v e r p l i c h t r e t o u r b i l j e t wenschten t e n e m e n , en niaakten van de goedkoopere route via B o m b a y geen g e b r u i k , o m d a t d e p e l g r i m s e h e p e n op die lijn en d e b e h a n d e l i n g aan boord t e wenschen o v e r l a t e n . D a t toch bijna 800 onzer p e l g r i m s die r o u t e n a m e n , komt o m d a t zij over slechts w e i n i g geld h a d d e n ie beschikken, zood a t het koopen van een retourbiljet voor hen eene te groote u i t g a v e w a s . H e t m e e r e n d e e l van hen bezat bij h e t v e r l a t e n v a n h u n n e woonplaatsen niet meer d a n 200 g u l d e n , en d a t d i e som voor het doen van de bedevaart o n t o e r e i k e n d is, zal u i t de o p g a v e van kosten, die een p e l g r i m heeft te m a k e n , duidelijk w o r d e n . De b e t a l i n g e n voor de verschillende r e c h t s t r e e k s niet de b e d e v a a r t in v e r b a n d s t a a n d e zaken, als sjeiehloon, h u i s h u u r , t r a n s p o r t k o e t e n enz., worden telken j a r e van overheidswege v a s t g e s t e l d . Dit tarief is niet voor alle [ a n d a a r d e n hetzelfde, en onze p e l g r i m s betalen aan sjeichs en wakil-sjeiehs, zoomede aan h u i s h u u r meer d a n p e l g r i m s van a n d e r e n a t i o n a l i teit. wat zijn goede reden vindt in de o m s t a n d i g h e i d d a t de N e d e r l a n d s c b - I n d i s c b e p e l g r i m s g e m i d d e l d twee m a a n d e n l a n g e r in den Hedjaz verblijven, zij veel hulpbehoeveinler
zijn en beter verzorging en huisvesting genieten. Om het overzicht zoo volledig mogelijk te maken volgen hieronder de uitgaven beginnende bij 't vertrek uit de woon* p l a a t s van den p e l g r i m tot zijne t h u i s k o m s t .
sa 1. Mekkapas f 2. Bewjji van raccinatie: gemiddeld wordt daar-
voor betaald aan vaocinateur
>
,,
3. Transportkosten naar en uitgaven in havenplnals ,, 4. Passage: retourbiljet f 165,— commissieloon voor den Java-sjeich ,, 20,—
4,-
15. Uitgaven te Bahra (station halfweg Mekka) :
1 -
huur voor bosj (ommuurdeplaats)
2 TP.
baohsjisj kameeldrijver id. sjeichbediende vertering
1 1 2
7,50
185.—
Quarantainereohten voor: .'! dagen quarantaine .'.... 15 TP. 1 ) 3 dagen bewaking 7£ onvoorziene kosten 2 hoofdgeld 10 Sanitairen dienst in den Hedjaz ... 10 2 plakzegels 1
In het afgeloopen jaar ondergingen de pelgrims van eenige schepen wegens besmetverklaring te Camaran verlengde quarantaine en moesten daarvoor eiken dag 7i T P . extra betalen. 6. Kosten ontscheping Djeddah 7. Turksche paspoorten visum + plakzegel Pelgrims te Batavia scheep gegaan, zonder hun pas door den Turkschen Consul-Generaal aldaar te hebben laten viseeren, betaalden het dubbele. 8. Koelieloonen; onverschillig veel of weinig bagage 9. Invoerrechten te Djeddah; voor meegebrachte rijst, gemiddeld 10. Loon voor den wakil-sjeich 11. Huishuur voor 3 dagen 12. Uitgaven te Djeddah ad 5 T P . per dag 13. Transportkosten naar Mekka: rijkameel voor 2 personen f 6,50 dus per persoon vrachtkameel f 6,—
De dekmatten worden niet verhuurd, alleen verkocht. De pelgrims gebruiken ze te Mekka als ligmatten. De Ja vapelgrims huren de sjoeqdoef, vele Egyptenaren koopen ze. 14. Een sjerbah (waterkruik), brood en dadels voor den kameeldrijver l)
TP = Turksche Piaster berekend ad 11 cent.
5,—
10
'„
1,10
10£
:„
1,15
4
0,44
20 6
1,25 2,20 0,66
15
1,65
Onze pelgrims hebben gemiddeld voor hunne bagage één vrachtkameel noodig. De kameelhuren varieeren tusschen 2 en 3 rijksdaalders, al naar de drukte van het seizoen. Sjoeqdoef-(draagstoel)huur voor 2 personen 40 T P . dus per persoon 20 chasafa (dekmat) voor sjoeqdoef; koopprijs 30
6 TP.= f 16. Koelieloonen te Mekka 2 ,, Tawaf (rondgangen om de Ka'bah) 2 ,, Zyara (bezoeken der heiligdommen) 15 ,, 19
45i T P . = „
„
3,25 6,—
'„
2,20
:„
3,30
„
0,50
,, ,, ,,
TP.
,
17. Zemzem-i (voor het gebruik van Zemzemwater) 16 T P . 18. Voor naamsverandering bij den Imam Sjafi'ï 19. Dam (boete wegens het niet aannemen van den ihram ter hoogte van Jalamlam) 20. Dhiafa en bachsjisj voor den sjeich £ 1\ -
0,66
2,10 1,76
,
2,50
, 2,50 , 31,25
Hiervoor geeft de sjeich den pelgrim te Mekka huisvesting, verlichting en bediening tijdens zijn verblijf aldaar tot het einde van de maand Dzoe'l-hiddjah, zoomede voeding tot Arafat en 4 dagen onderdak en voeding te Mina. Gaat de pelgrim ook naar Medina, wat bijna alle Nederlandsch-Indische pelgrims doen, dan vervalt hij in de volgende uitgaven: 21. Kameelhuur 222£ T P . commissieloon sjeich 20 ,, id. Moecharridj (makelaar die de kameelen van de Bedoewienen verschaft) 10 ,, gawwama (geleider) 10 ,, rahina (bijdrage voor de in gijzeling gestelde Bedoewienen als borg voor aanvallen op de karavanen) 5 ,, sjoeqdoef huur 40 ,, waterzak, beschuit en blik 28£ ,, kosjan (kameelpas) uit Mekka 20 ,, diafa voor den moezawwir te Mekka. Deze moezawwir is de gids, zooals te Mekka de sjeich. 24 ,, kosjan (kameelpas) uit Medina ... 20 ,, 400 22. Bachsjisj aan den kameeldrijver gedurende 24 dagen ad 2 TP. per dag 48 23. Uitgaven voor voeding gedurende de reis 24. Transportkosten heen en terug Arafat 25. Transportkosten naar Djeddah De kosten zijn geringen dan bij de heenreis, omdat de bagage geslonken is. 26. Uitgaven te Djeddah voor voeding en water ad 4 T P . per dag gedurende 5 dagen 20
TP.
99
,,
99
44,5,28
15,• • 7,50 7,-
99
,, = , ,
2,20
Bijlage A.
(Staatabegrooting voor bet dienstjaar r.ni.
in. o.
Tweede Kamer. 88
Deze uitgave wordt belangrijk grooter
!)c hier opgegeven bedragen worden meestal overschreden.
wanneer, zooals meermalen gebeurt, de
Gewoonlijk gaan de hadji's van hier niet met de inlei ieuisle
kwaliteit kleedingstukken. .Niet zelden ziet men se Loopen
pelgrimi «eken op bootgelegenbeid moe* ten wachten. 27. o. belooning
aan
W'akil-sjeicli
mei Caohemir sjaals, welke per stuk f6,26 kosten of niet zijden hoofddoeken van I' 12,51) en meer. Wat de vrouwen betreft, ook deze schaffen zich Arabische kleeding aan, bestaande uit : de mihrama, waarmede het. haar
te
Djeddah h. koelieloonen e. samboek (boothuur)
6 Tl». 4 ,, 10 ,, 8' 27
wordt vastgebonden; de mpedawwara, dunne doeken, die om
,, TP.= f
2,97
,,
1,25
,,
5,—
Bij verlengd verblijf na 3 dagen wordt eiken dag 1 piaster huishuur betaald. 28. Voor zoogenaamd vrijwillige bijdra-
gen (i'anah) 29. Uitgaven van aankomst in Indië tot dessa 30. Kosten van rijst, klapperolie eu andere voedingsmiddelen uit Indië meegenomen 31. Uitgaven te Mekka voor voeding, water en brandhout ad f 0,60 per dag gedurende gemiddeld 5 maanden, verminderd met Medina-reis en de dagen der hadj Totaal
,, 25,—
,, 75,— 1457,17
Xog een post zijn de kosten voor het doen van de oemrah, door velen op een ezel gedaan door de overgroote meerderheid om der wille van de verdienste te voet. Den eerstgenoemden komt dit dan te staan op plm. 80 cents per oemrah, den laatsten op plm. 25 cents. De meeste pelgrims doen dezen toch meermalen, vooral in Eamadhan. Den flinkeren onder hen lukt het na eenigen tijd den tocht zonder gids te ondernemen, waardoor de uitgave voor dezen post dan slechts voor •1 a 2 oemrah's geldt voor de voetgangers, en voor de ezelhuurders de uitgave ook minder wordt. ledere pelgrim onderneemt ook den pelgrimstocht naar den djahal-an-noer. Al naar gelang men dit in grootere of kleinere geselschappen te voet of op een ezel doet, bedragen de kosten 10 a 20 cents, 40 a 50 cents of f 1,50 a f 2 . Gebruikelijk is het bovendien wat brood mee te nemen, dat geofferd wordt, terwijl de bewaker behalve dat brood ook nog een geldelijk offer verlangt. Bovenstaande opgave geldt in het algemeen voor alle pelgrims, komende van Java en Madoera. Mogelijke bezuinigingen oj) enkele posten worden, gegeven de bekende koopzucht der Javanen, ruim opgeheven door de uitgaven wegens inkoopen te Mekka gedaan, welke in de opgave niet zijn opgenomen. In den fegel vertrekt toch geen der djawa-pelgrims zonder de volgende kleedmgstukken: 2 tób(s) (lang katoenen onderkleed met mouwen om de polsen sluitend), prijs gemiddeld f 1,50 3 serwal(s) (Arabische, katoenen broek), prijs gemiddeld ,, 1,— 3 araqyja(s) (katoenen geweven mutsje waarom de hoofddoek wordt gedragen). prijs gemiddeld ,, 0.25
2 ghabana(t) (hoofddoek), prijs gemid,,3,— deld 1 djoebbs (open overkleed ten voeten uit) 1 cadarya (vest)
het hoofd geplooid wolden; Arabische vrouw eii-lnoekeii (seiwal); lijfjes (cadarya); peignoirs (koerta) of (djallahya); een boergoe' om op straat ter bedekking van liet aangezicht te dragen, en een sjersjef of melaja, een groote, D stal zwart zijden of katoenen lap, welke omgeslagen wordt en de straatklêeding voltooit. De prijzen dezer kleedingstukken wisselen zeer naar gelang van de kwaliteit; de middensoorlen kosten minstens zoo veel als de manneiikleeren. 1'ost 30 van de opgave betalen de pelgrims in den regel niet zelf, doch wordt hun bezorgd door familieleden en vrienden, die de verschillende zaken als cadeau bij den aanstaanden badji brengen. Deze besparing wordt echter weer opgeheven door de uitgaven voor een slametan en de prijs der cadeautjes welke de badji mee moet brengen, meestal hestaande uit edelsteenen te Mina gekocht, rozenkransen, miswak (houtjes die als tandenborstels worden gebruikt) en verder djimats en boeken. Voor de pelgrims der Buitenbezittingen worden de hedragen eenigszins gewijzigd. De pelgrims van Sumatra's Westkust, die per directe boot komen, betalen niet het commissieloon van den sjeieh (post N°. 4) en hunne transportkosten nabr Padang en terug naar hunne kampong bedragen in den regel niet meer dan f 2,50 (posten 3 en 29), eene vermindering van uitgaven dus van 25 gulden. Zij, die uit de Zuideren Oosterafdeeling van Borneo via Soerahaja, dan wel uit Sumatra's Oostkust en Palembang via Batavia per directe boot die reis doen, betalen voor de reis Bandjermasin-Soernbaja of Medan, Palembang—Batavia f 12,50 en hebhen dus heen en terug f25 meerdere uitgaven. De uit de oostelijker gelegen plaatsen van den Archipel komenden, waar gelegenheid bestaat om zicli bij de agenten van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij te voorzien van retourbiljetten tot Djeddah, betalen een toeslag op den prijs van het biljet van ten hoogste 27 gulden. Voor de pelgrims die de reis doen via Singapore worden de uitgaven: ti. vervoer naar Singapore f 10,— b. retourbiljet , ? 90 en commissieloon sjeieh ,, 20 f HO
„164,—
e. quarantainerechten d. uitgaven te Singapore
,, ,,
r. /.
f 10,— ,, 10,—
voeding voor de heenreis id. id. id. terugreis
5,— 7,50
()]> de booten van Singapore en Penang wordt
geen voeding verstrekt. f
4.50
,, 3.—
,, 0,75
g.
uitgaven te Singapore
,,
li.
transport naar hun land terug
,, 10,—
7,50
Totaal
f 214 —
Dit bedrag vervangt de posten 4—5 en 29 van de opgave
en geeft dus eene vermeerdering van uitgaven ad,19 gulden. „ 6,„ 12,60 „ 1.50 f 28.25
Handelingen der Staten-Generaal. Bijlasren. 1913—1914.
Deze schatting is de laagst mogelijke, daar het in den regel
een pelgrim te Singapore niet gelukt vlug ingescheepl te worden. Gewoonlijk duurt, het oponthoud aldaar wad een week, dikwijls langer, terwijl het leven ar voor hen duur is en ze overal worden afgezet. Xog een post om de opgave volledig te maken dient te worden genoteerd en wel die wegens
84 koersverlies hij 't wisselen der m u n t s p e c i ë n . V e i l i g kan d i t verlies op 5 p e t . wolden geschat en k o m t den p e l g r i m d u s
te staan op minstens 10 «uiden. Dit ln'l vorenstaande blijkt dat de pelgrim om de badj a e n i g s i i n s behoorlijk Ie kunnen doen f>0() « u i d e n nondig heelt. Alleen door zich o n t b e r i n g e n te «elroosten zal hij met 400 « u i d e n kunnen toekomen. Toeh v e r t r e k t een « r o o t p e r c e n t a g e h u n n e r met m i n d e r d a n deze bedragen uit h u n n e woonplaatlen, De reden hiervan is, dat de meeste h a d j i ' s bij voorkeur n i e t al bun reisgeld in «oud bij n e b hebben, o m d a t d i t onderweg veel g e v a a r loopt, hun ontstolen te worden. Zij sluiten liever eene leening '«' Mekka en beschouwen dan de te betalen rente als eene v e r z e k e r i n g s p r e m i e . De schuldbekentenissen, die o]) het consulaat gelegaliseerd worden loopen steeds over sommen die veelvouden zijn van 7 of' 8. D i t k o m t o m d a t voor elk geleend E n g e l s c b pond, d a t in den Hedjaz 5 rijksdaalders geldt, 7 of' 8 rijksdaalders moeten worden t e r u g b e t a a l d . L u i d t het b e d r a g d e r s c h u l d b e k e n t e n i s bijv. 120 g u l d e n = 6 x 8 rijksdaalders, dan beeft de leener in werkelijkheid £ C> ontv a n g e n ; l u i d t bet geleende b e d r a g bijv. 35 « u i d e n = 2 x 7 rijksdaalders, dan o n t v i n g t hij £2. De i n v o r d e r i n g geeft dikwijls last, de geldschieter moet soms j a r e n op zijn geld wachten en o n i n b a r e posten zijn geen z e l d z a a m h e i d . I n v e r b a n d met b e t voren b e h a n d e l d e o n d e r w e r p volgt hier eene u i t e e n z e t t i n g van de verdiensten v a n de wakil-sjeicbs en de sjeicbs. De wakil te D j e d d a h beeft geen a n d e r e rechtm a t i g e inkomsten d a n die welke in de opgave speciaal voor hem zijn g e n o e m d . Velen h u n n e r bewonen groote huizen oni de p e l g r i m s te k u n n e n huisvesten en zoodoende de h u i s h u u r voor zich te h o u d e n ; zij moeten zich d a a r v o o r g e d u r e n d e h e t pelgrimseizoen groot ongerief getroosten en zich m e t eene zeei' beperkte r u i m t e h e h e l p e n . H u n n e v e r d i e n s t e n zijn d a n : post 10 f 2,20 „ „
11 27a
„ 0,66 ,, 0,55
„
27d
,, 0,88
Totaal
f
4,29
H i e r v a n moet de wakil zijne bedienden en h u i s h u u r betalen, en als zijn sjeich van Mekka n a a r D j e d d a h k o m t , hem vrije kost en i n w o n i n g geven, zelfs voor zijne wasch zorgen. De n e t t o v e r d i e n s t e van den wakil per p e l g r i m w o r d t daardoor n i e t hooger d a n f 2 , 5 0 . Door e c h t e r voor de p e l g r i m s b e t a l i n g e n te doen, h u n n e goederen en rijst in b e w a r i n g te nemen tot na t e r u k o m s t u i t Mekka, de dooden-tiekets te verzilveren enz., weet hij er n o g extra-voordeelen u i t te slaan. H e t a a n t a l djawa wakil-sjeichs b e d r a a g t 16, en stelt men het getal dj.iwa-pelgrims op 16 000, d a n heeft g e m i d d e l d ieder 1000 p e l g r i m s en dus een netto-verdienste van 2500 g u l d e n . D i t geld wordt n i e t gemakkelijk v e r d i e n d . I n d e b r a n d e n d heete zon staan ze d e a a n k o m s t der p e l g r i m s af te w a c h t e n , den g a n s c h e n d a g zijn ze in de weer, n a a r d e d o u a n e , n a a r het C o n s u l a a t , n a a r den ï u r k s c h e n p a s p o o r t e n - a m b t e n a a r ; v e r d e r m o e t e n ze oppassen d a t d e goederen n i e t wegraken, zorgen voor kameelen en voor h e t g e e n er voor d e reis naai- Mekka noodig is. De h a d j i ' s zelf staan er als schapen bij, versuft dooi- reis- en q u a r a n t a i n e - m i s è r e en onder den i n d r u k van de v r e e m d e o m g e v i n g . De verdiensten v a n de sjeichs per p e l g r i m zijn grooter, doch het a a n t a l djawa-sjeichs b e d r a a g t om en hij tweehonderd. Zij verdienen o p : post 16 f 1,25 „
17
„
0,80 1,25
„
18
„
„ „ „
19 20 21
„ 2,50 „ 31,25 „ 2,20 Totaal
f
39,25
De u i t g a v e n van den iederen p e l g r i m bedragen :
sjeich
voor
ii.
aan den werver
f
I). O.
huishuur voor t e n t h u u r en voeding g e d u rende de d a g e n van A r a f a t en Mina
,, 12,50
,,
12,50
6,—
Totaal
f 31,-
B e s t n e t t o voor den sjeich
f
8,25
B e l a n g r i j k grooter wordt zijne winst wanneer hij de pelg r i m s zelf huisvest, wat velen doen, en als de p e l g r i m s zond e r b e m i d d e l i n g van een werver of kapala d j e m a ' a h ( l e i d e r van een g r o e p pelgrims.) rechtstreeks bij hem komen. De verdiensten van de sjeichs zouden d a n n o g g e r i n g zijn, w a n n e e r zij niet op andere wijze h u n n e inkomsten v e r g r o o t t e n . Deze e x t r a - v e r d i e n s t e n bestaan in het geldleenen, h e t t o t zich t r e k k e n v a n de b a d a l h a d j i (sommen bestemd voor h a d j i p l a a t s v e r v a n g e r s ) h e t bezorgen v a n a m a n a h ' s ( g e l d z e n d i n g e n ) en bij overlijden h e t beredderen der n a l a t e n s c h a p p e n . Toch zijn h u n n e inkomsten n i e t zoo g r o o t als m e n wellicht g e n e i g d zou zijn te d e n k e n . D e meeste sjeichs hebhen m e e r debet d a n credit, slechts enkelen zijn rijk. D a t velen h u n n e r er finantieel zoo slecht voor s t a a n , k o m t o m d a t zij d e t e r i n g n i e t n a a r de n e r i n g weten te zetten. De Mekkanen h o u d e n v a n feestvieren en doen g a a r n e groot, de een wil voor den a n d e r n i e t onderdoen en d a a r d o o r worden voor kleeren en bij huwelijken en feesten u i t g a v e n g e d a a n , die h u n n e draag* k r a c h t verre overschrijden. De p e l g r i m s waren a f k o m s t i g u i t d e n a v o l g e n d e residen- • ties, waarbij tevens de g e t a l l e n van de vorige bedevaart zijn opgegeven:
JAVA EX MADOERA I
BUITENBEZITTJNOEN
i
badj
1329
1330 |
badj
Bantam . . . . Batavia . . . . Preanger RegentBchappen . . . Cheribon . . . . Pekalongan . . . Semaiang . . . Rembang. . . . Soerabaja. . . . Madoera . . . . Pasoeroean . . . Besoeki . . . . Banjoemas . . . Kedoe Jogjakarta . . . Soerakarta . . . Madioen . . . . Kediri
1560 1153 3685
1311 963 2957
1310 1496 812 316 803
756 607 590 334 748 438 406 484 187 428 54 72 241
Padangache Benedenlanden Padangache Bovenlanden Tapanoeli Benkoelen . . . . Lauvpongsche distrio ten Palembang . . . . Djambf Sumatra'a Oostkust . Atjeh en onderh. .. . Bionw en onderh. Hanka en onderh. Billiton . . . . . Westerafd. v. Borneo Z. en O. afd. „ „
678 566 664 327 1199 68 116 241 433
B96 Menado
Celebes en onderh. . Java en Madoera . 15428 1091)2 Amboina Buitenbezittingen 8597 7731 Ternate en onderh. .
Thnor en onderh. . Bali en Lombok . . Totaal
24025 18(533
Totaal
.
1329
1329
411
614
532 153 149
839 214 106
319 1320 157 371 18(5 161 201 30 604 2458 98 7.50 105 98 107 327
534 1327 186 431 202 143 86 20 (561 463 120 856 152 67 229 481
8597
7731
D i t t o t a a l verschilt 280 m e t h e t voren opgegeven a a n t a l van 18 353 a a n g e k o m e n e n , o m d a t hier bij zijn geteld de in X e d e r l a n d s c h - I n d i ë geborenen, die te Mekka verblijf h o u d e n en nieuwe passen vroegen om n a a r I n d i ë te reizen. B e d r o e g ten vorigen j a r e d e v e r m e e r d e r i n g voor J a v a en M a d o e r a 8 8 . p e t . en die voor de B u i t e n b e z i t t i n g e n 49.8 p e t . ,
86 thans zijn desa cijfers eene varmindering voor Java en Ma-
doert van 30 pot. en voor de Duitenbezittingeu van 10 pet.
moesten worden beboet.
Ik maakte liem duidelijk dit de
passen, nok van de pelgrims in andere havens scheepgegaan, te Batavia, omdat dit een pelgrimshaven is waar alle foima-
De politieke toestand in den Hedjaz liet zich bij liet begin van liet bedevaartseizoen ongunstig aan/Jen en ei bestond
liteiten worden vervuld) door den havenmeester worden afge< teekend en afgestempeld en dat de beste controle voor de
«gronde vreet, dat liet met de ten vorigen jare geheertcht
plaats van emba ikement is de plaats van afgifte van liet
hebbende rust gedaan zou zijn. De oorzaak was de volgende: I n 't laats* van April vluchtte eene slavin van een der Bedoewienen stammen tusschen Djeddah en Balira (halfweg Mekka) in hel Kngelsche Consulaat en de Engelsche VieeConsul, tevens waarnemend Consul, gaf haar over aan de plaatselijke overheid om haar vrij te maken. ])e eigenaar van de slavin beklaagde zich bij den Groot-Sjerief, die den Moetecarrif (Gouverneur) verzocht de slavin aan hem uit te leveren. De Moetecarrif wendde zich tot den in 't begin van Mei te Taif aangekomen Wali, Moestafa Zilmi, om advies en kreeg tot antwoord, dat hij de slavin niet aan den GrootSjerief mocht uitleveren en de zaak moest overdragen aan de madjlis al bidaja, die eenige dagen later de slavin vrij verklaarden. Den 2den Juni vertrok tegen zonsondergang eene handelskaravaan van plm. 40 kameelen, beladen met rijst en suiker van Djeddah naar Mekka. Op ongeveer 3 uren afstand van Djeddah werd zij aangevallen door Bedoewienen van den stam waaraan de slavin toebehoorde. De goederen en kameelen werden geroofd, doch den geleiders geen overlast aangedaan. De kameelen werden den eigenaars kort daarop teruggegeven, de handelsgoederen, toebehoorende aan Britsch-Indiërs, Engelsche onderdanen, echter niet. In den nacht van 3 op 4 Juni, 't zal omstreeks 2 uur geweest zijn, werd Djeddah van de zijde van de Medinapoort, waar de Consulaten liggen, door een troep Bedoewienen beschoten, zonder onheil aan te richten. Ernstiger was de beschieting in den nacht van den loden op den 16den dier maand. De Bedoewienen naderden tot onder de muren der stad, doodden een der Turksche schildwachten, en meerdere huizen, ook het vroegere Italiaansche Consulaat, werden door kogels getroffen. De plaatselijke overheid zat met den toestand verlegen en het was toen voor den Groot-Sjerief het geschikte oogenblik om in te grijpen en zijne macht te toonen. Hij zond zijn zoon Abdallah bey met eene afdeeling bisja's (kameelruiters) er op uit om de Bedoewienen tot rede te brengen, waarin deze zonder moeite slaagde. De slavin werd aan haren vroegeren eigenaar teruggegeven, de Bedoewienen beloofden gehoorzaamheid en gaven de in beslag genomen handelsgoederen terug. Het gezag van den Groot-Sjerief is door dit geval zeer versterkt. De Gouverneur-Generaal van den Hedjaz heeft kort daarop zijn verzoek om ontslag ingediend, wat hem eenige maanden later werd verleend. Met den Syi ischen Malanal kwam zijn vervanger Ahmad Resjïd Pasja; Zilmi is in December van Djeddah naar Egypte vertrokken.. De rust en orde zijn niet meer verstoord en de pelgrims hebben van de Bedoewienen geen overlast ondervonden.
passagebiliet. De Wali telegrafisch om beslissing gevraagd,
In het vorige verslag weid gezegd dat het Turksche jiaspoortenreglement van 1895 op de pelgrims van toepassing was verklaard en dat in den loop van 1911 door de Turksche regeering een nieuw reglement was afgekondigd. Dit regiement is bij den aanvang van het seizoen in werking getreden. Ingevolge order van den Gouverneur-Generaal van den Hedjaz moest iederen pelgrim — vrouwen en kinderen uitgezonderd — 10 piasters (ongeveer f 1,10) visarecht betalen, met uitzondering van hen, die waren scheepgegaan ter plaatse waar een Turksche Consul gevestigd is en hunne liassen niet door hem hadden laten viseeren; zij moesten het dubbele visarecht ad 20 piasters betalen. De visakosten bedroegen dus de helft van die van 't vorige jaar. Bij de toepassing deed zich nog een geschil voor met den paspoortenambtenaar die, onze Mekkapassen niet kunnende ontcijferen, van meening was dat alle passen met den stempel en de handteekening van den havenmeester te Batavia, behoorden aan pelgrims te Batavia scheepgegaan en die dus bij ontbreken van het visum van den Turkschen Consul-Generaal aldaar,
ging met deze zienswijze aeeooid en daarmede was de quaostie van de baan. Zooals telken jare moesten onze pelgrims zich lan de door
den Oppersten Gezondheidsraad te Gonstantinopel vastgestelde quarantainemaatregelen in de Boode Zee onderwerpen, In de zitting van genoemden Raad van den 9den Juli 1912 werd
Java ,,suspect" van cholera en pest en Sumatra ,,suspect" van cholera verklaard. Tengevolge van deze beslissing moes-
ten de pelgrims overeenkomstig artikel 02 sub u van de ,,I)ispositions applicablea &ux pélerine et aux Navires a pélerine" drie dagen quarantaine ondergaan. In vergelijking met VOrige jaren was dit een stap vooruit, want toen was Neder* landsch-Indië door den Gezondheidsraad ,,besmet" verklaard en werden de pelgrims 5 dagen in quarantaine gehouden. De pelgrims van een drietal schepen, de Malang, Karimata en Menado, deelden echter niet in die gunstige bepaling. Die der Menqdo moesten 5 dagen in quarantaine blijven, omdat tijdens het embarkement te Soerabaja daar cholera heerschte; met de beide andere schepen stond de zaak anders. De Karimata vertrok met 1300 pelgrims en eene schoone gezondheidspas den 16den J u l i van Padang en kwam den 31 sten Juli te Camaran. Op dat traject waren er 12 dooden, waarbij geen cholera of pestgevallen. Den dag van debarkement werd te Camaran echter onder de pelgrims cholera geconstateerd en den lsten en 3den Augustus weer. Het gevolg hiervan was dat schip en pelgrims van dien dag af 10 dagen quarantaine moesten ondergaan. Kort vóór het verstrijken van den quarantaine tijd deed zich onder een groep van 108 pelgrims weer een oholerageval voor. De kapitein besloot toen, in overleg met den Directeur van het lazaret, om deze groep voorloopig achter te laten en na het geven van eene waarborgsom van £ 40(7 de overige pelgrims naar het quarantainestation Aboe Sa'ad bij Djeddah te brengen, waar de pelgrims nog eene supplementaire quarantaine van 5 dagen moesten ondergaan. Na ontscheping zijner pelgrims stoomde de kapitein via Port-Sotidan om kolen te halen naar Camaran terug, waar bij 20 Augustus aankwam. Volgens mededeeling van den Directeur van het lazaret had zich dien morgen weer een cholerageval onder de achtergebleven groep voorgedaan, zoodat de quarantaine tot den 30sten Augustus werd verlengd. Eindelijk den lsten September kwam die groep te Djeddah aan, doch nog nam hun lijden geen einde, want op Aboe Sa'ad wachtten hun nog 5 dagen supplementaire quarantaine: 33 dagen lang hebben die menseben dus op een paar onherbergzanie eilanden in de Hoode Zee moeten verblijven, waardoor hunne gezondheid en hun weerstandsvermogen werden geknakt en waarvoor elk hunner meer dan 25 gulden aan quarantaine-rechten heeft moeten betalen. De Sanitaire dienst inde van de Karimata alleen + 20 000 gulden. Het lot van de pelgrims van de Meitaiïo was als dat van de Karimata. Genoemd stoomschip vertrok na te Makassar, Laboean Hadji (Lombok), Batavia, Karang Antoe (Bantam) en Padang pelgrims te hebben ingenomen den Uden Augustus 1912 met 825 bedevaartgangers van laatstgenoemde plaats naar Camaran, waar pelgrims en bemanning den 28sten Augustus in uitstekende gezondheid arriveerden; gedurende de lange reis van Makassar tot Camaran waren er zeer weinig zieken en slechts enkele dooden geweest. Groot was dan ook de verbazing van den kapitein en den soheepsdokter, toen den Sisten Augustus van de wal het bericht kwam dat er onder de pelgrims een cholerageval was geconstateerd en dus de quarantaine tot 10 September werd verlengd met de daaraan verbonden 5 dagen supplomtaire quarantaine te Aboe Sa'ad. 10
8»J
Volgens bei door den scheepsdokter ingediend rapport U öt dat ééne geval, want daar bleef bet bij, geen cholera geweest, 6f heef! de besmetting i<' Camaran plaati gevonden. Volgens lijne meening zijn de bouten, die te Camaran <1<; communicatie tusschen den wal *• 11 <1«' schepen onderhouden een groot gevaar voor besmetting, omdat «leze niet winden ontsmel en schoon gemaakt. Hij herinnert daarbij aan bet geval mei de Solo ten vorigen jare, waar een der oppauen van liet (pi irantainestation, die aan boord de wacht bield,
dom cholera werd aangetaat, terwijl zich onder de pelgrims en de bemanning geen enkel geval beeft voorgedaan. Wel is te Camaran door de doktoren n u den sanitairen dienst verklaard, dal bei drinkwater van de Korimata en de Menado door cholerabacillen besmet was, doch dit is moeilijk aan te nemen,omdat bet dan ongetwijfeld niet bij een enkel geval zou zijn «ebleven. De Xederlandsohe gedelegeerde bracht deze aangelegenheid ter sprake in de zitting van den Opper-
sten Gezondheidsraad van 1 October 1912 en wees er op dat bei allen schijn beeft dat of de diagnose onjuist was, dan wel de besmetting te Camaran beeft plaats gehad. De Eaad was bet volkomen met onzen gedelegeerde eens, doch daar bleef het bij, maat regelen om bei baling te voorkomen werden niet genomen. De pelgrims van de stoomechepen Aja.r en Moyune, die begin Augustus te Camaran in quarantaine waren, troffen' het, daar toen tropische regens vielen. De pelgrimsverblijven daar zijn hutten met wanden van takkebossen, die van boven naar elkaar zijn toegebogen en van binnen en buiten bekleed zijn met matten. Mogen deze verblijven in den drogen tijd het voordeel hebben van luchtig te zijn. nu bij de aanhoudende regens, regende het binnen even hard als buiten, zoodat de pelgrims geen droog plekje konden vinden en eenige dagen met hunne vervuilde natte kleeren daarin hebben moeten huizen. Het gevolg was dat toen de menschen op het Consulaat kwamen om hunne passen te laten viseeren, een groot deel lijdende was aan een kwaad-
aardigen huiduitslag. Dat de inrichting van de lazaretten te Camaran en op de eilanden bij Djeddah volstrekt onvoldoende is, heeft het in 1906 door een speciale commissie gehouden onderzoek aangetoond en dat sinds dien de toestand niet verbeterd, doch verslechterd is, is een feit, den Gezondheidsraad zelf het best bekend. Mijne hoofdgrief tegen genoemde quarantaine-inricht ingen is echter dat zij niet voldoen aan den eersten eisch aan dergelijke inrichtingen te stellen; dat is: „dat zij niet nadeelig voor de gezondheid mogen zijn" en dat zijn zij beslist. Het klimaat van Camaran en de eilanden hij Djeddah is zeer ongunstig. Tn de zomermaanden ondragelijke hitte, nog ondragelijker gemaakt door de groote vochtigheid van den dampkring, geen boom, geen struik, geen sprankje levend water, alles doodsch en dor, en in den winter scherpe als orkanen waaiende Noordewinden die wolken stof en zand meevoeren en voor onze slecht gekleede pelgrims nog nadeeliger zijn dan de verlengende zomerhitte. Men had die eilanden niet voor quarantainestations mogen inrichten. En het nut dier inrichtingen is zeer twijfelachtig. Telken jare wordt de Hadjaz door pest en cholera geteisterd en ook in 't afgeloopen jaar deed de cholera den 22sten September weder bare intrede in Mekka. Het aantal klachten over bet wegraken van goederen zoowel te Camaran als te Djeddah was bet afgeloopen jaar bijzonder groot. Op Aboe Sa'ad werd bij de desinfectie den
Batjanner Najamoedin zijn buikband met 35 Engelsche ponden ontstolen. Als dader wees hij aan den oppasser met de desinfectie belast, doch deze ontkende pertinent en het bewijs van zijne schuld was niet te leveren. Talrijk zijn de goederen, die dit jaar hij de ontseheping wegraakten. Vooral ondervonden dit de laatste groep pelgrims van de Kuiiin
ik bad het, Jloofd dor wakil-sjoichs opgedragen om o]) die goedelen te letten, doch dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Dij de enorme drukte gedurende het seizoen, de •leohte organisatie en de onbetrouwbaarheid van de koelies en de bootslui, moet het nog verwondering wekken, dat niet meerdere goederen zoek raken. De bootslui nebben cent; bijzondere ruime opvatting van het mijn en dijn. Dit bleek ook
aan boord van bet s.s. Bogor, dat 'M Juli op de reede lag en waar de samboeki (bootslui) probeerden eeue hoeveelheid touwwerk te stelen. De loods, die dit bemerkte, waarschuwde liet scheepsvolk en toen dezen hun het touw wilden afnemen, ontstond er een gevecht, dat pas ophield doordat het scheepsvolk met vuurwapens dreigde. Intusschen was hulp van den wal gevraagd en werden zes belhamels gearresteerd en gevangen gezet. Den volgenden middag kwam het s.s. Xias ter reede, doch de bootslui weigerden bij wijze van protest, omdat hunne kameraden gevangen gezet waren, te lossen. Het Consulaat waarschuwde den Gouverneur, met gevolg dat des anderen daags de ontseheping der pelgrims en de lossing der goederen geregeld plaats hadden. Dij de behandeling van het sjeichwezen in het bedevaartverslag 1911/1912 kwam ook de taqrïr, dat is de vergunning tot het uitoefenen van het sjeichbedrijf, ter sprake. Ik wees er toen op, dat op de in 1908 afgekondigde vrije keuze van de pelgrims in het nemen van een sjeich eenige beperkingen waren gemaakt en dat de sjeich, the pelgrims kreeg uit een andere oelga (ressort) dan hem bij zijne licentie (taqrïr) aangewezen, daarvoor de ridwa (afkoop der toestemming) ad £ 1^ moest betalen. Dezelfde regeling gold ook in het afgeloopen seizoen. Eene uitzondering werd echter gemaakt voor de pelgrims te Datavia geworven door den Mekka-sjeich Hoesin Moe'minah, die door tussehenkomst van den Bataviasjeich Salim Basalamah een kleine duizend pelgrims uit de Preanger-Kegentsehappen had gekregen, terwijl zijn oelga de residentie Bali en Lombok is. Deze Salim Basalamah, een vermogend man, koopt soms eenige honderden biljetten van een boot op, zoodat de op scheepsgelegenheid wachtende pelgrims om passage te krijgen bij hem terecht ihoeten komen. Hij stelt dan bij den verkoop de voorwaarde dat de kooper Hoesin Moe'minah tot sjeich moet nemen, en de pelgrims, begeerig om te vertrekken, stemmen daarmede in den regel in. Om deze lieden te binden nam Moe'minah van hen £ 2 voorschot in afbetaling op de onder post 20 in de boven gegeven kostenopgave bedoelde dhiafa en bachsjisj, terwijl Salim Basalamah £ 1 commissie per pelgrim van Moe'minah kreeg. Wellicht zou tegen deze handelwijze door den GrootSjerief geen bezwaar zijn gemaakt, ware het niet dat de door Moe'minah uit de Preanger gekregen pelgrims voor het meereudeel uit Bandoehg afkomstig waren, het ressort voor sjeich Mohammed Ali Batawi, die zeer bevriend is met Jasin Basjoeni, den vertrouweling van den Groot-Sjerief, en die met Sjerief Zeid bin Fauw&S, de man die de aangelegenheden met de Bedoewienen regelt en aan wien het voor een goed tleel te danken is dat in den Hedjaz thans zoo rustige toestanden heerschen, op dezen grooten invloed uitoefent. Mobamnied Ah Batawi gaf er de voorkeur aan om de pelgrims te hebben, boven het ontvangen van £ 1, dat hij voor iederen pelgrim als zijn aandeel van de ridwa zou krijgen, omdat hij van iederen pelgrim meer dan £ 1 voordeel zou trekken. Ten gevolge van drang van die zijde bepaalde de Groot-Sjerief, dat de Preanger pelgrims Moe'minah niet als sjeich mochten hebben en bij de sjeicbs, wier ressort de Preanger is, moesten worden ingedeeld. Toen Moe'minah einde September te Djeddah arriveerde en hoorde wat er gebeurd was, besloot ! hij de komst van Ali Bey, den oudsten zoon van den GrootSjerief, die over eenige dagen uit Egypte werd verwacht, en bij wien hij bijzonder in de gunst staat, af te wachten. Het beeft hem echter niet mogen baten; de pelgrims bleven aan de andere sjeicbs toegewezen en Moe'minah moest de genoten voorschotten aan de pelgrims terugbetalen. Het Consulaat heeft zich buiten deze quaestie gehouden, omdat van
Bijlage A.
( S t a a t s b e g r o o t i n g voor het d i e n s t j a a r
de zijde van de p e l g r i m s geen k l a c h t e n of bezwaren werden vernomen. Voor de komende b e d e v a a r t beeft de Groot-Sjerief b e p a a l d , d a t de sjeichs, die n a a r .lava v e r t r e k k e n , vóór 1 Hedjeb — den a a n v a n g van het bedevaartseizoen — t e r u g moeten zijn, zoodat zij niet op pelgi inissehepen k u n n e n t e r u g k e e r e n . H e t doel d a a r v a n is, de p e l g r i m s , die bij vertrek u i t I n d i ë nog geen sjeieli kozen, te beschouwen als , , f o e l o e t " ( o n b e h e e r d ) om van den sjeieli, bij wien zij zich voegen, £ 1 | als ridwa (afkoop der t o e s t e m m i n g ) te k u n n e n v o r d e r e n . V e r d e r deelde de n a g i b , het hoofd der wakil-sjeichs, mij nog mede d a t de Mekka-sjeichs, die door b e m i d d e l i n g van de zoogenaamde J a v a - s j e i e h s h u n n e p e l g r i m s krijgen, ook de ridwa zullen moeten betalen. O n d e r het s j e i c h e n g i l d e te Mekka heerscht over deze r e g e l i n g groote o n t e v r e d e n h e i d , doch n i e m a n d d u r f t , u i t vrees voor den Groot-Sjerief, te p r o t e s t e e r e n . De b e d e v a a r t had een g u n s t i g verloop. Geen enkel e r n s t i g o n g e l u k had p l a a t s en de cholera, die den 22sten S e p t e m b e r te Mekka o p t r a d , eisehte betrekkelijk w e i n i g offers. H e t aant a l dooden varieerde d e eerste weken tusschen .'I en l ü d a a g s , om tegen half N o v e m b e r t o t 20 a 30 te stijgen, en op A r a f a t d a g , den 19den N o v e m b e r , toen p l m . 500 stierven, zijn hoogt e p u n t te bereiken, w a a r n a de ziekte geleidelijk a f n a m en na h e t vertrek der p e l g r i m s in D e c e m b e r geheel o p h i e l d . Op mijne v r a a g a a n de S a n i t a i r e a u t o r i t e i t e n , van waar de ziekte vermoedelijk was ingevoerd, kon ik geen antwoord k r i j g e n . De eerste slachtoffers w a r e n een B o e c h a r i ë r , een J e m e n i , eene J a v a a n s c h e vrouw, d r i e soldaten v a n b e t garnizoeu en nog twee personen, vermoedelijk J a v a n e n , in de soeq el-lèl. H e v i g e r woedde de ziekte te M e d i n a , w a a r zij zich den 5den October vertoonde en dagelijks 30 tot 40 doodeii eisehte. De b e s m e t t i n g d a a r is n a a r alle waarschijnlijkheid m e t de k a r a v a n e n van Mekka b i n n e n g e k o m e n . Vooral onze p e l g r i m s waren de slachtoffers. De S a n i t a i r e dienst had even b u i t e n Medina eene t e n t o p g e r i c h t om de p e l g r i m s gen e e s k u n d i g te onderzoeken. Zij die gezond w e r d e n bevonden, m o c h t e n de stad b i n n e n , terwijl de zieken in h e t hospitaal w e r d e n opgenomen. Slechts 3 d a g e n h a d d i t g e d u u r d , toen de kameeldrijvers in verzet k w a m e n ; zij lieten h e t onderzoek n i e t toe, h a a l d e n de zieken u i t het hospitaal en eischten dat de d o k t e r b i n n e n 24 u u r zou v e r t r e k k e n . De G o u v e r n e u r (Moehafiz) was machteloos en kon den d o k t e r niet beschermen, zoodat deze den dienst in den steek moest laten en vertrok, ten gevolge w a a r v a n te Medina v e r d e r geene enkele s a n i t a i r e m a a t r e g e l werd g e n o m e n . K o r t na t e r u g k e e r der h a d j i ' s u i t Mekka, den 26sten Nov e m b e r , brak de cholera te D j e d d a h u i t en eisehte dien d a g 27 alsehtoffers, d i t cijfer steeg t o t 60 in einde N o v e m b e r , w a a r n a het a a n t a l dooden geleidelijk afnam tot er in midden December nog slechts enkele gevallen werden geconstateerd en de ziekte in de tweede helft d i e r m a a n d geheel o p h i e l d . De A r a f a t d a g , de Ode D z o e ' l - h i d d j a h . viel op D i n s d a g den 19den N o v e m b e r en den 25sten k w a m e n de eerste h a d j i ' s n a a r D j e d d a h t e r u g . De w e r k z a a m h e d e n op het C o n s u l a a t liepen vlot v a n stapel, o m d a t door den S e e r e t a r i s - d r o g m a n en den A d v i s e u r van het C o n s u l a a t , t e Mekka k l a c h t e n en quaesties zooveel mogelijk waren onderzocht en a f g e d a a n en een 1300t a l doodsaangiften opgenomen en in de r e g i s t e r s waren ingeschreven. De afscheep g i n g geregeld, o m d a t de p e l g r i m s niet in groote k a r a v a n e n in enkele dagen n a a r D j e d d a h k w a m e n . De reden was, dat bijna alle Russische en T u r k s c h e p e l g r i m s via M e d i n a per Hedjaz-spoorweg n a a r h u n l a n d t e r u g k e e r den en voor h u n t r a n s p o r t van Mekka n a a r Medina zooveel kameelen noodig waren, dat de J a v a - p e l g r i m s alleen bij kleine groepen m e t tusschenpoozen van eenige d a g e n n a a r D j e d d a h konden v e r t r e k k e n . E r g e r l i j k blijft n o g steeds de wijze waarop de p e l g r i m s aan boord van de op de b u i t e n r e e l i g g e n d e schepen komen. De schuld h i e r v a n ligt eensdeels aan de t r a p p e n van de H a n d e l i n g e n der S t a t e n - G e n e r a a l . B i j l a g e n .
1913—1914.
1914.
2.
HL
<>.)
Tweede Kamer. 87
itoomsohepen, die dikwijls zeer smal zijn en een niet altijd
strak gespannen koord tot leuning hebhen, terwijl bovendien meermalen de treden der trappen, die wegens den groeten d i e p g a n g ran liet s c h i p niet behoorlijk gestreken k u n n e n wolden, schuin n a a r boven s t a a n ; a n d e r d e e l s is d a a r a a n het
onhebbelijk optreden der bootslni schuld, die den menscheu geen tijd g u n n e n h u n n e b e u r t af te w a c h t e n , doch niet stok* ken naar de t r a p d r i j v e n . Mij liet emhurkecren op het s.s. Kintuok was ik g e t u i g e dat d a a r d o o r 4 personen te water raakten. Keu overzicht van den afscheep geven o n d e r s t a a n d e tabellen, w a a r i n evenals bij de opgave van de a a n g e k o m e n booten, die n a a r N e d e r l a n d s c h - I n d i ë en die n a a r de S t r a i t s afzonderlijk zijn g e h o u d e n . Datum V an ver trek. Nov
27 28 30 Dec. 1 3 5 9 10 11 17 18 25 » 28 »
Naam C "C
directe boot.
Tantalus . Menado. . Plores . . Malang. . Agamemnon Tfinor . . Samarinde. Bali . . . Kintuck. . Sumatra . Medan . . Qlaucus, . Ambon . . Totaal
. . . . . . . . . . . . .
637 1493 647 043 1 208 616 1589 592 889 924 P99 981 90
.
1 1 220
Datum V an ver trek.
Nov
26 28 80 „ Dec. 8 9 14 . 22 24 29 80 Jan. 9 15
31
Naam indirecte boot.
Cyclops. . Jason . . Neleus . . Telemachus Alcinous . Laomedon. Achilles. . Oopack . . Machapn . Antenor . Menelaus . Ping Suey. Totaal
. . . . . . . . . . . .
d3 jf E *4 9 O* 302 512 736 459 493 402 234 436 359 300 170 160
. 4 503
H e t aantal teruggekeerde Xederlandsch-Indische pelgrims bedroeg 15 789. H i e r v a n waren van vorige j a r e n 8 8 1 , n a m e lijk 610 van de b e d e v a a r t 1911/1912; 172 van 1910/1911; 50 van 1909/1910; 25 v a n 1908/1909 en 24 van vroegere j a r e n , zoodat het a a n t a l t e r u g g e k e e r d e n v a n de d i t j a a r ter h a d j gekomenen 14 908 bedroeg. H e t Consulaat o n t v i n g 2334 doodsaangiften en t e l t m e n hierbij een 300-tal w a a r v a n geen b e r i c h t werd o n t v a n g e n , d a n bedroeg het t o t a a l a a n t a l dooden g e d u r e n d e de afgeloopen b e d e v a a r t 2634. N i e t afgeteekend voor t e r u g k e e r n a a r N e d e r l a n d s c h - I n d i ë werden 4602 passen, zoodat, v e r m i n d e r d m e t de dooden, 1968 onzer o n d e r d a n e n te Mekka achterbleven om zich voor korter of l a n g e r tijd bij de a l d a a r gevestigde Djawa-kolonie aan te sluiten. H e t is het C o n s u l a a t n i e t altijd mogelijk geweest van de djawa-kolonie en v a n hetgeen te Mekka voorvalt n a u w k e u r i g op de hoogte te blijven. De reden h i e r v a n is, d a t de Consul zelf van het H e i l i g e land niet meer m a g zien, d a n w a t v a n het dak zijner w o n i n g door den geziehtseinder w o r d t begrensd, terwijl de a u t o r i t e i t e n in het land alle i n l i c h t i n g e n weigeren en h e t i n w i n n e n d a a r v a n bemoeilijken. W e l beschikt het C o n s u l a a t over i n l a n d s c h h u l p p e r s o n e e l , d a t vrijelijk te Mekka kan verkeeren, doch tot voor kort werd d i t door de werkzaamheden rechtstreeks op de b e d e v a a r t en de p e l g r i m s b e t r e k k i n g hebbende zoo zeer in beslag g e n o m e n , d a t er voor a n d e r e n arbeid geen tijd overschoot. Door de n i e u w e pasp o o r t e n r e g e l i n g , waardoor het werk veel is v e r e e n v o u d i g d en door den g e p e n s i o n n e e r d e n d r o g m a n B a d e n Aboe B a e r als adviseur met vast verblijf te Mekka aan het Consulaat te v e r b i n d e n , is d a a r i n eene v e r a n d e r i n g ten goede gekomen en kunnen de gegevens worden verzameld, die de I ï e g e e r i n g nnod i g heeft te weten betreffende H a r e o n d e r d a n e n die Mekka tot vast of tijdelijk verblijf hebben gekozen. Met dezen arbeid is bereids begonnen, doch de opgaven en i n l i c h t i n g e n loopen dikwijls zoo zeer uiteen, dut s c h i f t i n g en n a d e r onderzoek noodzakelijk is. waarom met p u b l i c a t i e tot het volgende verslag wordt g e w a c h t .
C
Verslag van den aspirant=vice=consul Mr. Groenman betreffende de vooruitzichten van Nederlanders in Canada. Voor het vertrek.
Een algemeene gedragslijn voor alk» aanstaande landverhuizers naar Canada zou niet aan te geven zijn. Maar zekere dingen, die in Nederland worden gedaan of nagelaten, zijn later in Canada van invloed. Daarom doet men goed zich van liet land op de hoogte te stellen, de taal te leeren en zich zoo min mogelijk vooruit te binden. 'Zich van het land op de hoogte te stellen. Er is over Canada geschreven in het Nederlandsch, maar daaronder zijn reelamebrochures van particuliere maatschappijen,waarop men niet moet afgaan. Het best gaat de studie van het land samen met de studie van de taal. Wanneer men met de laatste voldoende gevorderd is om eenvoudig Engelsch te kunnen lezen, bestelle men het Canada Handbook, dat voor den prijs van 1 penny verkrijgbaar is aan ,,Emigrants' Information Office", 34 Broadway, Westminster S.W., London, England. Hierin vindt men ook den raad zoo vroeg mogelijk in het voorjaar te komen en, wanneer men op goed geluk komt, in geen geval in den winter. Een uitzondering wordt gemaakt voor vrouwelijke dienstlnxlen, mnar daarbij hottde men in het oog, dat dezen alleen dan gemakkelijk een plaats vinden, wanneer zij goed Engelsch spreken. Wie tusschen 1 Maart en 31 October aankomt, moet bij landing $ 25 (f 62,50) kunnen vertoonen; bij aankomst in een der maanden November, December, Januari of Februari is een som van $ 50 vereisclit. Engelsch leeren. Tal van onaangenaamheden en teleurstellingen kan men zich besparen door in Nederland Engelsch te leeren. Voor wie hard moet werken en wellicht dubl>el hard werkt om zijn passage over te sparen, is het intusschen moeilijk tijd te vinden voor studie. Maar het is beter zijn vertrek uit te stellen dan onvoorliereid te gaan. Wie geen lessen kan betalen, koope een handleiding voor zelfstudie, waarin de uitspraak van de woorden is aangegeven. Zich niet vooruit binden. In Nederland kan men niet beoordeelen hoe de toestanden in Canada zijn: daarom — koopt (/een land voor //ij het gezien hebt. Dit moet zijn een volstrekte stelregel, zonder eenige uitzondering. Wie het ook is. die u reeds voor uw vertrek land wil verkoopen, wantrouwt hem. Hij moge agent zijn van eene groote maatschappij, u de gemakkelijkste termen beloven, u zijn aanbod voorstellen als een laatste kans, die is aan te nemen of te verwerpen — verwerpt haar. Mocht gij meenen door zijne argumenten overtuigd te zijn, zegt dan tegen uwe overtuiging in: neen. Voor Canadeesche maatschappijen werken ook lieden, die Tiooit in Canada geweest zijn. Zoolang zij volstaan met den immigrant aan zijn billet te helpen, doen zij geen kwaad,
maar somtijds willen zij hem overreden naar die of die streek te gaan, passage te nemen naar deze of gene plaats. Hier geldt weder: laat u niet binden, maar blijft vrij en kiest later voor u zelven. Wie vrij land wil opnemen, kan plaats nemen naar Winnipeg, want dat ligt aan den ingang van de prairie, waar het vrije land beschikbaar is. Wie land wil koopen, doet beter eerst in het Oosten te blijven, waar het leven gocdkooper is en waar de landbouwdistricten fraaier en beter bevolkt zijn. Men verliest er niets bij door niet dadelijk ver Westelijk te gaan, want gedurende een maand na aankomst blijft de immigrant het recht behouden in AVestelijke richting te reizen tegen het goedkoope immi-
grantentarief. Het Leger des Heils tracht, trachtte althans eenigen tijd geleden, Nederlanders over te halen naar Canada te emigreeren, onder garantie van werk, hetgeen den immigrant ontslaat van de verplichting bij landing $ 25 — resp. 50 -— te kunnen vertoonen. Daarbij werd hun niet altijd voldoende duidelijk gemaakt dat het eenige vak, waarin met eenige zekerheid werk te vinden is, is het boerenbedrijf. In Canada aangekomen weigeren sommigen zich aan een boer te verhuren, anderen worden ondergebracht bij landbouwers, die slecht betalen of om andere redenen minder gewenschte patroons zijn. De ernstige klachten, die hieromtrent vooral te Toronto vernomen worden, stemmen tot voorzichtigheid Wie zich aan het Leger toevertrouwt, rekene er niet te vast op dat hij nu, in Canada aangekomen, ook voortaan ,,gel>orgen" is. Men Kal zeggen: het kan toch geen kwaad zich vooruit te binden aan een zekere woonplaats, wanneer goede vrienden of verwanten u laten overkomen. Zelfs daarmede is het zaak voorzichtig ie zijn. Degenen, die eenmaal in Canada gevestigd zijn, veranderen snel, zien de toestanden anders in en vergeten hoe men in Nederland denkt. Daarenboven ontaardt een zeker optimisme, dat den Canadeezen eigen is, wel eens in zelfoverschatting. Onlangs heeft zich een geval •voorgedaan van een Nederlander, die op aanraden van de naaste bloedverwanten zijner vrouw met haar overgekomen om bij hen te gaan ,.farmen", de zoogenaamde farm verwaarloosd vond en den farmer in schulden en buiten staat hem zelfs maar werk te bezorgen. De rei.<. Men heeft dus door over Canada te lezen of te hooien spreken een indruk gekregen van het land en men heeft, zonder zich aan iets te binden, voor zich zelven besloten in welke streek men zich wil vestigen. Dan is de naaste stap een biljet te koopen naar een plaats, vanwaar men die streek gemakkelijk kan bereiken. E r is een Nederlandsche maatschappij, die 's zomers booten laat varen van Rotterdam naar Montreal of men kan van Rotterdam naar New-York gaan, maar dan is men eerst in de Vereenigde
:;
Stilten van Amerika ra moet deze een eind dooi kruisen eer men in Canada is. Eindelijk kan men niet Engelsche booten van Liverpool naar Montreal en naar Ouehoe of van llnll naar Portland, welke laatste plaats ook weder in de Verecnigde Staten ligt, maar dieliter hij Canada.
Het Canadeesehe Gouvernement beschikt over uitgestrekte terreinen woest land, gelegen in Manitoba, Saskatchewan en Alberta, dat zijn de drie provinciën, waarin de bovenbeschreven prairie verdeeld is. Ofschoon provinciën genaamd, onder* deelen van den Staat dus, en als zoodanig en wat betreft het aantal inwoners, te vergelijken met onze provinciën (!roninAankomst. In Quebeo of in Montreal (die T uur iporen gen, Fries! I, Drenthe, Overijssel enz., is elk dezer drie van elkander verwijderd liggen) is men in Canada, maar provinciën 20 a '40 keer zoo groot als geheel Nederland. Een daarom nog niet altijd dicht hij zijne bestemming. Winnipeg gedeelte van dit reusachtige terrein is reeds bezet, een gehv. ligt twee dagen sporen van Montreal af, Calgary en deelte komt niet voor bebouwing in aanmerking, maar er blijft tocli een aanzienlijk gebied over, dat nog aan den Staat Edmonton -'U dag, Vancouver 4i dag. Tussclien Winnipeg in het Oosten en Calgary in het Wes- behoort en dat de Staat onder zekere voorwaarden wegschenkt. ten ligt de uitgestrekte vlakte, die men de prairie noemt. Men zal zich afvragen: als dit goed land is, waarom wordt Hier is het toekomstige tehuis van hen, die vrij land willen het dan cadeau gegeven en niet verkocht? opnemen en zich neerzetten op een stuk van 64 H.A., dat Het antwoord luidt: er is zooveel dat het land, als het de Begeering onder zekere voorwaarden wegschenkt. Het is verkocht werd, niet dan zeer langzaam in cultuur gebracht moeilijk zich een voorstelling te maken van die prairie. Hier zou worden. En het Gouvernement heeft er belang bij dat die en daar is zij vlak als een heidelandschap in Drenthe, maar woeste gronden vruchtbaar gemaakt worden, dat zij producgewoonlijk zacht glooiend, soms golvend. In het Zuiden is ten opleveren, die vervoerd, verhandeld en bewerkt moeten zij doorgaans kaal, verder naar het boorden, vooral in het worden en zoodoende ook indirect arbeid en welvaart in het Noordwesten, bezet met dunne, lage berken, populieren en leven roepen. dennen. Het landschap in het Noorden (waar het meeste Hieruit volgt dadelijk dat het geen gunst, geen cadeau is, vrije land te krijgen is) is op sommige plaatsen aantrekke- dat de Staat den landbouwer aanbiedt. Hij van zijn kant lijk en afwisselend, maar de grond is er niet altijd even goed moet werken, moet zijn arbeid in den grond vastleggen en als op schijnbaar meer misdeelde terreinen en het hout vormt eerst dan kan hij den vollen eigendom verwerven. Wij zullen een waardevol bezit, maar tevens een lastige hinderpaal bij zien onder welke voorwaarden. het in cultuur brengen van het land. Men rekent in Canada hij mijlen, yards en acres. 1 yard is Een der eigenaardigheden van deze prairie is dat zij haar 0,91 M.; 1 mijl 1700 yards of 1.609 K . M . ; 1 vierkante mijl vruchtbaarheid bij gebrek aan overvloedigen regenval schijnt dus 2.58 vierkante K.M. of 258 H.A.. 1 vierkante mijl is ook te verberg-en. Het land ziet er dor en schraal uit, zelden is 640 acres, 1 acre is dus ongeveer 2/5 H.A. Al het land in de het prairiegras groen, behalve in het voorjaar, en dan nog genoemde provinciën, voor zoover het geëxploreerd is, is voornamelijk op plaatsen, waar een prairiehrand de over- verdeeld in zoog. townships, dat zijn zuivere vierkanten van hlijvende gele halmen van het vorige jaar heeft verteerd. 6 mijlen lang en 6 mijlen breed, dus '56 vierkante mijlen Maar onder die weinig belovende plantengroei zit een schat groot. Zulk een township is verdeeld in 36 kleinere vierkanten van vruchtbare klei, die bij doelmatige bewerking het graan (sections) van 1 vierkante mijl elk en elke section in 4 quarter 10 maal zoo hoog doet groeien als in den natuurstaat het- sections. Iedere quarter section beslaat dus 1/4 vierkante mijl prairiegras. of 160 acres of iets meer dan 64 H.A. Iedere quarter section Een groot aantal immigranten heeft de prairie als besteni- is ook een zuiver vierkant, 880 yards (ruim 800 M.) lang en ming zonder nog juist te weten waar zij zich zullen neder- 880 yards breed. zetten. Dezen doen allen goed een billet naar Winnipeg te Een mannelijk persoon van minstens 18 jaar (en een vrouw, nemen. De reis naar de plaats, tot waar het billet geldig is, wanneer zij hoofd van een gezin is) kam een vrije quarter gaat zonder moeilijkheden, maar niet altijd zonder onaan- section als homestead opnemen. Bij het immigratiebureau in gename ervaringen. Vaak wordt de immigrantentrein uren Winnipeg kan hij informeeren waar ongeveer homesteads lang op een zijspoor gelaten en over het algemeen kan men beschikbaar zijn en zijn keus tot een zekere streek bepalen. eerder zeggen dat landverhuizers vervoerd worden dan dat Dan reist hij naar de plaats, waar het Dominion Lands Office zij reizen. voor die streek gevestigd is en onderzoekt nader waar het Dij aankomst, zoowel in de haven, waar men landt, als op vrije land ligt. Dan gaat hij het land zelf in oogemchouw de plaats van Instemming, geldt: weest voorzichtig, spreekt nemen en laat zich niet bedriegen door lieden, die aanbieden niet over geld, dat gij bij u mocht hebben en gaat niet in hem homesteads te vinden en tegen hooge betaling aan te op aanbiedingen en voorstellingen van onbekenden, al zijn wijzen. het landgenooten. Vertrouwt uitsluitend op de officieele Dij de l>eoordeeling of bet land geschikt is komt allereerst innnigratieheambten, kenbaar aan hun uniformpet. in aanmerking wat men vroeger reeds over het klimaat en Is Winnipeg de plaats van bestemming, dan vindt men den l>odem in die streek vernomen heeft. Daarom is het ook daar in de Immigration Hall gelegenheid kosteloos te over- goed dat de nieuw-aangekomene niet onmiddellijk een homenachten (mits men zelf voor voedsel zorgt) en tevens kan men. stead opneemt. Dan moet men er op letten of er veel groote , of inlichtingen verkrijgen over betrekkingen op het land. Er is steenen op het land liggen - kleine hinderen niet ook een tolk voor Nederlandsch (geen Nederlander), maar, het sterk golvend is (lastig ploegen), of liet lage gedeelte zooals boven gezegd, men zorge dat men daarvan zoo min moerassig is of bedekt met alkali (een wit zout. dat de wortels van de planten verbrandt), of het land ook uitgebrand mogelijk gebruik behoeft te maken. Deze Immigration Hall is een staatsinstelling en daar de is (zichtbaar aan de kuilen, waar herhaalde praii i.'branden Staat (Dominion) voornamelijk immigratie van landbou- de wortels van het gras en de humuslnng verteerd hebben). wers aanmoedigt, wordt men als aanstaande landbouwers Of men goed water zal kunnen verkrijgen door ecu wel te voortgeholpen en, indien men niet dadelijk een homestead slaan is een vraag, die gewoonlijk eerst op te lossen is als men het land opgenomen heeft. wil opnemen, bij een boer als arbeider ondergebracht. Voldoet het land, dan gaat men terug naar het ..Lands Office", schrijft zich daar als applicant in, lietaalt * 10 en Homestead.?. bekomt een certificaat van inschrijving, dat volle bevoegd* Dadelijk een homestead op te nemen, is af te raden. Men beid geeft het land te lietreden en het in bezit t" houden zal dit inzien, wanneer met enkele woorden duidelijk is ge- zoolang men aan de voorschriften voldoet. niaakt wat zulk een homestead heteekent. Welke zijn die voorschriften f 12
II»
Gedurende drie jaar moet men elk jaar zes maanden op zijn bomestead doorbrengen in een bewoonbaar huis en telkeiis een gedeelte woeste grond omploegen en in c u l t u u r bren"cii, zoo dat na d r i e j a a r >'50 acres gebroken en d a a r v a n 20 bezaaid zijn. Is d a a r a a n voldaan, dan vraagt men verder bij
bel ,,Landi Office" zijn ,,patent" (bewiji van eigendom) a a n , doch voordat IIHMI dil kan v e r k r i j g e n , moei men zicli als Canadees laten n a h i r a l i s e e r e n . De voorschriften lijken op het oog gemakkelijk na te komen. .Maar om een bewoonbaar h u k te houwen moet men hout hebben, om •'{() acres p r a i r i e g r o n d te b r e k e n , een ploeg
en onen of paarden, om 20 acres te benaien een eg en een gaaimachine (eeeder) en als men ze bezaaid heeft, wil men ook g a a r n e oogsten — d a a r v o o r zijn weer a n d e r e m a c h i n e r i e ë n n o o d i g . Soms is bet mogelijk deze w e r k t u i g e n v a n een b u u r man te g e b r u i k e n , m a a r dan moet men h u u r b e t a l e n . Er zijn er, die zonder on dei v i n d i n g kort na aankomst in C a n a d a een honiestead o p n a m e n en in c u l t u u r wilden b r e n g e n , zich in s c h u l d e n staken om b o u t e n w e r k t u i g e n op afhet a l i n g t e koopen en door misgewas n i e t konden betalen en alles kwijt w a r e n . D a a r b i j moet m e n n i e t v e r g e t e n dat zes m a a n d e n gedwongen verblijf in een e e n z a a m lintje ( w a n t veel meer kan het , , b e w o o n b a r e h u i s " gewoonlijk n i e t z i j n ) , soms uren ver van zijn n a a s t e n b u u r m a n en \ of 1 d a g rijden van het n a a s t e station v e r w i j d e r d , met weinig a n d e r s dan een zak meel om van t e l e v e n , een h a r d e b e p r o e v i n g is. D e geestk r a c h t is niet a l t i j d tegen l a n g d u r i g e a f z o n d e r i n g bestand — e r zijn er, die g a a n t o b b e n en ten slotte k r a n k z i n n i g word e n . Pessimisten z e g g e n : het G o u v e r n e m e n t wedt u $ 10, d a t gij het geen d r i e m a a l zes m a a n d e n op uw b o m e s t e a d uit-
houdt.
Den tweeden winter b r e n g t men weder op de bomestead door en den derden zomer l a a t men meer land omploegen of doet dit zelf met een g e h u u r d e n ploeg, Na den derden w i n t e r kan men zijn p a t e n t krijgen. D i t p l a n , dat n a t u u r l i j k n a a r o m s t a n d i g h e d e n te wijzigen is er is niet altijd een b u u r m a n , d i e al de o p g e n o e m d e werkzaamheden wil v e r r i c h t e n : d a n d i e n t men zelf zoo mogelijk werktuigen en ossen of p a a r d e n te b u r e n en een gedeelte van den zomer o p zijn land te werken — d i t p l a n is afkomstig van een te C a n a d a gevestigd N e d e r l a n d e r . H e t heeft deze gTOOte v e r d i e n s t e : een U'scheiden a a n v a n g . H e t groote g e v a a r van de bomesteads s c h u i l t h i e r i n : d a t zij schier o n g e m e r k t groote sommen geld schijnen op t e s l o r p e n . D a a r o m moet elke wijze v a n w e r k e n worden t o e g e j u i c h t , die in het b e g i n groote u i t g a v e n weet te v e r m i j d e n . Zelfs wie zijn p a t e n t heeft, doet nog niet a l t i j d v e r s t a n d i g dadelijk voor zichzelf te beg i n n e n : somtijds zal hij beter n o g een poos wachten om meer geld over te s p a r e n . E n w a n n e e r hij g e n o e g heeft k a n hij b e g i n n e n met een ploeg en ossen of p a a r d e n te koopen en voor het overige w e r k t u i g e n te h u r e n , die hij gedeeltelijk door eigen aankoopen kan v e r v a n g e n . Maar koopt niet op crediet. D e f a b r i k a n t e n van l a n d b o u w w e r k t u i g e n zijn niet a l t i j d z a c h t m o e d i g tegenover den slechten b e t a l e r en zij I n r e k e n e n een hooge r e n t e . E r is veel verschil van m e e n i n g over de v r a a g : ossen of p a a r d e n . H e t groote voordeel v a n ossen is dadelijk d a t zij goedkooper zijn. 4 ossen koopt m e n voor f 360 a 400, terwijl men geen 4 goede w e r k p a a r d e n krijgt o n d e r $ 1000 a 1200. Bovendien zijn ossen gemakkelijker en m i n d e r d u u r in h e t onderhoud — zij zoeken gedeeltelijk zelf h u n voedsel en zijn t a a i en sterk. E e n nadeel is d a t zij slecht tegen d e h i t t e k u n nen (men moet ze g e d u r e n d e liet h e e t s t v a n den d a g l a t e n g r a z e n ) en u i t e r s t l a n g z a a m zijn. D a a r b i j hebben lieden die niet gewend zijn niet ossen om t e g a a n , in den b e g i n n e gewoonlijk eenigen t e g e n z i n om er m e d e t e werken. I n elk geval moet men geen ossen koopen voor m e n ze zelf voor den ploeg g e p r o b e e r d heeft. P a a r d e n h e b b e n vele v o o r d e e l e n ; zij zijn v l u g g e r en vers t a n d i g e r ; vooral w a n n e e r m e n afgelegen woont, is de eerste eigenschap van b e l a n g . E r zijn h o m e s t e a d e r s , die m e t een ossenwagen twee d a g e n werk h e b b e n om n a a r het d i c h t s t b i j zijnde dorp te komen, terwijl een span p a a r d e n hen in een d a g heen en t e r u g zou b r e n g e n .
Zonder p l a n en zonder e r v a r i n g zicli rechtstreeks bij a a n komst in C a n a d a n a a r een bomestead te begeven, is bet werk van een o n n a d e n k e n d e . H e t is altijd wensclielijk eerst bet boerenbedrijf te leeren, toodl» het in Canada wordt uit geoef end, en d a t kost een H o l l a n d s c h e n b o e r e n k n e c b t een j a a r , i e m a n d , die nooit i n den l a n d b o u w werkzaam is geweest, twee j a a r . D i t j a a r , die twee j a a r zijn een tijd van voorber e i d i n g , die men als a r b e i d e r moet d o o r b r e n g e n . E e n ervaren knecht, die met zes p a a r d e n kan ploegen, kan, althant wanneer hij EngeUch verstaat, $ 40 per m a a n d en den kost verd i e n e n . M i n d e r e r v a r e n knechts $ 2 5 ; o n e r v a r e n e n k u n n e n alleen in A u g u s t u s en S e p t e m b e r vast op werk r e k e n e n a | 20, 2 5 . W i e met vee kan o m g a a n , beeft kans ook ' s w i n t e r s een o n d e r d a k te v i n d e n m e t den kost e n een g e r i n g loon. Aankoop van land. Heeft de i m m i g r a n t zijn leertijd d o o r g e m a a k t , d a n is bet H e t beschikbare h o m e s t e a d l a n d l i g t meest ver van de oogenblik gekomen zicb als a p p l i c a n t voor een b o m e s t e a d in t e schrijven. De eerste zes m a a n d e n behoeft bij er n i e t t e s p o o r w e g e n ; wie g u n s t i g e r gelegen of gedeeltelijk o n t g o n n e n l a n d wil hebben, moet het koopen. H i e r g e l d t weder d e vaste w o n e n : schrijft bij zicb in bet voorjaar in, dan beeft bij den geheelen zomer om, m e t wat werk hij krijgen k a n . geld over s t e l r e g e l : koopt niet wat gij n i e t gezien h e b t . Over het a l g e meen moet n i e m a n d l a n d koopen, die n i e t m i n s t e n s een j a a r t e v e r d i e n e n . H i e r beeft de w e r k m a n iets voor; ervaren t i m in Canada geweest is en in s t a a t is de soort van l a n d en den m e r l i e d e n e n m e t s e l a a r s worden, w a n n e e r er werk voor ben is en zij Engehch verstaan, goed b e t a a l d ; m a a r ook zonder prijs eenigszins te beoordeelen. D a n doet hij h e t best r e c h t streeks van de f a r m e r s te koopen, m a a r de meesten g a a n er een vak te kennen is bet gewoonlijk wel mogelijk, betzij op een b o e r d e r i j , hetzij in de stad, $ 100, 150 in een zomer over n i e t zelf op u i t , blijven in de steden en doen d a a r zaken m e t T te h o u d e n . Tn d e z o o g e n a a m d e r a i l w a y - c a m p s (constructie- de z o o g e n a a m d e real estate a g e n t s . D a a r o n d e r zijn betrouw k a ' n p e n bij den a a n l e g van spoorwegen) is het eten goed, de b a r e lieden, m a a r zonder e r v a r i n g loopt m e n kans in de h a n den te vallen v a n z w e n d e l a a r s . l i g g i n g p r i m i t i e f , b e t werk z w a a r — hiervoor moeten alleen u i t e r s t k r a c h t i g e personen zicb a a n m e l d e n . Door zijn eigen oogen zien, d a a r o p komt liet a a n . Al is het nog zulk een groote p a r t i c u l i e r e m a a t s c h a p p i j of een Heeft men liet g e l u k een b u u r m a n te h e b b e n , die ni.'t al provinciale r e g e e r i n g zelve, die u l a n d te koop biedt - g a a t t e ver van de bomestead af woont, dan kan men liem vragen 20 acres te breken, wat f 4 iï 4.50 per a c r e kost. I n bet bet bekijken. W o r d t het u a a n g e b o d e n als g e i r r i g e e r d l a n d , n a j a a r g a a t men nu n a a r d e bomestead om er zes m a a n d e n ', onderzoekt of gij het i r r i g a t i e w a t e r er gemakkelijk overheen t e wonen. Soms beboeft men zijn b u u r m a n niet te b e t a l e n in ] k u n t laten stroomen : is het een k l a a r g e m a a k t e boerderij m e t g e l d . m a a r kan men dit gedeeltelijk doen door o v e r d a g werk i een h u i s erop, overweegt of het t e r r e i n groot genoeg is om voor hem te v e r r i c h t e n op zijn f a r m . te k u n n e n r e n d e e r e n . De koop geschiedt n a g e n o e g steeds op a f b e t a l i n g in terDen tweeden zomer t r a c h t men weder met werken geld over te sparen en in het n a j a a r v r a a g t men den b u u r m a n de mijnen. '20 acres, die hij den vorigen herfst gebroken heeft, te beEen vorm van koop is er, die zich bijzonder aanlokkelijk eaaien. Men belooft hem den geheelen oogst, als hij er nog voordoet aan ieder, die over w e i n i g k a p i t a a l beschikt, d. i. 10 acres bij breekt. de koop op a f b e t a l i n g in n a t u r a ( c r o p - p a y m e n t ) . E e n zekere
BijlagO
A.
(Staatsbegroting voor het dienstjaar 1914,
koopsom WOrdt vastgesteld en daarvan betaalt de knoper ieder jaar zooveel af als de helft van den oogst opbrengt. Van betgeen blijft staan moet hij G % interest betalen (soms 7 of K ",,). De kooper moet een zekere oppervlakte (GO of 80 acres b.v.) in cultivatie hebben. Hoven de gewone afbetaling heeft liet ,,crop-payment" Systeem voor dat de kooper in een jaar van misgewas vrij is, maar de rente loopt door. Is zij slechts 6 % (een voor Canada lage interest), dan kan men ei' zeker van zijn dat de verkooper de hoofdsom naar evenredigheid heeft verhoogd. Het stelsel werkt in de hand den aankoop van land door lieden zonder kapitaal, hetgeen afkeurenswaardig is. De gewone homesteader, die niets voor zijn land betaalt, komt, wil hij zich werktuigen en paarden of ossen aanschaffen, op zware lasten te zitten; hoeveel te meer dan hij, die elk jaar de helft van zijn moeizaam verworven oogst moet afstaan. Huur van land. Groentenkweekers, die dicht bij een stad moeten wonen, waar het land duur is, huren gewoonlijk het benoodigde terrein. De speculanten in onroerende goederen, die grond tot 6 en 10 mijlen buiten de steden als bouwterrein gekocht hebben en eene stijging van grondprijzen afwachten, Avelke den laatsten tijd uitblijft, l>eginnen om te zien naar een middel om hun eigendom rendabel te maken. Sommigen adverteeren daarom hunnen grond niet meer uitsluitend als bouwterrein, maar als ,,uitstekend land voor warrnoezerijen". Voor akkerland bedraagt de pacht gewoonlijk 1/3 van de opbrengst van den oogst, tenzij de eigenaar het zaad levert en in de onkosten van ploegen en dorsenen bijdraagt — dan vraagt hij de helft. Een bestaan zoeken op gehuurd land is even teleurstellend als op land, dat men op crop-payment gekocht heeft, en om dezelfde reden, maar wie op zijn eigen terrein ruimte te kort komt, doet dikwijls voordeelig er een stuk bij te huren. De homesteader vindt meestal genoeg onbezet land om zijn boerderij heen, waar hij zijn vee kan laten grazen. Wie land koopt in een meer bevolkt district is beperkter in zijn ruimte; somtijds kan bij zoogenaamd weiland, d. w. z. prairie, huren voor eenige centen per acre per jaar. Anders moet hij voedergewassen kweeken (alfalfa, timothy, rapen). Het leren op het land. Voor den kolonist is elke winter, dien hij gedurende de eerste drie jaren alleen op de homestead doorbrengt, een tijd van eenzaamheid en ontbering. De sneeuw ligt voeten hoog op de prairie, de wegen zijn moeilijk begaanbaar, zijn leven* middelen slaat men voor maanden tegelijk in, men leeft voornamelijk van meel, waarvan men zelf koeken bakt. Daarbij is er weinig gelegenheid in werken afwisseling te vinden, of het moest zijn in een hosch rijke streek, waar altijd valt te rooien voor men aan ploegen kan denken, en waar men het gekapte hout kan gebruiken om te branden en schuren te bouwen. Is het land onbegroeid, dan moet men brandstof en timmerhout koopen; men kan het eerste jaar zich naar zijn homestead begeven voor de winter invalt en zichzelf een huis bouwen of wel het huis laten bouwen en het in den winter betrekken'. De temperatuur daalt soms tot 50 en GO graden Fahrenheit onder 0; het is dan haast ondoenlijk lang buiten te zijn en men moet een goed verwarmd huis hebben om die koude te doorstaan. De beste bezigheid, die de homesteader binnenshuis kan doen, is zijn omgeving rein houden en Engelsch lezen. Alles verandert natuurlijk, wanneer de eerste moeilijke jaren doorstaan zijn en de gewezen ,,homesteader", nu „farmer", zijn gezin kan laten overkomen en met hen zich definitief o]) de farm vestigen. De lange winterdagen komen gemakkelijker om en de zomertijd is zoo druk dat alle handen aanwinst zijn. Doordat de zomer kort is, moet in weinig tijd Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen. 1913—1914.
2. lil. 8.)
Tweede
Kamer.
veel gedaan worden; et is niet altijd gelegenheid te Letten op dingen, die in Nederland als noodzakelijk beschouwd worden, Na bard werken is een goed maal allereerst n«►«>*1 j^»*: intiiHcben moei de vrouw des buicei de kippen voeren, de koe U e l k e n
<')i m e e s t z o n d e r
linl)) a l l e s d o e n
wat een llol-
landsohe boerin met een of meer dienstboden ie doen heeft. (leen wonder dat het onderhoud van het huis ei' wel eens hij
inschiet, Mr is v<Md, waaraan de Elollandnhe huisvrouw zich op een ('anadeesclie farm met moeilijkheden gewent, maar wil
zij haar zware taak volhouden, dan is een allereerste ver* eisohte dal zij gedurende den zomer hel noodzakelijke verricht en desnoods het weiischelijke nalaat. Voor den Hollandsehen boer fieldt hetzelfde. Iemand, die in Canada het farmen heeft geleerd, is op dit pnnt zonder vooroordeoleni, maar wie in Nederland zelf landbouwer geweest is brengt met zijn nuttige kennis een groote ballast mede. Het kost lijd te leeren inzien dat de toestanden 1111 eenmaal anders zijn en dat in een land van korte zomers en dure werkkrachten gewoekerd moet worden met tijd en arbeid. Den oogst binnen krijgen, dat is het hoofddoel en gehikt dat, dan moet men dankbaar zijn en niet verlangen alles precies zoo in de puntjes te doen als men wel gaarne zou willen. Het leven van eiken landbouwer heeft zijne zorgen, ook in Canada. p]r is met een enkel woord gezinspeeld op het koopen van machines op afbetaling, van land op ,,crop-payment" en zoo kan bouwmateriaal, paarden en vee op crediet worden aangeschaft. De mogelijkheid van aflossing hangt geheel af van den oogst en bij misgewas nemen de crediteuren harde maatregelen of berekenen eene overmatige rente over de achterstallige termijnen. De farmer tracht, als zijn land nog niet verhypothekeerd is, een hypotheek te krijgen om zijn schulden te dekken — gelukt ook dit niet, dan is hij ten einde raad. Maar ook de voorspoedige farmer, die geen of weinig schulden heeft, kent zorgen en ergernis. De elevatormaatschappijen, die hem het graan afkoopen, handelen niet altijd eerlijk; soms maken zij gebruik van een plaatselijk monopolie en van de behoefte aan contanten (alle verrekeningen hebben in het najaar plaats) om te weinig te betalen ; verkoopt de farmer zijn graan niet aan den plaatselijken elevator, maar zendt hij het op eigen rekening naar AVrinnipeg, dan zijn het de sporen, die, overkropt met werk, hein niet snel genoeg een wagon kunnen bezorgen of de wagon niet snel genoeg vervoeren; hij ergert zich aan de hooge vrachten en berekent hoe weinig van den prijs, dien zijn koren ten slotte opbrengt, in zijn eigen zak terecht komt. Ts de farmer ook veehouder, dan valt het hem soms moeilijk genoeg weidegrond te vinden; hij moet alfalfa en andere voedergewassen verbouwen, die niet dezelfde rechtstreeksche voordeden opleveren als tarwe. Toch moet een ieder, die in de gelegenheid is A'ee te houden), ten sterkste worden aangeraden zulks te doen, al was het alleen om deze twee redenen: de werkzaamheden zijn geleidelijker verdeeld over winter en zomer en een mislukte oogst is niet totaal verloren, maar kan nog gebruikt worden: als veevoeder. Al ontbreken ook in het bestaan van den Canadeeschen farmer de zorgen niet, hij schijnt er minder onder gebukt te gaan dan men zou verwachten. Dit ligt mede aan liet klimaat; er is iets opwekkends in de prairielucht, vooral in den drogen, kouden winter. 1 ) Dan aan de toestanden: de meesten zijn geen pachters, maar eigenaars en het land is hun zeer moeilijk af te nemen, tenzij wegens wanbetaling van hypotkeekrente en belasting. Eindelijk is de algemeene geest van liet Canadeesche volk hoopvol en Optimistisch. De kinderen groeien gezond en flink op; bun leven is in den regel wat eenzaam en een moeilijke quaestie is dikwijls het onderwijs. Hierover later. ' ) De zomer, die gepaard gaat met een waro plaag van muskieten, is overigens wel heet, maar zelden 13 de warmte looin en ondragelijk.
42 gaven van de prijzen van voedsel en andere levcnsbenoodigdheden en door vergelijking zou men kunnen berekenen hoe\\ 'ie met zijn gezin zich in een stad v;in hel Westen komt veel er te sparen valt. Zonder dergelijke opgaven van onjuistvestigen, kan meestal geen huisje Innen (prijs voor arbeiders- heid te beschuldigen, moet schrijver dezes toch aanraden liuizen: >$' 20 a .'{5 per inaiiiKl). Hij moet in een soort keet voorzichtig te zijn in het maken van gevolgtrekkingen. (•heek) of in een tent wonen, die hij ergens op een leegstaand Allereerst dient de aandacht te worden gevestigd op een terrein opslaat. Alleen kan men in een pensiou (bourding- der zwaarst drukkende lasten, den huurprijs. Zooals boTOO house) leven voor •$' 4 a 6 per week. Wanneer men geregeld gezegd kan men aan een hoogen huurprijs ontkomen door werk beeft en zuinig is, kan men van een loon van $ 2 per tijdelijk in een ,,shack" of tent te verblijven, maar op den dag (voor ongeoefende werklieden, grondwerkers enz.) ge- duur wil men toch met zijn gezin gaarne wonen in wat den makkelijk overhouden. naam van een huis verdient. Het is hierin vooral dat het Maar op geregeld werk kan niemand reienen, zelfs geen verschil in'levensstandaard tusschen Canada en de Vereenigvakman. Terwijl deze regelen geschreven worden (Juli 1913) de Staten blijkt. Dezelfde # 35 per maand, waarvoor in Westis de toestand zoo slecht, dat de vereenigde vakbonden ge- Canada een aTbeidershuisje gehuurd wordt, betalen in de meend hebben in Engeland een waarschuwing te moeten ver- Westelijke Staten de huur van een burgermanswoning. spreiden tegen de emigratie van werklieden. Ook de Canadee» Dij de opgave der vleeschprijzen moet men in het oog housche Begeering moedigt deze niet aan; zij wil landbouwers. den dat gewoonlijk het been mede gewogen wordt. Vleesch Natuurlijk vreezen de Canadeesohe werklieden dat te veel is vee] meer een levensbehoefte dan in Nederland, omdat er vreemde arbeiders de loonen zullen drukken, terwijl de onder- zoo weinig is om het te vervangen. nemers zulks zouden toejuichen. Zoowel de reclame voor als Gedurende den langen, strengen winter verstookt men meer tegen de immigratie van werklieden is dus ver van l>elange- brandstoffen dan in ons gematigde klimaat. Ook hierop moet loos. Maar in dit geval gaat het lvelang der Canadeesche arbei- gerekend worden. ders samen met dat der aanstaande immigranten, want er Bij de opgaven van loonen eindelijk valt te bedenken dat is een algemeene malaise, die het raadzaam maakt de immideze voor ervaren vaklieden gelden, die goed Engelsch vergratie (althans van niet-landl>ouwers) eenigszins te remmen. staan, en dat men niet mag rekenen op meer dan 7 maanden In nagenoeg alle vakken worden arbeiders afgedankt en voor werk per jaar. Het komt wel voor dat iemand langer werk degenen, die geen vak verstaan, is de kans zeer gering. heeft, maar ook wel eens korter. Dergelijke depressies heeft Canada al eerder gekend. OngeTen slotte nog een waarschuwing voor wie eenmaal in twijfeld komt het ze te boven, wanneer de geldmarkt ruimer Canada zijn: gaat niet te veel af op advertenties. De reclamewordt. Maar ook als de toestand weder beter i6, moet elke geest is doorgedrongen tot openbare lichamen en zelfs een emigrant dit in het oog houden: dat Canada een nagenoeij gemeente ziet er niet altijd tegenop hare omstandigheden onbepaald aantal landbouwers, doch ten allen tijde slechts gunstiger voor te stellen dan ze zijn om op deze wijze meer een beperkt aantal arbeiders kan gebruiken. Gedurende den inwoners te lokken. Zoo is het voorgekomen dat een gemeente winter kan men zelfs in gunstige tijden niet vast op werk bekend maakte dat er 50 timmerlieden gebruikt konden worrekenen. den, terwijl de timmerlieden, die er waren, niet allen werk Overigens zijn de arbeiders, die zich een plaats veroverd hadden. hebben, tevreden met hun bestaan en zij hebben minder zorIn steden — elke bebouwde kom heet ,,town", stad —• gen dan de farmers. De werkman, zoolang hij verdient, heeft wonen ook allen, die niet met hunne handen werken. De een beter leven dan in Xederland. Hij werkt korter en heeft meesten, die onder deze categorie vallen, kunnen in Canada daardoor meer tijd zich te ontwikkelen en zich met zijn kin- veel leeren, velen kunnen er een bestaan vinden, enkelen er deren bezig te houden; hij voedt zich beter, woont, zoo al niet zich een toekomst scheppen. Een aantal Nederlandsche jonruimer, dan toch minder gedrukt (geen huurkazernes) en gelui zijn werkzaam aan Canadeesche banken. Maar in het heeft beter gelegenheid van zijn werkloon over te leggen. Een algemeen kan ieder, die geen handenarbeid wil verrichten, allereerste eisch is dat hij niet drinkt. Alcohol heeft in de voor hij naar Canada gaat bedenken dat het land hem niet Nieuwe Wereld, zoo mogelijk, nog schadelijker uitwerking noodirj heeft. Voor bekleeden van intellectueele betrekkingen dan in de oude, vooral op vreemdelingen. Café's bestaan niet; komt allereerst in aanmerking de generatie, die daartoe in alles wordt «taande aan een toonbank zoo snel mogelijk naar het land zelf wordt opgeleid. binnen geslagen, zoodat ook de verontschuldiging van gezelOnderwijs. ligheid voor het drinken vervalt. Daarentegen zijn in alle steden verscheidene net ingerichte winkels, waar limonade, De regeling van het onderwijs berust geheel en al bij de ijs en andere verfrisschende dranken verkocht worden. besturen der provinciën en is dan ook, zooals te verwachten De Nederlandsche werkman moet er op voorbereid zijn dat, is, verre van eenvormig. Het eenige, wat men schier in alle zelfs als hij er in slaagt werk te vinden, zijn handen in den provinciën terugvindt, is eene verdeeling in districten, de beginne verkeerd staan. Wij nemen aan dat hij Engelsch instelling van eene schoolcommissie voor elk district en de geleerd heeft, maaT toch zijn ettelijke vakuitdrukkingen hem uitoefening van toezicht van overheidswege door inspecteurs. Het kan voorkomen dat men zich met zijn gezin nederzet vreemd. Hij was een j^oed vakman in zijn land, maar hij bemerkt dat in Canada anders gewerkt wordt. Vlugger, min- in een streek, waar nog geen school gevestigd is. In Manitoba der nauwkeurig en degelijk wellicht, maar practisch en zoo kunnen de bewoners van zoo'n streek de vorming van een dat het werk zoo min mogelijk arbeidsuren vereischt. Aan schooldistrict verzoeken aan den raad der gemeente of gedit alles moet hij zich weten aan te passen. De metselaar meenten, waarin die streek gelegen is. Is het ongeorganiseerd moet leeren van binnenuit een muur op te trekken, de tim- land, dat nog niet in gemeenten verdeeld is, dan wendt men merman met vervaarlijke snelheid een beschot in elkander zich tot den inspecteur, waaronder die streek ressorteert. Zoote hameren; de stukadoor krijgt latten in plaats van riet om dra er een school van overheidswege is opgericht, betalen de de specie tegenaan te strijken. Voegt hierbij dat de maten bewoners belasting — schooltaxes — onverschillig of zij al vreemd en ingewikkeld zijn, dat alle afmetingen door andere dan niet van de publieke school gebruik maken. Ook degenen, getallen uitgedrukt worden en alle voorwerpen andere namen die hunne kinderen naar eene bijzondere, b.v. een Kathohebl>en dan men gewend is. De schranderen slaan er zicli lieke, school zenden, moeten dus bijdragen tot instandhoueerder door, maar, kort of lang, een moeilijken tijd hebl>en ding van de openbare school in hun district. in den beginne allen. In Manitoba bestaat geen leerplicht. Om aan te toonen hoe goed de Canadeesche arbeider het In Saskatchewan en Alberta moet de eerste school, die in heeft, worden wel lijsten gepubliceerd van de loonen en op- een nieuw-gevormd district wordt geopend, altijd de openliet leren 'm de steden.
bare school zijn, hetzij de meerderheid Protestant of ien. Waar 10 kinderen in een district zijn, die niet Kngelsch Katholiek is. Wordt een tweede school in zoo'n district ge- als hun moedertaal spreken, kan een tweetalig systeem op opend, dan is dit vanzelf een bijzondere school en wel in aanvrage van de belanghebbenden a/orden ingevoerd. PracProtestantsehe districten een Katholieke en in Katholieke tisch wordt van deze clausule in de schoolwet weinig gebruik districten een Protestantsehe school. De meerderheid betaalt gemaakt, behalve in
ehoeve der openbare en de minderheid ten waar Fransch, Duitsch en Rutheenaoh met Engelsch afwisbehoeve der bijzonder school. Hier is dus openlijk een systeem selt. Het onderwijs in laatstgenoemde taal is v;ial< gebrekkig, van segregatie erkend, hetgeen in Manitoba door de schooldaar het uiterst moeilijk is goede tweetalige onderwijzers te wet in beginsel verboden wordt. vinden. Met name geldt dit voor de Franeehe particuliere In Saskatchewan zijn schoolplicbtig volgens de wet alle en kloosterscholen. De onderwijzers en onderwijzeressen bekinderen van 7—13 jaar gedurende minstens 100 of 150 dagen hoeven niet dezelfde kennis van het Engelsch te hebben als in het jaar naar gelang van den afstand, waarop zij wonen." die in een Engelsche school doceeren en de inspectie geEcbter kan ook door huisonderwijs in de instructie van het schiedt door Fransch sprekende inspecteurs. De openbare kind voorzien worden zoodat in de practijk geen schoolplicht, scholen van Winnipeg zijn, niettegenstaande zijne gemengde maar wel leerplicht bestaat. bevolking, alle eentalig. Duitsche en Poolsche tngesetenen Ook in Alberta is leerplicht voor kinderen van 7—13 jaar. hebben wel eens tweetalig onderwijs gevraagd, maar die aanI n beide provinciën bestaat geen dwang ten aanzien van vragen zijn nooit met aandrang gehandhaafd. kinderen, die op grooten afstand van de school wonen, in SasI n Saskatchewan is het gebruik van een andere taal dan katehowan meer dan 2Ï- mijl, in Alberta meer dan 2 mijlen Engelsch als middel van instructie beperkt tot Fransch en voor kinderen onder 10 jaar en meer dan 3 mijlen voor kiti- ! dan nog enkel in de districten, waar dit dooi' de sehoolcomderen van 10 jaar of ouder. missie wordt toegestaan, en alleen in den begincursus. waarOp de plattelandsscholen kan men niet even goed onder- i onder men in de practijk de laagste twee klassen verstaat. wijs verwachten als in de steden, waar gemakkelijker leer- Ook daar worden de Fransch-f'anadeesche leerlingen echter krachten te verkrijgen zijn, en vergeleken met ons vaderland niet uitsluitend in het Fransch onderwezen, maar gelijktijdig laat over bet geheel de deugdelijkheid wel iets te wenschen i in het Engelsch, zoodat in de derde klasse het onderwijs over. W a t intusschen voor kinderen van Nederlandschc I nagenoeg uitsluitend in de Engelsche taal kan plaats hebl>en. ouders, die thuis hun moedertaal spreken en toch hun be- E r zijn ongeveer honderd Fransche scholen in Saskatchewan; staan zullen moeten vinden in een Engelsch-sprekend land, Engelsch schijnt daar goed onderwezen te worden, daar de van overwegend belang is, is het onderricht in de Engelsche onderwijzer hetzelfde radicaal moet hebben als hetgeen voor taal. Daarom moet in het belang der kinderen gewaarschuwd een Engelsche school verlangd wordt en de inspectie plaats worden tegen de vestiging in een tweetalig district, waar het heeft door Engelsch sprekende inspecteurs. Engelsch vaak gebrekkig wordt onderwezen. De eene proAls vak van onderwijs mag een andere taal dan Engelsch vincie staat hierin bij de ander ten achter; wij zullen in het r gedoceerd worden des namiddags tusschen 3 en 4, echter uitkort de diverse regelingen nagaan. sluitend aan die kinderen, wier ouders of voogden zulks verI n de maritieme provinciën zijn alle scholen publiek. Er langen. Deze laatsten moeten ook de kosten betalen. zijn Fransche tweetalige scholen, maar de tweetalige onderOnder deze clausule wordt aan verschillende scholen wijzers moeten dezelfde qualificatie voor Engelsch hebben als Rutbeensch onderwezen, maar dit mag natuurlijk nooit wordie in Engelsche scholen. den gebruikt als middel van onderwijs. Behalve van 3—4 I n Quebec zijn de schooltoestauden verre van gunstig. De mag op deze Rutheensche scholen niet anders dan Engelsch meeste scholen zijn Katholieke Fransche scholen, waar ! gesproken worden. De onderwijzers zijn intusschen doorgaans Engelsch niet of nagenoeg niet onderwezen wordt. De pu- Ruthenen, zoodat hun Engelsch, ofschoon zij daarin examen blieke scholen zijn verdeeld in Katholieke en Protestantsche, j hebben afgelegd, niet gelijkstaat met dat van inheemsebe welke ieder onder een afzonderlijk comité staan. Er bestaat onderwijzers. Evenals in Manitoba, is ten behoeve van de geen leerplicht en in 1901 waren er meer dan 250 000 anal- vreemde nederzettingen een kweekschool opgericht voor buiphabeten. Volgens de laatste opgaven was dit aantal in 1911 tenlandsche onderwijzers. tot ruim 217 000 gedaald, d. i. iets meer dan 1/10 der beI n Alberta geldt hetzelfde systeem als in Saskatchewan. volking. E r bestaat een kweekschool voor Rutheensche onderwijzers I n Ontario waren volgens de laatste schatting van 2 523 274 te Vegreville. In de Fransche districten schijnt goed Engelsch inwonen 202 442 Fransch Canadeesch, dus 8 %. De Fransen onderwezen te worden. Briidsh Columbia is de eenige provincie, die streng eenCanadeezen vormen de meerderheid langs de benedenloop van de Ottawa-rivier en in drie of vier oostelijke counties. talig is in haar onderwijsstelsel. Op alle openbare scholen Er zijn er verscheidenen in het zuidwesten van Oud-Ontario i wordt uitsluitend Engelsch gesproken. (Kent en Essex) en in de nieuwe nederzettingen van Xoord- | De toekomst der kinderen. Ontario. Over het stelsel der tweetalige scholen bestaat groote ontevredenheid. De beschuldiging werd geuit dat de kinderen Een homesteader, gevestigd op een afgelegen plaats, waar er noch Engelsch noch Fransch behoorlijk leeren. De llegee- j geen school was, beklaagde zich tegenover den schrijver van ring heeft daarop een onderzoek ingesteld en voorgeschreven I dit opstel dat het hem voor zijne kinderen speet Nederland dat Fransch als middel van onderwijs alleen mocht worden ! verlaten te hebben. Hij onderwees hun zooveel hij kon, maargebruikt in de laagste klasse en als vak van onderwijs in de j zij misten de geregelde leiding van een school. hoogere klassen niet meer mocht worden gedoceerd dan 1 uur Andere ouders met kleine gezinnen vinden liet leven op per dag en alleen aan de leerlingen, wier ouders of voogden de hoinesteads te eenzaam voor de kinderen. zulks begeeren. Een strengere inspectie werd ingevoerd, maar In den regel kan men echter aannemen dat elke humestead in sommige districten kwam het tot een georganiseerd verzet binnen het l>ereik van een school ligt of zal komen te liggen. — de schoolcommissies weigerden de instructies uit Toronto Door den invloed van de school en de schoolkameraden groeien uit te voeren en de kinderen kregen last de school te verlaten, de kinderen geheel op als Canadeezen. Er zijn kinderen van zoodra de inspecteur zich vertoonde. Xederlandsche ouders, die geen Xederlandsch willen of kuuIn Manitoba zijn de niet-Engelsch sprekende bewoners nen spreken, en een vader deelde mede dat hij zich eerst tereveneens grootendeels Fransch-Canadeesch (30 944 van do dege op het Engelsch had toegelegd, toen hij l>emerkte dat 455 014, dus 6,8 pet.). Verder zijn er een aantal Meniioniti- j hij zijn eigen kinderen niet verstaan kon. De kinderen, ook die in Europa gel>oren zijn, maken zich sche en Galicische nederzettingen, zoodat de tweetaligheid in het onderwijs ook niet beperkt is tot de Fransch-Canadee- de taal veel sneller eigen dan de ouders; in verscheidene
II
gezinnen zijn bel de kinderen, die xic-Ji weien uit te drukken en in staat zijn JiII 11 vndcr en moeder door moeilijkheden been te belpen voorderen nogeenig begrip van bei Engelscb hebben.
Voor
ten er niettemin aan dat de moedertaal niet verwaarloosd wordt; /ij leeren dikwijls met groote moeite en inspanning hunnen kinderen lezen en schrijven en weten zoodoende hij
dezen nog eenige belangstelling gaande te bonden voor hun stamland. Maar de derde generatie is onherroepelijk van Nederland vervreemd. In een land, waar zieli zooveel gelegenheden voordoen voor wie wil welken, behoeven de ouders geen zorgen te bebben
over de toekomst hunner kinderen. Doordat dezen als Canadeezen opgroeien, is liet allereerst voor ben dat die gelegenbeden openstaan. En zij leeren van jongs at' dat werken 1100dig en goed is en elke eerlijke arbeid wordt gerespecteerd. Niemand is ooit iets minder om zijn beroep, maar de leeglooper is verachtelijk. De boer behoeft geen angst te hebben dat hij zijnen kinderen geen land kan nalaten; daaraan is in afzienbaren tijd nog geen gebrek. De handwerken betalen goed, zooals wij gezien hebben, maar op arbeid is niet altijd te rekenen. Groote behoefte bestaat aan onderwijzers en onderwijzeressen. Ten slotte is het voor degenen, die in Canada grootgebracdit zijn, gemakkelijker plaatsing te vinden op een handelskantoor. Oostelijk en wettelijk
Vtm (Je prairie.
Bovenstaande l>eschouwingen gelden in de eerste plaats voor het Westen, voor de prairie. In het Oosten had schrijver dezes geen gelegenheid de toestanden op het platteland waar te nemen. Voor de steden geldt dat bet loon er lager en het leven goedkooper is dan in de steden van het Westen. In het Verre Westen, tusschen het Rotsgel>ergte en den Stillen Oceaan, ligt de provincie British Columbia. Het Oostelijk gedeelte is bergachtig en rijk aan mineralen, de Westelijke kustzoom was in vroegere jaren bedekt inet oerwoud, dat thans gedeeltelijk gekapt is. Het .klimaat is gematigd, de uitersten van koude en hitte, die de prairie kenmerken, vindt men er niet terug; de regenval is aanzienlijk.cn de lucht vochtig als in de landen aan de Noordzee. In British Columbia zijn geen homesteads van Rijkswege te verkrijgen. Wel geeft het provinciale gouvernement zoogenaamde preemptions uit van 160 acres (waarvan intusschen in de bewoonde streken nagenoeg geen meer over zijn) en bet verkoopt land (niet meer dan 640 acres aan denzelfden persoon) tegen •# 10 of $ 5 (afhangende van de soort) per acre of geeft het in erfpacht uit. Om een preemption op te nemen moet men zicli als Britsch onderdaan laten naturaliseeren, om bind te huren of te koopen is dit niet noodig. Vaak is er weinig of niets van het land bekend en moet men het zelf gaan zoeken en afbakenen. Het land in de bewoonde streken van British Columbia, om de steden en in de zoogenaamde vruchtenvalleien (Koote-
nay, Nelson, Okanagan, Kamloops) is buitengewoon duur. Het aanleggen van een boomgaard vereischt veel kapitaal en het onderhoud een groote mate van zaakkennis en arbeid. Houdt men daarbij in het oog dat de loonen hoog zijn, dan is het gemakkelijk te hegrijpen dat niet iedereen van ,,fruitr a n c h i n g " een succes maakt.
De sleden, de mijiiueikers- en houthakkerskampen en de itoombootdiensten op de meren en rivieren zijn groote afnencers van zuivelproducten en eieren. Kaas wordt in geheel British Columbia nagenoeg niet gemaakt daartoe is de melk te moeilijk verkrijgbaar. Het Noordoosten van British Columbia en het Noordwesten van de aangrenzende provincie Alherta wordt ingenomen door het stroomgebied van de Peace lliver. Hierheen is de laatste jaren een sterke immigratie gericht geweest. Ofschoon de
spoorwegverbindingen nog ontbreken en tarwehouw op groote schaal vooralsnog onmogelijk is, heeft men de overtuiging dat het land daarvoor even geschikt is als de Zuidelijke prairie. W a t de zon in deze Noordelijke streken in kracht te kort schiet, wint zij in de lengte van de zomerdagen. De winters zijn in het Noordoosten van de prairie minder koud dan verder Oostelijk. Voor het tegenwoordige is bet zoogenaamde ,,Peace-Riverdistrict" bij uitnemendheid een streek voor veeteelt. Slotopmerkingen. Wanneer al bet voor en tegen van Canada kon worden overwogen, zou ten slotte nog altijd dit te zeggen zijn: het is het land der mogelijkheden. E r is ruimte voor ieder om aan den dag te brengen wat er in hem schuilt, gelegenheid voor den schrandere, kans voor den stoutmoedige. Wie zich in Nederland vrij kan hewegen, blijve daar. E r is voor hem in Canada niets te winnen. Wie in Nederland achterlijk is, niet uit gebrek aan gelegenheid, maar aan capaciteit, blijve daar. E r is voor hem in Canada niets te winnen. De immigratiewet sluit idioten, zwakzinnigen, besmettelijk zieken, gebrekkigen enz. van toegang uit. Maar wie er over denkt te emigreeren behoort strenger te zijn voor zichzelf dan de wet. Hij moet de overtuiging hebben: ik zou bet wel verder brengen in de wereld als ik maar gelegenheid had. Laat zoo iemand naar Canada gaan om de gelegenheid te vinden. Welke eigenschappen zijn noodig om succes te hebben? Gezond verstand, doortastendheid en opgewektheid. W a t aan sommigen het succes brengt is een zekere intuitie, een instinct om de kans waar te nemen, de moed om zonder aarzelen te Keggen: daar zie ik iets in, dat wil ik wagen. Maar wie deze intuitie heeft waagt met overleg. Hij kent de omstandigheden, weet wat normaal de uitslag moet zijn en riskeert alleen de kans van het abnormale. Alles hangt af van eigenschappen en van methode. Men boort herhaaldelijk de opmerking dat degenen, die zonder geld komen, ten slotte bet beste af zijn. Het is niet moeilijk voorl>eelden aan te halen van arme immigranten, die arm blijven, en van immigranten met kapitaal, die voorspoedig zijn. Maar dat neemt niet weg dat tegenspoeden een nuttige leerschool is voor wie de cir/en*chappen bezit eu de methode aanwendt om ervan te profiteeren. Ieder, die er over denkt zich in te schepen, behoort zich vooruit twee dingen af te vragen: ,,ben ik geschikt?" en ,,beb ik mij voldoende voorbereid"? Het is de bedoeling van dit opstel geweest meerderen ertoe te brengen zich die vragen te stellen en hun eenige aanwijzingen te geven voor de beantwoording. Winnipeg, Juli-Augustus 1913. F . E.
H.
GHOEXMAN.
Bijlage A.
(Staatabegrootlng voor bel dienstjaar 1'J14. 2. IJl.
KIJLAUKN.
Tweede Kamer. «
Eenige loonen in de bouwvakken.
Onkosten van de bewerking van het land in Manitoba (per acre.) Ploegen van stoppelland i) Eggen (3 keer) Zaaien : Zaad Aanstampen (packing) Maaien 3 pond biudgaren Dorsehen van 20 bushels 2 ) Vervoer van 20 bushels naar liet station (£ dollarcent per bushei per mijl) stel 5 mijlen Totaal
$
2,— 0,75 0,50 1,50 0,50 0,75 0,30 1,60 0,50
$
8,40
') De eerste bewerking, het zoogenaamde breken, van de maagdelijke prairie kost 9 4 ad 5 per acre; wanneer er bosch te rooien valt, meer. 2 ) Door elkander rekent men op 20 bushei per acre, die in Manitoba 80 ad 90 c. per bushei opbrengen. Verder westelijk is de zuivere opbrengst, door de hooge vrachten naar Winnipeg en Fort William, geringer.
Steenhouwers Metselaars
Timmerlieden Stukadoors Schilders Loodgieters
Sjouwen Voerlieden met 1 paard en kar Voerlieden met 2 paarden en wagen
.Manitoba
Ontarla
Qnebeo
per uur (werktijd 10 uur per dag).
per (lag van 10 uur.
per dag van 10 uur.
Dollar. 0.60 0.65 0.40 0.(50 0.85 0.45 0.25
Dollar. 4.— 4.— 4.3.— 3.50 2.25
Dollar. 4.— 4.50 2.50 4.— 2.50 3.— 2.—
0.35
3.—
2.50
0.50
4—
4—
8.—
PRIJZEN Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen. 1913—1914.
Prijzen van eenige levensbehoeften gedurende Juni 1913.
Bun* Schapen* Varkena- Spek vlt'csrh
vIlTS'll
vlresrh
p. II..
|>. Ib.
p, tb.
Dollarcent
p. ii..
DoUaicML Dollarcent
Yisrh
Reuzel
„• Bieren Molk
p.
Boter
Kaas
Brood Meel Boonen Suiker
Aard_ . TT . . .. Petro- H u u r Huur TI T L ^ t-
p. 11.. p. ii.. p. Ui.
p. Ib.
p. lii.
DoBar. I>nll;ir- DoUar- Dollar. Dollar IVllt. oent cent cent rent.
Dollarcent.
Mliirivnl.
DoBar. DoBar. DoHarcent cent rl'llt.
p. 11..
p. 11..
P.008.
I'"llar-
DoBar.
'Vllt.
r.-lll.
q u a r t
p.lb.
D.illar'•'-nt.
Dollar.
Dollar.
DoDar-
Dollar.
DoBar.
cent.
llalifax. .
10—24
20
18
28
6—1(1
18
30
8
30
80
3'.
8
5
80
40
90
7,25
3,50
88
80
12
8 t John.
14—24
18
18
24
10
80
25
8
30
20
H
6
5i
40
40
105
7—
i -
80
9
8
Kontrea].
15—25
22
28
25
9—181
80
28
8
83
22
5
5
40
35
125
7,75
8,-
14
14
12
Toronto .
12—20
15
18
22
13
18
25
9
26
80
3',
5
5
25
25
100
7.50
5,50
88
23
20
Winnipag
16—25
24
22
35
154
18
25
l(i
35
38
5
5
«i
86
35
90
11,10
6,-
86
30
18
m
8*
Begin*. . .
18—25
25
25
32
15
20
25
10
25
80
4i
8f
O
•ij
35
35
140
13,25
8,00
80
40
25
Saakatoon
15—25
86
18
25
25
20
30
ld
30
25
81
4
«H
7
40
40
90
14-
6,50
80
45
35
Calgary. .
18—25
28
88
30
18
80
25
10
25
80
8|
8»
8
6}
35
30
90
8,-
4,-
35
86
80
Edmonton
15—30
88
88
88
20
80
25
10
30
20
5
8|
7
6
40
40
135
4,75
30
35
86
Vancouver
20—25
80
30
15
17
40
10
30
20
8*
BI
5
8*
33
88
50
35
88
18
i dolkreent is 24, cent Nederlandsen. 1 1 1 1 1 1 I
dollar Ib.(pound) quart bushel ton cord gallon
, „ „ , „ .. ..
fl 2,50 0,46 K . C 1,13 L. 0,36 H.L. 907 K.(i. 3.63 Stère. 4.54 Liter.
(*) (")
3,-
W o n i n g m e t watert, en g e m . Idem m e t 6 k a m e r s in arbeiderswijk zonder waterl. en g e m .
ALFABETISCHE INHOUDSOPGAVE.
Bladz.
Blad».
A rbitrage
4
Argentinië (Nederlandsche School te Duenos-Aires ,, (Xederlandsche School te Tres Arroyos Australische Scheep va art wet
6 6 15
Ilalkau-oorlog Bedevaartzaken België (grensregeling hij Baarle-Nassau en BaarleHertog) '. ,, (Nederlandsche Christelijke School te Brussel) . ,, (terugleiding van minderjarigen) Brusselsche Zeerechtconferentie
4 14
Chili (consulaire conventie voor de Koloniën) Conferentie te Brussel nopens internationaal zeerecht ... ,, ,, 's-Gravenhage nopens opium ,, ,, Parijs nopens onderstand aan vreemdelingen Consulaatrechten Consulaire Dienst Consulaire Conventies voor de Koloniën Cuba (consulaire conventie voor de Koloniën) Diplomatieke Dienst Duitschland (cursussen voor Xederlandsche kinderen in Pruisen) ,, (uitleveringsverdrag met) ,, (vestigingsverdrag met) ,, (wederzijdsche erkenning van plombeerzegels op handelsmonsters)
23 8 22 14 3 14 14 14 2 2 4 3 1 10 24 23 18
Engeland (behandeling door de Staten der Suikerunie) .
19
Frankrijk (toepassing Schepenwet) («rensregeling bij Baarle-Xassau en Baarle-Hertog Handels- en fabrieksmerken (schikking met Luxemburg) ,, ,, scheep vaartverdrag met Noorwegen Ha ndelsreizigers Landbouw en Veeteelt Landverhuizing Liberia (palmolie-concessies in) Luxemburg (schikking betreffende de bescherming van liandels- en fabrieksmerken)
15 23 18 17 18 15 20 18 18
>l B rok ko
•'(
,, (handel op) Mexico (consulaire conventie voor de Koloniën)
17 3
Nederlanders en Nederlandsche werken in den vreemde . Xederlandsche Christelijke School te Brussel ,, cursussen in Pruisen ,, school te Buenos*Aires ,, ,, ,, Tres Arroyos Noorwegen (handelt* en scheepvaartverdrag met)
13 8 10 4 6 17
Op Miniconferentie
14
Panama (consulaire conventie voor de Koloniën)
3
Scheepvaart, Handel en Nijverheid Schepenwet (schikking met Frankrijk nopens de toepassing der) Studiereis eener Amerikaansche Commissie Suikerunie (behandeling van Engeland door de Staten der) Tentoonstellingsverdrag Terugleiding van minderjarigen Timor Turkije (behandeling van monsters reizigers)
15 15 15 19 19 22 4
van
handels18
Uitleveringsverdrag met Duitschland
24
Vestigingsverdrag met Duitschland
23
Wisselrechteonf erentie
14
Zweden (overeenkomst betreffende onderstand aan schipbreukelingen)
19
B IJ L V G E N. A. B. C.
Slotprotokol der tweede Internationale conferentie van 1913
Opium-
Bedevaartverslag 1912—1913 van den Consul te Djeddah
27 30
Verslag van den aspirant-vice-consul mr. GHOEXMAX betreffende de vooruitzichten van Neder*
landen in Canada
38