Tweede Kamer.
Bijlagen. 2. Staatsbegrooting voor het dienstjaar
4870. IVde H O O F D S T U K
A.
MEMORIE VAN BEANTWOORDING.
N°. 127.
§ 1. Ter wederlegging van do bedenkingen bij verscheidene leden gerezen tegen het regeringsbeleid van den ondergeteekende, heeft hij slechts weinig te voegen qij hetgeen hun reeds door anderen werd geantwoord in de afdeelingen der Kamer. Reeds spoedig na zijne optreding aan het hoofd van het Departement van Justitie, gaf de ondergeteekende to kennen, dat het zijn streven was de wet van 31 Mei 1861 (Staalsblad n°. 49) zoo spoedig mogelijk geheel en in de hoofdzaak onveranderd in werking te doen treden. Die verklaring werd ' herhaald in § 2 der Memorie van Beantwoording van het Voorloopig Verslag over de begrooting van zijn Departement voor het dienstjaar 1869. Daarbij werd toon tevens opgemerkt, dat de genomen proeve om, in afwachting van eone algemeene herziening van het Wetboek van Strafvordering, daarin voorloopig alleen d : o wijzigingen te brengen, welke tot de invoering der nieuwe regterlijke inrigting noodzakelijk w a r e n , met geen gunstigen uitslag was bekroond. De wederindiening der reeds herhaaldelijk aan het onderzoek der Kamer onderworpen wets-ontwerpen tot vaststelling van een nieuw Wetboek van Strafvordering werd dan ook toen reeds aangekondigd, en zij kan dus niet wel gelden als een bewijs van eene weifelende houding ten aanzien der aanhangige vraagstukken. Evenmin mag de ondergeteekende toegeven, dat hij is mcdegegaan met hot in de Kamer vrij algemeen voorgestaan gevoelen, dat partiele wijziging der bostaande wetboeken hot beste middel zoude zijn om tot eene hervorming van het regtswezen te geraken. Dit gevoelen toch was het zijno reeds dadelijk bij zijne optreding, en hij heeft daarvan het bewijs geleverd door do toen aanhangige voorstellen tot fragmentarische verbetering van de burgerlijke regtsvordering bij de Kamer to laten , en ze bij den aanvang der volgendo zitting op nieuw in to dienen. Noch die wederindiening, noch de aanbieding van nieuwe voordragten tot partiele wijziging onzer wetboeken, noch de voorbereiding van andere, die binnen kort aan het oordeel der, Kamer zullen worden onderworpen, bewijst dus eenige weiteling in des ondergeteekenden denkbeelden over de herziening van ons regtswezen. Kort zamengevat komen zij hierop neder. De eindelijke invoering der reeds sedert 1848 verwacbte en tot nu toe alloen op het papier tot stand gekomen nieuwe regterlijke inrigting moet op den voorgrond staan. Alle krachten moeten daarheen gerigt worden om deze binnen zoo kort mogelijken tijd in werking to brongen. Eerst daarna kan eone algemeene herziening van de burgerlijke regtsvordoring en van het strafregt met vrucht worden ondernomen; maar in dien tusschentijd belet niets bij bijzondere wetten gedeeltelijke verbeteringen aan te brengen zoowel op dit gebied als op dat van het burgerlijk en handelsiogt.
I gevoelen der Regering in het laatste jaar niet veranderd. | ï)e zaak is intusschen niet aan de orde, en de ondergeteekende acht het daarom ook thans niet wenschelijk daarover in uitweidingen te treden. Zoo min als vroeger kan hij toegeven, dat de j u r y een noodzakelijk bestanddeel uitniaakt van het constitutionele stelsel Veel meer dan van een bepaalden staatsvorm moet haar bestaan afhankelijk zijn van de gevestigde volksovertuiging. Waar deze alloon bevrediging vindt in de uitspraak van gezworenen , is zij voor de regtszekerheid onmisbaar. Van zoodauige overtuiging zijn in Nederland zelfs geene sporen te vinden. § 3. Het is niet duidelijk waardoor do schijn kan zijn ontstaan, dat do Regering zich op dit oogenblik voorstelt de vaststelling van een nieuw Wetboek van Strafregt. Het tegendeel volgt niet alleen uit het boven aangevoerde, maar bleek ook reeds uit het antwoord op het begrootingsverslag van 1869, waar (§ 1) onder meer werd gezegd, dat de aanbieding van een zoo omvangrijken arbeid aan de StatenGeneraal niet wenschelijk werd geacht, voordat het lot van het Wetboek van Strafvordering en van hetgeen verder noodig is tot invoering der nieuwe regterlijke inrigting beslist zal zijn. Bij de toezegging van wets-ontwerpen tot verbetering van het strafregt in de Troonrede, had de Regering dan ook geen algemeene herziening maar alleen partiele verandering van het geldende regt op het oog, en meer bepaaldelijk een voorstel tot afschaffing der doodstraf, dat binnen weinige dagen bij do Kamer zal inkomen. Ook op de bepalingen omtrent do zamenspanning van arbeiders tegen huune meesters blijft de aandacht der Regering gevestigd, maar hot wordt door haar betwijfeld of het thans een geschikt oogenblik is om daarin wijzigingen te brengen. Van do wet van 22 Germinal au X I relative aux roanufactures, fabriques et ateliers, schijnen nog slechts enkele bepalingen van kracht.
Hoe wenschelijk de afschaffing van allo hier te lande geldende wetten van Franschen oorsprong ook zij, het blijft de in het antwoord op het Voorloopig Verslag over do begrooting van zijn Departement voor 1869 (§ 1) reeds uitgedrukte overtuiging van den ondergeteekende, dat zij niet kan plaats hebben bij ée'n algemeonen maatregel, maar alleen partieel, al naar mat^ eene nieuwe wettelijke regeling van bepaalde onderwerpen door de Grondwet of door het algemeen belang wordt geëischt of' de noodzakelijkheid der afsehalfing, ook zonder daarvoor in de plaats tredende nieuwe regeling, stellig blijkt. Wat in het bijzonder betref't de intrekking van den Codo R u r a l , het daartoe in 1866 gedaan voors'el vond een weinig gunstig onthaal. Men zal echter gaarne overwegen of het wenschelijk is deze zaak, met gebruikmaking van het over het vroeger ontwerp uitgebragt Voorloopig Verslag, op nieuw aan de orde te brengon. § 2. Het behoeft-na het voorafgaande naauwelijks te Een ontwerp van wet regelende do huishouding en de worden gezegd, dat de Regering deelt in het gevoelen dei- tucht op de koopvaardijschepen is sedert geruimen tijd leden, die meenden dat de wet van .'il Mei 1861 nog be- pereed. Daar dize nieuwe regeling intusschen bestemd is hoort te worden ingevoerd zoo als zij daar Ugt, behoudens om ook to werken in de koloniën en bezittingen van het echter enkele wijzigingen , die op het stolsel dier wet geen Rijk in andere werelddeelen, zijn do adviesen der koloniale inbreuk maken. De mogelijkheid of de wenschelijkheid om. autoriteiten ingewonnen, die, naar men zich vleit, binnen alvorens verder to gaan met de voorbereiding der wets- kort kunnen worden te gemoet gezien. ontwerpen, welke tot die invoering noodig zijn, het geDo vraag of do zoogenaamde Zondagswct behoort te voelen der Kamer dienaangaande in te winnen, kan hier worden ingetrokken maakt bij do Regering een onderwerp buiten onderzoek blijven, daar de bedoelde ontworpen op uit van zeer ernstige overweging. Do klagten over de dit oogenblik reeds niet alleen voorbereid maar zelfs vol- ongelijkmatige toepassing, die vooral zijn gerezen naar aantooid zijn. Do ontworpen van een nieuw Wetboek van leiding van de verschillenda inziglen der plaatselijke beStrafvordering berusten bij de Kamer; eene VOOrdragt om sturen ten aanzien van de hun bij art. 4 toegekende behet Wetboek van Burgerlijke Regtsvordoring in overeon- voegdheid, kunnen zoolang de wet geldt door geen algemeene stemming te brengen met «do wet van 1861 zal binnen wei- voorschriften van Regeringswege worden opgeheven. nige dagen worden ingediend, en het ontwerp cener nieuwe De noodzakelijkheid ecner politiewet wordt niet ontkend, regterlijke indeeling is aanhangig bij den Raad van State. en alleen de overvloed van wetgevenden arbeid aan het Ten aanzien van de regtspraak door gezworenen is het | Departement van Justitie is do oorzaak dat een ontwerp
Bijblad van de Nederlandsche Staats-courant. — 1869 — 1 8 7 0 .
2
Staatsbegrooting voorhet dienstjaar 1870.
Het Verslag bospreokt ook hier ter plaatse de bezoldiging daarvan nog niet in gereedheid kon worden gobragt. Intusschen mag het betwijfeld worden ol de betreurenswaardige der leden van de regtorlijke magt. To regt echter werd ongeregeldheden te Rotterdam in verband staan met het tevens erkend, dat het, bij het vooruitzigt eener nieuwe regterlijko inrigting, thans niet do geschikte tijd is om het ontbroken der bedoelde wettelijke regeling. Hot wets-ontwerp op het krankzinnigonwezen is nog cijlbr dezer bezoldigingen te veranderen. Bij de behandeling aanhangig bij don Raad van State. Hoo wenscholijk eeno van het ontwerp op do regtorlijke indoeling, d a t , gelijk nieuwe regeling van dit hoogst gowigtigo onderwerp ook hierboven reods is gozogd, bij den liaad van Stato aanzij , meent do Hegering echter to moeten opmerken , d a t , hangig i s , zal de gelegenheid daar zijn om dit punt nader voor zoover haar bekend i s , ook onder de bostaande re- to bespreken. geling in do krankzinnigengestichten geon andere personen AFDEEI.ING I I . worden opgenomen en verpleegd dan do lijders, tot wier plaatsing daarin krachtens do wet van don 29sten Mei Do ondergoteokonde gooft do verzekering dat, indien 1841 (Staatsblad n". 20) of de artt. 500, 510 on 518 Bur- eouig regtorlijk collegie behoefte heeft aan aanvulling , hem gorlijk Wetboek door dun bevoogden rogter magtiging is niet enkel bij geruchten maar langs officielen weg van verleend. die behoefte blijkt, en de wot die aanvulling toelaat, hij De Regering geeft gaarne too dat eono eindelijke oplos- zijnerzijds hot noodigo zal verrigten om daartoo te geraken. sing van de vraag der opheffing of afkoopbaarstelling van Het is echter duidelijk, dat tijdelijke verhindering van eenig den tiendlast in het belang van den landbouw en de vee- lid van oen regterlijk collegie om zijne functien waar te teelt noodzakelijk is. Van hare zijde zal zij dan ook niots nemen, niet aanstonds tot vermeerdering van het ledental onbeproefd laten om dit hoogst belangrijke onderwerp kan leiden. binnen kort weder bij de wetgevende magt aanhangig te Art. 9. Het doen van exploiten in strafzaken door rijksmaken. veldwachters is een onderwerp dat vroeger meermalen in De Staatscommissie voor de herziening der wetgeving do gewisselde stukken is besproken on nog laatstelijk bij op de eigendomsoverdragt van onroerende goederen , het het Voorloopig Verslag en de Memorie van Beantwoording hypotheek stelsel en het notariaat heeft haren omvangrijken betrekkelijk het IVde hoofdstuk A der Staatsbegrooting arbeid bijna ten einde gobragt. Bij het groot verschil van voor het jaar 1807 onder art. 16 is behandeld. De ondermeening der deskundigen omtrent de inrigting der hypo- geteekende, zich volkomen veroenigende met het toen door thecairo boekhouding heeft dit gedeelte harer taak betrok- oen zijner ambtsvoorgangers gegeven antwoord, meent zich kelijk den meesten tijd gevorderd. Do zamenhang der daaraan te mogen gedragen. afzonderlijke deelen van de haar opgedragen workzaamheArt. 11. De wenschelijkheid tot verhooging der tegoden vordert echter thans , nu de verschillende ontwerpen moetkominü aan do ambtenaren van het openbaar miniszijn afgewerkt, vóór de eindredactie nog oen naauwkenrig terie bij de kantongeregten is insgelijks in vorige j a r e » bij overzigt van het geheel. Deze laatste resumtie kan echter herhaling behandeld, en do ondergeteekende heeft daaromniet veel tijd meer vorderen. trent zijne zienswijze kenbaar gemaakt bij de Memorie van § 4. De mededeeling dat onlangs door de Regering aan Beautwoording van het Verslag over het IVde hoofdstuk A eene coöperative winkelvereenigiDg to Zaandam het gedane der Staatsbegrooting voor 1860 door verwijzing naar do verzoek om erkenning als regtspersoon zoude zijn gewei- beschouwingen van zijne ambtsvoorgangers. De verdeeling gerd is geheel onjuist. De coöperative vereeniging onder der tegemoetkoming heeft plaats gehad bij Koninklijk bode zinspreuk » Help u zelven" is door goedkeuring harer sluit naar de klassen waartoe de kantongeregten behooren statuten als regtspersoon erkend bij Zijner Majesteits be- en dus naar een billijken maatstaf. sluit van den 23ston Augustus 1867, n°. 54, zonder dat AFDEELING I I I . van Regeringswege eenigo bedenking is gemaakt omtrent den verkoop van goederen aan niet-leden. Een verzoek om Ten aanzien oener wenschelijko verbetering der militaire erkenning van eene andere wiukelvereoning te Zaandam is strafregtspleging kan do Regering zich in hot algemeen bij het Departement van Justitie niet bekend. gedragen aan hetgeen dienaangaande is gezegd in het in § 5. Eenige leden konden zich niet vereenigen met het de vorige zitting ingediend antwoord op het Voorloopig stelsel der bevordering van regtorlijke ambtenaren, dat Verslag over het ontwerp van w e t , houdende verandovolgens hen hier te lande werd gevolgd en hierin zou be- ringon in den eersten Titel van het Crimineel Wetboek staan, dat de leden der regterlijko collegien en die van voor hot krijgsvolk te lande , en vervanging van den tweeden het openbaar ministerie als het ware van olkander afgezon- Titel der nieuwe bepalingen. De wenschelijkheid der verderd worden gehouden. Zoodanig stelsel, dat ook bij do botering wordt niet ontkend , maar nu eens de herziening Regering geen bijval zou vinden, bestaat intusschen hier va:i het militaire strafregt aanhangig is , blijft men het te lande niet. Menigvuldig toch zijn de gevallen, dat hier, raadzaam achten deze tot een goed en spoedig einde te even als dit in Frankrijk geschiedt, leden van het opon- brengen alvorens de militaire strafregtspleging en de uitbaar ministerie naar de regterlijke collegien worden over- oefoning der rogtsmagt in militaire strafzaken op nieuwe geplaatst en omgekeerd. grondslagen te vestigen. De vraag of het Hoog Militair Zoo hebben in de meeste hoven een of meer raadsheoren I üeregtshof kan worden opgeheven en of sommige militaire zitting, die tot hunne tegenwoordige betrokking regtstreeks | auditien kunnen vervallen zal dan eerst met juistheid kunuit het openbaar ministerie zijn overgegaan , en omgekeerd ' nen worden beslist. Wat het laatste punt betreft zij nog kan men op al de trappen van het openbaar ministerie, ; opgemerkt, dat er geen noodzakelijk verband bestaat tuszoowel bij de hoven als bij de regtbanken, ambtenaren schen het aantal militaire afdeelingen en dat der militaire auditien. Om beiden gelijk te maken zouden niet minder aanwijzen die vroeger regter of kantonregter waren. Wat do vervanging betreft van aftredende notarissen dan drie van de zeven auditien moeten vervallen, en oen door hunne zoons, zoo kan do verzekering worden gegeven, ingesteld onderzoek hoeft doen blijken , dat daardoor bij de dat de Regering geen aandrang behoeft, om, volgens den vier overblijvende een grooter opeenhooping van werkzaamin het Verslag kenbaar gemaakton wonsch " daarvan geen heden zoudo ontstaan dan in het belang eener goede rogtsregel te maken, maar in elk voorkomend geval op de eisenen pleging , althans zoolang de tegenwoordige wijze van proder dienst te letten". Wanneer men in aanmerking neemt, cederen onveranderd blijft, wenscholijk kan worden gedat zoolang do ondorgetockende de eer heeft aan het hoofd acht. Ook mag niet uit het oog worden verloren, dat van het Departement van Justitie te staan , slechts zeven zoo de beperking van het aantal militaire auditien tot dergelijke benoemingen hebben plaats gehad, dan zal men i eenige bezuiniging zoude leiden , daartegenover zoude staan daarin wel het bewijs gelieven te zien , dat eene schadelijke eeno niet onaanzienlijke vermeerdering van transportkosten familie-regering, als het Verslag bedoelt, door den onder- van beschuldigden , afstandsgelden aan getuigen , enz. geteekende niet in do hand wordt gewerkt. Men bedenke Wat de benoeming betreft van een substituut van den daarbij dat wel de benoemingen algemeen bekend worden, advocaat-fiscaal, hiertoo zou niet kunnen worden overgemaar dat niet bekend worden de veel talrijker afwijzendo gaan zonder wijziging der wet van 4 Junij 1858 (Staatsbeschikkingen , die op verzoeken van den hier bedoelden aard blad HC. 45), waartegen voor 's hands bij den ondergeteeworden genomen. : kende bezwaar bestaat. Toen onlangs de advocaat-fiscaal § 6. De ondorgeteekonde zal zeer gaarne vernemen, op door ziekte verhinderd werd zijne betrekking waar te welko griffien men hier bepaaldelijk het oog heeft. Afwij- nemen , is daarin door het Hoog Militair Geregtshof voorking toch van het tarief voor schrijfloonen en legalisatie- zien op de wijze voorgeschreven bij art. 'J6 van zijne nog kosten zou door de Regering zeer zeker te keer worden geldende instructie van 1814, door de benoeming van een gegaan. Bij het Departement van Justitie zijn echter zoo- ! tijdelijken waarnemer. Aan de tijdelijke waarneming is I geene bezoldiging verbonden. danige afwijkingen niet bekend.
»
Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1870. AFbEELINO I V .
Art. 16. Do herziening van hot tarief van gercgtskosten in strafzaken zal eerst ter sprake kunnen komen na de herziening van het Wetboek van Strafvordoring en de invooring der wet op do regtorlijke inrigting. Dat de schadeloosstelling van getuigen veel to laag zou zijn kan niet worden toegegeven , vooral niet indien de reis geheel of ten deele met versnelde vervoermiddelen kan worden afgelegd. Voor de reis bijv. van 's Gravonhage naar Rotterdam genieten de getuigen f 3 , 5 1 , naar Amsterdam - f 8,85 5, naar Arnhem f 18,425, naar Leeuwarden niet minder dun f 35,435, en zoo vervolgens naar evenredigheid van don afstand. Nu mogo de afgelegen ligging van sommige plaatsen en woningen on gemis aan openbare vervoermiddelen wel eens aanleiding kunnen geven dat enkele getuigen zich ten aanzien der vergoeding in een minder voordeeligen toestand bevinden, en dit is een bezwaar dat zich bij iedere regeling zal doen gevoelen, maar over het algemeen kunnen zij, even als de regtelijke ambtenaren, hunne uitgaven uit do toe te kennen schadeloosstelling wel bestrijden. De belooning der geneeskundigen voor kleinere dienstverrigtingen is niet zóó gering als wel oppervlakkig schijnt, en vooral voor werkzaamheden die bij vacatien mogen worden berekend, is het gedeclareerde honorarium dikwijls zeer aanzienlijk. Bij belangrijke kunstverrigtingon zal hot honorarium misschien niet in verhouding staan met do bewezen dienst, maar bij het tarief zijn allo moeijelijke verrigtingen op ééne lijn geplaatst, en het zou ook bezwaarlijk zijn voor ieder bijzonder geval eene bijzondero bepaling te maken. Bij de vaststelling van oen nieuw tarief zal de zaak echter nader kunnen worden overwogen. De aanstelling van twee of drie geregtelijkc geneeskundigen voor het geheele Rijk acht de oudergeteekende niet wenschelijk. Daargelaten of dit zou zijn overeen te brengon mot het Wetboek van Strafvordering, dat de kouze van deskundigen overlaat aan de regterlijke ambtenaren, zou de maatregel zeer zeker aan oeno spoedige instructie in in den weg staan, en bovendien eene hoogst belangrijko vermeerdering van reis- en verblijfkosten ten gevolge hebben. AFDEELIN'G V .
hij het bovel voerde, oene hut to hebben verstrekt tot beI waring van don wederregtelijk aangehoudene. Iu afwachting van de resultaten dor instructie, weuscht de ondergetookende alleen reeds thans to constateren, vooreerst dat geen dor beklaagden behoort tot de Engelscho politie of liet karakter hoeft van openbaar ambtenaar; ten andere dat do Engelscho Regering, dio aan de zaak goho6l vreemd was gebleven, zich onmiddellijk bereid heeft verklaard om zoo mogelijk tot de invrijheidstelling van l*AMB medo to werken, zijnde hij echter spoedig ontslagen ton gevolge van schikkingen met zijne crediteuren, en eindelijk d a t , hoezeer zoowel ter zake van het vooraf gebeurde te Vlissingen , van waar LAMB op verzoek van den Britschen vice-consul naar don consul te Rotterdam was overgebragt (wolko laatste hem echter dadelijk ontsloeg), als ter zake van, het niet voldoend politietoezigt te Rotterdam de betrokken ambtenaren zijn te regt gewezen , nogtans niet is gebleken dat eenig ambtonaar hier te lande de wederregtelijke wegvoering opzettelijk zou hebben in de hand gewerkt. liet Verslag volgende, ontmoet do ondergeteekende den wensch van eenige leden , dat door de politie overal geregeld mogt worden gelet op het tijdig vertrekken on aankomen der spoortreinen. De ondergeteekende meent, dat dienovereenkomstig wordt gehandeld. De verschillende dienstregelingen worden telkens medegedeeld aan de hoofden der politie , met lust om voor de naleving te doen zorgen , en de afwijkingen der dienstregeling van eenige betoekenis worden voor zoover bekend steeds geconstateerd en , daartoe termen bestaande, vervolgd. De verschillende autoriteiten zullen echter bij herhaling • met nadruk op dit belangrijk punt van politiezorgen worden I gewezen. Gaarne zal voorts de ondergeteekende vernemen , waarop | het beweren is gegrond dat door hem in den laatsten tijd j zonder genoegzame behoedzaamheid aanstellingen van onbezoldigd rijksveldwachter zijn verleend aan ambtenaren van gemeentepolitie. Sedert de in werking-treding van het Koninklijk besluit van 11 November 185G (Staatsblad n°. 114), krachtens welk besluit de bodoelde aanstellingen worden verleend, tot heden, is bij het Departement van Justitie in dit opzigt op dezelfde wijze gehandeld , en wordt nimmer eeno aanstelling van onbezoldigd rijksveldwachter aan gomeontepolitie-beambten verleend zonder dat vooraf een onderzoek is ingesteld omtrent het gedrag en de geschiktheid van den voorgedragen persoon, en inlichtingen zijn ingewonnen bij den betrokken Commissaris des Konings en procureur-generaal. Art. 3 1 , a. Het reeds zoo dikwijls besproken onderwerp der premien voor het doodeu van schadelijk gedierte schijnt voor nieuwe beschouwing niet vatbaar. In don loop van dit jaar zijn echter do bedoelde premien niet uitgelootd. Do uitkomsten daarvan zijn echter nog niet bekend en kunnen dit ook nog niet zijn, zoodat de ondergeteekende zich niet goregtigd acht om het daarvoor uitgetrokken cijfer reeds op de begrooting voor de dionst van 1870 te doen vervallen. c. Hot toezigt op do jagt en visscherij wordt in het algemeen naar behooren uitgeoefend, en zoo er hier of daar soms veel wordt gestroopt, de bekeuringen en vervolgingon blijven niet achterwege. Mogt evenwel het toezigt op de eeno of andere plaats te wenschen overlaten, dan zal het den ondergeteekende aangenaam zijn door nadere inlichtingen in staat te worden gesteld aan gegrondo klagten zoo veel mogelijk op do beste wijze te gemoet to komen. Bij do voorbereiding van eenige noodzakelijke wijzigingen in do wet van 13 Junij 18ö3 [Staatsblad n°. 87) met betrekking tot de visscherij, zal tevens een onderwerp van overweging uitmaken of door eeno iets verder strekkende herziening, do veelvuldige strooperijen niet beter dan thans zouden kunnen worden tegengegaan.
Voor zooveel men heeft kunnen nagaan is de uitoefening van hun ambacht het eenig doel geweest, waarmede de hier bedoelde Zigeuners dit Rijk hebben bezocht. Bij aankomst hier to lande waren zij meestal voorzien van regelmatige buitenlandsche paspoorten: terwijl zij bevonden werden ruimschoots gelden te bezitten en voldoende middelen van bestaan te hebben. Deze vielen dus in de termen van art. 1 der vreemdelingenwet. Wanneer hun die beide, of een dezer vereischten ontbraken , zijn zij steeds onmiddellijk over de grenzen teruggebragt. Zij die werden toegelaten zijn voortdurend door de politie gadegeslagen , om te zorgen dat zij zich niet aan bedelarij of andere misdrijven schuldig zouden maken. De ondergeteekende kan in geeuen deele instemmen met het gevoelen, dat als grond tot herziening der gezegde wet kan worden aangenomen, dat zij ons niet tegen dergelijke bezoeken zou beveiligen. Welke wijziging toch dio wet ook zoude kunnen ondergaan , altijd zou, tenzij men alles wilde overlaten aan willekeur, moeten worden aangenomen dat do vreemdeling, die van voldoende papieren en bestaanmiddelen voorzien is, moet worden toegelaten. Aangaande hot gebeurde met den bedoelden Engelschman LA Mi) is een regterlijk onderzoek aanhangig. Do ondergeteekende meent daarom zich voor 's hands te kunnen bepalen tot de mededeeling, dat door de regtbank te Rotterdam regtsingang met bevel tot dagvaarding in persoon is verleend tegen zes personen, waarvan vier in Engeland en twee in Rotterdam woonachtig, en wel 1". tegen drie hunner ter zake van zonder eenig bevel van de AFDEEI.ING VI. gestelde magten en buiten do gevallen waarin de wet het vatten van boklaagdon toelaat, den genoemden LAMD op l c . In do laatste jaren zijn in het gevangeniswezen do openbare straat te Rotterdam te hebben aangehouden verbeteringen van verschillenden aard tot stand gebragt. en met geweld te hebben gebragt aan boord van eene De inrigting der gebouwen heeft noodzakelijke verandealdaar aan do kade liggende stoomboot, alwaar hij door ringen ondergaan ; het toezigt is in al do gestichten moeten twee hunner zou zijn geboeid en in eene hut nabij de worden uitgebreid. Het was hoofdzakelijk door het geraderkast zou zijn opgesloten; 2°. togen twee hunner tor mis van afgesloten vrouwonkwartieren en gebrekkige zake van zich daaraan te hebben medepligtig gemaakt door verlichting on verwarming, dat de inrigting van vele gehet des bewust mede met guweld aan boord brengen van bouwen te wenschen overliet. Daarin is voorzien zooveel genoemden LAMB; en 3°. tegen een hunner, ter zake van dit naar plaatselijke omstandigheden mogelijk was. In do willens en wetens aan boord van het stoomschip, waarovor huizen vau verzekering en huizon van a r r e s t , waar vroeger
3
4
Staatsbcqrooting voor het dienstjaar 1870.
ook de vrouwolijko gevangenen onder liet toozigt vim be- zakon kunnen plaats hebbon. Noch bezuiniging, noch regolwaarders stonden , zijn allengs bewaarstors aangesteld of inaat zouden door do opheffing der afzondorlijke begrooting is de betrokking van bewaarstor aan de vrouw van den i worden verkregen. De leiding van den arbeid moet, om cipier opgedragen , zoodat tegenwoordig in allo gevange- goldelijk nadeel te voorkomen, en den geleidelijken gang nissen de vrouwelijke gevangenen alleen met vrouwelijke van den arbeid to verzekeren, aan een technisch ambbeambten in aanraking komen. Wijdors is in moer dan tenaar toevertrouwd blijven. In het belang van orde en ééne gevangenis het aantal bewaarders vergroot, omdat tucht kunnen do bevoegdheid en de werkkring van dien hot toezigt over de gevangenen ten eenen male onvoldoende ambtenaar echter in dier voege worden geregeld, dat do was. Overigens zijn de verstrekkingen aan govangenen kommandant van het gesticht zich ook daarin kan doen eenigzins uitgebreid om hunne gezondheid en tevens rein- gelden. De reglementen van cenigo gevangenissen behelzen heid in de gestichten te bevorderen. Door een en ander reeds bepalingen van die strekking on het ligt in de beis reeds veel gebrekkigs weggenomen. Het heeft de kosten doeling om ook in andere huizen do dienst op denzelfden van het gevangeniswezen vermeerderd, doch hot bewerk- voet te brengen. stelligde was zoo zeer noodzakelijk, dat daarvan niet tot Art. 32. De aangevraagde verhooging van het artikel voor vermyding van uitgaven rnogt worden afgezien. Wil men tractemonten, toelagen en belooningen der beambten met met het invoeren van verbeteringen voortgaan , dan valt f' 1509, heeft voornamelijk ten dool, het personeel der beer niet te denken aan het inkrimpen der op dozo waarders in de strafgevangenis voor jongens nabij Doetinafdeeling voorgedragen kosten. Behoedzaam en mot in- chem te vermeerderen. Do bevolking van dit gesticht bestaat achtneming van spaarzaamheid zal echter het aangevangen uit nagenoeg 200 gevangenen, en do ondervinding, verwerk voortgezet worden. Do verbetering, welke nu in do kregen sedert de indienststelling der inrigting, in 1866; eerste plaats do aandacht verdient, is gelogen in het ver- heeft aangetoond, dat negen bewaarders niet bij ma'gte zijn meerderen van de cellen voor oonzama opsluiting, ver- zoodanige bevolking behoorlijk te kunnen bewaken. Eon mits het bestaande aantal doorgaans ontoereikend is voor do gedeelte daarvan werkt in het veld on-bij dien arbeid mag tijdige ten-uitvoerlegging van de veroordeelingen tot die straf. hot toezigt van een bewaarder niet ontbreken. Daardoor Dat er overal dure cellulaire gevangenissen zijn verrozen , voroischt eene strafinrigting, waaraan landbouw vorbondon ook op plaatsen , die welligt niet de zetel van een regter- is, een grooter personeel van beambten , dan eeno gevanlijk collegie zullen blijven , kan den ondergeteekendo niet geuis alwaar do arbeid alleen in zalen of cellen verrigt wordt. Buitendien zal do hedooldo verhooging strekkon tot hot worden geweten. Hij toch hooft deze bij zijn optreden gevonden en is slechts voortgegaan met het voltooijen van verleonen van eenige geldelijke lotsvorbetering aan beambten den reeds onder zijne voorgangers ontworpen on aango- wier bezoldiging thans niet behoorlijk geëvenredigd is aan vangen bouw. Met het oog op de onzekerheid voor het gewigt hunner betrekking of aan den omvang hunner sommige plaatsen , of daar een regtscollegie zal gevestigd werkzaamheden. Bij deze toelichting kan nog worden goblijven, verlangt hij geene voorstellen te doen tot uit- voegd, dat niet dan na naauwgezette overweging en na dat breiding of aanbouw van gevangenissen op zoodanige de onvermijdelijke noodzakelijkheid daartoe is gebleken, plaatsen. Tot deze kunnen echter niet gebragt worden gevolg wordt gegeven aan voorstellen, die het cijfer van hot Arnhem en Leeuwarden, terwijl het van algemeene be- onderwerpelijk artikel doen stijgen, terwijl een voel grooter kendheid is , dat in de oostelijke provinciën van het land aantal is afgewezen dan toegestaan. cellulaire gevangenissen nagenoeg geheel ontbreken. b. Eenige maunden geleden ontstond het vermoeden, Het plan van den ondergeteekendo is om voor alsnog dat het beheer der strafgevangenis voor jeugdige mannelijke niet verder te gaan dan het overbrorgon dor strafgevan- veroordeelden nabij Doetinchem niet naar belmoren werd genis van Leeuwarden naar Medemblik, en het bouwen gevoerd. Een gestreng onpartijdig onderzoek heeft aan het eener cellulaire gevangenis ter plaatse waar thans de straf- licht doen komen, dat aldaar inderdaad verkeordheden gevangenis zich bevindt, alsmede eene to Arnhem. Het hadden plaats gehad, voortgevloeid uit eene onoordeelaantal van 600 a 700 daardoor te verkrijgen cellen is niet kundige behandeling der knapen. De wijze, waarop sommigo zoo groot, dat daardoor op het later al dan niet geven van beambton zich gedroegen jegens de gevangenen, had onder uitbreiding aan het cellulaire gevangenisstelsel, zelfs niet dezen een geest van wrevel en verzet opgewekt, die op de op het Iersche, waarbij in ieder geval ook cellen onmis- dienst eene zeer nadeelige uitwerking had. Aan dezen staat van zaken is een eind gemaakt door de beambten wier baar rijn, wordt vooruitgeloopen. Het onderwijs in do gevangenissen wordt met zorg be- mindere geschiktheid was gebleken, te verwijderen, en hartigd, vooral in het belang der jeugdige gevangenen, op hen te vervangen door personen die bij het gevangeniswier verder levenslot hot onderwijs grooten invloed nit- wezen eene veeljarige ondervinding hadden verkregen, en oefent. In de strafgevangenis, tevens huis van verbetering door hunne antecedenten den waarborg geven dat het en opvoeding, voor meisjes te Montfoort, de strafgevangenis voorgevallene zich niet zal herhalen. voor jongens nabij Doetinchem en het huis van verbetering f. In het huis van opsluiting en tuchtiging te Leemvaren opvoeding voor jongens te Alkmaar, is het onderwijs dan den heerscht sedert de optreding van den kommandant, ook naar eisch geregeld of'word on hiortoe maatregelen ge- die aldaar thans fungeert, onder de gevangenen eene betere nomen. Zoo zai in het gezegde gesticht to Alkmaar, in- stemming dan vroeger Onder do leiding van dien verdiendien de daarvoor in raminggebragte som wordt toegestaan, stelijken ambtenaar zijn voorzieningen van verschillenden aan den ondorwijzer een hulp-ondorwijzer worden toege- aard genomen, om de veiligheid van het gesticht te vervoegd. Het gesticht zal hierdoor eene belangrijke aanwinst zekeren. Voor zooveel de kommandant van eene strafgedoen. Aan de volwassen gevangenen , die slechts kortcren vangenis ontvlugting kan voorkomen, zal dit door den gety'd in de gevangenis moeten verblijven , en zekeren ouder- melde)! ambtenaar ongetwijfeld geschieden. dom niet hebben bereikt, wordt evenzeer onderwijs gegeven. Art. 36. Het onderdeel a, betreffende het onderhoud der Bij deze kategorie van gevangenen echter zijn de uitkomsten gevangenen, is, in vergelijking met het toegestane over van het onderwijs in den regel weinig bevredigend, en hierin 1869, met f 26 000 verhoogd, dewijl in 1870 zooveel meerligt de roden , dat voor het onderwijs te hunnen behoevo der noodig zal zijn voor do bekostiging van de voeding betrekkelijk niet zoo veel wordt gedaan , als voor dat in de ! der gevangenen , zoo do prijzen der levensmiddelen in het gestichten, waarin uitsluitend jougdigo gevangenen worden : volgend jaar nagenoeg gelijk zijn aan die van 1868 en de verpleegd. bevolking der gevangenissen niet vermindert. Deaa;.bestedin2°. Over 1851 zijn de uitgaven wegens den arbeid der gen over 1870 hebben reeds in vele gevangenissen plaats gegevangenen voor het eerst bij afzonderlijke begrootingswet had. De uitslag daarvan levert geen zoodanig verschil op met vastgesteld. De scheiding dezer uitgaven van de begroo- de prijzen van 1868, waardoor op de aangevraagde verhooting betreffende het Departement van Justitie heeft destijds ging kan worden teruggekomen. Ook do onzekerheid of het plaats gehad op den door vele leden van de Tweede Kamer aantal gevangenen in 1870 zal dalen beneden het cijfer van der Staten-Generaal daartoe te kennen gegoven wensch. 1868, doet het wenschelijk zijn dat do in raming gebragte Die wensch ontstond voornamelijk uit het vcrlangon , om som behouden blijve. Het niet toestaan daarvan zou hoogst de Staatsbegrooting niet noodeloos op te voeren met hot waarschijnlijk later de aanvulling van het artikel noodbedrag van uitgaven, welke tegen inkomsten overstaan. zakelijk maken. Het is niet noodig dezo afzonderlijke begrooting te doen Art. 41. Do instructie voor de provinciale adjudanten, vervallen om tot sommigo wijzigingen van Int inwendig vastgesteld bij Koninklijk besluit van den 7den Maart lft61, beheer der gevangenissen te kunnen geraken , daar de wijze, n c . 52, houdt de bepaling in, dat de militaire gevangenen waarop do uitgaven wegens den arbeid uit de schatkist onder militair poleido moeten worden getransporteerd. Het worden gekweten, geen invloed heeft op dat beheer en ver- is uit dien hoofde, dat zij niet niet cellulaire rijtuigen veranderingen hierin ook in den tegenwoordige!! staat van voerd worden.
Bijlagen.
{Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1870.
JJ.
N°. 127.)
Tweede Kamer.
dat op eon gegeven tijdstip vele cellen onbezet zijn. Dit doet zich gewoonlijk in den loop van het tweede of derde Art. 42. Even als bij de beantwoording van de beschou- quartaul des jaars voor, doch de regel is dat er cellen wingen betreffende de Vide afdeeling, wordt hier toegestemd, ontbreken en dat aan vele aanvragen tot het beschikbaar dat de toestand van eenige gevangonissen nog gebrekkig stellen van cellen niet kan worden voldaan. is. Nader kan echter de verzekering worden gegeven , dat Bij don bouw van gevangenisson wordt naar een vast reeds veel is veranderd en dat op den weg tot verbetering plan gehandeld. Voor do inrigting der gebouwen zijn zal worden voortgegaan. Het nemen van meer afdoende regelen aangenomen , waarvan niet wordt afgeweken. Zoo maatregelen in het belang der afzonderlijk gevestigde huizen als hiorboven reeds is gezegd, doet zich r.a Rotterdam de van bewaring staat in naauw verband met do aanhangige behoefte het sterkst gevoelen in de oostelijke provinciën regeling van het regtsgebied der regterlijke collogien. Even- van het land. wel wordt ook aan deze katogorie van gevangenissen het Het plan tot den aanbouw van cellen in de gevangenis noodige ten koste gelegd, waar de omstandigheden dit regt- te Zwolle, was door een der voorgangers van den ondervaardigen; en blijkt het doen van uitgaven aan een ongeschikt geteekende beraamd. Bij zijn optreden meende hij dan ook, huis van bewaring onraadzaam te zijn, dan wordt of het na inzago der platte gronden en teekeningon, daaraan golocaal gesloten en eene arrondissements-govangenis tot het voig te kunnen goven, maar dit moest afspringen ten gevolge opnemen der gevangenen aangewezen, of bepaald, dat slechts van de hooge eischen van het gemeentebestuur voor het straffen van zeer korten duur daarin zullen mogen worden daartoe noodige aan de gevangenis grenzende terrein (f 12 000 ondergaan. De sterfte in do gevangenissen is in de laatste voor 1815 vierkante meters of' f' 661 per vierkante meter). jaren geenszins ongunstig geweest. Tot hare vergelijking met De kostbaarheid van dezen aanbouw aan de tamelijk goede die in buitenlandsche gevangenissen ontbreken de vereischto gevangenis ie Zwolle deed bij den ondergetoekende, met gegevens, doordien do statistiek van het gevangeniswezen het oog op de doelmatigo on versnelde middelen van verin naburige Rijken niet jaarlijks verschijnt. Gedurende voer , het plan geboren worden om de voorkeur te geven 1867 zijn in de strafgevangenissen, huizen van verzekeringen aan het op ruimer schaal vervangen van de zeer slechte, huizen van arrest op eene bevolking van 19 324 gevan- door de geneeskundige commissie bereids afgekeurde gegenen slechts 61 sterfgevallen voorgekomen. vangenis te Arnhem. Het was dus geen weifeling, maar Het huis van arrest te Sneek is door do opname van rijp beraad , dat de ondergetoekende deed uitzien naar een Dit terrein bedalaars tijdelijk sterk bevolkt geweest. In deze govan- geschikt terrein in laatstgenoemde plaats. genis levert het plaatsen van meer dan één gevangene in wordt door alle daarover gehoorde deskundigen, zoo wat dezelfde cel geen bezwaar op, doordien de cellen aldaar grondslag als ligging betreft, uitstekend geschikt geoordeeld. meer oppervlakte hebben dan de gewone, tot eenzame op- Dat do prijs, f 2 per vierkante meter, onmatig hoog zijn sluiting bestemde, cellen; vooral is dit het geval, wanneer zou, kan niet wel worden toegegeven, vermits in de onhet gemeenschappelijk verblijf in de cel wordt toegepast op middellijke nabijheid van Arnhem wel duurdere maar geen bedelaars, die slechts eenige dagen in het gesticht vertoeven. goedkoopere terreinen te krijgen zijn. Een verdere afstand van Aan de voorgenomen uitbreiding daarvan, waarbij ook in de stad , dus ook van het regtsgebouw , is ondoelmatig, met het gemis van ziekenzalen zou zijn voorzien, is dusverre geen het oog op het transport der gevangenen en de instructien in gevolg gegeven, wegens de onzekerheid, of in die gemeente strafzaken. Ook kan het toezigt op eene ver afgelegen gevaneene regtbank zal blijven bestaan. Nadat hieromtrent zal getis niet naar behooron worden gevoerd, terwijl het gezijn beslist, zal het plan nader in overweging worden woon onderhoud en de aanvoer van de dagelijksche behoeften veel kostbaarder wordt, waardoor de jaarlijksche aannegenomen. mingsommen onvermijdelijk zouden stijgen. De grootte van De localen van het huis van verzekering te Arnhem, het terrein is door de deskundigen bepaald met het oog op waarin de politiegevangenen en de passanten worden ver- den vorm en den omvang der gebouwen, welke moeten plaatst, verkeeren in een toestand, welke niet mag worden worden daargesteld. Bovendien levert het dit groote voorbestendigd. Dit gedeelte van het gesticht zal door de werken, deel op, dat de aard van den grond den bouw veel minder begroot op eene som van f 6000, eene tamelijk voldoende kostbaar zal maken dan dien te Rotterdam. In die gemeente inrigting bekomen. De uitgaaf is dringend noodig en zal heeft de onderheijing mot de verdere houten funderingvoor de plaatsing der 700 politiegevangenen en passanten, werken eene uitgaaf van f 151 000 gevorderd, die te A m die gemiddeld jaarlijks worden ingebragt, eene vrij geschikte hem geheel zal vervallen. Ofschoon hier meer dan te gelogenheid doen verkrijgen, doch het is er verre van af, Rotterdam zal worden uitgegeven voor den aankoop van dat daardoor de gevangenis genoegzaam zou worden ver- het terrein, zoo zal niettemin door het verschil in de funanderd. Het huis kan niet tot eene goed ingorigte govan- dering de bouw te Arnhem ongeveer f 100 000 minder genis verbouwd worden en voor uitbreiding is geene ge- kosten. Het geheele werk wordt twee tonnen gouds lager Iegenheid. Voor de 2000 gevangenen, die er jaarlijks bij geraamd dan het bedrag voor Rotterdam gevorderd. Bij afwisseling worden opgenomen, is de ruimte onvoldoende. de overweging dezer zaak behoort echter wel te worden In de meeste localen wordt overbevolking gevonden en gelet op hetgeen hiervóór ten aanzien van het huis van nachtelijke afzondering ontbreekt, dewijl de slaapvertrekken verzekering to Arnhem werd medegedeeld. voor het stellen van ijzeren alcoves te klein zijn. Cellen voor eenzame opsluiting worden er geheel gemist. Deze Ten einde eenige tonnen gouds te kunnen besparen, mag bijzonderheden toonen voldoende aan, dat het vervangen een toestand van dien aard niet ligt geteld en nog oen van dit belangrijk huis van verzekering door eene cellu- reeks van jaren onveranderd gelaten worden. laire gevangenis uit het oogpunt van zedelijkheid hoogst Do verplaatsing naar Me lemblik van het te Leeuwarden wenschelijk mag worden genoemd. gevestigd tuchthuis voor mannen, heeft sedert eenige jaren Het splitsen van art. 42 in verschillende artikelen herhaaldelijk do aandacht der Regering getrokken. Er zyn wordt niet doelmatig geoordeeld, op grond, dat het be- daarover vooral bij het vaststellen der begrooting voor het drag van de meeste onderdeden van liet artikel naar de diermtjaar 1806 belangrijke discussien gevoerd. Het voor begrootingen van kosten wordt in raming gebragt; dat en tegen is in alle bijzonderheden door den ondergeteekende de uitkomsten der aanbestedingen en de werken, die buiten nagegaan en vergeleken. Daarbij is gebleken, dat de toede bestekken noodig worden bevonden, tot overschrijding van stand der gebouwen te Leeuwarden geheel onvoldoende het cijfer van onderdeelen kunnen leiden, en dat derhalve, is, en niet dan met opoffering van groote sommen gelds bij splitsing van het artikel, al ligtelijk het geval zich zou is te verbeteren. Vóór alles zou te dier plaatse moeten worden daargesteld een geheel nieuw gobouw voor nachvoordoen dat een artikel zou moeten worden aangevuld. Art. 43. De juiste opmerking, gemaakt in het Voor- telijke afzondering der gevangenen in alcoven. De daarvoor loopig Verslag bij de behandeling van do Vide afdeeling, te bestemmen plaats zou ten gevolge hebben het vervallen ii dat er nog genoeg te doen valt voor de verbetering van van de tegenwoordige woning van den kommandant en het gevangeniswezen" , is ook geheel van toepassing op den do daaraan verbonden magazijnen en verdere inrigtinbouw van gevangenissen. Daarmede is , in verhouding tot gen, welke dan elders op nieuw zouden moeton worden Door het optrekken van een alcovengebouw de behoefte, slechts aangevangen. Onderscheidene huizen daargesteld van verzekering en huizen vun arrest zijn ongeschikte go- zouden dan wel is waar eenige zalen beschikbaar worden vangeniasen , die later door nieuwe gebouwen zullen mooten voor werkzalen , maar dezo, door het geheele gobouw ververvangen worden, wil men de hoofdgebreken van ons spreid, zouden nog niet voldoendo zijn. Ook andere gegevangeniswezen wegnemen en het aantal cellen derwijze bouwen zouden daarvoor op nieuw moeten worden ingerigt. vermeerderen , dat de ten-uitvoerlegging van veroordeelingen Vervolgens zou ook nog moeten worden voorzien in betot eenzame opsluiting niet meer door ontstentenis van hoorlijke zieken- en reconvalescentenzalen , en localen waar cellen wordt belemmerd. Het is geen vreemd verschijnsel de gevangenen kunnen verblijven gedurende de uren en AFDEELING V I I .
Bijblad van de Nederlandsche Staats-courant. —
1869—1870.
6
Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1870.
dagen, waarin zij niet met werken worden bezig gehouden , en welke zg thans moeten doorbrengen in do onvoldoende werk- en slaapzalen. Wanneer niet tot hot vorkrijgen van een en ander do oostelijke gebouwen, al ware het ook niet in hun geheel, dan toch voor een groot gedeelto , werden afgebroken, dan zou men nog een minder geschikt, hoekig en moegelijk te bewaken geheel, gescheiden door een aantal grootere en kleinere binnenplaatsen,overhouden. Do kosten van dusdanige verbouwing deden reeds in vroegere jaren en ook thans weder het oog vestigen op de bestaande landsgebouwon te Medemblik. Deze hechte en sterke gebouwen zijn zeer regelmatig en leveren voldoende ruimte, om te voorzien in alle behoeften oener goede strafgevangenis, in welke zonder gevaar voor de gevolgen van overbevolking niet slechts G00 maar minst genomen 750 gevangenen kunnen worden geplaatst. Alvorens een naauwkeurig onderzoek dier gebouwen plaats vond, is ook, en wel in de eerste plaats, gelet op het beweren, dat Medemblik eeno ongezonde plaats zou zijn, en dit is getoetst aan den uitslag van het daaromtrent ingesteld onderzoek, hetwelk tot de overtuiging heeft geleid, dat wel is waar te Medemblik gedurende eenige jaren , namelijk iu 184G, 1847. 1848, 1856 , 1857 en 1858 tusschenpoozende koortsen hebben geheerscht, doch dat sedert door de betere bemaling der omliggende polders en het dempen van eene haven de gezondheidstoestand derwijze is verbeterd, dat deze tegenwoordig gelijk staat met de gezondste in ons land aan zee gelegen plaatsen. Het bezwaar van het gemis eener militaire bewaking, hetwelk vroeger den maatregel belemmerde, is daardoor nu uit den weg geruimd.
minder manschappen zal vorderen te Medemblik, dan te Leeuwarden het geval is. Het overbrengen van een gedeelte der bevolking van het ! tuchthuis naar do gevangeuis te 's Hertogenbosch, zou aan don onvoldoenden toestand van het gesticht te Leeuwarden | niet genoegzaam te geraoet komen, dewgl het huis t e . j 's Hertogenbosch niet de helft maar slechts een klein ge| deelte dor crimineel veroordeelde mannen zou kunnen opI nemen. Dusdanig overbrengen , behalve dat het niet afdoende zijn zou, zou bovendien niet ten gevolge hebben hot besparen der groote kosten, welke ook dan nog gevorderd zouden worden voor de invoering eener nachtelijke afzondering en j hot verbeteren der bestaande localen te Leeuwarden. Het is daarom, dat het huis van verzekering te 's Hertogenbosch niet is bestemd tot hulpgevangenis voor de gemelde veroordoelden , en dat aan hot benuttigen van de voormalige marinegebouwon te Medemblik de voorkeur wordt gegeven. Door het op de begrooting brengen van dezen post is aan de Vertegenwoordiging de gelegenheid gegeven om te beslissen, langs welken weg zij de verbetering der groote strafgevangenis in ons land wil bewerkstelligd zien. Het moet toch boven allon twijfel zijn verheven, dat de tegenwoordige toestand daarvan niet mag bestendigd worden. De artesische putboring op het terrein van het huis vau arrest te Goes wordt nog steeds voortgezet. Onlangs had de schacht eene diepte van 185 meter bereikt. De boorgrond blijft tot den Rupelleem of het systèmo Rupélien van Dumont behooren. Deze grondlaag heeft reeds eene dikte van 88 meters. Daaronder zal waarschijnlijk goed drinkwater worden aangetroffen. Deskundigen zijn van oordeel, Dat ter bewaking der gevangenis te Medemblik garni- dat een gunstig resultaat kan worden verkregen. zoen en dus ook eene kazerne zal moeten z\jn, is buiten De Minister van Justitie, twijfel, maar daarbij verdient het zeer zeker de aandacht, dat, door de regelmatigheid der gebouwen, deze bewaking V A N LILAAR.