38 Staatsbegrooting voor net dienstjaar 1868. (Ontwerpen van Wet; Memorien van Toelichting.) afgelegd, gedeeltelyk voorzien en zijn maatregelen genomen om de opleiding van meerdere kadets tot officieren bij het corps mariniers te kunnen doen plaats hebben; dien ten gevolge is in dit j a a r de gelegenheid geopend tot plaatsing van 6 adspiranten als kadets. Ten slotte wenscht de ondergeteekende nog met een enkel woord melding te maken dat onder de artikelen, die bij art. 2 der wet zijn opgenomen als vatbaar om, bij ontoereikendheid, aangevuld te worden uit den post van onvoorziene uitgaven, voor het eerst zy"n opgenomen de artt. 28, 29 en 30. Hoezeer de bijdragen, die wegens vaste tractementen der zeeofficieren enz. uit het Iste hoofdstuk der Indische begrooting zullen verstrekt worden, zijn gegrond op het getal officieren, dat volgens de bemanningslijsten op de schepen tot de Indische zeemagt behoorende moet aanwezig zijn, zoo zou het door verschillende omstandigheden kunnen gebeuren dat dit getal minder was dan d a t , waarop is geraamd. In dat geval zou de begrooting van het Departement van Marine in Nederland bezwaard worden met vaste tractementen, waarop niet is gerekend en waarvoor geene gelden zijn toegestaan. Zy behooren niettemin daaruit gekweten te worden, en als voorzigtigheidsmaatregel is het alzoo raadzaam om bij de wet de gelegenheid te openen in het alsdan ontbrekende te voorzien.
werklieden enz. van 's Rijks werven, volgens de wet van den 24sten Juny 18ö4 (Staatsblad n°. 9:1), sedert de opmaking der Staatsbegrooting voor 1867.
Een beknopt verslag nopens den gezondheidstoestand bij de Nederlandsche zeemagt, gedurendo het j a a r 1865, zoomede verschillende opgaven en staten, vermeld op de bijgevoegde lijst, van lit. A tot lit. S , zijn weder als bijlagen tot deze begrooting overgelegd. De Minister van PELS
Marine,
81.]
Uitgewerkte en toelichtende staat.
[2.
39.]
Lijst der staten, behoorende bij de ontworpen begrooting voor 1868.
|2.
49.]
41.]
Bijlage A.
i
B.
50.]
[2.
51.]
[2.
52.]
M.
Lijst van verleende wachtgelden aan ambtenaren.
[2.
53.]
N.
Lijst van verleende wachtgelden aan loodsen.
[2.
54.]
O.
Lyst van verleende tegemoetkoming aan oude loodsen.
12.
55.]
P.
Staat der te doene betalingen op art. 38 der Staatsbegrooting voor 1868.
[2.
56.]
Q.
Opgave van de geraamde en werkelyke opbrengst der loodsgelden over 1866.
[2.
57.]
R.
Overzigt van ontvangsten en uitgaven de dienst van het loodswezen betreffende over 1866.
RIJCKEN.
|2.
[2.
[2.
»
C.
Staat van het voornaamste artilleriematerieel en ijzeren geschut op 1 Julij 1867, in vergelijking met de opgave op 1 Julij 1866.
|2.
43.]
»
D.
Verzamelstaat van sommen, nitgegeven voor de artikelen: materieel, artillerie en stoom, over de jaren 1861—1865.
Nominative staat van tydelijke pensioenen op 1 Julij 1867.
BIJLAGE S .
B E K N O P T VERSLAG nopens den gezondheidstoestand bij de Nederlandsche zeemagt gedurende 1865. In dit verslag zullen de voornaamste bijzonderheden, die betrekking hebben op den gezondheidstoestand bij de Nederlandsche zeemagt, gedurende het j a a r 1865, onder dezelfde zes hoofdafdeelingen worden gerangschikt, welke vroeger reeds tot grondslag van een volledig overzigt dienden , en wel :
Staat van vergelijking van den voorraad van eenige der voornaamste artikelen in de magazijnen dor Marine op 1 Januarij 1866 en 1 Januarij 1867.
42.]
Staat van verleende en verstorven pensioenen aan schippers, loodsen, loodskweekelingen en hulploodsen, en aan hunne weduwen en kinderen, sedert de opmaking der Staatsbegrooting voor 1867.
[2. 58.]
Staat behelzende oen algemeen overzigt der schepen en vaartuigen van Oorlog op 1 Augustus 1867, en ontwerp der sterkte van de active zeemagt voor 1868, en opgave der sterkte van het corps mariniers op 1 Julij 1867.
]2.
Bijlage K.
1°. de gezondheidstoestand op de schepen voor binnenlandsche dienst, alsmede die bij het niet ingescheepte, in de zeehavens van Nederland verblijf houdende gedeelte van het corps mariniers; 2°. die op de schepen buitengaats, welke niet in de overzeesche bezittingen station houden ; 3°. die op de schepen , welke zich op de terugreis uit Oostof West-Indie naar Nederland bevonden ; 4".
die op de in West-Indie gestationeerde schepen ;
|2.
44.J
ii
E.
Staat der productie van de rijkswerven over 1866.
5°. die bij het Oost-Indisch eskader, bij welke afdeeling de ziekten en gebreken, voorgekomen op de in Japan gestationeerde of aldaar tijdelijk verblijf gehouden hebbende schepen van oorlog , afzonderlijk zullen worden vermeld;
|2.
45.]
»
F.
Opgave der kosten van herstelling aan romp, tuig en uitrusting van de in dienst geweest zijnde schepen in het jaar 1866.
6°. de gezondheidstoestand bij het Koninklijk Instituut voor de Marine te Willemsoord. 1°.
[2.
46.]
ii
G.
Kosten bij het vak van scheepsbouw besteed aan in aanbouw zijnde schepen gedurende het j a a r 1866.
[2.
47.]
ii
H.
Opgave van het personeel, aanwezig op 's Rijks werven op 1 Julij 1867.
|2.
48.]
ii
I.
Staat van verleende on verstorven burgerlijke en militaire pensioenen sedert de opmaking der Staatsbegrooting voor 1867.
[2.
49.]
i'
J.
Staat van verleende en verstorven pensioenen aan de mindere geëmploijeerden ,
De schepen voor binnenlandsche dienst, alsmede het niet ingescheepte gedeelte van het corps mariniers.
Op den lsten Januarij 1865 bleven op de voor binnenlandsche dienst bestemde oorlogsbodems nog 14 lijders onder behandeling. In den loop van dat j a a r kwamen 1881 ziektegevallen voor. Het tot deze afdeeling behoorende getal manschappen bedroeg 1062. Het zioktecijfer bedroeg derhalve 127 pet. van hot sterktecijfer. Van het totaal getal zieken, 14 -f- 1351 =. 1365 , herstelden aan boord der verschillende bodems 44 6. Naar de ziekeninrigtingen in de verschillende zeeplaatsen werden 900 geëvacueerd. Op don lsten Januarij 1866 bleven aan boord der schepen 18 lijders onder behandeling. E r kwamen bij deze afdeeling 12 sterfgovallen voor, namelijk 1 aan boord en 11 onder de geëvacueerde lyders. I
39 Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1868. (Ontwerpen van Wet 5 Memorien van Toelichting.) De aan boord gestorven Iyder bezweek aan phthisis tuberculosa. Van de overige elf' overleden.
«
sporadische ziekten
211 262
verwondingen en accidenten
1 aan encephalo-meningitis, 1
Per transport
89
laryngo-bronchitis,
chirurgische ziekten
170
oogziekten
119
3
n
phthisis tuberculosa,
1
»
abcessus hepatis,
1
n
dysenteria haemorrhngica,
1
»
dysenteria ehronica,
1
n
ontero-helcosis,
1
n
paralysis agitans.
)
»
varioloïdes.
venerische ziekten
172
koortsvrije huidziekten
201 Totaal
2°.
11 Ten gevolge van verschillende ziekten zijn dus 12 personen overleden, zijnde 1,13 per cent van het sterktecijfer. De behandelde ziekten waren: endemische (tusschenpoozende koortsen)
175
epidemische (gewijzigde pokken)
5
1224
De schepen buitengaats, die niet in de overzeesche bezittingen station houden.
Bij dit gedeelte der zeemagt bleven op den lsten Januarij 1865 139 lijders onder behandeling. In den loop van dit j a a r kwamen er 25ti5 ziekten voor, zijnde voor het gezamenlijk aantal manschappen op de verschillende bodems dienende (na reductie van tijd^z 1246), 206 °/0 van het sterktecijfer. Van dit a a n t a l , 139 -f- 2565 =z 2704, herstelden er aan boord 1856 en werden 682 geëvacueerd naar verschillende ziekeninrigtingen. Op den lsten Januarij 1866 bleven op de tot deze afdeeling behoorende oorlogsbodems 160 lijders onder behandeling. Van de aan boord behandelden zijn er 6 overleden , en wel:
sporadische
373
verwondingen en accedenten
121
chirurgische ziekten
195
1
a
pneumonia,
81
2
»
tuberculosis pulmonum,
venerische ziekten
206
l
n
carcinoma ventriculi,
koortsvrije huidziekten
192
1
»
entero helcosis.
oogziekten
Totaal.
.
1 aan commotio cerebri,
en
1351
6 Van de geëvacueerden zijn er 3 overleden , a l s :
Bij de niet ingescheepte, in de Nederlandsche zeehavens verblijvende gedeelten van het corps mariniers bleven op den lsten 1 aan bronchites chronica et marasmus, Januarij 1865 14 manschappen onder behandeling. E r werden in den loop van dat jaar 1224 zieken onder behandeling genomen. 1 i pleuro-pneumonia, en Voor het gezamenlijk aantal, 891, manschappen bedroeg dus het 1 » ileo-typhus. ziektecijfer 137 %• Van het totaal getal lijders, 1 4 + 1 2 2 4 = 1238, herstelde er De sterfte door accidenten (1) bedroeg dus bij dit gedeelte 559 in de kazernen. E r werden naar de verschillende zieken- 0,08 per cent van het sterktecijfer; de sterfte door ziekten (8) inrigtingen 275 geëvacueerd, zoodat op den lsten Januarij 1866 0,642 per cent van dat getal. 15 manschappen onder behandeling bleven. De behandelde ziekten waren: In de zieken in rigtin gen overleden van geëvacueerden 11, en wel: 1 aan tumor cerebelli,
endemische (namelijk tusschenpoozende koortsen en cholera)
epidemische (gevallen van mazelen aan boord van Zijner Majesteits stoomfregat Adolf Hertog van Nassau). .
1
i) phthisis laryngea,
3
i) phthisis tuberculosa,
sporadische
1
»
emphysema pulmonum,
verwondingen en accidenten .
1
i)
pyothorax,
chirurgische ziekten
1
»
hypertrophia hepatis,
1
11 hepatitis chronica,
1
i)
plebitis interna,
1
»
variolae;
1 — 12
inheemsche 194
888 .
274 458
oogziekten
218
venerische ziekten
325
koortsvrije huidziekten
205 Totaal.
terwijl er in de kazerne plotseling overleed, waarvan de doodsoorzaak onbekend bleef.
De sterfte ten gevolge van accidenten bedroeg dus 0 , 1 1 % , en die door ziekten 1,2 °/„ van het sterktecijfer. De behandelde ziekten w a r e n : endemische (tusschenpoozende koortsen)
200
epidemische (gewijzigde en valsche pokken en diphtheritische keelontsteking)
11
Transporleren
211
3
3°.
Schepen op de terugreis uit Oost- of naar Nederland.
.
.
.
2565
West-Indie
Gedurende hunne terugreis naar Nederland kwamen op de ondor deze afdeeling gerangschikte schepen van oorlog 181 lijders onder geneeskundige behandeling, terwijl er op één schip , 't welk reeds in het voorgaande j a a r zijne terugreis uit Oost-Indie naar het vaderland had aanvaard, op den lsten Januarij 1805 13 lij— ders onder behandeling waren gebleven. Op de uit West-Indie tehuis gevaren schopen bleven 15 zieken onder behandeling bij het aanvaarden hunner reis. De gezamenlijke bemanningen der schepen bedroegen , na reductie voor tijd , 124 koppen. Het ziektecijf'er was dus 146 per cent van het genoemde getal.
40 Staatêbegrooting voor het dienstjaar 1868. (Ontwerpen van Wet; Memorien van Toelichting ) Van het aantal zieken, 28 -f- 181 = 209, zijn er aan boord 133 hersteld on 3 overleden. By aankomst in Nederland werden 73 naar de verschillende ziekeninrigtingen geëvacueerd, waarvan er 1 in hot hospitaal te Willemsoord overleed, en bleven er aan boord van een schip dat nog op de terugreis uit Oost-Indie naar Nederland w a s , 11 lijders onder behandeling. De 4 overledenen hadden aan de volgende ziekten oi' accidenten geleden: 1 aan luxatio vertebrarum inferiorum colli,
Van de geëvAcueerden in de hospitalen overleden '39 lijder*; derhalve in het geheel 69 Europeanen. De ziekten, verwondingen en accidenten waaraan zij bezwekon, waren: febris intermittens pernicios'a dysenteria tropica
11
cholera asiatica
23
febris biliosa
1
n entero-catarrhus chronicus.
febris typhoïdea
1
»
typhus
marasmus post dysenteriam,
1
n dysenteria haemorrhagica. De sterfte bedroeg derhalve 3,2 per cent van het gereduceerde uterktwcijfer. De behandelde ziekten waren: endemische (aan ziekte-oorzaken toe te schrijven, die gedurende het verblijf in Oost- of West-Indie hadden ingewerkt) . 81 sporadische ziekten
73
verwondingen en accidenten
19
chirurgische ziekten
24
oogziekten
3
venerische ziekten
24
koortsvrije huidziekten
7 Totaal.
4°.
De in West-Indie
. . .
181
gestationeerde schepen.
Op deze bodems bleven op den lsten Januarij 1865 nog 9 lijders onder behandeling. In den loop van dat j a a r kwamen 538 lijders onder geneeskundige verzorging, zijnde, in verhouding tot het gezamentlijk sterktecijfer (234) 229 per cent. Van dit aantal zieken, 9 -f- 538 s s 547, herstelden aan boord der verschillende bodems 357. Naar de verschillende ziekeninrigtingen werden 180 geëvacueerd. Op den lsten Januarij 1866 bleven er aan boord dier schepen 21 lijders onder behandeling. Even als in 't vorig j a a r kwamen er ook in 1865 geene sterfgevallen onder de bemanningen der in West-Indie gestationeerde schepen voor. De behandelde ziekten waren: endemische (tusschenpoozende koorts en dysenterie) . sporadische
.
85 192
verwondingen en accidenten
91
chirurgische ziekten
83
oogziekten
7
venerische ziekten
71
koortsvrije huidziekten
9 Totaal
538
Epidemische ziektevormen kwamen op deze schepen niet voor. 5°.
De schepen van het Oost-Indische
8
eskader.
Met uitzondering der ziekten, voorgekomen op de in Japan gestationeerde of aldaar tijdelijk verblijf gehouden hebbende schepen, welke afzonderlijk zullen worden vermeld, kwam op de schepen tot deze afdeeling behoorende, wat de Europesche bemanningen betreft, een totaalcijfer van 5680 zieken voor, met inbegrip der op den lsten Januarij 1865 onder behandeling geblevenen. In verhouding tot het aantal Europesche manschappen (2615), bedraagt het getal der dat j a a r onder behandeling gekomone ziekten (5572) 213 per cent van het sterktecijfer. Van het totaal getal (5680) herstelden er aan boord der schepen 3294. Naar de verschillende ziekeninrigtingen werden er 2219 geëvacueerd, en bleven er, op den lsten Januarij 1866, 78 lijders op de oorlogsbodems in Oost-Indie onder behandeling. Van de aan boord behandelden overleden 22 lijders aan hunne ziekten of aan verwondingen. Daarenboven zijn er 6 verdronken en 2 vonden den dood door zelfmoord.
3 1 ,
.
1
diarrhoea
1
pneumonia et abcessus hepatis
2
hypertrophia cordis
1
atrophia hepatis
1
carcinoma hepatis
1
abcessus hepatis
1
alcoholismus
2
rheumatisinus.
2
marasmus
2
commotio cerebri
1
fractura cranii
1
mors a submersione
6
mors a suïcidio
2 Totaal.
.
69
De sterfte door accidenten bedroeg dus 1 0 , zijnde 0,382 per cent, die door ziekten 5 9 , zijnde 2,25 per cent van het sterktecijfer (2615). Een belangrijk contingent aan het sterftecijfer leverden de choleragevallen , die sporadisch voorkwamen. Het getal der schepelingen, tijdelijk ongeschikt geacht voor de active dienst bij hot eskader in Oost-Indie, of naar Nederland opgezonden om aldaar wegens ziekten of gebreken geheel uit de zeedienst te worden ontslagen, bedroeg in 1865 123 Europeanen (waaronder 10 officieren der zeemagt van verschillende dienstbetrekkingen), welke gedeeltelijk met Zr. Ms. schepen Prins Maurits der Nederlanden, Heldin en Adolf Hertog van Nassau, gedeeltelijk met koopvaardijschepen, naar Nederland vertrokken. Anderen, wier toestand niet toeliet zonder genetskundige hulp te repatriëren, bleven op het einde van 1866 nog aan boord der wachtschepen op eene rijksgelegenheid wachten om de tehuisreis te ondernemen. Tot herstel van gezondheid werden naar de verschillende gezondheidsetablissementen op J a v a , van uit de hospitalen 60 officieren, Europesche onderofficieren en verdere schepelingen geëvacueerd. Van de genoemde officieren zijn er later 4 met geneeskundige certificaten gerepatrieerd. De gedurende het j a a r 1865 bij het Oost-Indisch eskader onder de Europeanen voorgekomen ziekten waren : endemische ziekten
3523
verwondingen en accidenten
384
chirurgische ziekten '
578
(oogziekten
108
1venerische
911
ziekten . \koortsvrije huidziekten
68 Totaal.
.
5572
Epidemische ziekten kwamen niet voor. De cholera, die het vorige j a a r epidemisch had geheerscht, deed zich, vooral te j kSoerabaija, als endemische ziektevorm , sporadisch voor. Van de inlandsche schepelingen bij het Oost-Iudisch eskader 1kwamen gedurende het jaar 1865 1455 ziekten onder behande1ling, hetgeen met de onder behandeling geblevenen op 1 Januarij ]1865 een totaal cijfer van 1475 vormt. Bij eene gemiddelde ssterkte van 817 koppen bedroeg derhalve het ziektecijfer 181 por (cent van het sterktecijfer.
Bijlagen.
41
Vel 11.
Tweede Kamer.
Staat'sbegrooting voor het dienstjaar 1868. (Ontwerpen van Wet; Memorien van Toelichting.) Van het totaal getal zieken , 1475, herstelden er 86 4 aan boord ; 592 werden naar de verschillende hospitalen geëvacueerd, «n 16 bleven op den lsten Januarij 1866 onder behandeling aan boord der schepen. Van de aan boord behandelden overleden 3 , en van de geëvacueerden 7, en wel:
De sterfte door ziekten bedroeg derhalve 2 en die door accidenten 1, zijnde respectivelijk 0,502 per cent en 0,251 per cent van het sterktecijfer. De behandelde ziekten waren:
2 aan febris intermittens perniciosa ,
endemische (tusschonpoozende koortsen)
1 1
» »
beri-beri, febris catarrhalis,
epidemische (valsche en gewijzigde pokken)
1
»
typhus,
1
»
phthisis pulmonalis.
verwondingen en accidenten
48
2
»
maxasmus,
chirurgische ziekten
53
1
a
fractura cranii,
oogziekten
40
1
n
vulnera diversa (door een val uit het tuig).
17 6
sporadische
150
venerische ziekten
10 totaal. De sterfte door accidenten (2) bedroeg dus 0,244 per cent, •die door ziekten (8) 0,98 per cent van het gemiddeld sterktecijfer.
283
koortsvrije huidziekten
,
.
.
.
25
Totaal 622 In de wateren van Japan verbleven gedurende het j a a r 1865 4 oorlogsbodems, met eene gezamenlijke bemanning van 398 Europeanen en 59 inlandsche schepelingen (beide getallen na Bij do inlandsche schepelingen, aan boord der 4 oorlo<:>ï>odeins reductie voor tijd). in Japan dienende, kwamen in den loop van het jaar 1865 (!4 Bij de Europeanen op bovengemelde schepen kwamen 622 ziektegevallen voor. Met de op den lsten Januarij 1865 o;idor ziekten voor, derhalve 151 per cent van het sterktecijfer. Met behandeling geblevene vormen zij een totaal van 74 ziekten, zijnde de op het einde van het vorige j a a r onder behandeling gehlevene dus 125 per cent van het gereduceerde sterktecijfer = 59. Van ziekten onder de Europeanen (88) verkrijgt men een totaal van het totaalcijfer (74) herstelden aan boord 44 ; 9 werden geëva710 zieken. Aan boord herstelden 568; er werden 50 geëva- cueerd naar de ziekeninrigtingen on bij het sluiten der rapporten cueerd naar de ziekeninrigtingen te Yokohama en Nagasaki, en bleven er op de 4 oorlogsbodems 21 onder behandeling. er bleven 90 Europeanen aan boord der schepen onder behanVan de inlandsche schepelingen dezer afdeeling is niemand deling. overleden. Van de lijders die aan boord werden behandeld zijn er 2 , en van de geëvacueerden is er 1 overleden. en wel: 1 aan hydrothorax, 1 n morbus Brightii (deze lijder was geëvacueerd naar het hospitaal te Nagasaki), 1 aan mors violenta (a submersione).
Algemeene ziekte- en
De voorafgaande opgaven betreffende don gezondheidstoestand der Europescho schepelingen resumerende, verkrijgt men het onderstaand overziet:
3 totaal.
-w C3 O GJ
~ P« t &< bO is0
S-
Q
11
is y>
*
DIENSTEN.
ntal
.JS
53
i| S
rhou man
VERSCHILLENDE
> cj +- *-
a e
2
rt
X
Op de schepen binnengaats
sterfteverhouding.
c o -a d 0
O
o a e B
13
a
o ^3
feD
f
.9 'S
Iè
3 O
H3
&g
>e
>
33M
r
O O —i T3
a
13
V
$ 'S
"3 J
CD V
3 o o "™
PM
12
1,13 pet
12
1,34
»
..
9
0,72
n
»
4
3,02 »
69
2,63 »
1351 127 pet.
11
1,13 pet.
891
1224 137 »
11
1,02
»
0,11 pet.
1246
2 565 206 ..
8
0,64
N
0,08
Op de schepen die uit Oost- of West-Indie naar Nedorland vertrokken
124
181 146 »
0,80
Op de in West-Indie gestationeerde schepen
234
538 229 »
2 615
5 572 213 ..
59
398
622 158 »
2
12 053 183 pet.
95
1062
Bij de gedeelten mariniers in de verschillende garnizoenen Op do schepen buitengaats
.
.
.
.
Bij het eskader in Oost-Indie Op de in de Japansche wateren gestationeerde bodems.
Totaal.
BIJBLAD VAN DE NEDERTANDSCHE STAATSCOURANT.
6 570
1867
1868.
2,41 .. » 2,25
i)
i
10
0,382 »
0,502 »
1
0,251 »
I 1,43
.»
11
0,213 pet,
0,75
109
»
1,66 pet.
/i2 Staat&begrooting voor het dienstjaar 1868. (Ontwerpen van Wet; Memorien van Toelichting.) Uit dit overzigt blijkt, dat hot zioktecijfer, met betrokking tot de sterkte, niet groot is te noemen en dat het auntal ovorledenen niet belangrijk is. Hier zij opgemerkt dat de syphilis, voorgekomen bij de Europescho schepelingen van het Oost-Iudisch eskader en dor schepen in de wateren van Japan een betrekkelijk groot contingent heeft geleverd (1194), waardoor het totaal getal der voorgekomene ziekten en gebreken, waartoe de omstandigheden van het klimaat, verblijf aan boord , krijgs- en andero dienstverrigtingen van allerlei aard aanleiding gaven, belangrijk wordt gereduceerd. Cholera kwam in Oost-Indie nog sporadisch voor, en het getal der daaraan bezweken lijders heeft het sterftecijfer met 22 vermeerderd. Van beri-beri kwamen aldaar slechts enkele gevallen bij inlanders onder behandeling, waarvan er 1 overleed. Sedert de voeding der inlandsche schepelingen gaandeweg verbetert wordt, ook onder hen, het getal beri-berilijders allengs geringer. Grannleuse oogziekte heeft opgehouden als epidemische ziektevorm bij de Nederlandsche zeemagt voor te komen De onder behandeling gekomen gevallen waren chronische vormen van weinig aanbelang, of wel recidiven, die spoedig weken onder oene doelmatige behandeling, terwijl strenge hygiënische voorzorgmaatregelen de mededeeling der ziekte aan gezonden belette.
voor het dienstjaar 1868, betreffende de Nationale Schuld, wordt vastgesteld als volgt: Iste AKDKEI.INC.
Interesten, lijfrenten,
tontines, ent.
Artikel 1. Interesten van een kapitaal van f653 345 4^2,00 ingeschreven of in te schrijven rentegevende schuld , ïi twee en een half ten honderd, verschijnende 30 Junij en 31 December 1868 f 16 333 635,05 Artikel 2. Interesten van een kapitaal van f 98 76i> 711,95 ingeschreven of in te schrijven rentegevende schuld, a drie ten honderd, verschijnende 1°. Maart en 1°. September 1868 2 962 821,36
Artikel 3. Interesten van de schuldbekentenissen van het voormalig Amortisatie-syndicaat, a drie en een half ten honderd, van een kapitaal 6°. De gezondheidstoestand bij het Koninklijk Instituut voorvan f 14 070 000,00, over het halfjaar de Marine te Willemsoord. verschijnende 1°. April 1868, en van Op den lsten Januarij 18G5 waren er 3 adelborsten ouder een kapitaal van f 13 770 000,00, over behandeling gebleven, en wel: 2 in het marine-hospitaal en 1 het halfjaar verschijnende 1°. October aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord. 1868 487 200,00 In den loop van 18C5 kwamen 117 ziektegevallen onder behandeling, zijnde dus 195 per cent van het gemiddeld sterktecijfer (f>0). Artikel 4. Interesten van een kapiVan het totaal getal 120 zijn er aan boord 103 hersteld: taal van f 192 067 800,00 ingeschreven 15 werden geëvacueerd naar het marine-hospitaal. Van dit laatste of in te schrijven rentegevende scbuld, getal, vermeerderd met 2 , welke op den lsten Januarij 1865 a vier ten honderd, verschijnende in dat hospitaal onder behandeling w a r e n , herstelden 17 (allen), 1°. April en 1<>. October 1868. . . 7 682 712,00 zoodat er op den lsten Januarij 1866 niemand der adolborsten onder behandeling bleef. Artikel 5. Interesten van schatkistDe gezondheidstoestand was bepaald gunstig te noemen. De biljetten , tegen hoogstens vier en een vochtige, gure weersgesteldheid van Januarij, de vorst en daarna het veranderlijke weder in Februari) , dat in Maart niet vierde ten honderd, zoo voor renten veel beter w a s , hadden vrij veel borst- en darmcatarrhon , doch als voor kosten van uitgifte; art. 3 van ligten a a r d , ten gevolge. In het laatst van Maart en in alinea 2 der wet van den 18den Junij April kwamen weinig, en in Mei geene zieken voor. Do maand 1851 (Staatsblad n°. 65) en art. 3 der Junij bragt weder enkele, ligte catarrben a a n , toon de noor- wet van den 19den Augustus 1861 Memorie. delijke winden voorheorschten. In Julij had men geen ziekon, (Staatsblad n°. 74) terwijl in Augustus , September en October geene noenionswaarArtikel 6. Interesten van borgtogten dige ziektegevallen onder de adelborsten voorkwamen. Gedurende de twee laatste maanden van dat jaar , met veranderlijk , guur van rekenpligtige ambtenaren, a vier en vochtig weder , door zacht winterweder afgewisseld , zien wij ten honderd, verschijnende 30 Junij en 31 December 1868 1 228,80 weder eenige goedaardig verloopende catarrhen voorkomen. De afzonderlijk vermelde ziektegevallen leveren voor dit ovorzigt geen noen.enswaar dig belang op. Artikel 7. Gewone lijfrenten over Gelukkiger dan in het vorige j a a r , had het Koninklijk Instituut hot j a a r , verschijnendo 1°. Januarij voor de Marine dit j a a r niet één sterfgeval te betreuren en zagen 1868 23 600,00 wij de pereontvorlioudiug der voorgekomene ziekten tot hot getal adelborsten oveneens gunstiger dan het j a a r te voren. Artikel 8. Lijfrenten ten laste der domeinen geloopen hebbende . . . 1 225,00 's Gravenhage , den 31sten Julij 1867. De Inspecteur van de geneeskundige dienst der Zeemagt, Dr. G. F . P O P . [2.
59.] O N T W E R P V A N W E T tot vaststelling van hoo/dstu! VIIA der begrooting van Staatsuitgaven voor het dienstjaar 1868. W u W I L L E M I I I , ENZ.
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat volgens do artikelen 119 en 120 der Grondwet, de algemeene bogrooting jaarlijks moet worden vastgesteld, Zoo is het, dat Wij den Raad van Stato gehoord en met gemeen overleg der Staten-Genoraal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL
Artikel 9. Nijmeegsche tontinaire lijfrenten over het j a a r , verschijnende 1". Januarij 1868
4 430,00
Artikel 10. Renten der geldleening, voor den kiezelweg van Zutphen naar Goor, verschijnende 1°. November 1868, van f 18 500,00, a drie en eon half ten honderd
647,50
Artikel 11. Renten a drie ten honderd van kapitalen, te zamon nog groot f 3976,00, opgenomen ter verbetering en tot onderhoud van groote wegen in het voormalig land van Valkenburg, in het hertogdom Limburg, krachtens overeenkomsten ,met de be-
1.
Het V I I hoofdstuk A der begrooting
van de
Staatsuitgaven
Trausporteren f27 497 499,71