Deltaprogramma | Zuidwestelijke Delta
Werkdocument
De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100 Een serie gesprekken over de lange termijn april - mei 2010, Werkplaats Zuidwestelijke Delta Goes
Inhoudsopgave
Inleiding
4
1
Natuur
6
2
Visserij
10
3
Landbouw
14
4
Havens, industrie en logistiek
18
5
Toerisme en recreatie
22
6
Wonen, diensten en cultuur
26
7
Research en development
30
Colofon
32
3 De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100 | Inhoudsopgave
Inleiding In het voorjaar van 2010 zijn er door het programmabureau Zuidwestelijke Delta zeven Deltathemagesprekken georganiseerd in onze Werkplaats in het oude stadhuis van Goes over de lange termijn 2050-2100. De gesprekken vormden input voor het Plan van Aanpak voor het deelprogramma Zuidwestelijke Delta van het Deltaprogramma (zie verder). Aan de hand van zes thema’s hebben sectoren gesproken over hun visie op de toekomst. Ook is er een gesprek geweest met relevante kennisinstituten en marktpartijen over toekomstige ontwikkelingen in de Zuidwestelijke Delta. Deze gesprekken vormden een vervolg op de gesprekken die in het najaar van 2009 zijn gevoerd met de verschillende sectoren in het kader van het uitvoeringsprogramma.
De gesprekken verliepen volgens een vast stramien. Allereerst werden – bij wijze van ‘opwarmer’ voor het denken op de lange termijn – twee toekomstbeelden 2100 voor het watersysteem van de Zuidwestelijke Delta gepresenteerd. Vervolgens nam een expert op gebied van het betreffende thema de deelnemers mee langs een aantal mogelijke lange termijn ontwikkelingen, zoals hij/ zij die op de sector zag afkomen. Daarna volgde een – vaak geanimeerde – gedachtewisseling over de toekomst van de Zuidwestelijke Delta. In juni 2010 is als vervolg hierop een ontwerptweedaagse georganiseerd. Tijdens deze tweedaagse hebben ontwerpers, aan de hand van een toegewezen thema, toekomstschetsen gemaakt voor de Zuidwestelijke Delta, die gebundeld zijn in een aparte uitgave. Hierbij is gebruik gemaakt van de resultaten van de reeks Deltathemagesprekken. De resultaten uit deze bundel vormen hiermee een eerste verkenning van de belangrijke vragen en kwesties van de inhoudelijke agenda voor de lange termijn.
4 De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100 | Inleiding
Open systeem: open rivierafvoer
Deltaprogramma
De Deltacommissie, onder leiding van oud-minister van Landbouw Cees Veerman heeft in 2008 aanbevelingen gedaan over hoe Nederland komende decennia om moet gaan met waterveiligheid en het garanderen van zoetwater. “Want”, zo zegt de commissie, “de wateropgave is niet acuut, maar wel urgent”. Dit heeft geleid tot de start van het Deltaprogramma. Warmer, natter en droger. Dat is volgens de meest recente inzichten het effect van wereldwijde klimaatverandering. Dit heeft ook gevolgen voor de waterveiligheid en de zoetwatervoorziening in de Zuidwestelijke Delta. Het deelprogramma Zuidwestelijke Delta heeft binnen het Deltaprogramma de opdracht gekregen om te verkennen wat deze gevolgen met het oog op 2050-2100 zijn en hoe voorbereiding hierop plaats kan vinden. Hiermee duidelijk wat op welke termijn moet gebeuren om de Zuidwestelijke Delta ook op de lange termijn (2050-2100) veilig, ecologisch veerkrachtig en economisch vitaal te houden.
De gesprekken
In de weerslag van de gesprekken is een korte samenvatting gegeven van de inleiding door de expert en een weergave van de belangrijkste conclusies van het gesprek geordend naar constanten en variabelen. Bovendien vindt u terug welke mensen hebben deelgenomen.
Gesloten systeem: rivierafvoer tijdelijk bergen en na de stormvloed afvoeren
Constanten worden gevormd door de punten waar men het over eens was of als er één dominante trend geconstateerd werd. Variabelen zijn de dilemma’s of principieel verschillende oplossingsrichtingen. Bij wijze van vrije interpretatie van de gesprekken zijn in dit werkdocument per thema twee uiterste, mogelijke toekomstbeelden geschetst. Het verhaal uit de gesprekken en de beelden zijn vervolgens samengebracht in de bijgevoegde film die is gepresenteerd tijdens de Deltaparade op het eerste Deltacongres in november 2010.
Vervolg
Het resultaat van de gesprekken is te beschouwen als een agenda voor de toekomstbeelden, die in de loop van 2011 in het kader van het Deltaprogramma Zuidwestelijke zullen worden ontwikkeld. De gesprekken met betrokkenen over de lange termijn toekomst vormden een begin. De komende jaren zal sterk worden ingezet op een goede samenwerking met de sectoren, waardoor de visie zal groeien.
Noot: Plan van Aanpak kunt u vinden op onze website: www.zwdelta.nl; Het Deltaprogramma is te vinden op www.deltacommisaris.nl .
5 De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100 | Thema
1 Natuur 9 april 2010 Deelnemers
Organisatie
Louis Geleijnse Bregje van Wesenbeeck Peter van Bragt Henk Baptist Wim Twigt Harm Verbeek Rinus van’t Westeinde Martijn Verweijen Fanny Dekker Pauline Dirks Jeroen Wijsman Petra Souwerbren Danny van Rijt Paul Post Birgit Dauwe Annelies Luteijn Hein Sas
Passie voor Beleid Deltares Stichting Anemoon Ecologisch Adviesbureau Henk Baptist Grontmij Rijkswaterstaat Zeeland ZLTO / VeKaBo Zeeland Vereniging Hoekschewaards Landschap Gemeente Middelharnis Gemeente Middelharnis IMARES Wageningen Staatsbosbeheer regio zuid Kunstpark Zeeland VNSC IMARES Wageningen Zeeuwse Milieu Federatie Sas Consultancy
Joost Schrijnen Kees van der Vlugt Jandirk Hoekstra Martie van Essen Ilonka van Hoorn Aylin Erkman Herman Haas Vincent Klap
Programmabureau Zuidwestelijke Delta Programmabureau Zuidwestelijke Delta Programmabureau Zuidwestelijke Delta / H+N+S Landschapsarchitecten Programmabureau Zuidwestelijke Delta / Ministerie van EL&I Programmabureau Zuidwestelijke Delta / Ministerie van EL&I Programmabureau Zuidwestelijke Delta / Rijkswaterstaat Zeeland Programmabureau Zuidwestelijke Delta / Rijkswaterstaat Waterdienst Programmabureau Zuidwestelijke Delta / Provincie Zeeland
Belangrijkste punten presentatie Hein Sas
Voor het deltathema natuur dienen binnen de Zuidwestelijke Delta enkele overwegingen gemaakt te worden, te weten: Veiligheid en klimaat: • De Oosterschelde stormvloedkering is op termijn niet te handhaven; • Natuurlijke sedimentatie is het belangrijkste wapen tegen zeespiegelstijging, terwijl morfologische vervlakking de belangrijkste vijand is; • Scheid verdediging tegen het water in functies: - Waterhoogte: dijken - Golfaanval: golfbrekers. Voedselproductie: • Proteïneproductie via (estuarien) zoutwatermilieu is zeker zo effectief als landbouw op zoetwaterbasis; Recreatie en landschap: • Zoek variatie, binnen- en buitendijks. 6 De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100 | Natuur
Constanten voor de Zuidwestelijke Delta
• Binnen de Zuidwestelijke Delta hebben maatregelen gericht op het verbeteren van het habitat de voorkeur: Door het herstellen van de dynamiek van een systeem, van natuurlijke oeverzones en van geleidelijke land-water overgangen, wordt de bijbehorende biodiversiteit ook gediend; • De wateren binnen de delta kunnen worden ingedeeld in drie zones. Deze drie zones moeten allemaal worden meegenomen in de toekomstvisie en moeten uiteindelijk in een goede staat verkeren: - De droge zone: de zone die het meest zichtbaar is voor het publiek en daarmee de meeste aandacht krijgt; - Het intergetijdengebied: de zone die vanwege de zichtbaar- heid nog enige aandacht krijgt; - De subtidale zone: de zone die continue onder water staat krijgt de minste aandacht, terwijl deze zone de grootste schade ondervindt. • De verscheidenheid in condities van de waterbekkens zorgt voor een groot verschil in karakters. Het (teveel) verbinden van de bekkens kan zorgen voor nivellering van de diversiteit;
• De huidige biodiversiteit van bepaalde bekkens, waaronder de Oosterschelde, is momenteel vooral het gevolg van exoten en is niet zozeer het gevolg van de estuariene dynamiek; • Een (bescheiden) herstel van de estuariene dynamiek zorgt voor diversiteit van habitattypen wat een positief effect heeft op de biodiversiteit. De oorspronkelijke estuariene dynamiek inclusief een ongestoorde sedimentbalans is in de Zuidwestelijke Delta echter grotendeels verdwenen; • Goed ecologisch functioneren van het gebied is een voorwaarde voor andere functies; • Natuur moet, voor zover mogelijk, ervaarbaar en toegankelijk zijn. In de delta is met name het intergetijdengebied een identiteitsdrager. Maar door de afname verdwijnen slikken, platen, schorren, gorzen uit het beeld en zo ook uit de mentaliteit en de taal; • Het zeewaarts verlengen van de eilanden ter vergroting van het areaal estuariene natuur is een optie; maar moeilijk in verband met het overwinnen van ongewenste neveneffecten op de Voordelta; • De nul-variant zou een toekomstbeeld moeten zijn waarbij over 50 jaar de ecologische schade die de Deltawerken hebben veroorzaakt is hersteld; • Natuur wordt niet vertegenwoordigd door economisch belanghebbenden (zoals bijvoorbeeld visserij) maar door waardevertegenwoordigers.
Variabelen voor de Zuidwestelijke Delta
• De delta kan gaan fungeren als een hoogwaardige eiwit-productiezone, als een recreatiezone of als een gebied met een unieke natuur; • Compartimentering of decompartimentering? Compartimentering zorgt dat er makkelijker kan worden geschakeld tussen functies van het gebied. Hierdoor is een mengscenario waarbij landbouw en natuur zijn verweven mogelijk en compartimentering geeft een verscheidenheid aan wateren. Decompartimentering leidt tot grotere gebieden die stabieler en mogelijk robuuster zijn; • Er kan worden gedifferentieerd in veiligheidsniveaus. In dat geval worden economisch belangrijke gebieden goed beschermd, terwijl er ook gebieden zijn voor meer extensieve functies die kunnen overstromen. In deze gebieden wordt op ecologisch vlak winst behaald; • Er is een krachtig beeld/icoon nodig voor de Zuidwestelijke Delta om de natuur ‘een stem te geven’. De delta verdient het om op een vergelijkbare manier te worden bekeken als de Waddenzee. De natuurwaarden van de delta moeten meer identiteit krijgen; • Doordat er veel ruimte is en de bevolkingsdruk relatief gering is, is er nog veel mogelijk in het gebied voor natuur; • Daar staat tegenover: het gebied wordt straks een strijdtoneel om de ruimte en om de productiviteit. Als de waarde van natuur niet duidelijk is, wordt de strijd om ruimte voor natuur verloren.
7 De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100 | Natuur
Alles uit de kast om intergetijdegebied te faciliteren
Nader te onderzoeken
• Maatregelen moeten gericht zijn op het terugkrijgen van de (oorspronkelijke) biodiversiteit, op het creëren van een divers en dynamisch ecosysteem, dat typerend is voor deltagebieden of op goedfunctionerende ecosystemen die voldoen aan beperkingen en randvoorwaarden die worden ingegeven vanuit de maatschappij. Hoe ziet een dergelijk beeld van de deltanatuur eruit? Welk beleid hoort daarbij? • Welke soorten moeten koste wat het kost behouden worden? • Wat is het toekomstbeeld van de intergetijde-natuur? Wat moeten we doen om die in stand te houden en te verbeteren?
Suggesties voor betrokkenheid bij proces • Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer houden binnenkort een gezamenlijke sessie waarin ze bouwstenen voor de ontwerpopgave willen opstellen. Hierbij wordt uitgegaan van een robuust systeem met bijbehorende dynamiek en zal het verbinden van dit systeem met andere belangen centraal staan. Het resultaat kan de LT Verkenning als vertrekpunt kiezen.
8 De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100 | Natuur
Differentiatie in natuurwaarden staat voorop
9 De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100 | Thema
2 Visserij 8 april 2010 Deelnemers
Organisatie
Rinus Platschorre Louis Geleijnse Maret Oomen Wilbert Schermer Voest Jos van Damme Gijs van Zonneveld Henk Baptist Luca van Duren Emiel Derks Aad Smaal Pieter Geijsen Birgit Dauwe Plonie van Campen
Stichting Zeeuwse Tong Passie voor Beleid Ministerie van EL&I Ministerie van EL&I Productorganisatie Mosselcultuur Zeeuwse Milieu Federatie Ecologisch Adviesbureau Deltares Sportvisserij Zuid-West Nederland IMARES Roem van Yerseke IMARES Brabantse Milieu Federatie
Jandirk Hoekstra Martie van Essen Kees van der Vlugt Loes de Jong Frank Wagemans Jan Smits Vincent Klap
Programmabureau Zuidwestelijke Delta / H+N+S Landschapsarchitecten Programmabureau Zuidwestelijke Delta / Ministerie van EL&I Programmabureau Zuidwestelijke Delta Programmabureau Zuidwestelijke Delta / Rijkswaterstaat Zeeland Programmabureau Zuidwestelijke Delta / Provincie Noord-Brabant Programmabureau Zuidwestelijke Delta / Waterschap Hollandse Delta Programmabureau Zuidwestelijke Delta / Provincie Zeeland
Belangrijkste punten presentatie Aad Smaal Wereldwijde trends: • De productie van seafood stijgt; • Minder visserij, meer kweek; • Seafood levert een grotere bijdrage aan wereldvoedsel; • Seafood is belangrijk voor de volksgezondheid (vetzuren); • Op termijn is de sector noodzakelijk voor terugwinnen van fosfaat. Voorwaarden visserij en aquacultuur in Zuidwestelijke Delta: • Ruimte; • Draagkracht; • Ecologisch duurzaam; • Rendabel; • Marktgericht; • Maarschappelijk verantwoord Kansen offshore: • Lagunes: schelpdierkweek, zaadwinning; • Windparken: Schelpdierkweek, kreeft, opgroeigebied vis, sea ranching; • Zandwingebieden: schelpdierakkers; • Beschermde gebieden: opgroeigebied voor vis, sea ranching. 10 De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100 | Visserij
Kansen visserij en aquacultuur in de delta: • Voordelta: dynamiek, gradienten, multifunctioneel → nieuwe vormen van visserij, schelp- en schaaldieren; • Deltawateren: meer ruimte, voedsel en habitats → uitbouw bestaande kweek en visserij & nieuwe kweekvormen en soorten; • Binnendijks: verzilting → Zilte teelten en geïntegreerde teelten.
Constanten voor de Zuidwestelijke Delta
• De concurrentie om de ruimte gaat toenemen in de Zuidwestelijke Delta door claims vanuit de landbouw, natuur, visserij, toerisme en recreatie en binnenvaart. Sommige claims kunnen koppelen, zoals natuur en visserij. Beiden hebben duidelijk dezelfde belangen (waaronder estuariene dynamiek, goede waterkwaliteit etc); • De schelpdierkweek van nut zijn voor het verbeteren van de waterkwaliteit. Zo is bij het weer zout maken van het Krammer– Volkerak-Zoommeer en de Bergse Meren ‘graas’ door schelpdieren noodzakelijk om het water weer helder te krijgen; • De vraag naar streekgebonden producten en voedselkwaliteit biedt kansen voor de schelpdiersector in de Zuidwestelijke Delta. Er ligt een groot afzetgebied (Randstad – Ruhrgebied – Vlaamse steden) voor verse producten in de directe omgeving; • De druk op voedselproductie (landbouw, visserij) in streken die hiervoor door mild klimaat en gunstige condities bij uitstek
geschikt zijn zal bij een verder stijgende wereldbevolking alleen maar toenemen. Hierdoor kan voedsel een belangrijke ‘brand’ van de Zuidwestelijke Delta vormen; • Zowel vanuit visserij-perspectief als vanuit natuur-perspectief lijkt het versterken van het producerend vermogen van de estuaria essentieel. Dit geldt ook voor het weren van exoten; • In de toekomst zullen er meer technologische verbeteringen op het gebied van vis- en schelpdierkweek komen die nu nog onvoorziene mogelijkheden aan zullen boren; • De tendens van vissen in de natuurlijke omgeving naar kweek van vis en schelpdieren (binnen- en buitendijks) zet de komende decennia door. De beschikbaarheid van goed en voldoende uitgangsmateriaal voor de schelpdierkweek blijft een cruciale factor; • De sector is belangrijk in verband met het terugwinnen van fosfaat. Dit kan o.a. door algenkweek.
Variabelen voor de Zuidwestelijke Delta
• Globale verhoudingen versus regiospecificiteit: gaat de aanvoer van schelpdieren en vis van en naar elders in de wereld de markt en afzetmogelijkheden blijvend bepalen of wordt streekgebondenheid en consumentbewustzijn leading? • Wordt de Zuidwestelijke Delta inderdaad een gebied voor turboproductie van voedsel (graan en vis) of gaat de vraag naar kwaliteit en duurzaamheid de dienst uitmaken? • Een mogelijkheid van een serie eilanden voor de kust die een barrière voor de golfoploop en de deining vormen en hiermee een maximaal open delta zonder keringen met verhoogde dijken beschermen tegen stormvloeden wordt naast de twee gepresenteerde toekomstbeelden geplaatst.
11 De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100 | Visserij
Accent op vis- en schelpdierproductie
Nader te onderzoeken
• (Hoe) kan de productiviteit (biologische draagkracht) van een geleidelijk meer dynamisch en verbonden systeem van deltawateren weer omhoog? • Is een verschuiving van de logistieke stromen naar het westen over water en weg (als gevolg van de kanaalverbinding met Parijse regio, maar ook van de verschuiving van de Antwerpse haven naar het westen op de lange duur) een serieus te nemen factor in de toekomstbeelden 2050?
Suggesties voor betrokkenheid bij proces
• Benoem vanuit de diverse deltathema’s kansenkaarten voor de lange termijn; • In het ‘Visserij-Initiatief Zeeland’ werken natuurorganisaties en belangenorganisaties voor de visserij en schelpdierkweek samen aan een toekomstbeeld voor visserij en natuur in de Zuidwestelijke Delta. Sluit met de verkenning voor de lange termijn hierop aan; • Een alliantie landbouw-natuur-visserij is denkbaar en welkom; • Betrek België bij de verkenning voor de lange termijn; • Blijf ook tijdens de verkenning voor de lange termijn komen naar de evenementen en oplopen die de sector organiseert.
12 De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100 | Visserij
Visserij en aquacultuur in hun natuurlijke omgeving
13 De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100 | Thema
3 Landbouw 23 april 2010 Deelnemer Jim Louisse Arie Wesdorp Bianca de Vlieger Janine Keller Jos Karssemeijer Wim Twigt Louis van der Kallen Jaap Verseput Johan Elshof Carla Michielsen Ies de Vries Dick van Es Krijn Poppe Ed Peerbolte Louis Geleijnse Jos Willemsen
Organisatie Louisse Consulting LTO-Noord Dienst Landelijk Gebied Dienst Landelijk Gebied Ministerie van EL&I Grontmij Waterschap Brabantse Delta Landbouwer ZLTO ZLTO Deltares KAVB LEI Impuls Zeeland Passie voor Beleid Kunstpark Zeeland
Joost Schrijnen Jandirk Hoekstra Kees van der Vlugt Martie van Essen Vincent Klap Herman Haas Jan Smits
Programmabureau Zuidwestelijke Delta Programmabureau Zuidwestelijke Delta / H+N+S Landschapsarchitecten Programmabureau Zuidwestelijke Delta Programmabureau Zuidwestelijke Delta / Ministerie van EL&I Programmabureau Zuidwestelijke Delta / Provincie Zeeland Programmabureau Zuidwestelijke Delta / Waterdienst Programmabureau Zuidwestelijke Delta / Waterschap Hollandse Delta
Belangrijkste punten presentatie Krijn Poppe Vier mogelijke scenario’s voor innovatie binnen de landbouw:
Sterke sturing door overheid
Conserveren
GLB* uit Den Haag en EU centraal.
EU en regio’s met innovatiefondsen.
Platteland: gezinslandbouw naast de EHS.
Platteland: regio branding, ondernemen met cultureel erfgoed
NGO, Retail, VGI leidend, geen EL&I.
Beleid gericht op innovatie, kleine starters.
Platteland: LOGs*: agro- en natuurparken:
ZZP-ers met ICT op de brede deltadijk
Ruimte voor markten en netwerken
Hierbij zijn er drie strategieën voor boeren mogelijk: Groter: specialisatie, arbeidsproductiviteit via schaalvergroting op basis van techniek; Anders: toegevoegde waarde via diensten zoals zorg, recreatie en natuur; Elders: buiten de landbouw (pluri-activiteit) of als boer buiten Nederland.
14 De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100 | Landbouw
Ontwikkelen
* GLB: Gemeenschappelijk Landbouw Beleid LOGs: Landelijk ontwikkelingsgebied
Hierbij ontstaan vier verschillende scenario’s voor de landbouw in de delta:
Sterke sturing door overheid
Voedsel schaars: GLB dominant, geen vee, zoet water, vis- en zeewierteelt.
Energie schaars: Grootschalige energieteelten, veel zoet/zout overgangen.
Arbeid schaars: 950 boeren met precisietechniek, biotech mania in 2050, ruige natuur.
Alles in overvloed: Nederland 40 mln inwoners, import en tuin-biotech, park met MF-diensten.
Ontwikkelen
Conserveren
Ruimte voor markten en netwerken
15 De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100 | Landbouw
Constanten voor de Zuidwestelijke Delta
• De grootschalige landbouw blijft het dominante grondgebruik; verdere schaalvergroting is nodig om de sector financieel gezond te houden; • Ook de vraag naar kleinschaligere productie zal echter toenemen. Bijvoorbeeld voor streekproducten, producten voor het topsegment en met daarmee een hoge toegevoegde waarde; • De landbouw zal afhankelijk blijven van de aanvoer van zoet water; • Door een beperkte hoeveelheid ruimte ontstaat er concurrentie met andere sectoren (natuur, toerisme & recreatie) om de beschikbare ruimte; • Ondanks veel aanpassingen van het landschap door de tijd heen is het zaak de karakteristieke structuur hiervan te behouden; • Door de toenemende wereldbevolking zal de Zuidwestelijke Delta een belangrijke rol blijven spelen in de voedselvoorziening.
Variabelen voor de Zuidwestelijke Delta
• Momenteel wordt in relatie tot veiligheid veel gesproken over de ‘verzachting’ van de grens land-water door het creëren van overgangsgebieden. Echter, verharding van de grens is ook een optie. De delta zou in dat geval primair als optimale (zoete) landbouwproductiezone kunnen fungeren; • Boeren zouden al dan niet met nevendiensten het inkomen kunnen vergroten, zoals windmolens, campingfaciliteiten etc. Door op deze manier samen te werken met andere sectoren kan landbouw zich mogelijk sterker positioneren binnen de Zuidwestelijke Delta; • De door Krijn Poppe genoemde cruciale schaarsten (tekort aan arbeidskracht, zoet water, fosfaat, stikstof ), die beperkingen stellen aan de landbouw in dit gebied, worden algemeen erkend als belangrijke variabele. Een van de belangrijke schaarsten van de toekomst is die van fosfaat, welke mogelijk door algenkweek in zee terug te winnen is; • Door een stijging van innovatie binnen de landbouw kan de sector sterk veranderen. Zo kan er door een volgende generatie kassen een concurrentie om licht ontstaan in plaats van om ruimte; • Verzilting vs. zoetwater. Door het stijgende zeepeil kan verzilting mogelijk niet meer worden tegengehouden zonder met buitenproportionele hoeveelheden zoetwater door te spoelen. Door onderzoek en teelttechnieken kan er gebruik worden gemaakt worden van (mogelijk ‘vergeten groenten’-) teelt die goed bestand is tegen verzilte gronden. Ook het gebruik van meer kassen kan een optie zijn om zoetwatergewassen te kunnen telen op zilte gronden; • Landbouwgebieden kunnen toegankelijk en ‘doorwaadbaar’ blijven voor passanten en recreanten, maar het is niet denkbeeldig dat in de toekomst grootschalige productiegebieden worden afgesloten voor het publiek. In het tweede geval wordt het voor het publiek lastig om feeling te houden met de landbouw als gezichtsbepalende functie in de Delta.
16 De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100 | Landbouw
Landbouw grootschalig in grote eenheden
Landbouw in kleinere eenheden in een gedifferentieerd landelijk gebied
Nader te onderzoeken
• Wat zijn de consequenties van de diverse alternatieven (bergen en afvoeren respectievelijk vrije afvoer) voor de landbouw? • In hoeverre is zilte teelt op den duur economisch rendabel ook rekening houdend met de kosten van het zoet houden van landbouwgebied bij verdere zeespiegelstijging? • In hoeverre kan innovatie bijdragen aan een verminderde aanspraak op grond door de landbouwsector? • Kan het besluitvormingsproces in de Delta verder worden ondersteund door interactief met betrokkenen de ontwikkelingen van de bedrijven in bijv. landbouw, natuur en recreatie onder de verschillende scenario’s te doordenken (en evt. door te rekenen)?
Suggesties voor betrokkenheid bij proces
• Landbouwvertegenwoordigers willen graag betrokken worden bij het langetermijn-denken over de nationale keuzen t.a.v. veiligheid; • Een voorgesteld scenario is dat van de Zuidwestelijke Delta als een groot agrarisch productiegebied met een aantal greenports (= diensten en logistieke centra) en enkele recreatieve hotspots.
17 De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100 | Landbouw
4 Havens, industrie en logistiek 16 april 2010 Deelnemers Wim Twigt Rinske van der Meer Henk de Bruijn (spreker) Louis Geleijnse Kees Kerremans Steven Meerburg Rebecca van den IJssel John Schellekens Paul Geertman Jan Vogelaar Louis van der Kallen Bert Zwiers Wijnand Vette Dick Engelhardt Martijn de Jong
Organisatie Grontmij Port of Rotterdam Port of Rotterdam Passie voor Beleid Provincie Noord-Brabant Provincie Zeeland, directie Economie en Mobiliteit Syntens Syntens Kamer van Koophandel Centraal bureau voor de Rijn- en binnenvaart DB lid Waterschap Brabantse Delta Milieuvereniging Benegora Zeeland Seaports Zeeland Seaports Deltares
Joost Schrijnen Jandirk Hoekstra Martie van Essen Loes de Jong Vincent Klap Leo van den Brand Frank Wagemans
Programmabureau Zuidwestelijke Delta Programmabureau Zuidwestelijke Delta / H+N+S Landschapsarchitecten Programmabureau Zuidwestelijke Delta / Ministerie van EL&I Programmabureau Zuidwestelijke Delta / Rijkswaterstaat Zeeland Programmabureau Zuidwestelijke Delta / Provincie Zeeland Provincie Zeeland, directie Ruimte, Milieu en Water Programmabureau Zuidwestelijke Delta / Provincie Noord-Brabant
Belangrijkste punten presentatie Henk de Bruijn en Rinske vd Meer Belangrijkste trends en ontwikkelingen met betrekking tot industrie, havens en logistiek: • Globalisering; • Meer vraag naar duurzaam transport; • License to operate vanuit maatschappij; • Stijging zeespiegel. Belangrijke factoren die haven Rotterdam op kwaliteit in laten zetten voor de toekomst: • Ruimte en infrastructuur wordt nog schaarser; • Stakeholders stellen steeds hogere eisen; • Publieke financiering voor infrastructuur is komende jaren beperkt; • Arbeidsmarkt blijft krap en duur; Maar ook: • Havenbedrijf is financieel gezond; • Reputatie A-merk Port of Rotterdam; • Kennisinfrastructuur havencomplex is goed; • Publieke-private samenwerking binnen havencomplex is sterk ontwikkeld. 18 De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100 | Havens, industrie en logistiek
Conclusie ontwikkeling deltathema: • In alle scenario’s groeit de totale overslag; • Er vindt een verschuiving plaats van vervoer van grondstoffen naar half- en eindfabrikaten; • Er vindt een verschuiving plaats van industrie naar logistiek en energie; • Er vindt een transitie plaats naar duurzaamheid.
Constanten voor de Zuidwestelijke Delta
• De plannen voor de Rotterdamse haven zijn gebaseerd op het verder stijgen van de omvang van de goederenstroom in de toekomst; • Er zal binnen de sector een verdere verschuiving plaatsvinden naar meer containerisatie; • Het is de ambitie om veel meer producten via de binnenvaart te vervoeren; door centraal gestuurde ‘route-control’ kan de capaciteit van de verbindingen in de Delta nog aanzienlijk omhoog; • De samenwerking tussen de havens in de regio (Rotterdam, Antwerpen, Amsterdam, Zeeuwse havens, Zeebrugge) zal steeds meer toenemen: op langere termijn zouden fusies tot de mogelijkheid kunnen behoren.
• Het realiseren van de Schelde – Seine verbinding gaat de omvang van het goederentransport over water door de Delta aanzienlijk vergroten en biedt kansen om het transport via binnenvaart te benutten; • In de fase die volgt op de aanleg van de 2e Maasvlakte zal het ruimtegebruik in de haven zorgvuldig moeten worden ingevuld; • Met name om de concurrentieslag op de arbeidsmarkt succesvol te kunnen voeren is kwaliteit van het vestigingsmilieu (wonen, voorzieningen) van strategisch belang; hier ligt verband met het behoud van de delta als groen-blauwe oase; • De fysiek ruimtelijke impact van havens en bedrijven in de Zuidwestelijke Delta is en blijft relatief beperkt, de grote impact komt door transport (diepgang vaargeulen, ruimte, milieu, veiligheid, capaciteitsaanpassingen);
• Zoals ook al ten tijde van de Reflectiecommissie is gesignaleerd: tegenover de aanspraken vanuit de logistieke sector op ruimte en corridors dwars door de delta zou een helder ‘bod’ vanuit het groen-blauwe hart moeten liggen. De diverse belanghebbenden in de Zuidwestelijke Delta hebben geen eenduidige visie op een dergelijk bod.
Variabelen voor de Zuidwestelijke Delta
• Ook in de toekomst blijven transportkosten marginaal ten opzichte van de kosten van het product. De grote transportstromen over de wereld blijven daarmee in stand. • Een op langere termijn stijging van brandstofprijzen kan echter wel betekenen dat de getransporteerde goederen kapitaalintensiever worden en dat de totale omvang van de stromen daalt. Bijvoorbeeld omdat een verplaatsing van de productie naar de vindplaats van grondstoffen plaatsvindt.
19 De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100 | Havens, industrie en logistiek
• Ook het krimpen van de bevolking en een grotere mate van (lokaal) hergebruik kan leiden tot vermindering van de omvang van het transport van grondstoffen. • Daartegenover staat dat de delta altijd een groot achterland behoudt, wat een continuïteit voor de logistieke functie garandeert. • De vorm en omvang van de samenwerking tussen de havens omvatten ook diverse variabelen, te weten: - Investeringen door havens in elkaars complex. Zo kunnen bijvoorbeeld Zeeuwse havens het voorportaal vormen van Antwerpen. Betekent dit dat Antwerpen deze havens deels overneemt? - Worden havenbedrijven verder verzelfstandigd en kunnen zij vrijer op de markt opereren? Hierbij werd in de discussie een vergelijking gemaakt met de ontwikkeling bij luchtvaartbedrij- ven en luchthavens; - In hoeverre gaan havens zich verder specialiseren in bepaalde goederen en producten?
20 De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100 | Thema
• In de huidige situatie is er eigenlijk sprake van één mainport Zuidwestelijke Delta met losse havens die onderling verbonden zijn door binnenvaart die opereert op basis van individuele ondernemers. De grote havens hebben zich vooral gericht op het binnenbrengen tot aan de voordeur, maar hebben de organisatie van de stromen aan de achterdeur verwaarloosd. Er is een toekomstbeeld denkbaar waarbij de bedrijven en binnenvaart onderlinge verbanden aangaan. Zo kunnen deze bedrijven meer gaan investeren in de binnenvaart door overname van het transport en de ontwikkeling van havens in het achterland. Mogelijk ligt hier een kans voor havens. Ook kan dit een taak zijn voor het Rijk en de regionale overheden; • Een markant toekomstbeeld is dat van de Zuidwestelijke Delta als logistieke campus. Dit betekent dat alle havens met elkaar verbonden zijn via een spinnenweb van diverse vormen van transport met knooppunten ertussen.
Zuidwestelijke Delta als logistiek centrum en westwaarts verplaatsende havencomplexen
Logistiek ‘achterom’ en de groen-blauwe kwaliteit van de Zuidwestelijke Delta als vestigingsfactor
Nader te onderzoeken
• Op dit moment worden de investeringen in infrastructuur gefinancierd door het Rijk. Zijn andere financieringsstructuren voor de toekomst denkbaar en wenselijk? • De overheid richt zich nu veelal op het oplossen van knelpunten met name in de bereikbaarheid (bijvoorbeeld via het MIRT). Leidt een toekomstvisie vanuit marktpartijen meer tot medeinvesteren door marktpartijen en het benutten van (andere) kansen? • Stelling: voor de nabije toekomst kan de binnenvaart een verdubbeling van de goederenstroom aan, zonder dat dit leidt tot grote capaciteitsproblemen en problemen met de recreatievaart. Is deze stelling ook voor de langere termijn houdbaar?
21 De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100 | Havens, industrie en logistiek
5 Toerisme en recreatie 22 april 2010 Deelnemers Robert Holmes Rinus Platschorre Louis Geleijnse Margot Tempelman Madeline Buining Karin Hoenderkamp Gerard van der Sar Lotte van Eijnsbergen Saskia Hommes Henk Baptist Gert van Kralingen Rowena van der Maat Henk Botterweg J.J.C. Musters Rinus van ‘t Westeinde Arthur van Disseldorp Wendy Jacobs Fanny Dekker Harry Brands Jan Bruurs Jan-Willem Kroon
Organisatie Macavity Projecten St. Zeeuwse Tong Aquacultuur Passie voor Beleid Kenniscentrum kusttoerisme HZ Provincie Zeeland Kenniscentrum Recreatie Ministerie EL&I Zeil- en Surfcentrum Brouwersdam Deltares Ecologisch Adviesbureau Walcherse Bouwunie HISWA Watersportverbond, regiovertegenwoordiger Deltawateren Grontmij Zlto/VeKaBo Zeeland Recron Zeeland Gemeente Cromstrijen Gemeente Middelharnis Nederlandse Onderwatersport Bond Kamer van Koophandel Sportvisserij Nederland
Jandirk Hoekstra Joost Schrijnen Kees van der Vlugt Martie van Essen Frank Wagemans Vincent Klap
Programmabureau Zuidwestelijke Delta / H+N+S Landschapsarchitecten Programmabureau Zuidwestelijke Delta Programmabureau Zuidwestelijke Delta Programmabureau Zuidwestelijke Delta / Ministerie van EL&I Programmabureau Zuidwestelijke Delta / Provincie Noord-Brabant Programmabureau Zuidwestelijke Delta / Provincie Zeeland
Belangrijkste punten presentatie Robert Holmes Er zijn drie essentiële voorwaarden voor toerisme en recreatie: • Vrij besteedbaar inkomen; • Vrij besteedbare tijd; • Infrastructuur. Tijdens de presentatie worden er op drie niveaus gekeken naar de toekomst: • Vergroten toegankelijkheid Delta (“software”) - Tijd; - Ruimte; - Betaalbaarheid; - Vergroten doelgroep; - Efficiënter ruimtegebruik • Nieuwe ruimtelijke verschijningsvormen (“hardware”) - Nieuwe jachthaventypologiën;
22 De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100 | Toerisme en recreatie
- - - - - - -
Samenbrengen land-water Samenbrengen wonen, werken, recreëren; Nieuwe (culturele) wensen; Kennis nulsituatie; Ontkokering onderwijs; Flexibel planologisch kader; Samenwerkende overheid op land/water grens;
•
Toekomstgerichte watersportindustrie (“orgware”) - Functiescheiding op regionaal niveau; - Ontwikkelingsvisie bekkens; - “Scouten” best-practises; - Objectivering broodnodig; - Economisch vitale sector; - Participant in ruimtelijke opgaven; - Dé drager van de Delta-economie.
Constanten voor de Zuidwestelijke Delta
• De Zuidwestelijke Delta blijft een aantrekkelijk gebied voor diverse vormen van toerisme en recreatie; • Toerisme en recreatie blijven belangrijke economische dragers voor het deltagebied en de sector ziet groeikansen (werkgelegenheid, omzet, omvang en kwaliteit van de voorzieningen); • Innovatie (nieuwe concepten, kwaliteitsverbetering, verbreding van het aanbod) is binnen de sector erg belangrijk en zal komende decennia sterk toenemen.
•
Variabelen voor de Zuidwestelijke Delta
• Binnen de diverse functies van de (water)recreatie kan een ruimtelijke specialisatie plaatsvinden. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan een scheiding tussen diensten, onderhoud, de feitelijke ligplaatsen en vaarroutes. Zo zou het onderhoud en de winterstalling van boten in West-
•
Brabant kunnen plaatsvinden en kunnen de ligplaatsen geconcentreerd worden rondom het Grevelingen en de Oosterschelde; De doelgroep voor waterrecreatie zal veranderen. Zo zijn er de volgende trends te identificeren: - Zo zal tot 2030 door vergrijzing het aantal ouderen toenemen. - Na 2030 zullen jongeren als doelgroep weer in belang toenemen - Op dit moment is de doelgroep voor waterrecreatie erg uniform (autochtoon, boven modaal, hogere leeftijd dan gemiddeld). Het aanboren van andere groepen biedt kansen voor de sector). - Het bieden van een concept een combinatie van recreatie en op afstand werken biedt kansen. De klimaatverandering (langere en mooiere zomers) kan met zich mee brengen dat de aantrekkelijkheid van de
23 De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100 | Toerisme en recreatie
•
•
•
•
Zuidwestelijke Delta groter wordt en dat hiermee de kansen voor toerisme en recreatie verder groeien; Het is kunst om de maatregelen waarmee de delta veilig en klaar voor klimaatverandering wordt gemaakt zodanig uit te voeren dat er aantrekkelijke, hier en daar zelfs spectaculaire, plekken ontstaan die als trekpleister kunnen fungeren; De ontwikkelingen op gebied van verkeer en vervoer kunnen een rol gaan spelen. In een wereld van “low-cost airlines” concurreert de Zuidwestelijke Delta met Turkije. In een wereld waar transport duurder wordt door hogere olieprijzen concurreert de delta met bestemmingen dichter bij huis, zoals de Wadden, de Friese Meren en de Belgische kustgebieden; Ecotoerisme en waterrecreatie met een geringe “footprint” (doordat ze natuur en omgeving niet zwaar belasten) zullen toenemen in populariteit. De link tussen natuur en recreatie wordt versterkt; Differentiatie van het aanbod is een belangrijke ambitie.
24 De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100 | Thema
Daarbij is het belangrijk om onderscheid te maken tussen plekken en voorzieningen waar wordt ingezet op “bulk-recreatie” en waar wordt ingezet op kleinschalig toerisme met een hoge kwaliteit en toegevoegde waarde; • In de toekomst zal er door de toenemende claims op ruimte vanuit de verschillende sectoren (met name landbouw, natuur en recreatie) een concurrentieslag om de beschikbare ruimte in de Delta ontstaan. Het is goed om juist de verbindingen te zoeken om deze strijd te voorkomen. Dit kan door te zoeken naar kansrijke associaties van verschillende sectoren, bijvoorbeeld door aquacultuur en toerisme met elkaar te verbinden; • De recreatiesector kan zich goed aanpassen aan veranderende situaties in de bekkens. Elk type water trekt immers een bepaald (maar verschillend) type recreant waarop de sector zich kan specialiseren. Het is wel belangrijk dat de overheid hier in een vroeg stadium duidelijkheid over geeft zodat zekerheid wordt geboden aan investeerders.
Bereikbaarheid: geconcentreerde ontwikkeling in ‘hot-spots’
Karakter(verschillen): elke activiteit zoekt een karakteristieke plek
Nader te onderzoeken
• Hoe kunnen dijkzones worden vormgegeven en ingericht voor flexibele vormen van ruimtegebruik? Kunnen die functies (recreatie, zilte teelten, natuur) worden geïntegreerd met hoogwaterbescherming? • Er is weinig kennis over de impact van recreatie op natuur. Monitoring en de opbouw van deze kennis is nodig; • Er moet een kennisagenda op het gebied van recreatie worden ontwikkeld. Hier dienen bijvoorbeeld onderzoeksvragen in te staan over de kansen van integratie van het recreatieve aanbod op het land en op het water; • Er moet een flexibel planologisch kader voor de waterrecreatie worden ontwikkeld, zodat er armslag voor ondernemers om initiatieven te ontwikkelen ontstaat.
Suggesties voor betrokkenheid bij proces
• Betrek de gehele vrijetijdssector en niet sec de waterrecreatie; • Er wordt een watersportvisie ontwikkeld. Hier moet gebruik van worden gemaakt binnen het Deltaprogramma; • Het is van belang dat de recreatiesector zich goed organiseert richting de overheid. Dit is belangrijk om ervoor te zorgen dat de sector proactief met de overheid kan spreken i.p.v. achteraf met de plannen of het beleid wordt geconfronteerd. • Er moet sprake zijn van een consistent overheidsbeleid, die zekerheid biedt over de investeringen van de kant van de ondernemers.
25 De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100 | Toerisme en recreatie
6 Wonen, diensten en cultuur 15 april 2010 Deelnemers Hans Simons Nico Out Gert van Kralingen Cor de Jonge Ben de Reu Pauline Dirks Anja de Groene Louis Geleijnse Ad Herweijer
Organisatie Hans Simons advies Scoop Zeeland Walcherse Bouwunie Scoop Zeeland RPCZ Gemeente Middelharnis De Drukkerij/Podium Passie voor Beleid Gemeente Cromstrijen
Jandirk Hoekstra Martie van Essen Loes de Jong Onno van Eijk Jan Smits Vincent Klap Steef Buijs
Programmabureau Zuidwestelijke Delta / H+N+S Landschapsarchitecten Programmabureau Zuidwestelijke Delta / Ministerie van EL&I Programmabureau Zuidwestelijke Delta / Rijkswaterstaat Zeeland Programmabureau Zuidwestelijke Delta / Provincie Zuid-Holland Programmabureau Zuidwestelijke Delta / Waterschap Hollandse Delta Programmabureau Zuidwestelijke Delta / Provincie Zeeland Programmabureau Zuidwestelijke Delta / Buijs Advies BV
Belangrijkste punten presentatie Hans Simons Wat gebeurt over 50 jaar rond het ‘wonen’? • Het wonen zal worden gedomineerd door het energievraagstuk. Kan men energieneutraal wonen of met energieopwekking in kleine eenheden? • Voor het wonen zullen andersoortige materialen worden gebruikt. • Men zal meer wonen op het water: Nederland waterland. • Het wonen wordt meer flexibel; gebouwen worden multifunctioneel in de tijd met inwisselbare bestemmingen. • Er komen meer combinaties van wonen en werken. • Meer mensen zullen op meerdere plekken wonen. • Er is/komt een ontwikkeling van ‘wonen in het groen’ naar ‘Nederland stadstaat’ met meer groen in en om de steden (meer groen op locatie en minder ‘Groene Hart’). • Er moet niet al te spastisch op krimp gereageerd worden en niet alleen op toeristische economie in worden gezet. Er komt in het landelijk gebied meer verweving van verschillende soorten van economie.
• Er zal een betere diagnostiek mogelijk worden door betere medische technologieën met kleine diagnostische centra en professionele therapieën elders. • Ziekenhuizen zullen inloopcentra worden (cure).
Wat zijn de ontwikkelingen binnen het onderwijs • Voor onderwijs is ‘schaal’ relevanter dan voor de gezondheidszorg. • Voor het toekomstige onderwijs moet meer in ‘professies’ en nieuwe (onderwijs)composities worden gedacht. • Er komt meer ‘op afstand’-leren.
Wat zijn de ontwikkelingen binnen cultuur • Door de technologische ontwikkelingen zal een ieder een eigen omroeppakket vormen (geen publieke en commerciële omroepen). • In de toekomst minder overheidsbemoeienis en meer bemoeienis van groepen burgers. • Er komt meer interesse voor ‘local history’. Voor de delta zijn er kansen voor het thema ‘water’.
Wat zijn de ontwikkelingen binnen de overheid Wat zijn de ontwikkelingen binnen de gezondheidszorg • De medische technologie wordt voor de toekomst een beslissende factor.
• De mondialisering zet verder door. • Nationale identiteiten nemen af. De algemene trend is van ‘stapelen’ naar integratie.
26 De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100 | Wonen, diensten en cultuur
Constanten voor de Zuidwestelijke Delta
• Nationale kaders worden zwakker, regionalisering (cultureel, economisch, bestuurlijk) wint terrein. Voor de Zuidwestelijke Delta moet worden gestreefd naar nieuwe vormen van regionaal bestuur. Ook ligt de voorkeur bij minder bemoeienis van de nationale overheid en meer ruimte voor regionale besturen die over lokale grenzen heen opereren. Experiment: 10 jaar lex specialis voor de Zuidwestelijke Delta? • De netwerksamenleving (met burgers die in kriskras patronen leven en verblijven) zal zich alleen nog maar verder ontwikkelen; • De Zuidwestelijke Delta maakt zich als gebied nog te weinig zichtbaar in Nederland. De geslotenheid van de samenleving in de delta is daar een belangrijke oorzaak van; • Creëer mentale en fysieke verbindingen van en naar de Zuidwestelijke Delta als middel voor (nieuwe) ontwikkelingen; • Er is in de Zuidwestelijke Delta (net als in NL) niet één sociaalcultureel gedeelde identiteit in het gebied. Het is een optelsom
van subidentiteiten. Ga dus niet geforceerd op zoek naar een gedeelde identiteit; • Belangrijkste bindend element in de delta is ‘leven met water’. ‘Local history’ en de strijd tegen water, maar tegelijkertijd ook de afhankelijkheid van water, bieden een rijke en attractieve bron van verhalen. Die zijn in de wervende kracht van het gebied heel belangrijk. • Wonen zal steeds meer gedomineerd worden door het energievraagstuk door de eindigheid van de voorraad fossiele brandstoffen. We moeten het in toenemende mate gaan hebben van water, wind en zon. De overvloed daarvan in de delta schept kansen! • Wonen op en aan water heeft zeker toekomstperspectief. Andere bouwvormen voor tijdelijk en flexibel gebruik (wonen, werken, recreatie) en andere typen van huizen zijn nodig, net als gebouwen met dubbele bestemmingen (wonen-recreatie; wonen-werken);
27 De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100 | Wonen, diensten en cultuur
• De historische centra zullen behouden blijven en de nieuwe (stedelijke) structuur van de Zuidwestelijke Delta zal dit als uitgangspunt blijven houden; • Er zullen steeds meer combinaties komen van wonen en werken. Een fulltime baan op kantoor zal verdwijnen. Pendelen in allerlei vormen gaat grote vlucht nemen: mensen met twee à drie werkplekken en “telewerken” zijn geen uitzondering meer. Hierdoor ontstaan interessant kansen voor de Zuidwestelijke Delta; • Scheiding tussen soorten economie (haveneconomie in Rijnmond – Toeristische en landbouweconomie in de delta) gaat vervagen. De diensten economie en de creatieve economie met veel ZZP-ers zorgt ervoor dat de economieën door elkaar gaan lopen. Bied in de Zuidwestelijke Delta dan ook ruimte voor nieuwe soorten economie. Te veel afhankelijk zijn van recreatie en natuur is niet slim; • De tegenstelling economische belangen – natuurbelangen is over 50 jaar ondenkbaar. Die zijn dan allang vervlochten. • Heel veel ontwikkelingen volgen op werkgelegenheid. Deze werkgelegenheid is er nu net erg weinig in de Zuidwestelijke Delta; • Groen moet nog dichter bij wonen gehaald worden. Vanuit het gebruik door mensen moet de focus minder op grote groengebieden rond de steden liggen en veel meer gericht worden op groen in de stad; • Er zullen ook steeds meer flexibele combinaties van (tijdelijk) wonen en zorg ontstaan (cure sector). Het gaat dan om steeds meer kleine centra waar mensen goed worden begeleid en geadviseerd bij de behandeling na een meer technische vaststelling van de oorzaak. Ouderen worden fitter en vitaler. Hier liggen ook zeker kansen voor de Zuidwestelijke Delta om concepten voor zorg en cultuur te verweven. • Investeringen in de cultuur scheppen mogelijkheden om mensen naar de delta te halen. De delta heeft sowieso landschap, ruimte en culturele mogelijkheden. De mensen moeten beter aangesloten worden op wat men allemaal wel niet in de delta kan doen; • Betrokkenheid van overheid bij cultuur en culturele activiteiten zal minder worden door focus op kerntaken. Cultuur zal meer het domein van de particulieren worden (vraag en aanbod); • De transitie van het Volkerak - Zoommeer wordt gezien als gangmaker voor de Nieuwe Delta; het is een eerste stap richting de toekomst.
28 De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100 | Wonen, diensten en cultuur
Variabelen voor de Zuidwestelijke Delta
• De sociaal-economische stagnatie loopt parallel met de achteruitgang van de estuariene dynamiek. Over in hoeverre hier een koppeling tussen zit en hoe sterk deze relatie is, wordt verschillend gedacht door de aanwezigen; • Een mogelijk toekomstbeeld: de Zuidwestelijke Delta als één grote toegankelijke tuin. Een paradijselijke omgeving waar je kunt wonen, werken en recreëren met excellente zorg; • Het zou ook kunnen dat er nog enorm wordt geïnvesteerd in mobiliteit en de bereikbaarheid van het gebied (nieuwe treinen en metro’s in dijken). Dit zou de aansluiting bij de Randstad en daarmee de aantrekkelijkheid van de Zuidwestelijke Delta als woon- (en werk-) gebied sterk kunnen vergroten; • Hiertegenover wordt een toekomstbeeld gezet, waarin een duurzame landbouw (eiwit-transitie) richtinggevend is voor een lege delta; • Moeten we loskomen van eigendom van grond (en de lucht erboven) om duurzame ontwikkelingen voor de toekomst te realiseren? • In verband met toekomstige oplossingen voor het energievraagstuk is er gesproken over zelfvoorziening binnen kleinere eenheden en het ontstaan van een particuliere energiemarkt. • Heeft de rode stedenrand ook dezelfde behoeften en ambities die wij (inwoners) hebben om dit gebied te ontwikkelen tot een grote tuin, of willen de inwoners van het het groen-blauwe hart dat alleen zelf? Waarom komen ze niet over de brug(gen). • Tijdens het gesprek stonden er twee mogelijke toekomstbeelden tegenover elkaar: - Een vol groen-blauw hart met toeristen, inwoners, diensten en goede transportmogelijkheden; - Een leeg groen-blauw hart waarbij bovengenoemde groepen veel minder prominent aanwezig zijn.
‘Lege’ Zuidwestelijke Delta als landelijk gebied voor energie, productie en recreatie; wonen en diensten gebundeld in de ‘rode ring’
Nader te onderzoeken
• Wat is op termijn de invloed van de netwerksamenleving en bijvoorbeeld het leren en werken via virtuele netwerken op de aantrekkelijkheid van de Zuidwestelijke Delta als vestigingsmilieu en de patronen van wonen-werken-voorzieningen?
Suggesties voor betrokkenheid bij proces
• Durf 50 jaar verder te denken. Dat klinkt simpel, maar is het zeker niet! We denken en onderwijzen nog te veel met het gezicht naar het verleden; • Probeer bij het gesprek over de toekomst van de Zuidwestelijke Delta meer jongeren te betrekken: ROC-studenten, scholieren en vertrekkende jongeren die elders gaan studeren. Werk daarbij aan competenties om de jeugd de opgaven van de toekomst op te kunnen laten lossen; • Probeer ook de onderzoekswereld meer te laten participeren in de echte wereld. De kloof tussen de onderzoekswereld en de echte praktijk is nog flink. Ga veel meer voor een dynamisch proces van lerend werken en werkend leren; • Versterk de betrokkenheid van de gewone burger met de Zuidwestelijke Delta in zijn eigen leefomgeving; • Lift mee op huidige dynamiek en ontwikkelingurgenties en kijk of je daar kwaliteits-ambities aan kunt verbinden. Alleen op ambities is het vaak erg moeilijk om initiatieven ook daadwerkelijk gerealiseerd te krijgen (lange adem nodig); • Leer van het proces van soortgelijke trajecten die in de Zuidwestelijke Delta al eerder om bepaalde redenen succes hadden of zijn gestrand. Waar zitten de essentiële succes- en faalfactoren? • Initiatieven moeten niet gestapeld worden maar juist meer worden geïntegreerd;
Wonen, voorzieningen en diensten in de nieuwe Delta-landschappen en contactzones land-water
• Zorg ervoor dat er ook resultaten geboekt worden (door projecten en ingrepen). Vier successen en laat die binnen en buiten de Zuidwestelijke Delta zien. Het denken en het gesprek over de Zuidwestelijke Delta is goed, maar blijf er niet in hangen; • Maak een schaduwbestuur (op persoonlijke titel) op de schaal van de Zuidwestelijke Delta. Dit schaduwbestuur kan dan meer een verkennende, onderzoekende rol spelen en zou de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta van commentaar en initiatieven kunnen voorzien; • Creëer een digitale nieuwe werkelijkheid op internet om transformaties in de Zuidwestelijke Delta te kunnen simuleren daar de effecten van te ervaren. Iedereen is vrij om in deze digitale omgeving te participeren en zijn ambities en denkbeelden voor de Zuidwestelijke Delta daar in te brengen.
29 De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100 | Wonen, diensten en cultuur
7 Research en development 22 april 2010 Deelnemers Richard Pater Ties Rijken Steef Buijs Ies de Vries Leo Adriaanse Saskia Huijs Wouter Dirks Hans van der Sande
Organisatie Witteveen + Bos TU Delft Buijs Advies B.V. Deltares Rijkswaterstaat directie Zeeland Rijkswaterstaat directie Zeeland Van Oord Waterschap Scheldestromen
Jandirk Hoekstra Martie van Essen Joost Schrijnen Kees van der Vlugt
Programmabureau Zuidwestelijke Delta / H+N+S Landschapsarchitecten Programmabureau Zuidwestelijke Delta / Ministerie van EL&I Programmabureau Zuidwestelijke Delta Programmabureau Zuidwestelijke Delta
Constanten voor de Zuidwestelijke Delta
• Vrije rivierafvoer door Haringvliet naar zee – zonder pompen ertussen – moet ten alle tijd worden gegarandeerd. Daarom moet het peil in het Haringvliet mee stijgen met de zeespiegel. De omvang van het spuiprofiel in de Haringvlietsluizen is wel de kritieke factor; • De Deltawerken hebben het sedimenttekort in de delta, dat al sinds de bedijkingen is opgebouwd, sterk vergroot. Het ‘zomaar’ weghalen van de werken is daarom geen optie: dit leidt tot een sterke toename van de erosie. Vanwege de zeespiegelstijging loopt het sedimenttekort komende decennia alleen maar verder op; • Door zeespiegelstijging zullen veel buitendijkse gebieden overstromen en daarmee verloren gaan. In hoeverre de sedimentatie de stijging bij kan houden is onzeker; • In de toekomst zullen we hoe dan ook meer moeten meebewegen met natuurlijke processen dan fixeren en opknippen zoals de strategie tot op heden is geweest. De huidige strategie is dan niet meer houdbaar door een hogere zeespiegel; • Maatregelen ter verbetering van de veiligheid en ter stimulering van de economie zijn onafwendbaar in de Zuidwestelijke Delta. Natuurlijke processen en herstel van de estuariene dynamiek (sedimentatie, erosie, land-water overgangsgebieden) kosten ruimte. In hoeverre deze ruimte er is, wordt betwijfeld door de deelnemers;
30 De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100 | Research en development
• Differentiatie in veiligheidsnormen zal plaatsvinden in de Zuidwestelijke Delta. Zo is regio Rijnmond van veel hoger economisch belang dan de Zeeuwse eilanden. Hierdoor kan besloten worden om, als gevolg van de beperkte financiële middelen, de grootste bescherming toe te kennen aan regio Rijnmond; • De situatie in de Drechtsteden wordt vanuit veiligheidsoptiek urgent. Dijkhoogten zijn daar nu al nabij de kritieke grens. Een kering in de Noord lijkt eenvoudiger dan de bebouwde dijken verhogen; • Amendement op Cie Veerman: niet zozeer de piekafvoer van 18.000m3 per seconde is maatgevend, maar ook de grilligheid van de rivierafvoer in combinatie met de stijging van de gemiddelde waterstand in het Haringvliet door zeespiegelstijging is de kritieke factor. Dit kan bij rivierafvoer van 8.000m3 per seconde al riskante situaties opleveren.
Variabelen voor de Zuidwestelijke Delta
• Meer waterberging in het KVZM mogelijk maken is een optie. Door de dijken nog meer te verhogen kan het gebied optimaal dienen voor waterberging. Hoofdfunctie van het KVZM wordt dan binnenvaartcorridor-waterberging, welke kan worden vergeleken met een snelweg op water; • Het op termijn definitief afsluiten van de Oosterschelde biedt ook goede kansen voor de natuur: Een tweede bekken, zoals de Grevelingen met begroeide platen. Door de aanhoudende zandhonger gaat de intergetijdenatuur van de Oosterschelde, als er geen maatregelen worden getroffen, langzaam maar zeker verloren. Afsluiting betekent dat de huidige morfologie beter bewaard blijft. Het alternatief is een Oosterschelde in verschillende gradaties van openheid en het door ‘tuinieren’ (suppletie, vastleggen van randen) handhaven van het intergetijdengebied.
Nader te onderzoeken
• Wat verwacht de stedenring van de Zuidwestelijke Delta als voortuin: een kwetsbaar natuurgebied of een robuust en divers (natuur)landschap, welke hoge waarden heeft betreffende landschapskwaliteit, leefmilieu, recreatiegebied en economisch wingebied? • Het gemiddeld peil van de Grevelingen moet – als er een getijdencentrale wordt gerealiseerd – meestijgen met de zeespiegel. Wat zijn daarvan de lange termijn effecten op de economische ontwikkeling, ecologische kwaliteit en veiligheid? • Momenteel speelt de aanwezigheid van zoetwater een belangrijke rol in de besluitvorming. Is zoetwater over 50 jaar nog steeds een issue? Of is de leverantie dan om allerlei redenen te duur of te omslachtig? Wat zijn er dan voor alternatieve vormen van grondgebruik? • Als de lagenbenadering gevolgd wordt, vormen watersysteem en ecologie de grondslag van de redeneringen. Infrastructuur, landbouw en andere gebruiksfuncties zijn volgend. Waar kom je op uit als je zo de redeneerlijn op bouwt?
Conclusies van dit gesprek
1. Er is in de Zuidwestelijke Delta een goede kennisbasis aanwezig vanuit de korte termijn voor de verkenningen op de lange termijn; 2. Voor de verkenning van alternatieven voor zowel de Voordelta als de Oosterschelde is het nuttig om de historische ontwikkeling van deze gebieden te bestuderen. Met behulp van deze ontwikkeling wordt duidelijk welke kansen en knelpunten deze gebieden hebben. Daarnaast wordt duidelijk welke mogelijkheden er zijn; 3. Tijdens het gesprek was er discussie over de onderzoeksaanpak: moet een onderzoeksaanpak vooral bestaan uit rekenen of juist tekenen? Ofwel analyseren of juist ontwerpen? Beiden leveren een goede input. Wel waren de deelnemers het eens dat er drie fasen zijn te onderscheiden in deze aanpak: • Het onderzoeken van de huidige toestand door middel van joint fact finding; • Het verkennen van de hoekpunten van het speelveld en kijken welke extremen mogelijk zijn; • “Cocreatie” vanuit de diverse hoekpunten om alternatieven nader uit te werken; 4. De urgentie van het Deltaprogramma voor de Zuidwestelijke Delta moet duidelijker naar voren komen. Momenteel wordt vooral gekeken naar de gevolgen voor Rijnmond. Ook voor (met name) de Voordelta en de Oosterschelde is de urgentie groot; 5. We hebben van de estuaria aquaria gemaakt. Teruggaan naar een nagebootst open estuarium is ‘retroromantisch’: de realiteit is dat we er hooguit beter functionerende aquaria van kunnen maken in de komende periode; 6. De Oosterschelde is tegenwoordig naast een schatkist ook een fabriek. Dit wordt nog niet door veel mensen gerealiseerd; 7. Als men bereid is genoeg te suppleren kan er veel bereikt worden; 8. Het deelprogramma kan niet los worden gezien van de andere deelprogramma’s (Rijnmond, Rivieren, zoetwater) omdat maatregelen in de Zuidwestelijke Delta de (maatregelen in) andere gebieden ook sterk kan beïnvloeden; 9. De Zuidwestelijke Delta is veel meer dan een set knelpunten en dilemma’s: het is een enorm kansrijk kwaliteitsgebied!
31 De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100 | Research en development
Colofon © Programmabureau Zuidwestelijke Delta De Zuidwestelijke Delta op weg naar 2100. Een serie gesprekken over de lange termijn april - mei 2010 Een uitgave van het Programmabureau Zuidwestelijke Delta Postbus 5014 4330 AK Middelburg
[email protected] www.zwdelta.nl website Deltaprogramma: www.rijksoverheid.nl/deltaprogramma Eindredactie: Kees van der Vlugt, Martie van Essen (Programmabureau Zuidwestelijke Delta) Fotografie: Loes de Jong, Marcel Kentin Kaarten: H+N+S Landschapsarchitecten Vormgeving: Crevi, dtp- ontwerpstudio, de Bilt Druk: Labor Grafimedia BV December 2010
Dit werkdocument is een product van de Werkplaats Zuidwestelijke Delta, laboratorium voor ontwerpend onderzoek en podium voor gesprek over de toekomst van de Zuidwestelijke Delta. De Werkplaats is een initiatief van het Programmabureau van de Zuidwestelijke Delta. Deelnemende partners in de Zuidwestelijke Delta: Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Provincie Zuid Holland Provincie Noord Brabant Provincie Zeeland Waterschap Hollandse Delta Waterschap Brabantse Delta Waterschap Scheldestromen