Veilig Veerkrachtig Vitaal Beantwoording reacties op Ontwerp-uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta 2010-2015+
Veilig Veerkrachtig Vitaal Beantwoording reacties op Ontwerp-uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta 2010-2015+
Middelburg, januari 2011
4
Inhoud Inleiding: reacties verrijken uitvoeringsprogramma Maatregelen korte termijn voor een veilige, veerkrachtige en vitale delta Reacties van ondernemers, belangenorganisaties, overheden en particulieren Regiotour: uitvoeringsprogramma op tafel Status van deze nota en verdere procedure Leden stuurgroep en contactgegevens Leeswijzer: reacties naar thema 1.
2.
3.
4.
7 7 7 7 9 9 9
Idealen, ambities en rol van de stuurgroep 1.1 Instemming met Ontwerp-uitvoeringsprogramma 1.2 Idealen en ambities 1.3 Samenhang met andere projecten en processen 1.4 Combineren onderzoek Volkerak-Zoommeer en Grevelingen 1.5 Kennis en innovatie 1.6 Rol stuurgroep
13 13 13 14 15 15 16
Toelaten van zout water, zoetwatervoorziening en landbouw 2.1 Behoud van een goede zoetwatervoorziening 2.2 Maatregelen in Nieuwe Waterweg
19 19 20
Waarborgen van de veiligheid tegen overstromingen 23 3.1 Prioriteit voor veiligheid 23 3.2 Relatie met programma Ruimte voor de Rivier 23 3.3 Doelen veiligheid en natuurontwikkeling voor Westerschelde en Noordzee 24 Herstel watermilieu en ruimte voor natuurontwikkeling 4.1 Kierbesluit Haringvliet en herstel estuarien systeem 4.2 Tegen de uitwerking van de plannen voor nieuwe natuur 4.3 Intergetijdengebied neemt af
27 27 27 28
5.
Toekomst en ontwikkelingskansen voor toerisme, recreatie en watersport 5.1 Meer aandacht voor recreatie 5.2 Grote projecten benutten voor recreatie 5.3 Meer faciliteiten voor recreatie en toerisme 5.4 Gevolgen programma voor sportvisserij
31 31 32 32 33
6.
Toekomst en ontwikkelingskansen voor beroepsvisserij 6.1 Herstel estuarien systeem gunstig voor visserij
35 35
7.
Toekomst en ontwikkelingskansen voor beroepsscheepvaart 7.1 Meer aandacht voor logistieke functie zuidwestelijke delta 7.2 Vaarverbod bij inzet waterberging
37 37 37
8.
Betrokkenheid bij het programma en deelname aan de uitvoering 8.1 Rol in allianties 8.2 Bijdragen aan programma 8.3 Uitbreidingen van het programma
41 41 41 42
9.
Financiering en uitvoeringsverantwoordelijkheden 9.1 Geen financiële toezeggingen, wel adviezen 9.2 Bereidheid tot financiële inzet 9.3 Inbreng van overheden en belanghebbenden
45 45 46 46
10. Gesignaleerde fouten en omissies
49
Bijlagen en bronnen Bijlage 1. Samenvattend overzicht van de schriftelijke reacties op het Ontwerp-uitvoeringsprogramma Bijlage 2: Samenvattend overzicht van de reacties op het ontwerpuitvoeringsprogramma tijdens de regiotour
51 51 86 5
herkomst schriftelijke reactie plaats regiotour
Zwolle Haarlem
Epe
Hoevelaken Den Haag Veenendaal Dordrecht Oude Tonge Zierikzee Steenbergen Bergen op Zoom
Goes
Terneuzen
6
‘s Hertogenbosch
Inleiding: reacties verrijken uitvoeringsprogramma Voor de een mag het Volkerak-Zoommeer zo snel mogelijk verzilten, de ander laat weten toelaten van zout water tot zoete deltawateren met de nodige reserves te begroeten. Eerst moet de levering van zoet water, vooral aan de landbouw, goed geregeld zijn. Dit zijn enkele voorbeelden van de reacties die ondernemers, belangenorganisaties, overheden en particulieren gaven op het Ontwerp-uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta 2010-2015+. In deze nota beantwoordt de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta, de opsteller van het programma, deze reacties en geeft daarbij aan of en hoe de reacties in de definitieve versie van het uitvoeringsprogramma zullen worden verwerkt.
Maatregelen korte termijn voor een veilige, veerkrachtige en vitale delta In het Ontwerp-uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta beschrijven Rijk, provincies en waterschappen uit het gebied het ideaal van een voldoende veilige, ecologisch veerkrachtige en economisch vitale zuidwestelijke delta en de maatregelen voor de korte en middellange termijn (2015 en verder) die zij daarvoor nodig achten. Deze maatregelen zijn uitgewerkt in zeven gebiedsprogramma’s met projecten voor herstel van het watermilieu, waarborgen van de veiligheid en verbeteren van de leefomgeving en economie. Daarnaast bevat het ontwerpprogramma enkele deltathema’s: aandachts-
gebieden van Rijk, provincies en waterschappen om het ideaal van een veilige, veerkrachtige en vitale delta vorm te geven. Nadat de stuurgroepleden het Ontwerp-uitvoeringsprogramma vaststelde, vroegen zij andere overheden, maatschappelijke organisaties en geïnteresseerde bewoners en gebruikers van het gebied of ze met de ambities en aanpak van het programma kunnen instemmen, wat ze aan de realisatie van het programma kunnen bijdragen en wat ze eraan willen toevoegen.
Reacties van ondernemers, belangenorganisaties, overheden en particulieren
aan de orde, gevolgd door recreatie, natuur, wonen, industrie en visserij. Belangrijkste onderwerpen waren de directe en indirecte gevolgen voor de landbouw van het toelaten van zout water in het Volkerak-Zoommeer en in het Haringvliet. Daarnaast was er steun voor de ambities en (in mindere mate) voor de aanpak van de stuurgroep, bereidheid tot deelname aan de realisatie en de vraag wie welke onderdelen van het programma in geld en aansturing voor zijn rekening neemt.
Regiotour: uitvoeringsprogramma op tafel
Op deze oproep van de stuurgroep reageerden 4 ondernemers, 14 belangenorganisaties, 30 overheden en 8 particulieren. Van de 45 gemeenten in de zuidwestelijke delta hebben 24 een schriftelijke reactie gestuurd. De meeste van de 56 schriftelijke reacties komen uit het gebied zelf zoals de kaart laat zien. Het aantal malen dat een onderwerp of sector is genoemd in de reacties geeft een beeld van wat er leeft (zie diagrammen op pagina 8).
In de zomer van 2010 zijn verspreid over de zuidwestelijke delta elf bijeenkomsten gehouden waarbij het Ontwerp-uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta is toegelicht en betrokken bewoners, ondernemers, belangenbehartigers en overheden direct met de opstellers van gedachten konden wisselen en op de inhoud konden reageren. Bovendien zijn er diverse presentaties gehouden op verzoek van organisaties en belangenverenigingen. Van de 45 gemeenten in de zuidwestelijke delta waren er 35 vertegenwoordigd bij een van de bijeenkomsten van de regiotour.
De reacties bevatten zowel steun voor de ambities en plannen uit het programma als vragen over de haalbaarheid, de financiering en de uitvoering. In de reacties kwamen met name de belangen van de agrarische sector
Net als bij de schriftelijke reacties was er tijdens deze bijeenkomsten brede waardering voor het Ontwerpuitvoeringsprogramma. Een presentatie over verleden, heden en toekomst van de delta zorgde voor meer be-
7
Aantal malen dat sector of onderwerp is genoemd in schriftelijke reacties
Sector Landbouw
10 20 4
Recreatie Natuur
5
Scheepvaart Visserij
14 18
Wonen, industrie e.a.
Onderwerp 7
Samenwerking is essentieel voor uitvoering
4 35
12
Eerst zoetwatervoorziening regelen voordat zout water kan worden toegelaten Waardering en steun voor uitvoeringsprogramma
15
Wie zorgt voor financiering en daadwerkelijke uitvoeren van uitvoeringsprogramma 19
20
Doelen en samenhang meer concreet maken Welke procedures zijn nodig om de uitvoering te starten Waterveiligheid op orde
8
grip. Oorzaak, gevolg en acties ‘vielen daarmee op hun plek’. Tijdens de bijeenkomsten had de zorg over de zoetwatervoorziening bij het (deels) toelaten van zout water tot Haringvliet en Volkerak-Zoommeer de overhand. Wel onderschreven veel van de aanwezigen de keuze van het uitvoeringsprogramma om het probleem van de waterkwaliteit aan te pakken. Ook de ambitie om de ontwikkelingen op het gebied van veiligheid, waterkwaliteit en economie met elkaar te verbinden en zo nieuwe kansen voor de delta te creëren, mocht op veel steun en erkenning rekenen. Deelnemers aan de bijeenkomsten constateerden veel concrete kansen en initiatieven voor recreatie en watersport, maar hadden ook behoefte aan duidelijkheid over wat er in de verschillende deltabekkens staat te gebeuren. Dat veiligheid vanzelfsprekend is en voor alles gaat was een algemene overtuiging. Nieuwe vormen van kustverdediging waarbij natuurlijke processen worden benut worden weliswaar toegejuicht, maar ook kritisch gevolgd. Recreatieondernemers en vissers meldden tijdens de bijeenkomsten hun steun voor de inzet van het programma om voor deze sectoren nieuwe kansen te ontwikkelen. Andere ondernemers misten echter concrete aanknopingspunten in het programma. Voor vrijwel alle deelnemers aan de bijeenkomsten gold dat het hoge ambitieniveau aan de ene kant op waardering mocht rekening, aan de andere kant riep het ook de vraag op of de plannen financieel waargemaakt kunnen worden. Veel aanwezigen lieten overigens weten de bestuurlijke inspanningen daarvoor te zullen steunen. Een overzicht van de reacties tijdens de regiotour is als bijlage opgenomen.
Status van deze nota en verdere procedure In deze nota geeft de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta aan welke reacties op het Ontwerp-uitvoeringsprogramma zijn verwerkt in het definitieve Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta 2010-2015+. Op 28 oktober 2010 heeft de stuurgroep dit programma vastgesteld en daarna aangeboden aan de leden van de Provinciale Staten van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid-Holland en aan de verenigde en algemene vergaderingen van de waterschappen Hollandse Delta, Brabantse Delta en Scheldestromen. Deze organisaties nemen tussen januari en maart 2011 elk afzonderlijk een besluit over het definitieve uit voeringsprogramma. Begin 2011 wordt een protocol getekend, dat de deelnemende partijen bindt bij het uitvoeren van activiteiten en projecten. Het protocol meldt de afspraken van de partijen van de stuurgroep om de acties uit het uitvoeringsprogramma uit te voeren en de wijze waarop partijen daarbij op basis van hun eigen verantwoordelijkheid samenwerken. Het protocol herbevestigt de afspraken uit het Deltamemorandum uit 2003, verwijst naar het uitvoeringsprogramma en geeft aan waar – vooruitlopend op de uitvoering kansen liggen die snel verzilverd kunnen worden (‘quick wins’). Het protocol vormt de basis voor nadere afspraken over de uitvoering van projecten en activiteiten via bestuurlijke overeenkomsten, convenanten of investe ringsafspraken tussen regio en Rijk. Uitvoeringsbesluiten uit het programma worden, voor zover dat nog niet het geval is, verankerd in nationale,
provinciale en regionale plannen. Deze stap kent formele procedures voor advies, inspraak en bezwaar, die worden uitgevoerd door de bevoegde overheidsinstantie. Het verzoek om reacties op het Ontwerp-uitvoerings programma en deze nota als antwoord daarop zijn b edoeld om wensen, zorgen en initiatieven zorgvuldig op elkaar af te stemmen. Deze afstemming vindt de stuurgroep van groot belang.
Leden stuurgroep en contactgegevens De Stuurgroep Zuidwestelijke Delta is een bestuurlijk samenwerkingsverband van: • de provincies Zuid-Holland, Zeeland en Noord-Brabant; • de waterschappen Scheldestromen, Brabantse Delta en Hollandse Delta; • de ministeries van Infrastructuur en Milieu en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Meer informatie over de inhoud van het uitvoerings programma is verkrijgbaar bij: Programmabureau Zuidwestelijke Delta Postbus 5014, 4330 AK Middelburg
[email protected] www.zwdelta.nl
Leeswijzer: reacties naar thema In deze nota zijn de reacties op het Ontwerp-uitvoeringsprogramma ingedeeld naar thema. Per thema zijn de onderdelen uit de reacties die daar betrekking op hebben samengevoegd in vragen en aandachtspunten, gevolgd
9
10 10
door het antwoord van de stuurgroep. In dat antwoord is, wanneer van toepassing, tevens aangegeven tot welke aanpassingen in het uiteindelijke uitvoeringsprogramma de ingezonden reacties hebben geleid. Alle reacties zijn opgedeeld in 227 genummerde deel reacties. Een lijst van alle deelreacties is als bijlage opgenomen. Per genummerde deelreactie is daarbij de paragraaf aangegeven waar het antwoord van de stuurgroep te vinden is. Bij die antwoorden zijn de nummers van de deelreacties vermeld, zodat zowel vanuit de antwoorden als vanuit de deelreacties vraag en antwoord te vinden zijn. Enkele deelreacties worden in deze nota niet beantwoord omdat ze geen vraag betreffen (0.1) of omdat de vragen specifiek zijn gericht op plaatselijke omstandigheden (0.2). In dat laatste geval worden de deelreacties overgedragen aan de gebiedsallianties of bestaande overlegplatforms met verzoek daar rekening mee te houden. Deze deelreacties zijn ondergebracht in thema 0 (ter informatie of over te dragen reacties). In de bijlage zijn zes deelreacties aangemerkt als ‘voor kennisgeving aangenomen’ (nummer 0.1): Deelreacties 60, 133, 148, 184, 212, 305. In de bijlage zijn veertien deelreacties aangemerkt als ‘over te dragen’ (nummer 0.2): Deelreacties 1, 12, 14, 19, 20, 33, 46, 53, 99, 102, 110, 164, 171, 309.
De beantwoording van alle overige deelreacties is ingedeeld naar de volgende thema’s: 1. Idealen, ambities en rol van de stuurgroep. 2. Toelaten van zout water, zoetwatervoorziening en landbouw. 3. Waarborgen van de veiligheid tegen overstromingen. 4. Herstel watermilieu en ruimte voor natuur ontwikkeling. 5. Toekomst en ontwikkelingskansen voor toerisme, recreatie en watersport. 6. Toekomst en ontwikkelingskansen voor beroepsvisserij. 7. Toekomst en ontwikkelingskansen voor beroepsscheepvaart. 8. Betrokkenheid bij het programma en deelname aan de uitvoering. 9. Financiering en uitvoeringsverantwoordelijkheden. 10. Gesignaleerde fouten en omissies. Als bijlagen zijn opgenomen: • Een overzicht van de ingekomen reacties met een verwijzing naar de vindplaats van het antwoord van de stuurgroep in deze nota. • Overzicht van de reacties tijdens de regionaal georganiseerde bijeenkomsten over het Ontwerpuitvoeringsprogramma (‘regiotour’).
11
Zierikzee,12raadszaal gemeentehuis
1. Idealen, ambities en rol van de stuurgroep 1.1 Instemming met Ontwerpuitvoeringsprogramma “De inhoud van het Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta spreekt ons over het algemeen zeer aan. We onderschrijven de aanpak om regionale projecten en plannen in de delta af te stemmen op een langetermijnvisie op de ontwikkeling van de gehele delta.” “Naar onze mening biedt het programma de handvatten om op inspirerende wijze de transitie van planvorming naar uitvoering te maken... Wij constateren dat er naast een brede aanpak voor de hele delta, ook veel ruimte wordt gegeven aan maatwerk in de afzonderlijke deelgebieden binnen de delta.” Met deze en soortgelijke opmerkingen gaven twintig inzenders expliciet te kennen het uitvoeringsprogramma te waarderen en te ondersteunen. De inhoud van het programma spreekt deze inzenders aan en sluit aan bij de eigen doelen en ambities. Naast deze expliciete steun zijn er ook reacties met wat algemener geformuleerde waardering voor de ambities. Twee reacties (76, 199) zijn expliciet in de afwijzing van de doelen en ambities van het ontwerp- uitvoeringsprogramma. Adviesgroep Borm en Huijgens noemt het Ontwerp-uitvoeringsprogramma onder andere prematuur en niet realistisch. Andere kritische opmerkingen hebben vrijwel altijd betrekking op een onderdeel van het programma en niet op de daarin uitgesproken ambities.
Deelreacties 39, 48, 61, 76, 89, 93, 94, 100, 103, 111, 121, 130, 132, 136, 149, 152, 156, 158, 161, 166, 178, 185, 189, 199, 208, 300. De stuurgroep is blij met het grote aantal expliciete steunbetuigingen. Dit sterkt de deelnemende organisaties om door te gaan met de plannen. De stuurgroep blijft zich inzetten voor het uitdragen van de doelen en het zoeken van draagvlak daarvoor.
1.2 Idealen en ambities Verschillende inzenders plaatsen kritische kanttekeningen bij het ideaal van een voldoende beschermde, ecologisch veerkrachtige en economisch vitale zuidwestelijke delta, zoals dat in het uitvoeringsprogramma als ‘stip op de horizon’ staat geformuleerd. Een inzender merkt op dat dit ideaal van ‘veilig, veerkrachtig en vitaal’ wel allitereert, maar onvoldoende aangeeft dat het gaat om waterveiligheid, zoetwatervoorziening en estuariene dynamiek. “Het mag niet zo zijn dat de gebruikte woorden van een aardig verzonnen titel als toetsnormen gehanteerd gaan worden”, waarschuwt de inzender. Een andere inzender geeft aan dat niet duidelijk is hoe het ideaal van ‘veilig, veerkrachtig en vitaal’ tot stand is gekomen.
‘gebrekkig gestalte geven’ aan de gestelde doelen om de veiligheid te waarborgen, het watermilieu te herstellen en kansen te benutten voor leefomgeving en economie. Een inzender signaleert dat de doelen op het gebied van natuur, recreatie, landbouw en visserij in het programma ‘breed zijn opgenomen, maar nog weinig uitgewerkt’. Enkele andere inzenders geven aan dat het waarborgen van de zoetwatervoorziening ook los van het streven naar herstel van het watermilieu aandacht moet krijgen. De Land- en Tuinbouworganisatie Noord onderschrijft dit: “Los van de inzichten die het denken na 2050 beïnvloeden, moet de doelstelling zijn dat de land- en tuinbouw de komende decennia met voldoende kwalitatief goed water worden gefaciliteerd.” Om de stappen van idealen naar doelen en vervolgens naar projecten duidelijker en realistischer te maken, adviseren diverse inzenders de doelen voor de lange termijn eerst te vertalen naar ‘concrete tussendoelen voor de kortere termijn’. Om te toetsen of projecten daadwerkelijk bijdragen aan het geformuleerde ideaal, zouden de doelstellingen uit het programma, meer ‘smart’ geformuleerd moeten worden (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden). Deelreacties 63, 74, 78, 96, 144, 188, 302, 310, 311.
Meerdere inzenders menen dat de vertaling in het uitvoeringsprogramma van ideaal naar doelen en vervolgens naar projecten nog onvoldoende is uitgewerkt en beargumenteerd. De projecten uit het programma zouden
Dit uitvoeringsprogramma voor de zuidwestelijke delta voor de periode 2010-2015+ bevat onder meer projecten waarvan doelen, acties en mijlpalen al concreet benoemd 13
zijn, zoals bijvoorbeeld het concept-milieueffectrapport over Volkerak-Zoommeer of de MIRT-verkenning over de Grevelingen (www.volkerakzoommeer.nl en www.toekomstgrevelingen.nl). De concrete doelen, acties en mijlpalen van dit type projecten zijn ‘smart’ geformuleerd, omdat dit onderdeel uitmaakt van de wettelijk vastgelegde procedures. In het uitvoeringsprogramma zijn deze projecten, maar ook veel minder concrete initiatieven, samen gebracht en is van al die activiteiten de bijdrage beschreven aan het ideaal dat de stuurgroep voor de lange termijn voor ogen staat. Deze koppeling van projecten en initiatieven aan het ideaal voor de lange termijn, een veilige, veerkrachtige en vitale delta, is, zoals in de reactie terecht opgemerkt, inderdaad veel minder ‘specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden’ omdat de opzet vooral is om de samenhang en de bijdrage aan het ideaal duidelijk te maken. Bij de concrete uitvoering van projecten uit het programma zullen voor zover dat nog niet het geval is uiteraard doelen ‘smart’ worden geformuleerd, waar de reactie op aandringt. De stuurgroep bewaakt de planning van besluitvorming en uitvoering aan de hand van de programmeringstabel die is opgenomen in het uitvoeringsprogramma. De normen die in de reactie zijn aangegeven waarop activiteiten uit het programma getoetst zouden moeten worden (waterveiligheid, zoetwatervoorziening en estuariene dynamiek), zijn wat de stuurgroep betreft wel degelijk gedekt in de titel van het programma, en wel door de twee eerste onderdelen daarvan: een voldoende beschermde en ecologisch veerkrachtige zuidwestelijke delta. De stuurgroep voegt daar bovendien het ideaal van een economisch vitale zuidwestelijke delta aan toe. 14
1.3 S amenhang met andere projecten en processen Diverse inzenders benadrukken het belang van een goede samenhang tussen de projecten uit het uitvoerings programma en andere initiatieven in de zuidwestelijke delta en een goede communicatie hierover. De gemeente Steenbergen meent dat die afstemming met name moet plaatsvinden bij de visievorming, per deelgebied of integraal. De provincie Zeeland vraagt de stuurgroep om de beheerplannen voor Natura 2000-gebieden en de invulling van ontwikkelingsruimte in de gebiedsplannen op elkaar af te stemmen. Ook de relatie tussen de doelen en projecten uit het uitvoeringsprogramma en het landelijke beleid, is voor verschillende inzenders een punt van zorg. Dat geldt met name voor de relatie tussen de maatregelen voor de korte termijn uit het uitvoeringsprogramma en de maatregelen voor de langere termijn uit het Deltaprogramma. Een inzender vraagt zich bijvoorbeeld af wat er met de plannen voor projecten uit het uitvoeringsprogramma gebeurt wanneer die niet meer in het ‘landelijk totaalplaatje’ passen. Ook de status van het eerder gepubliceerde ‘Toekomstbeeld zuidwestelijke delta’, gepresenteerd als voorfase voor het plan van aanpak voor het Deltaprogramma en nu deels opgenomen in het uitvoeringsprogramma, is voor de inzender verwarrend. Daarnaast hebben inzenders de volgende concrete vragen en opmerkingen bij de relatie tussen het uitvoerings programma en het Deltaprogramma: • De provincie Noord-Brabant verzoekt om de contouren van de langetermijnverkenning voor het Delta programma op te nemen in het uitvoeringsprogramma
en vraagt de stuurgroep de samenhang met de andere deelprogramma’s uit het Deltaprogramma te bewaken. • Bureau Drechtsteden en een ambtelijke reactie van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie wijzen op het belang van een goede afstemming met het deelprogramma Rijnmond Drechtsteden van het Deltaprogramma, onder andere vanwege de aanpak van zoutindringing via de Nieuwe Waterweg. • Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie wijst er tevens op dat er in het uitvoeringsprogramma een verbinding is gelegd tussen de huidige opgaven en de langetermijnopgaven uit het Deltaprogramma. Deze verbinding kan verder versterkt worden door de vorderingen in het Deltaprogrammatraject bij het uitvoeringsprogramma te (blijven) betrekken en in de gebiedsvisies uit het programma meer aandacht te besteden aan de samenhang tussen de gewenste ontwikkelingen in de zuidwestelijke delta en de ‘buurprogramma’s’ uit het Deltaprogramma. Daarbij zou niet alleen het thema zoet water aan de orde moeten komen, maar ook de andere twee thema’s uit het Deltaprogramma: veiligheid en nieuwbouw en herstructurering. • De gemeente Tholen vindt dat de plannen uit het uitvoeringsprogramma goed aansluiten bij de eigen ontwikkelingsvisie. Evengoed zijn belemmeringen van eigen projecten mogelijk en dat mag wat de gemeente betreft niet het geval zijn. Als voorbeeld noemt de gemeente de voorgenomen waterberging op VolkerakZoommeer, wat zou kunnen conflicteren met de bestaande ontwikkelingsmogelijkheden voor de haven van Tholen.
Deelreacties 73, 75, 77, 81, 105, 123, 125, 133, 140, 157, 168, 215, 303, 307, 308. Het uitvoeringsprogramma vormt de uitwerking van het Nationaal Waterplan, onderdeel zuidwestelijke delta, in samenhang met de provinciale plannen en structuurvisies, waterbeheerplannen van de waterschappen en nationale plannen voor natuur (onder andere Natura 2000), ruimtelijke ordening en economische ontwikkeling. Als streefbeeld geldt het streefbeeld zoals verwoord in het Nationaal Waterplan. Het uitvoeringsprogramma richt zich op maatregelen voor de korte termijn (2015+). Om mogelijke misverstanden daarover te vermijden, zal het thema ‘langetermijnverkenning’ uit het programma worden geschrapt. Deze verkenning in het kader van het Deltaprogramma staat geheel op zichzelf. Onderdeel van de verkenning is wel een beoordeling van de maatregelen uit het programma op hun waarde voor de toekomst. Afhankelijk van de uitkomsten van deze beoordeling kunnen projecten en activiteiten uit het programma worden bijgesteld. Het uitvoeringsprogramma wordt op de volgende manier aangepast: • Het kaartbeeld ‘Illustratie potenties zuidwestelijke delta’ bij hoofdstuk 2 wordt vervangen door het kaartbeeld ‘Streefbeeld zuidwestelijke delta’ uit het Nationaal Waterplan. • Het deltathema Langetermijnverkenning 2050 wordt uit de tekst geschrapt. Uitleg over de relatie tussen korte termijn en lange termijn wordt aan de tekst toegevoegd.
• D e term ‘no regret’ toets wordt vervangen door ‘beoordelen van maatregelen op waarde voor de toekomst’ met daarbij de verwijzing dat dit wordt uitgevoerd in het kader van de langetermijnverkenning zuidwestelijke delta uit het Deltaprogramma.
1.4 C ombineren onderzoek VolkerakZoommeer en Grevelingen Een inzender wijst er op dat het water van de Greve lingen weliswaar ‘super schoon’ is, maar dat de kwaliteit van dat water duidelijk te wensen overlaat. Oplossingen voor dat probleem moeten wat de inzender betreft in samenhang met de problematiek van de waterkwaliteit op het Volkerak-Zoommeer worden gezocht. “Het zou verkeerd zijn nu iets te gaan beslissen voor alleen het Volkerak-Zoommeer terwijl op korte termijn nabije buurvrouw de Grevelingen ook om aanpassingen vraagt.” De inzender verzoekt beide problemen ‘in één keer goed aan te pakken’. Deelreacties 15, 16, 210. Onderwerp van de lopende verkenning naar de Grevelingen is het waterkwaliteitsprobleem in het Grevelingenmeer en wat daar het beste aan gedaan kan worden. Het Rijk en regionale overheden onderzoeken samen hoe het water en de omgeving van de Grevelingen in alle opzichten gezonder, fraaier en sterker kunnen worden. Het onderzoek gaat over het herstellen van het zuurstofgehalte van het water, het opwekken van duurzame energie, het verder uitbreiden van het natuurareaal, het verbeteren van het aanbod voor recreanten en toeristen en het herstel van de visserij. Een koppeling tussen de Grevelingen en het Volkerak-
Zoommeer is één van oplossingen die daarvoor op dit moment in de verkenning worden onderzocht. Een even tuele uitvoering van die oplossing is echter een zaak van lange(re) termijn. Zoals in het Nationaal Waterplan is aangekondigd, richt de stuurgroep zich op integrale besluitvorming in 2012 over de waterkwaliteit en de voorgenomen waterberging in het Volkerak-Zoommeer én de resultaten van de verkenning naar het waterkwaliteitsprobleem in het Grevelingenmeer. De mogelijkheden voor het combineren van het verbeteren van de waterkwaliteit met het opwekken van duurzame energie en het versterken van de recreatie- en woonfunctie en de schelpdiervisserij speelt een belangrijke rol bij de afweging.
1.5 Kennis en innovatie “Zeeland wil een laboratorium worden, waar kennis opgedaan wordt die wereldwijd ingezet kan worden in gebieden die evenals Zeeland geconfronteerd zullen gaan worden met de gevolgen van de klimaatverandering.” De provincie Zeeland laat weten dat deze ambitie voor innovaties op het gebied van kustveiligheid, ruimtelijke inrichting en waterbeheer uit het provinciale Omgevingsplan ten onrechte niet is opgenomen in het beleidskader, zoals dat in een bijlage van het uitvoeringsprogramma is geschetst. De aangehaalde innovatie doelstellingen ziet de provincie graag prominenter terug in het uitvoeringsprogramma. Ook een ambtelijke reactie van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie vraagt om meer expliciete aandacht voor innovaties, bijvoorbeeld voor de schelpdiervisserij en -kwekerij. 15
De provincie Zeeland dringt er tevens op aan de kennis agenda uit het programma nader uit te werken en daarbij aan te sluiten bij lopende initiatieven zoals het Kennis Netwerk Delta Water, de Dutch Delta Academy (in oprichting) en het Kenniscentrum Kustoverstromingen. Deelreacties 126, 129, 132, 198, 306. De ambitie van de provincie Zeeland om wereldwijd inzetbare kennis te ontwikkelen over omgaan met de gevolgen van klimaatverandering, zal aan de tekst over het beleidskader in het uitvoeringsprogramma worden toegevoegd. De stuurgroep onderschrijft ook dat kennis een stimulans is voor vernieuwing en voor het identificeren van maat schappelijke en technologische ontwikkelingen. Om die reden ontwikkelt de stuurgroep een kennisagenda voor vraagstukken die de hele zuidwestelijke delta betreffen. Een nadere uitwerking, waar de provincie om vraagt, is dus onderdeel van de realisatie van het uitvoeringsprogramma.
1.6 Rol stuurgroep Inzenders vragen zich af hoe de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta de ambitieuze doelen uit het uitvoerings programma denkt te kunnen realiseren. Uitvoering van projecten als het op een kier zetten van de Haringvlietsluizen, de verzilting van het Volkerak-Zoommeer en enkele Deltanatuurprojecten stuit op weerstand, signaleert onder meer Natuurmonumenten, die graag wil weten hoe de stuurgroep die uitvoering denkt te kunnen vlottrekken en bewaken.
16
Het waterschap Brabantse Delta wijst erop dat de stuurgroep een heldere regie moet voeren, trekkers voor onderdelen uit het programma moet aanwijzen en de samenhang moet bewaken, ook met de andere deel programma’s uit het Deltaprogramma. Ook de provincie Zuid-Holland en diverse andere inzenders vragen om de verantwoordelijkheden en onderlinge verhoudingen tussen de stuurgroep en andere betrokken partijen te verduidelijken. De stuurgroep zelf moet daarbij meer regie voeren dan nu gepresenteerd en op basis van bestaande gebiedsvisies en wateropgaven allianties smeden. Opmerking van diverse inzenders daarbij is dat de integrale gebiedsuitwerkingen, waarin de opgaven moeten landen, nog niet goed van de grond zijn gekomen. De projectbeschrijvingen bevatten daarvoor wat hen betreft wel goede aanzetten. Veel inzenders benadrukken geen heil te zien in nieuwe overlegorganen en liever te willen aansluiten bij de al bestaande. Deelreactie 27, 30, 36, 65, 87, 95, 97, 98, 109, 124, 131, 135, 140, 174, 301. De acties regisseren en ondersteunen die in het uitvoeringsprogramma zijn aangekondigd, is inderdaad de kerntaak van de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta. De concrete uitvoering van projecten is de verantwoordelijkheid van de daartoe bevoegde organisaties en hun samenwerkings verbanden en de stuurgroep is, zoals verschillende reacties ook benadrukken, niet van plan daar nieuwe overleg
organen aan toe te voegen. Inzet van de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta is wel het regisseren van de verschillende gebiedsgerichte initiatieven uit het uitvoeringsprogramma en het mobiliseren van kennis en besluiten voor een aantal deltabrede thema’s. Als regisseur van de gebiedsgerichte initiatieven neemt de stuurgroep de volgende taken op zich: • Nauwgezet volgen van de voortgang van acties en projecten. • Signaleren en organiseren van onderlinge verbindingen om deze te versterken en het smeden van de daarvoor benodigde allianties. • Bij (dreigende) stagnatie mobiliseren van de benodigde bestuurlijke en financiële daadkracht. Naast deze regierol neemt de stuurgroep zelf de verantwoordelijkheid, in de vorm van opdrachten aan de programmadirecteur, voor een aantal inhoudelijke thema’s die voor de hele zuidwestelijke delta van belang zijn: • Uitwerken van de ruimte voor economische ontwikkeling die ontstaat door het uitvoeren van de projecten en maatregelen uit het uitvoeringsprogramma. • Regelen van een alternatieve zoetwatervoorziening die nodig is om het besluit voor toelaten van zout water op het Volkerak-Zoommeer te nemen. • Formuleren van kennisvragen, uitzetten van onderzoek en beschikbaar maken van de resultaten zodat de juiste kennis aanwezig is voor het onderbouwen van besluiten over een veilige, veerkrachtige en vitale delta.
De leden van de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta delen de zorg die uit verschillende reacties spreekt over de inspanningen die nodig zullen zijn om de aangekondigde projecten in een complexe omgeving als de zuidwestelijke delta te kunnen uitvoeren. Dat is ook precies de reden waarom de meest direct betrokken overheden, het Rijk, de drie provincies en de drie waterschappen uit het gebied, s amen de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta hebben gevormd met als belangrijkste doel het op gang houden en met elkaar in verband brengen van de vele initiatieven en zodoende zowel de realisatie op tempo te houden als een resultaat te bereiken dat groter is dan de som van de delen. Daarvoor staan de stuurgroep geen directe uitvoerende instrumenten ter beschikking, maar wel het optreden als regisseur en het mobiliseren van de benodigde kennis en besluiten. De stuurgroep meent dat juist deze inzet een belangrijke toegevoegde waarde is bij het realiseren van het uitvoeringsprogramma.
17
Schouwen, proefteelt zoutresistentie van aardappelrassen
2. Toelaten van zout water, zoetwatervoorziening en landbouw 2.1 Behoud van een goede zoetwatervoorziening Negentien inzenders van een reactie maken zorgen kenbaar over de zoetwatervoorziening in de zuidwestelijke delta bij uitvoering van de verschillende verziltingsprojecten die in het uitvoeringsprogramma zijn opgenomen. Zo wijst bijvoorbeeld het Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard erop te willen ‘voorkomen dat er een ander (agrarisch) gebruik zal moeten komen van de gronden door het onvoldoende zoet kunnen houden van zowel het grondwater als het oppervlaktewater’. De gemeente Steenbergen en diverse andere inzenders laten weten dat de agrarische sector ‘voldoende garantie’ wil dat de zoetwatervoorziening is gewaarborgd, bij daadwerkelijk verzilten van het Volkerak-Zoommeer. Enkele detailopmerkingen daarover: • De zoetwatervoorziening is voor het eiland GoereeOverflakkee van levensbelang en moet gewaarborgd blijven. • Tholen wordt kwetsbaar wanneer bij een zout Volkerak-Zoommeer water aangevoerd moet worden via een ander gebied. Hierover moeten goede afspraken worden gemaakt. • Bij de uitwerking van het ideaalbeeld uit het uitvoeringsprogramma ligt voor de gemeente Bernisse de prioriteit bij veiligheid, voldoende zoet water en zekerheid voor de agrarische sector. Nuanceringen die
aan deze prioriteit recht doen treft de gemeente wel aan in de gebiedsprogramma’s maar ontbreken wat de inzender betreft in de samenvatting van het uitvoeringsprogramma. • Over de rol van de Roode Vaart als alternatieve zoetwatervoorziening moet duidelijkheid komen. Deelreacties 22, 57, 64, 70, 86, 110, 113, 118, 121, 141, 142, 145, 146, 162, 170, 189, 191, 192, 193, 206, 207, 213. Aandacht voor zoetwatervoorziening van de landbouw in de gebieden grenzend aan het Volkerak-Zoommeer en het noordelijk deel van het Haringvliet (ten noorden van de Spuimonding), is het meest genoemde zorgpunt in de reacties. De stuurgroep begrijpt deze zorg en hecht grote waarde aan een zorgvuldige communicatie met betrokkenen over compenserende maatregelen om de huidige beschikbaarheid van zoet water op orde te houden en de gesprekken over alternatieve zoetwatervoorziening als onderdeel van het besluitvormingsproces over het zout maken van het Volkerak-Zoommeer. Zoals in het Nationaal Waterplan is opgenomen, kan het daadwerkelijk toelaten van zout water op het Volkerak-Zoommeer pas plaatsvinden, als de alternatieve zoetwatervoorziening geregeld is. Het integraal advies over de zoetwatervoorziening dat na intensief overleg tussen overheden en belanghebbenden is uitgebracht aan (destijds) de staatssecretaris van
Verkeer en Waterstaat en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is verwerkt in het Nationaal Waterplan. Het advies bestaat uit een pakket maatregelen dat de gevolgen van een zout Volkerak-Zoommeer voor alle van zoet water afhankelijke functies zoveel mogelijk beperkt, tegen aanvaardbare kosten. Hiermee wordt tevens geanticipeerd op een duurzame zoetwatersituatie in de zuidwestelijke delta op de lange termijn. Alle benodigde maatregelen en onderzoeken om de zoetwatervoorziening te regelen zijn samengevat in het ‘spoorboek zoet water’. De Stuurgroep Zuidwestelijke Delta bewaakt de uitvoering daarvan. De betrokken bewindspersonen hebben in hun reactie op het zoetwateradvies de stuurgroep gevraagd om het ‘spoorboek zoet water’ verder uit te werken. De maatregelen hebben als doel om in alle deelgebieden de huidige beschikbaarheid van zoet water de komende decennia te handhaven. Een van de maatregelen betreft het verankeren van de zoetwaterbehoefte in waterakkoorden. Rijkswaterstaat werkt op dit moment aan de actualisatie van bestaande waterakkoorden. De afspraken zoals deze nu gelden voor het Brielse Meer (Bernisseakkoord) blijven van kracht. Het Nationaal Waterplan voorziet medio 2012 een definitief uitvoeringsbesluit over het weer zout maken van het Volkerak-Zoommeer. Bij de besluitvorming worden de
19
resultaten van het zoetwateradvies en de uitwerkingen van het ’ spoorboek zoet water’ betrokken. Voorafgaand aan een uitvoeringsbesluit moet er voldoende zicht zijn op het realiseren van de verschillende maatregelen uit het zoetwateradvies en moet het onderzoek naar het minimaliseren van de zoutlek bij de Volkeraksluizen een betrouwbaar resultaat opleveren. De Stuurgroep Zuidwestelijke Delta voert de regie over de uitwerking van het spoorboek zoet water en zal intensief afstemmen met belanghebbenden. Bij de uitwerking wordt verder aandacht besteed aan het onderscheid tussen autonome verzilting door toename van zoute kwel als gevolg van klimaatverandering en bodemdaling, en actieve verzilting door overheidsingrepen en de betekenis daarvan voor de zoetwatervoorziening.
2.2 Maatregelen in Nieuwe Waterweg De Land- en Tuinbouworganisatie Noord wijst erop dat ‘bij de verdeling van zoet water, de aanvoer van de zuidwestelijke delta hoge prioriteit’ heeft. De organisatie pleit er daarom voor verspilling van zoet water, bijvoorbeeld door een ombelemmerde afvoer via de Nieuwe Waterweg, tegen te gaan en daarvoor ‘indien nood zakelijk, rigoureuze maatregelen’ te nemen. Een ambtelijke bijdrage van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie onderschrijft dit pleidooi. Beiden benadrukken dat zoutindringing via de Nieuwe Waterweg aan bod moet komen als onderdeel van het ‘spoorboek zoet water’ én van de langetermijnverkenning naar de gevolgen van de klimaatverandering voor
20
de zuidwestelijke delta in het kader van het Delta programma. Afstemming met het deelprogramma Rijnmond-Drechtsteden uit het Deltaprogramma is daarvoor vereist. De Land- en Tuinbouworganisatie Noord benadrukt dat stroomopwaartse verzilting van de rivieren grote gevolgen heeft voor de noordelijk gelegen land- en tuinbouwbedrijven. Met name verzilting van de Hollandse IJssel heeft grote gevolgen voor de regio Boskoop met zeer zoutgevoelige teelten, meldt LTO-Noord. Deelreacties 21, 143, 145. Doorspoelen met zoet water is een effectief middel als buffer tegen indringend zout water. Dit principe wordt in heel Nederland toegepast, zowel in laaggelegen polders als in de mondingsgebieden van de rivieren. Onder normale omstandigheden is daarvoor voldoende water beschikbaar, maar in extreem droge jaren niet. Door klimaatverandering en toenemende behoefte aan zoet water voor landbouw, drinkwater en industrie zal het tekort aan zoet water in droge zomers verder toenemen. Om die reden is in het Nationaal Waterplan de stap aangekondigd naar een klimaatbestendig en duurzaam gebruik van zoet water. De mogelijke strategieën voor het omgaan met zoet water op de lange termijn maken deel uit van de lange termijnverkenning in het deelprogramma Zoetwater van het Deltaprogramma. In de zuidwestelijke delta wordt bij het uitwerken van alternatieven voor de zoetwatervoorziening waar mogelijk
al rekening gehouden met het duurzaam en efficiënt omgaan met zoet water. Om die reden worden er proeven genomen met het bestrijden van zoutindringing op andere wijzen dan met doorspoelen. De uitkomsten van het gezamenlijk onderzoek in de hoofdvaarweg van de Rijnmond (maatregel 4 van het ‘spoorboek zoet water’) zijn wat dat betreft van groot belang. Juist de inbreng van LTO-Noord in het proces van de zoetwaterverkenning Zuid-HollandZuid heeft geleid tot opnemen van dit onderzoek in het ‘spoorboek zoet water’. De staatssecretaris van Infra structuur en Milieu heeft geld beschikbaar gesteld om dit onderzoek voortvarend te starten en daar de belang hebbenden bij te betrekken. Het onderzoek richt zich op de effectiviteit van het reguliere onderhoud van de trapjeslijn in de Nieuwe Waterweg en mogelijke maat regelen in de Rijnmond (eventuele realisatie voor de lange termijn), die het optrekken van de zouttong verder kunnen voorkomen. Gezien de samenhang van Rijnmond met het hoofdwatersysteem en het omliggende regionale water systeem voeren het Havenbedrijf Rotterdam, het ministerie van Infrastructuur en Milieu en de waterschappen dit onderzoek gezamenlijk uit. In 2011 rapporteren zij hun bevindingen aan de stuurgroep zoetwaterverkenning ZuidHolland-Zuid. Hiermee worden de uitkomsten van dit onderzoek niet alleen ingebracht in het deelprogramma zuidwestelijke delta, maar ook in de deelprogramma’s Rijnmond-Drechtsteden en Zoetwater van het Delta programma. De tekst in het uitvoeringsprogramma over het deltathema zoet water in hoofdstuk 4 wordt als volgt geactualiseerd: “De stuurgroep ziet toe op het tijdig nemen van besluiten
en het tijdig uitvoeren van maatregelen door middel van het Protocol zuidwestelijke delta, onderdeel zoet water en werkt dit uit in een uitvoeringsovereenkomst zoals aangekondigd in het Nationaal Waterplan. Onderdeel van deze uitwerking is het beoordelen van de toekomstwaarde van deze maatregelen. Die beoordeling maakt deel uit van de langetermijnverkenning 2050 in het kader van het Deltaprogramma en zal als eerste worden toegepast op de besluitvorming over het Volkerak-Zoommeer in samenhang met de Grevelingen.”
21
Burgh-Haamstede, zicht op de Oosterschelde stormvloedkering
3. Waarborgen van de veiligheid tegen overstromingen 3.1 Prioriteit voor veiligheid “Als een van de zwaarst getroffen gebieden tijdens de watersnoodramp van 1953 behoeft het weinig toelichting dat de veiligheid van het gebied voor ons voorop staat”, schrijft het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Goeree-Overflakkee in zijn reactie op het uitvoeringsprogramma. Inzet van Volkerak-Zoommeer en eventueel de Grevelingen als waterberging mag daarom wat het samenwerkingsverband betreft ‘niet leiden tot een achteruitgang van de veiligheid van GoereeOverflakkee’. Ook de gemeente Bernisse laat weten dat bij het verwezenlijken van het ideaal ‘veilig, veerkrachtig en vitaal’ de prioriteit voor de gemeente ligt bij veiligheid, voldoende zoet water en zekerheid voor de agrarische sector. De gemeente Zundert wijst erop dat de plannen voor het Volkerak en Zoommeer geen negatieve gevolgen voor de waterhuishouding van de gemeente mogen hebben. Deelreacties 112, 193, 195, 201. Voor veiligheid gelden wettelijke eisen die achteruitgang van de veiligheid als gevolg van nieuwe plannen moeten voorkomen. Handhaven en waar nodig verbeteren van de veiligheid is dan ook een van de hoofdopgaven van de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta voor het uitvoeringsprogramma (zie Ontwerp-uitvoeringsprogramma hoofdstuk 2). De voorgestelde projecten en maatregelen voldoen
aan de wettelijk geregelde waarborgen voor de veiligheid, inclusief mogelijk aanvullende eisen in het licht van de klimaatverandering. Ook aanvullende voorwaarden die voortkomen uit de langetermijnverkenning voor het Deltaprogramma of de Deltabeslissingen die het kabinet op basis daarvan neemt om de veiligheid te waarborgen, worden uiteraard in de plannen voor projecten en maatregelen betrokken.
3.2 Relatie met programma Ruimte voor de Rivier Twee particuliere inzenders vragen expliciet aandacht voor de afvoercapaciteit van rivierwater. Eén van hen attendeert erop dat de projecten uit het programma Ruimte voor de Rivier de doorstroming in het Nederlandse riviertraject extra versnellen. De zuidwestelijke delta is hier volgens de inzender niet op berekend. “De cruciale rol die de zuidwestelijke delta speelt voor de landelijke waterveiligheid is onderbelicht en onvoldoende uitgewerkt”, is zijn conclusie. De tweede inzender pleit voor het beter benutten van de afvoermogelijkheden van de IJssel en het vergroten van de bergingscapaciteit van het IJsselmeer. Een andere inzender merkt op dat bij de plannen voor waterberging op Volkerak-Zoommeer de route via de Grevelingen prominent als afvoerroute voor het water is genoemd. Afvoer via de Oosterschelde is volgens de
inzender echter kansrijker, zowel voor de infrastructuur als voor de ecologie. Deelreacties 10, 82, 175. Deze reacties gaan voor een belangrijk deel over vraagstukken waarvoor in de planologische kernbeslissing (PKB) Ruimte voor de Rivier maatregelen zijn gepresenteerd. Eén van die maatregelen uit de PKB is het watersysteem van de zuidwestelijke delta zodanig aanpassen dat er capaciteit ontstaat op het Volkerak-Zoommeer voor de opvang van rivierwater. Deze opvang zal volgens de plannen uit de PKB worden ingezet bij een combinatie van stormvloed op zee en extreem hoge waterafvoer via de rivieren. Een projectbesluit is in voorbereiding. Bij het onderzoeken van de opties voor de langere termijn zal een grotere bergingscapaciteit van de zuidwestelijke delta als een van de oplossingsrichtingen worden betrokken. Onderdeel daarvan vormen de opties om de bergings- en afvoercapaciteit te vergroten via de Grevelingen of de Oosterschelde. Ook de opvangcapaciteit van de IJssel en het IJsselmeer worden zeker benut, zoals blijkt uit de diverse maatregelen langs de IJssel uit de PKB Ruimte voor de Rivier. In het kader van het Deltaprogramma wordt onderzocht of op de lange termijn de bergingscapaciteit van het IJsselmeer vergroot kan worden.
23
3.3 D oelen veiligheid en natuurontwikkeling voor Westerschelde en Noordzee Een inzender wijst erop dat de doelen voor veiligheid en natuurontwikkeling zoals die in het uitvoeringsprogramma zijn geformuleerd nuancering behoeven voor de Westerschelde en langs de Noordzee. In die gebieden kan bijvoorbeeld moeilijk sprake zijn van de noodzaak om rivierwater beter te kunnen bergen. Deelreactie 43, 200, 201. Het uitvoeringsprogramma kent twee veiligheidsopgaven: handhaven en waar nodig verbeteren van de veiligheid en veiligheid bieden aan het benedenrivierengebied door het bergen van rivierwater. Niet elk gebiedsprogramma richt zich op beide opgaven. In de gebiedsprogramma’s Westerschelde en Kust en Voordelta is, zoals de inzender opmerkt, inderdaad geen sprake van projecten om rivierwater beter te bergen.
24
25
Neeltje Jans, natuurontwikkeling Mattenbaai
4. Herstel watermilieu en ruimte voor natuurontwikkeling 4.1. Kierbesluit Haringvliet en herstel estuarien systeem De Vereniging Hoekschewaards Landschap meldt teleurgesteld te zijn dat de uitvoering van het besluit om de Haringvlietsluizen op een kier te zetten opnieuw is vertraagd vanwege discussies over de zoetwatervoorziening. ‘Daardoor wordt het robuuste herstel van het estuariene karakter van het bekken HaringvlietHollandsch Diep–Biesbosch te traag uitgevoerd’, vindt de vereniging. Soortgelijke reacties komen van de Stichting Natuur en Landschap Voorne-Putten en de belangenorganisatie Sportvisserij Zuidwest-Nederland. Evenals Natuurmonumenten dringen deze inzenders aan op een spoedige uitvoering van het ‘Kierbesluit’. De provincie Zuid-Holland laat weten dat de planning van het Kierbesluit niet meer actueel is en hier binnenkort meer duidelijkheid over te zullen geven. De Vereniging Hoekschewaards Landschap stelt voor een permanente ‘mini-kier’ van bijvoorbeeld 50 m2 te overwegen. Zo’n kleine opening zou de migratie van vis vergeleken met de bestaande situatie al verbeteren. Ook herstel van de waterkwaliteit op Volkerak-Zoommeer mag wat een particuliere inzender betreft best versneld worden uitgevoerd.
De vereniging wijst ook op de mogelijkheden van een ‘blue energy’ centrale (energie opwekken uit het spanningsverschil tussen zoet en zout water) bij herstel van het estuariene systeem in het bekken HaringvlietHollandsch Diep–Biesbosch. De provincie Zeeland wil bij de verdere uitwerking van het programma ook andere vormen van duurzame energieopwekking onderzoeken, naast de getijdencentrale in de Brouwersdam die in het programma is vermeld. Enkele briefschrijvers zijn nog steeds kritisch over het Kierbesluit. Deelreacties 2, 3, 6, 11, 13, 33, 52, 95, 128, 146, 207, 211, 213. Inmiddels heeft het kabinet het Kierbesluit ingetrokken en daarbij aangekondigd alternatieven te onderzoeken om internationale afspraken over vismigratie via de Rijn en Maas na te komen. Tot de uitkomsten van dat onderzoek bekend zijn, kan de stuurgroep geen nadere uitspraken doen over herstel van de estuariene dynamiek op het Haringvliet en over het benutten van die herstelde dynamiek voor duurzame vormen van energieproductie.
4.2 Tegen de uitwerking van de plannen voor nieuwe natuur Diverse inzenders laten weten de ambities van het uitvoeringsprogramma te delen om de ecologische veerkracht van de delta te verbeteren en deze te benutten voor het behouden en verder ontwikkelen van de typerende deltanatuur. De uitwerking van die ambitie onderschrijven verschillende inzenders echter niet. Vooral de diverse plannen voor ‘nieuwe natuur’ uit de gepresenteerde gebiedsprogramma’s stuiten op weerstand. Inzenders vinden een goede onderbouwing, anders dan puur vanuit de Europese natuurwetgeving, voor deze plannen ontbreken, vrezen ongewenste onttrekking van landbouwareaal en uiten hun twijfels over het nut, ook voor de natuur zelf, van de voorgestelde ontwikkelingen. Ook zouden de plannen niet specifiek genoeg gericht zijn op de lokale situatie, bijvoorbeeld bij de Westerschelde en langs de Noordzee. Tenslotte wijzen inzenders erop dat de financiële middelen voor natuurprojecten beperkt zijn, zodat herbezinning nodig is op een juiste besteding. Tegenover deze kritische geluiden over de gepresenteerde natuurontwikkelingen, staat ook een inzender die in het gebiedsprogramma Grevelingen en Brouwersdam juist aandacht voor natuurontwikkelingen mist. In de tekst onder ‘Ideaal’ ontbreekt dit, meldt de inzender.
27
Eén inzender wijst erop dat een stapsgewijs herstel van estuariene dynamiek volgens hem ‘onmogelijk is’. Naar het inzicht van de inzender komt er ‘wel of niet een permanent open verbinding tussen zee en rivieren’. Deelreacties 9, 23, 24, 25, 31, 42, 43, 43a, 79, 120, 202, 203, 204. Gezonde ecosystemen zijn een belangrijke basis voor zowel flora en fauna als menselijke activiteiten. Daarom is het belangrijk dat alle deltawateren in een goede en gezonde staat verkeren. Natuur komt daarom in het gebiedsprogramma Greve lingen en Brouwersdam wel degelijk aan de orde, zoals op de kaart te zien is. Om hier geen misverstanden over te laten bestaan wordt aan de tekst onder ‘Doelstellingen stuurgroep’ toegevoegd: “Terugbrengen van een beperkte vorm van getij door uitwisseling met de Noordzee en daarmee laten ontstaan van nieuwe getijdennatuur in combinatie met een duurzame jachthaven, een schutsluis en bebouwing van de Brouwersdam (belevingsboulevard).” De stuurgroep beoogt een ontwikkeling van de zuidwestelijk delta op zowel ecologisch als economisch gebied. In de beheerplannen Natura 2000 voor de deltawateren wordt uitgewerkt welke maatregelen nodig zijn voor het behoud of herstel van de natuur. De stuurgroep signaleert een belangrijke zorg om de plannen voor herstel van natuur niet uitsluitend op richtlijnen uit ‘Brussel’ te baseren en er geen landbouwgrond voor op te geven. De concrete invulling van natuurplannen is altijd een lokale
28
en regionale coproductie waarin veiligheid, kansen voor recreatie, toerisme en leefomgeving én bescherming van waardevolle natuur zoveel mogelijk samengaan. De stuurgroep zal aanvullend daaraan in de komende jaren vanuit haar overkoepelende rol dit proces en de invulling van ontwikkelingsruimte op elkaar afstemmen. In de gebiedsprogramma’s gaat het de stuurgroep er juist om allianties te stimuleren om deze doelen te verbinden en daarmee ontwikkelingsruimte in te vullen. In het uitvoerings programma maakt de stuurgroep deze opgave meer expliciet en brengt aanvullende kansen in kaart die voor economie en leefomgeving ontstaan met herstel van natuur en verbetering van de waterkwaliteit. De visie op de ontwikkelingsruimte is van invloed op besluitvorming in 2012 over de mate van herstel van estuariene dynamiek en doorlaatmiddelen voor het Volkerak-Zoommeer en de Grevelingen.
4.3 Intergetijdengebied neemt af Adviesgroep Borm en Huijgens meent dat in het uitvoeringsprogramma het merendeel van de deltawateren wordt onttrokken aan estuariene dynamiek en dat de zoetwatervoorraden verdwijnen. Dit lijkt de inzender niet aansluiten bij de doelen van het Nationaal Waterplan. Een andere inzender signaleert eveneens een afname van het zoetwater-intergetijdengebied, ook bij herintroductie van een grotere getijslag, als gevolg van aanslibbing van de Biesbosch. Een nieuw zoetwater-intergetijdengebied in het Haringvliet en Hollandsch Diep zou volgens deze inzender als compensatie kunnen dienen.
Deelreacties 80, 176. Het uitvoeringsprogramma levert een directe bijdrage aan de doelen van het Nationaal Waterplan door het uitbreiden van het aantal deltawateren dat (opnieuw) onder de invloed van zowel zee als rivier komt, waardoor meer geleidelijke overgangen ontstaan (herstel estuariene dynamiek). Ook het uitvoeren van de voorgenomen natuurontwikkelingsprojecten in en rond de Westerschelde draagt bij aan het realiseren van de doelen van het uitvoeringsprogramma. Dit betekent inderdaad minder zoete deltawateren, maar door de alternatieve zoetwatervoorziening en de realisatie van het zoetwateradvies van de stuurgroep zal dit niet ten koste gaan van de beschikbaarheid van zoet water (zie antwoord 2.1 en 2.1). Het zoetwatersysteem Haringvliet - Hollandsch Diep - Biesbosch blijft intact en zal met het uitvoeren van maatregelen voor Ruimte voor de Rivier er in kwaliteit op vooruit gaan.
29
Haringvliet, tjalk op het Hitsertsche of Vuile Gat met zicht op Tiengemeten
5. Toekomst en ontwikkelingskansen voor toerisme, recreatie en watersport 5.1 Meer aandacht voor recreatie De volgende inzenders vragen meer specifieke aandacht voor recreatie in het uitvoeringsprogramma en dragen daarvoor suggesties aan: • De provincie Zuid-Holland vindt dat de waardevolle resultaten van de sectorgesprekken die bij de voorbereiding van het uitvoeringsprogramma zijn gehouden maar summier in de tekst terugkomen. Met name de recreatievisie Goeree-Overflakkee en de economische visie Brouwersdam verdienen wat de provincie betreft vermelding. • De gemeente Borsele mist een ‘stevig pleidooi’ voor meer recreatiemogelijkheden langs de Westerschelde, zoals lokale strandjes, dijkrecreatie en watersport. De gemeente meldt projecten daarvoor te willen ontwikkelen in Ellewoutsdijk en Hoedekenskerke. • De Gebiedscommissie Brabantse Delta vraagt specifieke aandacht voor recreatie, het ontwikkelen van nieuwe landgoederen en de cultuurhistorie van het gebied. De gebiedscommissie meldt de regie te voeren over meer dan tweehonderd projecten, zoals projecten voor natuur, water en recreatie in het gebied Mark-Dintel-Vliet, Brabantse Wal, Zuiderwaterlinie en de ontwikkeling van glastuinbouwgebieden. De commissie meent dat bij verdere uitwerking van de gebiedsprogramma’s uit het uitvoeringsprogramma
deze projecten voldoende aanknopingspunten voor het programma bieden. • De gemeente Tholen meldt plannen voor een woongebied bij Sint-Maartensdijk dat aansluit op een te vernieuwen en uit te breiden recreatiegebied en voor herinrichting van een recreatiegebied van SintMaartensdijk en Sint-Annaland, met wellicht woningbouw op de waterkering. De gemeente mist deze plannen in het uitvoeringsprogramma en geeft aan dat het project waterberging Volkerak-Zoommeer wellicht beperking van deze ontwikkelingen oplevert. De gemeente is van mening dat het vergroten van de veiligheid voor het ene gebied niet ten koste mag gaan van het beperken van de ontwikkelingsmogelijkheden van de haven van Tholen. De gemeente ziet goede mogelijkheden om dit om te zetten in kansen, bijvoorbeeld door combinaties met de noodzakelijke aanpassingen van de waterkeringen. • De Vereniging van Eigenaren Het Fort Steurgat meldt dat in het uitvoeringsprogramma bij het gebiedsprogramma Haringvliet, Hollandsch Diep en Biesbosch geen bestaande en nieuwe jachthavens staan aangegeven. Ook plannen voor recreatiepoorten ontbreken. Deelreacties 34, 40, 85, 88, 167, 173.
De stuurgroep is verheugd met de reacties. Zij tonen kansen voor gebiedsontwikkeling en wijzen op reeds bestaande plannen en visies die passen binnen het thema ontwikkelingsruimte. In het uitvoeringsprogramma wordt een tekst toegevoegd om de aandacht te vestigen op het gebruik van bestaande plannen en visies. Bestaande, maar ook de ingebrachte en nieuwe plannen, worden meegegeven aan de gebiedsallianties. Waar nodig zijn de kaartbeelden van de gebiedsprogramma’s aangepast. Iedere kaart geeft aan, uitgaande van de bestaande situatie welke initiatieven en plannen ontwikkeld kunnen worden om een veilige, veerkrachtige en vitale delta te realiseren. Het gaat om initiatieven en plannen die hun uitwerking zullen hebben op de bekkens en op lokaal niveau. De initiatiefnemers variëren van Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen tot private partijen en ondernemers of samenwerkingsverbanden van deze partijen. De stuurgroep treedt niet in de rol van de gebiedscommissie, maar stimuleert de commissie om door te gaan en de voortgang te melden. De door de gemeente Tholen gewenste ontwikkeling is bekend bij het waterschap en er wordt meegedacht of en zo ja, onder welke condities een en ander mogelijk is.
31
5.2 G rote projecten benutten voor recreatie De gemeente Steenbergen signaleert dat wanneer bij verzilting van Volkerak-Zoommeer zoet water vanuit het Hollandsch Diep wordt ingelaten in de Roode Vaart, zo’n project mogelijkheden biedt voor waterrecreatie. Ook vraagt de gemeente in het onderzoek dat Rijkswaterstaat momenteel verricht naar inzet van Volkerak-Zoommeer als waterberging, de technische ingrepen daarvoor in samenhang met het ontwikkelen en benutten van recreatiemogelijkheden te bekijken. Het Natuur- en Recreatieschap Haringvliet heeft voor het regionaal uitvoeringsprogramma een stuurgroep en een uitvoeringsbureau Zicht op het Haringvliet in het leven geroepen voor het verkennen van de ontwikkelingsruimte voor toerisme en recreatie. Hierbij zijn diverse partijen betrokken. Het Natuur- en Recreatieschap wil graag in het kader van het uitvoerings programma onderzoeken ‘welke mogelijkheden de grote projecten voor de verbetering van de veiligheid en de waterkwaliteit zoals de aanvoer van zoet water, dijk versterkingen, de aanpassingen van dammen en sluizen etc. bieden voor het meeliften van verbeteringen van het recreatief-toeristisch product’. Een directe vaar verbinding tussen de Grevelingen en Krammer-Volkerak, na het oplossen van de blauwalgenproblematiek, noemt het Natuur- en Recreatieschap als interessant voorbeeld.
De projectdirectie Ruimte voor de Rivier van Rijkswaterstaat voert momenteel de planstudie uit naar water berging op het Volkerak-Zoommeer. Bij het uitwerken van de maatregelen daarvoor, waaronder plannen voor het versterken van dijktrajecten, houdt Rijkswaterstaat nadrukkelijk rekening met de ruimtelijke kwaliteit van het gebied. Daar zal de recreatie zeker van kunnen profiteren. De stuurgroep ziet graag dat in de gebiedsallianties de verbinding tussen de sectoren en de wateropgave wordt uitgewerkt. In de gebiedsalliantie Volkerak-Zoommeer zullen gemeenten, waterschappen en private partijen plannen uitwerken, onder meer voor recreatie. De gemeente Steenbergen wordt nadrukkelijk uitgenodigd om hierin te blijven meedenken.
o ntwikkelingsruimte, met name voor de sector recreatie en toerisme. Het samenwerkingsverband heeft een eigen visie beschreven in de Regionale Structuurvisie en ontwikkelt momenteel een recreatievisie, waarvan men graag elementen in het uitvoeringsprogramma terug zou zien. De gemeente Tholen vraagt om verbetering van verbindingen voor de recreatievaart.
5.3 M eer faciliteiten voor recreatie en toerisme
De Nederlandse Onderwatersport Bond steunt de trend om beter te kijken naar de ecologische en recreatieve waarde van de Zeeuwse dijken. De bond vindt daarvoor ‘het gebruik van natuurlijke materialen boven en onder de waterlijn’ bij dijkversterking van groot belang. Ook de gemeente Hulst pleit ervoor dijken toegankelijk te houden voor recreanten. De N.V. Economische Impuls Zeeland wil eveneens oevers en het land duidelijker bij de recreatie betrekken. De organisatie pleit bij het onderzoeken van de ontwikkelingsruimte in de zuidwestelijke delta (deltathema 2 uit het programma), voor specifieke aandacht voor ‘wonen en vrije tijd’.
Inzenders signaleren de noodzaak voor de toeristische sector om de toerist langer aan de delta te binden. Daarvoor zijn meer en betere verblijfsaccommodaties en faciliteiten nodig. De Vereniging Hoekschewaards Landschap vindt het creëren van vrije aanlegplaatsen in het bekken Haringvliet - Hollandsch Diep - Biesbosch, zoals in de Grevelingen, daarvoor een aantrekkelijke mogelijkheid.
Twee particuliere inzenders pleiten voor het vermijden van pretparkachtige ontwikkelingen, het aanzien van de oevers in de zuidwestelijke delta moet ongeschonden blijven, en voor uitbreiding van het bevaarbare water oppervlakte vanwege toename van zowel het aantal vaartuigen als van hun formaat.
Een opening tussen het Volkerak-Zoommeer en de Grevelingen wordt onderzocht in de MIRT-verkenning Grevelingen en in het kader van het project waterberging Volkerak-Zoommeer (zie antwoord 1.4).
Deelreacties 71, 72, 159, 160. Het intergemeentelijk samenwerkingsverband GoereeOverflakkee pleit voor zoveel mogelijk economische
32
Deelreacties 4, 5, 7, 47, 114, 116, 151, 179, 181, 186.
De stuurgroep onderkent dat er behoefte is aan duidelijkheid over de ontwikkelingsruimte van gebruiksfuncties en natuur die kan ontstaan bij het vergroten van de estuariene dynamiek in de zuidwestelijke delta. In het pro gramma is dit opgenomen als één van de deltathema’s waar de stuurgroep zich in de komende periode op richt. Eén van de voorgenomen activiteiten voor dit thema is het definiëren van de ruimte voor de ontwikkeling van functies als visserij en recreatie. De behoefte daaraan is ook in de sectorgesprekken naar voren gekomen. De stuurgroep zet zich in voor het bevorderen van de toegankelijkheid van onder andere de dijken als een onderdeel van de kansen voor ontwikkelingsruimte. Het uitwerken van deze ruimte is aan provincies, gemeenten, waterschappen en natuurorganisaties (zie antwoord 4.2).
5.4 Gevolgen programma voor sportvisserij
visserij. Datzelfde geldt voor de voorgestelde maatregelen in de Grevelingen, Oosterschelde en Veerse meer en bij de Brouwersdam. Verzilten van het Volkerak-Zoommeer is volgens de organisatie daarentegen ongunstig en ‘een gigantische strop voor de Nederlandse snoekbaarsvisserij’. Bij verzilten raakt de sportvisserij een belangrijk en uniek gebied kwijt, signaleert de organisatie. Deelreacties 49, 51, 52. Het is juist dat met het zout maken van het VolkerakZoommeer dit gebied wegvalt als vangstgebied van snoekbaars. Daartegenover staat dat in een zout meer zich ook voor de sportvisserij andere aantrekkelijke vissoorten gaan vestigen. Bij het uitwerken van de ontwikkelingsruimte voor gebruiksfuncties zal aan de wensen van de sport visserij aandacht worden besteed.
In het algemeen is de belangenorganisatie Sportvisserij Zuidwest-Nederland voorstander van herstel van de ecologische veerkracht van de zuidwestelijke delta, zoals het uitvoeringsprogramma beoogt. Het zal de sport visserij en daarmee de regionale economie een impuls geven, verwacht de organisatie. Wat de sportvissers betreft mogen daarom de Haringvlietsluizen zo snel mogelijk op een kier, zoals in het uitvoeringsprogramma is opgenomen. De organisatie is voorstander van een ‘natuurlijke riviermonding’. Het verbeteren van de waterkwaliteit van de Binnenschelde en aansluiten van de Binnenschelde bij Oosterschelde en/of Zoommeer lijkt volgens de organisatie eveneens positief voor de sport-
33
Oosterschelde, mosselvisserij bij de Galgeplaat
6. Toekomst en ontwikkelingskansen voor beroepsvisserij 6.1 Herstel estuarien systeem gunstig voor visserij De Vereniging Hoekschewaards Landschap verwacht dat er met herstel van het estuariene systeem in het bekken Haringvliet-Hollandsch Diep–Biesbosch, zoals gepresenteerd in het uitvoeringsprogramma, ‘zeker interessante kansen voor de beroeps- en sportvisserij’ komen. De N.V. Economische Impuls Zeeland meent dat andere sectoren dan recreatie en toerisme meer aandacht verdienen in het uitvoeringsprogramma. De organisatie noemt met name de ‘eigen dynamiek en het bijbehorend ruimtebeslag’ van de beroepsvaart en beroepsvisserij. De organisatie biedt aan daarover te adviseren, bijvoorbeeld bij plannen met een duidelijk economische component zoals de studies naar de Grevelingen en naar de vaarweg Antwerpen-Rotterdam.
Zowel bij het gebiedsprogramma Volkerak, West-Brabant en Oostflakkee als dat van Grevelingen en Brouwersdam en van Oosterschelde en Veerse Meer plus bij deltathema 2 (ontwikkelingsruimte) wordt de opgave voor de beroepsvisserij vervolgens ingevuld (zie antwoord 4.2). De stuurgroep is blij met het aanbod van N.V. Economische Impuls Zeeland en wil bij de uitwerking van de ontwikkelingsruimte ook de beroepsorganisaties betrekken.
Deelreacties 6, 182. In het uitvoeringsprogramma wordt ‘visserij’ vaak genoemd en vrijwel altijd in samenhang met andere functies. Hiermee onderstreept de stuurgroep dat er kansen liggen en dat de opgave voor de beroepsvisserij zich concentreert rond het ‘in samenhang met natuurherstel verbeteren van de condities voor de (schelpdier)visserij’ mede op basis van de constatering dat de achteruitgang van de waterkwaliteit negatieve effecten op de visserij heeft gehad.
35
Westerschelde, containervaart in de Pas van Rilland
7. Toekomst en ontwikkelingskansen voor beroepsscheepvaart 7.1 Meer aandacht voor logistieke functie zuidwestelijke delta Diverse inzenders benadrukken dat het uitvoeringsprogramma onvoldoende aandacht besteedt aan de gevolgen van de sterke groei voor de binnenvaart in de zuidwestelijke delta. De inzenders attenderen erop dat de scheepvaart een deel van de groei van het goederenvervoer zal moeten opvangen. “Een sterke intensivering van het gebruik van de deltawateren door de binnenvaart kan gevolgen hebben voor andere functies in het gebied”, brengt de Regenboogcoalitie, een alliantie van twintig maatschappelijke organisaties, onder de aandacht. De gemeente Oosterhout wijst er in dat verband op dat het uitvoeringsprogramma de groei van de beroepsscheepvaart geen belemmeringen mag opleggen en dat bestaande knelpunten bij sluizen moeten worden aangepakt. De gemeente Moerdijk wijst op het belang van de internationale scheepvaart en van de zeehaven Moerdijk, binnen het gebiedsprogramma Haringvliet, Hollandsch Diep en Biesbosch uit het uitvoeringsprogramma. De gemeente ondersteunt de doelstellingen van dat gebiedsprogramma en signaleert dat het economisch belang als vertrekpunt is genomen.
De gemeente Vlissingen onderstreept eveneens met instemming de aandacht die het programma besteedt aan de economische waarde van de zeehavens aan de Westerschelde, met de daarbij behorende achterlandverbindingen. De provincie Zeeland vindt dat het uitvoeringsprogramma beperkt aandacht besteedt aan de logistieke functie van de zuidwestelijke delta. In het actieprogramma Goederenvervoer heeft de provincie Zeeland diverse acties opgesteld voor een duurzame ontwikkeling van het goederenvervoer in Zeeland. Vervoer over water speelt daarbij een belangrijke rol. Om de logistieke prestaties van het scheepvaartverkeer op peil te houden, pleit de provincie ervoor dat de wachttijden bij de sluizen in ieder geval niet toenemen. De provincie heeft en vraagt ook aandacht voor het terugdringen van scheepvaartongevallen. Zoals ook in vorig hoofdstuk gemeld, meent de N.V. Economische Impuls Zeeland dat andere sectoren dan recreatie en toerisme meer aandacht verdienen in het uitvoeringsprogramma. De organisatie noemt met name de ‘eigen dynamiek en het bijbehorend ruimtebeslag’ van de beroepsvaart en beroepsvisserij. De organisatie biedt aan daarover te adviseren, bijvoorbeeld bij plannen met een duidelijk economische component zoals de studies naar de Grevelingen en naar de vaarweg AntwerpenRotterdam.
Deelreacties 17, 55, 59, 109, 127, 130 134, 182. De twee mainports en Zeeland Seaports zijn drager van de economische ontwikkeling van het hele gebied. De economische betekenis van de maatregelen en projecten van het uitvoeringsprogramma moet volgens de stuurgroep nader worden uitgewerkt in samenhang met het verkennen van de ontwikkelingsruimte in de deelgebieden. Medio 2010 is besloten tot een MIRT-verkenning naar de capaciteit van de Volkeraksluizen. Dit zal worden toegevoegd aan het uitvoeringsprogramma.
7.2 Vaarverbod bij inzet waterberging Wanneer op termijn het Volkerak-Zoommeer in noodsituaties fungeert als waterberging, is de gemeente Tholen voorstander van een vaarverbod op het traject Volkeraksluizen-Kreekraksluizen op de momenten dat dit gebied wordt ingezet om onder extreme omstandigheden water te bergen. Op het traject worden de nodige gevaarlijke stoffen vervoerd en de gemeente wil het risico vermijden dat schepen met deze lading in de haven van Tholen of andere kernen langdurig zouden afmeren. Bij tijdig instellen en communiceren van het vaarverbod zou dat bij de sluizencomplexen kunnen. Deelreactie 169. In de planstudie waterberging Volkerak-Zoommeer wordt onderzocht of er tijdens berging gevaarlijke situaties voor 37
de scheepvaart ontstaan. De omstandigheden waarin waterberging wordt toegepast zijn zeer uitzonderlijk en hebben een kans van voorkomen van eens in de 550-1400 jaar. Tijdens de inzet van de waterberging zal geen algemeen vaarverbod worden ingesteld. Als gevolg van de peilstijging zal de doorvaarthoogte, in normale situaties minimaal 9,1 m, gedurende enkele dagen worden beperkt. De scheepvaart zal tijdig op de hoogte worden gebracht. Het is de verantwoordelijkheid en vrije keuze van de schipper hoe hij met situatie wil omgaan en of deze gebruik wil maken van vlucht- of overnachtingshavens op de ScheldeRijnverbinding. Overigens lijkt het waarschijnlijk dat in dergelijke extreme omstandigheden, het vervoer per binnenvaart over de grote rivieren al behoorlijk ontregeld is.
38
39
Schouwen, veldbezoek tarweperceel Zandweg
8. Betrokkenheid bij het programma en deelname aan de uitvoering 8.1 Rol in allianties De realisatie van de zeven gebiedsprogramma’s die in het uitvoeringsprogramma zijn gepresenteerd, wordt aangepakt in de vorm van integrale gebiedsontwikkelingen. Dit betekent dat doelen en ambities in het gebied in nauwe samenspraak met belanghebbenden tot stand komen. Ten behoeve van de realisatie van inrichtingsmaatregelen kunnen private initiatiefnemers samenwerken met overheden waartoe gebiedsallianties kunnen worden gesloten. De hierna genoemde partijen laten in hun reactie op het programma weten graag bij dit proces van alliantievorming betrokken te willen zijn: • Provincie Zuid-Holland • Provincie Zeeland • Provincie Noord-Brabant • Gemeente Borsele • Sportvisserij Zuidwest-Nederland • Regenboogcoalitie maatschappelijke belangenorganisaties (landbouw, Kamer van koophandel, natuur, watersport, toerisme en recreatie) • Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard • Intergemeentelijk samenwerkingsverband GoereeOverflakkee Deelreacties 28, 41, 50, 56, 67, 68, 115, 124, 147, 196, 209, 214
Dank voor deze steun. Zodra de gebiedsontwikkelingen van start gaan, zal de stuurgroep deze partijen zeker benaderen. Concreet betekent dit dat bovengenoemde partijen worden uitgenodigd om deel te nemen aan ateliersessies die veelal de start van het gezamenlijke proces vormen. Voor het gebiedsprogramma Volkerak, West-Brabant en Oostflakkee nodigt de provincie NoordBrabant alle partijen uit voor het vormen van een gebiedsalliantie en daarvoor het Bestuurlijk Overleg KrammerVolkerak te benutten als bestuurlijk overlegplatform. Ook de provincies Zuid-Holland en Zeeland nodigen partijen uit en maken daarbij zoveel als mogelijk gebruik van bestaande bestuurlijke gremia en ambtelijke overlegplatforms. De provincies zien zichzelf als gebiedsregisseur en onderstrepen dit in het uitvoeringsprogramma (zie antwoord 1.6).
8.2 Bijdragen aan programma De volgende partijen melden in hun reactie in algemenere termen het programma te ondersteunen en te willen bijdragen aan de realisatie of nauwer betrokken te willen worden bij de planvorming: • Provincie Zuid-Holland • Provincie Zeeland • Provincie Noord-Brabant • Waterschap Brabantse Delta
• Waterschap Scheldestromen • Regenboogcoalitie maatschappelijke belangenorganisaties (landbouw, Kamer van koophandel, natuur, watersport, toerisme en recreatie) • N.V. Economische Impuls Zeeland • Nationaal Groenfonds • Gebiedscommissie Brabantse Delta • Gemeente Oosterhout • Gemeente Veere • Gemeente Reimerswaal • Gemeente Moerdijk • Gemeente Hulst • Gemeente Bernisse • Gemeente Tholen Deelreacties 26, 29, 54, 58, 84, 88, 92, 101, 104, 108, 137, 138, 139, 150, 178, 180, 183, 194. Dank voor deze steun. Zodra er een initiatief genomen is, zal de stuurgroep deze partijen benaderen. De provincies, gemeenten en de waterschappen voeren periodiek ambtelijk en bestuurlijk overleg. Daar kan het uitvoeringsprogramma worden geagendeerd. Ook kan de gemeente in eerste instantie voor informatie een beroep doen op de gemeentelijke waterambassadeur voor het Deltaprogramma in de zuidwestelijke delta van gemeente Tholen.
41
8.3 Uitbreidingen van het programma De gemeente Reimerswaal noemt ontwikkeling van de kom van de Oosterschelde en gebiedsontwikkeling van de waterkant van Yerseke als projecten die goed met het uitvoeringsprogramma te verbinden zouden zijn. De Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland pleit voor uit voering van het innovatieve dijkontwerp Plompe Toren, onderdeel van het project Bloedkoralen van de Oosterschelde. De watersportvereniging Ooltgensplaat vraagt aandacht voor onderzoek naar: • wachttijden recreatieverkeer bij sluizen; • effect van scheidingen tussen zoet en zout bij de jachtensluis in de Volkeraksluizen; • behoud van huidige natuur op de Hellegatsplaten; • geleidelijke overgang tussen zoet en zout, bijvoorbeeld bij de Hellegatsplaten. Deelreactie 109, 155, 177, 197. Dank voor deze suggesties voor uitbreiding van het programma. De stuurgroep is op zoek naar voorstellen om de gepresenteerde projecten en activiteiten te koppelen aan andere initiatieven die eveneens bijdragen aan het ideaal van een veilige, veerkrachtige en vitale zuidwestelijke delta. Op die manier ontstaan de mogelijkheden voor versnelling en synergie waar de stuurgroep op mikt. De genoemde voorstellen zal de stuurgroep dan ook zeker onder de aandacht brengen van de gebiedsallianties (in oprichting), zodat die er mee aan de slag kunnen.
42
Als bekrachtiging van de gedeelde ambitie zoeken de partijen uit de stuurgroep actief naar kansen voor het verzilveren van ‘quick wins’: projecten die inhaken op een urgente wateropgave, snel te realiseren zijn, meerdere doelen verbinden en waar met bijdragen van verschillende partijen lessen kunnen worden getrokken voor het op lossen van de wateropgaven. Een overzicht van zulke ‘quick wins’ zal als bijlage worden toegevoegd aan het uitvoeringsprogramma.
43
Terneuzen, zicht op de Westerschelde
9. Financiering en uitvoeringsverantwoordelijkheden 9.1 Geen financiële toezeggingen, wel adviezen Verschillende inzenders wijzen erop dat de ambities van het uitvoeringsprogramma groot zijn. Dat brengt ook hoge kosten met zich mee, die echter in het programma zelf grotendeels nog niet gedekt zijn. Het Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard wijst er in zijn reactie op dat het programma niet duidelijk maakt waar die middelen vandaan moeten komen. Een ambtelijke reactie van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie benadrukt eveneens dat er, voordat de uitvoering aan de orde is, veel aandacht naar de financiering zal moeten gaan. Effectenanalyses zullen verlies en winst van maatregelen en projecten helder moeten maken. Het combineren van projecten, zowel naar inhoud als naar plaats, kan synergievoordelen opleveren. Ook twee particuliere inzenders laten weten de financiele onderbouwing van bijvoorbeeld de natuurambities te missen in het programma en te vrezen voor minder effectieve bestedingen van overheidsgeld. Provincie Zuid-Holland laat weten zich niet te committeren aan onderdelen van het programma waarvoor de financiering nog niet is geregeld. Provincie Zeeland kan nog geen toezeggingen doen over medefinanciering van
de uitvoering. De provincie Noord-Brabant meldt geen middelen te hebben gereserveerd voor maatregelen in de zuidwestelijke delta. Besluiten daarover zijn wat de provincie betreft pas in de volgende bestuursperiode, na maart 2011, aan de orde. Het Waterschap Scheldestromen vindt dat het Rijk bereid moet zijn om het zout maken van het Volkerak-Zoommeer en de bijbehorende maatregelen voor de zoetwatervoorziening te financieren, tenzij blijkt dat het project ook voordelen oplevert voor het waterschap. Het waterschap ziet het als een bedreiging dat toezeggingen van de rijksoverheid door het politieke krachtenspel niet worden nagekomen. De gemeente Reimerswaal is betrokken bij vier gebiedsprogramma’s. De gemeente laat weten nog geen toezegging te kunnen doen, maar bij toeristisch-recreatieve projecten of projecten voor de schelp- en schaaldiersector een bijdrage te overwegen.
groep zich mede verantwoordelijk voor het beschikbaar komen van de vereiste middelen. Financiering is er in beginsel voor projecten met het accent op voorbereiding en uitvoering, zoals gebiedsprogramma Haringvliet, Hollandsch Diep en Biesbosch, Oosterschelde en Veerse Meer, Westerschelde en Kust en Voordelta. Ook is de financiering van de MIRT-verkenning Zandhonger geborgd, een programma waarbij het accent op onderzoek ligt. Voor de opgaven waarvoor nog geen financiering is, zal een gefaseerde aanpak gevolgd worden: eerst uitwerken wat de opgave precies is en welke belangen gebundeld kunnen worden. In de volgende fase kan dan toegewerkt worden naar afspraken over fi nanciering. Financieel commitment aan de projecten waarvoor nu nog geen financiering is afgesproken, is met dit uitvoeringsprogramma dan ook niet aan de orde en gebeurt op projectbasis met de betrokkenen. De stuurgroep is verheugd met de positieve benadering van de gemeente Reimerswaal in dit proces.
Deelreacties 9, 37, 69, 83, 90, 107, 117, 122, 153, 154, 202, 205, 304, 312.
In het uitvoeringsprogramma is de samenhang en de planning van projecten nu helder gemaakt. De stuurgroep wil dit benutten om de discussie over prioritering binnen het Rijk, binnen de regio en tussen Rijk en regio te faciliteren.
Wie welke projecten en programmma’s gaat financieren en in hoeverre daar afspraken over vastliggen, verschilt per fase waarin de betreffende acties zich bevinden. Daar waar de financiering nog niet geregeld is, voelt de stuur-
In de begeleidende brief bij het zoetwateradvies aan de bewindslieden is het volgende over kosten en financiering opgenomen: “Het Rijk is in principe verantwoordelijk voor het oplossen van problemen in het hoofdwatersysteem,
45
maar vanuit meekoppelende belangen van het integraal waterbeheer en gebiedsontwikkeling zijn de regionale overheden bereid dit mede in ogenschouw te nemen.” De stuurgroep stelt voor om de bekostiging van het weer zout maken van het Volkerak-Zoommeer, inclusief het pakket van maatregelen voor de zoetwatervoorziening, door een onafhankelijke externe te laten analyseren (inclusief de maatschappelijke kosten en baten). Het doel hiervan is om aan te kunnen geven welke verantwoordelijkheden partijen in deze hebben en welke gekoppelde belangen er zijn en zicht te krijgen op een mogelijke synergie met integrale gebiedsprojecten. Op deze manier kan dan het rijks-, regionaal en lokaal belang in relatie tot de totale financiering van een zout Volkerak-Zoommeer beschreven worden. Over de precieze toedeling van kosten kunnen daarna met alle partijen afspraken worden gemaakt.
9.2 Bereidheid tot financiële inzet Andere inzenders laten wel al weten financieel deel te willen nemen aan het uitvoeringsprogramma. Zo meldt het waterschap Scheldestromen zijn kennis te willen inzetten voor het programma en mogelijk een ‘quick win’ of icoonproject te willen ontwikkelen. Als voorbeeld noemt het waterschap een alternatieve zoetwatervoorziening voor de Reigersbergsche polder. Het waterschap spreekt de wens uit dat zulke ‘altijd-goed-projecten’ met ondersteunende financiering van het Rijk al op korte termijn uitgevoerd kunnen worden. Het waterschap Brabantse Delta is bereid om voor 2010, 2011 en 2012 een forse bijdrage, financieel en perso46
neel, aan de realisatie van het programma te leveren. Het Nationaal Groenfonds laat weten een bijdrage te kunnen leveren aan het mobiliseren en beschikbaar stellen van (groen)financiering. De organisatie wijst ook op de mogelijkheid particuliere investeerders bij het programma te betrekken, zoals Deltafonds, Fondsenbeheer Nederland en de Stichting Klimaatschap Nederland. Deelreacties 91, 92, 119, 139. Dank daarvoor. De stuurgroep waardeert de pro-actieve wijze waarop u aan het proces wil bijdragen en komt op korte termijn op uw aanbod terug.
9.3 I nbreng van overheden en belanghebbenden De provincie Noord-Brabant vindt dat er voldoende bestuurlijke beslisruimte moet zijn, in de vorm van scenario’s of alternatieve oplossingen per deelgebied. Die ruimte mist de provincie nu in het programma. Voor de besluiten over onderdelen van het programma is wat de provincie betreft de juiste volgorde: eerst over het hoofdsysteem, daarna over regionale maatregelen. De provincie stelt voor dit vast te leggen in een protocol. De gemeente Bernisse onderschrijft de opmerking in het uitvoeringsprogramma dat de lokale politiek en bewoners bij de besluitvorming over ingrijpende veranderingen in de regio betrokken moeten worden. De Vereniging van Eigenaren Het Fort Steurgat is het ermee eens dat communicatie met de regio belangrijk is. Om die reden zouden de bewoners van de Noordwaard
wat hen betreft over het Ontwerp-uitvoeringsprogramma geïnformeerd en geconsulteerd moeten zijn, maar dat is niet het geval. Een particuliere inzender verbaast zich erover dat er, gezien de gevolgen van het Kierbesluit voor vooral de Hoeksche Waard, relatief weinig bestuurlijke en ambtelijke vertegenwoordigers van dat eiland betrokken zijn/ waren bij het ontwerp. Ook vraagt de inzender zich af waarom er in de Hoeksche Waard geen voorlichtingsavond over het uitvoeringsprogramma is gehouden. Een andere inzender meent dat “een ontwerp uit voeringsprogramma, waarvan de kaarten van de ge biedsprogramma´s alle voorzien zijn van het stempel ‘in ontwikkeling’, nog niet geschikt is voor de consultatie zoals die nu heeft plaatsgevonden.” Deelreacties 44, 76, 106, 172, 190. De stuurgroep ondersteunt de wens voor bestuurlijke beslisruimte. Voor alle grote ruimtelijke projecten is het onderzoek naar alternatieven en de ruimte daarover bestuurlijk voorkeur uit te spreken geborgd in de MIRTsystematiek. In deze procedure is ook gelegenheid voor meepraten en inbrengen van bezwaren bij de besluit vorming. De stuurgroep begrijpt de zorg en zal bij het uitnodigen van partijen tot het vormen van gebieds allianties aandacht vragen voor het betrekken van alle belanghebbenden. De kracht van het uitvoeringsprogramma is dat Rijk en regio gezamenlijk optrekken bij het realiseren van de
ambities. In de gebiedsprogramma’s raken rijks- en regionale belangen onlosmakelijk verbonden. Daarmee ontstaat een sterke afhankelijkheid in de besluitvormingstrajecten. Er is daarom op voorhand geen uitspraak te doen over de vorm van dit traject. De consultatie over het programma is zo uitnodigend mogelijk opgezet omdat de stuurgroep iedereen de gelegenheid wil bieden zijn of haar mening te geven. Dat de stuurgroep daadwerkelijk dialoog wil, vindt u ook terug in de manier waarop de illustraties zijn gepresenteerd, namelijk niet als definitief, maar als uitnodiging om te verbeteren. Langs elf plaatsen is een regiotour gehouden, waar het verhaal van de delta is verteld als breder kader voor de gebiedsspecifieke delen van het uitvoeringsprogramma. Zeker vierhonderd betrokkenen uit alle delen van het gebied hebben deelgenomen aan deze gesprekken.
47
Westerschelde, Sloehaven bij Ritthem
10. Gesignaleerde fouten en omissies De volgende inzenders melden fouten en omissies in tekst en afbeeldingen van het Ontwerp-uitvoeringsprogramma. Na controle zijn de kaarten aangepast. • Vlissingen heeft een integrale visie ontwikkeld voor het gebied rond de stadshavens, inclusief het masterplan Scheldekwartier met een nieuwe zeejachthaven. Deze haven is niet opgenomen op de kaart van het gebiedsprogramma Westerschelde op pagina 42 van het Ontwerp-uitvoeringsprogramma. (18) • Op diezelfde kaart ontbreekt een project voor dertig hectare nieuwe natuur aansluitend op het plan zwakke schakels Nolle-Westduin. (18) • Op diezelfde kaart ontbreken aanduidingen als nationaal landschap van Walcheren en een deel van Zuid-Beveland. (18) • De kaart van het gebiedsprogramma Grevelingen en Brouwersdam bevat volgens een inzender de volgende fouten: - Plan voor nieuwe natuur bij Herkingen is de inzender onbekend. - Hevel als mogelijk doorlaatmiddel in Grevelingendam is niet getoond op de kaart. - Doorlaatmiddel Grevelingendam is niet alleen voor berging; de studie is gericht op een tweewegdoorlaatmiddel. (8) • Volgens de provincie Zuid-Holland zijn de kaarten die als illustratie bij de gebiedsprogramma’s zijn opgenomen niet altijd in lijn met het actuele beleid.
De provincie verzoekt de kaarten in overeenstemming brengen met de Provinciale Structuurvisie. (32, 35) • De gemeente Bernisse geeft aan dat op het kaartbeeld over de afvoer van overtollig rivierwater in 2050 (pagina 56 van het Ontwerp-uitvoeringsprogramma) zoutindringing op het Haringvliet staat aangegeven tot aan het Volkerak, terwijl elders in de tekst diverse keren is gemeld dat zoutindringing naar het Haringvliet beperkt moet blijven. (193) • Volgens de projectorganisatie Deltanatuur bevat de kaart op pagina 24 van het Ontwerp-uitvoeringsprogramma de volgende fouten: - Zuiderdiep: de begrenzing staat niet goed weergegeven. - Mariapolder: dit betreft geen nieuwe natuur. - Spuimond West: dit betreft wel nieuwe natuur. De hoofdwaterkering is verkeerd weergegeven. - Zuiderklip: dit is wel nieuwe natuur en is deels gereed. - Aakvlaai: dit is al gereed. - Noordwaard natuurontwikkeling: polders Malta, Spiering en Harden Hoek zijn reeds ingericht en aangesloten op de rivier. - De Jachthavens Biesbosch ontbreken. (38) • De afbakening van het uitvoeringsprogramma op pagina 14 en 15 komt volgens het Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard niet overeen met de begrenzing van de gebiedsprogramma’s. De organisatie stelt
•
•
•
•
voor de hele Hoeksche Waard, inclusief de Oude Maas, onderdeel van de gebiedsprogramma’s te maken. (62) Volgens dezelfde inzender is de getekende jachthaven op pagina 24 van het Ontwerp-uitvoeringsprogramma ter hoogte van de Oosterse Bekade Gorzen niet aanwezig en niet gepland. (66) De gemeente Dirksland meldt voor het project Deltanatuur het alternatief Roxenisse-Gabriëllinapolder te kiezen en niet de Zuiderdieppolders die op de kaart op pagina 24 van het Ontwerp-uitvoeringsprogramma staan. (163) De gemeente Steenbergen wil een ‘blauwe ster’ (symbool voor ontwikkeling en kwaliteitsverbetering) aan de kaart op pagina 26 van het gebiedsprogramma toevoegen. De gemeente Dirksland doet datzelfde voorstel voor de jachthavens van Herkingen en van de dorpen aan de Schouwen-Duivelandse kant van de Grevelingen voor de kaart op pagina 34. (71, 165) In bijlage 5 signaleert een inzender dat dhr. W.F. Reijnierse als burgemeester van Korendijk staat vermeld. Volgens de inzender is de heer Reijnierse wethouder en geen burgemeester van Korendijk. (45)
49
50
Bijlage 1. Samenvattend overzicht van de schriftelijke reacties op het Ontwerp-uitvoeringsprogramma In deze bundel zijn ter bescherming van de privacy geen persoonsgegevens opgenomen. Waar als afzender ‘particulier’ staat genoemd, is de naam van de persoon bekend bij het programmabureau. Alle briefschrijvers ontvangen een persoonlijke brief waarin wordt genoemd onder welk nummer ze hun reactie kunnen terugvinden.
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
1
UP-01
Vereniging Hoeksche Waards landschap (HWL)
Het programma kent (helaas) geen verrassingen. De vereniging is verheugd dat voorgesteld wordt om het Uitvoeringsprogramma Nationaal Landschap Hoeksche Waard op te nemen in een gebiedsvisie.
0.2
gebieden
2
UP-01
Vereniging Hoeksche Waards landschap (HWL)
Teleurgesteld dat het uitvoeren van het Kierbesluit opnieuw is uitgesteld. Overheden en belanghebbende sectoren blijven te lang vasthouden aan het ruim voorhanden hebben van zoet water. Het robuuste herstel van het estuariene karakter van het HBB-bekken wordt te traag uitgevoerd.
4.1
natuur
3
UP-01
Vereniging Hoeksche Waards landschap (HWL)
Herverdeling van zoet water moet voortvarender en ingrijpender worden aangepakt. Overweeg om een permanente mini-kier van 50m2 in te stellen. Dan krijgen vissen al meer migratiemogelijkheden.
4.1
natuur
4
UP-01
Vereniging Hoeksche Waards landschap (HWL)
Op korte termijn zal er niet zoveel veranderen t.a.v. recreatie en economie. De sector moet activiteiten ontwikkelen om de toerist langer aan het gebied te binden. Uitbreiding van verblijfsaccomodatie en verbetering van faciliteiten zijn noodzakelijk.
5.3
recreatie
5
UP-01
Vereniging Hoeksche Waards landschap (HWL)
De watersportsector is gebaat bij de ontwikkeling van vrije aanlegplaatsen in het HBB-bekken, zoals in de Grevelingen.
5.3
recreatie
6
UP-01
Vereniging Hoeksche Waards landschap (HWL)
Als het estuariene systeem in het HBB-bekken eenmaal hersteld is, komen er wellicht kansen voor de visserij en voor een blue-energy-centrale.
4.1, 6.1
visserij, natuur
51
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
7
UP-01
Vereniging Hoekse Waards landschap (HWL)
Wil geen pretparkachtige ontwikkelingen. Het aanzien van de oevers dient ongeschonden te blijven.
5.3
recreatie
8
UP-02
particulier
Kaart Grevelingen-Brouwersdam: Plan voor nieuwe natuur bij Herkingen is inspreker onbekend. Hevel als mogelijk doorlaatmiddel in Grevelingendam is niet getoond op de kaart. Doorlaatmiddel Grevelingendam niet alleen voor berging; de studie is gericht op een tweeweg-doorlaatmiddel.
10
kaarten
9
UP-02
particulier
Het woord Natuur wordt onder Ideaal niet genoemd. Alleen mensgerelateerde zaken. Het Grevelingschap zou eens met een natuurvisie moeten komen, liefst met een financiële paragraaf, zodat de plannen echt uitgevoerd kunnen worden.
4.2, 9.1
financiering, natuur
10
UP-02
particulier
VZM-Grevelingen wordt in UP prominent als afvoerroute genoemd. VZM-Oosterschelde is kansrijker voor infrastructuur en ecologie. In Oosterschelde is meer capaciteit en meer getij, dus sneller herstel van het zoutwatersysteem.
3.2
veiligheid
11
UP-02
particulier
Pleit voor versnelling van maatregelen t.b.v. een optimaal estuarium Oosterschelde/ VZM, zoals inzet van een hevel in de Grevelingendam.
4.1
natuur
12
UP-02
particulier
Pleit voor een nieuwe inrichting van Schouwen-Duiveland, met ruimte voor visserij, zilte teelt, wonen aan het water en natuur.
0.2
gebieden
13
UP-03
Stichting Natuur en Landschap Voorne-Putten
Teleurgesteld dat het Kierbesluit opnieuw is uitgesteld vanwege discussie over het zoetwatertracé. Pleit voor een variant via een getijdenkreek volgens een tracé uit de middeleeuwen.
4.1
natuur
14
UP-04
particulier
Heeft gelezen dat een getijdencentrale wordt overwogen. Is het echter niet zo dat bij grotere doorspoeling wordt gedacht aan een getijde van maximaal 50 cm? Dat is, veronderstel ik, veel te weinig voor een getijdencentrale.
0.2
gebieden
52
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
15
UP-04
particulier
Ondanks het feit dat het water van de Grevelingen super schoon is, is het duidelijk dat de kwaliteit hiervan te wensen over laat. Wellicht is de beperkte doorspoeling hieraan debet. Het zoutpercentage is inmiddels te hoog, door een onbalans tussen verdamping en doorspoeling. In december 2007 heb ik in mijn inspraak gevraagd een koppeling tussen Grevelingen en Volkerak serieus te overwegen. Als in de Grevelingendam het gedeelte tussen Philipsdam en Goeree Overflakkee (eventueel) ten dele wordt geopend en voorzien van een brug, met al of niet een beweegbaar deel, ontstaat een aaneengesloten groot wateroppervlak, waarvoor dezelfde uitgangspunten kunnen gelden: • Beperkt getijde, maximaal 50 cm. • Frequente doorspoeling middels spuisluizen in Brouwersdam, Philipsdam en Grevelingendam.
1.4
samenhang
16
UP-04
particulier
Door de beperkte getijdenwerking zijn er geen problemen voor (jacht)havens en hun dure voorzieningen en zal ook de grote vaart over het Rijn-Scheldekanaal niet gehinderd worden. Het algenprobleem en de negatieve gevolgen van de delta-aanpassingen moeten als geheel worden gezien en de toekomstige ingrepen in de Grevelingen moeten gecombineerd worden met de overwegingen voor het Volkerak. Met het gedeeltelijk openen van de Grevelingendam is er ook een forse impuls voor de recreatie. De soms aanzienlijke drukte bij de Krammersluis wordt ten dele veroorzaakt door watersporters die onderweg zijn naar de Grevelingen. Ik heb eerder verzocht om diepgaand onderzoek naar mogelijkheden en gevolgen voor koppeling van Volkerak en Grevelingen. Het zou verkeerd zijn nu iets te gaan beslissen voor alleen de Volkerak en Zoommeer terwijl op korte termijn de Grevelingen ook om aanpassingen vraagt. Het grootste neveneffect van verzilting van Volkerak, aanvoer via pijpleidingen van zoet water, blijft ongewijzigd, bij een doorkoppeling naar de Grevelingen.
1.4
samenhang
17
UP-05
gemeente Vlissingen
Het grondgebied van Vlissingen maakt deel uit van het programma Kust en het programma ZWD met gebiedsprogramma Westerschelde. Gemeente onderschrijft het economisch belang van de zeehavens en achterlandverbindingen.
7.1
scheepvaart
53
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
18
UP-05
gemeente Vlissingen
Gemeente verwijst naar de integrale visie voor het gebied rondom de stads havens, inclusief het Masterplan Scheldekwartier met een nieuwe zeejacht haven. Die haven is niet opgenomen in het UP op pagina 42. Tevens ontbreekt het project voor de realisatie van 30 ha nieuwe natuur, aansluitend op het plan Zwakke schakels Nolle/westduin.
10
kaarten
19
UP-05
gemeente Vlissingen
Aanduiding van Walcheren en een deel van Zuid-Beveland als nationaal landschap ontbreekt op de kaart.
0.2
gebieden
20
UP-05
gemeente Vlissingen
Het pilotproject Waterfronten maakt deel uit van het MIRT-onderzoeks programma, op grond van het actieprogramma Ruimte en Cultuur.
0.2
gebieden
21
UP-06
Stichting De Levende Delta
Is van mening dat het begin van de oplossingsrichting gezocht moet worden in het Rijnmondgebied, vanwege de bescherming van het dichtbevolkte achterland. Omdat het achterland niet mag verzilten, moeten maatregelen getroffen worden om de onbelemmerde afvoer van zoet water via de Nieuwe Waterweg te beperken.
2.2
zoet water
22
UP-06
Stichting De Levende Delta
Stemt in met (voorlopige?) verzilting van het Krammer-Volkerak en met de organisatie van een betaalbare zoetwatervoorziening voor de landbouw met overheidsfinanciering.
2.1, 9.1
financiering, zoet water
23
UP-06
Stichting De Levende Delta
Deelt allerminst het gepresenteerde natuurbeleid. Verwachten veel nieuwe mogelijkheden voor (autonome) natuurontwikkeling buitendijks. Daarom is een herbezinningnodig op de besteding van de beperkte financiële middelen. Sanering in het aantal plannen van Rijk, provincie, gemeenten en water schappen is nodig. Met de huidige plannen voor nieuwe natuur gaat veel landbouwgrond verloren. De stichting is niet overtuigd van de noodzaak. De positie van de traditionele landbouw zou juist versterkt moeten worden.
4.2
natuur
24
UP-06
Stichting De Levende Delta
De natuurvisie van verbreden en verzachten van de overgang tussen land en water is opportunistisch. Er is een wildgroei aan plannen, die zelfs de water kerende functie van de zeeweringen en de eenheid van de kust in gevaar zou kunnen brengen.
4.2
natuur
54
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
25
UP-06
Stichting De Levende Delta
Stichting is van mening dat door de burgers het belang van zoet en zout water en natuur wordt gedragen, maar dat de plannen niet alleen met Europese natuurwetgeving moet worden beargumenteerd. Roept op tot het betrekken van organisaties met een realistische visie.
4.2
natuur
26
UP-07
provincie Zuid-Holland
Ondersteunt de gefaseerde aanpak en het strategisch belang. Provincie wil een actieve inbreng hebben. Zien meerwaarde in het UP. Provincie noemt een aantal programma’s en projecten waar de provincie uitvoering aan geeft.
8.2
samenwerking
27
UP-07
provincie Zuid-Holland
Verzoekt om in het UP de verantwoordelijkheden en onderlinge verhoudingen tussen stuurgroep en bestaande bestuurlijke overleggen te verduidelijken.
1.6
rol stuurgroep
28
UP-07
provincie Zuid-Holland
Provincie stelt voor om de te vormen gebiedsallianties aan te sluiten bij bestaande overlegvormen. Provincie zal het initiatief nemen voor een bestuurlijk overleg over het Haringvliet/Hollandsch Diep. provincie wil verder invulling geven aan de gebiedsprogramma’s in ZH
8.1
samenwerking
29
UP-07
provincie Zuid-Holland
Opmerking over de status van het UP: het beleidskader van de provincie (Waterplan en Structuurvisie) is bindend. Provincie beschouwt het UP als een (niet strijdige) uitwerking hiervan.
8.2
samenwerking
30
UP-07
provincie Zuid-Holland
Bestaande gebiedsvisies dienen zo veel mogelijk te worden benut. De wateropgave uit de ZWD kan hier ook een impuls aan geven.
1.6
rol stuurgroep
31
UP-07
provincie Zuid-Holland
Behalve het realiseren van projecten in het kader van Deltanatuur is er in het uitvoeringsprogramma weinig aandacht voor natuur. De beheerplannen voor Natura 2000 voor de deltawateren zijn zeer relevant maar worden niet genoemd. Ook het realiseren en beschermen van de Ecologische Hoofdstructuur op de eilanden mag niet onvermeld blijven.
4.2
natuur
32
UP-07
provincie Zuid-Holland
Kaarten zijn niet compleet. Graag de kaarten in overeenstemming brengen met de provinciale Structuurvisie.
10
kaarten
55
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
33
UP-07
provincie Zuid-Holland
Planning van het Kierbesluit is niet meer actueel. Provincie zal binnenkort duidelijkheid scheppen
0.2
gebieden
34
UP-07
provincie Zuid-Holland
De waardevolle resultaten van de sectorgesprekken komen maar summier terug in het UP. Met name de recreatievisie Goeree-Overflakkee en de Economische visie Brouwersdam noemen.
5.1
recreatie
35
UP-07
provincie Zuid-Holland
Bestuurscommissie Grevelingen ontbreekt
10
omissie
36
UP-07
provincie Zuid-Holland
Provincie is geen voorstander van portefeuillehouders in de stuurgroep. Pleit voor gezamenlijke verantwoordelijkheid.
1.6
rol stuurgroep
37
UP-07
provincie Zuid-Holland
Provincie committeert zich niet aan onderdelen van het UP waarvoor de financiering nog niet is geregeld.
9.1
financiering
38
UP-08
Deltanatuur
Reactie gaat specifiek over het plaatje “gebiedsprogramma Haringvliet, Hollandsch Diep en Biesbosch” op bladzijde 24. Zuiderdiep: de begrenzing staat niet goed weergegeven, zie o.a. de website Deltanatuur. Mariapolder: dit betreft geen nieuwe natuur. Spuimond West: Dit betreft wel nieuwe natuur. De hoofdwaterkering is verkeerd weergegeven, zie o.a. website Deltanatuur . Zuiderklip: dit is wel nieuwe natuur en is deels gereed. Aakvlaai: dit is al gereed. Noordwaard natuurontwikkeling: polders Malta, Spiering en Harden Hoek zijn reeds ingericht aan gesloten op de rivier. De Jachthavens Biesbosch ontbreken. Zouden bovenstaande zaken verwerkt kunnen worden in het plaatje?
10
kaarten
39
UP-09
gemeente Borsele
Inhoud van het UP is bekend bij de gemeente. Gemeente ondersteunt het UP en met name de maatregelen voor het herstel van het ecosysteem. Het UP bevat echter weinig nieuwe zaken. De datum van de regiotour in Zeeland nog niet bekend.
1.1
ambitie
40
UP-09
gemeente Borsele
Mist pleidooi voor recreatie: strandjes, dijken en watersport: Ellewoutsdijk en Hoedekenskerke.
5.1
recreatie
56
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
41
UP-09
gemeente Borsele
Wil graag betrokken worden bij de uitwerking van plannen, zoals voor de economische ontwikkeling, de evaluatie van de ontwikkelingsschets 2010, gebiedsvisie 2030 en de op te richten alliantie.
8.1
samenwerking
42
UP-10
hr. C.W. Scheele
Deelt de ambitie, niet de aanpak. Plan is oppervlakkig en mist diepgang en wetenschappelijke onderbouwing. Geeft hiervoor enkele suggesties. Vraagt aandacht voor populatiebiologie en -dynamica.
4.2
natuur
43
UP-10
particulier
Is van mening dat de doelen van het UP t.a.v. veiligheid en natuur ontwikkeling niet van toepassing kunnen zijn op de Westerschelde of langs de Noordzee, omdat berging van Scheldewater of Noordzeewater niet aan de orde is.
3.3
waterveiligheid
43a
UP-10
particulier
Aangewezen habitats zonder kennis van de lokale situatie kunnen funest zijn voor het vogelbestand.
4.2
natuur
44
UP-11
particulier
Gelet op de gevolgen van het Kierbesluit voor vooral de Hoeksche Waard, verbaast het mij dat er relatief weinig bestuurlijke en ambtelijke vertegenwoordigers van ons eiland betrokken zijn/waren bij de totstandkoming van het ontwerp. Waarom wordt er in de Hoeksche Waard geen voorlichtingsavond gehouden? Voor zover na te gaan gebeurt dit alleen in West-Brabant en op Goeree Overflakkee.
9.3
inbreng derden
45
UP-11
particulier
In bijlage 5 deelnemers adviesgroep staat een ‘curieuze’ omissie: namens de gemeenten van het zuidwestelijk deel van de delta dhr. W.F. Reijnierse, burgemeester van Korendijk. De heer Reijnierse is wethouder, geen burgemeester van Korendijk.
10
omissie
46
UP-11
particulier
De omschrijving ‘natuureiland’ Tiengemeten is achterhaald en misleidend: Tiengemeten is uit puur economische belangen verworden tot een attractie/pretpark, de natuur werd opgeofferd aan de financiën. De bewoners in de naaste omgeving en langs de toegangswegen zijn hun rust en landelijk wonen kwijtgeraakt: hoezo de slogan: ‘beleef de verrassende stilte van Zuid-Holland’ ?
0.2
gebieden
57
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
47
UP-12
particulier
Al bij de eerste voorlichting in 2005 werd door Rijkswaterstaat beloofd dat er alleen maar water bij zou komen in de diepte. In de huidige beschrijving wordt daarvan nog geen gewag gemaakt. Er liggen duidelijk conflicterende eisen: waterbergingscapaciteit en toename moeras oppervlak, versus het gebruik van het water door recreanten. Recreanten die in aantallen alleen maar toenemen dragen zorg voor levendigheid op het water en in de dorpen. Dat maakt een toename van het bevaarbare water noodzakelijk. Tevens is er een continue vergroting van de jachten, dus om ook in de toekomst de Grevelingen over een groot gebied bevaarbaar te houden zal er meer water in de diepte en in het bevaarbare oppervlak noodzakelijk zijn. Terzijde zij opgemerkt dat watersporters hun geld direct in de lokale economie in brengen en zo weer de economie in deze zwakke regio steunen.
5.3
recreatie
48
UP-13
gemeente Barendrecht
De gemeente Barendrecht kan zich vinden in de uitgangspunten voor een veilig, veerkrachtig en vitaal deltagebied. Wel hebben wij geconstateerd dat de uitvoering van de diverse plannen geen directe relatie heeft met de gemeente Barendrecht. Wel kunnen wij u op de hoogte brengen van de samenwerking tussen het Wereld Natuurfonds, Ark Natuurontwikkeling en het Waterschap Hollandse Delta met als inzet om na te gaan of er mogelijkheden zijn voor een klimaatbuffer op IJsselmonde. Hiermee hopen wij een lokale inbreng te hebben aan de verbetering van het watersysteem op het gebied van veerkracht en vitaliteit.
1.1
instemming
49
UP-14
Sportvisserij Zuidwest Nederland
UP is voor de inspreker te globaal. In het algemeen steunt inspreker het doel van een ecologisch veerkrachtig systeem en pleit voor een open toegang tot het gebied voor de (vissende) recreant. Dit levert een economische impuls.
5.4
sportvisserij
50
UP-14
Sportvisserij Zuidwest Nederland
Sportvisserij ZWN wil graag op de hoogte gehouden worden van alle ontwikkelingen en betrokken worden bij allianties.
8.1
samenwerking
51
UP-14
Sportvisserij Zuidwest Nederland
Is tegen het verzilten van het VZM, omdat dit slecht is voor de snoekbaars. Een zilt VZM is weinig interessant. Wil compenserende maatregelen elders.
5.4
sportvisserij
58
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
52
UP-14
Sportvisserij Zuidwest Nederland
Kierbesluit mag zo snel mogelijk uitgevoerd worden. Verbetering van de waterkwaliteit van de Binnenschelde en aansluiten bij Oosterschelde en Zoommeer lijkt positief voor de sportvisserij. Dat geldt ook voor de voorgestelde maatregelen in de Grevelingen, Brouwersdam, Oosterschelde, Veerse meer.
5.4
sportvisserij
53
UP-15
Gemeente Rucphen
Herinnert aan de bestuurlijke afspraak dat het Waterschap Brabantse Delta de gemeente zal informeren over relevante ontwikkelingen m.b.t. de waterhuishouding. UP mag geen negatieve gevolgen hebben voor de gemeente.
0.2
gebieden
54
UP-16
Regenboogcoalitie, p/a Kamer van Koophandel ZWN
Positief over de hoofdlijnen van het UP. Pleit ervoor om snel aan de slag te gaan met de maatregelen. Bijvoorbeeld naar voren halen van projecten en fondsvorming. Stuurgroep moet regionale gebiedsprocessen aanjagen.
8.2
samenwerking
55
UP-16
Regenboogcoalitie, p/a Kamer van Koophandel ZWN
UP gaat onvoldoende in op de gevolgen van de sterke groei voor de binnenvaart in de delta.
7.1
scheepvaart
56
UP-16
Regenboogcoalitie, p/a Kamer van Koophandel ZWN
De maatschappelijke organisaties in de coalitie willen graag meedenken in de allianties. Verwachten met expertise en creativiteit een positieve bijdrage te kunnen leveren aan het vinden van oplossingen, ook PPS. Roept Rijk en regionale overheden op te investeren in de delta.
8.1
samenwerking
57
UP-17
gemeente Rozenburg
Gemeente onderschrijft de maatregelen aan het VZM, maar overlast als gevolg van het verzilten van het meer moet voorkomen worden. Veiligheid en behoud van een adequate zoetwatervoorziening is een randvoorwaarde.
2.1
zoet water
58
UP-18
gemeente Oosterhout
Willen graag nauwer betrokken worden bij het onderzoek naar een zout VZM, met name vanwege de rol die West-Brabantse kanalen en rivieren hierin spelen.
8.2
samenwerking
59
UP-18
gemeente Oosterhout
Scheepvaart moet een deel van de groei van het goederenvervoer opvangen. Het UP mag hierin geen belemmeringen opleggen en bestaande knelpunten bij sluizen moeten worden aangepakt.
7.1
scheepvaart
59
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
60
UP-19
H-bi-O-logisch
Heeft onderzoek gedaan naar een nieuwe service op het gebied van afvalwaterbeheer voor recreatievaartuigen, in aanvulling op de nieuwe regelgeving, namelijk een varende installatie die vuilwatertanks leegzuigt. Inspreker doet een voorstel voor samenwerking bij een haalbaarheids onderzoek naar een uitvoeringspilot.
0.1
voor kennisgeving aangenomen
61
UP-20
Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard
Inhoud van het UP spreekt over het algemeen aan. Onderschrijven de aanpak om projecten en plannen in de delta af te stemmen op de lange termijn.
1.1
instemming
62
UP-20
Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard
De afbakening van het programma komt niet overeen met de begrenzing van de gebiedsprogramma’s. Graag de hele Hoeksche Waard incl. Oude Maas meenemen.
10
kaarten
63
UP-20
Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard
Doelstellingen zouden meer smart geformuleerd moeten worden, zodat de bijdrage van de projecten en plannen toetsbaar wordt.
1.2
ambitie
64
UP-20
Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard
Wil zekerheid over een adequate zoetwatervoorziening. UP stelt insprekers op dit punt nog niet gerust. Verzoekt om in het UP maatregelen tegen verzilting op te nemen. Wil graag betrokken worden bij de projecten Volkerak-Zoommeer en Kier.
2.1
zoet water
65
UP-20
Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard
In de lange termijn verkenning worden t.a.v. hoogwaterveiligheid twee scenario’s onderzocht, die de inspreker graag doorgerekend wil zien op effecten voor de ruimtelijke inrichting.
1.6
ambitie
66
UP-20
Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard
De getekende jachthaven ter hoogte van de Oosterse bekade gorzen is n iet aanwezig en niet gepland.
10
kaarten
67
UP-20
Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard
SOHW wil ambities verbinden en een actieve bijdrage leveren aan de samenwerking met de ZW Delta in de beoogde gebiedalliantie. Uitgangs punt voor inspreker zijn de structuurvisie Hoekse Waard 2030, het Uit voeringsprogramma Hoekse waard 2010-2014 en het Masterplan voor de Zuidrand aan de Delta. Wie neemt het initiatief voor de alliantie?
8.1
samenwerking
60
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
68
UP-20
Samenwerkingsorgaan Hoekse Waard
De gebiedsalliantie moet komen tot identiteitsproductie door het toevoegen van nieuwe functies die als economische katalysator moeten gaan werken.
8.1
samenwerking
69
UP-20
Samenwerkingsorgaan Hoekse Waard
Veronderstelt dat de financiering voor de projecten in het UP in beginsel is geregeld. Onduidelijk is waar de financiering vandaan komt.
9.1
financiering
70
UP-21
gemeente Steenbergen
In het besluit om zout water toe te laten in het Volkerak dient er voldoende garantie geboden te worden voor zoetwatervoorziening voor de agrarische sector.
2.1
zoet water
71
UP-21
gemeente Steenbergen
Indien voor een zoetwatersysteem gekozen wordt middels een inlaat vanuit het Hollandsch Diep biedt dit mogelijkheden om de waterrecreatie te ontwikkelen. Graag een rode ster opnemen bij de betreffende kernen.
5.2
recreatie
72
UP-21
gemeente Steenbergen
In het RWS-onderzoek waterberging Krammer-Volkerak graag de technische ontwikkelingen bezien in samenhang met het ontwikkelen en benutten van recreatieve potenties
5.2
recreatie
73
UP-21
gemeente Steenbergen
Goede afstemming nodig tussen de vele lopende projecten, d.m.v. een goede deelvisie of een goede integrale visie.
1.3
samenhang met andere plannen
74
UP-22
Adviesgroep Borm en Huijgens
De allitererende titel geeft niet duidelijk aan waar het om gaat. Het gaat om waterveiligheid, zoetwatervoorziening en estuariene dynamiek. Het mag niet zo zijn dat de gebruikte woorden van een aardig verzonnen titel van als toetsnormen gehanteerd gaan worden, zoals op pagina 6, 7 en 8.
1.2
ambitie
75
UP-22
Adviesgroep Borm en Huijgens
We betreuren dat het uitvoeringsprogramma geen wezenlijk onderdeel is van een landelijk plan. De regionale planvorming wordt als 7 aparte gebiedsprogramma´s gepresenteerd. Dit werd op de werkconferentie van 1 april betiteld als “samenhang op bekkenniveau”. Deze verbrokkeling lijkt ons niet in overeenstemming met een gewenste integrale visie.
1.3
samenhang met andere plannen
61
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
76
UP-22
Adviesgroep Borm en Huijgens
Het Ontwerp-uitvoeringsprogramma is prematuur en niet realistisch. Een programma, waarvan de kaarten van de gebiedsprogramma´s alle voorzien zijn van het stempel “in ontwikkeling” is niet rijp voor consultatie. Een spectaculaire regiotour over dit programma waarbij de aandacht bewust verlegd wordt naar lokale wensen ten aanzien van de vermeende planvorming is nog eens een stap te ver.
1.1, 9.3
inbreng derden
77
UP-22
Adviesgroep Borm en Huijgens
Ons is recent verduidelijkt dat dit Ontwerp-uitvoeringsprogramma is gebaseerd op wat al eerder liep. Daarnaast wordt het door H+N+S Landschapsarchitecten opgesteld essay uit november 2009 omschreven als een voorfase voor het plan van aanpak als onderdeel van een Delta programma. Het is verwarrend dat delen van het essay “Toekomstbeeld Zuidwestelijke Delta 2050” zijn opgenomen in het uitvoeringsprogramma en dat hierin vele zaken “in ontwikkeling” blijken te zijn. Is hier wel sprake van weloverwogen planvorming met een duidelijke procesgang?
1.3
samenhang met andere plannen
78
UP-22
Adviesgroep Borm en Huijgens
Op pagina 21 worden doelen (idealen) vertaald naar projecten. We menen dat deze vertaling wezenlijk mank gaat en dat met het uitvoerings programma geen of gebrekkig gestalte gegeven wordt aan de doelen.
1.2
ambitie
79
UP-22
Adviesgroep Borm en Huijgens
Een stapsgewijs herstel van het landelijk ecologische hoofddoel estuariene dynamiek is onmogelijk. Er komt wel of niet een permanent open verbin ding tussen zee en rivieren.
4.2
natuur
62
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
80
UP-22
Adviesgroep Borm en Huijgens
Het NWP streeft naar waterveiligheid, zoetwatervoorziening en estuariene dynamiek. Wij zien in het UP ZWD geen wezenlijke invulling van voorgaande. Waterveiligheid ontstaat door maximale rivierwaterberging en spuimogelijkheden in zee, in combinatie met een goede en korte primaire zeewering. Zoetwatervoorziening ontstaat door het behoud van zoetwatervoorraden en het beperken van zoetwaterverlies. Estuariene dynamiek ontwikkelt zich met een open verbindingstraject tussen zee en rivieren, dat met de nodige lengte en regulatiemogelijkheden een geleidelijke en stabiele overgang van zout naar zoet kan waarborgen. Bij dit alles speelt de toenemende rivieropwaartse invloed van de zee en de verzilting. Beide dienen te worden bestreden. In het UP wordt het merendeel van de deltawateren onttrokken aan estuariene dynamiek en verdwijnen de zoetwatervoorraden. We raden u dan ook nogmaals aan uw Ontwerp-uitvoeringsprogramma te analyseren op effectiviteit.
4.3
natuur
81
UP-22
Adviesgroep Borm en Huijgens
Projecten zoals de Kier en de verzilting van het Volkerak-Zoommeer zijn ontwikkeld zonder samenhang. Wat gebeurt er met dergelijke plannen als zij niet meer in het landelijk totaalplaatje passen?
1.3
samenhang met andere plannen
82
UP-22
Adviesgroep Borm en Huijgens
Met de realisatie van de projecten van Ruimte voor de Rivier wordt de doorstroming in het Nederlandse riviertraject extra versneld. De Zuidwestelijke Delta is hier niet op berekend. Het is echter niet onmogelijk om de noodzaak voor een dergelijke evacuatie te voorkomen. Op waterveiligheid mag niet bezuinigd worden. Het moet wel onomstotelijk vaststaan dat planvorming hieraan bijdraagt. De cruciale rol die de Zuidwestelijke Delta speelt voor de landelijke waterveiligheid is onderbelicht en onvoldoende uitgewerkt.
3.2
waterveiligheid
83
UP-22
Adviesgroep Borm en Huijgens
Heel wat instanties eten uit de ruif van de overheid, zonder een wezenlijke duit in het zakje te doen. Het is niet wenselijk dat eerst innovatieve of uitdagende projecten gerealiseerd worden en de overheid vervolgens alsnog aan haar verplichtingen moet voldoen. Het lijkt verstandig om in deze oriënterende periode te bezuinigen op grote uitgaven en pas wanneer het kan effectief te handelen.
9.1
financiering
63
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
84
UP-23
Gebiedscommissie Brabantse Delta
In het gebied Volkerak, West-Brabant en Oostflakkee liggen qua inhoud en ambities belangrijke overeenkomsten tussen het UP en het gebiedsplan en gebiedsmeerjarenprogramma Brabantse Delta. De gebiedscommissie ziet kansen om de ambities uit beide programma’s samen te voegen, wat leidt tot een verbetering en versnelling en ook financiële mogelijkheden biedt.
8.2
samenwerking
85
UP-23
Gebiedscommissie Brabantse Delta
Aanvullend vraagt de gebiedscommissie specifieke aandacht voor recreatie, de ontwikkeling van nieuwe landgoederen en cultuurhistorie.
5.1
recreatie
86
UP-23
Gebiedscommissie Brabantse Delta
Benadrukken het standpunt van de stuurgroep dat een zout VZM pas kan worden geaccepteerd als een alternatieve (goede en betrouwbare) zoet watervoorziening voor West-Brabant is ontwikkeld en uitgevoerd.
2.1
zoet water
87
UP-23
Gebiedscommissie Brabantse Delta
Als reactie op de gebiedsallianties wijst de gebiedscommissie erop dat er al veel bestuurlijke gremia actief zijn en dat afstemming hiertussen van groot belang is. Bestaande samenwerkingsverbanden (bijv. Mark-DintelVliet en Brabantse Wal) kunnen goed functioneren als alliantie. Waarschuwt voor te veel overlegstructuren en processen die elkaar gaan tegenwerken.
1.6
rol stuurgroep
88
UP-23
Gebiedscommissie Brabantse Delta
De gebiedscommissie voert de regie over meer dan 200 projecten, bijv. natuur- water- en recreatieprojecten in het gebied Mark-Dintel-Vliet, Brabantse Wal, Zuiderwaterlinie en ontwikkeling van glastuinbouw gebieden.
5.1, 8.2
samenwerking, recreatie
89
UP-24
gemeente Sliedrecht
Gemeente heeft met instemming kennis genomen van het UP. Heeft geen plannen en initiatieven die met het UP verbonden kunnen worden.
1.1
instemming
90
UP-25
Nationaal Groenfonds
Inspreker reageert met name op de financiële aspecten van het UP. Op tal van onderdelen is de financiering van het UP nog niet of niet geheel rond. Dit vereist creatieve oplossingen in publiek-private arrangementen. De overheden zullen zich samen moeten inzetten om particuliere investeerders en particuliere beleggers te betrekken. Noemt als voorbeeld de EHS.
9.1
financiering
64
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
91
UP-25
Nationaal Groenfonds
In het op te richten Deltafonds dient de basis te worden gelegd voor publiek private financiering. Dit fonds zou op enige afstand van Den Haag moeten functioneren. Verwijst naar bijlage “Brede financiering van het Deltafonds onmisbaar.”
9.2
financiering
92
UP-25
Nationaal Groenfonds
Inspreker zou een bijdrage kunnen leveren aan het mobiliseren en beschikbaar stellen van (groen)financiering. Wijst op de betrokkenheid van Fondsenbeheer Nederland en de Stichting Klimaatschap Nederland.
9.2
financiering
93
UP-26
Natuurmonumenten regio ZH/ZL
Inhoudelijk kan Natuurmonumenten zich volledig committeren aan de ambities en oplossingsrichtingen die in het Ontwerp-uitvoeringsprogramma geformuleerd staan. De inzet voor gebiedsprogramma’s herbergt forse ambities ten aanzien van veiligheid, veerkracht en vitaliteit. Natuur monumenten zet zich graag in om deze ambities de komende jaren te ondersteunen en neemt haar rol bij het daadwerkelijk realiseren ervan.
1.1
instemming
94
UP-26
Natuurmonumenten regio ZH/ZL
Ten aanzien van het werkproces spreken we onze waardering uit voor de prettige en constructieve samenwerking tussen Stuurgroep/ Programma bureau en Natuurmonumenten, o.a. vertegenwoordigd in de Adviesgroep. We kijken met grote waardering en respect naar de tomeloze inzet van het programmabureau.
1.1
instemming
95
UP-26
Natuurmonumenten regio ZH/ZL
De inzet voor gebiedsprogramma’s bestaat uit ambitieuze doelen zoals doorvoering van het Kierbesluit, verzilting van het Volkerak-Zoommeer en realisatie van de Deltanatuurprojecten. In lopende besluitvorming staan deze ambities gedeeltelijk onder druk. Het Kierbesluit voor de Haringvlietsluizen is een meermaals uitgesteld proces geworden dat op forse weerstand stuit bij enkele sectoren en lagere overheden. Ook de realisatie van enkele Deltanatuurprojecten staat onder druk. In uw factsheet van april 2010 wordt geformuleerd dat ‘de stuurgroep bewaakt ook mede de uitvoering van een aantal reeds genomen besluiten. Voorbeelden zijn het Kierbesluit […]’. Natuurmonumenten zou graag eens van gedachten wisselen over hoe deze rol door de stuurgroep ingevuld wordt. Voorkomen moet worden dat overheden ambities eenzijdig loslaten die zij binnen de stuurgroepcoalitie steunen.
1.6, 4.1
natuur, rol stuurgroep
65
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
96
UP-26
Natuurmonumenten regio ZH/ZL
Voor het uitvoeringsprogramma, maar met name voor de lange termijnverkenning 2050, geldt dat een aantal ambities dermate verstrekkend is, dat daadwerkelijke realisatie het verbeeldingsvermogen bijna te boven gaat. Een stevige verankering van deze ambities in de tijd, op basis van meetbare en uitvoerbare tussenresultaten, zal nodig zijn om inderdaad te bereiken dat “de weg naar de toekomst vandaag begint”. Dit vereist dat doelen voor de lange termijn vertaald worden in concrete tussendoelen voor de kortere termijn, dat realisatie daarvan in een tijdslijn wordt vastgelegd, en dat het bevoegd gezag verantwoordelijkheid neemt voor daadwerkelijke uitvoering. Natuurmonumenten is benieuwd of de stuurgroep, op een later moment in het proces, inderdaad voornemens is om (langetermijn)ambities dermate concreet uit te werken.
1.2
ambitie
97
UP-26
Natuurmonumenten regio ZH/ZL
De uitwerking van gebiedsprogramma’s zal waarschijnlijk middels ‘gebiedsallianties’ worden aangepakt. Het lijkt ons goed als deze allianties breed en integraal worden ingevuld, op basis van heldere kaders en een duidelijke besluitvormingsstructuur.
1.6
samenwerking
98
UP-27
gemeente Veere
Gemeente pleit ervoor om zoveel mogelijk visies te combineren en geen nieuwe allianties aan te gaan. Benadrukt het belang van goede communicatie richting burgers en bedrijfsleven.
1.6
samenwerking
99
UP-27
gemeente Veere
Visie Kust en voordelta is niet zinvol als uitwerking van het beheerplan Voordelta. Het zou ervóór moeten gebeuren.
0.2
gebieden
100
UP-27
gemeente Veere
Gemeente onderschrijft de ambities van een veilige en veerkrachtige delta. Vraagt zich wel af of dit haalbaar is vanwege de aangekondigde bezuinigingen.
1.1
instemming
101
UP-27
gemeente Veere
Gemeente kan een bijdrage leveren aan uitvoering van bestaande plannen en visies m.b.t. het grondgebied van de gemeente. Het collegeprogramma is leidend bij nieuwe zaken.
8.2
samenwerking
102
UP-27
gemeente Veere
Gemeente noemt de Integrale gebiedsvisie zw-kust van Walcheren, met daarin de pilot Waterfronten Walcheren evenals de plannen voor het Communicatiecentrum Deltatechnologie en klimaat op Neeltje Jans.
0.2
gebieden
66
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
103
UP-28
provincie Noord-Brabant
Het programma biedt de handvatten om op inspirerende wijze de transitie van planvorming naar uitvoering mogelijk te maken. Heeft vertrouwen in het proces. Naast de brede aanpak voor de delta is er ruimte voor maatwerk.
1.1
instemming
104
UP-28
provincie Noord-Brabant
Provincie wil aandeel leveren in het proces voor de delta en de aanpak van de deelgebieden Volkerak, West-Brabant en Oostflakkee en Bergen op Zoom aan zee.
8.2
samenwerking
105
UP-28
provincie Noord-Brabant
Streeft naar bundeling met andere lopende processen: verziltingsmaat regelen en zoetwatervoorziening VZM; waterberging VZM uit Ruimte voor de Rivier; de afspraken in MIRT Noord-Brabant; uitvoeringsprogramma’s West-Brabant in het kader van revitalisering en Reconstructie; deel gebieden die zijn opgenomen in de Ontwerp-structuurvisie RO (met name Waterpoort West-Brabant en Brabantse Wal); afstemming met RijnSchelde-Delta-samenwerking; afstemming met landelijk Delta-programma. Graag de contouren van de lange termijnverkenning opnemen in het UP.
1.3
samenhang met andere plannen
106
UP-28
provincie Noord-Brabant
Graag aandacht voor voldoende bestuurlijke beslisruimte in de vorm van scenario’s of alternatieve oplossingen per deelgebied. En voor een juiste volgorde van te nemen besluiten: eerst over het hoofdsysteem, daarna over regionale maatregelen. Vast te leggen in een protocol.
9.3
inbreng derden
107
UP-28
provincie Noord-Brabant
Provincie heeft evenals het Rijk geen middelen gereserveerd voor maat regelen in de delta. Besluitvorming hierover dient plaats te vinden in de volgende bestuursperiode (na maart 2011).
9.1
procedure en vervolg
108
UP-29
gemeente Moerdijk
Erkent de regionale opgave en de noodzaak om gezamenlijk aan de slag te gaan. Zegt medewerking toe en zal indien nodig trachten investeringen naar voren te halen.
8.2
samenwerking
109
UP-29
gemeente Moerdijk
Gebiedsprogramma Haringvliet, Hollandsch Diep en Biesbosch: steunt de doelstellingen en het economisch belang. Wijst op het belang van de internationale scheepvaart en de zeehaven Moerdijk. Steunt het vormen van een gebiedsalliantie en wijst op bestaande overlegstructuren.
7.1, 8.3
samenwerking, scheepvaart
67
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
110
UP-29
gemeente Moerdijk
Volkerak, West-Brabant en Oostflakkee: voor de gemeente is de rol die de Roode Vaart kan krijgen als alternatieve zoetwatervoorziening het meest ingrijpend. Pas na realisatie hiervan kan zoutwater toegelaten worden. Verwijst naar Blauwe visie voor de Roode Vaart, die de gemeente samen met het waterschap Brabantse Delta heeft opgesteld en met name naar het haventracé in Zevenbergen.
0.2
gebieden
111
UP-30
Intergemeentelijk samenwerkingsverband Goeree-Overflakkee
Samenhang tussen de delen wordt goed beschreven en ook de noodzaak om de delta als een geheel te beschouwen. Bovendien bevat het UP de aanzet om de wateropgave te verbinden met ruimtelijk economische ontwikkelingen. Dus meer dan alleen water.
1.1
instemming
112
UP-30
Intergemeentelijk samenwerkingsverband Goeree-Overflakkee
De Zuidwestelijke Delta staat inderdaad onder druk: minder dynamiek, blauwalg. Maar inspreker vraagt ook aandacht voor veiligheid: inzet van Grevelingen voor waterberging mag niet leiden tot achteruitgang voor de veiligheid van Goeree-Overflakkee.
3.1
waterveiligheid
113
UP-30
Intergemeentelijk samenwerkingsverband Goeree-Overflakkee
Deltawerken hebben ook voorspoed gebracht: met zoet water werden nieuwe teelten mogelijk. ISGO is verheugd dat verzilting niet plaatsvindt voordat zoetwatervoorziening geregeld is.
2.1
zoet water
114
UP-30
Intergemeentelijk samenwerkingsverband Goeree-Overflakkee
Pleiten voor zoveel mogelijk economische ontwikkelingsruimte, met name recreatie en toerisme.
5.3
recreatie
115
UP-30
Intergemeentelijk samenwerkingsverband Goeree-Overflakkee
Ondersteunen de komst van allianties. Doen graag mee, zoals nu al bij het Haringvliet.
8.1
samenwerking
116
UP-30
Intergemeentelijk samenwerkingsverband Goeree-Overflakkee
ISGO heeft eigen visie beschreven in regionale Structuurvisie en is bezig met een Recreatievisie. Ziet daarvan graag meer elementen terug in het UP. Willen hierover met het programmabureau in gesprek.
5.3
recreatie
68
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
117
UP-31
waterschap Scheldestromen i.o.
Stemt in met eventuele verzilting Volkerak-Zoommeer onder voorwaarde dat de zoetwatervoorziening gegarandeerd en mogelijk uitgebreid wordt. Het Rijk zal bereid moeten zijn om de financiering op zich te nemen, tenzij uit een financiële analyse blijkt dat het waterschap daarvan zelf ook voordelen heeft.
9.1
financiering
118
UP-31
waterschap Scheldestromen i.o.
Waterschap heeft veel mensuren geïnvesteerd in de medewerking aan het plan voor een zout VZM en voor de ontwikkeling van alternatieven voor de beschikbaarheid van zoet water voor de landbouw. Bedreiging is dat toezeggingen van de rijksoverheid - dat de alternatieve zoetwater voorziening geregeld is alvorens VZM zout wordt - door het politieke krachtenspel niet worden nagekomen. Gedane investeringen van het waterschap worden daarmee zinloos.
2.1
zoet water
119
UP-31
waterschap Scheldestromen i.o.
Het waterschap wil haar kennis inzetten voor het UP en mogelijk een icoonproject ontwikkelen. Het zou goed zijn als deze projecten met ondersteunende financiering van het rijk al op korte termijn uitgevoerd kunnen worden.
9.2
financiering
120
UP-31
waterschap Scheldestromen i.o.
Is van mening dat met name bij de Westerschelde voor het herstel van de estuariumnatuur geen landbouwgrond meer mag worden opgeofferd.
4.2
natuur
121
UP-32
provincie Zeeland
Provincie ondersteunt de ambitie en aanpak. De integrale doelen maken het mogelijk om provinciale doelen af te stemmen met ontwikkelingen over de provinciegrens heen. De provincie benadrukt dat de koppeling van zoetwatervoorziening aan zout VZM van groot belang is.
2.1
zoet water
122
UP-32
provincie Zeeland
Provincie kan nog geen toezeggingen doen over medefinanciering van de uitvoering.
9.1
financiering
123
UP-32
provincie Zeeland
Provincie vraagt de stuurgroep om de beheerplannen Natura 2000 en de invulling van ontwikkelingsruimte in de gebiedsplannen op elkaar af stemmen.
1.3
samenhang met andere plannen
69
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
124
UP-32
provincie Zeeland
Ondersteunt de komst van gebiedsallianties, maar verzoekt om de verantwoordelijkheden van gebiedsallianties verder uit te werken. Om toename van bestuurlijke drukte te voorkomen zal de provincie het initiatief nemen voor de alliantie Oosterschelde en hiervoor aansluiten bij bestaande overlegvormen.
1.6
rol stuurgroep
125
UP-32
provincie Zeeland
Communicatie en participatie zijn belangrijk. De relatie tussen korte en lange termijn moet duidelijk gecommuniceerd worden. Graag nader uitwerken in het UP.
1.3
samenhang met andere plannen
126
UP-32
provincie Zeeland
De kennisagenda verdient nadere uitwerking, bij voorkeur in samenwerking met in de brief van de provincie genoemde lopende initiatieven.
1.5
kennis
127
UP-32
provincie Zeeland
In het UP is beperkt aandacht besteed aan de logistieke functie van de delta. In het actieprogramma Goederenvervoer heeft de provincie diverse acties opgesteld. Om de logistieke prestaties van het scheepvaartverkeer op peil te houden, mogen de wachttijden bij de sluizen in ieder geval niet toenemen. Provincie heeft en vraagt ook aandacht voor het terugdringen van scheepvaartongevallen.
7.1
scheepvaart
128
UP-32
provincie Zeeland
Ziet bij de verdere uitwerking graag nadere verkenningen naar de mogelijkheden van duurzame energie, naast de genoemde getijdentrale in de Brouwersdam.
4.1
natuur
129
UP-32
provincie Zeeland
Provincie ziet haar innovatiedoelstellingen op het gebied van kustveiligheid, ruimtelijke inrichting en waterbeheer graag prominenter in het UP
1.5
kennis
130
UP-32
Stichting SER Zeeland
De SER steunt de doelstelling en ambitie van het UP. Pleit voor het naar voren halen van no-regret projecten, zoals het verzamelen en zuiveren van waterstromen in de kanaalzone en deze geschikt maken voor hergebruik in de industrie en de landbouw. Meer aandacht voor de logistieke functie van de deltawateren, bijvoorbeeld met een Schelde-Seine verbinding.
1.1
instemming
70
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
131
UP-32
Stichting SER Zeeland
De rol voor de stuurgroep van coördineren en integreren is volgens de SER onvoldoende. De stuurgroep moet een sterkere regierol op zich nemen. In de gebiedsallianties ook vertegenwoordigers van het bedrijfsleven opnemen.
1.6
rol stuurgroep
132
UP-32
Stichting SER Zeeland
SER ondersteunt het belang van kennis. Zeeland moet zich nog sterker profileren op het gebied van kennis van water en watermanagement.
1.1, 1.5
instemming
133
UP-32
Provinciale commissie Omgevingsbeleid
Commissie geeft enkele suggesties voor vergroting van de betrokkenheid van organisaties en burgers.
0.2
gebieden
134
UP-32
Provinciale commissie Omgevingsbeleid
Vraagt meer aandacht in het UP voor logistiek en met name binnenvaart.
7.1
scheepvaart
135
UP-32
Provinciale commissie Omgevingsbeleid
Vraagt meer aandacht voor de inrichting en uitwerking van gebieds allianties. Voorbeeld: niet logisch om een visie te ontwikkelen nog voordat de huidige ontwikkelingsplannen zijn geëvalueerd.
1.6
rol stuurgroep
136
UP-33
waterschap Brabantse Delta
De doelen en acties van het UP sluiten in beginsel goed aan op die van het waterschap
1.1
instemming
137
UP-33
waterschap Brabantse Delta
Het waterschap wil als samenwerkingspartner een actieve bijdrage leveren aan nadere verkenningen binnen de gebiedsprogramma’s Volkerak WestBrabant-Oostflakkee en Bergen op Zoom aan zee.
8.2
samenwerking
138
UP-33
waterschap Brabantse Delta
Waterschap levert kennis bij studies naar (nood)berging van water in het VZM en wellicht ook naar de inzet van krekenstelsels voor waterberging en ecologisch herstel. Bij Bergen op Zoom gaat het om verkenningen naar de Binnenschelde en het Markiezaatsmeer. Voor het Markiezaat is ook bij een zout VZM nog zoet en zout mogelijk.
8.2
samenwerking
139
UP-33
waterschap Brabantse Delta
Het waterschap is bereid om voor 2010, 2011 en 2012 een forse bijdrage (financieel en personeel) te leveren.
8.2, 9.2
financiering, samenwerking
71
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
140
UP-33
waterschap Brabantse Delta
De stuurgroep dient een heldere regie te voeren, trekkers voor onderdelen aan te duiden en de samenhang te bewaken, ook met andere deel programma’s van het Deltaprogramma.
1.3, 1.6
samenhang met andere plannen, rol stuurgroep
141
UP-34
LTO-Noord
LTO Noord heeft op diverse bijeenkomsten al punten aangedragen. Daar naast worden in deze brief punten genoemd, die voor LTO Noord belangrijk zijn. Verwijst ook naar de film””Eerst het zoet en dan het zout.”
2.1
zoet water
142
UP-34
LTO-Noord
Wanneer het Volkerak-Zoommeer daadwerkelijk verzilt zal worden, wil de agrarische sector een absolute garantie dat de zoetwatervoorziening gewaarborgd is. Het baart ons zorgen dat er grote verwachtingen worden gewekt met betrekking tot de bestrijding van zoutlekkage door de Volkeraksluizen maar dat u eveneens de mogelijkheid van zoetwateraanvoer via de Hoeksche Waard openlaat.
2.1
zoet water
143
UP-34
LTO-Noord
Bij de verdeling van zoet water heeft de aanvoer van de zuidelijke delta hoge prioriteit. LTO-Noord pleit ervoor dat, indien noodzakelijk, rigoureuze maatregelen genomen worden om verspilling van zoet water, o.a. door de Nieuwe Waterweg, tegen te gaan.
2.2
zoet water
144
UP-34
LTO-Noord
De looptijd van het uitvoeringsprogramma en de visie voor de lange termijn schept onduidelijkheid. De verkenning op lange termijn, na het jaar 2050, kan naar onze mening nauwelijks betrokken worden bij de maatregelen die op korte termijn genomen zullen worden. Los van de inzichten die het denken na 2050 beïnvloeden moet de doelstelling zijn dat de land- en tuinbouw de komende decennia met voldoende kwalitatief goed water worden gefaciliteerd.
1.2
ambitie
145
UP-34
LTO-Noord
LTO-Noord heeft gedurende het gehele proces benadrukt dat verzilting stroomopwaarts voorkomen moet worden. In het bijzonder heeft verzilting van de Hollandse IJssel grote gevolgen voor de regio Boskoop met zeer zoutgevoelige teelten.
2.2
zoet water
72
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
146
UP-34
LTO-Noord
LTO-Noord vraagt met klem alert te zijn op de invloed van andere in uitvoering zijnde beheersmaatregelen, zoals het Kierbesluit, die door gelijktijdigheid mogelijk grotere effecten op de bestaande zoetwatervoorziening hebben dan in het algemeen wordt verondersteld. Wij vrezen dat de maatregelen die vanwege het Kierbesluit genomen gaan worden, bijdragen aan de negatieve effecten die verzilting van het VolkerakZoommeer kan hebben voor de agrarische sector.
2.1
zoet water
147
UP-34
LTO-Noord
Tenslotte wijzen wij erop dat in de consultatieversie van het uitvoeringsprogramma voor het Haringvliet, het Hollandsch Diep en de Biesbosch wordt voorgesteld partijen uit te nodigen een alliantie op te richten om een gebiedsvisie te ontwikkelen. In de beschrijving van de aandachtsgebieden van de gebiedsvisie komt de landbouw echter niet voor. Het lijkt ons gerechtvaardigd dat hierbij ook de landbouwvisie van de sector wordt betrokken.
8.1
samenwerking
148
UP-35
gemeente Hulst
Geen opmerkingen over de inhoud. De gemeente Hulst is met name betrokken bij de Westerschelde. Hiervoor zijn in het UP nauwelijks nieuwe acties opgenomen. In de ontwikkelingsschets Schelde-estuarium zijn wel concrete projecten genoemd. Pas als deze in een volgende fase zijn, kan voor de Westerschelde verder vooruit worden gekeken.
0.1
voor kennisgeving aangenomen
149
UP-35
gemeente Hulst
Gemeente onderschrijft het belang en de aanpak van het UP, met gebieds programma’s. Breed draagvlak is inderdaad noodzakelijk.
1.1
instemming
150
UP-35
gemeente Hulst
Gemeente levert al een substantiële bijdrage aan de projecten in de genoemde ontwikkelingsschets, bijv. in het project Perkpolder.
8.2
samenwerking
151
UP-35
gemeente Hulst
Pleit ervoor om de dijken toegankelijk te houden voor recreanten.
5.3
recreatie
152
UP-36
gemeente Reimerswaal
De gemeente kan zich in grote lijnen vinden in de inhoud van het UP en onderschrijft de noodzaak dat de balans in de Zuidwestelijke Delta, de estuariene dynamiek en het oorspronkelijk ecosysteem hersteld wordt.
1.1
instemming
153
UP-36
gemeente Reimerswaal
Gemeente kan nog geen toezegging doen, maar zal bij toeristisch recreatieve projecten of projecten in de schelp- en schaaldiersctor een bijdrage overwegen.
9.1
financiering
73
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
147
UP-34
LTO noord
Tenslotte wijzen wij erop dat in de consultatieversie van het uitvoeringsprogramma voor het Haringvliet, het Hollandsch Diep en de Biesbosch wordt voorgesteld partijen uit te nodigen een alliantie op te richten om een gebiedsvisie te ontwikkelen. In de beschrijving van de aandachtsgebieden van de gebiedsvisie komt de landbouw echter niet voor. Het lijkt ons gerechtvaardigd dat hierbij ook de landbouwvisie van de sector wordt betrokken.
8.1
samenwerking
148
UP-35
gemeente Hulst
Geen opmerkingen over de inhoud. De gemeente Hulst is met name betrokken bij de Westerschelde. Hiervoor zijn in het UP nauwelijks nieuwe acties opgenomen. In de ontwikkelingsschets Schelde estuarium zijn wel concrete projecten genoemd. Pas als deze in een volgende fase zijn, kan voor de Westerschelde verder vooruit worden gekeken.
0.1
v.k.a.
149
UP-35
gemeente Hulst
Gemeente onderschrijft het belang en de aanpak van het UP, met gebiedsprogramma’s. Breed draagvlak is inderdaad noodzakelijk.
1.1
instemming
150
UP-35
gemeente Hulst
Gemeente levert al een substantiële bijdrage aan de projecten in de genoemde ontwikkelingsschets, bijv. in het project Perkpolder.
8.2
samenwerking
151
UP-35
gemeente Hulst
Pleit ervoor om de dijken toegankelijk te houden voor recreanten.
5.3
recreatie
152
UP-36
gemeente Reimerswaal
De gemeente kan zich in grote lijnen vinden in de inhoud van het UP en onderschrijft de noodzaak dat de balans in de ZW Delta, de estuariene dynamiek en het oorspronkelijk ecosysteem hersteld wordt.
1.1
instemming
153
UP-36
gemeente Reimerswaal
Gemeente kan nog geen toezegging doen, maar zal bij toeristisch recreatieve projecten of projecten in de schelp- en schaaldiersctor een bijdrage overwegen.
9.1
financiering
154
UP-36
gemeente Reimerswaal
Gemeente is betrokken bij vier gebiedsprogramma’s en zal een concrete bijdrage overwegen, wanneer de programma’s kunnen bepalen wanneer er meer duidelijkheid is over de nodige acties.
9.1
financiering
74
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
155
UP-36
gemeente Reimerswaal
Noemt als met het UP te verbinden projecten: De kom van de Oosterschelde, Gebiedsontwikkeling Yerseke, waar met name wordt ingezet op de waterkant van Yerseke.
8.3
samenwerking
156
UP-37
Bureau Drechtsteden
Het Bureau onderschrijft de aandachtspunten van het UP. De te verwachten effecten van het UP sluiten aan op de regionale plannen. Bijvoorbeeld zal de vergroting van de estuariene dynamiek een positief effect hebben op de Biesbosch.
1.1
instemming
157
UP-37
Bureau Drechtsteden
Een goede afstemming met het deelprogramma Rijnmond-Drechtsteden is van groot belang.
1.3
samenhang met andere plannen
158
UP-38
Natuur en recreatieschap Haringvliet
Onderschrijft de ambitie en het belang van het in samenhang bezien van de projecten en thema’s
1.1
instemming
159
UP-38
Natuur en recreatieschap Haringvliet
Het schap heeft voor het regionaal uitvoeringsprogramma een stuurgroep en een uitvoeringsbureau Zicht op het Haringvliet in het leven geroepen voor het toeristisch-recreatief programma. Hierbij worden diverse partijen betrokken. Producten zijn: kansenkaart, uitvoeringsprogramma, regionaal beeldverhaal, marketingplan.
5.2
recreatie
160
UP-38
Natuur en recreatieschap Haringvliet
Is benieuwd naar de mogelijkheden bij grote projecten voor het meeliften van toeristisch-recreatieve verbeteringen: oplossing blauwalgproblematiek en vaarverbinding Grevelingen-Krammer-Volkerak.
5.2
recreatie
161
UP-39
gemeente Dirksland
De ambities van het UP worden gedeeld.
1.1
instemming
162
UP-39
gemeente Dirksland
De zoetwatervoorziening is voor het eiland Goeree-Overflakkee van levensbelang en moet gewaarborgd blijven.
2.1
zoet water
163
UP-39
gemeente Dirksland
Voor Deltanatuur kiest de gemeente voor het alternatief Roxenisse/Gabriëllinapolder i.p.v. de Zuiderdieppolders, die op de kaart in het UP staan.
10
kaarten
164
UP-39
gemeente Dirksland
De regionale structuurvisie Goeree-Overflakkee is leidend voor de inbreng van de gemeente in het UP. De gemeente wil ook inbreng van de programma’s Zicht op Haringvliet en Zicht op Grevelingen.
0.2
gebieden
75
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
165
UP-39
gemeente Dirksland
Geven in overweging om de ontwikkeling van de jachthavens van Herkingen en van de dorpen aan de Schouwen-Duivelandse kant van de Grevelingen met een ster te honoreren.
10
kaarten
166
UP-40
gemeente Tholen
In zijn algemeenheid een goed plan dat aansluit op de verschillende visies en beleidsstukken van de gemeente.
1.1
instemming
167
UP-40
gemeente Tholen
Voegen toe aan het UP dat er aan de zuidzijde van het eiland bij SintMaartensdijk plannen zijn voor een woongebied dat aansluit op een te vernieuwen en uit te breiden recreatiegebied. Een tweede ontwikkeling is het herinrichten van het recreatiegebied van Sint-Annaland, met wellicht woningbouw op de waterkering.
5.1
recreatie
168
UP-40
gemeente Tholen
Gemeente wil niet dat projecten uit het UP (zoals waterberging VolkerakZoommeer) belemmeringen opleveren voor andere ontwikkelingen op Tholen.
1.3
samenhang
169
UP-40
gemeente Tholen
Gemeente is een voorstander van een vaarverbod op het traject Volkeraksluizen-Kreekraksluizen (iv.m. gevaarlijke stoffen) wanneer het gebied wordt benut als waterberging.
7.2
scheepvaart
170
UP-40
gemeente Tholen
Tholen wordt kwetsbaar wanneer door een zout VZM water aangevoerd moet worden via een ander gebied. Hierover moeten goede afspraken worden gemaakt.
2.1
zoet water
171
UP-40
gemeente Tholen
De gebruikers van de jachthaven hebben bij de gemeente aangegeven dat de Bergse Diepsluis een groot probleem is voor de bereikbaarheid van de haven.
0.2
gebieden
172
UP-41
Vereniging van Eigenaren Het fort Steurgat
Inspreker wordt graag op de hoogte gehouden. De Biesbosch en de Noordwaard zijn onderdeel van het uitvoeringsprogramma en de stuurgroep zegt dat communicatie met de regio van belang is, maar bewoners van de Noordwaard zijn niet geïnformeerd of om een reactie gevraagd.
9.3
inbreng derden
173
UP-41
Vereniging van Eigenaren Het fort Steurgat
In het UP worden geen bestaande en nieuwe jachthavens aangegeven en evenmin wordt gesproken over recreatiepoorten.
5.1
recreatie
76
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
174
UP-42
particulier
Inspreker verwijst naar twee bijlagen, die in de brief worden toegelicht. Veel aanbevelingen van inspreker hebben betrekking op het Nationaal Waterplan en daarmee op de lange termijn.
1.6
procedure en vervolg
175
UP-42
particulier
Pleit voor het beter benutten van de afvoermogelijkheden van de IJssel en het de bergingscapaciteit van het IJsselmeer.
3.2
waterveiligheid
176
UP-42
particulier
Door aanslibbing van de Biesbosch zal het zoetwater-intergetijdegebied verder verminderen, ook bij herintroductie van een groter getijslag. Vraagt aandacht voor nieuw zoetwatergetijdengebied in het Haringvliet en Hollandsch Diep als compensatie voor het verder aanslibben van de Biesbosch.
4.3
natuur
177
UP-43
St. Cultureel Erfgoed Zeeland
Pleit voor uitvoering van het flitsproject Plompe toren, onderdeel van het project Bloedkoralen van de Oosterschelde.
8.3
samenwerking
178
UP-44
NV Economische Impuls Zeeland
Deelt de overtuiging van het UP dat veilig en veerkrachtig maken ook economische kansen biedt. Wil graag samenwerken met de stuurgroep.
1.1, 8.2
samenwerking, instemming
179
UP-44
NV Economische Impuls Zeeland
Pleit binnen thema 2 voor een aparte lijn: “wonen en vrije tijd”.
5.3
recreatie
180
UP-44
NV Economische Impuls Zeeland
Pleit voor het tijdig betrekken van ontwikkelingsmaatschappijen, zodat hun inbreng nog kan worden meegenomen.
8.2
samenwerking
181
UP-44
NV Economische Impuls Zeeland
Denk bij recreatie niet alleen aan het water, maar ook aan de oevers en het land.
5.3
recreatie
182
UP-44
NV Economische Impuls Zeeland
Beroepsvaart en beroepsvisserij hebben hun eigen dynamiek en ruimte beslag. Impuls kan hierbij adviseren.
7.1
visserij
183
UP-44
NV Economische Impuls Zeeland
Bij gebiedsprogramma’s komen ruimtelijk-economische aspecten aan de orde. Impuls kan faciliteren bij PPS-constructies. De brief gaat verder in op de gebiedsprogramma’s.
8.2
samenwerking
184
UP-45
Ned. Onderwatersporters Bond
Noemt enkele beleidsnota’s waarin het belang van onderwatersport is beschreven.
0.1
voor kennisgeving aangenomen
77
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
185
UP-45
Ned. Onderwatersporters Bond
Steunt de plannen voor het zout maken van het Volkerak-Zoommeer omdat hiermee de blauwalgproblematiek wordt aangepakt. Ook de verkenning over het terugkeren van het getij in de Grevelingen wordt gesteund, omdat hiermee het zicht voor de duikers kan verbeteren.
1.1
instemming
186
UP-45
Ned. Onderwatersporters Bond
Steunen de ontwikkeling om beter te kijken naar de ecologische en recreatieve waarde van de Zeeuwse dijken.
5.3
recreatie
187
UP-46
waterschap Hollandse Delta
Zijn ingenomen met het gereedkomen van het UP en herkennen de belangen van het waterschap.
1.1
instemming
188
UP-46
waterschap Hollandse Delta
Waterschap vraagt n.a.v. de regiotour aandacht voor een heldere uiteenzetting over de ideaalbeelden voor en na 2015.
1.2
ambitie
189
UP-46
waterschap Hollandse Delta
Het waterschap zal er samen met de stuurgroep op toezien dat er uiterlijk in 20105 duidelijkheid is over de toekomstige zoetwatervoorziening.
2.1
zoet water
190
UP-47
gemeente Bernisse
Is blij met de opmerking in het UP dat de lokale politiek en bewoners bij de besluitvorming betrokken worden.
9.3
inbreng derden
191
UP-47
gemeente Bernisse
Kaart op pagina 56 moet aangepast worden, want deze toont een zoutindringing tot aan het Volkerak. Er is een openstaande vraag voor de beschikbaarheid van voldoende zoet water.
2.1
zoet water
192
UP-47
gemeente Bernisse
De nuancering uit de gebiedsprogramma’s ontbreekt in de samenvatting van het UP (Deltanatuur, behoud van zoetwatervoorzieningen, zorgen over zoute kwel).
2.1
zoet water
193
UP-47
gemeente Bernisse
Over de uitwerking van het ideaalbeeld van het UP zullen de meningen verschillen. De prioriteit voor de gemeente ligt bij veiligheid, voldoende zoet water en zekerheid voor de agrarische sector.
2.1, 3.1
zoet water
194
UP-47
gemeente Bernisse
Gemeente wil een inbreng leveren via de Stuurgroep Voorne-Putten. Gemeente kan geen bijdrage leveren op punten waar zij het oneens is met de provincie. Wel op het gebied van recreatie en toerisme.
8.2
samenwerking
78
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
195
UP-48
gemeente Zundert
Gemeente wil informatie over de gevolgen van het gebiedsprogramma VZM op de waterhuishouding van de gemeente. De maatregelen mogen geen verslechtering van de waterhuishouding van de gemeente tot gevolg hebben.
3.1
veiligheid
196
UP-49
watersportvereniging Ooltgensplaat
De vereniging juicht de maatregelen tegen de blauwalg toe. Door het getij zal baggerwerk en extra oeverbescherming nodig zijn. De vereniging wil graag participeren in een gebiedsalliantie. Bijvoorbeeld om advies te geven over de gewenste afmetingen van sluizen en bruggen. De vereniging is voorstander van een maximale getijslag.
8.1
samenwerking
197
UP-49
watersportvereniging Ooltgensplaat
Vereniging vraagt aandacht voor onderzoek naar: wachttijden reacreatie verkeer bij sluizen, inclusief de plannen voor de Grevelingen, effect van zoet-zoutscheiding bij de jachtensluis in de Volkeraksluizen, behoud van huidige natuur op de Hellegatsplaten, geleidelijke overgang tussen zoet en zout, bijv. bij de Hellegatsplaten.
8.3
samenwerking
198
UP-50
Hogeschool Zeeland
Hogeschool Zeeland ziet, onder de paraplu van de Delta Academy, mogelijkheden om een bijdrage te leveren aan de kennisontwikkeling t.b.v het Uitvoeringsprogramma.
1.5
kennis
199
UP-51
Stichting Red onze polders
Is het niet eens met de conclusie in de PZC dat het uitvoeringsprogramma op brede steun kan rekenen. Stichting steunt het UP ook niet.
1.1
instemming
200
UP-51
Stichting Red onze polders
Praten over Westerschelde zonder Vlaanderen heeft geen zin. Het plan is nu een status quo, terwijl opties met afgesloten Westerschelde en eilanden voor de kust ook verkend moeten worden.
3.3
waterveiligheid
201
UP-51
Stichting Red onze polders
Alle aspecten kunnen variëren (natuur, economie e.d.), maar veiligheid mag niet variëren. Zie 1953. De zogenaamde balans tussen veiligheid, economie en natuur bestaat niet in de Westerschelde. Zie ook een artikel van Lases en Kraker in het Tijdschrift voor Waterstaatgeschiedenis.
3.1, 3.3
waterveiligheid
202
UP-51
Stichting Red onze polders
Veel natuurprojecten hebben tot vertrutting van het Zeeuwse landschap geleid. Dat zal bij Waterdunen ook weer zo zijn. Er is geen draagvlak voor tekentafelnatuur bij de Zeeuwse bevolking.
4.2
natuur
79
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
203
UP-51
Stichting Red onze polders
Ondersteunt het onderzoek van C.W. Scheele (deelreacties 42,43) over de gevolgen van de ontpoldering van de Hedwigepolder voor volksgezondheid en natuur. Is voor buitendijkse natuurherstel.
3.3, 4.2
natuur, waterveiligheid
204
UP-52
particulier
Het ecologische belang is volstrekt doorgeslagen. Verzilten van grote wateren, herstel van getijde en het verbreden en verzachten van de overgang tussen land en water zijn zeer ingrijpende maatregelen met grote risico’s voor de zoetwatervoorziening en de huidige gebruiksfuncties van de Zuidwestelijke Delta. Nergens wordt duidelijk hoe het verbreden van de overgang tussen land en water binnen de beschikbare fysieke ruimte ingevuld moet gaan worden. Duidelijk moet zijn dat ontpolderen, het opgeven van polders, niet bespreekbaar is.
4.2
natuur
205
UP-52
particulier
De invulling van het economisch belang daarentegen is bijzonder mager. Daadwerkelijke verbetering van economische omstandigheden wordt nauwelijks genoemd. De financiering van al deze ecologische speeltjes lijkt daarmee niet voor de hand liggend. Temeer daar er weinig private partijen te vinden zullen zijn die voldoende belang bij de plannen hebben om mee te financieren. Er wordt nauwelijks ingegaan op de sectoren waar de klappen gaan vallen en hoe deze negatieve gevolgen gecompenseerd of voorkomen gaan worden.
9.1
financiering
206
UP-52
particulier
Het is van belang dat er geen onomkeerbare maatregelen worden genomen voordat de langetermijnvoorziening van zoet water bekend is. De kaarten op pagina 16 en 56 moeten geschrapt worden.
2.1
zoet water
80
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
207
UP-52
particulier
Overheden verschuilen zich nu achter een mogelijke verzilting als gevolg van een stijgende zeespiegel. Als dit gevaar zo reëel is, dan zouden we geen zoetwatervoorraden moeten verzilten. De overheid dient hiervoor de verantwoordelijkheid te nemen en het risico te dragen. Er dient een goede nulmeting van de zoetwatervoorziening gemaakt te worden alvorens begonnen wordt met verzilten. Er dient voorafgaand aan de uitvoering een regeling ter compensatie van schade beschikbaar te zijn. Land- en tuinbouw staan achteraan in de verdringingsreeks voor zoet water. De compenserende maatregelen dienen zodanig opgesteld te worden dat de beschikbaarheid niet verslechtert ten opzichte van de huidige situatie. De compenserende maatregelen dienen zo uitgevoerd te worden dat ze niet ten koste gaan van de landbouw of van landbouwgrond. Op pagina 25 wordt het Kierbesluit een “eerste stap op weg naar meer uitwisseling met de Noordzee” genoemd. Dit is onjuist en gaat tegen de huidige afspraken in. De Tweede Kamer heeft het Kierbesluit aangenomen op voorwaarde dat het een proef betreft.
2.1
zoet water
208
UP-53
Natuur en Recreatieschap De Grevelingen
Allereerst willen wij graag benadrukken content te zijn met het resultaat van uw inspanningen. Het Ontwerp-uitvoeringsprogramma bevat vele elementen die ons aanspreken en wij herkennen ons in de ambitie van een veilige, veerkrachtige en vitale Zuidwestelijke Delta. Binnen de Grevelingen spelen deze thema’s in de volle breedte een grote rol.
1.1
instemming
209
UP-53
Natuur en Recreatieschap De Grevelingen
Het Natuur- en Recreatieschap de Grevelingen zet in op de Ontwikkelingsvisie Zicht op de Grevelingen. Hieruit is de MIRT-verkenning Grevelingen voortgekomen, met steun van de brede alliantie Grevelingen. In uw Ontwerp-uitvoeringsprogramma missen wij in de passage over de Grevelingen de positie en inbreng van de Bestuurscommissie MIRTverkenning Grevelingen die is geïnstalleerd door de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat.
8.1
samenwerking
81
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
210
UP-53
Natuur en Recreatieschap De Grevelingen
Voor de MIRT-verkenning Grevelingen is er sprake van een grote afhankelijkheid met de besluiten in het Volkerak-Zoommeer. Allereerst het besluit omtrent het introduceren van zout water in het nu zoete Volkerak-Zoommeer. Daarnaast omtrent de waterberging en het verbinden van het Volkerak-Zoomeer met het Grevelingenmeer. Wij hopen dat u er alles aan zult doen om de besluitvorming te voorzien van impulsen indien nodig.
1.4
samenhang
211
UP-53
Natuur en Recreatieschap De Grevelingen
Graag een passage opnemen over de nieuwe natuur die zal ontstaan met introductie van getij. De huidige natuur zal voor een deel plaatsmaken voor nieuwe, robuuste getijnatuur.
4.1
natuur
212
UP-53
Natuur en Recreatieschap De Grevelingen
Tot slot willen wij u er graag op wijzen dat de mijlpaal Plan-MER voor de MIRT-verkenning Grevelingen in 2011 is gepland, evenals de Structuurvisie en de Integrale economische analyse.
0.1
voor kennisgeving aangenomen
213
UP-54
gemeente Hellevoetsluis
Wij zijn het niet eens met de doelstelling van de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta om de Haringvlietsluizen op een kier te zetten. Ons inziens weegt de onzekerheid voor mogelijke negatieve effecten op de watersport, buitendijkse voorzieningen en de binnendijkse agrarische bedrijfsvoering niet op tegen de verwachte positieve effecten voor het ecosysteem van het Haringvliet.
2.1
zoet water
214
UP-54
gemeente Hellevoetsluis
Ondanks onze opvatting over het Kierbesluit werken wij loyaal mee aan de realisatie van compenserende maatregelen voor de zoetwatervoorziening en zijn wij graag bereid deel te nemen aan een gebiedsalliantie die een visie gaat opstellen op de ontwikkelingsruimte voor recreatie en economie in het gebied.
8.1
samenwerking
82
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
215
UP-55
particulier
De gepubliceerde plannen dragen een EL&I-oorsprong. Ik mis de plannen van de Deltacommissaris, voortvloeiend uit de commissie Veerman. Daarin staan t.a.v. de Westerschelderegio 2 aanbevelingen over veiligheidsmaat regelen: dijkverbeteringen bij Kruiningen en de Zimmermanpolder en voor Terneuzen (2011) en rondom de haven van Walsoorde (2012). De 2de keuringsronde komt voor deze dijkring tot een overstromingskans van hoger dan één keer per 100 jaar. Ik neem aan dat deze maatregelen uit dit soort rapportages geboren zijn. Gezien de enormiteit van de uitgevoerde en uit te voeren werkzaamheden moet aangenomen worden dat er nog ruim 95% van de Westerscheldedijken een bewerking moeten ondergaan. Ik mis deze activiteiten in uw opsomming van plannen op uw website.
1.3
samenhang met andere plannen
300
UP-100
ambtelijke reactie EL&I
Het ontwerp-UP is breed besproken binnen het ministerie. De waardering is groot en het ontwerp wordt positief ontvangen. Het uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta ziet er goed uit: prettig leesbaar en overzichtelijk. Door het programmabureau is een grote prestatie geleverd door de inhoud en de opgaven in de Zuidwestelijke Delta op de kaart te zetten, wateren én gebruiksfuncties te verbinden en veel aandacht te schenken aan draagvlak voor en participatie in het oplossen van problemen.
1.1
instemming
301
UP-100
ambtelijke reactie EL&I
De integrale gebiedsuitwerkingen, waarin de opgaven moeten landen, zijn nog niet goed van de grond gekomen. Goede aanzetten daartoe zijn wel te vinden in de projectbeschrijvingen en voor enkele gebieden is of gaat men al aan de slag;
1.6
samenwerking
302
UP-100
ambtelijke reactie EL&I
De EL&I-doelen zijn in het UP breed opgenomen (natuur, recreatie, landbouw en visserij), maar nog weinig uitgewerkt. In de uitwerking voor gebieden en thema’s moet dit plaatsvinden. Ons is bekend dat inmiddels stappen worden gezet, waaronder gesprekken met de betreffende sectoren.
1.2
ambitie
303
UP-100
ambtelijke reactie EL&I
In het UP is verbinding gelegd tussen de huidige opgaven en de langere termijn opgaven uit het Nationaal Deltaprogramma. Deze verbinding kan verder versterkt worden in het vast te stellen UP door de vorderingen in het Deltaprogrammatraject daarbij te (blijven) betrekken.
1.3
samenhang met andere plannen
83
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
304
UP-100
ambtelijke reactie EL&I
Het UP schept hoge verwachtingen en stelt dus hoge eisen aan verwach tingenmanagement, ook omdat het UP nog niet financieel gedekt is.
9.1
financiering
305
UP-100
ambtelijke reactie EL&I
Ontwikkeling stimuleren en kansen creëren en verzilveren is een belangrijke rode draad. Dit neemt niet weg dat er aandacht moet zijn voor de zittende belangen, de bestaande gebruiksvormen en kwaliteiten.
0.1
voor kennisgeving aangenomen
306
UP-100
ambtelijke reactie EL&I
Meer expliciete aandacht geven aan innovaties, zowel bij oplossingen als bij de ontwikkeling binnen sectoren (bijv. schelpdiervisserij/kwekerij).
1.5
kennis
307
UP-100
ambtelijke reactie EL&I
Buurprogramma’s: de relaties met de buurprogramma’s worden zichtbaar gelegd (PKB-RvdR, Rijnmond/Drechtsteden, VAR). Deze verbindingen krijgen niet altijd betekenis: het feit dat de regio omringd wordt door een sterk verstedelijkt hoefijzer (metropool Rotterdam-Brabantse Stedenrij-Antwerpen) moet toch ook van invloed zijn op de (gewenste) ontwikkelingen in de Zuidwestelijke Delta. Deze samenhangen moeten betekenis krijgen en terugkomen in de nog op te stellen gebiedsvisies.
1.3
samenhang met andere plannen
308
UP-100
ambtelijke reactie EL&I
Deltathema 3 beschrijft de langetermijnopgave voor zoet water waarin de zoutindringing via de Nieuwe Waterweg een rol speelt. De Nieuwe Waterweg is onderdeel van het Delta(deel)programma Rijnmond-Drechtsteden. Afstemming tussen beide trajecten is vereist. Overigens is de doelstelling niet het beperken van de zoutindringing, maar zorgdragen voor een duurzame zoetwatervoorziening. Die doelstelling kan ook op een andere manier worden gehaald. De algemene andere 2 thema’s van het delta programma worden nauwelijks aan de orde gesteld.
1.3
samenhang met andere plannen
309
UP-100
ambtelijke reactie EL&I
Gebiedsprogramma Westerschelde: de Kanaalzone is aangemerkt als economisch kerngebied (Nota Ruimte, Pieken in de Delta) en is opgenomen in de MIRT-Gebiedsagenda Zeeland, maar ontbreekt in het uitvoerings programma. Er is sprake van rijksbetrokkenheid en naast de economische doelen zijn groene doelen aan de orde. Het RVOB stelt naar verwachting een businesscase op.
0.2
gebieden
310
UP-100
ambtelijke reactie EL&I
Het ideaal 2050 is in alle uitwerkingen de stip op de horizon. Hoe deze tot stand is gekomen wordt nergens uitgelegd.
1.2
ambitie
84
nummer
Reg-nr brief
Verzender reactie
samenvatting van de reactie op het Uitvoeringsprogramma
antwoordnr in reactienota
thema
311
UP-100
ambtelijke reactie EL&I
Samenhang en prioriteiten: het waarborgen van de zoetwatervoorziening ware niet alleen afhankelijk te maken van beoogd ecologisch herstel: ook zonder ecologisch herstel is er reden voor aandacht voor de zoetwatervoorziening.
1.2
doelen
312
UP-100
ambtelijke reactie EL&I
Veel aandacht zal uit moeten gaan naar de financiering alvorens verdere uitwerking en uitvoering aan de orde is. Effectanalysen zullen nodig zijn om verlies en winst van maatregelen/projecten zichtbaar en helder te maken.Verbindingen leggen met andere opgaven en instrumenten. Combinatie kan ruimtelijke en financiële synergievoordelen bieden.
9.1
procedure en vervolg
85
Bijlage 2: S amenvattend overzicht van de reacties op het Ontwerp-uitvoeringsprogramma tijdens de regiotour Thema 1. Idealen, ambities en rol van de stuurgroep Locatie/datum
Reactie
Bergen op Zoom
• Tempo op uitvoering houden! • Combinatie van belangen zoeken in plannen. • Hoog ambitieniveau: denken en doen op bovenregionaal niveau. • Discussie breder maken dan alleen landbouw versus natuur, verbinden met recreatie en visserij.
Dordrecht
• Bestuurlijke drukte. • Procedures, vergunningen. • Urgentie wordt in grootstedelijk Rotterdam niet ervaren. • Relativeren/onderschatten van risico’s. • Plannen van de Commissie Hoeksche Waard integreren in Uitvoeringsprogramma. • Zuidwestelijke Delta staat weer op de kaart, aandacht voor het gebied. • Onderscheid zoete/zoute delta wordt gemaakt, keuzes per gebied mogelijk. • Dynamiek is altijd goed voor de ontwikkeling van een gebied. • Eindelijk goed beleid over zoet water formuleren. • (We zijn onderdeel van) herstel van de geschiedenis. • Nederland kan trots zijn op dit plan!
Goes
• Kennis vermarkten. • Goede afstemming tussen studies en plannen voor aparte bekkens, de integrale aanpak. • Positionering van de Delta t.o.v. Wadden, maar ook internationaal zou nadrukkelijker gemaakt mogen worden. Kan ook geld opleveren. • Betere benutting van getijdenenergie. • Getijdencentrale in Brouwersdam biedt perspectief op nieuwe ontwikkeling. • R&D-export, maar ook leren van ervaringen elders.
86
Locatie/datum
Reactie
Oude Tonge
• Verbind praktijk en wetenschap meer in onderwijs door bv. een rondje Delta waarin verleden, heden en toekomst getoond worden (zoals in het beeldverhaal). • Onderzoek de mogelijkheden van een zout-zoetenergiecentrale (via osmose). • Geef meer ruimte voor de wooneconomie. • Nieuwe kansen voor delta-energie, en er is nog veel meer mogelijk dan alleen de getijdencentrale Brouwersdam. Wees vernieuwend en creatief en maak hier zo mogelijk ook een internationaal exportproduct van. • Lukt het om de totale regie, de energie en de geldstromen vast te houden voor langere tijd. • Lukt het om lokale en provinciale visies goed te koppelen aan Uitvoeringsprogramma van Zuidwestelijke Delta. Schakelen door schalen. • Zorg voor nieuwe eigentijdse arrangementen voor wonen (permanent en flexibel).
Steenbergen
• Maak gebruik van de ontwikkelingskansen die de A4 biedt voor het gebied. • Het verbinden van waterbeheer met duurzame energie en energiebesparing wordt als een kans gezien.
Terneuzen
• Een nadere uitwerking van de zeggenschap van burgers is nodig in het Uitvoeringsprogramma. • Te veel plannen voor te weinig tijd kan verlammend werken. • De visie voor de Kanaalzone Gent-Terneuzen wordt als kans gezien voor de regionale economie. Gent is voor de regio belangrijker dan Antwerpen. Zoek de meerwaarde voor de Westerschelde als deel van de Zuidwestelijke Delta. De Westerschelde is een stap op weg naar realisatie en hier kan men zijn voordeel mee doen. Ook wordt de vraag gesteld waarom er geen integraal regionaal plan wordt opgesteld. • Vlaanderen is bezig met uitwerking van plannen voor kustontwikkeling bij Knokke. Eilanden voor de kust worden gezien als mogelijkheid. Negeer deze plannen niet, maar neem ze mee in de verkenningen van het Deltaprogramma naar de vraagstukken voor de lange termijn. • Stel voor de Westerschelde de langetermijnveiligheid voorop en niet de natuur. En doe nu wat afgesproken is.
Zierikzee
• Integrale aanpak, zowel ruimtelijk als thematisch, is noodzakelijk. • Integrale (multidisciplinaire) kennisaanpak biedt kansen voor kennisexport. • Onvoldoende gevoel van urgentie.
87
Thema 2. Toelaten van zout water, zoetwatervoorziening en landbouw Locatie
Reactie
Bergen op Zoom
• Hele zoetwaterprobleem is opgelost als je Rotterdam afsluit! • Zoet water = groot goed. • Zoetwateroplossing voor landbouw en industrie móet gevonden worden. • Bied garanties voor landbouw.
Dordrecht
• Waterberging op de eilanden vergroot zelfvoorzienendheid in zoet water. • Zorg om voldoende zoet water. • Is de nationale zoetwaterverdeling te beïnvloeden? • Verzilting Haringvliet door zeespiegelstijging. • Faalkans/afhankelijkheid van kunstwerken. • Hoe gaan we in de toekomst om met de zoetwatereconomie. • Zoetwatervoorziening lange termijn. • Verzilting in heel Zuid-Holland, met name via de Rijnmond. • Te weinig zoet water bij lage rivierafvoeren en zoutlek. • Nationale verdeling zoetwater. • Ontwikkelkansen voor glastuinbouw (Ridderster, Deltapoort, Noodkant Hoeksche Waard). • Herijken nationale verdeling zoet water, maatregelen in Rijnmond.
Goes
• Zeekraal biedt economische kansen. • Zorg voor betere benutting van zoet water uit regio (regen en effluent). • Verzilting zorgt voor risico van te geringe beschikbaarheid zoet water. • Omzetting landbouwgrond in natuur is ongewenst. • Zoetwatervoorziening Reigersbergsche polder is belangrijk. • De vraag is of er voldoende zoet water beschikbaar zal zijn voor huidige functies.
Oude Tonge
• Hoe zal de zoet-zoutscheiding tussen Volkerak en Hollandsch Diep eruit zien als het Volkerak-Zoommeer eenmaal zout is? Gaat dat wel werken? • Hoe staat het met de zoute kwel vanuit een zout Volkerak-Zoommeer? • Waarom kunnen de Volkeraksluizen niet helemaal verdwijnen en alles zoet blijven? • De zoetwatermaatregelen geven de landbouw meer kansen dan nu. • Zoetwaterverdeling in Nederland is onlosmakelijk verbonden met de Zuidwestelijke Delta dus zorg voor een goede strategie op nationaal niveau. • De zoute kwel zal toenemen. • Maak keiharde afspraken over zoetwatermaatregel! • Zal er geen zout via de sluiproute Nieuwe Waterweg binnenkomen?
88
Locatie
Reactie
Oude Tonge
• Door ruimtebeslag zoetwatermaatregelen/natuurontwikkeling verliezen we landbouwgrond. • Zorg om voldoende zoetwater. • Verzoute klei gaat vloeien. • Zoutgehalte wordt wellicht te hoog voor bloembollen en akkerbouw. • Zoute kwel langs polder vanuit zout Volkerak-Zoommeer. • Zorg om de vertaalslag van proef Stevinsluis naar Volkeraksluis. Is het zeker dat als het daar werkt dat het dan hier ook werkt? • Landbouw moet steeds ´bloeden´ voor BV Nederland. Gevoelsmatig is de landbouw altijd het kind van de rekening en dat gaat maar door. Het is dus zeker ook een gevoels- en principekwestie.
Steenbergen
• Verschillende deelnemers noemen als bedreiging dat in de toekomst onvoldoende zoet water beschikbaar is voor de landbouw. Enerzijds omdat de benodigde investeringen voor de alternatieve zoetwatervoorziening eerst nog maar eens opgebracht moeten worden door de overheden, anderzijds omdat er in de toekomst ook voldoende water uit de grote rivieren beschikbaar moet zijn om deze alternatieve watervoorziening te realiseren. • Naast een mogelijk mindere zoetwatervoorziening wordt rondom het Volkerak-Zoommeer ook de mogelijk optredende verzilting van landbouwgronden als een risico gezien. Op het Volkerak-Zoommeer wordt gevreesd voor kapitaalvernietiging. Bijvoorbeeld omdat extra investeringen nodig zijn om recreatiesteigers aan te passen aan de getijdenwerking op het Volkerak-Zoommeer. Ook wordt gesteld dat het bergen van zoet water op een zout Volkerak-Zoommeer schadelijk is voor de natuur. • Het realiseren van de alternatieve zoetwatervoorziening wordt als kans gezien om ook op lange termijn (klimaatverandering) de zoetwatervoorziening goed te blijven regelen. Kortom: dit biedt de landbouw mogelijkheden om zich naar de toekomst toe, te blijven ontwikkelen.
Terneuzen
• Ook zoet water in Oost Zeeuws-Vlaanderen is schaars, aandacht nodig voor deze problematiek.
Zierikzee
• Zoetwatervoorziening dient hoge prioriteit te krijgen.
89
Thema 3. Waarborgen van de veiligheid tegen overstromingen Locatie
Reactie
Bergen op Zoom
•
Weer leven met water.
Dordrecht
• • • • • • • •
Afsluitbaar open Rijnmond biedt kans om de Voorstraat als kering te behouden. Richt gebiedsontwikkeling op Eiland van Dordt naar het water. Brede land-water-zones en brede dijkzones. Adaptief bouwen. Binnendijkse wateropvang op IJsselmonde. Krijgt veiligheid hogere prioriteit dan de andere hoekpunten (ecologie, economie)? Minder onderhoud dijken door aanslibbing van schorren en slikken. Veiligheid Dordrecht door waterberging in Delta.
Goes
• • • •
Oppassen met ComCoast-aanpak, geen experimenten met veiligheid. Geen functiecombinaties voor waterkeringen. Een risicoparagraaf over de veiligheid van de Westerschelde is gewenst. Aandacht voor gevolgen van overstromingen op industrie (Sloe en Antwerpen) ontbreekt.
Steenbergen
•
Voeg vergroten van de waterbergingscapaciteit in West-Brabant aan het programma toe. Dit om negatieve effecten van waterberging op het Volkerak-Zoommeer te compenseren. Dit zou echter wel zo moeten gebeuren zodat natuur en recreatie (bijvoorbeeld sportvisserij) ook baat hebben bij de aanleg van deze waterbergingsgebieden.
Terneuzen
• • • •
De Hedwigepolder kan als natuurlijke buffer voor de haven van Antwerpen dienen. Ook zien de deelnemers kansen voor nieuwe ontwikkelingen rondom de Hedwigepolder. De afvoer van het oppervlaktewater gaat via Zeeuws-Vlaanderen naar de Westerschelde. In de toekomst is een grotere afvoercapaciteit nodig. Functiecombinaties dijken. Het overstromingsrisico bij Antwerpen is volgens de reacties heel groot. Dit heeft tot gevolg dat het vervuilingsrisico ook groot is. Hiervoor is een visie en actie nodig, ook het milieurisico bij overstroming van Antwerpen dient hierin meegenomen te worden. Sluiting van de stormvloedkering zorgt voor een peilverhoging van 60 cm. in de Westerschelde. Is de Overschelde hiervoor een oplossing?
•
Zandmotor(en) voor de kust en monding Oosterschelde.
Oude Tonge
Zierikzee
90
91
Thema 4. Herstel watermilieu en ruimte voor natuurontwikkeling Locatie
Reactie
Bergen op Zoom
• • • • • • • •
Onze ideeën inschrijven in doelen Natura 2000. Gebied inrichten door: - zo open mogelijk à Markiezaatskade eruit; - kaai open in Bergen op Zoom en verbinden met Zoommeer. Binnenschelde open op 3 m beneden NAP. Peil Binnenschelde 1,5 m lager: fundering huizen is hierop gebouwd! Hoe zouter, hoe liever. Binnenschelde zout, ja maar wel alle consequenties onderzoeken. Te weinig doorspoeling van zout water bij beperkt doorlaatmiddel in Philipsdam (P200): het zoute water komt niet goed in Zoommeer. Wat levert Natura 2000 op?
Dordrecht
• • • • • • •
Eigenschappen van water koppelen aan identiteit van het gebied (bij hoogwater lage stroomsnelheid). Meer ecologie door meer getijdenwerking. Natuurontwikkeling en recreatie in de Spuimond. Te weinig dynamiek in de Biesbosch. Vismigratie. Kansen voor natuur. Medegebruik van natuur.
Goes
• • • • •
Oude Tonge
• • • • • •
92
Meer vrijheid voor de natuur. Blauwalgen in Volkerak-Zoommeer zijn onacceptabel. Zandhonger is een proces dat de Oosterschelde om zeep helpt en dus hoge prioriteit zou moeten genieten. Versterkte natuur/dynamiek, met name in Volkerak-Zoommeer, versterkt natuurbeleving. Risico dat recreatiedruk de draagkracht van het natuurlijk systeem, maar ook die van de infrastructuur te boven gaat. Verhaal van kind en badwater. • Gevaar op introductie van goudalg, het zoute equivalent van blauwalgen. Maak de (beschermde) natuur beleefbaar voor recreant. Richt Haringvliet-alliantie op en praat daar over gebruik van Deltanatuur (die bijna klaar is). Windmolens zijn landschapsvervuilend: zet ze op zee. Uitvoeringsprogramma als middel om onbalans in natuur oplossen (bv. teveel ganzen en ´overzomerende´ ganzen). Ecologische waterkwaliteit van binnenwateren wordt verbeterd. Constante doorspoeling van noord naar zuid. Vis kan doorzwemmen en voortplanting kan beter plaats vinden.
Locatie
Reactie
Oude Tonge
• Ruimtelijk gezien ook meer kansen voor betere en logische water-landovergangen. • Het niet precies weten hoe de natuur reageert op zout maken. • Hoe snel sedimenteert het Haringvliet en erodeert de Dordtse Kil? Wordt dat anders als het Kierbesluit wordt uitgevoerd?
Steenbergen
• O ok het herstellen van de zoet-zoutgradiënt in de Delta, en de West-Brabantse kreken in het bijzonder, is een kans voor natuur en recreatie. Dit staat echter wel op gespannen voet met de zoetwatervoorziening voor de landbouw. • In het hele gebied worden kansen gezien voor (water)natuurontwikkeling. Zo kunnen natuureilanden op het Volkerak worden ontwikkeld, de kwaliteit van natuurgebied “de Gorzen” wordt verbeterd, maar ook de potentie van de kreken in het West-Brabantse landschap kan beter worden benut.
Terneuzen
• V oor de natuur ziet men kansen in een open Volkerak-Zoommeer. De verbetering van de natuurwaarden kan als natuurcompensatie dienen voor andere (toekomstige) projecten. Ook wordt het gezamenlijk definiëren van wat natuur is, als kans gezien van het Uitvoeringsprogramma en wordt de natuurlijkheid weer een kans gegeven (Hedwigepolder, Perkpolder, etc.). • Het probleem van de Japanse oesters en de mogelijkheden om dat probleem te tackelen zijn ten onrechte niet in het Uitvoeringsprogramma beschreven. • Een toevoeging voor het Uitvoeringsprogramma is een duidelijk beeld geven van de noodzaak van natuurherstel.
Zierikzee
• Gevaar van (incidentele) waterberging voor ontvangende (zoute) watersystemen.
93
Thema 5. Toekomst en ontwikkelingskansen voor toerisme, recreatie en watersport Locatie
Reactie
Bergen op Zoom
• • • • • • • • •
Betere doorvaart naar de Oosterschelde is goed voor toerisme en watersport. Jachthaven op scheiding Binnenschelde-Zoommeer. Nieuwe jachthaven op de Molenplaat. Toerisme aantrekken door: - bouw vakantiebungalows; - duiken in Zoommeer. Groter gebied om te roeien, evt aanleg roeibaan. Recreatie Speelmansplaten, waterrecreatie en jachthaven Molenplaat profiteren, maar dan ook in Oesterdam doorlaatmiddel. Gemeente heeft geen feeling voor watersport. Bergse Diepsluis moet groter. Industrie Bergen op Zoom zit direct aan water en tussen de stad en water.
Dordrecht
• • • • • • • • • •
Veel mogelijkheden voor recreatie. Meer aandacht voor waterrecreatie (capaciteit sluizen, bereikbaarheid havens en bekkens). Economisch belang van de recreatiesector onderbelicht. Met “Stadswerven” kan Dordrecht zich profileren als Venetië van het Noorden. Als er te weinig getij in het Volkerak komt, slibben de jachthavens dicht; bereikbaarheid jachthavens (baggeren, steigers niet berekend op getij). Kansen voor recreatie en natuur onvoldoende uitgewerkt in Uitvoeringsprogramma. Recreatie-eiland in het Haringvliet. Nieuwe vormen van bouwen. Nieuwe oevers om getij meer te ervaren. Ontwikkeling recreatie en wonen.
Goes
• • • • •
De Delta nadrukkelijker op de kaart zetten als eersteklas watersportgebied. Het perfectioneren van het “toeristisch product”. Koppel recreatie aan goede medische en culturele voorzieningen. Mooiere en daarmee recreatief hoogwaardiger kust (vb. Westkapelle). Opening van Oliegeultje in Oosterschelde voor recreatievaart is gewenst.
Oude Tonge
• Maak kanoroutes door het gebied. • Door gezond water (in Volkerak-Zoommeer en Grevelingen) krijgen deze gebieden meer aantrekkingskracht en dat is goed voor recreatie en toerisme. • Kies langs het water (dijk)veiligheidsoplossingen die voor meerdere groepen bruikbaar zijn (o.a. duikers). • Maak de delta hip en leuk. • Graag meer aandacht voor de “langzame infrastructuur” (fietsknooppunten en wandelpaden). • Betrek de watersportverenigingen meer bij de besluiten: zij hebben ook kennis van de wateren en kunnen zorgen voor meer draagvlak.
94
Locatie
Reactie
Oude Tonge
• • • • • • • • • • • • • •
Steenbergen
• Z out water wordt door verschillende deelnemers gezien als aantrekkelijk voor de recreatiesector. Dan moet het Volkerak en omgeving wel beter toegankelijk worden gemaakt. Bijvoorbeeld door de aanleg van fiets-, wandelpaden, jachthavens en vislocaties. Ook kent het gebied goede mogelijkheden om recreatie die zich richt op natuur, cultuurhistorie (de waterlinie!) en binnensteden beter te ontwikkelen. De investeringen die hiervoor nodig zijn zullen zichzelf terugverdienen aangezien recreatie ook leidt tot meer economische bedrijvigheid.
Terneuzen
• Herstel van verbindingen over water, als een fietsveer, worden voor zowel de bevolking als toeristen als kans gezien. • Oproep om de verbinding voor de recreatievaart bij Hansweert te verbeteren. Ook wordt verzocht om in de watersportvisie aandacht te besteden aan buitengaatse jachthavens in de Westerschelde. • Er worden veel kansen voor toerisme gezien. Ook wordt toerisme als noodzakelijk gezien voor een economische impuls. Een benoemde kans is de ontsluiting van de binnenstad Terneuzen met een verbinding naar de Westerschelde. • Voor recreatie en toerisme wordt in zijn algemeenheid genoemd dat het belangrijk is om kwaliteit te bieden. • Uitvaart jachthaven Terneuzen, veilig recreatievaarwater vraagt oversteek.
Zierikzee
• Gezondere natuur is goed voor recreatie. • Betere verbindingen tussen bekkens zijn goed voor waterrecreatie. • Probeer kloof op te heffen tussen recreatie en wonen.
Begin al in de Hoeksche Waard met de recreatieve ontsluiting van de Delta. Ontwikkel de Slikken van Flakkee. Haal enkele projecten (waar overeenstemming over is) naar voren, zoals impuls voor Ooltgensplaat, aanleg van zoetwaterkanaal. Werk recreatieplan Swaneblaake verder uit. Wees voorzichtig met uitbreiding recreatie en toerisme: niet alles kan overal. Verken de haalbaarheid van het Halskanaal (verbinding Haringvliet - Grevelingen). Een roeibaan en dolfinarium in de Grevelingen? Maak meer gebruik van de kunstwerken in de Delta (de Deltawerken als wereldwonder). De Zuidwestelijke Delta als werelderfgoed? Zoek actief naar meer mogelijkheden voor recreatie op en langs de kreken. Slikken langs Goeree-Overflakkee recreatief benutten (in balans houden is cruciaal). Probeer te zoeken naar kansen voor nieuwe combinaties van wonen, werken en recreëren die gedurende hele jaar kunnen functioneren. Zorg ervoor dat de stankoverlast verdwijnt. Daardoor wordt het gebied weer aangenaam en beter te benutten voor recreatie. Peilniveaus, let op diepgang en haventoegangen. Aanpassingen voor beheer en onderhoud jachthavens i.v.m. meer zout water. Wie gaat dat betalen?
95
Thema 6. Toekomst en ontwikkelingskansen voor beroepsvisserij Locatie
Reactie
Bergen op Zoom
• Zout Zoommeer: liever vandaag dan morgen voor visserij!
Dordrecht Goes
• B enut wisselpercelen op het Volkerak-Zoommeer om kwekers van wie percelen i.v.m. zandhonger buiten bedrijf zijn een tijdelijk alternatief te bieden. • Landschappelijke inpassing MZI’s en ruimtelijk beslag zijn belangrijk voor kansen recreatie. • Extra voeding voor Oosterschelde na koppeling Volkerak-Zoommeer biedt gunstig perspectief voor visserij. • Schelpdiersector onderbelicht. • Zoet en voedselrijk water vanuit Volkerak-Zoommeer naar Oosterschelde is goed voor schelpdiervisserij.
Oude Tonge
• Nieuwe kansen voor visserij- en schelpdiersector.
Steenbergen
• Verzilten van het Volkerak-Zoommeer biedt de schelpdiervisserij de kans weer actief te worden in het gebied.
Terneuzen Zierikzee
96
Thema 7. Toekomst en ontwikkelingskansen voor beroepsscheepvaart Locatie
Reactie
Bergen op Zoom Dordrecht
• Economische kansen zijn onderbelicht (transport over water).
Goes
• Transportvoorzieningen over het water uitbreiden en benutten. • Het Uitvoeringsprogramma besteedt weinig aandacht aan de achterlandverbindingen voor de binnenvaart.
Oude Tonge
• Tijdwinst voor vervoerders in de sluizen.
Steenbergen Terneuzen
• Voor de beroepsvaart is de realisatie van de waterverbinding Seine du Nord (Westerschelde-Parijs) van belang.
Zierikzee
• Aandacht voor transportfunctie is erg beperkt. • Externe veiligheid als gevolg van toenemend transport (gevaarlijke stoffen) op drukkere recreatievaarroutes.
97
Thema 8. Betrokkenheid bij het programma en deelname aan de uitvoering Locatie
Reactie
Bergen op Zoom Dordrecht
• Het integrale karakter van het Uitvoeringsprogramma helpt om een evenwichtige belangenafweging te kunnen maken. • Tunnelvisie: te weinig samenwerking met andere deelprogramma’s. • Als door Maasvlakte 2 de noord-zuidscheepvaart buitenom gaat ontstaat gebruiksruimte aan de oostkant van de Delta.
Goes
• • • • •
Oude Tonge
• E r is bij ondernemers behoefte aan meer concrete plannen bij gemeenten gekoppeld aan het gedachtegoed uit het Uitvoeringsprogramma van de Zuidwestelijke Delta. • Bang om te lang in onzekerheid te zijn over de toekomst van gebieden waardoor investeringen in het gebied uitblijven.
Steenbergen Terneuzen Zierikzee
98
Meerdere suggesties voor het creëren van kansen voor ondernemers (ook die met een kortetermijnscope), zoals een fonds voor innovaties. Ondernemers te weinig betrokken. Het zou handig zijn één aanspreekpunt/loket per bekken te hebben. Bepaal een heldere strategie voor het vergroten van draagvlak. Uitvoeringsprogramma wordt in algemene zin als beperkend beoordeeld voor economie.
Colofon Dit is een uitgave van de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta. Samenstelling Programmabureau Zuidwestelijke Delta Eindredactie Jos Lammers, Delft Vormgeving en opmaak men@work, Middelburg Fotografie Loes de Jong, Middelburg Foto cover: Oost-Nieuwlandpolder, Wolphaartsdijk Druk Labor Grafimedia BV, Utrecht Middelburg, december 2010