Opdrachtgever:
Rijkswaterstaat, RIKZ
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Rapport december 2007
Q4435
WL |
delft hydraulics
Opdrachtgever:
Rijkswaterstaat, RIKZ
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Erwin Meijers, Simon Groot
Rapport december 2007
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
december 2007
Inhoud
1
2
3
4
WL | Delft Hydraulics
Inleiding .................................................................................................................1–1 1.1
Aanleiding en probleemstelling .................................................................1–1
1.2
Prototypes Delta-verkenner en Delta-model..............................................1–2
1.3
Doelstellingen vervolgproject Delta-model...............................................1–2
1.4
Delta-model: het startpunt .........................................................................1–3
1.5
Delta-model: het resultaat..........................................................................1–3
1.6
Leeswijzer..................................................................................................1–4
Modelaanpassingen...............................................................................................2–1 2.1
Referentiejaar als basis ..............................................................................2–1 2.1.1 Hydrodynamica.............................................................................2–2 2.1.2 Meteorologie.................................................................................2–4 2.1.3 Waterkwaliteit...............................................................................2–6
2.2
Lichtklimaat...............................................................................................2–7
2.3
Graas in de Deltabekkens ..........................................................................2–7
2.4
Fosfaatnalevering en vastlegging...............................................................2–8
2.5
Overige aanpassingen ................................................................................2–9
2.6
Calibratieprocedure..................................................................................2–10
Presentatiemogelijkheden middels kentallen en balansen ................................3–1 3.1
Kentallen per bekken .................................................................................3–1
3.2
Concentraties van gemodelleerde stoffen ..................................................3–1
3.3
Water- en stofbalansen ...............................................................................3–2
Resultaten per deltabekken..................................................................................4–1 4.1
Hollandsch Diep ........................................................................................4–1
4.2
Haringvliet .................................................................................................4–4
4.3
Volkerak .....................................................................................................4–7
4.4
Zoommeer................................................................................................4–11
4.5
Grevelingen..............................................................................................4–14
4.6
Veerse Meer .............................................................................................4–18
4.7
Oosterschelde...........................................................................................4–22
4.8
Westerschelde ..........................................................................................4–29
4.9
Synthese...................................................................................................4–36 4.9.1 Zoetwater bekkens met een korte verblijftijd .............................4–36
i
december 2007
Q4435
4.9.2 4.9.3 4.9.4 4.9.5 5
6
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Zoetwater bekkens met een lange verblijftijd ............................ 4–36 Laagbelaste zoutwater bekkens .................................................. 4–37 Hoogbelaste zoutwater bekkens ................................................. 4–37 Invloed van graas ....................................................................... 4–37
Conclusies en aanbevelingen ............................................................................... 5–1 5.1
Conclusies ................................................................................................. 5–1
5.2
Aanbevelingen........................................................................................... 5–2
Referenties............................................................................................................. 6–1
Bijlagen A
Neerslagreeksen ................................................................................................... A–1 A.1
Maandgemiddelde neerslag...................................................................... A–1
A.2
Weekgemiddelde neerslag ........................................................................ A–2
B
Diepteverdeling Deltabekkens............................................................................ B–1
C
Balansen ............................................................................................................... C–1
ii
C.1
Hollandsch Diep ....................................................................................... C–1
C.2
Haringvliet................................................................................................ C–3
C.3
Volkerak ................................................................................................... C–5
C.4
Zoommeer ................................................................................................ C–7
C.5
Grevelingen .............................................................................................. C–9
C.6
Veerse Meer.............................................................................................C–11
C.7
Oosterschelde ......................................................................................... C–13
C.8
Westerschelde......................................................................................... C–15
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
1
Inleiding
1.1
Aanleiding en probleemstelling
december 2007
Met de vaststelling van de integrale visie op de Deltawateren ‘De Delta in Zicht’ in 2003 is een proces in gang gezet voor een gezonde, veilige en duurzame toekomst van het Deltagebied. De visie beschrijft een zoekrichting voor de oplossing van de verschillende problemen van de huidige Deltawateren en de kansen die daarbij ontstaan. Herstel van estuariene dynamiek wordt, als intrinsieke waarde van de Delta, als de belangrijkste zoekrichting beschreven. Het herstel van geleidelijke overgangen en wateruitwisseling tussen de verschillende Deltawateren kan daarbij mogelijk bijdragen aan de oplossing voor de waterkwaliteitsproblemen die zich in de afzonderlijke bekkens (Haringvliet/Hollandsch Diep, Veerse Meer, Oosterschelde, Grevelingen, Westerschelde, Krammer/Volkerak en Zoommeer) en Noordzee manifesteren en ook een bijdrage leveren aan het ecologisch herstel. De problemen met betrekking tot de waterkwaliteit zijn in de diverse bekkens verschillend van aard. Het gaat daarbij om verschillende bronnen (landbouwafwatering, huishoudelijk afvalwater, atmosferische depositie, etc.) en om specifieke probleemstoffen per bekken. Met het doorlaatmiddel ‘Katse Heule’ in de Zandkreekdam is de uitwisseling tussen Oosterschelde en Veerse Meer aanzienlijk vergroot. De waterkwaliteit in het Veerse Meer is daarbij de afgelopen periode flink verbeterd. Voor andere bekkens, zoals Haringvliet (kierbesluit) en Grevelingenmeer (hevel), zijn plannen om de bestaande infrastructuur in te zetten om de wateruitwisseling te vergroten. Voor het beoordelen van de effecten van maatregelen is een snelle beoordeling vaak van groot belang. Hierbij is het belangrijk snel en inzichtelijk relevante informatie beschikbaar te hebben over allerlei kentallen per waterbekken. Elke maatregel heeft effecten op het betreffende watersysteem of aangrenzende watersystemen. Maar ook gebruiksfuncties zullen effecten ondervinden van maatregelen en het is van belang deze goed in te schatten. Voor de verschillende beheerders in de Delta is het zeer relevant om snel en overzichtelijk de effecten te kunnen inschatten van maatregelen op waterkwaliteit, waterkwantiteit, de ecologische respons en gebruiksfuncties. Momenteel gebeurt dit zeer moeizaam en is veel overleg en afstemming nodig om de effecten van ingrijpende maatregelen deltabreed goed te kunnen beoordelen. Er is behoefte aan een Delta-verkenner waarmee effecten van scenario's en maatregelen inzichtelijk gemaakt kunnen worden - zowel ruimtelijk als per afzonderlijk bekken. De ‘Blokkendoos’ die is ontwikkeld in het kader van ‘Ruimte voor de Rivier’ heeft aangetoond dat een integraal instrumentarium een goede ondersteuning kan zijn bij de beoordeling van maatregelen. Ook de ‘KRW-verkenner’, die momenteel nog in ontwikkeling is, is een tool die enthousiast wordt ontvangen en zijn nut nog kan gaan bewijzen bij het selecteren van maatregelen voor de KaderRichtlijnWater.
WL | Delft Hydraulics
1–1
december 2007
1.2
Q4435
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Prototypes Delta-verkenner en Delta-model
In 2006 heeft WL | Delft Hydraulics een prototype van de Delta-verkenner opgeleverd en de eerste stappen gezet voor de ontwikkeling van een ééndimensionaal Delta-model waterkwaliteit (WL, 2006b). De Delta-verkenner is ontwikkeld in nauwe samenhang met een beoordelingsmethodiek voor effecten van maatregelen op geïnventariseerde gebruiksfuncties en criteria in de zuidwestelijke Delta. De Delta-verkenner en het Delta-model zijn twee hulpmiddelen die beheerders en beleidsmakers kunnen ondersteunen. De Delta-verkenner maakt het effect van maatregelen op gebruiksfuncties inzichtelijk en biedt daardoor de mogelijkheid om maatregelenpakketten tegen elkaar af te wegen. Het Delta-model geeft op snelle wijze inzicht in de kentallen van de verschillende waterbekkens zoals verblijftijd en gemiddelde chlorideconcentratie. Informatie die wordt gegenereerd door het Delta-model is een belangrijke informatiebron voor de Delta-verkenner. Het ééndimensionale Delta-model is een toepassing van het SOBEK waterkwantiteits- en waterkwaliteitsmodel. Het takkenmodel bevat het noordelijk en het zuidelijk deltabekken inclusief de Westerschelde. Het Delta-model wordt aangedreven door rivierafvoer bovenstrooms en door getijranden op de Noordzee. Alle puntbronnen zoals poldergemalen zijn opgenomen en alle kunstwerken kunnen dynamisch aangestuurd worden. Met het model kunnen waterstanden, chlorideconcentraties en totaal-nutriëntenconcentraties uitgerekend worden. Tijdens de presentatiemiddag in Rotterdam op 19 december 2006 zijn de producten gepresenteerd in aanwezigheid van vertegenwoordigers van de regionale diensten, vertegenwoordigers van de KRW, provincie Zeeland (Integrale Visie Deltawateren) en adviseurs van RIZA en RIKZ. Er is toen geconcludeerd dat de prototypes van de Deltaverkenner en het Delta-model veel potenties bevatten maar dat nog een aantal wezenlijke stappen gezet moet worden alvorens de instrumenten hun nut kunnen bewijzen voor de eindgebruikers. Op 8 maart 2007 is er een vervolgbijeenkomst geweest met vertegenwoordigers van RWS en WL waarin de vervolgstappen zijn besproken. De resultaten uit 2006 en de besprekingen die hebben plaatsgevonden met de projectbegeleiders en eindgebruikers vormen de basis voor de in dit rapport beschreven eindproducten.
1.3
Doelstellingen vervolgproject Delta-model
De doelstellingen van het vervolgproject voor het onderdeel Deltamodel zijn: • • •
•
1–2
Het doorontwikkelen en toepassingsgericht maken van het Delta-model; Het toevoegen en calibreren van relevante waterkwaliteitsprocessen; Het technisch geschikt maken van het Deltamodel om kentallen te berekenen (i.e. presentatie massabalansen als output van het Delta-model. De calibratie richt zich op het vermogen om bovengenoemde kentallen te reproduceren; Nadere analyse van de kwaliteit van de onderliggende dataset en het construeren van een ‘referentiejaar’ voor wat betreft waterkwaliteit, waterkwantiteit en belastingen (emissies);
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
• • • • •
1.4
Q4435
december 2007
Het verbeteren van het huidige Deltamodel door het toevoegen van het Kanaal Gent-Terneuzen aan de modelschematisatie; Het afstemmen van het waterkwaliteits- en kwantiteitsmodel (dispersie); Het doorvertalen van belastingen en stofstromen per bekken naar de productiviteit; Het presenteren van overzichtelijke massabalansen per bekken; en Het geschikt maken van de resultaten van het Delta-model voor presentatie middels de Delta-verkenner.
Delta-model: het startpunt
Het ééndimensionale Delta-model waterkwaliteit voor het Noordelijk en Zuidelijke deltabekken bestaat uit een gekoppeld ééndimensionaal waterkwantiteit- en waterkwaliteitsmodel en draait onder SOBEK. Onder SOBEK zijn diverse functionaliteiten beschikbaar voor presentatie en dataverwerking. Het model bevat per Deltabekken alle laterale instroompunten (veelal polderlozingen) en de kunstwerken die tussen de watersystemen de uitwisseling verzorgen. Het model is in 2006 op een aantal punten aanzienlijk verbeterd. Het model biedt de mogelijkheid om op een snelle manier ruimtelijke berekeningen uit te voeren met betrekking tot stofstromen in de Delta en het concentratieverloop in de Deltawateren. Vooralsnog berekende deze modelversie alleen het conservatieve gedrag van chloride, totaal stikstof en totaalfosfaat. Verdwijnprocessen zoals denitrificatie en sedimentatie waren bijvoorbeeld nog niet meegenomen. Door het conservatieve gedrag te vergelijken met metingen kan snel inzicht verkregen worden of een watersysteem door lozingen, transport of waterkwaliteitsprocessen gedomineerd wordt. Dit is van belang bij het bepalen van de effectiviteit van maatregelen.
1.5
Delta-model: het resultaat
In 2006 is het Delta-model afgeregeld voor conservatief gedrag. Als eerste stap in dit project zijn de relevante waterkwaliteitsprocessen toegevoegd. Het model biedt nu, na afronding van de hiervoor genoemde activiteiten, de mogelijkheid om op een snelle manier ruimtelijke stofstroom berekeningen uit te voeren in de gehele Delta en het concentratieverloop in de Deltawateren. Het Deltamodel simuleert het gedrag van een groot aantal stoffen, zoals chloride, zwevend stof, totaal stikstof, anorganisch stikstof, totaalfosfaat, orthofosfaat, en daarnaast een groot aantal algensoorten voor de berekening van het chlorophyl-a (algen)gehalte. Een groot aantal aan eutrofiëring gerelateerde waterkwaliteitsprocessen, maar ook processen zoals denitrificatie en sedimentatie worden beschouwd. De ecologie is tot het niveau van algenproductie dynamisch gemodelleerd met het algenmodel BLOOM, waarbij de graasdruk is als een ‘forcing functie’ opgedrukt. Het eindpunt is een gecalibreerd ééndimensionaal Delta-model. Door het conservatieve gedrag te vergelijken met metingen en kentallen is inzicht verkregen of een specifiek watersysteem wordt gedomineerd door lozingen, transport of waterkwaliteitsprocessen. Dit aspect is niet alleen van belang voor de calibratie van de waterkwaliteitsprocessen, maar ook voor het bepalen van de effectiviteit van maatregelen.
WL | Delft Hydraulics
1–3
december 2007
Q4435
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Aan het eind van dit project is het Delta-model nu in staat bij te dragen aan het beantwoorden van vragen zoals: • • • • • • • •
Hoe verspreiden stoffen (chloride, voedingstoffen N en P) zich door de Noordelijke en Zuidelijke Delta? Wat zijn de bronnen en welke belasting veroorzaken deze? Hoe kunnen de verschillende deltabekkens gekarakteriseerd worden in kengetallen als verblijftijden, waterfracties en externe vrachten? Hoe veranderen uitwisseling, verblijftijden, vrachten, concentraties en retentiecapaciteit bij verschillende ingrepen in het gebied? Wat betekenen de veranderende stofstromen voor de algenproductie en draagkracht? Hoe verhouden zich de effecten van maatregelen op de KRW doelen die gelden voor de waterlichamen in de Delta? Hoe effectief is berging en versnelde afvoer naar de Oosterschelde op de waterstanden in het Noordelijk Deltabekken? Wat zijn de effecten van een alternatieve beheersstrategie van de Stormvloedkering in de Oosterschelde?
Bij de analyse van deze en andere vragen blijft het belangrijk om voortdurend doordrongen te zijn van het feit dat het Delta-model een vereenvoudigde ééndimensionale weergave van de werkelijkheid in de Deltawateren is.
1.6
Leeswijzer
Hoofdstuk twee bevat de aanpassingen die in 2007 aan het Delta-model zijn aangebracht. Vervolgens wordt in hoofdstuk drie de presentatie methodiek van de modelresultaten besproken. Hoofdstuk vier bevat de modelresultaten van het verbeterde Delta-model. Tot slot komen in hoofdstuk vijf de conclusies en aanbevelingen aan bod.
1–4
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
2
Q4435
december 2007
Modelaanpassingen
De ontwikkelingen in het Delta-model hebben gedurende meerdere jaren plaatsgevonden. In 2005 en 2006 is de aandacht vooral uitgegaan naar de fysieke schematisatie en de hydrodynamica. De rol van de waterkwaliteitsprocessen is toen buiten beschouwing gebleven. Toch zijn de waterkwaliteitsprocessen van groot belang voor het functioneren van de deltabekkens. Daarom is in 2007 de nadruk gelegd op de beschrijvingen van de waterkwaliteitsprocessen in het Delta-model en op de mogelijkheden om deze middels kentallen te presenteren. Daarnaast is een referentiejaar geconstrueerd om op basis daarvan de waterkwaliteitsprocessen in te regelen. De belangrijkste activiteiten in dit project zijn: • • • •
de constructie van een referentiejaar toevoeging van graas in Oosterschelde, Grevelingen en het Veerse Meer afregeling van de fosfaatnalevering en -vastlegging diverse kleine verbeteringen van de modelschematisatie en de waterkwaliteitsprocessen
Dit hoofdstuk beschrijft de belangrijkste aanpassingen en toevoegingen in meer detail.
2.1
Referentiejaar als basis
Tot dusver rekende het Delta-model op basis van historische gegevens voor een bepaald jaar. Voor de toepassing van het Delta-model in scenariostudies is het wenselijk om berekeningen te baseren op een “referentiejaar”. In dit referentiejaar worden optredende extremen en jaarlijkse variatie in waterkwaliteit, belasting en hydrologie (zoals droogte of extreme afvoer) uitgemiddeld tot een gemiddelde situatie.
Referentiejaar Als basis voor het referentiejaar worden gegevens voor de periode 2000 tot 2005 gebruikt. Voor ieder Deltabekken afzonderlijk zijn maandgemiddelde concentraties afgeleid waaraan het model getoetst kan worden. Bijvoorbeeld bij de bepaling van de maandgemiddelde januari-concentratie zijn alle metingen van de maand januari over de periode 2000-2005 gemiddeld tot één representatieve concentratie voor de maand januari. Voor de modelinvoer betekent dit dat alle forceringen naar een gemiddelde periode omgerekend worden. In detail zijn dit: • • •
WL | Delft Hydraulics
Hydrodynamica; Meteorologie; en Waterkwaliteit.
2–1
december 2007
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
2.1.1 Hydrodynamica Rivierafvoeren Voor de afvoer van de Rijn, de Lek en de Maas zijn daggemiddelde waarden gebruikt uit WaterBase. Daarmee is over de periode 2000-2005 een gemiddelde rivierafvoer per week berekend. Deze afvoer is vervolgens aan de rivierranden in het model toegekend. Voor de Schelde zijn netto afvoergegevens van de locatie Schaar van Ouden Doel gebruikt. Deze gegevens zijn over de periode 2000-2005 bekend op decadebasis. Voor het Deltamodel is de afvoer bij Schaar van Ouden Doel omgerekend naar een weekgemiddelde afvoer. In Figuur 2.1 zijn de afvoeren van de 4 rivieren weergegeven.
900
2700
800
2400
700
2100
600
1800
500
1500
400
1200
300
900
200
600
100
300
Debiet Tiel (m3/s)
Debiet Hagestein, Lith en Schaar (m3/s)
Weekgemiddelde debieten Rivieren (Referentiejaar)
0
0 1
5
9
13
17
21
25
29
33
37
41
45
49
53
Weeknummer (-) Hagestein
Figuur 2.1
Lith
Schaar van Ouden Doel
Tiel
Weekgemiddelde afvoeren voor de Rivieren in het Delta-model. Afvoeren van Hagestein, Lith en Schaar van Ouden Doel op de linkeras, Tiel op de rechteras. Betreft de periode 2000-2005
Regionale lozingen Van de regionale lozingen zijn voor de periode 2000-2005 geen gegevens beschikbaar. Als alternatief zijn de beschikbare gegevens van 1995 – 2000 geschaald op basis van een vergelijking van de neerslag. De schaling is als volgt uitgevoerd: 1. Allereerst zijn de maandgemiddelde afvoeren van de polderlozingen bepaald over de periode 1995-2000.
2–2
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
december 2007
2. Vervolgens is voor neerslagstation Vlissingen de maandgemiddelde neerslag voor de periode 1995-2000 en voor de periode 2000-2005 bepaald. Uit deze twee maandgemiddelden is een schaalfactor afgeleid. Alle informatie over de maandgemiddelde neerslag is weergegeven in Tabel A.1 in de bijlage. 3. Tenslotte is de maandgemiddelde afvoer voor de periode 1995-2000 vermenigvuldigd met de schaalfactor. Voor de polderlozingen op de Grevelingen, de Oosterschelde, de Westerschelde en het Veerse Meer is een dergelijke schaling per maand uitgevoerd (zie Figuur 2.2). De regionale lozingen op de Westerschelde zijn exclusief het kanaal Gent-Terneuzen (zie paragraaf 2.5). De regionale lozingen in Brabant zijn geschaald op weekbasis. Dit is noodzakelijk omdat de regionale lozingen in Krammer-Volkerak en Zoommeer veel dominanter zijn dan in de overige Deltabekkens (zie Figuur 2.3).
Maandgemiddelde polderdebieten (referentiejaar) 30
debiet (m3/s
25 20 15 10 5 0 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
maand (-) Grevelingen
Figuur 2.2
WL | Delft Hydraulics
Oosterschelde
Veerse Meer
Westerschelde
Maandgemiddelde debieten van polderlozingen op de Grevelingen, de Oosterschelde, het Veerse Meer en de Westerschelde (geschaald op basis van periode 1995-2000)
2–3
december 2007
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
Weekgemiddelde debieten Brabantse Rivieren (referentiejaar) 80 70
debiet (m3/s)
60 50 40 30 20 10 0 1
5
9
13
17
21
25
29
33
37
41
45
49
53
weeknummer (-)
Figuur 2.3
Weekgemiddelde debieten van lozingen op het Volkerak en het Zoommeer (geschaald op basis van periode 1995-2000)
Noordzee De Noordzee-randen in het model bevatten een waterstand met een getijcyclus van 28 dagen, die wordt gespecificeerd op een tijdbasis van 10 minuten. Deze serie wordt repeterend opgelegd gedurende het gehele jaar.
2.1.2 Meteorologie
Neerslag en verdamping In het Delta-model wordt gebruik gemaakt van directe neerslag en verdamping op de Oosterschelde en de Grevelingen. In deze twee bekkens is door de relatief grote verblijftijd de invloed van directe neerslag groot. In de overige deltabekkens speelt de directe neerslag en verdamping een veel minder belangrijke rol. Figuur 2.4 geeft de weekgemiddelde neerslag en verdamping weer. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van weekgemiddelde neerslag en verdamping voor het station Vlissingen. De gegevens zijn gemiddeld over een periode van 2000 – 2005.
2–4
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
december 2007
Hoeveelheid (mm/dag)
7 6 5 4 3 2 1 0 1
5
9
13
17
21
25
29
33
37
41
45
49
53
Weeknummer (-) Neerslag
Figuur 2.4
Verdamping
Neerslag en verdamping op de Oosterschelde en de Grevelingen (weekgemiddelde over de periode 2000-2005)
Straling en watertemperatuur
125
25
100
20
75
15
50
10
25
5
0
Watertemperatuur (ºC)
Straling (W/m2)
Zonlicht en watertemperatuur spelen een belangrijke rol bij de algengroei. Voor deze gegevens is gebruik gemaakt van het meteostation Vlissingen. In Figuur 2.5 is de straling en de watertemperatuur weergegeven. De metingen zijn gemiddeld over de periode 2000-2005.
0 1
5
9
13 17 21 25
29 33 37 41
45 49 53
Weeknummer (-) Straling (W/m2)
Figuur 2.5
WL | Delft Hydraulics
Watertemperatuur (ºC)
Straling (linkeras) en watertemperatuur (rechteras) in Vlissingen (weekgemiddelde over de periode 2000-2005)
2–5
december 2007
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
2.1.3 Waterkwaliteit
Rivieren Voor de waterkwaliteit van de grote rivieren in het Noordelijk Deltabekken zijn gegevens beschikbaar voor de periode 2000-2005, al liggen deze meetpunten verder bovenstrooms dan de modelranden. Voor de modelrand Tiel (Waal) zijn gegevens van Lobith gebruikt. De gegevens van Lith (Maas) zijn gebaseerd op Borgharen. De meetdata is verwerkt tot maandgemiddelde concentraties, die vervolgens aan Tiel en Lith zijn toegekend. Gezien de korte looptijden wordt met deze methode nauwelijks fouten geïntroduceerd. Van de Schelde zijn geen meetgegevens beschikbaar. De meetreeks van Schaar van Ouden Doel is niet representatief voor de veel verder bovenstrooms liggende modelrand. Bij Schaar van Ouden Doel mengt het Scheldewater zich met Noordzee water. Het model heeft de zoetwaterkwaliteit van de Schelde nodig op een punt waar het nog niet gemengd is met Noordzee water. Die is geschat volgens de volgende methode: • •
•
Voor het chloridegehalte wordt een constante waarde van 100 mg/l aangehouden. Totaal stikstof is afgeleid uit de correlatie tussen totaal stikstof en chloride voor de maandgemiddelde concentraties over de periode 2000-2005 (Figuur 2.6). Voor de zoete schelde is een waarde van 7 mg N/l aangehouden. Het zwevend stof voor de Schelde rand is gebaseerd op metingen bij Schaar van Ouden Doel voor de periode 2000-2005.
Correlatie van TotN en Cl op de Westerschelde 8 7
Totaal-N (mg/l)
6 5 R2 = 0.9539 4 3 2 1 0 0
2000
4000
6000
8000
10000
12000
14000
16000
18000
Chloride (mg/l)
Figuur 2.6
2–6
Correlatie tussen Totaal Stikstof en Chloride op de Westerschelde
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
december 2007
Regionale lozingen De concentraties van nutriënten en andere stoffen zijn bepaald als maandgemiddelde over de periode 1995-2000. Van de polderlozingen zijn geen meetgegevens over de periode 20002005 beschikbaar en worden zonder schaling als representatief voor het referentiejaar beschouwd. De gegevens zijn door de opdrachtgever beschikbaar gesteld. In de calibratie fase zijn de polderlozingen in overleg met de opdrachtgever gereduceerd tot 80% van de gemiddelde maandconcentratie over de periode 1995-2000 voor totaal stikstof en totaalfosfaat. De overige stoffen zijn niet gereduceerd. Deze gereduceerde belastingen worden als karakteristiek beschouwd voor het referentiejaar (2000-2005).
Noordzee Het Delta-model maakt voor de waterkwaliteit gebruik van twee verschillende Noordzeemeetstations voor de randen, namelijk: • •
Meetstation ‘Vlissingen’; en Meetstation ‘Walcheren 2’ voor de overige Noordzee-randen.
Voor beide randvoorwaarden is gebruik gemaakt van maandgemiddelde concentraties over de periode 2000-2005.
2.2
Lichtklimaat
Het lichtklimaat in een specifiek bekken bepaalt voor een groot deel in welke mate algenbloei zal optreden. Eén van de bepalende variabelen hierin is de diepteverdeling van een deltabekken. Algen groeien onder invloed van licht in de ondiepe delen, terwijl de productie in de diepe delen minimaal is. De lichthoeveelheid, en dus de algenproductie, neemt exponentieel af met de diepte. Aangezien het Delta-model een ééndimensionale toepassing is, is de diepteverdeling over de dwarsdoorsnede niet aanwezig. De enige dieptevariatie die voor het waterkwaliteitsmodel beschikbaar is komt uit de longitudinale variatie van de diepte in bekkens. Met de over de dwarsdoorsnede gemiddelde diepte wordt de lichthoeveelheid en dus de algenproductie overschat. Om dit te compenseren wordt de algenmodule een andere diepte (de Bloom-diepte) per bekken aangeboden dan de gemiddelde diepte. Deze Bloom-diepte is dieper dan de gemiddelde diepte en is gebruikt als calibratieparameter voor de algenbloei.
2.3
Graas in de Deltabekkens
Graas door suspensie-etende bodemfauna speelt een dominante rol in de zoute stagnante bekkens. Mosselen en andere schelpdieren kunnen in enkele dagen het gehele volume van het Veerse Meer, de Grevelingen en de Oosterschelde filteren (Kater, 2003). Graas heeft daarmee een groot effect op de uiteindelijke algenbloei en nutriëntenbeschikbaarheid in de deltabekkens.
WL | Delft Hydraulics
2–7
december 2007
Q4435
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
In het Delta-model is graas in de Grevelingen, de Oosterschelde en het Veerse Meer beschouwd. Voor ieder van deze bekkens is een specifieke constante biomassa aan suspensie-eters toegekend. Deze biomassa wordt uniform verdeeld over het gehele bekken. De waarden zijn door de opdrachtgever aangeleverd. Tabel 2.1
Biomassa mosselen per deltabekken
Bekken Grevelingen Oosterschelde (Kater, 2003) Veerse Meer Overige bekkens
2.4
Biomassa (g AFDW/m2)1 40 80 60 0
Fosfaatnalevering en vastlegging
Fosfaatnalevering speelt een zeer belangrijke rol in de stagnante Deltabekkens. In het Deltamodel is deze post meegenomen als een ‘forcing functie’, waarbij geen rekening gehouden wordt met mogelijke veranderingen in bodemopbouw. Met deze methodiek is eerder ervaring opgedaan in het Volkerak-Zoommeer project (WL, 2005c) en deze is goed toepasbaar om de huidige situatie te beschrijven. Voor simulaties waarbij nieuwe inrichtingsvarianten worden doorgerekend moet de ‘forcing functie’ voor de fosfaatnalevering opnieuw worden ingeschat voor de aangepaste omstandigheden. Het model dient derhalve voorzichtig te worden toegepast voor simulaties van inrichtingsvarianten. Het huidige Delta-model bevat voor de volgende bekkens een fosfaatnaleverings functie: • • • • •
Grevelingen; Veerse Meer; Oosterschelde; Volkerak; en Zoommeer.
De naleveringsfunctie is tijdens de calibratiefase bepaald op basis van metingen en massabalansen. Voor de overige bekkens is in het Delta-model geen naleveringsflux voor fosfaat gespecificeerd, aangezien metingen en modelresultaten daar geen aanleiding toe geven. Figuur 2.7 geeft de naleveringsfunctie per bekken weer.
1.
AFDW = Asvrijdrooggewicht
2–8
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
december 2007
Fosfaatnalevering (g P/m2/dag)
Fosfaat nalevering 0.015 0.010 0.005 0.000 -0.005 -0.010 -0.015 jan
Figuur 2.7
2.5
apr
jul
okt
Grevelingen
Oosterschelde
VeerseMeer
Volkerak en Zoommeer
Fosfaatnalevering per Deltabekken. In het Hollandsch Diep, het Haringvliet en de Westerschelde is in het Delta-model geen fosfaatnalevering gespecificeerd
Overige aanpassingen
Zoutafhankelijke extinctie Licht wordt in het water uitgedoofd door onder andere zwevend stof en algen. Tevens zorgen humuszuren voor een sterke uitdoving in de zoete wateren. De extinctie door humuszuren wordt in de praktijk gemodelleerd als een achtergrond extinctie, en is voor zoet en zout water verschillend. In het Delta-model is nu een proces opgenomen dat zoutafhankelijke achtergrondextinctie introduceert. Zout water heeft een basis extinctie van 0,08 (1/m), terwijl voor zoet water de extinctie op 1,10 (1/m) ligt. Daartussen wordt lineair geïnterpoleerd op basis van het zoutgehalte.
Zoutafhankelijke mortaliteit In het Delta-model worden zowel zoete als zoute bekkens beschreven. Om te zorgen dat zoete algensoorten niet groeien in zoute wateren en omgekeerd, is een zoutafhankelijke mortaliteit gespecificeerd.
Zwevend stof model De modellering van zwevend stof is aangepast om de simulatie van het doorzicht en de sedimentatie van geadsorbeerd fosfaat te verbeteren. In het verbeterde model wordt zwevend stof in drie fracties gemodelleerd, waarbij verschillende valsnelheden en kritische schuifspanningsdrempels voor sedimentatie gehanteerd worden. De waarden en de drempels
WL | Delft Hydraulics
2–9
december 2007
Q4435
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
zijn afgeleid uit eerdere studies voor de modellering van zwevend stof in de Rijn-Maas monding (WL, 2005a en WL, 2006). Voor de Rijn en de Maas is uitgegaan van een vaste verdeling tussen de fijne en grovere fracties zwevend stof. De Noordzeerand bevat een drempelwaarde fijn materiaal. Alles boven deze drempel waarde wordt toegekend aan de grovere fracties.
Uitvoer per calibratielocatie en bekken Een technische aanpassing aan het modelinstrumentarium is gemaakt waardoor het nu eenvoudiger is om bekkengemiddelde concentraties en balansen uit te voeren. Daarnaast is het voor een modelleur nu eenvoudiger om calibratielocaties toe te voegen en terug te vinden in het model, waardoor het gebruik transparanter en daardoor minder foutgevoelig is.
Kanaal Gent-Terneuzen Op de Westerschelde speelt de lozing van het kanaal Gent-Terneuzen een niet onbelangrijke rol. Dit kanaal is nu als aparte rand (lozing op de Westerschelde) opgenomen in de modelschematisatie (zie Figuur 2.8).
2.6
Calibratieprocedure
De afregeling van het Delta-model is op de volgende manier aangepakt: • Allereerst zijn de chloride concentraties per meetlocatie goed afgeregeld. Hiermee is de juiste verhouding tussen zoet en zout water afgeregeld. • Daarna is het zwevend stof en de extinctie afgeleid. • Vervolgens is voor de Oosterschelde, de Grevelingen en het Veerse Meer de graas door suspensie-eters ingevoerd. Hierdoor worden chlorofyl concentraties op relatief lage waarden gehouden. Daar waar chlorofyl nog steeds te hoog is en de extinctie in de juiste orde ligt, is de Bloom-diepte aangepast. • Tot slot is in de bekkens waar de berekende fosfaatconcentraties sterk afwijken van de metingen de fosfaatnaleveringsflux opgedrukt. Deze is per bekken geschaald, waarbij als basis de flux voor het Volkerak-Zoommeer is gebruikt.
2–10
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Figuur 2.8
WL | Delft Hydraulics
Q4435
december 2007
Gebiedsschematisatie in het Delta-model voor de zuidwestelijke delta
2–11
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
3
Q4435
december 2007
Presentatiemogelijkheden middels kentallen en balansen
De uitkomsten van de simulaties voor de situatie in het ‘referentiejaar’ in de Deltabekkens worden op verschillende manieren gepresenteerd. Allereerst komen enkele kentallen per bekken aan bod. Vervolgens worden de concentraties van de diverse stoffen besproken en vergeleken met metingen op een aantal calibratielocaties. Tot slot worden per deltabekken balansen gepresenteerd. Omdat in de stagnante bekkens de invloed van de waterbodem van groot belang is wordt ook een balans van de bodem besproken.
3.1
Kentallen per bekken
Voor ieder bekken worden een aantal kentallen berekend. Deze kentallen geven in één oogopslag de status van het bekken weer. De volgende kentallen komen aan bod: • • • • • • •
Oppervlakte in hectare en volume in Mm3. Verblijftijd in dagen. Belasting zoetwater in m3/s. Effectieve zoutwater flux in m3/s. Primaire productie en gemiddelde algenbiomassa in g C/m2/jaar. Algen turn-over per dag. Aandeel graas in de mortaliteit van algen.
3.2
Concentraties van gemodelleerde stoffen
Voor ieder deltabekken wordt een aantal stoffen beschouwd. Deze worden per bekken vergeleken met een gemeten maandgemiddelde concentratie over de periode 2000-2005.
Chloride Allereerst wordt gekeken naar de chlorideconcentratie. Dit is een belangrijke indicator voor de mengverhouding tussen zoet (nutriëntrijk) water en zout (nutriëntarm) water. De verhouding tussen deze twee soorten water is van groot belang voor het functioneren van het watersysteem.
Stikstof Per bekken worden totaal stikstof en vrij beschikbaar stikstof beschouwd. Stikstof heeft in de zoute bekkens een directe relatie met saliniteit / chloride (zie ook Figuur 2.6). Zeewater bevat lage concentraties stikstof, terwijl over het algemeen het zoete water uit de polders en de rivieren rijk aan stikstof is.
WL | Delft Hydraulics
3–1
december 2007
Q4435
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Fosfaat Fosfaat is (naast stikstof) een belangrijke meststof voor algen, waarbij zowel totaal fosfaat als orthofosfaat aan bod komt. De nalevering vanuit de waterbodem speelt een belangrijke rol in het Deltagebied.
Zwevend stof en extinctie Zwevend stof bepaalt voor een belangrijk deel de totale extinctie van licht in het water. Beschouwing van de relatie tussen zwevend stof en extinctie is noodzakelijk om inzicht te kunnen krijgen in het effect ervan op de mogelijke productie.
Chlorofyl-a Chlorofyl-a is een belangrijke maat voor de omvang van een algenbloei. In het Delta-model worden momenteel 6 soorten algen beschouwd, variërend van diatomeeën tot groen- en blauwwieren. Daarbij worden zowel zoet- als zoutwateralgen gesimuleerd.
3.3
Water- en stofbalansen
Opbouw waterbalans De waterbalans is opgebouwd uit de belangrijkste hoeveelheden water die een bekken in- en uitstromen. Voor de zoute bekkens zijn de uitwisselingen met de Noordzee apart behandeld. Dit is gedaan omdat het “verversingsdebiet” vanuit de Noordzee vaak lager is dan het in- en uitgaande getijvolume. Het zoute verversingsdebiet wordt bepaald uit het zoetwaterdebiet en de (gecalibreerde) zoet-zout mengverhouding per bekken. De verhouding tussen het verversingsdebiet en het getijvolume is de effectiviteit van de uitwisseling met de Noordzee. Deze effectiviteit is hel laag bij een open getijmonding (2,5% in Westerschelde en Oosterschelde) en veel hoger bij een doorlaatmiddel (30% in Grevelingen). Om de verblijftijd van de verschillende bekkens te bepalen is aan iedere “zoete” bron een conservatieve tracer (cTR1) toegevoegd. De zoete bronnen zijn de polderlozingen en de rivierafvoeren. Daarmee is het zoetwatervolume per bekken te bepalen, waaruit vervolgens de effectieve verblijftijd is afgeleid. De effectieve verblijftijd is als volgt gedefinieerd:
VBTeff =
Volumezoet Qzoet
Het zoetwater volume per bekken is bepaald door:
Volumezoet = cTR1*Volumetotaal
3–2
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
december 2007
Waarbij cTR1 de bekkengemiddelde concentratie van de conservatieve tracer over het referentiejaar is. In de concentratie van de conservatieve tracer wordt de verhouding tussen zoet en zout water verdisconteerd. Uit de effectieve verblijftijd is vervolgens de effectieve doorspoeling af te leiden volgens:
Doorspoeling eff =
Volumetotaal VBTeff
In de zoute estuariene bekkens is vervolgens ook de effectieve zoutwaterflux berekend:
Zoutwaterfluxeff = Doorspoeling eff − Qzoet In de waterbalans worden voor de zoute bekkens de effectieve uitwisselingsdebieten met de Noordzee weergegeven. Opbouw van de waterbalans. De eenheid is jaargemiddeld debiet in m3/s
Tabel 3.1
Term Regionale lozingen Transport van en naar andere bekkens Restterm / Berging
Stoffen Water Water Water
Omschrijving Alle polderlozingen rechtstreeks op het deltabekken Uitwisseling van water met andere bekkens in het Deltagebied of met de Noordzee, de Schelde en de Maas/Rijn Verschil in watervolume over een balansperiode van een jaar.
Stofbalansen (waterfase) De stofbalansen zijn opgezet voor totaal fosfaat en voor totaal stikstof. In deze balans worden de regionale lozingen en het transport van stof vanuit andere deltabekkens meegenomen. Naast de transport-termen spelen de uitwisseling met de bodem en processen zoals graas en denitrificatie een belangrijke rol. De balansen worden per verblijftijdsperiode weergegeven zodat deze onderling vergelijkbaar zijn. Deze is eerder met behulp van zoetwatervolume en zoet-zout mengverhouding per bekken bepaald. Tabel 3.2
Opbouw van de stofbalans voor de waterfase. Termen zijn in g/m2/verblijftijdsperiode
Term Regionale lozingen Transport andere bekkens Denitrificatie Graas
Mineralisatie bodem Sedimentatie P-nalevering Restterm / Berging
WL | Delft Hydraulics
Stoffen TotN en TotP TotN en TotP TotN TotN en TotP TotN en TotP TotN en TotP TotP TotN en TotP
Omschrijving Alle polderlozingen rechtstreeks op het deltabekken. Uitwisseling van water met andere bekkens in het Deltagebied, zoals de Noordzee of de Schelde. Denitrificatie. Verdwijnpost van stikstof naar de atmosfeer. Verdwijnpost voor totaal fosfaat en totaal stikstof uit de waterfase. Algen worden begraasd en komen beschikbaar als detritus in de bodem, of worden omgezet in biomassa mosselen. Bronterm. Afbraak van organisch materiaal in de waterbodem komt weer beschikbaar in de waterfase. Door sedimentatie van algendetritus ontstaat een verdwijnpost uit de waterfase. Dit materiaal komt later beschikbaar door mineralisatie. Middels een ‘forcing functie’, opgedrukt om de snelle nalevering en vastlegging van fosfaat uit te bodem weer te geven. Verschil in massa over een balansperiode van één jaar of één verblijftijd.
3–3
december 2007
Q4435
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Stofbalansen (bodemfase) Voor totaal stikstof en totaal fosfaat wordt ook een bodembalans bijgehouden. Per balans komen de uitwisselingen met de waterfase aan de orde. Daarnaast is het aandeel van graas (faeces) opgenomen. De laatste term bevat de retentie in de bodem. Tabel 3.3
Opbouw van de stofbalans voor de bodem. Termen zijn in g/m2/verblijftijdsperiode
Term Mineralisatie bodem Sedimentatie Resuspensie
Graas faeces (biodepositie) Retentie bodem Desorptie
Restterm / Berging
2.
Stoffen TotN en TotP TotN en TotP TotN en TotP TotN en TotP TotN en TotP TotP
TotN en TotP
Omschrijving Verdwijnterm. Afbraak van organisch materiaal in de waterbodem komt weer beschikbaar in de waterfase. Door sedimentatie van algen detritus ontstaat een bronterm in de bodemfase. Resuspensie van bodemmateriaal is opgenomen in de balans als verdwijnterm voor de waterbodem. In het huidige Delta-model is resuspensie niet meegenomen als procesterm. Biodepositie van (pseudo faeces) door grazers. Verdwijnterm in de bodem, waarbij materiaal in de bodem vastgelegd wordt en niet meer actief beschikbaar is. Eerste orde functie waarbij door desorptie processen fosfaat vrijkomt uit de bodem. In het huidige Delta-model is desorptie niet meegenomen als proces.2 Verschil in bodemmassa over een balansperiode van één jaar of één verblijftijd.
In de toekomst kan desorptie gebruikt worden voor een betere beschrijving voor de fosfaatnalevering en vastlegging vanuit de waterbodem. Dit proces zal dan de huidige ‘forcing functie’ vervangen.
3–4
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
4
Q4435
december 2007
Resultaten per deltabekken
In dit hoofdstuk worden de resultaten die met de nieuwe versie van het Delta-model voor het referentiejaar zijn verkregen per deltabekken gepresenteerd.
4.1
Hollandsch Diep
De resultaten in het Hollandsch Diep worden beschouwd op basis van het meetpunt Bovensluis. De waterkwaliteit wordt daar bepaald door de kwaliteit van het Rijn- en het Maaswater. De verblijftijd is met gemiddeld 4 dagen vrij kort. Door de korte verblijftijd krijgen waterkwaliteitsprocessen over het algemeen weinig kans zich te manifesteren. Alleen sedimentatie van zwevend stof (met daaraan geadsorbeerd fosfaat) speelt een significante rol in het Hollandsch Diep. Tabel 4.1
Kentallen van het Hollandsch Diep (referentiejaar)
Kental Oppervlak Volume Verblijftijd Belasting zoetwater Primaire productie (P) Gem. Algenbiomassa (B) Turn-over (P/B) Graas van Algen Mortaliteit van Algen
Waarde
Eenheid
3926 280 4 921.9 175 1.6 0.29 0 100%
ha Mm3 dag(en) m3/s g C/m2 jaar g C/m2 1/dag % %
Waterbalans In Tabel 4.2 is de waterbalans weergegeven voor het Hollandsch Diep. Rijn en Maas zijn de belangrijkste bronnen voor Hollandsch Diep. Bijna al het water stroomt vervolgens door naar het Haringvliet. Slechts 1% van het water komt in het Volkerak terecht via de Volkerak sluizen. Tabel 4.2
Waterbalans voor het Hollandsch Diep - jaargemiddeld debiet in m3/s (referentiejaar)
Term
Vanuit
Naar
Vanuit %
Naar %
Regionale lozingen Rijn-Maas Krammer-Volkerak Haringvliet Restterm / berging
0.00 921.89 0.00 0.00 0.00 921.89
0.00 0.00 6.20 915.48 0.21 921.89
0% 100% 0% 0% 0% 100%
0% 0% 1% 99% 0% 100%
Som
WL | Delft Hydraulics
4–1
december 2007
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
Concentraties Zwevend Stof in: Hollandsch Diep 25
160
20
Zwevend stof (mg/l)
Chloride (mg/l)
Chloride in: Hollandsch Diep 200
120 80 40
15 10 5
0 jan
mrt
mei
jul
sep
nov
0 jan
mrt
Conservatief
Conservatief
Processen
-
Meting
Meting
nov
Kental
4.5
4.5
4
4
3.5
3.5 DIN (mg/l)
Totaal Stikstof (mg N/l)
-
sep
DIN in: Hollandsch Diep
5
3 2.5 2
3 2.5 2 1.5
1.5
1
1
0.5
0.5
0
0 jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
jan
nov
mrt
Conservatief
Kental
Totaal Fosfaat in: Hollandsch Diep
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Ortho Fosfaat in: Hollandsch Diep
0.3
0.14
0.25
0.12 0.1
0.2
PO4 (mg/l)
Totaal Fosfaat (mg P/l)
Processen
jul
Kental
Totaal stikstof in: Hollandsch Diep
0.15 0.1
0.08 0.06 0.04
0.05
0.02 0
0 jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
jan
nov
mrt
Conservatief
Kental
Extinctie in: Hollandsch Diep
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Chlorofyl-a in: Hollandsch Diep 25
3 2.5
20 Chlorofyl-a (mg/l)
Extinctie (m)
mei
2 1.5 1
15 10 5
0.5
0
0 jan
mrt
Conservatief
Figuur 4.1
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
Kental
nov
jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Concentraties in het Hollandsch Diep. Grafieken bevatten modelsimulaties met en zonder processen (conservatief). De resultaten worden vergeleken met het langjarig maandgemiddelde kental voor de periode 2000-2005
De chlorideconcentratie wordt in het Hollandsch Diep vooral bepaald door de concentraties vanuit Rijn en Maas. Het model vertoont een goede fit ten opzichte van de metingen. Zwevend stof wordt door het model in overeenstemming met de metingen berekend. In de winter wordt bij hoge afvoeren een hogere zwevend stof gehalte waargenomen. Een deel 4–2
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
december 2007
van het zwevend stof sedimenteert in het Hollandsch Diep door de afnemende stroomsnelheden. Ook de stikstof en fosfaat concentraties van model en meting komen goed overeen. Het verloop van de totaal stikstofconcentratie is goed. Een groot deel van het stikstof is vrij beschikbaar voor algen. Hetzelfde geldt voor fosfaat. Beide nutriënten zijn niet limiterend voor de algengroei. De berekende chlorofyl-a piekconcentraties liggen in de juiste orde van grootte, al wordt de voorjaarspiek in het model onderschat. In het najaar overschat het model de chlorofyl-a concentraties.
Stikstof balans De massabalans voor totaal stikstof bevestigt dat het Hollandsch Diep transport gedomineerd is. Een groot deel van het stikstof wordt aangevoerd vanuit de Rijn en de Maas en doorgevoerd naar het Haringvliet. Een klein deel stroomt via de Volkeraksluizen het Volkerak in. Processen als denitrificatie en sedimentatie zijn niet significant. Tabel 4.3
Totaal stikstof in de waterfase voor het Hollandsch Diep (in gram per m2 per verblijftijdsperiode)
Term
Type
Regionale lozingen Rijn-Maas Krammer-Volkerak Haringvliet Denitrificatie Graas Mineralisatie bodem Sedimentatie Restterm / berging water
Lozingen Transport Transport Transport Proces Proces Proces Proces Sluitpost Som
Vanuit
Naar
Vanuit %
Naar %
0.00 26.53 0.00 0.00 0.00 0.00 0.13 0.00 0.03 26.69
0.00 0.00 0.15 26.06 0.37 0.00 0.00 0.12 0.00 26.69
0% 99% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 100%
0% 0% 1% 98% 1% 0% 0% 0% 0% 100%
Fosfaat balans Voor fosfaat geld hetzelfde als voor stikstof, namelijk dat transport de dominante term in de balans is (zie Tabel 4.4). Toch is de invloed van sedimentatie op het geadsorbeerde fosfaat met 8% behoorlijk groot. Dit fosfaat wordt opgeslagen in de bodem en komt niet meer beschikbaar. Tabel 4.4
Totaal fosfaat in de waterfase voor het Hollandsch Diep (in gram per m2 per verblijftijdsperiode)
Term Regionale lozingen Noordzee Rijn-Maas Krammer-Volkerak Haringvliet Graas Mineralisatie bodem Sedimentatie P-nalevering Restterm / berging water
WL | Delft Hydraulics
Type
Vanuit
Naar
Vanuit %
Naar %
Lozingen Transport Transport Transport Transport Proces Proces Proces Proces Sluitpost Som
0.00 0.00 1.18 0.00 0.00 0.00 0.01 0.00 0.00 0.00 1.18
0.00 0.00 0.00 0.01 1.08 0.00 0.00 0.09 0.00 0.00 1.18
0% 0% 99% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 0% 100%
0% 0% 0% 1% 92% 0% 0% 8% 0% 0% 100%
4–3
december 2007
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
Aangezien de invloed van de bodem minimaal is worden beide bodembalansen hier niet getoond. In bijlage C–1 zijn de volledige balansen voor zowel bodem als water voor het Hollandsch Diep opgenomen.
4.2
Haringvliet
Het Haringvliet is net als het Hollandsch Diep sterk transport gedomineerd. De waterkwaliteit wordt in grote mate bepaald door de kwaliteit van het instromende water vanuit het Hollandsch Diep. Waterkwaliteitsprocessen spelen hier bijna geen rol door de geringe gemiddelde verblijftijd van 7 dagen. De primaire productie is zeer laag. Het gebruikte meetpunt voor de Haringvliet ligt bij de Haringvlietsluizen. Tabel 4.5
Kentallen voor het Haringvliet
Kental Oppervlak Volume Verblijftijd Belasting zoetwater Bruto zoutwaterflux Eff. zoutwaterflux Eff. zoutwaterflux Primaire productie (P) Gem. Algenbiomassa (B) Turn-over (P/B) Graas van Algen Mortaliteit van Algen
Waarde
Eenheid
8250 545 7 915.5 4.6 0.0 0.1 20 1.0 0.05 0 100
ha Mm3 dag(en) m3/s m3/s m3/s % g C/m2 jaar g C/m2 1/dag % %
Waterbalans De waterbalans van het Haringvliet geeft duidelijk weer dat de instroom van water volledig afkomstig is uit het Hollandsch Diep en dus water uit Maas en Rijn is. Er zijn geen regionale lozingen rechtstreeks op het Haringvliet in het Delta-model. Vanuit het Haringvliet stroomt het water voor het grootste deel via de sluizen naar de Noordzee. Ongeveer 15% van de uitstroming vindt plaats via het Spui. Tabel 4.6
Waterbalans voor de Haringvliet - jaargemiddeld debiet in m3/s (referentiejaar)
Term
Vanuit
Naar
Vanuit %
Naar %
Regionale lozingen Noordzee Hollandsch Diep Spui Restterm / berging
0.00 0.00 915.48 0.00 0.00 915.48
0.00 776.58 0.00 138.48 0.39 915.46
0% 0% 100% 0% 0% 100%
0% 85% 0% 15% 0% 100%
Som
4–4
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
december 2007
Concentraties Zwevend Stof in: Haringvliet
Chloride in: Haringvliet 200
20 18 Zwevend stof (mg/l)
Chloride (mg/l)
160 120 80 40 0
16 14 12 10 8 6 4 2
jan
mrt
mei
jul
sep
nov
0 jan
mrt
Conservatief
Conservatief
Processen
-
Meting
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Kental
DIN in: Haringvliet
Totaal stikstof in: Haringvliet 4.5
5 4.5
4
4
3.5
3.5 DIN (mg/l)
Totaal Stikstof (mg N/l)
mei
Processen
3 2.5 2 1.5
3 2.5 2 1.5 1
1
0.5
0.5
0
0 jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
jan
nov
mrt
Conservatief
Kental
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Ortho Fosfaat in: Haringvliet
Totaal Fosfaat in: Haringvliet 0.14
0.25
0.1 PO4 (mg/l)
Totaal Fosfaat (mg P/l)
0.12
0.2 0.15 0.1
0.08 0.06 0.04
0.05
0.02 0
0 jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
jan
nov
mrt
Conservatief
Kental
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Chlorofyl-a in: Haringvliet
Extinctie in: Haringvliet 2.5
18 16 14 Chlorofyl-a (mg/l)
Extinctie (m)
2 1.5 1
12 10 8 6 4
0.5
2 0
0 jan
mrt
Conservatief
Figuur 4.2
WL | Delft Hydraulics
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Concentraties in het Haringvliet
4–5
december 2007
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
Het verloop van de chlorideconcentratie in het Haringvliet is vergelijkbaar met de chlorideconcentratie van het Hollandsch Diep. Ook de zwevend stof concentratie vertoont een zelfde patroon, al zijn de concentraties een fractie lager. Dit is te verklaren door de sedimentatie van zwevend stof in het Hollandsch Diep en het Haringvliet. De metingen geven deze trend ook weer. De metingen van totaal stikstof worden door het model goed gereproduceerd. Van opgelost anorganisch stikstof (DIN) zijn in het Haringvliet helaas geen metingen beschikbaar. Het verloop van de fosfaatfracties komt goed overeen met de metingen. De gesimuleerde chlorofyl-a concentraties liggen in de juiste orde van grootte. De gemiddelde concentraties zijn met 15 μg/l erg laag te noemen. De concentraties van chlorofyl-a zijn vergelijkbaar met die in het Hollandsch Diep. In het Haringvliet is dan ook geen omvangrijke primaire productie, hetgeen wordt geïllustreerd door de kentallen (Tabel 4.5). In het Haringvliet spelen waterkwaliteitsprocessen nauwelijks een rol. De verschillen tussen de conservatieve berekening en de berekening met processen zijn vanwege de korte verblijftijd minimaal.
Stikstof balans In de balans voor totaal stikstof in het Haringvliet blijkt ook dat transport de dominante term is. Denitrificatie en sedimentatie spelen een zeer kleine rol, al hebben deze meer invloed dan in het Hollandsch Diep. Tabel 4.7
Totaal stikstof in de waterfase voor het Haringvliet (in gram per m2 per verblijftijdsperiode)
Term Regionale lozingen Noordzee Hollandsch Diep Spui Overig Denitrificatie Graas Mineralisatie bodem Sedimentatie Restterm / berging water
Type
Vanuit
Naar
Vanuit %
Naar %
Lozingen Transport Transport Transport Transport Proces Proces Proces Proces Sluitpost Som
0.00 0.00 24.28 0.00 0.00 0.00 0.00 0.17 0.00 0.08 24.53
0.00 20.68 0.00 2.98 0.00 0.71 0.00 0.00 0.16 0.00 24.53
0% 0% 99% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 100%
0% 84% 0% 12% 0% 3% 0% 0% 1% 0% 100%
Fosfaat balans Ook de balans voor totaal fosfaat laat zien dat transport overheerst. Naast de transporttermen speelt sedimentatie van geadsorbeerd fosfaat een kleine rol. Van het gesedimenteerde fosfaat komt slechts een klein deel terug in de waterfase door mineralisatie.
4–6
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Tabel 4.8
december 2007
Totaal fosfaat in de waterfase voor het Haringvliet (in gram per m2 per verblijftijdsperiode)
Term
Type
Regionale lozingen Noordzee Hollandsch Diep Rijn-Maas Overig Graas Mineralisatie bodem Sedimentatie P-nalevering Restterm / berging water
4.3
Q4435
Lozingen Transport Transport Transport Transport Proces Proces Proces Proces Sluitpost Som
Vanuit
Naar
Vanuit %
Naar %
0.00 0.00 1.01 0.00 0.00 0.00 0.01 0.00 0.00 0.00 1.02
0.00 0.80 0.00 0.15 0.00 0.00 0.00 0.07 0.00 0.00 1.02
0% 0% 99% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 0% 100%
0% 78% 0% 15% 0% 0% 0% 7% 0% 0% 100%
Volkerak
Het Volkerak bevat één meetpunt, namelijk Steenbergen. Het Volkerak kent een relatief lange verblijftijd van ruim 100 dagen. Hierdoor krijgen waterkwaliteit- en ecologische processen de kans zich te manifesteren: primaire productie en algenbiomassa zijn vrij hoog. Tabel 4.9
Kentallen voor het Volkerak
Kental Oppervlak Volume Verblijftijd Belasting zoetwater Primaire productie (P) Gem. Algenbiomassa (B) Turn-over (P/B) Graas van Algen Mortaliteit van Algen
Waarde
Eenheid
4177 219 106 23.5 249 5.4 0.13 0 100
ha Mm3 dag(en) m3/s g C/m2 jaar g C/m2 1/dag % %
Waterbalans Het water in het Volkerak is afkomstig van twee dominante bronnen, namelijk de regionale lozingen en het Hollandsch Diep. Vooral de hoeveelheid water (en nutriënten) vanuit de Dintel speelt een zeer belangrijke rol. Tot slot is er een kleine aanvoerpost vanuit de Oosterschelde in de waterbalans terug te vinden. Dit is het lekverlies bij de Krammersluizen. Het grootste deel van het wateroverschot op het Volkerak wordt afgevoerd naar het Zoommeer. Ongeveer 37% van het water verdwijnt via de Krammersluizen.
WL | Delft Hydraulics
4–7
december 2007
Tabel 4.10
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
Waterbalans voor het Volkerak - jaargemiddeld debiet in m3/s (referentiejaar)
Term
Vanuit
Regionale lozingen Noordzee Oosterschelde Zoommeer Hollandsch Diep Restterm / berging Som
17.29 0.00 0.76 1.42 6.20 0.00 25.68
Naar 0.00 0.00 9.40 16.28 0.00 0.00 25.67
Vanuit % 67% 0% 3% 6% 24% 0% 100%
Naar % 0% 0% 37% 63% 0% 0% 100%
Concentraties De chlorideconcentratie in het Volkerak wordt voor een groot deel bepaald door de aanvoer van water vanuit het Hollandsch Diep en de regionale lozingen. De kleine stroom zout water vanuit de Oosterschelde zorgt echter voor een behoorlijke verhoging in het Volkerak tot ongeveer 300 mg/l bij het meetpunt Steenbergen. Het zwevend stof (minerale fractie) wordt door het model onderschat. Vanuit de regionale lozingen zijn geen gegevens beschikbaar voor zwevend stof. Aannamen voor de concentraties zijn gemaakt. Aangezien de waterstroming stagnant is en de stroomsnelheden laag zijn zullen de zwevend stof deeltjes verder bezinken in het Volkerak. Ook metingen geven aan dat het zwevend stof laag is in het Volkerak, maar de piek aan het eind van de zomer is opvallend. Deze piek heeft dezelfde vorm als de chlorofyl-a concentratie. Een mogelijke verklaring voor de piek in de zwevend stof metingen is dat detritus meegenomen is in de bepaling van het zwevend stof, waarmee de verschillen ten opzichte van de modelsimulaties te verklaren zijn. Stikstof is voor het grootste deel afkomstig vanuit de regionale lozingen, en dan voornamelijk vanuit de Dintel. Het effect op de concentratie in het Volkerak is groot, want concentraties van 7 mg N/l worden in de praktijk gemeten. Het model geeft een lichte overschatting van de concentraties. Dit kan verklaard worden door de hoge belasting vanuit de Brabantse rivieren. In het referentiejaar is het verloop van de fosfaatconcentratie in de Volkerak grillig. De modelresultaten wijken enigszins af van de gemeten totaalfosfaat concentratie. Orthofosfaat wordt iets beter voorspeld door het model, al lijkt de nalevering van fosfaat rond augustus in het model nog iets te groot. Extinctie wordt redelijk goed gemodelleerd, al wijkt het resultaat in de periode mei-juli enigszins af. De oorzaak is de omvangrijke algenbloei die het model in deze periode berekent. De hoge chlorofyl-a concentraties in mei en juni worden niet in de langjarig maandgemiddelde metingen teruggevonden. De gemeten najaarspiek wordt niet door het model gereproduceerd.
4–8
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
december 2007
Stikstof balans De stikstofbalans van de waterbodem geeft duidelijk aan dat het Volkerak een hoog belast systeem is. De regionale lozingen (voornamelijk de Dintel) zorgen voor een sterke belasting van het Volkerak. De invloed van het Hollandsch Diep op de totale balans is beperkt. In het Volkerak krijgen waterkwaliteitsprocessen vanwege de langere verblijftijd ruim de kans. Denitrificatie zorgt voor een verwijdering van 31% van het totaal stikstof. De sedimentatie naar de bodem en mineralisatie vanuit de bodem liggen in dezelfde orde van grootte. Zwevend Stof in: Volkerak 18
480 440 400 360 320 280 240 200 160 120 80 40 0
16 Zwevend stof (mg/l)
Chloride (mg/l)
Chloride in: Volkerak
14 12 10 8 6 4 2
jan
mrt
mei
jul
sep
nov
0 jan
Conservatief
Processen
-
Meting
mrt
mei
Conservatief
Kental
Processen
-
sep
Meting
nov
Kental
DIN in: Volkerak
Totaal stikstof in: Volkerak 10
9
9
8
8
7
7 DIN (mg/l)
Totaal Stikstof (mg N/l)
jul
6 5 4
6 5 4 3
3 2
2
1
1 0
0 jan
mrt
mei
Conservatief
Processen
jul
-
sep
Meting
jan
nov
mrt
mei
Conservatief
Kental
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Ortho Fosfaat in: Volkerak
Totaal Fosfaat in: Volkerak 0.16
0.25
0.12 PO4 (mg/l)
Totaal Fosfaat (mg P/l)
0.14
0.2 0.15 0.1
0.1 0.08 0.06 0.04
0.05
0.02 0
0 jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
jan
nov
mrt
Conservatief
Kental
Extinctie in: Volkerak
-
sep
Meting
nov
Kental
120
2.5
100 Chlorofyl-a (mg/l)
Extinctie (m)
Processen
jul
Chlorofyl-a in: Volkerak
3
2 1.5 1 0.5
80 60 40 20
0
0 jan
mrt
Conservatief
Figuur 4.3 WL | Delft Hydraulics
mei
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
Kental
nov
jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Concentraties in het Volkerak
4–9
december 2007
Tabel 4.11 Term
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
Totaal stikstof in de waterfase in het Volkerak (in gram per m2 per verblijftijdsperiode) Type Vanuit Naar Vanuit % Naar %
Regionale lozingen Noordzee Oosterschelde Zoommeer Hollandsch Diep Denitrificatie Graas Mineralisatie bodem Sedimentatie Restterm / berging water3
Lozingen Transport Transport Transport Transport Proces Proces Proces Proces Sluitpost Som
32.47 0.00 0.18 1.43 4.13 0.00 0.00 5.01 0.00 2.60 45.81
0.00 0.00 9.46 17.06 0.00 14.12 0.00 0.00 5.17 0.00 45.81
71% 0% 0% 3% 9% 0% 0% 11% 0% 6% 100%
0% 0% 21% 37% 0% 31% 0% 0% 11% 0% 100%
Fosfaat balans De balans voor fosfaat laat zien dat de regionale lozingen de grootste invloed hebben op de concentraties in het Volkerak, al is deze invloed minder sterk dan bij stikstof. Daarnaast speelt de waterbodem een grote rol in de balans. Sedimentatie is de belangrijkste verdwijnpost in het model. Bijna 50% van het fosfaat verdwijnt naar de bodem. Een deel daarvan komt terug door mineralisatie. Een ander deel van de aanvoer van fosfaat is de fosfaatnalevering. In de praktijk heeft de fosfaatnalevering en vastlegging een directe relatie met de waterbodem. In de huidige procesformuleringen staat deze los van de waterbodem en wordt de nalevering als een ‘forcing functie’ opgedrukt. Dit betekent dat in het model de bodem zich verder oplaad en zich dus nu als een put gedraagt. Tabel 4.12
Totaal fosfaat in de waterfase voor het Volkerak (in gram per m2 per verblijftijdsperiode)
Term Regionale lozingen Oosterschelde Zoommeer Hollandsch Diep Graas Mineralisatie bodem Sedimentatie P-nalevering Restterm / berging water
3.
Type Lozingen Transport Transport Transport Proces Proces Proces Proces Sluitpost Som
Vanuit
Naar
Vanuit %
Naar %
0.72 0.01 0.04 0.17 0.00 0.33 0.00 0.34 0.00 1.62
0.00 0.29 0.49 0.00 0.00 0.00 0.80 0.00 0.04 1.62
44% 1% 2% 11% 0% 21% 0% 21% 0% 100%
0% 18% 30% 0% 0% 0% 49% 0% 3% 100%
De balans voor stikstof sluit niet geheel. De oorzaak ligt in het feit dat de balans opgesteld is over een periode van half januari tot half december. De begin en eind concentratie zijn nog niet geheel hetzelfde voor deze periode, alhoewel het concentratieverloop wel sluitend is over het gehele jaar.
4–10
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
4.4
Q4435
december 2007
Zoommeer
Het Zoommeer is direct gekoppeld aan het Volkerak via het Eendracht kanaal. In het Zoommeer is geen meetdata beschikbaar. De verblijftijd in het Zoommeer is met 44 dagen redelijk hoog. Als het Volkerak en het Zoommeer als één systeem beschouwd worden, dan is de totale verblijftijd ongeveer 150 dagen. Algenbloei krijgt daardoor een behoorlijke kans. Tabel 4.13
Kentallen voor het Zoommeer
Kental Oppervlak Volume Verblijftijd Belasting zoetwater Primaire productie (P) Gem. Algenbiomassa (B) Turn-over (P/B) Graas van Algen Mortaliteit van Algen
Waarde
Eenheid
1577 64 44 16.4 204 4.6 0.12 0 100
ha Mm3 dag(en) m3/s g C/m2 jaar g C/m2 1/dag % %
Waterbalans De belangrijkste aanvoerpost in de waterbalans van het Zoommeer is het Volkerak. Regionale lozingen beslaan 11% van de totale hoeveelheid water. Het water uit het Zoommeer wordt in zuidelijke richting afgevoerd via de Kreekraksluizen en de Bathse Spuisluis. Tabel 4.14
Waterbalans voor het Zoommeer - jaargemiddeld debiet in m3/s (referentiejaar)
Term Regionale lozingen Westerschelde / Bathse Spuisluis Krammer-Volkerak Kreekraksluizen Restterm / berging Som
Vanuit
Naar
Vanuit %
Naar %
1.76 0.00 16.28 0.00 0.00
0.00 8.57 1.42 8.05 0.00
10% 0% 90% 0% 0%
0% 48% 8% 45% 0%
18.04
18.04
100%
100%
Concentraties De chlorideconcentraties in het Zoommeer liggen iets hoger dan in het Volkerak, maar het verloop van totaal stikstof en DIN vertonen grote overeenkomsten met het Volkerak. Ook het verloop van totaal fosfaat vertoont een grote gelijkenis met het Volkerak, al liggen de waarden voor totaal fosfaat met een piek rond 0,3 mg P/l iets hoger. Een mogelijke oorzaak is de fosfaatnalevering in het Zoommeer die wellicht wat hoog is ingeschat. De omvangrijke algengroei in het Zoommeer vertoont grote overeenkomsten met die in het Volkerak, met chlorofyl-a gehalten tot 100 μg/l.
WL | Delft Hydraulics
4–11
december 2007
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
Stikstof balans De grootste post op de stikstof balans is de aanvoer vanuit het Volkerak. Daarnaast zijn de regionale lozingen en de bodem belangrijke posten in de stikstofbalans. Een groot deel van het stikstof wordt verder afgevoerd via de Kreekraksluizen en via de Bathse spuisluis naar de Westerschelde. Daarnaast wordt 21% van het stikstof door denitrificatie aan het systeem onttrokken. De mineralisatie van de bodem is ongeveer gelijk aan de sedimentatie. Tabel 4.15
Totaal stikstof in de waterfase voor het Zoommeer (in gram per m2 per verblijftijdsperiode)
Term
Type
Regionale lozingen Westerschelde Krammer-Volkerak Kreekraksluizen Denitrificatie Graas Mineralisatie bodem Sedimentatie Restterm / berging water
Lozingen Transport Transport Transport Proces Proces Proces Proces Sluitpost Som
Vanuit
Naar
Vanuit %
Naar %
3.28 0.00 18.92 0.00 0.00 0.00 1.84 0.00 0.62 24.66
0.00 7.97 1.59 8.10 5.09 0.00 0.00 1.92 0.00 24.66
13% 0% 76% 0% 0% 0% 7% 0% 3% 100%
0% 32% 6% 33% 21% 0% 0% 8% 0% 100%
Fosfaat balans De fosfaatbalans geeft aan dat het transport vanuit het Volkerak de belangrijkste aanvoer post is. Daarnaast spelen de mineralisatie en de nalevering van de bodem een belangrijke rol. De regionale lozingen zijn met 16% significant te noemen. Een groot deel van het fosfaat wordt afgevoerd via de Kreekraksluizen en de Bathse spuisluis. Ongeveer een kwart van het fosfaat sedimenteert naar de bodem. Tabel 4.16
Totaal fosfaat in de waterfase voor het Zoommeer (in gram per m2 per verblijftijdsperiode)
Term Regionale lozingen Westerschelde Krammer-Volkerak Kreekraksluizen Graas Mineralisatie bodem Sedimentatie P-nalevering Restterm / berging water
4–12
Type
Vanuit
Naar
Vanuit %
Naar %
Lozingen Transport Transport Transport Proces Proces Proces Proces Sluitpost Som
0.16 0.00 0.54 0.00 0.00 0.14 0.00 0.14 0.00 0.99
0.00 0.33 0.04 0.36 0.00 0.00 0.24 0.00 0.02 0.99
16% 0% 55% 0% 0% 15% 0% 15% 0% 100%
0% 33% 4% 36% 0% 0% 24% 0% 2% 100%
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
december 2007
Zwevend Stof in: Zoommeer 3
480 440 400 360 320 280 240 200 160 120 80 40 0
2.5 Zwevend stof (mg/l)
Chloride (mg/l)
Chloride in: Zoommeer
2 1.5 1 0.5
jan
mrt
mei
jul
sep
nov
0 jan
mrt
Conservatief
Conservatief
Processen
-
Meting
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Kental
DIN in: Zoommeer
Totaal stikstof in: Zoommeer 10
8
9
7
8
6
7 DIN (mg/l)
Totaal Stikstof (mg N/l)
mei
6 5 4 3
5 4 3 2
2
1
1
0
0 jan
mrt
Conservatief
mei
jul
Processen
-
sep
Meting
jan
nov
mrt
mei
Conservatief
Kental
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Ortho Fosfaat in: Zoommeer
Totaal Fosfaat in: Zoommeer 0.35
0.25 0.2 PO4 (mg/l)
Totaal Fosfaat (mg P/l)
0.3 0.25 0.2 0.15
0.15 0.1
0.1
0.05
0.05 0
0 jan
mrt
Conservatief
mei
jul
Processen
-
sep
Meting
nov
jan
Kental
mrt
Conservatief
120
2
100
1.5 1 0.5
-
sep
Meting
nov
Kental
80 60 40 20
0
0 jan
mrt
Conservatief
Figuur 4.4
WL | Delft Hydraulics
Processen
jul
Chlorofyl-a in: Zoommeer
2.5
Chlorofyl-a (mg/l)
Extinctie (m)
Extinctie in: Zoommeer
mei
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Concentraties in het Zoommeer
4–13
december 2007
4.5
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
Grevelingen
De Grevelingen is een “zelfstandig” bekken in het Delta-model. De enige connectie met buitenwater is de Noordzee via de Brouwersluis. De uitwisseling bedraagt daggemiddeld ruim 100 m3/s. Op basis van de verhouding zout en zout water kan de “efficiëntie” van de Brouwersluis geschat worden. De efficiëntie is een maat voor de fractie van het uitwisselingsdebiet dat daadwerkelijk bijdraagt aan de verversing van het bekken. Deze bedraagt ongeveer 30%. In andere woorden, van het uitwisselingsdebiet blijft 30% voor langere tijd achter in de Grevelingen. De overige 70% zal bij eb weer direct terugstromen naar de Noordzee en zal niet bijdragen aan het verversen van de Grevelingen. De verblijftijd in de Grevelingen is met 229 dagen erg hoog. Dit zorgt mede voor een hoge primaire productie. De algengroei wordt sterk gecontroleerd door graas, waarbij naar schatting bijna de helft van de algen door graas uit het watersysteem gefilterd wordt. Voor de Grevelingen is het meetpunt Dreischor gebruikt voor de calibratie en analyse. Tabel 4.17
Kentallen voor de Grevelingen
Kental Oppervlak Volume Verblijftijd Belasting zoetwater Bruto zoutwaterflux Eff. zoutwaterflux Eff. zoutwaterflux Primaire productie (P) Gem. Algenbiomassa (B) Turn-over (P/B) Graas van Algen Mortaliteit van Algen
Waarde
Eenheid
12232 722 229 4.3 106.5 32.2 30.2 572 3.2 0.49 51 49
ha Mm3 dag(en) m3/s m3/s m3/s % g C/m2 jaar g C/m2 1/dag % %
Waterbalans De Grevelingen is een vrij autonoom watersysteem dat in beperkte mate wordt ververst met water vanuit de Noordzee. In Tabel 4.18 is de waterbalans weergegeven. De uitwisselingsterm met de Noordzee is gecorrigeerd voor de efficiëntie. De regionale lozingen beslaan slechts 12% van de totale hoeveelheid water die de Grevelingen binnenstroomt. Een groot aandeel hiervan is directe neerslag op het bekken. Tabel 4.18
Waterbalans voor de Grevelingen - jaargemiddeld debiet in m3/s (referentiejaar)
Term Regionale lozingen Noordzee Restterm / berging Som
4–14
Vanuit
Naar
Vanuit %
Naar %
4.29 32.19 0.00 36.48
0.00 36.34 0.15 36.49
12% 88% 0% 100%
0% 100% 0% 100%
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
december 2007
Concentraties De chlorideconcentraties in de Grevelingen liggen rond de 16500 mg/l, wat bijna overeenkomt met de zeewaterconcentratie. In de zomer liggen de waarden iets hoger door de invloed van verdamping. Het zwevend stof is in de Grevelingen nauwelijks terug te vinden. Het model onderschat weliswaar de concentratie, maar het effect op de extinctie is verwaarloosbaar klein. Totaal stikstof en DIN concentraties zijn laag, zelfs lager dan de concentraties in de Noordzee. In de zomer treedt in het model van april tot en met oktober stikstof limitatie op. De metingen geven ook aan dat het vrije stikstof uitgeput raakt, al is die periode wat korter en begint deze pas in mei. Ook de totaal fosfaat en de orthofosfaatconcentraties zijn laag. Het model komt vrij goed in de buurt van de metingen voor totaal fosfaat. Het vrije orthofosfaat wordt minder goed beschreven al is het verloop redelijk goed. De gemodelleerde extinctie sluit goed aan op de metingen. Eind februari geeft het model een piek aan. Deze piek is afkomstig vanuit de algen. De chlorofyl-a concentratie wordt door het model enigszins overschat. Vooral in het voor- en najaar is de algenbloei te sterk in het model. In de zomermaanden wordt de algenbloei gelimiteerd door de beschikbare hoeveelheid nutriënten en de graas. De graasdruk in de Grevelingen zou in de praktijk hoger kunnen liggen dan nu aangenomen is in het model. Een verhoging van de graasdruk zal leiden tot lagere chlorofylconcentraties en tot een snellere turn-over van algen, fosfaat en stikstof.
Stikstof balans Graas is de dominante factor in de stikstofbalans voor de Grevelingen. Door graas wordt een groot deel van de algen en het detritus gefilterd en komt terug in het watersysteem of in de waterbodem. Daar zal het materiaal langzaam mineraliseren en terug in de waterfase komen. Deze kringloop is duidelijk zichtbaar in de stikstofbalans voor de waterfase en voor de bodemfase. Een andere dominante post is sedimentatie, waardoor uiteindelijk 37% van het stikstof wordt verwijderd. Denitrificatie speelt nauwelijks een rol. De oorzaak ligt in het feit dat er nauwelijks vrij beschikbaar stikstof aanwezig is in de Grevelingen. Het kleine beetje dat beschikbaar is wordt direct opgenomen door algen. Belastingen van stikstof op de Grevelingen vanuit directe lozingen en de Noordzee zijn klein. De totale externe belasting voor de Grevelingen is ongeveer 10%. Opvallend is dat er netto geen stikstof wordt afgevoerd naar de Noordzee omdat de Grevelingen een lagere stikstof concentratie heeft.
WL | Delft Hydraulics
4–15
december 2007
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
Zwevend Stof in: Dreischor
19000
4
18500
3.5
18000
Zwevend stof (mg/l)
Chloride (mg/l)
Chloride in: Dreischor
17500 17000 16500 16000 15500
3 2.5 2 1.5 1 0.5
15000 jan
mrt
mei
jul
sep
nov
0 jan
Conservatief
Processen
-
Meting
mrt
mei
Conservatief
Kental
Processen
-
sep
Meting
nov
Kental
DIN in: Dreischor
Totaal stikstof in: Dreischor 1
0.8
0.9
0.7
0.8
0.6
0.7 DIN (mg/l)
Totaal Stikstof (mg N/l)
jul
0.6 0.5 0.4 0.3
0.5 0.4 0.3 0.2
0.2 0.1
0.1
0
0 jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
jan
nov
mrt
mei
Conservatief
Kental
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Ortho Fosfaat in: Dreischor
Totaal Fosfaat in: Dreischor 0.06
0.1
0.05
0.08 0.07 PO4 (mg/l)
Totaal Fosfaat (mg P/l)
0.09
0.06 0.05 0.04 0.03 0.02
0.04 0.03 0.02 0.01
0.01 0
0 jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
jan
nov
mrt
Conservatief
Kental
mei
jul
Processen
-
sep
Meting
nov
Kental
Chlorofyl-a in: Dreischor
Extinctie in: Dreischor 25
0.9 0.8
20 Chlorofyl-a (mg/l)
Extinctie (m)
0.7 0.6 0.5 0.4 0.3 0.2
15 10 5
0.1 0
0 jan
mrt
Conservatief
Figuur 4.5
4–16
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Concentraties in de Grevelingen
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Tabel 4.19
Q4435
december 2007
Totaal stikstof in de waterfase voor het Grevelingen (in gram per m2 per verblijftijdsperiode)
Term Regionale lozingen Noordzee Denitrificatie Graas Mineralisatie bodem Sedimentatie Restterm / berging water
Type
Vanuit
Naar
Vanuit %
Naar %
Lozingen Transport Proces Proces Proces Proces Sluitpost Som
1.93 0.80 0.00 0.00 24.67 0.00 0.66 28.06
0.00 0.00 0.57 16.97 0.00 10.52 0.00 28.06
7% 3% 0% 0% 88% 0% 2% 100%
0% 0% 2% 60% 0% 37% 0% 100%
Aangezien de bodem een belangrijke rol speelt in de Grevelingen wordt ook de balans voor de waterbodem gepresenteerd (Tabel 4.21). De belangrijkste ingaande bronnen voor de bodem zijn sedimentatie en graas. Mineralisatie is de belangrijkste uitgaande term in de balans. Een klein deel 6% wordt definitief vastgelegd in de bodem. Tabel 4.20
Totaal stikstof in de waterbodem voor de Grevelingen (in gram per m2 per verblijftijdsperiode)
Term
Type
Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas faeces Retentie bodem Restterm / berging bodem
Proces Proces Proces Proces Proces Sluitpost Som
In
Uit
In %
Uit %
0.00 10.52 0.00 16.01 0.00 0.00 26.53
24.67 0.00 0.00 0.00 1.51 0.35 26.53
0% 40% 0% 60% 0% 0% 100%
93% 0% 0% 0% 6% 1% 100%
Fosfaat balans De fosfaat balans in de Grevelingen wordt ook gedomineerd door de bodem. De grootste posten zijn graas en sedimentatie. Een groot deel komt uiteindelijk terug vanuit de bodem door mineralisatie. Netto importeert neemt de Grevelingen dus fosfaat in vanuit de Noordzee. Een deel wordt uiteindelijk vastgelegd in de bodem. Tabel 4.21
Totaal fosfaat in de waterfase voor het Grevelingen(in gram per m2 per verblijftijdsperiode)
Term Regionale lozingen Noordzee Graas Mineralisatie bodem Sedimentatie P-nalevering Restterm / berging water
WL | Delft Hydraulics
Type
Vanuit
Naar
Vanuit %
Naar %
Lozingen Transport Proces Proces Proces Proces Sluitpost Som
0.20 0.02 0.00 3.12 0.00 0.18 0.01 3.54
0.00 0.00 2.17 0.00 1.38 0.00 0.00 3.54
6% 1% 0% 88% 0% 5% 0% 100%
0% 0% 61% 0% 39% 0% 0% 100%
4–17
december 2007
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
De fosfaat balans voor de bodem geeft aan hoe belangrijk de bodem is in de totale balans. Hier komen de grote posten mineralisatie, graas en sedimentatie terug. In totaal wordt ongeveer 6% vastgelegd in de bodem. Water en bodem zijn goed op elkaar ingespeeld. De retentie in de bodem is nagenoeg even groot als de externe belastingen op de Grevelingen. Tabel 4.22
Totaal fosfaat in de waterbodem voor het Grevelingen (in gram per m2 per verblijftijdsperiode)
Term
Type
Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas faeces Retentie bodem Desorptie Restterm / berging bodem
4.6
Proces Proces Proces Proces Proces Proces Sluitpost Som
Vanuit
Naar
Vanuit %
Naar %
0.00 1.38 0.00 2.03 0.00 0.00 0.00 3.40
3.12 0.00 0.00 0.00 0.20 0.00 0.08 3.40
0% 40% 0% 60% 0% 0% 0% 100%
92% 0% 0% 0% 6% 0% 2% 100%
Veerse Meer
Het Veerse Meer is vanaf juni 2004 weer zout geworden door openstelling van de Kaste Heule. In de referentie situatie wordt met een opengestelde Katse Heule gerekend. De modelresultaten worden dan ook vergeleken met metingen na juni 2004. Het gebruikte meetpunt in het Veerse Meer is Soelerkerkepolder Oost. De Katse Heule heeft een behoorlijke invloed op de nutriëntenhuishouding. Door de Katse Heule is de verblijftijd verkort tot 187 dagen. In het ééndimensionale modelinstrumentarium blijkt de efficiëntie van de Katse Heule met 11% niet hoog te zijn. Slechts 4 m3/s van de 35 m3/s uitwisseling bij de Katse Heule draagt bij aan de verversing van het Veerse Meer. De uitwisselingshoeveelheid is in het model geschat op 40 m3/s daggemiddeld in de zomer en 25 m3/s daggemiddeld in de winter. Praktijk waarnemingen geven een ander beeld. Na evaluatie van de Katse Heule blijkt dat door de diepe geulen het zoute water van de Oosterschelde zich snel door het Veerse Meer heeft verspreid. Een soort lopende band is ontstaan waardoor het Veerse Meer in een zeer korte tijd zout is geworden. Dit soort mechanismen is niet in een ééndimensionaal instrumentarium te simuleren. Graas is een zeer belangrijke factor in het Veerse Meer. 68% van de algen wordt begraasd. Tabel 4.23
Kentallen voor het Veerse Meer
Kental Oppervlak Volume Verblijftijd Belasting zoetwater Bruto zoutwaterflux Eff. zoutwaterflux Eff. zoutwaterflux Primaire productie (P) Gem. Algenbiomassa (B) Turn-over (P/B) Graas van Algen Mortaliteit van Algen
4–18
Waarde
Eenheid
2113 102 187 2.4 35.2 3.9 11.0 407 1.7 0.67 68 32
ha Mm3 dag(en) m3/s m3/s m3/s % g C/m2 jaar g C/m2 1/dag % %
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
december 2007
Waterbalans Uit de waterbalans van het Veerse Meer blijkt het aandeel water uit de Oosterschelde ongeveer 62% bedraagt. Overige bronnen zijn het Kanaal door Walcheren en de regionale lozingen. Tabel 4.24
Waterbalans voor het Veerse Meer - jaargemiddeld debiet in m3/s (referentiejaar)
Term Regionale lozingen Oosterschelde4 Kanaal door Walcheren Restterm / berging Som
Vanuit
Naar
Vanuit %
Naar %
1.46 3.87 0.95 0.00
0.00 6.28 0.00 0.01
23% 62% 15% 0%
0% 100% 0% 0%
6.28
6.29
100%
100%
Concentraties Het model onderschat de chlorideconcentratie enigszins. De oorzaak ligt waarschijnlijk in de geringe efficiëntie van de Katse Heule in het ééndimensionale Delta-model. Als het “efficiënte” uitwisselingsdebiet verhoogd wordt, dan kan zal het aandeel Oosterscheldewater toenemen en de chlorideconcentratie hoger worden. Zwevend stof wordt door het model onderschat, al zijn de effecten op de extinctie met deze lage waarden minimaal. Het verloop van de totaal stikstof concentratie komt goed overeen met de metingen. In het begin van het jaar overschat het model de concentratie iets. In de zomer is een duidelijke onderschatting waar te nemen. Bij DIN is hetzelfde gedrag waar te nemen. In de zomermaanden is zelfs volledige uitputting van het beschikbare stikstof in zowel het model als de metingen te zien. Het verloop van de totaal fosfaat concentratie en orthofosfaat concentratie in het model is redelijk goed. De waarden voor orthofosfaat liggen in de winter te hoog. Een verhoogde uitwisseling met de Oosterschelde kan een verbetering betekenen. De extinctie in het Veerse Meer wordt door het model onderschat. In de winter is de onderschatting te verklaren door de lage chlorofyl-a concentratie in het model. In de zomer en in het najaar is extinctie in de juiste orde van grootte. Chlorofyl-a concentratie pieken liggen op het juiste niveau in de zomer. De winter laat een onderschatting zien.
4.
De netto uitwisseling met de Oosterschelde bij de Katse Heule is weergegeven. Dit komt overeen met een debiet van 35 m3/s en een efficiëntie van 11%.
WL | Delft Hydraulics
4–19
december 2007
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
Stikstof balans Het Veerse Meer laat in de stikstof balans voor de waterfase een duidelijke mix tussen transport en processen zien. De belangrijkste bronnen voor stikstof zijn de Oosterschelde en de regionale lozingen. Daarnaast speelt mineralisatie van bodemmateriaal met 18% een behoorlijk belangrijke rol. Het grootste deel van het stikstof wordt afgevoerd naar de Oosterschelde. Veel van dit materiaal is eerder aangevoerd. Begrazing zorgt ervoor dat 30% van het stikstof verdwijnt naar de bodem. Daarnaast zorgen sedimentatie en denitrificatie voor een deel van de uitgaande termen. Zwevend Stof in: Soelerkerkepolder Oost
15000
12
14000
10 Zwevend stof (mg/l)
Chloride (mg/l)
Chloride in: Soelerkerkepolder Oost
13000 12000 11000
8 6 4 2
10000 jan
mrt
mei
jul
sep
0
nov
jan
mrt
Conservatief
Conservatief
Processen
-
Meting
-
sep
Meting
nov
Kental
DIN in: Soelerkerkepolder Oost 3.5
3.5 3
3
2.5
2.5 DIN (mg/l)
Totaal Stikstof (mg N/l)
Processen
jul
Kental
Totaal stikstof in: Soelerkerkepolder Oost
2 1.5
2 1.5 1
1
0.5
0.5
0
0
jan
jan
mrt
mei
jul
sep
mrt
Processen
-
Meting
mei
jul
sep
nov
nov Conservatief
Conservatief
Processen
-
Meting
Kental
Kental
Ortho Fosfaat in: Soelerkerkepolder Oost
Totaal Fosfaat in: Soelerkerkepolder Oost 0.35
0.45 0.4
0.3
0.35
0.25
0.3
PO4 (mg/l)
Totaal Fosfaat (mg P/l)
mei
0.25 0.2 0.15
0.2 0.15 0.1
0.1
0.05
0.05 0
0 jan
mrt
Conservatief
mei
jul
Processen
-
sep
Meting
jan
nov
mrt
Conservatief
Kental
Extinctie in: Soelerkerkepolder Oost
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Chlorofyl-a in: Soelerkerkepolder Oost
1.6
25
1.4
20 Chlorofyl-a (mg/l)
Extinctie (m)
1.2 1 0.8 0.6 0.4
10 5
0.2 0 jan
mrt
Conservatief
Figuur 4.6
4–20
15
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
0 jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Concentraties in het Veerse Meer
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Tabel 4.25
Q4435
december 2007
Totaal stikstof in de waterfase voor het Veerse Meer (in gram per m2 per verblijftijdsperiode)
Term Regionale lozingen Oosterschelde Kanaal door Walcheren Denitrificatie Graas Mineralisatie bodem Sedimentatie Restterm / berging water
Type
Vanuit
Naar
Vanuit %
Naar %
Lozingen Transport Transport Proces Proces Proces Proces Sluitpost Som
8.05 19.89 1.66 0.00 0.00 13.30 0.00 1.91 44.81
0.00 23.06 0.00 3.65 13.51 0.00 4.60 0.00 44.81
18% 44% 4% 0% 0% 30% 0% 4% 100%
0% 51% 0% 8% 30% 0% 10% 0% 100%
In het Veerse Meer is ook de bodem van groot belang. Graas zorgt voor 75% van de toename van bodemmateriaal. Een groot deel van dit materiaal komt door mineralisatie weer terug in de waterfase. Een deel wordt uiteindelijk definitief vastgelegd in de bodem. Tabel 4.26
Totaal stikstof in de waterbodem voor het Veerse Meer (in gram per m2 per verblijftijdsperiode)
Term
Type
Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas faeces Retentie bodem Restterm / berging bodem
Proces Proces Proces Proces Proces Sluitpost Som
In
Uit
In %
Uit %
0.00 4.60 0.00 12.81 0.00 0.00 17.40
13.30 0.00 0.00 0.00 3.77 0.33 17.40
0% 26% 0% 74% 0% 0% 100%
76% 0% 0% 0% 22% 2% 100%
Fosfaat balans De fosfaat balans laat ongeveer hetzelfde zien als stikstof. Een groot deel wordt bepaald door het transport vanuit de Oosterschelde. Daarnaast spelen de regionale lozingen met 22% een grote rol. Mineralisatie van fosfaat in de waterbodem is ook een belangrijke post. Fosfaat wordt voor een belangrijk deel uitgespoeld naar de Oosterschelde. Het overige deel verdwijnt door graas (27%) en sedimentatie (15%) naar de bodem. Tabel 4.27
Totaal fosfaat in de waterfase voor het Veerse Meer (in gram per m2 per verblijftijdsperiode)
Term Regionale lozingen Oosterschelde Kanaal door Walcheren Graas Mineralisatie bodem Sedimentatie P-nalevering Restterm / berging water
Type
Vanuit
Naar
Vanuit %
Naar %
Lozingen Transport Transport Proces Proces Proces Proces Sluitpost
1.37 2.68 0.31 0.00 1.62 0.00 0.08 0.08 6.13
0.00 3.59 0.00 1.64 0.00 0.90 0.00 0.00 6.13
22% 44% 5% 0% 26% 0% 1% 1% 100%
0% 59% 0% 27% 0% 15% 0% 0% 100%
Som
WL | Delft Hydraulics
4–21
december 2007
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
De bodembalans voor fosfaat laat de eerdere bevindingen uit de waterfase zien. Sedimentatie en graas zorgen voor de belangrijkste bijdragen in de bodem. Tweederde van het aangevoerde materiaal in de bodem komt weer terug na mineralisatie. Het overige deel wordt in de bodem opgeslagen. Tabel 4.28
Totaal fosfaat in de waterbodem voor het Veerse Meer (in gram per m2 per verblijftijdsperiode)
Term Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas faeces Retentie bodem Desorptie Restterm / berging bodem
Type
Vanuit
Naar
Vanuit %
Naar %
Proces Proces Proces Proces Proces Proces Sluitpost
0.00 0.90 0.00 1.55 0.00 0.00 0.00 2.45
1.62 0.00 0.00 0.00 0.61 0.00 0.22 2.45
0% 37% 0% 63% 0% 0% 0% 100%
66% 0% 0% 0% 25% 0% 9% 100%
Som
4.7
Oosterschelde
De Oosterschelde is het grootste deltabekken. Het kenmerkt zich door een estuarien karakter. Lokaal hebben zoetwaterlozingen en neerslag een behoorlijke invloed op de waterkwaliteit. In de chlorideconcentraties is dan ook een duidelijke gradiënt terug te zien. Toch is de dominante watersoort Noordzeewater, dat via de Oosterscheldekering binnenstroomt. In de Oosterschelde zijn vier meetpunten beschikbaar, namelijk: • • • •
Hammen Oost, in de noordgeul, nabij de Zeelandbrug; Wissenkerke, in de zuidelijke geul, nabij de Oosterscheldekering; Zijpe, nabij de Krammersluizen; en Lodijkse Gat, in de kom, nabij de Oesterdam
In Tabel 4.29 zijn de kentallen voor de Oosterschelde weergegeven. De gemiddelde verblijftijd is 63 dagen. Door de Oosterscheldekering komt een zeer grote hoeveelheid Noordzeewater naar binnen. De effectiviteit is echter met 2.7% erg laag. Een aanzienlijk deel van het binnenstromende water stroomt bij laag water weer direct naar buiten. De primaire productie is ongeveer 515 g C/m2 jaar. Door de graasdruk van mosselen in de Oosterschelde is de turn-over vrij hoog. Algen worden direct begraast en krijgen nauwelijks kans natuurlijk af te sterven.
4–22
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Tabel 4.29
Q4435
december 2007
Kentallen van de Oosterschelde
Kental
Waarde
Eenheid
Oppervlak Volume Verblijftijd Belasting zoetwater Bruto zoutwaterflux Eff. zoutwaterflux Eff. zoutwaterflux Primaire productie (P) Gem. Algenbiomassa (B) Turn-over (P/B) Graas van Algen Mortaliteit van Algen
33411 3178 63 22.9 21123.7 561.4 2.7 515 2.8 0.51 59 41
ha Mm3 dag(en) m3/s m3/s m3/s % g C/m2 jaar g C/m2 1/dag % %
Waterbalans De waterbalans van de Oosterschelde wordt gedomineerd door de Noordzee. Per getijslag komt er effectief ongeveer 560 m3/s binnen. Slechts 4% van het water is afkomstig van regionale lozingen en uit het Volkerak en het Veerse Meer. Tabel 4.30
Waterbalans voor de Oosterschelde - jaargemiddeld debiet in m3/s (referentiejaar)
Term
Vanuit
Naar
Vanuit %
Naar %
Regionale lozingen Noordzee Veerse Meer Krammer-Volkerak Restterm / berging
11.48 561.40 37.58 8.64 0.00 619.10
0.00 583.80 35.18 0.00 0.15 619.12
2% 91% 6% 1% 0% 100%
0% 94% 6% 0% 0% 100%
Som
Concentraties Het model geeft een goed beeld van de gradiënt in de chlorideconcentratie. Nabij de Oosterscheldekering zijn de concentraties vergelijkbaar met de Noordzeerand. De waarden liggen rond de 17500 mg/l. In het Lodijkse Gat zijn de chlorideconcentraties met waarden van 17000 mg/l iets lager. Ook op het meetpunt Zijpe is duidelijk de invloed van het Volkerak water zichtbaar. De chlorideconcentraties zijn hier met 16000 mg/l het laagst in de Oosterschelde. In de stikstofconcentraties is de zoutgradiënt ook terug te zien. Bij de meetpunten Zijpe en (in mindere mate) het Lodijkse Gat zijn de concentraties iets hoger dan nabij de Oosterscheldekering. Het verloop van de berekende concentraties is vergelijkbaar met de metingen. Het model overschat de stikstof concentraties op bijna alle meetpunten in het voorjaar. De conservatieve resultaten geven aan dat de lozingen waarschijnlijk te hoog zijn ingeschat. Ook lijkt de concentratie van het instromende Noordzeewater iets aan de hoge kant.
WL | Delft Hydraulics
4–23
december 2007
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
Zwevend stof is voornamelijk terug te vinden nabij de Oosterscheldekering. Oostelijker in de Oosterschelde bezinkt veel van het zwevend stof en blijven alleen de fijnste fracties over. De bijdrage van het zwevend stof aan de extinctie is dan ook vooral terug te vinden in het westelijke deel van de Oosterschelde, op de meetpunten Wissenkerke en Hammen Oost. Fosfaat wordt door het model goed beschreven. Het verloop volgt de metingen op bijna iedere locatie. Toch is er een lichte onderschatting van de hoeveelheid orthofosfaat over alle meetpunten. Een mogelijke oorzaak kan de adsorptie van vrij orthofosfaat aan het zwevend stof zijn. Een andere oorzaak kan gezocht worden in de bodemnalevering van fosfaat, welke wellicht niet sterk genoeg opgedrukt is. Chloride in: Wissenkerke
Zwevend Stof in: Wissenkerke
19000
30 25
18000
Zwevend stof (mg/l)
Chloride (mg/l)
18500
17500 17000 16500 16000 15500
20 15 10 5
15000 jan
mrt
mei
jul
sep
nov
0 jan
Conservatief
Processen
-
Meting
Kental
mrt
mei
Conservatief
Processen
Totaal stikstof in: Wissenkerke
-
sep
Meting
nov
Kental
DIN in: Wissenkerke
1.2
1.2
1
1
0.8
0.8
DIN (mg/l)
Totaal Stikstof (mg N/l)
jul
0.6 0.4 0.2
0.6 0.4 0.2
0
0 jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
jan
Kental
mrt
Conservatief
Totaal Fosfaat in: Wissenkerke
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Ortho Fosfaat in: Wissenkerke 0.045
0.12
0.035
0.08
PO4 (mg/l)
Totaal Fosfaat (mg P/l)
0.04 0.1
0.06 0.04
0.03 0.025 0.02 0.015 0.01
0.02
0.005 0
0 jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
jan
nov
mrt
Conservatief
Kental
2
20
1.8
18
1.6
16
1.4 1.2 1 0.8 0.6 0.4
sep
Meting
nov
Kental
14 12 10 8 6 4
0.2
2
0
0 jan
mrt
Conservatief
Figuur 4.7
4–24
jul
-
Chlorofyl-a in: Wissenkerke
Chlorofyl-a (mg/l)
Extinctie (m)
Extinctie in: Wissenkerke
mei
Processen
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Concentraties in de Oosterschelde (Wissenkerke)
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
december 2007
De chlorofyl-a concentratie wordt in de gehele Oosterschelde door graas gecontroleerd. De concentratie ligt rond de 20 μg/l. In Hammen-Oost en het Lodijkse Gat geeft het model hiervoor een lichte overschatting. Zwevend Stof in: Hammen Oost 16
18500
14
18000
Zwevend stof (mg/l)
Chloride (mg/l)
Chloride in: Hammen Oost 19000
17500 17000 16500 16000 15500
12 10 8 6 4 2
15000 jan
mrt
mei
jul
sep
nov
0 jan
Conservatief
Processen
-
Meting
mrt
Conservatief
Kental
Processen
Meting
nov
Kental
1
1 DIN (mg/l)
Totaal Stikstof (mg N/l)
1.2
0.8 0.6
0.8 0.6 0.4
0.4 0.2
0.2
0
0 jan
mrt
mei
Conservatief
Processen
jul
-
sep
Meting
jan
nov
mrt
Conservatief
Kental
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Ortho Fosfaat in: Hammen Oost
Totaal Fosfaat in: Hammen Oost 0.12
0.06
0.1
0.05
0.08
0.04
PO4 (mg/l)
Totaal Fosfaat (mg P/l)
-
sep
1.2
1.4
0.06
0.03
0.04
0.02
0.02
0.01 0
0 jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
jan
nov
mrt
Conservatief
Kental
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Chlorofyl-a in: Hammen Oost
Extinctie in: Hammen Oost 25
1.2 1
20 Chlorofyl-a (mg/l)
Extinctie (m)
jul
DIN in: Hammen Oost
Totaal stikstof in: Hammen Oost
0.8 0.6 0.4
15 10 5
0.2
0
0 jan
mrt
Conservatief
Figuur 4.8
WL | Delft Hydraulics
mei
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Concentraties in de Oosterschelde (Hammen-Oost)
4–25
december 2007
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
Zwevend Stof in: Lodijkse Gat
19000
9
18500
8
18000
7
Zwevend stof (mg/l)
Chloride (mg/l)
Chloride in: Lodijkse Gat
17500 17000 16500 16000 15500 15000 jan
mrt
mei
jul
sep
6 5 4 3 2 1
nov
0 jan
Conservatief
Processen
-
Meting
mrt
mei
Conservatief
Kental
Processen
Totaal stikstof in: Lodijkse Gat
Meting
nov
Kental
1.2
1.2
1
1
DIN (mg/l)
Totaal Stikstof (mg N/l)
-
sep
DIN in: Lodijkse Gat
1.4
0.8 0.6 0.4
0.8 0.6 0.4 0.2
0.2 0
0 jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
jan
Kental
mrt
mei
Conservatief
Totaal Fosfaat in: Lodijkse Gat
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Ortho Fosfaat in: Lodijkse Gat
0.12
0.07
0.1
0.06 0.05
0.08
PO4 (mg/l)
Totaal Fosfaat (mg P/l)
jul
0.06 0.04
0.04 0.03 0.02
0.02
0.01 0
0 jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
jan
nov
mrt
Conservatief
Kental
Extinctie in: Lodijkse Gat
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Chlorofyl-a in: Lodijkse Gat
1
25
0.9
20 Chlorofyl-a (mg/l)
Extinctie (m)
0.8 0.7 0.6 0.5 0.4 0.3 0.2
15 10 5
0.1 0
0 jan
mrt
Conservatief
Figuur 4.9
4–26
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Concentraties in de Oosterschelde (Zijpe)
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
december 2007
Zwevend Stof in: Zijpe
Chloride in: Zijpe 19000
6 5
18000
Zwevend stof (mg/l)
Chloride (mg/l)
18500
17500 17000 16500 16000 15500
4 3 2 1
15000 jan
mrt
mei
jul
sep
nov
0 jan
Conservatief
Processen
-
Meting
mrt
Conservatief
Kental
1.8
1.8
1.6
1.6
1.4
1.4
1.2
1.2
DIN (mg/l)
Totaal Stikstof (mg N/l)
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
DIN in: Zijpe
Totaal stikstof in: Zijpe
1 0.8
1 0.8
0.6
0.6
0.4
0.4
0.2
0.2 0
0 jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
jan
nov
mrt
Conservatief
Kental
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Ortho Fosfaat in: Zijpe
Totaal Fosfaat in: Zijpe 0.08
0.12
0.07
0.1
0.06
0.08
PO4 (mg/l)
Totaal Fosfaat (mg P/l)
mei
0.06 0.04
0.05 0.04 0.03 0.02
0.02
0.01 0
0 jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
jan
nov
mrt
Conservatief
Kental
mei
jul
Processen
-
sep
Meting
nov
Kental
Chlorofyl-a in: Zijpe
Extinctie in: Zijpe 25
0.9 0.8
20 Chlorofyl-a (mg/l)
Extinctie (m)
0.7 0.6 0.5 0.4 0.3 0.2
15 10 5
0.1 0
0 jan
mrt
Conservatief
Figuur 4.10
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Concentraties in de Oosterschelde (Lodijkse Gat)
Stikstof balans Tabel 4.31 bevat de stikstofbalans voor de Oosterschelde. In de balans is duidelijk te zien dat de waterbodem een zeer dominante rol speelt in de Oosterschelde. Een groot deel van het stikstof wordt via de cyclus graas/sedimentatie – mineralisatie in beweging gehouden. Een klein deel van het stikstof in de bodem wordt definitief vastgelegd in de vorm van retentie.
WL | Delft Hydraulics
4–27
december 2007
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
Dit wordt tevens geïllustreerd door de stikstof balans van de waterbodem (Tabel 4.32). De Noordzee is in de balans als netto afvoerpost aanwezig. Regionale lozingen en transport van stikstof uit andere deltabekkens zorgen voor een kleine positieve bijdrage aan de balans. Tabel 4.31
Totaal stikstof in de waterfase voor de Oosterschelde (in gram per m2 per verblijftijdsperiode)
Term Regionale lozingen Noordzee Veerse Meer Krammer-Volkerak Denitrificatie Graas Mineralisatie bodem Sedimentatie Restterm / berging water
Tabel 4.32
Type
Vanuit
Naar
Vanuit %
Naar %
Lozingen Transport Transport Transport Proces Proces Proces Proces Sluitpost Som
0.70 0.00 0.49 0.69 0.00 0.00 7.07 0.00 0.17 9.11
0.00 0.40 0.42 0.00 0.62 7.28 0.00 0.39 0.00 9.11
8% 0% 5% 8% 0% 0% 77% 0% 2% 100%
0% 4% 5% 0% 7% 80% 0% 4% 0% 100%
Totaal stikstof in de waterbodem voor de Oosterschelde (in gram per m2 per verblijftijdsperiode)
Term
Type
Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas faeces Retentie bodem Restterm / berging bodem
Proces Proces Proces Proces Proces Sluitpost Som
Vanuit
Naar
Vanuit %
Naar %
0.00 0.39 0.00 7.04 0.00 0.00 7.43
7.07 0.00 0.00 0.00 0.30 0.06 7.43
0% 5% 0% 95% 0% 0% 100%
95% 0% 0% 0% 4% 1% 100%
Fosfaat balans De fosfaatbalans in de Oosterschelde bevat een forse aanvoerpost vanuit de Noordzee. Er wordt een behoorlijke hoeveelheid fosfaat geïmporteerd vanuit de Noordzee. Het grootste deel wordt uiteindelijk via sedimentatie en graas naar de bodem gewerkt. Een deel hiervan komt terug door mineralisatie. Echter een behoorlijk deel wordt in de bodem opgeslagen. In het Delta-model is de waterbodem nog niet in evenwicht, hetgeen wordt geïllustreerd door de relatief grote restterm (Tabel 4.34). Tabel 4.33
Totaal fosfaat in de waterfase voor de Oosterschelde (in gram per m2 per verblijftijdsperiode)
Term Regionale lozingen Noordzee Veerse Meer Krammer-Volkerak Graas Mineralisatie bodem Sedimentatie P-nalevering Restterm / berging water
4–28
Type Lozingen Transport Transport Transport Proces Proces Proces Proces Sluitpost Som
Vanuit
Naar
Vanuit %
Naar %
0.05 0.29 0.08 0.02 0.00 0.73 0.00 0.02 0.00 1.20
0.00 0.00 0.06 0.00 0.74 0.00 0.39 0.00 0.01 1.20
4% 24% 6% 2% 0% 61% 0% 2% 0% 100%
0% 0% 5% 0% 62% 0% 32% 0% 1% 100%
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Tabel 4.34
december 2007
Totaal fosfaat in de waterbodem voor de Oosterschelde (in gram per m2 per verblijftijdsperiode)
Term
Type
Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas faeces Retentie bodem Desorptie Restterm / berging bodem
4.8
Q4435
Proces Proces Proces Proces Proces Proces Sluitpost Som
Vanuit
Naar
Vanuit %
Naar %
0.00 0.39 0.00 0.72 0.00 0.00 0.00 1.11
0.73 0.00 0.00 0.00 0.03 0.00 0.35 1.11
0% 35% 0% 65% 0% 0% 0% 100%
66% 0% 0% 0% 3% 0% 31% 100%
Westerschelde
De Westerschelde is een hoogbelast estuarium. De belangrijkste zoetwater en nutriënten bron is de Schelde. Tevens zijn het Kanaal van Gent-Terneuzen en de Bathse Spuisluis een behoorlijke bron van nutriënten in de Westerschelde. In de Westerschelde wordt op vier locaties gemeten, namelijk: • • • •
Vlissingen Boei SSVH; Terneuzen Boei 20; Hansweert Geul; en Schaar van Ouden Doel.
De verblijftijd van de Westerschelde is ongeveer 41 dagen. De invloed van de Noordzee is enorm door de open verbinding met de Noordzee. De effectiviteit van de menging van de Noordzeewater is met 2.4% echter gering. Door het slechte lichtklimaat en het overgangsgebied tussen zoet en zout is de primaire productie vrij laag. Tabel 4.35
Kentallen voor de Westerschelde
Kental
Waarde
Eenheid
Oppervlak Volume Verblijftijd Belasting zoetwater Bruto zoutwaterflux Eff. zoutwaterflux Eff. zoutwaterflux Primaire productie (P) Gem. Algenbiomassa (B) Turn-over (P/B) Graas van Algen Mortaliteit van Algen
26625 2721 41 176.7 24343.4 590.7 2.4 23 0.8 0.07 0 100
ha Mm3 dag(en) m3/s m3/s m3/s % g C/m2 jaar g C/m2 1/dag % %
WL | Delft Hydraulics
4–29
december 2007
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
Waterbalans In de waterbalans is de Noordzee dominant. Na de Noordzee is de Schelde de belangrijkste bron, gevolgd door het kanaal Gent-Terneuzen. Regionale lozingen en de Bathse Spuisluis vertegenwoordigen een beperkt aandeel in de waterbalans. Tabel 4.36
Waterbalans voor de Westerschelde - jaargemiddeld debiet in m3/s (referentiejaar)
Term
Vanuit
Naar
Vanuit %
Naar %
Regionale lozingen Noordzee Zoommeer Schelde Kan. Gent-Terneuzen Restterm / berging
9.43 590.72 8.57 137.75 21.00 0.01 767.49
0.00 767.43 0.00 0.00 0.00 0.00 767.43
1% 77% 1% 18% 3% 0% 100%
0% 100% 0% 0% 0% 0% 100%
Som
Concentraties Het model representeert de chloridegradiënt in de Westerschelde goed. Nabij Schaar van Ouden Doel is een mix van zoet Scheldewater en zout Noordzeewater te vinden. In de zomermaanden, wanneer de afvoer op de Schelde lager is nemen de chlorideconcentraties toe. Dezelfde gradiënt is ook terug te vinden in totaal stikstof. Nabij de Noordzeerand is een lage concentratie gemeten. Bij Schaar van Ouden Doel liggen de totale stikstof concentraties met ongeveer 6,5 mg N/l een stuk hoger. Het concentratieverloop wordt door het model goed voorspeld. Voor fosfaat simuleert het model concentraties in de juiste orde van grootte. Bij Vlissingen zijn de laagste concentraties (0.15 mg P/l) terug te vinden en bij Schaar van Ouden Doel de hoogste (0.4 mg P/l). Het model onderschat deze fosfaatconcentratie licht. De fractieverdeling van het fosfaat is minder goed voorspeld. Orthofosfaat wordt in de hele Westerschelde door het model onderschat. De oorzaak ligt waarschijnlijk bij de adsorptie van fosfaat aan het zwevend stof. De gemeten en berekende concentraties van het zwevend stof zijn hoog ten opzichte van andere bekkens in het Deltagebied. De extinctie wordt door het model redelijk voorspeld. De waarden zijn erg hoog, waardoor algen geen kans krijgen om te groeien. Het chlorofyl-a dat het model simuleert, stroomt via de randen binnen. Door het gebrek aan licht sterven de algen vervolgens massaal af.
Stikstof balans In de stikstofbalans voor de Westerschelde is de aanvoer via de Schelde de belangrijkste post. Ruim driekwart van de totale hoeveelheid stikstof is afkomstig vanuit de Schelde. De andere grote bron is het kanaal Gent-Terneuzen. Van de uitgaande termen is de uitstroming naar de Noordzee de belangrijkste. Daarnaast verdwijnt 20% van het stikstof uit het watersysteem door denitrificatie. Uitwisseling met de waterbodem speelt nauwelijks een rol in de Westerschelde. De bodembalansen zijn om die reden niet opgenomen in het rapport. 4–30
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
december 2007
Chloride in: Vlissingen
Zwevend Stof in: Vlissingen 100 90 Zwevend stof (mg/l)
Chloride (mg/l)
19000 18500 18000 17500 17000 16500 16000 15500 15000 14500 14000 jan
mrt
mei
jul
sep
80 70 60 50 40 30 20 10
nov
0 jan
Conservatief
Processen
-
Meting
mrt
Conservatief
Kental
Totaal stikstof in: Vlissingen
mei
jul
Processen
-
sep
Meting
nov
Kental
DIN in: Vlissingen
2.5
2 1.6 1.4 DIN (mg/l)
Totaal Stikstof (mg N/l)
1.8 2 1.5 1
1.2 1 0.8 0.6
0.5
0.4 0.2
0
0 jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
jan
Kental
mrt
Conservatief
0.2
0.09
0.18
0.08
0.16
0.07
0.14 0.12 0.1 0.08 0.06
-
Meting
nov
Kental
0.05 0.04 0.03
0.04
0.02
0.02
0.01 0 jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
jan
Kental
mrt
Conservatief
Extinctie in: Vlissingen
mei
jul
Processen
-
sep
Meting
nov
Kental
Chlorofyl-a in: Vlissingen 30
4 3.5
25 Chlorofyl-a (mg/l)
3 Extinctie (m)
Processen
sep
0.06
0
2.5 2 1.5 1
20 15 10 5
0.5 0
0 jan
mrt
Conservatief
Figuur 4.11
WL | Delft Hydraulics
jul
Ortho Fosfaat in: Vlissingen
PO4 (mg/l)
Totaal Fosfaat (mg P/l)
Totaal Fosfaat in: Vlissingen
mei
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
Kental
nov
jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Concentraties in de Westerschelde (meetpunt Vlissingen).
4–31
december 2007
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
Zwevend Stof in: Terneuzen
16000
90
15000
80
14000
70
Zwevend stof (mg/l)
Chloride (mg/l)
Chloride in: Terneuzen
13000 12000 11000 10000 9000 jan
mrt
mei
jul
sep
60 50 40 30 20 10
nov
0 jan
Conservatief
Processen
-
Meting
mrt
mei
Conservatief
Kental
Processen
4
4
3.5
3.5
Meting
nov
Kental
3
3 2.5 2 1.5
2.5 2 1.5
1
1
0.5
0.5
0
0 jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
jan
Kental
mrt
mei
Conservatief
Totaal Fosfaat in: Terneuzen
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Ortho Fosfaat in: Terneuzen
0.3
0.18 0.16
0.25
0.14 0.2
PO4 (mg/l)
Totaal Fosfaat (mg P/l)
-
sep
DIN in: Terneuzen
4.5
DIN (mg/l)
Totaal Stikstof (mg N/l)
Totaal stikstof in: Terneuzen
jul
0.15 0.1
0.12 0.1 0.08 0.06 0.04
0.05
0.02 0
0 jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
jan
Kental
mrt
Conservatief
Extinctie in: Terneuzen
mei
jul
Processen
-
sep
Meting
nov
Kental
Chlorofyl-a in: Terneuzen
4.5
30
4
25 Chlorofyl-a (mg/l)
Extinctie (m)
3.5 3 2.5 2 1.5 1
15 10 5
0.5 0
0 jan
mrt
Conservatief
Figuur 4.12
4–32
20
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
Kental
nov
jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Concentraties in de Westerschelde (meetpunt Terneuzen).
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
december 2007
Zwevend Stof in: Hansweert Geul
Chloride in: Hansweert Geul 70 60 Zwevend stof (mg/l)
Chloride (mg/l)
14000 13000 12000 11000 10000 9000 8000 7000 6000 5000 4000
50 40 30 20 10
jan
mrt
mei
jul
sep
nov
0 jan
Conservatief
Processen
-
Meting
mrt
Conservatief
Kental
jul
Processen
-
sep
Meting
nov
Kental
DIN in: Hansweert Geul
Totaal stikstof in: Hansweert Geul 6
6
5
5
4
4
DIN (mg/l)
Totaal Stikstof (mg N/l)
mei
3
3
2
2
1
1 0
0 jan
mrt
mei
Conservatief
Processen
jul
-
sep
Meting
jan
nov
mrt
Conservatief
Kental
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Ortho Fosfaat in: Hansweert Geul
Totaal Fosfaat in: Hansweert Geul 0.25
0.4
0.2
0.3 PO4 (mg/l)
Totaal Fosfaat (mg P/l)
0.35
0.25 0.2 0.15 0.1
0.15 0.1 0.05
0.05 0
0 jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
jan
nov
mei
Conservatief
Kental
jul
Processen
-
sep
Meting
nov
Kental
Chlorofyl-a in: Hansweert Geul
Extinctie in: Hansweert Geul 30
4 3.5
25 Chlorofyl-a (mg/l)
3 Extinctie (m)
mrt
2.5 2 1.5 1
20 15 10 5
0.5 0
0 jan
mrt
Conservatief
Figuur 4.13
WL | Delft Hydraulics
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
Kental
nov
jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Concentraties in de Westerschelde (meetpunt Hansweert Geul).
4–33
december 2007
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
Zwevend Stof in: Schaar van Ouden Doel
Chloride in: Schaar van Ouden Doel 90 80 Zwevend stof (mg/l)
Chloride (mg/l)
10000 9000 8000 7000 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0
70 60 50 40 30 20 10
jan
mrt
mei
jul
sep
nov
0 jan
Conservatief
Processen
-
Meting
mrt
Conservatief
Kental
8
8
7
7
6
6
DIN (mg/l)
Totaal Stikstof (mg N/l)
9
5 4 3
-
Meting
nov
Kental
5 4 3
1 0
0 jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
jan
nov
mrt
Conservatief
Kental
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Ortho Fosfaat in: Schaar van Ouden Doel
Totaal Fosfaat in: Schaar van Ouden Doel 0.35
0.5 0.45
0.3
0.4 0.25
0.35 PO4 (mg/l)
Totaal Fosfaat (mg P/l)
Processen
sep
2
2 1
0.3 0.25 0.2 0.15
0.2 0.15 0.1
0.1
0.05
0.05
0
0 jan
mrt
Conservatief
mei
jul
Processen
-
sep
Meting
jan
nov
mrt
Conservatief
Kental
mei
jul
Processen
-
sep
Meting
nov
Kental
Chlorofyl-a in: Schaar van Ouden Doel
Extinctie in: Schaar van Ouden Doel 16
6
14 Chlorofyl-a (mg/l)
5 Extinctie (m)
jul
DIN in: Schaar van Ouden Doel
Totaal stikstof in: Schaar van Ouden Doel
4 3 2 1
12 10 8 6 4 2 0
0 jan
mrt
Conservatief
Figuur 4.14
4–34
mei
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
Kental
nov
jan
mrt
Conservatief
mei
Processen
jul
-
sep
Meting
nov
Kental
Concentraties in de Westerschelde (meetpunt Schaar van Ouden Doel).
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Tabel 4.37
Q4435
december 2007
Totaal stikstof in de waterfase voor de Westerschelde (in gram per m2 per verblijftijdsperiode)
Term Regionale lozingen Noordzee Zoommeer Schelde Kan. Gent-Terneuzen Denitrificatie Graas Mineralisatie bodem Sedimentatie Restterm / berging water
Type
Vanuit
Naar
Vanuit %
Naar %
Lozingen Transport Transport Transport Transport Proces Proces Proces Proces Sluitpost Som
0.29 0.00 0.44 12.47 1.96 0.00 0.00 0.07 0.00 0.74 15.96
0.00 12.62 0.00 0.00 0.00 3.22 0.00 0.00 0.14 0.00 15.97
2% 0% 3% 78% 12% 0% 0% 0% 0% 5% 100%
0% 79% 0% 0% 0% 20% 0% 0% 1% 0% 100%
Fosfaat balans De balans voor fosfaat laat zien dat de Westerschelde in het model fosfaat importeert. Het grootste deel van het fosfaat wordt aangevoerd via de Schelde en het kanaal GentTerneuzen. De overige bronnen zijn relatief klein. Vervolgens adsorbeert een groot deel van het fosfaat aan het zwevend stof en sedimenteert. Dit is de enige uitgaande term in de balans. Door mineralisatie komt een klein deel van het materiaal terug. Het grootste deel van het fosfaat wordt opgeslagen in de bodem. Tabel 4.38
Totaal fosfaat in de waterfase voor de Westerschelde (in gram per m2 per verblijftijdsperiode)
Term Regionale lozingen Noordzee Zoommeer Schelde Kan. Gent-Terneuzen Graas Mineralisatie bodem Sedimentatie P-nalevering Restterm / berging water
Type
Vanuit
Naar
Vanuit %
Naar %
Lozingen Transport Transport Transport Transport Proces Proces Proces Proces Sluitpost
0.02 0.03 0.02 0.73 0.18 0.00 0.01 0.00 0.00 0.02 1.02
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 1.02 0.00 0.00 1.02
2% 3% 2% 72% 18% 0% 1% 0% 0% 2% 100%
0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 100% 0% 0% 100%
Som
WL | Delft Hydraulics
4–35
december 2007
4.9
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
Synthese
Op basis van de kentallen en balansen per deltabekken kunnen de verschillende bekkens in een aantal groepen worden onderverdeeld. In Tabel 4.39 worden een aantal kentallen en gegevens over de belastingen per Deltabekken gepresenteerd. Vervolgens worden de verschillende groepen bekkens kort besproken.
Volkerak
Zoommeer
Grevelingen
Veerse Meer
Oosterschelde
Westerschelde
Verblijftijd (dagen) Primaire productie (g C/m2/jaar) Turn-over (1/dag) Stikstofbelasting (g/m2/verblijftijd) Externe stikstofbelasting (%) Fosfaatbelasting (g/m2/verblijftijd) Externe fosfaatbelasting (%)
Haringvliet
Vergelijking van kentallen en belastingen per Deltabekken Hollandsch Diep
Tabel 4.39
4
7
106
44
229
187
63
41
175
20
249
204
572
407
515
23
0.29
0.05
0.13
0.12
0.49
0.67
0.51
0.07
27
25
46
25
28
45
9
16
99
99
83
90
10
66
21
95
1.2
1.0
1.6
1.0
3.5
6.1
1.2
1.0
99
99
58
71
6
71
37
97
4.9.1 Zoetwater bekkens met een korte verblijftijd Het Hollandsch Diep en het Haringvliet hebben een korte verblijftijd. Ondanks deze korte verblijftijd is de belasting per verblijftijdsperiode relatief hoog. Alle belasting voor zowel stikstof als fosfaat is afkomstig vanuit externe bronnen. De primaire productie is in deze bekkens door de korte verblijftijd en het slechte lichtklimaat relatief laag.
4.9.2 Zoetwater bekkens met een lange verblijftijd Het Volkerak en het Zoommeer zijn zoete bekkens met een lange verblijftijd. Door de hoge belasting met zowel fosfaat als stikstof is de primaire productie redelijk hoog. Het grootste deel van de belasting is afkomstig van externe bronnen.
4–36
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
december 2007
4.9.3 Laagbelaste zoutwater bekkens De Grevelingen en de Oosterschelde hebben een lage externe belasting met nutriënten. Door de lange verblijftijd is de primaire productie hoog. Door graas is de turn-over van de algen hoog. Graas zorgt ervoor dat een interne kringloop van nutriënten ontstaat. Door graas komen algen en detritus versneld in de bodemfase terecht. Daar mineralisatie van het bodemdetritus en komen de nutriënten uiteindelijk weer beschikbaar voor de algen.
4.9.4 Hoogbelaste zoutwater bekkens Het Veerse Meer en de Westerschelde zijn beide hoogbelast met zowel stikstof als fosfaat. Toch zijn de bekkens onderling nauwelijks vergelijkbaar. In het Veerse Meer is de primaire productie hoog, mede door de hoge graasdruk, terwijl in de Westerschelde de primaire productie laag is door het slechte lichtklimaat.
4.9.5 Invloed van graas Graas door bodemfauna kan worden beschouwd als een interne motor, waardoor de ‘turnover’ van nutriënten en algen wordt versneld en de bentisch-pelagische koppeling wordt versterkt. De nutriënten die via excretie en mineralisatie beschikbaar komen (regeneratiefluxen), worden direct omgezet in algen, die op hun beurt direct weer worden begraasd. Door de hoge graasdruk is de ‘turn-over’ snel, de primaire productie relatief hoog en zijn de concentraties van anorganisch opgeloste nutriënten en algen extreem laag.
WL | Delft Hydraulics
4–37
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
5
Conclusies en aanbevelingen
5.1
Conclusies
december 2007
In 2007 zijn een aantal belangrijke verbeteringen in het Delta-model doorgevoerd. Dat zijn:
Gemiddeld jaar Het Delta-model is in 2007 zodanig aangepast dat berekeningen nu worden gebaseerd op een ‘gemiddeld jaar’ dat is opgebouwd uit de gegevens over de periode 2000-2005. Hierdoor zijn hydrologische variaties uitgemiddeld en ontstaat een goede uitgangssituatie voor scenarioberekeningen.
Naverwerking resultaten Door de verbeterde naverwerking van de berekeningsresultaten is het inzicht in het functioneren van het Delta-model verhoogd. De gestandaardiseerde uitvoer van massabalansen op bekkenniveau hebben tot een verbeterd inzicht geleid van de Delta. Met name bij de afregeling van diverse waterkwaliteitsprocessen hebben de balansen hun waarde reeds bewezen.
Verbeteringen in de schematisatie en de modelinvoer Diverse verbeteringen in de schematisatie hebben tot een verbeterd Delta-model geleid. Door over te gaan op een nauwkeuriger numeriek schema is het mogelijk geworden om de steilere concentratie-gradiënten in de Oosterschelde te reproduceren. Daarnaast heeft het toevoegen van neerslag en verdamping direct op de Grevelingen en de Oosterschelde tot een betere verhouding tussen zoet en zout water geleid. In de Westerschelde is het kanaal GentTerneuzen als rand toegevoegd aan de gebiedsschematisatie.
Toevoeging graas Op de Grevelingen, de Oosterschelde en het Veerse Meer is graas door mosselen en dergelijke toegevoegd. Dit heeft geleid tot een hogere turn-over van nutriënten in deze bekkens. Ook de algengroei wordt hierdoor aanzienlijk beïnvloed.
WL | Delft Hydraulics
5–1
december 2007
Q4435
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Grenzen ééndimensionale benadering De ééndimensionale schematisatie van de Delta heeft een aantal voordelen. Zo kan de samenhang tussen de Deltabekkens nu redelijk snel worden doorgerekend. Toch heeft de ééndimensionale benadering ook een keerzijde. De diepteverdeling over de dwarsdoorsnede van ieder bekken wordt door die aanpak volledig uitgemiddeld. In estuariene bekkens met diepe geulen en platen heeft dit merkbare effecten de primaire productie waardoor een correctie noodzakelijk is gebleken. Een andere beperking die naar voren komt is de efficiëntie van de uitwisseling van zoet en zout water bij de Katse Heule. Deze dichtheidsstroming kan niet gemodelleerd worden in een ééndimensionale schematisatie. In het Delta-model wordt de verblijftijd van het Veerse Meer overschat door onderschatting van de effectiviteit van de uitwisseling met de Oosterschelde.
5.2
Aanbevelingen
De doorgevoerde verbeteringen en uitbreidingen van het Delta-model hebben geleid tot een stabiele modeltoepassing waarmee de belangrijkste karakteristieken van de waterkwaliteit in de deltawateren worden gesimuleerd. Daarmee is het moment aangebroken waarop het Delta-model ingezet kan worden voor scenarioberekeningen en in staat is bij te dragen aan het beantwoorden van vragen zoals: • • •
Hoe veranderen verblijftijden, vrachten, concentraties en de retentiecapaciteit bij verschillende ingrepen in het gebied? Wat betekenen de veranderende stofstromen voor de algenproductie en draagkracht? Hoe verhouden zich de effecten van maatregelen tot de KRW-doelen die gelden voor de waterlichamen in de Delta?
Bij de analyse van deze en andere vragen blijft het belangrijk om voortdurend doordrongen te zijn van het feit dat het Delta-model een vereenvoudigde ééndimensionale weergave van de werkelijkheid in de Deltawateren is. Door de verbeteringen aan het Delta-model en de verbeterde modeluitvoer en analysemethoden is meer inzicht verkregen in de aspecten die de waterkwaliteit in de diverse bekkens bepalen. Daarmee is ook duidelijk waar het Delta-model verbeterd kan worden. De belangrijkste verbeterpunten komen hieronder aan bod.
Bodemnalevering en vastlegging van fosfaat De bodemnalevering en de vastlegging van fosfaat wordt nu gemodelleerd als een opgedrukte functie. Deze functie kan de huidige situatie goed beschrijven, maar is mogelijk minder van toepassing op toekomstige situaties. Op het moment dat een benadering wordt gekozen die gebaseerd is op de werkelijk optredende (bodem)processen, zijn ingrepen in het Deltagebied beter door te rekenen.
5–2
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
december 2007
Adsorptie van fosfaat aan zwevend stof Afhankelijk van de aard en de omvang van zwevend stof deeltjes is de adsorptiecapaciteit verschillend. In de procesvergelijkingen is een constante adsorptie coëfficiënt opgenomen, maar dit kan in de praktijk anders zijn. Met name in de Westerschelde lijkt de tot nu toe gekozen procesformulering voor verbetering vatbaar te zijn.
Randconcentraties en debieten voor de polderlozingen Het Delta-model is nu afgesteld op een jaargemiddeld verloop gebaseerd op de periode 2000-2005. De gegevens van de (polder)lozingen waren helaas alleen beschikbaar voor de jaren 1995-2000. Hierdoor kunnen de belastingen te hoog zijn ingeschat. Aanvulling van de gegevens over de periode 2000-2005 zouden de gehele dataset van het Delta-model weer consistent maken.
Meetgegevens voor de Schelde Meetgegevens van de waterkwaliteit van de Schelde in België zouden een belangrijke verbetering voor het Delta-model betekenen. Op dit moment wordt de modelrand geschat door middel van een geïnterpoleerde relatie op basis van chloride en stikstof. Daarnaast moeten de mogelijkheden worden benut om aan te sluiten bij het model PEGASE dat voor de Schelde wordt ontwikkeld.
Modellering van bekkens in 2D Door de ééndimensionale schematisatie van onder andere de Oosterschelde gaat een deel van de informatie over de diepteverdeling over de dwarsdoorsnede verloren voor de berekening van de primaire productie. In de huidige SOBEK versie is het mogelijk om delen van een schematisatie op een rechtlijnig tweedimensionaal grid uit te voeren. Met behulp van een bodemkaart van de Oosterschelde kan een grid worden opgezet. De verbindingen tussen de op die manier in tweedimensionaal gemodelleerde bekkens en het huidige ééndimensionale netwerk kunnen blijven bestaan.
WL | Delft Hydraulics
5–3
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
6
Q4435
december 2007
Referenties
2003, Kater, B.J. De voedselsituatie voor kokkels in de Oosterschelde, RIVO rapport nr. C018/03 2005a, WL | Delft Hydraulics, Zwevende stof modellering in de nevengeulen bij Gameren en het benedenrivierengebied, Q4013 2005b, WL | Delft Hydraulics, Deltabreed, Q4037 2005c, WL | Delft Hydraulics, MER Volkerak-Zoommeer, Q4015 2006a, WL | Delft Hydraulics, Zwevende stof Rijn-Maasmonding Q4201 2006b, WL | Delft Hydraulics, Aanpassingen Delta-model (memo ZWS22511) Q4270 2007, Craeymeersch, J. , I. de Vries, Waterkwaliteit en ecologie Veerse Meer: het tij is gekeerd Eerste evaluatie van de veranderingen na de ingebruikname van de 'Katse Heule', RIKZ/2007.008
WL | Delft Hydraulics
6–1
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
A
Q4435
december 2007
Neerslagreeksen
Ten behoeve van de waterbalansen in het Delta-model is een maandgemiddelde en een weekgemiddelde neerslag bepaald.
A.1
Maandgemiddelde neerslag
Tabel A.1
Maandgemiddelde neerslag in Vlissingen in mm over de perioden 1995-2000 en 2000-2005. Laatste kolom geeft de schaalfactor weer
Maand 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Som
1995-2000 50.3 58.2 42.8 42.6 55.7 71.4 51.8 60.8 74.3 84.9 80.9 74.7 748.3
2000-2005 62.3 73.7 37.7 47.4 53.6 47.4 83.2 95.6 78.9 63.9 89.2 68.2 800.9
Schaalfactor 1.24 1.27 0.88 1.11 0.96 0.66 1.61 1.57 1.06 0.75 1.10 0.91 1.07
Maandgemiddelde neerslag in Vlissingen
Maandgemiddelde neerslag (mm)
120 100 80 60 40 20 0 1
2
3
4
5
6
1995-2000
Figuur A.1
WL | Delft Hydraulics
7
8
9
10
11
12
2000-2005
Maandgemiddelde neerslag in Vlissingen.
A–1
december 2007
A.2
Weekgemiddelde neerslag
Tabel A.2
A–2
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
Weekgemiddelde neerslag in Vlissingen in mm over de perioden 1995-2000 en 2000-2005. Laatste kolom geeft de schaalfactor weer Week
1995-2000
2000-2005
Schaalfactor
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44
18.9 8.2 8.7 10.6 10.3 15.9 16.1 14.9 17.5 12.2 3.3 7.0 7.7 6.6 9.9 11.1 14.5 11.9 7.7 14.5 15.3 10.8 25.9 16.9 12.9 12.4 14.5 18.8 5.8 7.1 9.7 7.4 12.0 16.9 27.7 19.0 18.5 5.4 20.7 24.5 24.5 10.6 14.5 25.3
12.1 9.7 15.0 18.2 20.9 21.0 10.8 18.7 17.2 8.3 9.4 9.4 4.4 8.1 7.6 8.2 18.2 13.5 11.9 10.0 14.7 14.3 10.7 9.6 9.4 15.0 41.4 14.9 9.6 8.9 11.3 15.8 20.7 35.4 19.1 17.7 18.8 18.7 21.0 19.6 7.6 16.6 12.7 17.8
0.64 1.18 1.72 1.71 2.04 1.32 0.67 1.26 0.98 0.68 2.89 1.34 0.56 1.23 0.77 0.73 1.26 1.13 1.54 0.69 0.96 1.33 0.41 0.57 0.73 1.21 2.85 0.79 1.65 1.25 1.16 2.15 1.72 2.09 0.69 0.93 1.02 3.48 1.02 0.80 0.31 1.56 0.88 0.70
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
45 46 47 48 49 50 51 52 53 Som
december 2007
17.0 27.2 11.1 15.0 19.5 18.4 16.9 17.4 1.2
21.4 17.0 22.3 22.6 11.9 10.8 16.5 23.2 1.6
1.26 0.62 2.01 1.50 0.61 0.59 0.97 1.33 1.31
748.3
800.9
1.07
weekgemiddelde neerslag in Vlissingen
Weekgemiddelde neerslag (mm)
45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 1
5
9
13
17
21
25
1995-2000
Figuur A.2
WL | Delft Hydraulics
29
33
37
41
45
49
2000-2005
Weekgemiddelde neerslag in Vlissingen.
A–3
53
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
B
Q4435
december 2007
Diepteverdeling Deltabekkens Volkerak
Diepte (m tov NAP)
0 5 10 15 20 25 0
500
1000
1500
2000
2500
3000
3500
4000
4500
Oppervlakte (ha) Sobek
Data
Veerse Meer 0
Diepte (m tov NAP)
5 10 15 20 25 30 0
500
1000
1500
2000
2500
Oppervlakte (ha) Sobek
WL | Delft Hydraulics
Data
B–1
december 2007
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
Oosterschelde 0
Diepte (m tov NAP)
5 10 15 20 25 30 35 40 45 0
5000
10000
15000
20000
25000
30000
35000
40000
Oppervlakte (ha) Sobek
Data
Grevelingen 0
Diepte (m tov NAP)
5 10 15 20 25 30 35 40 45 0
2000
4000
6000
8000
10000
12000
14000
Oppervlakte (ha) Sobek
B–2
Data
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
C
Balansen
C.1
Hollandsch Diep
december 2007
Hollandsch Diep
Kentallen
Waterbalans
Oppervlak Volume Verblijftijd Belasting zoetwater Bruto zoutwaterflux Eff. zoutwaterflux Eff. zoutwaterflux Primaire productie (P) Gem. Algenbiomassa (B) Turnover (P/B) Graas van Algen Mortaliteit van Algen
Eenheid: m3/s Restterm / berging Regionale lozingen Noordzee Rijn-Maas Volkerak Haringvliet Som
Vanuit 0.00 0.00 0.00 921.89 0.00 0.00 921.89
Naar Vanuit % 0.21 0% 0.00 0% 0.00 0% 0.00 100% 6.20 0% 915.48 0% 921.89 100%
Naar % 0% 0% 0% 0% 1% 99% 100%
3926 280 4 921.9 0.0 0.0 175 1.6 0.29 0 100
ha Mm3 dag(en) m3/s m3/s m3/s % g C/m2 jaar g C/m2 1/dag % %
Waterbalans uitstromingen
Waterbalans instromingen Restterm / berging
Restterm / berging
Regionale lozingen
Regionale lozingen
Noordzee
Noordzee
Rijn-Maas
Rijn-Maas Volkerak
Volkerak
Haringvliet
Haringvliet
Stofbalans Totaal Stikstof in Hollandsch Diep (waterfase) Eenheid: gram per m2 per jaar Eenheid: g/m2/j Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Rijn-Maas Volkerak Haringvliet Denitrificatie Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie Som
Vanuit 3.14 0.00 0.00 2762.41 0.00 0.00 0.00 0.00 13.11 0.00 2778.66
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Naar Vanuit % 0.00 0% 0.00 0% 0.00 0% 0.00 99% 15.12 0% 2712.59 0% 38.76 0% 0.00 0% 0.00 0% 12.38 0% 2778.86 100%
Naar % 0% 0% 0% 0% 1% 98% 1% 0% 0% 0% 100%
Som
Vanuit 0.03 0.00 0.00 26.53 0.00 0.00 0.00 0.00 0.13 0.00 26.69
Naar % 0% 0% 0% 0% 1% 98% 1% 0% 0% 0% 100%
Restterm / berging Water
Restterm / berging Water
Regionale lozingen
Regionale lozingen
Noordzee
Noordzee
Rijn-Maas
Rijn-Maas
Volkerak
Volkerak
Haringvliet
Haringvliet
Denitrificatie
Denitrificatie
Graas
Graas Mineralisatie Bodem
Mineralisatie Bodem
Eenheid: gram per m2 per jaar
Naar Vanuit % 0.00 0% 0.00 0% 0.00 0% 0.00 99% 0.15 0% 26.06 0% 0.37 0% 0.00 0% 0.00 0% 0.12 0% 26.69 100%
Totaal Stikstof uitstromingen Water
Totaal Stikstof instromingen Water
Stofbalans Totaal Stikstof in Bodem
g/m2/VBT Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Rijn-Maas Volkerak Haringvliet Denitrificatie Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie
Sedimentatie Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode
Sedimentatie
Stofbalans Totaal Stikstof in Hollandsch Diep (bodem) Eenheid: gram per m2 per jaar Eenheid: g/m2/j Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Som
In 0.73 0.00 12.38 0.00 0.00 0.00 13.11
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Uit 0.00 13.11 0.00 0.00 0.00 0.00 13.11
In % 6% 0% 94% 0% 0% 0% 100%
Uit % 0% 100% 0% 0% 0% 0% 100%
Totaal Stikstof in Bodem
WL | Delft Hydraulics
g/m2/VBT Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Som
In 0.01 0.00 0.12 0.00 0.00 0.00 0.13
Uit 0.00 0.13 0.00 0.00 0.00 0.00 0.13
In % 6% 0% 94% 0% 0% 0% 100%
Uit % 0% 100% 0% 0% 0% 0% 100%
Totaal Stikstof uit Bodem
Restterm / berging bodem
Restterm / berging bodem
Mineralisatie
Mineralisatie
Sedimentatie
Sedimentatie
Resuspensie
Resuspensie
Graas feaces
Graas feaces
Retentie Bodem
Retentie Bodem
C–1
december 2007
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
Stofbalans Totaal Fosfaat in Hollandsch Diep (waterfase) Eenheid: gram per m2 per jaar g/m2/j Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Rijn-Maas Volkerak Haringvliet Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie P-nalevering Som
Vanuit 0.00 0.00 0.00 122.44 0.00 0.00 0.00 0.64 0.00 0.00 123.08
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Naar Vanuit % 0.10 0% 0.00 0% 0.00 0% 0.00 99% 0.63 0% 112.70 0% 0.00 0% 0.00 1% 9.65 0% 0.00 0% 123.08 100%
Naar % 0% 0% 0% 0% 1% 92% 0% 0% 8% 0% 100%
Totaal Fosfaat instromingen Water
g/m2/VBT Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Rijn-Maas Volkerak Haringvliet Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie P-nalevering Som
Vanuit 0.00 0.00 0.00 1.18 0.00 0.00 0.00 0.01 0.00 0.00 1.18
Naar Vanuit % 0.00 0% 0.00 0% 0.00 0% 0.00 99% 0.01 0% 1.08 0% 0.00 0% 0.00 1% 0.09 0% 0.00 0% 1.18 100%
Naar % 0% 0% 0% 0% 1% 92% 0% 0% 8% 0% 100%
Totaal Fosfaat uitstromingen Water
Regionale lozingen
Restterm / berging Water
Noordzee
Regionale lozingen
Rijn-Maas
Noordzee Rijn-Maas
Volkerak
Volkerak
Haringvliet
Haringvliet
Graas
Graas
Mineralisatie Bodem
Mineralisatie Bodem
Sedimentatie
Sedimentatie
P-nalevering
P-nalevering
Stofbalans Totaal Fosfaat in Hollandsch Diep (bodem) Eenheid: gram per m2 per jaar g/m2/j Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Desorptie Som
Vanuit 0.00 0.00 9.65 0.00 0.00 0.00 0.00 9.65
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Naar Vanuit % 9.01 0% 0.64 0% 0.00 100% 0.00 0% 0.00 0% 0.00 0% 0.00 0% 9.65 100%
Naar % 93% 7% 0% 0% 0% 0% 0% 100%
Totaal Fosfaat in Bodem
C–2
g/m2/VBT Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Desorptie Som
Vanuit 0.00 0.00 0.09 0.00 0.00 0.00 0.00 0.09
Naar Vanuit % 0.09 0% 0.01 0% 0.00 100% 0.00 0% 0.00 0% 0.00 0% 0.00 0% 0.09 100%
Naar % 93% 7% 0% 0% 0% 0% 0% 100%
Totaal Fosfaat uit Bodem
Restterm / berging bodem
Restterm / berging bodem
Mineralisatie
Mineralisatie
Sedimentatie
Sedimentatie
Resuspensie
Resuspensie
Graas feaces
Graas feaces
Retentie Bodem
Retentie Bodem
Desorptie
Desorptie
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
C.2
Q4435
december 2007
Haringvliet
Haringvliet
Kentallen
Waterbalans
Oppervlak Volume Verblijftijd Belasting zoetwater Bruto zoutwaterflux Eff. zoutwaterflux Eff. zoutwaterflux Primaire productie (P) Gem. Algenbiomassa (B) Turnover (P/B) Graas van Algen Mortaliteit van Algen
Eenheid: m3/s Restterm / berging Regionale lozingen Noordzee Hollandsch Diep Rijn-Maas Overig Som
Vanuit 0.00 0.00 0.00 915.48 0.00 0.00 915.48
Naar Vanuit % 0.39 0% 0.00 0% 776.58 0% 0.00 100% 138.48 0% 0.00 0% 915.46 100%
Naar % 0% 0% 85% 0% 15% 0% 100%
8250 545 7 915.5 4.6 0.0 0.1 20 1.0 0.05 0 100
ha Mm3 dag(en) m3/s m3/s m3/s % g C/m2 jaar g C/m2 1/dag % %
Waterbalans uitstromingen
Waterbalans instromingen Restterm / berging
Restterm / berging
Regionale lozingen
Regionale lozingen
Noordzee
Noordzee
Hollandsch Diep
Hollandsch Diep Rijn-Maas
Rijn-Maas
Overig
Overig
Stofbalans Totaal Stikstof in Haringvliet (waterfase) Eenheid: gram per m2 per jaar Eenheid: g/m2/j Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Hollandsch Diep Rijn-Maas Overig Denitrificatie Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie Som
Vanuit 4.05 0.00 0.00 1290.87 0.00 0.00 0.00 0.00 9.28 0.00 1304.20
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Naar Vanuit % 0.00 0% 0.00 0% 1099.49 0% 0.00 99% 158.62 0% 0.00 0% 37.49 0% 0.00 0% 0.00 1% 8.58 0% 1304.18 100%
Naar % 0% 0% 84% 0% 12% 0% 3% 0% 0% 1% 100%
Som
Vanuit 0.08 0.00 0.00 24.28 0.00 0.00 0.00 0.00 0.17 0.00 24.53
Naar % 0% 0% 84% 0% 12% 0% 3% 0% 0% 1% 100%
Restterm / berging Water
Restterm / berging Water
Regionale lozingen
Regionale lozingen
Noordzee
Noordzee
Hollandsch Diep
Hollandsch Diep
Rijn-Maas
Rijn-Maas
Overig
Overig
Denitrificatie
Denitrificatie
Graas
Graas Mineralisatie Bodem
Mineralisatie Bodem
Eenheid: gram per m2 per jaar
Naar Vanuit % 0.00 0% 0.00 0% 20.68 0% 0.00 99% 2.98 0% 0.00 0% 0.71 0% 0.00 0% 0.00 1% 0.16 0% 100% 24.53
Totaal Stikstof uitstromingen Water
Totaal Stikstof instromingen Water
Stofbalans Totaal Stikstof in Bodem
g/m2/VBT Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Hollandsch Diep Rijn-Maas Overig Denitrificatie Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie
Sedimentatie Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode
Sedimentatie
Stofbalans Totaal Stikstof in Haringvliet (bodem) Eenheid: gram per m2 per jaar Eenheid: g/m2/j Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Som
In 0.70 0.00 8.58 0.00 0.00 0.00 9.28
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Uit 0.00 9.28 0.00 0.00 0.00 0.00 9.28
In % 8% 0% 92% 0% 0% 0% 100%
Uit % 0% 100% 0% 0% 0% 0% 100%
Totaal Stikstof in Bodem
WL | Delft Hydraulics
g/m2/VBT Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Som
In 0.01 0.00 0.16 0.00 0.00 0.00 0.17
Uit 0.00 0.17 0.00 0.00 0.00 0.00 0.17
In % 8% 0% 92% 0% 0% 0% 100%
Uit % 0% 100% 0% 0% 0% 0% 100%
Totaal Stikstof uit Bodem
Restterm / berging bodem
Restterm / berging bodem
Mineralisatie
Mineralisatie
Sedimentatie
Sedimentatie
Resuspensie
Resuspensie
Graas feaces
Graas feaces
Retentie Bodem
Retentie Bodem
C–3
december 2007
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
Stofbalans Totaal Fosfaat in Haringvliet (waterfase) Eenheid: gram per m2 per jaar g/m2/j Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Hollandsch Diep Rijn-Maas Overig Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie P-nalevering Som
Vanuit 0.00 0.00 0.00 53.63 0.00 0.00 0.00 0.57 0.00 0.00 54.20
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Naar Vanuit % 0.05 0% 0.00 0% 42.34 0% 0.00 99% 8.06 0% 0.00 0% 0.00 0% 0.00 1% 3.75 0% 0.00 0% 54.20 100%
Naar % 0% 0% 78% 0% 15% 0% 0% 0% 7% 0% 100%
Totaal Fosfaat instromingen Water
g/m2/VBT Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Hollandsch Diep Rijn-Maas Overig Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie P-nalevering Som
Vanuit 0.00 0.00 0.00 1.01 0.00 0.00 0.00 0.01 0.00 0.00 1.02
Naar Vanuit % 0.00 0% 0.00 0% 0.80 0% 0.00 99% 0.15 0% 0.00 0% 0.00 0% 0.00 1% 0.07 0% 0.00 0% 1.02 100%
Naar % 0% 0% 78% 0% 15% 0% 0% 0% 7% 0% 100%
Totaal Fosfaat uitstromingen Water
Regionale lozingen
Restterm / berging Water
Noordzee
Regionale lozingen
Hollandsch Diep
Noordzee Hollandsch Diep
Rijn-Maas
Rijn-Maas
Overig
Overig Graas
Graas
Mineralisatie Bodem
Mineralisatie Bodem
Sedimentatie
Sedimentatie
P-nalevering
P-nalevering
Stofbalans Totaal Fosfaat in Haringvliet (bodem) Eenheid: gram per m2 per jaar g/m2/j Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Desorptie Som
Vanuit 0.00 0.00 3.75 0.00 0.00 0.00 0.00 3.75
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Naar Vanuit % 3.18 0% 0.57 0% 0.00 100% 0.00 0% 0.00 0% 0.00 0% 0.00 0% 3.75 100%
Naar % 85% 15% 0% 0% 0% 0% 0% 100%
Totaal Fosfaat in Bodem
C–4
g/m2/VBT Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Desorptie Som
Vanuit 0.00 0.00 0.07 0.00 0.00 0.00 0.00 0.07
Naar Vanuit % 0.06 0% 0.01 0% 0.00 100% 0.00 0% 0.00 0% 0.00 0% 0.00 0% 0.07 100%
Naar % 85% 15% 0% 0% 0% 0% 0% 100%
Totaal Fosfaat uit Bodem
Restterm / berging bodem
Restterm / berging bodem
Mineralisatie
Mineralisatie
Sedimentatie
Sedimentatie
Resuspensie
Resuspensie
Graas feaces
Graas feaces
Retentie Bodem
Retentie Bodem
Desorptie
Desorptie
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
C.3
Q4435
december 2007
Volkerak
Volkerak
Kentallen
Waterbalans Eenheid: m3/s Restterm / berging Regionale lozingen Noordzee Oosterschelde Zoommeer Hollandsch Diep Som
Vanuit 0.00 17.29 0.00 0.76 1.42 6.20 25.68
Naar Vanuit % 0.00 0% 0.00 67% 0.00 0% 9.40 3% 16.28 6% 0.00 24% 25.67 100%
Naar % 0% 0% 0% 37% 63% 0% 100%
Oppervlak Volume Verblijftijd Belasting zoetwater Bruto zoutwaterflux Eff. zoutwaterflux Eff. zoutwaterflux Primaire productie (P) Gem. Algenbiomassa (B) Turnover (P/B) Graas van Algen Mortaliteit van Algen
4177 219 106 23.5 0.0 0.0 249 5.4 0.13 0 100
ha Mm3 dag(en) m3/s m3/s m3/s % g C/m2 jaar g C/m2 1/dag % %
Waterbalans uitstromingen
Waterbalans instromingen Restterm / berging
Restterm / berging
Regionale lozingen
Regionale lozingen
Noordzee
Noordzee
Oosterschelde
Oosterschelde Zoommeer
Zoommeer
Hollandsch Diep
Hollandsch Diep
Stofbalans Totaal Stikstof in Volkerak (waterfase) Eenheid: gram per m2 per jaar Eenheid: g/m2/j Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Oosterschelde Zoommeer Hollandsch Diep Denitrificatie Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie Som
Vanuit 8.96 111.80 0.00 0.62 4.93 14.21 0.00 0.00 17.24 0.00 157.75
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Naar Vanuit % 0.00 6% 0.00 71% 0.00 0% 32.59 0% 58.75 3% 0.00 9% 48.60 0% 0.00 0% 0.00 11% 17.81 0% 100% 157.75
Naar % 0% 0% 0% 21% 37% 0% 31% 0% 0% 11% 100%
Som
Vanuit 2.60 32.47 0.00 0.18 1.43 4.13 0.00 0.00 5.01 0.00 45.81
Naar % 0% 0% 0% 21% 37% 0% 31% 0% 0% 11% 100%
Restterm / berging Water
Restterm / berging Water
Regionale lozingen
Regionale lozingen
Noordzee
Noordzee
Oosterschelde
Oosterschelde
Zoommeer
Zoommeer
Hollandsch Diep
Hollandsch Diep
Denitrificatie
Denitrificatie
Graas
Graas Mineralisatie Bodem
Mineralisatie Bodem
Eenheid: gram per m2 per jaar
Naar Vanuit % 0.00 6% 0.00 71% 0.00 0% 9.46 0% 17.06 3% 0.00 9% 14.12 0% 0.00 0% 0.00 11% 5.17 0% 45.81 100%
Totaal Stikstof uitstromingen Water
Totaal Stikstof instromingen Water
Stofbalans Totaal Stikstof in Bodem
g/m2/VBT Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Oosterschelde Zoommeer Hollandsch Diep Denitrificatie Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie
Sedimentatie Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode
Sedimentatie
Stofbalans Totaal Stikstof in Volkerak (bodem) Eenheid: gram per m2 per jaar Eenheid: g/m2/j Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Som
In 0.55 0.00 17.81 0.00 0.00 0.00 18.36
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Uit 0.00 17.24 0.00 0.00 0.00 1.12 18.36
In % 3% 0% 97% 0% 0% 0% 100%
Uit % 0% 94% 0% 0% 0% 6% 100%
Totaal Stikstof in Bodem
WL | Delft Hydraulics
g/m2/VBT Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Som
In 0.16 0.00 5.17 0.00 0.00 0.00 5.33
Uit 0.00 5.01 0.00 0.00 0.00 0.33 5.33
In % 3% 0% 97% 0% 0% 0% 100%
Uit % 0% 94% 0% 0% 0% 6% 100%
Totaal Stikstof uit Bodem
Restterm / berging bodem
Restterm / berging bodem
Mineralisatie
Mineralisatie
Sedimentatie
Sedimentatie
Resuspensie
Resuspensie
Graas feaces
Graas feaces
Retentie Bodem
Retentie Bodem
C–5
december 2007
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
Stofbalans Totaal Fosfaat in Volkerak (waterfase) Eenheid: gram per m2 per jaar g/m2/j Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Oosterschelde Zoommeer Hollandsch Diep Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie P-nalevering Som
Vanuit 0.00 2.48 0.00 0.04 0.13 0.59 0.00 1.15 0.00 1.18 5.58
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Naar Vanuit % 0.14 0% 0.00 44% 0.00 0% 0.99 1% 1.68 2% 0.00 11% 0.00 0% 0.00 21% 2.76 0% 0.00 21% 5.58 100%
Naar % 3% 0% 0% 18% 30% 0% 0% 0% 49% 0% 100%
Totaal Fosfaat instromingen Water
g/m2/VBT Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Oosterschelde Zoommeer Hollandsch Diep Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie P-nalevering Som
Vanuit 0.00 0.72 0.00 0.01 0.04 0.17 0.00 0.33 0.00 0.34 1.62
Naar Vanuit % 0.04 0% 0.00 44% 0.00 0% 0.29 1% 0.49 2% 0.00 11% 0.00 0% 0.00 21% 0.80 0% 0.00 21% 1.62 100%
Naar % 3% 0% 0% 18% 30% 0% 0% 0% 49% 0% 100%
Totaal Fosfaat uitstromingen Water
Regionale lozingen
Restterm / berging Water
Noordzee
Regionale lozingen
Oosterschelde
Noordzee Oosterschelde
Zoommeer
Zoommeer
Hollandsch Diep
Hollandsch Diep Graas
Graas
Mineralisatie Bodem
Mineralisatie Bodem
Sedimentatie
Sedimentatie
P-nalevering
P-nalevering
Stofbalans Totaal Fosfaat in Volkerak (bodem) Eenheid: gram per m2 per jaar g/m2/j Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Desorptie Som
Vanuit 0.00 0.00 2.76 0.00 0.00 0.00 0.00 2.76
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Naar Vanuit % 1.09 0% 1.15 0% 0.00 100% 0.00 0% 0.00 0% 0.52 0% 0.00 0% 2.76 100%
Naar % 39% 42% 0% 0% 0% 19% 0% 100%
Totaal Fosfaat in Bodem
C–6
g/m2/VBT Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Desorptie Som
Vanuit 0.00 0.00 0.80 0.00 0.00 0.00 0.00 0.80
Naar Vanuit % 0.32 0% 0.33 0% 0.00 100% 0.00 0% 0.00 0% 0.15 0% 0.00 0% 0.80 100%
Naar % 39% 42% 0% 0% 0% 19% 0% 100%
Totaal Fosfaat uit Bodem
Restterm / berging bodem
Restterm / berging bodem
Mineralisatie
Mineralisatie
Sedimentatie
Sedimentatie
Resuspensie
Resuspensie
Graas feaces
Graas feaces
Retentie Bodem
Retentie Bodem
Desorptie
Desorptie
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
C.4
Q4435
december 2007
Zoommeer
Zoommeer
Kentallen
Waterbalans
Oppervlak Volume Verblijftijd Belasting zoetwater Bruto zoutwaterflux Eff. zoutwaterflux Eff. zoutwaterflux Primaire productie (P) Gem. Algenbiomassa (B) Turnover (P/B) Graas van Algen Mortaliteit van Algen
Eenheid: m3/s Restterm / berging Regionale lozingen Noordzee Westerschelde Volkerak Kreekraksluizen Som
Vanuit 0.00 1.76 0.00 0.00 16.28 0.00 18.04
Naar Vanuit % 0.00 0% 0.00 10% 0.00 0% 8.57 0% 1.42 90% 8.05 0% 18.04 100%
Naar % 0% 0% 0% 48% 8% 45% 100%
1577 64 44 16.4 0.0 0.0 204 4.6 0.12 0 100
ha Mm3 dag(en) m3/s m3/s m3/s % g C/m2 jaar g C/m2 1/dag % %
Waterbalans uitstromingen
Waterbalans instromingen Restterm / berging
Restterm / berging
Regionale lozingen
Regionale lozingen
Noordzee
Noordzee
Westerschelde
Westerschelde Volkerak
Volkerak
Kreekraksluizen
Kreekraksluizen
Stofbalans Totaal Stikstof in Zoommeer (waterfase) Eenheid: gram per m2 per jaar Eenheid: g/m2/j Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Westerschelde Volkerak Kreekraksluizen Denitrificatie Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie Som
Vanuit 5.14 27.00 0.00 0.00 155.63 0.00 0.00 0.00 15.11 0.00 202.88
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Naar Vanuit % 0.00 3% 0.00 13% 0.00 0% 65.52 0% 13.05 77% 66.65 0% 41.88 0% 0.00 0% 0.00 7% 15.77 0% 202.87 100%
Naar % 0% 0% 0% 32% 6% 33% 21% 0% 0% 8% 100%
Som
Vanuit 0.62 3.28 0.00 0.00 18.92 0.00 0.00 0.00 1.84 0.00 24.66
Naar % 0% 0% 0% 32% 6% 33% 21% 0% 0% 8% 100%
Restterm / berging Water
Restterm / berging Water
Regionale lozingen
Regionale lozingen
Noordzee
Noordzee
Westerschelde
Westerschelde
Volkerak
Volkerak
Kreekraksluizen
Kreekraksluizen
Denitrificatie
Denitrificatie
Graas
Graas Mineralisatie Bodem
Mineralisatie Bodem
Eenheid: gram per m2 per jaar
Naar Vanuit % 0.00 3% 0.00 13% 0.00 0% 7.97 0% 1.59 77% 8.10 0% 5.09 0% 0.00 0% 0.00 7% 1.92 0% 24.66 100%
Totaal Stikstof uitstromingen Water
Totaal Stikstof instromingen Water
Stofbalans Totaal Stikstof in Bodem
g/m2/VBT Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Westerschelde Volkerak Kreekraksluizen Denitrificatie Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie
Sedimentatie Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode
Sedimentatie
Stofbalans Totaal Stikstof in Zoommeer (bodem) Eenheid: gram per m2 per jaar Eenheid: g/m2/j Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Som
In 0.28 0.00 15.77 0.00 0.00 0.00 16.05
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Uit 0.00 15.11 0.00 0.00 0.00 0.95 16.05
In % 2% 0% 98% 0% 0% 0% 100%
Uit % 0% 94% 0% 0% 0% 6% 100%
Totaal Stikstof in Bodem
WL | Delft Hydraulics
g/m2/VBT Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Som
In 0.03 0.00 1.92 0.00 0.00 0.00 1.95
Uit 0.00 1.84 0.00 0.00 0.00 0.12 1.95
In % 2% 0% 98% 0% 0% 0% 100%
Uit % 0% 94% 0% 0% 0% 6% 100%
Totaal Stikstof uit Bodem
Restterm / berging bodem
Restterm / berging bodem
Mineralisatie
Mineralisatie
Sedimentatie
Sedimentatie
Resuspensie
Resuspensie
Graas feaces
Graas feaces
Retentie Bodem
Retentie Bodem
C–7
december 2007
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
Stofbalans Totaal Fosfaat in Zoommeer (waterfase) Eenheid: gram per m2 per jaar g/m2/j Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Westerschelde Volkerak Kreekraksluizen Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie P-nalevering Som
Vanuit 0.00 1.30 0.00 0.00 4.46 0.00 0.00 1.18 0.00 1.18 8.12
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Naar Vanuit % 0.14 0% 0.00 16% 0.00 0% 2.71 0% 0.35 55% 2.96 0% 0.00 0% 0.00 15% 1.96 0% 0.00 15% 8.12 100%
Naar % 2% 0% 0% 33% 4% 36% 0% 0% 24% 0% 100%
Totaal Fosfaat instromingen Water
g/m2/VBT Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Westerschelde Volkerak Kreekraksluizen Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie P-nalevering Som
Vanuit 0.00 0.16 0.00 0.00 0.54 0.00 0.00 0.14 0.00 0.14 0.99
Naar Vanuit % 0.02 0% 0.00 16% 0.00 0% 0.33 0% 0.04 55% 0.36 0% 0.00 0% 0.00 15% 0.24 0% 0.00 15% 0.99 100%
Naar % 2% 0% 0% 33% 4% 36% 0% 0% 24% 0% 100%
Totaal Fosfaat uitstromingen Water
Regionale lozingen
Restterm / berging Water
Noordzee
Regionale lozingen
Westerschelde
Noordzee Westerschelde
Volkerak
Volkerak
Kreekraksluizen
Kreekraksluizen Graas
Graas
Mineralisatie Bodem
Mineralisatie Bodem
Sedimentatie
Sedimentatie
P-nalevering
P-nalevering
Stofbalans Totaal Fosfaat in Zoommeer (bodem) Eenheid: gram per m2 per jaar g/m2/j Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Desorptie Som
Vanuit 0.00 0.00 1.96 0.00 0.00 0.00 0.00 1.96
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Naar Vanuit % 0.46 0% 1.18 0% 0.00 100% 0.00 0% 0.00 0% 0.32 0% 0.00 0% 1.96 100%
Naar % 23% 61% 0% 0% 0% 16% 0% 100%
Totaal Fosfaat in Bodem
C–8
g/m2/VBT Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Desorptie Som
Vanuit 0.00 0.00 0.24 0.00 0.00 0.00 0.00 0.24
Naar Vanuit % 0.06 0% 0.14 0% 0.00 100% 0.00 0% 0.00 0% 0.04 0% 0.00 0% 0.24 100%
Naar % 23% 61% 0% 0% 0% 16% 0% 100%
Totaal Fosfaat uit Bodem
Restterm / berging bodem
Restterm / berging bodem
Mineralisatie
Mineralisatie
Sedimentatie
Sedimentatie
Resuspensie
Resuspensie
Graas feaces
Graas feaces
Retentie Bodem
Retentie Bodem
Desorptie
Desorptie
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
C.5
Q4435
december 2007
Grevelingen
Grevelingen
Kentallen
Waterbalans
Oppervlak Volume Verblijftijd Belasting zoetwater Bruto zoutwaterflux Eff. zoutwaterflux Eff. zoutwaterflux Primaire productie (P) Gem. Algenbiomassa (B) Turnover (P/B) Graas van Algen Mortaliteit van Algen
Eenheid: m3/s Restterm / berging Regionale lozingen Noordzee Oosterschelde Volkerak Overig Som
Vanuit 0.00 4.29 32.19 0.00 0.00 0.00 36.48
Naar Vanuit % 0.15 0% 0.00 12% 36.34 88% 0.00 0% 0.00 0% 0.00 0% 36.49 100%
Naar % 0% 0% 100% 0% 0% 0% 100%
12232 722 229 4.3 106.5 32.2 30.2 572 3.2 0.49 51 49
ha Mm3 dag(en) m3/s m3/s m3/s % g C/m2 jaar g C/m2 1/dag % %
Waterbalans uitstromingen
Waterbalans instromingen Restterm / berging
Restterm / berging
Regionale lozingen
Regionale lozingen
Noordzee
Noordzee
Oosterschelde
Oosterschelde Volkerak
Volkerak
Overig Overig
Stofbalans Totaal Stikstof in Grevelingen (waterfase) Eenheid: gram per m2 per jaar Eenheid: g/m2/j Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Oosterschelde Volkerak Overig Denitrificatie Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie Som
Vanuit 1.06 3.09 1.27 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 39.42 0.00 44.84
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Naar Vanuit % 0.00 2% 0.00 7% 0.00 3% 0.00 0% 0.00 0% 0.00 0% 0.91 0% 27.12 0% 0.00 88% 16.81 0% 44.84 100%
Naar % 0% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 60% 0% 37% 100%
Som
Vanuit 0.66 1.93 0.80 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 24.67 0.00 28.06
Naar % 0% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 60% 0% 37% 100%
Restterm / berging Water
Restterm / berging Water
Regionale lozingen
Regionale lozingen
Noordzee
Noordzee
Oosterschelde
Oosterschelde
Volkerak
Volkerak
Overig
Overig
Denitrificatie
Denitrificatie
Graas
Graas Mineralisatie Bodem
Mineralisatie Bodem
Eenheid: gram per m2 per jaar
Naar Vanuit % 0.00 2% 0.00 7% 0.00 3% 0.00 0% 0.00 0% 0.00 0% 0.57 0% 16.97 0% 0.00 88% 10.52 0% 100% 28.06
Totaal Stikstof uitstromingen Water
Totaal Stikstof instromingen Water
Stofbalans Totaal Stikstof in Bodem
g/m2/VBT Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Oosterschelde Volkerak Overig Denitrificatie Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie
Sedimentatie Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode
Sedimentatie
Stofbalans Totaal Stikstof in Grevelingen (bodem) Eenheid: gram per m2 per jaar Eenheid: g/m2/j Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Som
In 0.00 0.00 16.81 0.00 25.58 0.00 42.39
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Uit 0.56 39.42 0.00 0.00 0.00 2.41 42.39
In % 0% 0% 40% 0% 60% 0% 100%
Uit % 1% 93% 0% 0% 0% 6% 100%
Totaal Stikstof in Bodem
WL | Delft Hydraulics
g/m2/VBT Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Som
In 0.00 0.00 10.52 0.00 16.01 0.00 26.53
Uit 0.35 24.67 0.00 0.00 0.00 1.51 26.53
In % 0% 0% 40% 0% 60% 0% 100%
Uit % 1% 93% 0% 0% 0% 6% 100%
Totaal Stikstof uit Bodem
Restterm / berging bodem
Restterm / berging bodem
Mineralisatie
Mineralisatie
Sedimentatie
Sedimentatie
Resuspensie
Resuspensie
Graas feaces
Graas feaces
Retentie Bodem
Retentie Bodem
C–9
december 2007
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
Stofbalans Totaal Fosfaat in Grevelingen (waterfase) Eenheid: gram per m2 per jaar g/m2/j Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Oosterschelde Volkerak Overig Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie P-nalevering Som
Vanuit 0.02 0.33 0.03 0.00 0.00 0.00 0.00 4.99 0.00 0.29 5.66
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Naar Vanuit % 0.00 0% 0.00 6% 0.00 1% 0.00 0% 0.00 0% 0.00 0% 3.46 0% 0.00 88% 2.20 0% 0.00 5% 5.66 100%
Naar % 0% 0% 0% 0% 0% 0% 61% 0% 39% 0% 100%
Totaal Fosfaat instromingen Water
g/m2/VBT Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Oosterschelde Volkerak Overig Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie P-nalevering Som
Vanuit 0.01 0.20 0.02 0.00 0.00 0.00 0.00 3.12 0.00 0.18 3.54
Naar Vanuit % 0.00 0% 0.00 6% 0.00 1% 0.00 0% 0.00 0% 0.00 0% 2.17 0% 0.00 88% 1.38 0% 0.00 5% 3.54 100%
Naar % 0% 0% 0% 0% 0% 0% 61% 0% 39% 0% 100%
Totaal Fosfaat uitstromingen Water
Regionale lozingen
Restterm / berging Water
Noordzee
Regionale lozingen
Oosterschelde
Noordzee Oosterschelde
Volkerak
Volkerak
Overig
Overig Graas
Graas
Mineralisatie Bodem
Mineralisatie Bodem
Sedimentatie
Sedimentatie
P-nalevering
P-nalevering
Stofbalans Totaal Fosfaat in Grevelingen (bodem) Eenheid: gram per m2 per jaar g/m2/j Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Desorptie Som
Vanuit 0.00 0.00 2.20 0.00 3.24 0.00 0.00 5.44
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Naar Vanuit % 0.13 0% 4.99 0% 0.00 40% 0.00 0% 0.00 60% 0.31 0% 0.00 0% 5.44 100%
Naar % 2% 92% 0% 0% 0% 6% 0% 100%
Totaal Fosfaat in Bodem
C–10
g/m2/VBT Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Desorptie Som
Vanuit 0.00 0.00 1.38 0.00 2.03 0.00 0.00 3.40
Naar Vanuit % 0.08 0% 3.12 0% 0.00 40% 0.00 0% 0.00 60% 0.20 0% 0.00 0% 3.40 100%
Naar % 2% 92% 0% 0% 0% 6% 0% 100%
Totaal Fosfaat uit Bodem
Restterm / berging bodem
Restterm / berging bodem
Mineralisatie
Mineralisatie
Sedimentatie
Sedimentatie
Resuspensie
Resuspensie
Graas feaces
Graas feaces
Retentie Bodem
Retentie Bodem
Desorptie
Desorptie
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
C.6
Q4435
december 2007
Veerse Meer
Veerse Meer
Kentallen
Waterbalans
Oppervlak Volume Verblijftijd Belasting zoetwater Bruto zoutwaterflux Eff. zoutwaterflux Eff. zoutwaterflux Primaire productie (P) Gem. Algenbiomassa (B) Turnover (P/B) Graas van Algen Mortaliteit van Algen
Eenheid: m3/s Restterm / berging Regionale lozingen Noordzee Oosterschelde KanWalcheren Overig Som
Vanuit 0.00 1.46 0.00 3.87 0.95 0.00 6.28
Naar Vanuit % 0.01 0% 0.00 23% 0.00 0% 6.28 62% 0.00 15% 0.00 0% 6.29 100%
Naar % 0% 0% 0% 100% 0% 0% 100%
2113 102 187 2.4 35.2 3.9 11.0 407 1.7 0.67 68 32
ha Mm3 dag(en) m3/s m3/s m3/s % g C/m2 jaar g C/m2 1/dag % %
Waterbalans uitstromingen
Waterbalans instromingen Restterm / berging
Restterm / berging
Regionale lozingen
Regionale lozingen
Noordzee
Noordzee
Oosterschelde
Oosterschelde KanWalcheren
KanWalcheren
Overig Overig
Stofbalans Totaal Stikstof in Veerse Meer (waterfase) Eenheid: gram per m2 per jaar Eenheid: g/m2/j Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Oosterschelde KanWalcheren Overig Denitrificatie Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie Som
Vanuit 3.73 15.72 0.00 38.82 3.23 0.00 0.00 0.00 25.96 0.00 87.48
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Naar Vanuit % 0.00 4% 0.00 18% 0.00 0% 45.01 44% 0.00 4% 0.00 0% 7.13 0% 26.36 0% 0.00 30% 8.98 0% 87.48 100%
Naar % 0% 0% 0% 51% 0% 0% 8% 30% 0% 10% 100%
Som
Vanuit 1.91 8.05 0.00 19.89 1.66 0.00 0.00 0.00 13.30 0.00 44.81
Naar % 0% 0% 0% 51% 0% 0% 8% 30% 0% 10% 100%
Restterm / berging Water
Restterm / berging Water
Regionale lozingen
Regionale lozingen
Noordzee
Noordzee
Oosterschelde
Oosterschelde
KanWalcheren
KanWalcheren
Overig
Overig
Denitrificatie
Denitrificatie
Graas
Graas Mineralisatie Bodem
Mineralisatie Bodem
Eenheid: gram per m2 per jaar
Naar Vanuit % 0.00 4% 0.00 18% 0.00 0% 23.06 44% 0.00 4% 0.00 0% 3.65 0% 13.51 0% 0.00 30% 4.60 0% 44.81 100%
Totaal Stikstof uitstromingen Water
Totaal Stikstof instromingen Water
Stofbalans Totaal Stikstof in Bodem
g/m2/VBT Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Oosterschelde KanWalcheren Overig Denitrificatie Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie
Sedimentatie Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode
Sedimentatie
Stofbalans Totaal Stikstof in Veerse Meer (bodem) Eenheid: gram per m2 per jaar Eenheid: g/m2/j Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Som
In 0.00 0.00 8.98 0.00 25.00 0.00 33.97
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Uit 0.65 25.96 0.00 0.00 0.00 7.36 33.97
In % 0% 0% 26% 0% 74% 0% 100%
Uit % 2% 76% 0% 0% 0% 22% 100%
Totaal Stikstof in Bodem
WL | Delft Hydraulics
g/m2/VBT Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Som
In 0.00 0.00 4.60 0.00 12.81 0.00 17.40
Uit 0.33 13.30 0.00 0.00 0.00 3.77 17.40
In % 0% 0% 26% 0% 74% 0% 100%
Uit % 2% 76% 0% 0% 0% 22% 100%
Totaal Stikstof uit Bodem
Restterm / berging bodem
Restterm / berging bodem
Mineralisatie
Mineralisatie
Sedimentatie
Sedimentatie
Resuspensie
Resuspensie
Graas feaces
Graas feaces
Retentie Bodem
Retentie Bodem
C–11
december 2007
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
Stofbalans Totaal Fosfaat in Veerse Meer (waterfase) Eenheid: gram per m2 per jaar g/m2/j Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Oosterschelde KanWalcheren Overig Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie P-nalevering Som
Vanuit 0.15 2.67 0.00 5.22 0.61 0.00 0.00 3.17 0.00 0.15 11.97
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Naar Vanuit % 0.00 1% 0.00 22% 0.00 0% 7.00 44% 0.00 5% 0.00 0% 3.21 0% 0.00 26% 1.76 0% 0.00 1% 11.97 100%
Naar % 0% 0% 0% 59% 0% 0% 27% 0% 15% 0% 100%
Totaal Fosfaat instromingen Water
g/m2/VBT Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Oosterschelde KanWalcheren Overig Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie P-nalevering Som
Vanuit 0.08 1.37 0.00 2.68 0.31 0.00 0.00 1.62 0.00 0.08 6.13
Naar Vanuit % 0.00 1% 0.00 22% 0.00 0% 3.59 44% 0.00 5% 0.00 0% 1.64 0% 0.00 26% 0.90 0% 0.00 1% 6.13 100%
Naar % 0% 0% 0% 59% 0% 0% 27% 0% 15% 0% 100%
Totaal Fosfaat uitstromingen Water
Regionale lozingen
Restterm / berging Water
Noordzee
Regionale lozingen
Oosterschelde
Noordzee Oosterschelde
KanWalcheren
KanWalcheren
Overig
Overig Graas
Graas
Mineralisatie Bodem
Mineralisatie Bodem
Sedimentatie
Sedimentatie
P-nalevering
P-nalevering
Stofbalans Totaal Fosfaat in Veerse Meer (bodem) Eenheid: gram per m2 per jaar g/m2/j Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Desorptie Som
Vanuit 0.00 0.00 1.76 0.00 3.03 0.00 0.00 4.78
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Naar Vanuit % 0.43 0% 3.17 0% 0.00 37% 0.00 0% 0.00 63% 1.19 0% 0.00 0% 4.78 100%
Naar % 9% 66% 0% 0% 0% 25% 0% 100%
Totaal Fosfaat in Bodem
C–12
g/m2/VBT Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Desorptie Som
Vanuit 0.00 0.00 0.90 0.00 1.55 0.00 0.00 2.45
Naar Vanuit % 0.22 0% 1.62 0% 0.00 37% 0.00 0% 0.00 63% 0.61 0% 0.00 0% 2.45 100%
Naar % 9% 66% 0% 0% 0% 25% 0% 100%
Totaal Fosfaat uit Bodem
Restterm / berging bodem
Restterm / berging bodem
Mineralisatie
Mineralisatie
Sedimentatie
Sedimentatie
Resuspensie
Resuspensie
Graas feaces
Graas feaces
Retentie Bodem
Retentie Bodem
Desorptie
Desorptie
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
C.7
Q4435
december 2007
Oosterschelde
Oosterschelde
Kentallen
Waterbalans Eenheid: m3/s Restterm / berging Regionale lozingen Noordzee Veerse Meer Volkerak Overig Som
Vanuit 0.00 11.48 561.40 37.58 8.64 0.00 619.10
Naar Vanuit % 0.15 0% 0.00 2% 583.80 91% 35.18 6% 0.00 1% 0.00 0% 100% 619.12
Naar % 0% 0% 94% 6% 0% 0% 100%
Waterbalans instromingen
Oppervlak Volume Verblijftijd Belasting zoetwater Bruto zoutwaterflux Eff. zoutwaterflux Eff. zoutwaterflux Primaire productie (P) Gem. Algenbiomassa (B) Turnover (P/B) Graas van Algen Mortaliteit van Algen
33411 3178 63 22.9 21123.7 561.4 2.7 515 2.8 0.51 59 41
ha Mm3 dag(en) m3/s m3/s m3/s % g C/m2 jaar g C/m2 1/dag % %
Waterbalans uitstromingen Restterm / berging
Restterm / berging
Regionale lozingen
Regionale lozingen
Noordzee
Noordzee
Veerse Meer
Veerse Meer Volkerak
Volkerak
Overig
Overig
Stofbalans Totaal Stikstof in Oosterschelde (waterfase) Eenheid: gram per m2 per jaar Eenheid: g/m2/j Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Veerse Meer Volkerak Overig Denitrificatie Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie Som
Vanuit 0.97 4.05 0.00 2.85 4.00 0.00 0.00 0.00 41.11 0.00 52.97
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Naar Vanuit % 0.00 2% 0.00 8% 2.31 0% 2.46 5% 0.00 8% 0.00 0% 3.62 0% 42.31 0% 0.00 78% 2.27 0% 52.97 100%
Naar % 0% 0% 4% 5% 0% 0% 7% 80% 0% 4% 100%
Som
Vanuit 0.17 0.70 0.00 0.49 0.69 0.00 0.00 0.00 7.07 0.00 9.11
Naar % 0% 0% 4% 5% 0% 0% 7% 80% 0% 4% 100%
Restterm / berging Water
Restterm / berging Water
Regionale lozingen
Regionale lozingen
Noordzee
Noordzee
Veerse Meer
Veerse Meer
Volkerak
Volkerak
Overig
Overig
Denitrificatie
Denitrificatie
Graas
Graas Mineralisatie Bodem
Mineralisatie Bodem
Eenheid: gram per m2 per jaar
Naar Vanuit % 0.00 2% 0.00 8% 0.40 0% 0.42 5% 0.00 8% 0.00 0% 0.62 0% 7.28 0% 0.00 78% 0.39 0% 9.11 100%
Totaal Stikstof uitstromingen Water
Totaal Stikstof instromingen Water
Stofbalans Totaal Stikstof in Bodem
g/m2/VBT Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Veerse Meer Volkerak Overig Denitrificatie Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie
Sedimentatie Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode
Sedimentatie
Stofbalans Totaal Stikstof in Oosterschelde (bodem) Eenheid: gram per m2 per jaar Eenheid: g/m2/j Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Som
In 0.00 0.00 2.27 0.00 40.94 0.00 43.21
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Uit 0.33 41.11 0.00 0.00 0.00 1.76 43.21
In % 0% 0% 5% 0% 95% 0% 100%
Uit % 1% 95% 0% 0% 0% 4% 100%
Totaal Stikstof in Bodem
WL | Delft Hydraulics
g/m2/VBT Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Som
In 0.00 0.00 0.39 0.00 7.04 0.00 7.43
Uit 0.06 7.07 0.00 0.00 0.00 0.30 7.43
In % 0% 0% 5% 0% 95% 0% 100%
Uit % 1% 95% 0% 0% 0% 4% 100%
Totaal Stikstof uit Bodem
Restterm / berging bodem
Restterm / berging bodem
Mineralisatie
Mineralisatie
Sedimentatie
Sedimentatie
Resuspensie
Resuspensie
Graas feaces
Graas feaces
Retentie Bodem
Retentie Bodem
C–13
december 2007
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
Stofbalans Totaal Fosfaat in Oosterschelde (waterfase) Eenheid: gram per m2 per jaar g/m2/j Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Veerse Meer Volkerak Overig Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie P-nalevering Som
Vanuit 0.00 0.30 1.71 0.44 0.12 0.00 0.00 4.26 0.00 0.14 6.97
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Naar Vanuit % 0.05 0% 0.00 4% 0.00 24% 0.33 6% 0.00 2% 0.00 0% 4.33 0% 0.00 61% 2.26 0% 0.00 2% 6.97 100%
Naar % 1% 0% 0% 5% 0% 0% 62% 0% 32% 0% 100%
Totaal Fosfaat instromingen Water
g/m2/VBT Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Veerse Meer Volkerak Overig Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie P-nalevering Som
Vanuit 0.00 0.05 0.29 0.08 0.02 0.00 0.00 0.73 0.00 0.02 1.20
Naar Vanuit % 0.01 0% 0.00 4% 0.00 24% 0.06 6% 0.00 2% 0.00 0% 0.74 0% 0.00 61% 0.39 0% 0.00 2% 1.20 100%
Naar % 1% 0% 0% 5% 0% 0% 62% 0% 32% 0% 100%
Totaal Fosfaat uitstromingen Water
Regionale lozingen
Restterm / berging Water
Noordzee
Regionale lozingen
Veerse Meer
Noordzee Veerse Meer
Volkerak
Volkerak
Overig
Overig Graas
Graas
Mineralisatie Bodem
Mineralisatie Bodem
Sedimentatie
Sedimentatie
P-nalevering
P-nalevering
Stofbalans Totaal Fosfaat in Oosterschelde (bodem) Eenheid: gram per m2 per jaar g/m2/j Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Desorptie Som
Vanuit 0.00 0.00 2.26 0.00 4.21 0.00 0.00 6.47
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Naar Vanuit % 2.03 0% 4.26 0% 0.00 35% 0.00 0% 0.00 65% 0.18 0% 0.00 0% 6.47 100%
Naar % 31% 66% 0% 0% 0% 3% 0% 100%
Totaal Fosfaat in Bodem
C–14
g/m2/VBT Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Desorptie Som
Vanuit 0.00 0.00 0.39 0.00 0.72 0.00 0.00 1.11
Naar Vanuit % 0.35 0% 0.73 0% 0.00 35% 0.00 0% 0.00 65% 0.03 0% 0.00 0% 1.11 100%
Naar % 31% 66% 0% 0% 0% 3% 0% 100%
Totaal Fosfaat uit Bodem
Restterm / berging bodem
Restterm / berging bodem
Mineralisatie
Mineralisatie
Sedimentatie
Sedimentatie
Resuspensie
Resuspensie
Graas feaces
Graas feaces
Retentie Bodem
Retentie Bodem
Desorptie
Desorptie
WL | Delft Hydraulics
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
C.8
Q4435
december 2007
Westerschelde
Westerschelde
Kentallen
Waterbalans
Oppervlak Volume Verblijftijd Belasting zoetwater Bruto zoutwaterflux Eff. zoutwaterflux Eff. zoutwaterflux Primaire productie (P) Gem. Algenbiomassa (B) Turnover (P/B) Graas van Algen Mortaliteit van Algen
Eenheid: m3/s Restterm / berging Regionale lozingen Noordzee Zoommeer Schelde Kan. Gent-Terneuzen Som
Vanuit 0.01 9.43 590.72 8.57 137.75 21.00 767.49
Naar Vanuit % 0.00 0% 0.00 1% 767.43 77% 0.00 1% 0.00 18% 0.00 3% 767.43 100%
Naar % 0% 0% 100% 0% 0% 0% 100%
26625 2721 41 176.7 24343.4 590.7 2.4 23 0.8 0.07 0 100
ha Mm3 dag(en) m3/s m3/s m3/s % g C/m2 jaar g C/m2 1/dag % %
Waterbalans uitstromingen
Waterbalans instromingen Restterm / berging
Restterm / berging
Regionale lozingen
Regionale lozingen
Noordzee
Noordzee
Zoommeer
Zoommeer Schelde
Schelde
Kan. Gent-Terneuzen
Kan. Gent-Terneuzen
Stofbalans Totaal Stikstof in Westerschelde (waterfase) Eenheid: gram per m2 per jaar Eenheid: g/m2/j Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Zoommeer Schelde Kan. Gent-Terneuzen Denitrificatie Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie Som
Vanuit 6.56 2.59 0.00 3.88 111.24 17.50 0.00 0.00 0.59 0.00 142.37
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Naar Vanuit % 0.00 5% 0.00 2% 112.51 0% 0.00 3% 0.00 78% 0.00 12% 28.69 0% 0.00 0% 0.00 0% 1.20 0% 142.41 100%
Naar % 0% 0% 79% 0% 0% 0% 20% 0% 0% 1% 100%
Som
Vanuit 0.74 0.29 0.00 0.44 12.47 1.96 0.00 0.00 0.07 0.00 15.96
Naar % 0% 0% 79% 0% 0% 0% 20% 0% 0% 1% 100%
Restterm / berging Water
Restterm / berging Water
Regionale lozingen
Regionale lozingen
Noordzee
Noordzee
Zoommeer
Zoommeer
Schelde
Schelde
Kan. Gent-Terneuzen
Kan. Gent-Terneuzen
Denitrificatie
Denitrificatie
Graas
Graas Mineralisatie Bodem
Mineralisatie Bodem
Eenheid: gram per m2 per jaar
Naar Vanuit % 0.00 5% 0.00 2% 12.62 0% 0.00 3% 0.00 78% 0.00 12% 3.22 0% 0.00 0% 0.00 0% 0.14 0% 15.97 100%
Totaal Stikstof uitstromingen Water
Totaal Stikstof instromingen Water
Stofbalans Totaal Stikstof in Bodem
g/m2/VBT Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Zoommeer Schelde Kan. Gent-Terneuzen Denitrificatie Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie
Sedimentatie Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode
Sedimentatie
Stofbalans Totaal Stikstof in Westerschelde (bodem) Eenheid: gram per m2 per jaar Eenheid: g/m2/j Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Som
In 0.04 0.00 1.20 0.00 0.00 0.00 1.24
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Uit 0.00 0.59 0.00 0.00 0.00 0.65 1.24
In % 3% 0% 97% 0% 0% 0% 100%
Uit % 0% 48% 0% 0% 0% 52% 100%
Totaal Stikstof in Bodem
WL | Delft Hydraulics
g/m2/VBT Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Som
In 0.00 0.00 0.14 0.00 0.00 0.00 0.14
Uit 0.00 0.07 0.00 0.00 0.00 0.07 0.14
In % 3% 0% 97% 0% 0% 0% 100%
Uit % 0% 48% 0% 0% 0% 52% 100%
Totaal Stikstof uit Bodem
Restterm / berging bodem
Restterm / berging bodem
Mineralisatie
Mineralisatie
Sedimentatie
Sedimentatie
Resuspensie
Resuspensie
Graas feaces
Graas feaces
Retentie Bodem
Retentie Bodem
C–15
december 2007
Deltamodel: ééndimensionaal stofstromenmodel voor de zuidwestelijke Delta
Q4435
Stofbalans Totaal Fosfaat in Westerschelde (waterfase) Eenheid: gram per m2 per jaar g/m2/j Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Zoommeer Schelde Kan. Gent-Terneuzen Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie P-nalevering Som
Vanuit 0.17 0.19 0.29 0.16 6.53 1.62 0.00 0.09 0.00 0.00 9.05
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Naar Vanuit % 0.00 2% 0.00 2% 0.00 3% 0.00 2% 0.00 72% 0.00 18% 0.00 0% 0.00 1% 9.05 0% 0.00 0% 9.05 100%
Naar % 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 100% 0% 100%
Totaal Fosfaat instromingen Water
g/m2/VBT Restterm / berging Water Regionale lozingen Noordzee Zoommeer Schelde Kan. Gent-Terneuzen Graas Mineralisatie Bodem Sedimentatie P-nalevering Som
Vanuit 0.02 0.02 0.03 0.02 0.73 0.18 0.00 0.01 0.00 0.00 1.02
Naar Vanuit % 0.00 2% 0.00 2% 0.00 3% 0.00 2% 0.00 72% 0.00 18% 0.00 0% 0.00 1% 1.02 0% 0.00 0% 1.02 100%
Naar % 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 100% 0% 100%
Totaal Fosfaat uitstromingen Water
Regionale lozingen
Restterm / berging Water
Noordzee
Regionale lozingen
Zoommeer
Noordzee Zoommeer
Schelde
Schelde
Kan. Gent-Terneuzen
Kan. Gent-Terneuzen Graas
Graas
Mineralisatie Bodem
Mineralisatie Bodem
Sedimentatie
Sedimentatie
P-nalevering
P-nalevering
Stofbalans Totaal Fosfaat in Westerschelde (bodem) Eenheid: gram per m2 per jaar g/m2/j Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Desorptie Som
Vanuit 0.00 0.00 9.05 0.00 0.00 0.00 0.00 9.05
Eenheid: gram per m2 per verblijftijdsperiode Naar Vanuit % 8.84 0% 0.09 0% 0.00 100% 0.00 0% 0.00 0% 0.12 0% 0.00 0% 9.05 100%
Naar % 98% 1% 0% 0% 0% 1% 0% 100%
Totaal Fosfaat in Bodem
C–16
g/m2/VBT Restterm / berging bodem Mineralisatie Sedimentatie Resuspensie Graas feaces Retentie Bodem Desorptie Som
Vanuit 0.00 0.00 1.02 0.00 0.00 0.00 0.00 1.02
Naar Vanuit % 0.99 0% 0.01 0% 0.00 100% 0.00 0% 0.00 0% 0.01 0% 0.00 0% 1.02 100%
Naar % 98% 1% 0% 0% 0% 1% 0% 100%
Totaal Fosfaat uit Bodem
Restterm / berging bodem
Restterm / berging bodem
Mineralisatie
Mineralisatie
Sedimentatie
Sedimentatie
Resuspensie
Resuspensie
Graas feaces
Graas feaces
Retentie Bodem
Retentie Bodem
Desorptie
Desorptie
WL | Delft Hydraulics