IPlan van Aanpak voor startbeslissing maatregel Beter Benutteni Datum: 30januari 2015 Versie: definitief Naam Maatregel: Project Fiets Zwolle Kampen Naam Regio: Zwolle Kampen ZKN-BBV-007 Algemene gegevens: Uitvoerende organisatie: Verantwoordelijke bestuurder/directeur: Verantwoordelijke projectmanager: Betrokken andere organisaties: Datum / versie:
Programmaorganisatie BBZKN De heer Gerrit Jan Kok (gedeputeerde Provincie Overijssel) Joke Vulkers
[email protected] 038 498 4053 Provincie Overijssel, gemeenten Kampen en Zwolle 30-01-2015/definitief
Samenvatting De kern van het probleem Vertraging op de corridor Zwolle-Kampen met knelpunten bij de Stadsbrug in Kampen en in Zwolle bij de aansluiting van de A28-Centrum (2) en de Veerallee (3). De prioritaire gebieden Zwolle Centrum, Hanzeland, Voorst(erpoort) en de A28-Centrumzone zijn in de spitsen moeilijk bereikbaar. Zwolle-Noord en m.n. Stadshagen kent een relatief hoog autogebruik ook op de binnenstedelijke relaties mede omdat een aantal essentiële schakels in het fietsnetwerk nog ontbreken of onvoldoende kwaliteit hebben. Hierdoor blijft het gebruik van de fiets m.n. in de woon-werk, woon winkel en woon-zorgrelaties achter. Doelstelling van de maatregel Het doel is het verminderen van het aantal sterk vertraagde autoritten in de spits op de knelpuntcorridors. De maatregelen voorzien in stimuleren van het fietsgebruik door acties aan de herkomst en de bestemmingskant, het verbeteren van de fietsbereikbaarheid van deze gebieden en het omleiden van het autoverkeer dat nu gebruik maakt van deze corridor. Beoogde resultaten en wanneer die worden behaald De beoogde resultaten zijn een toename van het fietsgebruik op de kansrijke fietsrelatie KampenZwolle en de stedelijke relaties vanuit Zwolle Noord (Stadshagen) met de bedrijventerreinen Voorst(erpoort), Hanzeland (inclusief station NS), A28-Centrumzone en Zwolle-Centrum en daardoor een vermindering van het aantal zwaar vertraagde spitsritten op deze corridors en naar deze prioritaire gebieden Samenvatting van de kosteneffectiviteitstoets In de periode 2015 tot en met 2024 wordt met deze maatregel ingezet op een totale afname van het aantal vertragingsuren van 12.165 uur. Het totaal van geraamde kosten van de maatregel t/m 2024 bedraagt €443.829,- (mcl BTW) voor gedragsbeïnvloeding en de hierbij noodzakelijke fietsinfrastructuur om de ontbrekende schakels te realiseren. De kosteneffectiviteit van de maatregel bedraagt hiermee € 36,48 (mci. BTW) per bespaard vertragingsuur. Bij het vormgeven van dit project is heel gericht gekeken waar (o.a. welke specifieke herkomst bestemmingsrelaties/prioritaire corridors) en op welke subdoelgroep deze effect zal sorteren. Het is hierdoor aannemelijk dat een hoge mate van gedragsverandering wordt gerealiseerd. Ook wordt een positief snelheidseffect op andere corridors niet verondersteld. Desalniettemin wordt een bandbreedte genomen t.a.v. de gedragsverandering. Niet iedere automobilist zal 5 dagen per week overstappen (deeltijdfactor, slecht weer e.d.). Uitgegaan wordt dat men 3 tot 5 keer per week de auto zal laten staan ten behoeve van de fiets. Gemiddeld nemen we 4 maal per week aan. Voor de projecten ZKN-BBV-007 t/m ZKN-BBV-009 komt de kosteneffectiviteit gemiddeld op € 36,47 (mcl. BTW) uitgaand van overstappen op de fiets voor vier dagen per week (zie bijlage 11).
• DOELSTELLING • Tussen 2015-2024 afname van 12165 Kosten tin, 2024 (443.829,144 spitsrnijdingen per werkdag (o.b.v. 4 x p/w Kosteneffectiviteit per bespaard vertragingsuLir: € 3648 (md, BTW)
[
• STAKEHOLDERS • Werkgevers/ publiekstrekkers! onderwijsinstellingen/verladers • Aanbieders van rnobiliteitsdiensten (logistieke) vervoerders • Overheden
‘1
/
1
oeteIlin
Maatregel • DOELGROEP • Voornamelijk werknemers Maar ook bezoekers en studenten
• MAATREGEL • Stlmulenling van fietsgebrulk op de corrldor Zwolle-Kampen door fietostlmulering cr1 verbeteren van fletsbereikbaarheld door eerbetening van fletslnfrastructuur
3 Bijgevoegde (beslis)documenten Naam document Probleemanalyse vervolgprogramma BBZKN Bijlage 1 De fiets in het regionaal vervoerssysteem Bijlage 2 Overzichtstekening Kamperweg Bijlage 3 Fietsroutekaart Zwolle A3 Bijlage 4 Effecten fietsmaatregelen Bijlage 5 Tekening fietstunnel Kampen Bijlage 6 Kostenspecificatie Fietsstimulering Bijlage 7 Overzichtskaart maatregel fiets Zwolle Kampen Bijlage 11 Kosteneffectiviteit maatregel ZKN-BBV-007 t/m ZKN-BBV-009
Kenmerk
datum Augustus 2014 Oktober 2014 Oktober 2014 pril 2012 Oktober 2014 Mei 2014 Januari 2015 Oktober 2014 Januari 2015
1. Beschrijving van de problematiek Algemeen De corridor Zwolle Kampen omvat de regionale en binnenstedelijke traverse Stadsbrug en Zwolseweg (Kampen)- Hasselterweg, Kamperweg, Veerallee richting binnenstad en Hanzeland (Zwolle). De Zwolse prioritaire gebieden A28-Centrumzone (1), Voorst/Voorsterpoort(2), Hanzeland (4), en een deel van Zwolle-Centrum (6) worden rechtstreeks vanaf deze corridor ontsloten. Aan Kamper zijde worden de prioritaire gebieden Zuiderzeehaven (la), Haatland/De Greente (lb), Wezenberg e.o. (2a) en Spoorlanden (2b) ontsloten.
1.
Verkeersanalyse corridor Kampen
—
Zwolle
De regio Zwolle- Kampen kampt in de spitsuren met structurele reistijdvertraging op de invalswegen naar de belangrijke economische locaties, zoals de binnenstad en diverse bedrijvenlocaties. De ambitie is om de komende jaren de reistijd op de belangrijkste knelpuntcorridors met minimaal 10% te verbeteren ten opzichte van een situatie zonder het vervolgprogramma Beter Benutten. Uit de probleemanalyse blijkt dat 5700 ritten van en naar de regio sterk vertraagd zijn. Om de 10% reistijdwinst te realiseren voor Zwolle-Kampen zal de reistijd van 450 zwaar vertraagde ritten per dag van en naar Zwolle plus 120 zwaar vertraagde ritten per dag van en naar Kampen substantieel en meetbaar moeten worden verbeterd. Dit komt neer op 1850 te realiseren spitsmijdingen. Het woon-werkverkeer betreft 53% van de sterk vertraagde ritten en het zakelijk verkeer 12%. De overige 35% heeft een ander reismotief zoals bezoeken van de stad, het ziekenhuis of evenementen, studie of school). Binnen de afstandsklassen 0-7,5 km en 7,5-30 km bevindt zich het merendeel van de sterk vertraagde ritten: zo’n 40% van deze ritten vindt plaats over een afstand van 0-7,5 km. De korte ritten op de corridor Zwolle Kampen betreffen bijna allemaal interne ritten in Zwolle of in Kampen en ritten Kampen en IJsselmuiden. Voor de groep 0-7,5 km kan met name de fiets een goed alternatief zijn, mits er minimale tijdvertraging is op de route en de route qua reistijd concurrerend is met de auto. Een vergelijkbaar aandeel sterk vertraagde ritten van 40% vindt plaats over een afstand van 7,5 30 km. Dit zijn vooral ritten naar omliggende kernen. Voor de afstand 7.5-15 km kan met name de E-fiets een goed alternatief zijn en voor de afstand 15-30 km de keten 0v-fiets en de bus of trein. Voor de corridor Zwolle Kampen valt de pendel tussen beide steden grotendeels binnen de afstandscategorie 7,5 15 km. —
In de vervoerskundige analyse die deel uitmaakt van de Probleemanalyse is opgenomen hoe een conceptueel model voor deur-tot-deurverplaatsingen, verschillende modaliteiten (OV/e fiets/fiets/auto) een rol geeft in het regionale vervoerssysteem. Dit kader wordt ook in de ontwikkelingen rond fiets en Openbaar Vervoer gehanteerd door de provincie Overijssel. Dit geeft richting en samenhang en is een basis voor het versterken van alternatieven voor de auto daar waar deze kansrijk zijn. Kernen die binnen een straal van 15 kilometer van stedelijk gebied liggen kunnen worden aangemerkt als fietskern (fiets + E-fiets). Kernen die in een straal tussen de 15 en 30 kilometer liggen worden aangemerkt als ketenknoop (0V + first/last mile). Zie onderstaande afbeelding en verdere toelichting in bijlage 1: Regionale kern
Q
Meppel
Emmeloord
Fletskern
thorst 1 Sta
Lange afstandskern
Kampen
Dedenisvaart
Ke rn ne t t rein
—
Drnnt en
Ommen
Wezep
Da It sen ‘‘Helno
—
Hattem Wijhe
-
—.
Raalte
Nunspeet
Devetter
Keinnet bLIS
O% van de zwaar In Zwolle zijn 6 gebieden aangewezen als prioritaire gebieden en in Kampen 2, 6 vertraagde ritten gaat van en naar deze gebieden. In de spitsperioden op een gemiddelde werkdag zijn er ca. 29.000 ritten die van en naar de prioritaire gebieden gaan. Daarnaast zijn er knelpuntencorridors aangewezen. De 1.850 te realiseren spitsmijdingen zijn opgedeeld in een aantal spitsmijdingen per gebied. Naast het realiseren van spitsmijdingen verdient ook het mijden van de knelpuntcorridors aandacht. Hieronder worden de gebieden met bandbreedte aantal spitsmijdingen in Zwolle en Kampen weergegeven. zwolle kampen
netwerkatad
15 7-25
©
/7
knelpuntcorridor •• secundaire corridar t
z
Wipsi rikkerailoe-Vecbistraat Milidelweg i-Waaliaar4 k Pannekoekendijli 1 Kalerdi Ourg. Roelenweg Schuitevaerkadc Oude lJsselbrug Spoolderberpweg -
—
-
t
Nieuwe Veerallee N35-Ceinluurbaan A28 aansluiting 20 (Zwulle-Nuurdi A28 aansluiting 21 IHessenpooril
-
—
priontair gebied
® (j)
() (EJ li (c
A28-centrurnzune VoorstIerpoort klteid 1 Oosierenk * Vroli Hanzeland * HuqeschoolWindeslseim Hessenpoort Centrum winkelgebied. cenlrurnschil
472-755
bandbreedte aantal te realiseren spitsmnijdlngen
eucl. ontwikkeling l-lornbach ‘eed. ontwikkeling Wehkamnp & IKEA relatie tussen corridor en priuritairgebied
-
Figuur 1 Prioritaire gebieden en knelpuntcorridors Zwolle (mci. bandbreedte aantal te realiseren spitsmijdingen) n.tw,rkatad
zwolle kampen
73- 114
1 knelpunlcnrriitur er temeer
Set.
‘.3
—
iiuseimiade Stadsb’ug Oog van Engeictenna NEP aansioeling N1d7 Europa-alive Fleveg
t
-
0
-
-
-
priorilair gebied
1. % 2. 7
Zaalerzeehaven HaatlanitiOe Groente Wezonbcrg no 5lnlan1e’
87-140
bandbreettte aantal Ie
‘—.
relatie tussen corriiiPr
realiseren spitsmni,dingen
en prieritair gebied
Figuur 2 Prioritaire gebieden en knelpuntcorridors Kampen (mcl. bandbreedte aantal te realiseren spitsmijdingen)
Voor de corridor Zwolle-Kampen is er een duidelijke relatie met de volgende autocorridors: a. Zwolle knelpuntcorridor 2: Katerdijk-Pannekoekendijk-Burg.Roelenweg-Schuttevaerkade; b. Zwolle knelpuntcorridor 3: Oude Iisselbrug-Spoolderbergweg-Nieuwe Veerallee; c. Kampen knelpuntcorridor 1: Ijsselkade-Stadsbrug-Burg.Engelenweg; d. Kampen knelpuntcorridor 2: N50 bij de aansluiting N307; e. Kampen knelpuntcorridor 3: Europa-allee-Flevoweg. Met de prioritaire gebieden Voorst/Voorsterpoort (2), Hanzeland (4) en Zwolle-Centrum/A28-zone (1 en 6) en beide gebieden in Kampen (1 en 2) heeft de corridor Zwolle Kampen de sterkste relatie. Ruim de helft van de ritten in de avondspits vanaf deze vier Zwolse prioritaire gebieden betreft korte ritten (59%), hiervan is 17% sterk vertraagd. 28% van de ritten betreft ritten tussen 7,5 en 30 kilometer, hiervan is 16% sterk vertraagd. Vanuit de twee gebieden in Kampen betreft het aandeel korte ritten 37% en het aandeel middellange ritten 46%. Hiervan zijn resp. 29% en 10% sterk vertraagd. Bovengenoemde percentages hebben betrekking op alle motieven, op alle richtingen vanuit de prioritaire gebieden en op alle corridors. Voor de specifieke corridor Zwolle Kampen geldt daarom een ander percentage voor korte en middellange ritten. De ritten tussen Zwolle en Kampen vallen onder de categorie middellange afstand (7,5-30 kilometer), interne ritten betreffen korte ritten en zijn op fietsafstand. Uit pendelonderzoek blijkt ook dat er een sterke woon-werkrelatie is tussen Kampen en Zwolle. Het woon-werkverkeer op de corridor Zwolle Kampen (met als herkomst in de avondspits enkele prioritair gebieden in Zwolle of Kampen) betreft intern verkeer en verkeer tussen Zwolle en Kampen. Van het woon-werkverkeer binnen/naar Zwolle (2010: circa 83.000) hebben ruim 40.000 mensen herkomst Zwolle en ruim 4100 mensen herkomst Kampen. Binnen Zwolle en Kampen woont iedereen op (e-)fietsafstand (circa 90%) en we gaan er van uit dat 75% van de pendel tussen Zwolle en Kampen (dus 75% van circa 10%) op e-fietsafstand ligt. Belangrijke knelpunten in Zwolle op de prioritaire knelpuntcorridors 2 en 3 uit Zwolle zijn a. Burg. Roelenweg-Pannekoekendijk en -Schuttevaerkade (in ochtend- en avondspits en ook op zaterdagmiddag); b. De route Nieuwe Veerallee- Harm Smeengekade (ochtend- en avondspits); c. Kruising IJsselallee-Nieuwe Veerallee (met name avondspits). Hieronder worden kort de kernpunten voor deze prioritaire gebieden weergegeven in relatie tot de corridor Zwolle-Kampen: A28-Centrumzone (1): het prioritaire gebied dat relatief de meeste verplaatsingen genereert (33%) van alle gebieden, relatief veel vertraagde ritten (l %), met name op korte en middellange 4 afstand. Werknemers, bezoekers van evenementen en studenten en scholieren zijn kansrijke doelgroepen; Voo rst/Voorsternoort( 2) Ritten naar dit gebied verdelen zich evenredig over de afstandsklassen, aantal grote werkgevers geconcentreerd aanwezig op Voorsterpoort, de fietsbereikbaarheid vanuit noorden relatief slecht. Aanwezigheid woonboulevard. Bezoekers hiervan zijn net als de werknemers een interessante doelgroep. Hanzeland (4’): relatief weinig sterk vertraagde ritten en geen relaties met knelpuntcorridors. Op korte afstand goed bereikbaar per fiets, behalve vanuit Noord-West. Kansrijke doelgroep: werknemers en studenten/scholieren; Zwolle-Centrum (6): ruim 10% van alle ritten naar de prioritaire gebieden gaan hierheen, zeer veel sterk vertraagde ritten (47%), o.a. uit Noord-Westelijke richting. Naast werknemers en bezoekers is ook logistiek een interessante doelgroep; Zuiderzeehaven (la) en Haatland/De Greente (lb): relatief weinig sterk vertraagde ritten, o.a. relatie met Zwolle, slechte fietsbereikbaarheid. Naast werknemers en bezoekers is ook logistiek een interessante doelgroep;
Wezenberci e.o. (2a) en SDoorlanden (2b): Trekt 5% van alle verplaatsingen naar prioritaire gebieden, waarvan 22% zwaar vertraagd. Slechte fietsbereikbaarheid en richting Kampen slecht bereikbaar. Naast werknemers en bezoekers is ook logistiek een interessante doelgroep; De concurrentiepositie van de (e)fiets is een belangrijk aandachtspunt in de regionale ontwikkelingen rond fiets en 0V onder andere bij de provincie. In relatie tot het eerder geschetste kader voor deur-tot deurverplaatsingen zijn reistijdverhoudingen tussen fiets/e-fiets/OV en de auto onderzocht. Dit betreft een eerste vervoerskundige analyse die bij verdere uitwerking van de fietsmaatregelen verder wordt verfijnd aansluitend op de gebiedsaanpak. De belangrijkste voorlopige conclusies zijn (zie verdere toelichting in bijlage 1): Dat de concurrentiepositie van de fiets ten opzichte van de auto qua reistijd in veel gevallen matig is: dit geeft noodzaak tot verbetering; De e-fiets een belangrijke rol kan spelen in de verbetering van deze concurrentiepositie, de e-fiets verbetert immers de reistijd: dit onderstreept noodzaak gericht inzetten op stimuleren van gebruik en het voorzien in goede voorzieningen zoals onder andere snelle en veilige infrastructuur; De lange reistijd (van zowel fiets als 0V verplaatsingen) van sommige kernen naar kerngebieden, die grotendeels toe te wijden is aan de ‘last miie’. Hier kan de fiets een grote rol in spelen om de bereikbaarheid duurzaam te verbeteren. -
-
-
2. We a. b. c. d.
Gedragsanalyse onderscheiden vier gedragsalternatieven: Reizen via een ander route; Reizen met een andere modaliteit, zoals 0V of fiets i.p.v. de auto; Reizen op andere tijdstippen; Reizen naar andere bestemmingen (o.a. HNW, thuiswerken, teleconferencing, flexkantoren).
Bij de analyse van deze gedragsalternatieven moeten de wensen van de weggebruiker centraal staan. De verschillende gebruikersgroepen hebben eigen drempels en drijfveren en het is zaak in de oplossingsrichting zoveel mogelijk rekening hiermee te houden. Het rapport ‘grip op gedrag’ (XTNT e.a., 2013) biedt voor het vervolgprogramma BBZKN interessante informatie over hoe individueel reisgedrag te beïnvloeden is zodat een gedragsalternatief wordt overwogen. Dit is hieronder schematisch weergegeven. \\
Moment kiezen
]
Drempels wegnemen
Stimuleren gewen5t gedrag
Benutten 5octale
context
Belangrijke punten zijn dus: Een goede timing (wanneer is een gedragsalternatief kansrijk en welke aanleiding kan worden gevonden?) Wegnemen van drempels (wat staat een goed gedragsalternatief in de weg en hoe neem je de belemmering weg?) Stimulering gewenst gedrag (hoe stimuleer je een bepaalde doelgroep of subdoelgroep?) Sociale context (hoe gebruik je de sociale omgevingen, hoe creëer je groepsgevoel of sociale -cohesie?) -
-
-
-
Om individuen optimaal te motiveren tot (duurzame) gedragsverandering ten behoeve van een lange termijneffect is een optimale balans nodig tussen: gedrag regulerende krachten die inwerken ç individuen: extrinsieke prikkels (zoals ‘straf’, beloning, sociale druk en gezonde autoriteit) én -
gedrag regulerende krachten die werken vanuit individuen binnen een (sub)doelgroep: intrinsieke motivatie (te vinden in o.a inspiratie, imago/status, zelfontplooiing en behoeftebevrediging). Op basis van de verkenning van de typen reizigers in Zwolle-Kampen, de stakeholderanalyse en het gedragsmodel/strategie, komen op voorhand kansrijke doelgroepen en kansrijke gedragsalternatieven naar voren: -
1 insd,Jttin van Ooeijroep
totaal
AtOcEciS nut kte iS-t
atand bj (not-)
Andnre rout,.
Waarschrprilijk
Aflder. modaht mc
ArutPI ti ckl ip 1
kanc,rrk
M.rgPk
t
kansrk
Kansritk
Mogr4ik
Mogejk
t.lo,tehjk
r.logehjk
met
3tt
•
ci bj (not
lhuitirken)
Moge,k (LtflL
cornmenctvle cmcstnerieneç A’totorr-: met (rncic1et la ge
Ni,tt r,i,,tn (maar bijt.
cWkPtfS)
ut.elqk r
t
cotrntetcele cttetE-tet Moe4k (.m dCbkrireirstad) r.1 tik S
cr•a- t’tieoetm:
ti.t.tt
it
ti,iri’taiitatii
II.)
Moe4jk £tutJcituurbezoetcens
Mteiqk
S
kansrik
(rs.m. de
n.v.t
puitkstretkevs) •
-.-.:
crtd,art t
k 1 r.1.ei,
W.tar6hijnhjk liter
Kan .OilC tEt’.OC’t(Et
OÇ
icIt
dd
Muejk
(van wnaar
water/rad)
.tdet: de v,tc clan t wie rt.tl pet n:uct n cie
lii
1Ctu
1oelijk
nv_t
ii ivkpsti,uven) Mugetk IlYt
)i-t.m. ILIt/IVO) Kansrijk
iVaartt iiiinlqk
othtmclptt t ruiten tio tecleiruereii doelgroep
it...rtr. )tattI(al-Pi
Muvlijlt
(i.s.ni.
(i.sni
oviderwijsinsti’tflrrgea)
,lrIllervnjs.-tlIIittiIa(
eIijk
MiP4ijk
Uit de kernpunten voor de prioritaire gebieden (bron: Probleemanalyse) , zoals omschreven bij de verkeersanalyse kan worden geconcludeerd dat voor de relatie Zwolle- Kampen de autoforens met korte afstand (vooral de interne pendel in Zwolle en Kampen) en middellange afstand (pendel tussen Zwolle en Kampen) een zeer interessante doelgroep is en dat het kiezen voor een andere modaliteit voor deze groep kansrijk is (zie schema hierboven). Gedragsbeïnvloeding via fietsstimulering is gezien de afstand een interessante optie. Onze doelgroep is de autoforens op een aantal specifieke knelpuntcorridors en specifiek de autoforens die gevoelig voor een modal-shift naar de fiets of e-fiets. Voor deze doelgroep is het gedragsalternatief voor de dagelijkse woonwerk “reizen met een andere modaliteit: de fiets”. Daartoe moet dit alternatief zowel op verkeer- en vervoerskundige aspecten (reistijd/afstand) concurreren met de auto. Ook spelen aspecten als gemak en beschikbaarheid van alternatieven op momenten dat de fiets geen alternatief is (bij slecht weer, bij langere zakelijke verplaatsingen) een rol. Deze aspecten hebben in veel gevallen ook met beleving en ervaring te maken. Door gericht in te zetten op die doelgroep die gevoelig is voor beïnvloeding kan een hoge effectiviteit van de maatregel worden behaald. Voor de korte en middellange-afstand gezamenlijk wordt in de probleemanalyse ZKN ingeschat dat 40% van het aantal vertraagde ritten wordt veroorzaakt door deze doelgroep. Hiermee kan dit type maatregel als kansrijk worden beschouwd. Om te kunnen concurreren met de auto is het aanpakken van een aantal fysieke knelpunten op de route gewenst. Hiermee worden een aantal drempels weggenomen die de keuze voor de fiets in de weg kunnen staan. Vanuit Kampen zijn er op de fietsroute diverse weerstanden zoals een brughelling (Molenbrug). Deze geeft mensen een onveilig gevoel. Zeker door de combinatie met land bouwverkeer op de weg. In het kader van het project Fietsmarketing Zwolle Noord is er in 2012 een workshop geweest met mensen die fietsen en pendelen tussen Zwolle en Kampen. Voor de fietsroute Zwolle Kampen, waar de Kamperweg deel van uitmaakt, vonden de deelnemers o.a. van belang: Veiligheid (verlichting, geen onveilige wegsituaties, geen obstakels, afstappen en oversteken vindt men storend afstappen) -
-
-
Comfort (o.a. wat betreft wegdek, breedte van de ruimte voor de fietser) Logische route (o.a. bewegwijzering op orde, herkenbaarheid)
We verwachten een positief effect van een goede afstemming van de fietsstimuleringsmaatregelen (regiobreed en via de gebieden) op de uitvoering en afronding van de fietsinfra-maatregelen. Dit moeten goed getimed worden, zo blijkt ook uit het onderzoek van XTNT.
Deze lijn houden we ook aan voor de corridor Zwolle Kampen. Op basis van kennis over doelgroepen, knelpunten, verkeersstromen e.d. kunnen pakketten van op elkaar afgestemde maatregelen (o.a. infrastructureel en niet infrastructureel, zoals gedragsbeïnvloeding) ontwikkeld worden om specifieke mobiliteitsvraagstukken aan te pakken. Meer nadruk komt te liggen op het verbinden van type maatregelen vanuit een bepaalde opgave en het betrekken van reizigers en stakeholders hierbij. Denk bijvoorbeeld aan de verbinding met dit plan van aanpak met het plan van aanpak Gebiedsgericht Mobilliteitsmanagement met Koplopers (ZKN-BBV-2). -
Nader onderzoek naar doelgroep Nader onderzoek naar de doelgroep (autoforens op de betreffende corridors) is wenselijk. We willen de doelgroep beter leren kennen om met name de fietsstimuleringsmaatregelen zo gericht mogelijk in te kunnen zetten. We doen dit via de volgende sporen: a.
Via de nadere gedragsanalyse die binnen de kaders van het plan van aanpak Gebiedsgericht Mobilliteitsmanagement met Koplopers (ZKN-BBV-2) zal plaatsvinden. Het gaat hierbij om onderzoek naar weerstanden en triggers voor reizigers van en naar de 8 prioritaire gebieden. We willen hiermee de totale doelgroep (alle reizigers) beter leren kennen, niet alleen de autoforens. Vanzelfsprekend krijgen we door deze analyse ook meer zicht op wat de autoreiziger beweegt;
b.
Voor de drie fietsprojecten zal bij geselecteerde relaties in de prioritaire gebieden onderzocht worden of het geven van incentives om (e-)fietsgebruik te stimuleren aanslaat en zo ja, welke variant dan het beste aansluit. Indien het geven van incentives niet positief wordt ontvangen zal nagegaan worden op welke wijze we het fietsgebruik dan het beste kunnen stimuleren. Dit onderzoek houden we onder een steekproef van werknemers die tot de doelgroep behoren. Op basis van de onderzoeksresultaten zal bepaald worden 6f en zo ja,welke incentive gegeven zal worden aan de deelnemers aan de fietsstimuleringsactie en gedurende welke periode (wanneer en hoe lang);
c.
Individueel reisgedrag van de deelnemers willen we gedurende de looptijd van het project vastleggen. Een nader te onderzoeken optie hiervoor is het gebruik van de Enschedese “SMART”-app, een tool waarmee o.a. enquêtes over reisgedrag onder gebruikers kunnen worden uitgezet. Op basis van de resultaten over reisgedrag voor, na en tijdens de deelname kunnen we de zonodig de gedragsveranderingsmaatregel tussentijds bijstellen.
3.
Stakeholdersanalyse
Op basis van de nadere verkenning van de typen reizigers in Zwolle-Kampen zien we drie belangrijke hoofdgroepen stakeholders; a. Werkgevers/publiekstrekkers/onderwijsinstellingen/verladers b. Overheden c. Aanbieders van mobiliteitsdiensten/vervoerders Deze drie hoofdgroepen moeten in samenhang beschouwd worden. De overheid heeft vooral een aanjagende en stimulerende rol, de andere twee groepen zijn vooral aan zet waar het aankomt op het uitoefenen van invloed op de reiziger en hun reisgedrag. Zie onderstaand schema. Werkgevers/publieks &onderwijsinstellingen
/
/ Overheden
Aanbieders mobiliteitsdiensten
In Zwolle en Kampen zijn diverse belangrijke stakeholders waarmee inmiddels wordt samengewerkt of overlegd over mobiliteitsmanagement en/of Beter Benutten ( onder andere via de koploperaanpak uit het lopende programma Beter Benutten Zwolle Kampen Netwerkstad, die wordt doorgezet in maatregel ZKN-BBV-2). Belangrijke stakeholders voor de corridor Zwolle-Kampen (gerelateerd aan de belangrijkste prioritaire gebieden) zijn o.a. a. Ondernemersverenigingen Hanzeland en Voorsterpoort, woonboulevard b. Citycentrum c. wehkamp.nl d. Hogeschool Windesheim, Deltion, Landstede (onderwijsinstellingen) e. Vitens f. ABN-AMRO g. Achmea h. Rabobank i. IJsselhallen j. Museum de Fundatie k. Cycloon 1. VNO-NCW m. KvK n. Fietsersbond Zwolle, VVN o. Wijk-/bewonersverenigingen p. Electrabel. GDF Suez q. gemeente Zwolle en Kampen, provincie Overijssel r. Syntus, NS Binnen de kaders van het plan van aanpak Gebiedsgericht Mobilliteitsmanagement met Koplopers (ZKN-BBV-2) zal nog een nadere stakeholderanalyse plaatsvinden naar relevante stakeholders binnen de 8 prioritaire gebieden. De uitkomsten van deze analyse worden ook gebruikt bij het vormgeven van de precieze gedragsveranderingsmaatregel binnen dit plan van aanpak.
2. Beschrijving van de maatregel/oplossing Beschrijving van de maatregel: Uit de probleemanalyse en bovengenoemde beschrijving van de problematiek blijkt dat binnen Zwolle en Kampen in de avondspits relatief veel van de woon-werkritten sterk vertraagd zijn. In mindere mate geldt dat ook voor de ritten tussen Zwolle en Kampen. Hoewel de corridor ZwolleKampen zelf een knelpuntcorridor is draagt het verkeer hierop wel bij aan de gerelateerde knelpuntcorridors (zie: verkeersanalyse). Ook weten we dat reizigers de fietsroute tussen Zwolle en Kampen niet altijd als comfortabel en veilig ervaren. Een kansrijke maatregel voor de autoforens op korte en middellange afstand blijkt het stimuleren van de een andere modaliteit dan de auto te zijn, specifieker: het stimuleren van (e-)fietsgebruik Deze verandering van reisgedrag willen we met het project Fiets Zwolle Kampen faciliteren. De opgave voor de corridor Zwolle Kampen is een substantieel aantal spitsmijdingen te realiseren waardoor het aantal vertraagde ritten binnen en tussen de steden afneemt. De fietsinfrastructuur is op een aantal plekken op de route Zwolle Kampen nog niet op orde. Hierdoor is de fiets niet concurrerend genoeg met de auto. Gezien de middellange afstand tussen Zwolle en Kampen en de korte afstanden binnen de steden zelf zijn voor de doelgroep, de werknemers die reizen tussen Zwolle en Kampen (en binnen de steden zelf), de fiets en/of de e-bike in principe een kansrijk alternatief. Om fietsstimulering een goede kans van slagen te geven zal ook een aantal fysieke drempels weggenomen moeten worden. Deze aanpak op de corridor kan niet los worden gezien van onze gebiedsgerichte aanpak in de 8 prioritaire gebieden (ZKN-BBV-2). In deze aanpak stimuleren we werkgevers en publiekstrekkers in prioritaire gebieden zelf ook (mobiliteitsmanagement) maatregelen te realiseren voor hun reizigers die naast aan eigen doelstellingen bijdragen aan de bereikbaarheid van de prioritaire gebieden en de stad in zijn geheel. —
—
Voor de route Zwolle-Kampen hebben we daarom gekozen voor onderstaande mix aan maatregelen: Er wordt actief ingezet op gedragsverandering bij werknemers via: 1. fietsstimuleringsmaatregelen, hoofdzakelijk gericht op werknemers reizend tussen Zwolle en Kampen op de knelpuntcorridors, maar ook op een bredere doelgroep; 2. de maatregel gebiedsgericht mobiliteitsmanagement met koplopers (ZKN-BBV-2) voor de acht prioritaire gebieden waarin ook fietsstimuleringsacties opgestart en uitgevoerd kunnen worden door werkgevers; 3. locatie-specifieke maatregelen en oplossingsrichtingen Door het aanbrengen van een goede samenhang tussen de bovengenoemde maatregelen (inhoudelijke boodschap, qua timing en planning, wijze van benaderen van de doelgroep) creëren we een grote meerwaarde voor elk van de maatregelen afzonderlijk, naar inschatting tussen de 40 en 60%. Later komen we hierop kort terug. Een goede timing is daarbij zeer essentieel. Oplevering of start van fysieke maatregelen, ook die buiten de scope van dit project, kunnen aangrijpingspunten bieden voor fietsstimuleringsmaatregelen. In onderstaand figuur is het totaal aan maatregelen ingetekend. Dit figuur is ook als bijlage 7 bijgevoegd.
Kaart project Fiets Zwolle Kampen (ZKN-BB V-007
Zsartsh t,port
Oflijw.,i
--,
.,.
czi 3
4
Kan1pmtwp1flnçt
6
3a 3b A28
N35
A2$
Beschrijving deelmaatregelen project 1.
Brede Fietsstimulerincismaatrecielen
Met “Brede fietsstimuleringsmaatregelen” willen we gewenst gedrag stimuleren: reizigers verleiden over te stappen van de auto naar de fiets. We overwegen dit te bewerkstelligen door gedurende een proefperiode het gewenste gedrag te belonen en door op een pakkende manier breed èn gericht te communiceren. We gaan nog nader onderzoeken of deze lijn aanslaat bij de doelgroep. Ervaringen in andere regio’s, zoals in Twente, zijn zeer positief. Wordt gekozen voor deze lijn, dan willen we een specifieke doelgroep, werknemers op knelpuntcorridors die nu per auto reizen, rechtstreeks benaderen via o.a. de werkgevers op de prioritaire gebieden. Een benadering dus vanuit de sociale context van het werk. De maatregel dient nog nader onderzocht en verder uitgewerkt te worden en er komt een go no go moment voor. Op dit moment denken weaan een aanpak die twee sporen heeft:i a. het geven van (financiële) prikkels waarmee we een specifieke groep deelnemers (werknemers op knelpuntcorridors die nu per auto reizen) belonen voor verplaatsingen die zij met de fiets in plaats van met de auto afleggen. De (financiële) prikkel is bedoeld om het gebruik van de fiets te stimuleren. Het gaat nadrukkelijk niet om het stimuleren van de aanschaf van fietsen. De aanpak die we uiteindelijk gaan hanteren passen we toe bij alle drie de projecten/corridors voor fiets (ZKN-BBV-007 t/m ZKN BBV-009). Per project wordt vooraf bepaald op welke knelpuntcorridors en invaiswegen de actie zich zal gaan richten en via welke prioritaire gebieden de te bereiken werknemers benaderd gaan worden. Er wordt hier een koppeling gelegd met de prioritaire gebieden; b. brede communicatiecampagne om bewustwording op gang te brengen over de voordelen van fietsen. Hierbij richten we ons op Zwolle Kampen Netwerkstad, een 1 We kiezen er bewust voor om de gedragsveranderingsmaatregel niet nu al precies vorm te geven. Vormgeving van de maatregel zal worden gevoed door de aanvullende gedrag- en stakeholderanalyse die wordt uitgevoerd in 8 prioritaire gebieden.
aantal omliggende gemeenten en een bredere doelgroep dan alleen werknemers die via een bepaalde corridor naar een van de prioritaire gebieden rijden. Deze campagne “ZKN Fîetst”(werktitel) heeft extra aandacht voor de corridors. Beoogde communicatiemogelijkheden zijn de radio en regionale magazines. Maar ook ‘boodschappen’ op borden op de autocorridor tussen Zwolle en Kampen. Hoe te komen tot de aanpak van fietsstimulering voor Zwolle en Kampen: De aanpak waar we nu aan denken is gebaseerd op goede ervaringen elders in het land en met name in de regio Twente. Het gaat hierbij om een combinatie van het geven van incentives om de doelgroep te verleiden tot (het ervaren van) het gewenste gedrag (spoor a) en communicatie gericht op bewustwording over de voordelen van fietsen (spoor b). Voor de uiteindelijke aanpak die we voor fietsstimulering gaan hanteren wordt een communicatieplan opgesteld voor het bevorderen van de bewustwording , waarbij afstemming plaatsvindt met de gebiedsgerichte mobiliteitsmanagementaanpak met koplopers en de locatie-specifieke maatregelen. Om spoor a verder te onderzoeken en uit te werken zal eerst door een uit te vragen externe partij contact gelegd worden met bestaande relaties binnen de prioritaire gebieden. De opgave daarbij is: onderzoek bij een steekproef van werknemers bij de geselecteerde relaties of het geven van incentives om (e-)fietsgebruik te stimuleren aanslaat en zo ja, welke variant dan het meest kansrijk is. Op basis van positieve onderzoeksresultaten zal bepaald worden welke (financiële) prikkel gegeven zal worden aan de deelnemers aan de fietsstimuleringsactie en gedurende welke periode (wanneer en hoe lang). Er wordt hier ook een verband gelegd met de resultaten van de nadere gedragsanalyse die begin 2015 zal plaatsvinden in het kader van gebiedsgericht mobiliteitsmanagement (maatregel ZKN-BBV-002). De omvang van de groep die zich voor alle motieven in ochtend- en avondspits over de corridor Zwolle Kampen verplaatst naar en vanuit de geselecteerde prioritaire gebieden is 825. Uit de probleemanalyse blijkt dat gemiddeld voor Zwolle en Kampen 53% van het totaal aantal verplaatsingen vanuit de prioritaire gebieden in de avondspits woonwerkverkeer betreft. Voor de corridor Zwolle- Kampen komt de omvang van de doelgroep autoforensen (vanuit de gerelateerde prioritaire gebieden) hiermee op 437. Dit betreft dus al een heel specifiek afgebakende groep. Van deze groep willen we de autoforensen bereiken die op fiets- of e—fietsafstand van het werk wonen (428) en die bijdragen aan de knelpunten op de knelpuntcorridors. We verwachten dat circa 100 werknemers daadwerkelijk deel gaan nemen aan de fietsstimuleringsactie. Het gaat dan om deelnemers voor de corridor Zwolle-Kampen die we werven via de prioritaire gebieden. We bereiken ook mensen via andere kanalen die vanuit de algemene campagne ingezet worden. Te denken valt daarbij aan de informatie die we willen geven langs de knelpuntcorridors over de actie en het voordeel van fietsen t.o.v. de auto. Bij de werving van deelnemers via werkgevers in prioritaire gebieden hebben we een wisselwerking met de gebiedsgericht mobiliteitsmanagement maatregel voor ogen. Deze werving willen we als volgt aanpakken: Stap 1: koppeling corridors met prioritaire gebieden; Stap 2: selecteren van de primair te benaderen bedrijven waar de doelgroep voorkomt: bedrijven die partner zijn of potentieel partner (onderdeel gebiedsaanpak); Stap 3: directe benadering van de bedrijven en optioneel het uitvoeren van een mobiliteitsscan als onderdeel van het opstarten van de gebiedsaanpak; Stap 4:werving van deelnemers via bedrijf/werkgever. Indien we overgaan tot een fietsstimuleringsactie waar financiële prikkels deel van uit maken, dan gaan uitbetalingen via de Organisatie van Beter Benutten en niet via de werkgevers. Het communicatie-onderdeel, spoor b, zet met informatievoorziening en bewustwording o.a. in op de corridors. Hiervoor wordt een communicatieplan uitgewerkt. Concreet is daarbil aandacht voor: routes, reistilden, voorzienincien. Ook op belevinci kan worden
ingezet. Een nadere stakeholderanalyse om doelgroepen specifieker in kaart te brengen is hierbij van belang. We sluiten daarbij aan bij reeds bestaande ontwikkelingen en programma’s als: Gastvrij Overijssel (vanuit ‘vrijetijdseconomie’), Overijssel Duurzaam en Zwolle Fietsstad 2014. Bij verschillende marketinginstanties zijn reeds analyses naar profielen gedaan. Een voorbeeld is het onderzoek naar kleurprofielen van Overijsselse gemeenten volgens de BSR methode (Smart Agent), in het kader van vrijetijdseconomie. Bekend is dat forensen die ook in hun vrije tijd gebruik maken van de fiets eerder geneigd zijn blijvend hun gedrag te veranderen. Doelstelling: Het realiseren we een modal-shift van auto naar fiets (of fiets en 0V) op de corridor Zwolle-Kampen. Het gaat in deze maatregel om een gedragsverandering die zich richt op mobiliteit van reizigers. Mobiliteitsgedrag is voor een groot deel gewoontegedrag en voor het veranderen van dit gewoontegedrag is meer nodig dan een financiële prikkel alleen. Doelgroep: Voor de fietsstimulering is de doelgroep de automobilist die voor woonwerkverkeer regelmatig verplaatsingen maakt op de te definiëren corridors en die bereid is over te stappen op de fiets. De precieze afbakening van de corridors is afhankelijk van de nadere analyse die wordt gedaan in de maatregel ZKN-BBV-2. We richten ons op werknemers van de prioritaire gebieden die we benaderen via de werkgeversaanpak op deze gebieden en via de brede communicatiecampagne. Voor het spoor van de brede communicatiecampagne (b) richten we ons op inwoners van Zwolle Kampen Netwerkstad en van een aantal omliggende gemeenten (o.a. Daifsen, Nieuwleusen, Rouveen, Staphorst). Naast werknemers spreken we dus ook meer doelgroepen aan. Er is extra aandacht voor de corridors. Samenwerking Deelnemers voor de fietsstimuleringsactie benaderen we via de werkgeversaanpak in de prioritaire gebieden. We maken gebruik van het werkgeversnetwerk om in contact te komen met de werknemers. Er is momenteel een provincie brede aanpak voor de Fiets in voorbereiding waarbij een te verwachten concrete ontwikkeling een provincie-brede campagne inclusief website/portal is. Daarbij wordt de verbinding gezocht tussen de fiets in het utilitair verkeer en de fiets in de vrijetijdseconomie. We willen de samenwerking zoeken met deze provincie-brede fietscampagne. Zo zal op de te ontwikkelen provinciale portal informatie terug te vinden moeten zijn over de Beter Benutten Fiets maatregelen. Fietsstimuleringsacties na 2017 In principe lopen in 2017 de brede fietsstimuleringsmaatregelen af. Per maatregel zal bekeken worden of herhaling van bepaalde fietsstimuleringacties gedurende de programmaperiode noodzakelijk en/of haalbaar is. Monitoring van resultaten zijn hiervoor bepalend. De aanpak in de periode 2015-2017 is erop gericht dat werkgevers op het gebied van fietsstimu lering het stokje van Beter Benutten Zwolle Kampen Netwerkstad meer gaan overnemen. De verwachting is wel dat er na 2017 ook aandacht nodig zal blijven voor fietsstimulering van werknemers en dat er hierbij ook een faciliterende en stimulerende rol van de overheid verwacht zal worden. We zullen hierin als ‘lichte overheid’ gaan optreden en werkgevers de komende jaren stimuleren nog meer dan nu eigen verantwoordelijkheid te nemen op het gebied van fietsstimulering onder werknemers. 2.
GebiedsQericht mobiliteitsmpnpciement en koDioPers (ZKN-BBV-2)
Voor acht prioritaire gebieden in Zwolle-Kampen initieert BBZKN een gebiedsaanpak waarbij uitgangspunt is dat stakeholders in het gebied gezamenlijk tot een gebiedsplan komen waarin concrete acties zijn benoemd en worden gerealiseerd en die de bereikbaarheid en aantrekkelijkheid van het gebied vergroten. Gebiedsgericht mobiliteitsmanagement laat werkgevers, publiekstrekkers e.a. rechtsreeks of via de gebiedsplannen aansluiten op de fietsstimuleringsmaatregelen en de locatie-specifieke fiets-inframaatregelen. Via de gebiedsgerichte aanpak en het Bereikbaarheids-fonds kunnen aanvullende maatregelen worden gestart die ook het gebruik van de fiets versterken en de ketenmobiliteit bevorderen. Bij de (flankerende) maatregelen vanuit de gebieden kan het gaan om verschillende stimuleringsmaatregelen die naast fietsgebruik ook gericht zijn op kennismaking en fietsbezit. Er
kan concreet gedacht worden aan E-fietsprobeeracties, aanschafkortingen in samenwerking met fietsenmakers, fiets-reparatiedag-acties. Momenteel wordt een dergelijk project reeds onder Beter Benutten 1 uitgevoerd als pilot voor het gebied Oosterenk (Rij2op5). De effecten van de fietsmaatregelen die in het kader van gebiedsgericht mobiliteitsmanagement worden genomen, zijn niet meegenomen bij de effectberekening voor de maatregel Fiets Zwolle Kampen. Wanneer de verdiepende analyse (KEA) van de gebiedsgerichte aanpak met koplopers wordt uitgevoerd, zal er rekening gehouden worden met de effecten die zijn toebedeeld aan de fietsmaatregel(en). Deze worden dan ‘verminderd’ op het effect van de gebiedsgerichte aanpak met koplopers. De KEA-analyse van de gebiedsgerichte aanpak heeft nu namelijk plaatsgevonden op het hoogste abstractieniveau, waarbij nog enkel is gekeken naar beoogd te realiseren spitsmijdingen van/naar de prioritaire gebieden. Wanneer de doelgroepen, de kansrijke gedragsalternatieven en daarmee de maatregelen meer concreet zullen worden, kan nader bepaald worden wat de exacte effecten zijn die vervolgens opnieuw worden doorgerekend in de mobiliteitsscan.” 3.
Locatie snecifieke maatregelen en oplossingsrichtingen
Naast bewustwording en stimulering van fietsgebruik is het nodig om bestaande onveilige situaties op te lossen, ontbrekende fietsschakels te realiseren, de kwaliteit van bestaande fietsinfrastructuur te verbeteren waar dit noodzakelijk is, de wachttijden voor fietsers en automobilisten bij verkeerslichten en andere kruisingen te verminderen om door al deze maatregelen tezamen de doorstroming op het hoofdwegennet te verbeteren. Op de autorelatie Kampen- Zwolle willen we het concurrerend vermogen van de fiets vergroten door twee infrastructurele ingrepen. Deze maatregelen hangen nadrukkelijk samen met deelmaatregelen 1 en 2. Het gaat om de volgende ingrepen: a). aanleg ontbrekende schakel hoofdfietsroute Kamperweg tussen Grote Voort en Veerallee b). aanpassen fietstunnel onder de turbo-rotonde op de kruising Europa-Allee N764/Mr J.L.M. Niersallee Lange Akker in Kampen —
—
Ad 3a) aanleg ontbrekende schakel hoofdfietsroute Kamperweg tussen Grote Voort en Veerallee Met de aanleg van de ontbrekende schakel hoofdfietsroute Kamperweg tussen Grote Voort en Veerallee (als fietsstraat) sluiten we aan bij de uitkomsten uit de probleemanalyse. Vanuit de richting Kampen loopt er een fietssnelweg die straks vanaf de Westenholterbrug en via de nieuw te bouwen fietsbrug over de buitenring van Zwolle (Blaloweg) geleid wordt en uitkomt op het Kamperpad. Deze snelle verbinding wordt ter hoogte van de Grote Voort aangesloten op de Kamperweg. De Kamperweg vormt een belangrijke schakel voor regionaal en lokaal fietsverkeer en heeft nu één rijbaan met fietsstroken (zie de bijlage 2 overzichtstekening). Bij de inrichting van de weg staat nu niet de fietser centraal. De fietsstroken geven de grote hoeveelheid fietsers onvoldoende veilige ruimte. Het autoverkeer rijdt er doorgaans te hard. Een fietsstraat is een passende inrichting voor het gebruik van de Kamperweg gezien de hoge aantallen fietsers en het lage aandeel autoverkeer. Comfort, veiligheid en de herkenbaarheid van de route worden hiermee vergroot. De te realiseren fietsstraat Kamperweg komt aan de centrumzijde uit op de Nieuwe Veerallee, die onderdeel vormt van knelpuntcorridor. 3. De Kamperweg wordt ter hoogte van de middelbare school (CCC) veel gebruikt als Park+Bike plek. In dit project kijken we hoe we hier een passende invulling aan kunnen geven. De Fietsersbond juicht een inrichting als fietsstraat toe. Hieronder lichten we dat toe. Andere ontwikkelingen die de maatregel versterken De Kamperweg is de ontbrekende schakel in het fietsnetwerk tussen de te realiseren HOV-as Pannekoekendijk-Willemskade en de te realiseren fietsbrug over de Blaloweg. In 2016 wordt als onderdeel van de aanpak voor de Kam perlijn een fietsbrug over de Blaloweg aangelegd. Dit betreft ook een ontbrekende schakel op de corridor Zwolle-Kampen. De realisatie van deze fietsbrug valt buiten dit plan van aanpak. We verwachten wel een duidelijk effect op de doorstroming van het autoverkeer van deze maatregel. Enerzijds omdat het fietsgebruik zal toenemen en anderzijds omdat de fietsers uit de richting Kampen/Stadshagen/Westenholte richting centrum/Hanzeland uit de verkeersregeling op deze kruising gehaald worden. De Fietsersbond en fietskoerierbedrijf Cycloon hebben zeer positief gereageerd op de plannen voor de fietsbrug over de Blaloweg. Uit een artikel in de krant over de fietsbrug staat: “Fietsersbond Zwolle is optimistisch over de mogelijkheden, Kamperpad en Kamperweg kunnen als fietsstraat worden uitgevoerd”. Vanuit De Fietsersbond, die haar leden in Zwolle vertegenwoordigt, is er draagvlak voor de fietsstraat Kamperweg. In het project HOV-as Willemskade-Pannekoekendijk, die ook buiten dit plan van aanpak valt, is
voorzien in een tweerichtings fietspad aan de noordzijde van de Pannekoekendijk en Willemskade, dat eindigt bij de spoorovergang van de Kamperlijn De middelbare school die aan de Kamperweg ligt zal mogelijk op niet te lange termijn de fietsenstalling gaan ontsluiten via de Kamperweg. Dit zal de functie van de Kamperweg als snelfietsroute versterken. Wanneer de ingang van de fietsenstalling daadwerkelijk wordt verlegd is het verplaatsen van de geregelde fietsoversteek van Wilhelminastraat naar Kamperweg gewenst. Hier voorzien de plannen nu niet in. Zodra het tweerichtingenfietspad langs de HOV-assen, de fietsstraat Kamperweg en de fietsbrug over de Sla loweg gereed zijn is de snelfïetsroute tussen Kampen en de Zwolle geoptimaliseerd en zijn diverse prioritaire gebieden beter bereikbaar. Er ontstaat een betere verbinding met onder meer centrum, station, Hanzeland en de fietssnelweg richting Hattem. Beoogd doel: Stimuleren van een modalshift van auto naar fiets in het woon-werkverkeer tussen Zwolle en Kampen (en binnen Zwolle) door het wegnemen van een ontbrekende schakel in het fietsnetwerk op deze lokale en regionale verbinding waardoor de knelpuntcorridors worden ontlast en een belangrijke bijdrage wordt geleverd aan het aantal te realiseren spitsmijdingen. Doelgroepen: Uit nadere analyse op basis van de Mobiliteitsscan en de Probleemanalyse blijkt dat het aantal vertrekken in de avondspits vanuit de prioritaire gebieden kan worden vastgesteld op 825 :525 verdeeld over alle 6 de gebieden in Zwolle en 300 over de gebieden in Kampen. De 53 We verwachten met de maatregelen ( doelgroep, de autoforens, heeft een omvang van 437 %). circa 400 reizigers te bereiken (95% van het woon-werkverkeer op fietsafstand en 80°h van het woon- werkverkeer op e-fietsafstand). Omdat de doelgroep, de autoforens, een heel specifieke en goed te lokaliseren groep betreft die we op diverse manieren benaderen (rechtstreeks via de werkgever, langs routes en via bredere communicatie) verwachten we een groot bereik. Samenwerking: De plannen voor de aanleg van de fietsstraat zullen op redelijk korte termijn, in 2015, in nauw overleg met bewoners, de school en ondernemers in dit gebied en met belangenverenigingen (zoals de Fietsersbond) tot stand komen. Planvoorbereiding en realisatie zijn voorzien in 2015. Uitvoering kan op deze termijn omdat er weinig risico’s op uitloop verwacht worden. De benodigde gronden zijn in eigendom zijn van de Gemeente Zwolle en er hoeven geen lange juridische en planologische procedures doorlopen te worden. Zie verder bij “risico’s”. Inhoudelijk en qua planning zal afstemming worden gezocht met de andere projecten in de omgeving (fietsbrug, HOV-assen). Om de doelgroep te bereiken zal o.a. via stakeholders en de gebiedsgerichte aanpak en koplopers worden gecommuniceerd. Ad 3b) aanpassen fietstunnel onder de turbo-rotonde op de kruising Europa-AIIee — N764/Mr J.L.M. Niersallee — Lange Akker in Kampen De aantakking van de snelfietsroute Kampen —Zwolle vanuit Kampen Zuid is kwalitatief ondermaats waardoor vanuit gebieden la-b en 2a-b een belangrijke weerstand bestaat om van de auto op de fiets over te stappen. Een maatregel om dat op te lossen is het aanpakken van zwakke schakels (kwaliteits- en doorstromingsverbeteringen) om daarmee de fietser een alternatief te bieden. Een belangrijke weerstand wordt gevormd door de fietstunnel locatie Slaper onder de Mr J.L. Niersallee/Europa Allee. Voorstel is dit te verbeteren middels het aanpassen van de fietshelling. Met het aanpassen van de tunneluitgang aan de Zwolse zijde wordt er een horizontaal gedeelte gevormd waardoor de fietser zich veilig en comfortabel kan opstellen. Doordat een obstakel in de fietscorridor wordt weggenomen zullen mensen eerder genegen zijn de fiets te gebruiken. Doel van de maatregel: stimulering van een modal shift van auto naar fiets in het woonwerkverkeer in de richting van Zwolle en v.v. door het wegnemen van een obstakel op de fietscorridor Kampen-Zwolle waardoor de knelpuntcorridors worden ontlast en een belangrijke bijdrage wordt geleverd aan het aantal te realiseren spitsmijdingen. Doelgroepen: Uit nadere analyse op basis van de Mobiliteitsscan en de Probleemanalyse blijkt dat het aantal vertrekken in de avondspits vanuit de prioritaire gebieden(alle motieven) kan worden vastgesteld op 825 Q: 525 verdeeld over alle 6 de gebieden in Zwolle en 300 over de gebieden in
Kampen. De groep die we willen bereiken heeft een omvang van 428: het betreft woonwerkverkeer fiets- of e-fietsafstand. Samenwerking: Dit plan zal in nauw overleg tot stand komen met de wijkvereniging Onderdijks en de middelbare scholen. Om de doelgroep te bereiken zal o.a. via stakeholders en de gebiedsgerichte aanpak en koplopers worden gecommuniceerd. Doel van de maatregel: Primair effect Als effect van de infrastructurele maatregelen in Zwolle en Kampen in combinatie van fietsstimulering verwachten we dat 51 autoforensen permanent overstappen op de fiets. Daarnaast stappen ook 39 reizigers die een ander reismotief hebben over op de fiets door de aanleg van infra in combinatie met fietsstimulering en communicatie. Dit brengt het totaal van het “Project Fiets Zwolle-Kampen op 90 structurele spitsmijdingen. Deze spitsmijdingen treden op in zowel de ochtendspits als avondspits, dus een totaal van 180 spitsmijdingen per werkdag als wordt uitgegaan van 5 werkdagen per week dat mensen overstappen op de fiets. Het is niet reëel te veronderstellen dat mensen voor 5 dagen per week overstappen. Gezien de specifieke afbakening van de doelgroep gaan we uit van het scenario van 4 dagen per week en laten in de bijlagen ook de effecten zien van de scenario’s van 3 en 5 dagen per week. Bij het scenario van 4 dagen per week komt het aantal spitsmijdingen (ochtend- en avondspits gezamenlijk) uit op 144. We kunnen slechts bij benadering aangeven wat het effect is van alleen de aanleg van infrastructuur en wat van alleen de andere maatregelen (zonder infra). Voor de autoforens, die zeer gericht benaderd wordt voor de fietsstimuleringsacties, schatten we de volgende verhouding in: 40 % door infra, 60% door fietsstimulering en communicatie. Voor de categorie overig en zakelijk verkeer denken we dat de verhouding 60:40 is omdat de fietsstimulering niet direct op hen gericht is, maar zij wel door communicatie vanuit het project op de hoogte gebracht worden van de verbeterde routes en over het thema fietsen algemeen. Naast de feitelijke spitsmijdingen wordt door deze maatregel een snelheidsverbetering (2 orde %. Het gezamenlijke effect effect) op de aangegeven corridors gerealiseerd, variërend van 1 3 van de spitsmijdingen en de snelheidsverbetering is per werkdag (voor 4 spitsuren samen): —
UITGAANDE VAN 4 x P/W
Werkdag
Bespaarde sterk vertraagde ritten 154 Bespaarde vertragingsuren van 2 SVR Bespaarde vertragingsuren alle 8 ritten
jaar 35.602 540 1 934
Bij bovenstaande berekening van het aantal bespaarde sterk vertraagde ritten dient te worden opgemerkt dat er door de maatregelen binnen het project Fiets Zwolle Kampen ook op andere wegvakken voordelen behaald zullen worden. Dit effect is niet meegerekend. Ook op de wegvakken waarvoor we wel resultaten hebben berekend zal het effect groter zijn dan nu in beeld gebracht is omdat we met het totale maatregelenpakket ook werknemers en anderen bereiken die geen relatie hebben met de prioritaire gebieden. Uit nadere analyse op basis van de Mobiliteitsscan en de Probleemanalyse blijkt dat het aantal vertrekken in de avondspits vanuit de gerelateerde prioritaire gebieden kan worden vastgesteld op 825 . De doelgroep die we willen bereiken op de prioritaire gebieden heeft een omvang van 428: het betreft woon-werkverkeer op fiets- of e-fietsafstand. We verwachten dat hiervan circa 400 personen bekend zullen zijn met de actie (95% van het woon-werkverkeer op fietsafstand en 80% van het woon-werkverkeer op e-fietsafstand). We verwachten dat 50% hiervan geïnteresseerd is deel te nemen aan de actie (circa 200), waarvan 50% daadwerkelijk deelneemt. Het gaat dan om circa 100 deelnemers voor de corridor Zwolle-Kampen die we werven via de prioritaire gebieden en die één of meerdere malen deelneemt aan de fietsstimuleringsacties. Onze inschatting is dat uiteindelijk 50% intrinsiek gemotiveerd is het reisgedrag structureel aan te passen (51). Via andere kanalen, die vanuit de algemene campagne ingezet worden, bereiken we bewoners en andere werknemers uit Zwolle, Kampen, Dalfsen, Staphorst die per auto over de knelpuntcorridors
3. Aanpak en planning van de maatregel Planning/mijlpalen Het project Fiets Zwolle Kampen start met het doen van onderzoek onder de doelgroep in januari en februari 2015. Gelijker tijd vindt een nadere gedrags- en stakeholdersanalyse plaats in het kader van Gebiedsgericht Mobiliteitsmanagement ZKN-BBV-2. Waar mogelijk worden de onderzoeken op elkaar afgestemd. De resultaten worden in februari/maart beoordeeld en in relatie met elkaar gebracht. In februari/maart zal het breed ambtelijk kernteam de resultaten beoordelen en besluiten over de fietsstimuleringsacties. Maart wordt gebruikt om de plannen van aanpak voor de gedragscampagne en fietsstimulering nader uit te werken, Het accent ligt zowel op de brede gedragscampagne die vanaf mei 2015 van start gaat als op de fietstimuleringsactie die in juni van start gaat. In maart zal het Bestuursteam ZKN besluiten over de voorgestelde aanpak voor maatregel 1 en maatregel 3. Voorbereiding voor de fysieke maatregel (3A) starten in januari 2015. Een go —no go-besluit wordt genomen na de inspraak en afronding van de bestek fase in maart 2015 door het Bestuursteam. Hierna wordt gelijk het verkeersbesluit genomen en kan gestart worden met de werkzaamheden. De fietsstimuleringsactie gaat aansluitend in juni 2015 van start. De brede fietscampagne loopt langer door. In 2016 wordt de fietsbrug over de Blaloweg aangelegd. In de brede fietscampagne zal hier zeker aandacht aan besteed worden. Indien (financieel) haalbaar kan/zal de fietsstimuleringsactie gedurende een korte periode worden herhaald in de periode van de opening. Mijlpalen (uitgaande van besluitvorming van Rijk, Provincie en Regio over subsidiëring voor 31 dec 2014). Voorbereiding
Planning Gereed Start Mei 2015 Jun 2014
Opstellen pva Fiets Zwolle-Kampen
Jun 2014
Nov 2014 Nov 2014
Vaststelling pva door Bestuursteam ZKN Ondertekening pva door rijk, regio en bedrijfsleven
Jan 2015
Jan 2015
Projectbesluit door ambtelijk kernteam ZKN deelmaatregelen 1 en 3, projectorganisatie instellen en start uitvoer deelmaatregelen door moederorganisaties
Jan 2015
Jan 2015
Nader onderzoek (deelmaatregelen 1. Fietsstimulering en 2. Gebiedsgericht mobiliteitsmanagement ZKN-BBV-2) onder leiding van projectlelders GGMM en Ketenmobiliteit Vaststellen inhoudelijke uitgangspunten fietsstimulering door ambtelijk kernteam ZKN
Jan 2015
Febr 2015
Febr 2015
Mrt 2015
PvA Gedragscampagne maken (maatregel 1, spoor b)
Jan 2015
Mrt 2015
PvA Fietsstimulering (maatregel 1, spoor a)
Jan 2015
Mrt 2015
Detaillering inframaatregel 3A
Jan 2015
Mrt 2015
Bestek gereed maken inframaatregel 3A
Feb 2015
Mrt 2015
Inspraak en participatie met omwonenden 3A
Feb 2015
Mrt 2015
Indien noodzakelijk verkeersbesluiten en andere procedures 3A
Mrt 2015
Apr 2015
Go-No Go beslissing Ambtelijk kernteam ZKN en Bestuursteam ZKN maatregel 1 en 3 (criteria: vertrouwen in financiering door gemeenten, doel- en knelpuntenbereik, logische redeneerlijn stimuleringsmaatregel, haalbaarheid, draagvlak)
Apr 2015
Raadsbesluit Financiering Kampen en Zwolle
Mei 2015
Realisatie
Mrt 2015
Dec 2017
Realisatie locatie specifieke maatregelen (te starten met aanbestedingsprocedure; reconstructie/herprofilering, verwijdering/aanpassing van verkeerslichten, bewegwijzering etc.)
Mrt 2015
Jun 2015
fietsstraat Kamperweg
Apr 2015
Jun 2015
aanpassen fietstunnel
Jun 2015
Jun 2015
Brede campagne (maatregel 1, spoor b)
Mei 2015
Dec 2017
Fietsstimulering (maatregel 1, spoor a)
Jun 2015
Okt 2015
3A
3B
—
—
Nov 2015
Go- No go beslissing Bestuursteam ZKN voor eventueel herhalen fietsstimulering n.a.v. gereedkomen fietsbrug over Blaloweg (uitvoer geen onderdeel van dit pva) Monitoring
Jun 2015
Nov 2015
Evaluatie
Nov 2015
Dec 2015
Risico’s Belangrijkste risico s .
r1r. 1
.
,
Werving gronden (3A/B)
K ans van optreden
Mogelijke gevolgen Effect
Tijd
e in kC
Nvt
Klein 2 Er moeten meer dan gemiddeld bij dergelijke projecten kabels en leidingen verlegd worden (3A).
Plan moet worden aangepast, vertraging en/of kosten gaan omhoog
Vertraging K€ halfjaar 30
Vertraging K€ Drie 30 maanden
3 Afstemming uitvoering andere projecten (3A)
Klein
4 Bestemmingsplan maatregel (3A/B)
N.v.t.
5 Bezwaar/beroep van belanghebbenden tegen (onderdelen van) maatregel 3A
Klein
Vermindering draagvlak, vertraging van formele procedures, aanvullende maatregelen om problemen weg te nemen.
6 Communicatie! campagne slaat niet aan (1A/B)
Klein
7 NO GO besluit ambtelijk kernteam of bestuu rsteam ZKN
Midden
Ca 2 De ‘overstap’ van maanden auto naar Ce-) fiets is onvoldoende groot, waardoor doel niet wordt gehaald. Max. half Stop zetten of jaar vertraging van (deel)maatregelen
K€ 10
K€ 30
Beheersmaatregelen project realiseren we in principe binnen gemeentelijk eigendom. Profiel van de weg versmallen i.v.m. aanleg fietsstraat + tijdig met de NUTS bedrijven om de tafel en in ontwerp rekening houden met kabels en leidingen. Tijdige afstemming met de Projectorganisaties binnen de gemeente Plannen passen binnen bestaande bestemmingsplan. Projectorganisatie binnen de gemeente zet in op actieve participatie en tijdige en open communicatie. Buurt wordt betrokken in definitieve inrichting. Gemeente heeft hier veel ervaring mee. Aangezien plan past binnen bestemmingsplan en zeer waarschijnlijk geen grote ingrijpende verkeersbesluiten hoeven worden genomen is kans op weerstand/formele procedures gering. Campagne bijstellen. Campagne! deelmaatregel wordt sowieso pas na verdiepende analyse definitief vormgegeven. Tussentijds pro-actief informeren bestuurders en leden am btelijk kernteam van voortgang en urgentie maatregel.
kernteam ZKN Bereikbaarheid en het bestuursteam ZKN Bereikbaarheid. Periodiek zal ook het BB Trio ZKN bijeen komen. Voor een organogram zie de bereikbaarheidsverklaring Beter Benutten ZKN 20 15-20 17.
Contracten ngsstrateg ie De realisatie/opwaardering van de fietsinfra wordt door middel van aanbesteding op de markt. De realisatie van de fietsstimulering wordt ook uitbesteed aan een marktpartij. De uitvraag betreft minimaal projectleider, een front- en backoffice voor het uitvoeren van de fietsactie, een marketingcampagne en monitoring. Het uitbetalen van de financiële prikkels aan deelnemers van het fietsstimuleringsproject valt onder verantwoordelijkheid van de Beter Benutten organisatie (projectleider Ketenmobiliteit).
Monitoring en evaluatie Het landelijke Programmabureau Beter Benutten schrijft een PvA M&E vervolg B3, er zijn dus geen regionale PvA’s nodig. Effect van de maatregel wordt in kaart gebracht met hulp van de mobiliteitsscan. Het landelijke PvA bevat de volgende elementen: -
-
-
-
-
-
Uitwerking van meten van voortgang (input-throughput-output), outcome en proces Uitwerking wat centraal wordt gemeten en hoe dat gebeurt (zoals gedragsonderzoek landelijk, maar ook de snelheden en intensiteiten) Inhoudelijke uitwerking van te meten indicatoren en vertaling naar sterkst vertraagde ritten Uitgangspunten voor het regelen van de financiering M&E Uitgangspunten rol M&E-coördinator Vertaling van bovenstaande punten naar inhoud en uitwerking van de M&E-alinea in elk projectpla n
Ander reispedrag en ciebruikerservarincien Natuurlijk zijn we erg benieuwd naar het precieze veranderd reisgedrag en gebruikerservaringen t.a.v. de fietsstimulering. Een tool daarbij mogelijk kan worden ingezet is de Enschedese “SMART” app (of diensten/producten uit het landelijk ITS fiets spoor). Hiermee wordt individueel reisgedrag van de gebruikers vastgelegd, kunnen incentives worden verleend en kunnen enquêtes worden uitgezet over vervoersgedrag in de voor- en na-situatie van gebruikers die hieraan deelnemen. Over de inzet van deze (of een andere tool) zal nader overleg worden gevraagd met de Beter Benutten Twente en de provincie Overijssel.
4. De criteria van de Bereikbaarheidsverklaring Vat kort samen op welke manier voldaan is aan de afgesproken criteria uit de Bereikbaarheidsverklaring: Draagt de maatregel in relatie tot de gesignaleerde problematiek bij aan de afgesproken bereikbaarheidsopgave? JA Is de maatregel kosteneffectief (bij voorkeur kwantitatief onderbouwd en mcl. toetsing via kosteneffectiviteitsanalyse Ecorys)? JA Is de maatregel binnen de afgesproken termijnen uitvoerbaar en het effect voor 2017 meetbaar (mcl. toetsing uitvoerbaarheid door RWS)? JA Hoe scoort de maatregel ten aanzien van duurzaamheid (Co2, PM1 0, NOx)? ONBEKEND -
-
-
-
Vaststelling / ondertekening
Ministerie IenM Programmadirecteur Beter Benutten Weh kamp. nI CEO Beter Benutten Zwolle Kampen