Reeks Arbeidsrechtelijke facetten van grensoverschrijdend herstructureren in Nederland en België
Deel 2 Bedrijfseconomisch ontslag Mr. Dr. Edith Franssen Mr. Dr. Drs. Jan Heinsius Mr. Dr. Johan Peeters
Maklu Apeldoorn/Antwerpen
Inhoud Voorwoord Hoofdstuk 1. Bedrijfseconomisch ontslag in Nederland 1.1 Inleiding 1.2 Van rechtswege eindigen 1.2.1 Inleiding 1.2.2 Van rechtswege eindigen 1.2.3 Artikel 7:668 BW 1.2.4 Artikel 7:668a BW 1.3 Opzegging wegens bedrijfseconomische redenen 1.3.1 Inleiding 1.3.2 BBA-regels opzegging wegens bedrijfseconomische redenen 1.3.2.1 Toestemming van UWV voor opzegging 1.3.2.2 Toetsingsmaatstaf UWV en gegevensverschaffing 1.3.2.3 Selectie werknemer door afspiegeling 1.3.2.4 'Stoelendansreorganisatie' 1.3.2.5 Ontslagprocedure bij UWV WERKbedrijf 1.3.2.6 Besluit tot toestemming opzegging UWV 1.3.2.7 Opzegging zonder toestemming UWV 1.3.3 BW-regels opzegging wegens bedrijfseconomische redenen 1.3.3.1 Opzegging als rechtshandeling 1.3.3.2 Opzegverboden 1.3.3.3 Opzegtermijn en aanzegdag 1.3.3.4 Schadeplichtige opzegging 1.3.3.5 Vernietigbare en schadeplichtige opzegging 1.3.3.6 Kennelijk onredelijke opzegging 1.3.3.7 Ontslagvergoeding 1.3.3.8 Contractuele vergoeding en schadevergoeding ex art. 7:681 BW 1.4 Ontbinding op grond van bedrijfseconomische redenen 1.4.1 Inleiding 1.4.2 Ontbinding door kantonrechter 1.4.3 Vergoeding naar billijkheid 1.4.3 Vergoeding naar billijkheid en sociaal plan/afvloeiingsregeling 1.4.4 Contractuele vergoeding en ontbindingsvergoeding 1.5 Wederzijds goedvinden - de beëindigingsovereenkomst 'nieuwe stijl' 1.5.1 Inleiding 1.5.2 Precontractuele fase 1.5.3 Contractuele fase 1.5.3.1 Essentialia sine qua non 1.5.3.2 Uitleg van de overeenkomst volgens 'Haviltex' Maklu
9 11 11 12 12 12 13 14 18 18 19 19 21 30 37 39 40 41 43 43 44 47 49 50 51 59 66 72 72 72 79 84 88 91 91 92 97 97 98
BEDRIJFSECONOMISCH ONTSIAG
1.5.3.3 Wilsgebreken 1.5.3.4 Interpretatie door middel van redelijkheid & billijkheid 1.5.4 Postcontractuele fase 1.5.4.1 Finale kwijting 1.5.4.2 Derogerende werking van redelijkheid en billijkheid 1.5.5 Vaststellingsovereenkomst 1.6 Conclusie
99 100 102 102 103 104 105
Hoofdstuk 2. Bedrijfseconomisch ontslag in België
107
2.1 Inleiding 2.1.1 Ontslag, ontslagmacht en motivering van het ontslag 2.1.2 Bedrijfseconomisch ontslag naar Belgisch recht 2.2 Opzegging 2.2.1 Begrip 'opzegging" 2.2.2 Opzeggingstermijn 2.3 Beëindiging van een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur 2.4 Ontslag om dringende reden 2.5 Beëindiging door onderlinge toestemming 2.6 Impliciet ontslag 2.7 Overmacht 2.8 Ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de rechter en ontbindende bedingen in de arbeidsovereenkomst 2.8.1 Gerechtelijke ontbinding 2.8.2 Ontbindend beding en ontbindende voorwaarde 2.9 Ontslag van een personeelsafgevaardigde om economische of technische reden 2.9.1 Toepassingsgebied 2.9.2 Periode van bescherming 2.9.3 Ontslag om dringende reden 2.9.4 Ontslag om economische of technische reden 2.9.5 Sancties 2.10 Willekeurig ontslag en misbruik van ontslagrecht 2.10.1 Willekeurig ontslag 2.10.2 Misbruik van ontslagrecht 2.11 Conclusie
107 107 HO 111 Hl 115 125 126 128 128 132 134 134 136 137 137 140 142 144 152 154 154 161 163
Hoofdstuk 3. Grensoverschrijdend bedrijfseconomisch individueel ontslag 165 3.1 Inleiding 165 3.2 Algemene arbeidsrechtelijke aspecten met betrekking tot de grensoverschrijdende tweepartijenrelatie 166 3.2.1 De EVO-Vo. en de EEX-Vo. 166 3.2.2 Partij-autonomie 167 3.2.3 Impliciete of expliciete rechtskeuze 167 Maklu
INHOUD
3.3 3.4
3.5
3.6 3.7
3.8
3.9
3.2.4 Meerdere rechtsstelsels op één arbeidsovereenkomst 3.2.5 Geen rechtskeuze gemaakt Verschillende situaties met betrekking tot de rechtskeuze in de arbeidsovereenkomst Er is een expliciete of impliciete rechtskeuze gemaakt voor Nederlands recht op (een deel van) de arbeidsovereenkomst 3.4.1 De werknemer doet een beroep op art. 8 EVO-Vo. 3.4.1.1 Gewoonlijk werkland 3.4.1.2 Geen gewoonlijk werkland 3.4.1.3 Dwingende bepalingen 3.4.1.4 Gunstigheidsbeginsel 3.4.1.5 De uitzondering 3.4.2 De werknemer doet een beroep op art. 9 EVO-Vo. 3.4.2.1 Welke bepalingen vallen onder art. 9 EVO-Vo.? 3.4.2.2 Bepalingen van Belgisch recht die onder art. 9 EVO-Vo. vallen 3.4.3 De werknemer doet een beroep op art. 21 EVO-Vo. 3.4.3.1 Bepalingen van Belgisch recht die onder art. 21 EVO-Vo. vallen Er is een expliciete of impliciete rechtskeuze gemaakt voor Belgisch arbeidsrecht op (een deel van) de arbeidsovereenkomst 3.5.1 De werknemer doet een beroep op art. 8 EVO-Vo. 3.5.1.1 Gewoonlijk werkland 3.5.1.2 Geen gewoonlijk werkland 3.5.1.3 Dwingende bepalingen 3.5.1.5 Gunstigheidsbeginsel 3.5.1.5 De uitzondering 3.5.2 De werknemer doet een beroep op art. 9 EVO-Vo. 3.5.2.1 Welke bepalingen vallen onder art. 9 EVO-Vo.? 3.5.2.2 Bepalingen van Nederlands recht die onder art. 9 EVO-Vo. vallen 3.5.3 De werknemer doet een beroep op art. 21 EVO-Vo. 3.5.3.1 Bepalingen van Nederlands recht die onder art. 21 EVO-Vo. vallen Er is geen expliciete of impliciete rechtskeuze gemaakt De toepasselijkheid van het BBA 3.7.1 In welke gevallen is het BBA niet toepasselijk? 3.7.2 Criterium voor toepasselijkheid van het BBA Het toepasselijk recht op de beëindigingsovereenkomst 3.8.1 Doorbreking van de rechtskeuze in een beëindigingsovereenkomst? 3.8.2 Aansluiting bij andere overeenkomsten die aan de arbeidsovereenkomst zijn gerelateerd De bevoegde rechter/instantie
Maklu
168 169 169 170 170 170 172 173 173 175 176 176 177 179 179 180 181 181 183 183 184 185 186 187 188 189 190 190 191 192 193 197 197 199 199
BEDRIJFSECONOMISCH ONTSLAG
3.9.1 3.9.2 3.9.3
Bevoegdheid van het UWV WERKbedrijf Bevoegdheid van de rechter: de hoofdregel Bevoegdheid van de rechter: uitzonderingen op de hoofdregel voor de werknemer 3.9.4 Bevoegdheid van de rechter, uitzonderingen op de hoofdregel voor werknemer èn werkgever 3.9.5 Kan één der partijen misbruik van recht worden tegengeworpen? 3.9.6 Toepasselijk procesrecht 3.9.7 EEX-Vo. ook van toepassing op beëindigingsovereenkomsten? 3.10 Conclusies
200 201
Rechtspraak
213
Jurisprudentie
223
Trefwoordenregister
225
203 204 207 209 210 210
Maklu