jaargang 18 / nr 63 / december 2009
20 jaar Lize: lessen voor de toekomst? In het middagprogramma van het jubileum van Lize stond de presentatie van het essay ‘De verleiding. Lessen uit de succesvolle integratie van Zuid-Europese immigranten’ centraal. De geschiedenis van 20 jaar Lize kwam in beeld en mevrouw Haimé, directeur Inburgering en Integratie sprak namens minister Van der Laan de zaal met genodigden toe. Het symposium werd afgesloten met het voorstellen van de nieuwe voorzitter van Lize, Ivone Mendes en een dankwoord aan zowel alle aanwezigen als allen die zich in de loop van de jaren voor Lize en de Zuideuropese gemeenschappen hebben ingezet.
Marilyn Haimé: ‘Het is altijd een feest om bij Lize te zijn’ Volgens mw. Haimé is het Lize uitstekend gelukt om in de afgelopen 20 jaar te midden van verrassende gebeurtenissen een eigen weg te vinden. Daarbij memoreerde zij 2 belangrijke gebeurtenissen. In de eerste plaats de val van de Berlijnse muur met in haar kielzog het uiteenvallen van Joegoslavië, waardoor Lize zich genoodzaakt zag om binnen de eigen gelederen te komen tot een herschikking van de vertegenwoordiging van de voormalige Joegoslavische gemeenschap. ‘Met het hoofd koel en het hart warm, is Lize erin geslaagd om deze herschikking tot een goed einde te brengen.’ Een andere belangrijke gebeurtenis was 11 september, een zeer emotionele en totaal onverwachte gebeurtenis die verregaande consequenties had voor de Nederlandse samenleving. Zoals de opkomst van Pim Fortuyn die deze gebeurtenis aangreep om het maatschappelijk onbehagen politiek te agenderen. Toen hij op 6 mei 2002 om zes uur ’s avonds vermoord werd, was zijn partij, de LPF, in de peilingen uitgegroeid tot de grootste partij van het land. Bij de TK-verkiezingen op 15 mei 2002 werd de LPF de grote winnaar. Onder invloed hiervan veranderde de richting van het integratiebeleid ingrijpend. Voor de opeenvolgende kabinetten Balkenende was niet langer ‘integratie met behoud van de eigen identiteit’ het uitgangspunt van het integratiebeleid, maar de eigen verantwoordelijkheid en de Nederlandse normen en
Lizebulletin / nr 63 / december 2009
2
waarden kwamen centraal te staan. Daarbij werd inburgeren verplicht voor zowel nieuw- als oudkomers. ‘Het uitgangspunt ‘integratie met behoud van de eigen identiteit’ heeft echter tot veel misverstanden aanleiding gegeven. Het heeft immers nooit betekend ‘ik mag hier leven en mijn eigen identiteit behouden, zonder mij iets aan te trekken van de Nederlandse normen en waarden’. Evenmin betekent het loslaten van dit uitgangspunt dat mensen hun literatuur, muziek, kookkunst enz. moeten opgeven. Het betekent wél dat daar waar Nederlandse normen en waarden en de eigen culturele waarden en normen botsen, de Nederlandse waarden en normen prevaleren, zoals bijv. met betrekking tot de gelijkheid van man en vrouw.’ Onlangs stuurde minister Van der Laan zijn Integratiebrief naar de Tweede Kamer. Daaruit blijkt het streven van het kabinet om een samenleving te realiseren waarin iedereen meedoet en meetelt, ongeacht afkomst, traditie of religie. Mevrouw Haimé: ‘Als een rode draad door deze integratievisie loopt het belang van ontmoeting, net zoals in de werkzaamheden van Lize.’ Wat zijn volgens mw. Haimé de uitdagingen voor de toekomst voor het LOM en voor het Lize in het bijzonder? ‘Lize heeft zich in de afgelopen jaren ontwikkeld tot een samenwerkingsverband met als voornaamste achterban Europese ingezetenen in Nederland. Met de eenwording van Europa en het
vrije verkeer van persoon als gevolg daarvan, zal het aantal Europese ingezetenen in Nederland verder toenemen. Op dit moment zijn dat de Polen en de Roma, binnenkort komen daar de Bulgaren en de Roemenen bij. Uitdaging voor Lize is of zij ook deze groepen wil toelaten. Wie zet de eerste stap, Lize zelf of wacht Lize af tot deze groepen zich aanmelden?’ Aansluiting van deze groepen tot het LOM past bij het beeld van een LOM dat groeit. Tóch knaagt er iets aan dit gestructureerd overleg tussen kabinet en minderheidsgroepen dat in 1985 van start is gegaan. ‘Volgend jaar bestaat dit overleg dus vijfentwintig jaar. Een van de overwegingen van de WOM was dat voor het gestructureerd overleg tussen het kabinet en minderheidsgroepen geen adequaat alternatief is. De prangende vraag is dus ook: zijn er op termijn alternatieven denkbaar waardoor de participatie van nieuwe Nederlanders aan de beleidsvorming ook anderszins dan via het LOM kan worden gegarandeerd? Het is een vraag die mij bezig houdt, waar ik nog geen antwoord op heb en waar we wel aan moeten werken.’ In haar slotwoorden complimenteert mw. Haimé Lize dat erin is geslaagd meer vrouwen bij de organisatie te betrekken én te verjongen in plaats van te verouderen: hoe ouder Lize wordt, hoe jonger de gezichten.
Will Tinnemans: ‘De verleiding. Lessen uit de succesvolle integratie van Zuid-Europese immigranten’ Waarom dringt Nederland op het panische af aan op ‘aanpassing’ of ronduit ‘assimilatie’ van immigranten? In zijn essay ‘De verleiding’ geschreven in het kader van het 20-jarig bestaan van Lize, neemt publicist Will Tinnemans duidelijk stelling tegen polarisatie. Uit de succesvolle integratie van Zuid-Europese migranten vallen lessen te trekken. Tinnemans kijkt terug naar de tweede helft van de vorige eeuw en breekt een lans voor een moderne variant van ‘integratie met behoud van eigen identiteit’. Misschien kunnen migrantengemeenschappen die nu als problematisch te boek staan en toekomstige nieuwkomers iets hebben aan de recente ervaringen van Zuid-Europeanen. Het enige werkzame tegengif tegen de populistische beweging die zo sterk in opmars is: vastberaden en overtuigend blijven herhalen dat ‘zij’ onderdeel zijn van ‘wij’ en dat hun problemen dus de onze zijn, dat de werkelijkheid veel genuanceerder is dan de oneliners waar populisten in grossieren en dat integratieprocessen tot dusver hoopgevend zijn, ook al komt vaak een ander beeld naar voren in interviews en reportages in kranten, op radio en televisie.
Lucía Lameiro, directeur van Lize, sluit met haar reactie op ‘De verleiding’ het middagprogramma af. ‘In minder dan 40 pagina’s beschrijft Will Tinnemans meer dan 50 jaar geschiedenis van Zuid-Europeanen in Nederland. Dat is van belang, want zonder kennis van elkaars geschiedenis en achtergrond is het lastig om elkaar te begrijpen, zelfs al spreek je dezelfde taal. Hij is erin geslaagd om die geschiedenis in de hedendaagse context te plaatsen en als uitgangspunt te nemen voor een vraagstuk dat ons allemaal aangaat: de integratie van migranten in de Nederlandse samenleving.’ Direct dringt zich echter de vergelijking op met andere migranten die als minder geïntegreerd worden beschouwd: waarom is het de Zuid-Europeanen wel en hen niet gelukt? Het antwoord ligt voor de hand, Zuid-Europeanen kwamen eerder en minder massaal, en vertoonden qua cultuur en religie meer gelijkenis met autochtone Nederlanders. Volgens Tinnemans is het dus zaak migranten ruimte en tijd te geven en het komt met de meesten van hen vanzelf goed. Lucía Lameiro: ‘Volgens mij moet Nederland terug naar de eigen opvoedingsregels van weleer, ofwel de beroemde 3xR van Rust Regelmaat Reinheid. Als er iets is dat de Nederlandse identiteit markeert is dit het wel. Ik wil die 3xR alleen een beetje anders invullen, namelijk de R van Rechtsstaat die
de basis vormt voor iedereen in Nederland; de R van Rigoreus hanteren van de regels die uit de rechtsstaat voortvloeien en de R van Ruimte om een nieuwe identiteit te ontwikkelen, waarin ook plek is voor de eigen taal, cultuur en religie voor wie dat wil. En na het lezen van ‘De verleiding’ wil ik er graag nog een vierde R aan toevoegen: de R van Romantiek: een omgeving die behaaglijk aanvoelt en waarin mensen moeite doen om dichter bij elkaar komen is noodzakelijk voor de integratie.’ Tot slot bedankt Lameiro Tinnemans voor zijn antwoord op de vraag wat een organisatie als Lize Nederland te bieden heeft, anders gezegd wat het bestaansrecht is van Lize. Volgens Tinnemans zijn organisaties als Lize het cement in het integratieproces. Zij vervullen een belangrijke rol in de hulp en steun aan nieuwkomers die de weg nog niet kennen in Nederland, begeleiden immigranten van de tweede en zelfs derde generatie die op zoek zijn naar hun roots, bieden faciliteiten aan vrouwen die hun eigen emancipatie ter hand nemen en aan oudere immigranten die dreigen te vereenzamen omdat ze op hogere leeftijd de taal van het gastland vergeten. ‘Ik ben trots op Lize omdat Lize zich door de jaren heen systematisch en principieel heeft ingezet voor een betere samenleving voor alle burgers van dit land; omdat Lize zich steeds heeft verzet tegen een versmalling van de definitie van allochtoon, waarbij de groepen die er beter in slagen om te integreren uit de definitie worden gezet en daarmee de term allochtoon wordt versmald tot ‘probleemgroep’. In die zin omarm ik de keuze van minister Van der Laan voor de term nieuwe Nederlanders, omdat hij daarbij stelt dat de keuze voor Nederland niet betekent dat je je afkomst hoeft te verloochenen.’
Tineke Lupi, zelf afkomstig uit een Kroatisch-Nederlands gezin, is het grotendeels eens met het betoog van Will Tinnemans, al vindt zij dat hij teveel nadruk legt op de culturele aspecten van integratie. Er wordt teveel aandacht gevestigd op wat fout gaat en de negatieve voorbeelden stapelen zich op. Daarom is zij meer een voorstander van het Amerikaanse model, dat de nadruk legt op meedoen, op de kracht van mensen. Want ook in Nederland zijn er genoeg voorbeelden van wat goed gaat: veel migranten maken hun opleiding af, studeren aan Nederlandse universiteiten, zijn aan het werk en leveren een positieve bijdrage aan de Nederlandse samenleving.
Harry Mertens, senior projectleider bij Movisie en jarenlang betrokken bij het beleid en initiatieven van/voor oudere migranten, complimenteert Tinnemans met ‘De verleiding’ waarvan elke politicus die het woord voert over integratiebeleid kennis zou moeten nemen. Niet alleen omdat het diepgang heeft en blijk geeft van veel historisch besef, maar ook omdat uit dit essay veel lessen te trekken zijn voor de toekomst. ‘Het oude credo, integreren met behoud van eigen identiteit, mag dan geheel uit de mode zijn, maar het is wel het meest kansrijke concept wat beschikbaar is.’ Ondanks die succesvolle integratie van de Zuid- Europeanen is volgens Mertens tussen de regels door toch de nodige pijn te lezen. Over de toekomst van de Zuid-Europese jongeren maakt Mertens zich geen zorgen. Er zit genoeg kwaliteit in die groep en die kwaliteit komt meer en meer boven drijven. Hij maakt zich wel zorgen over de oudere generatie. Hoewel ook daar hele sterke en succesvolle mensen naar voren zijn gekomen, weet hij dat er ook veel armoede en eenzaamheid bestaat in die groep. Aandacht voor ouderen moet daarom voorlopig echt een speerpunt van Lize blijven.
Het essay ‘De verleiding’ is kosteloos bij Lize te bestellen.
3
Lizebulletin / nr 63 / december 2009
e z i L jaar 2200
Op vrijdag 20 november was het Spoorwegmuseum een beetje van de Zuid-Europeanen. Bestuursleden en medewerkers van toen en nu, samenwerkingspartners en LOM-colllega’s, zelforganisaties, leden uit de achterban en andere genodigden kwamen naar Utrecht voor het symposium en het feest ter gelegenheid van het 20-jarig jubileum. Het Spoorwegmuseum vormde het indrukwekkende en tegelijk symbolische decor voor een bijzondere dag. Dwars door generaties en culturen heen is er gepraat, gedanst, gezongen en genoten. Samen met ruim 200 gasten hebben we teruggeblikt op het verleden, stilgestaan bij het heden en vooruit gekeken naar de toekomst. Een symposium met persoonlijke voordrachten en visies op samenleven in Nederland, een feest met een foto-expositie, muziek, dans, hapjes en een Zuid-Europese modeshow, én het enthousiasme van jong en oud zorgden voor een onvergetelijke jubileumviering. 20 jaar Lize werd in beeld gebracht in een fototentoonstelling en een overzicht van alle uitgaven van het Lize bulletin, voor velen herkenbaar. Een wandeling langs de kunstmarkt liet zien dat er vele talentvolle Zuid-Europeanen zijn. Van het vervaardigen van sieraden en hoeden tot schilderkunst en beeldhouwwerk, een bezoek aan de marktkraampjes was zeker de moeite waard. Vanaf het podium werd het publiek getrakteerd op muziek, zang, humor en folklore uit de verschillende Zuid-Europese windstreken. Tussen het proeven van de lekkere hapjes door, is uitbundig de sirtaki gedanst, uit volle borst meegezongen met de ultieme meezinger Volare en konden gasten hun geluk beproeven met een quiz over de Zuid-Europese modeshow. En wie wilde kon achter het grote Lize-doek gefotografeerd worden op de tandemfiets als Zuid-Europeaan in de polder.
Dank! We kregen bloemen, taarten, cadeautjes en persoonlijke felicitaties. Voor al die attenties en voor uw aanwezigheid op 20 november willen we u nogmaals bedanken. Meer foto’s van de jubileumviering zijn te zien op: www.mijnalbum.nl/Album=TD4FADQI.
5
Lizebulletin / nr 63 / december 2009
Zuid-Europeanen in de polder Integratiebeleid gaat over mensen en persoonlijke verhalen zeggen meer dan dikke beleidsnota’s. Daarom vroegen wij voor het symposium aan vier Zuid-Europeanen naar hun ervaringen. Wat heeft de migratie van hun ouders hen gebracht? Hoe is het om van Zuid-Europese afkomst te zijn in het Nederlandse polderlandschap? In drie gesproken columns en een videoportret vertelden Milena Mulders, Richard Scalzo, Olga Bernárdez Cid en Daniela Petrić op een hartverwarmende en indrukwekkende manier hun eigen verhaal.
Milena en haar Sloveense geschiedenis
Ik blijf bij Lize altijd ‘de zoon van…’
Milena Mulders was 21 toen haar Sloveense moeder overleed en enkele jaren later begon zij zich vragen te stellen over haar moeders leven. Wie was zij geweest? In haar column vertelt Milena hoe haar zoektocht naar de achtergronden en de geschiedenis van haar moeder in de loop van de tijd veranderde. ‘Wat begon als een soort rouwverwerking, werd onder meer een ontdekking van mijn culturele identiteit.’ Het persoonlijke verhaal van Milena’s moeder kon niet los gezien worden van de geschiedenis van de Slovenen in Nederland en in het bijzonder in Zuid-Limburg. Milena was een van de deelnemers van het Culturele Spoorzoekersproject van Lize. Dit vormde het begin van wat in 2009 resulteerde in een prachtig boek waarin Milena de migratiegeschiedenis van Slovenen in Nederland beschrijft, met daarin verweven haar persoonlijke verhaal.
Richard Scalzo zegt het maar gelijk: ‘hier in dit gezelschap zal ik altijd vooral ‘de zoon van…’ blijven, overigens iets om trots op te zijn.’ De vader van Richard is Gino Scalzo, die jaren geleden als eerste Zuid-Europeaan gemeenteraadslid was in Delft. Zo vader, zo zoon, want ook Richard is politicus geworden en is op dit moment stadsdeelbestuurder in Rotterdam Noord. Richard vertelt wat het Italiaanse hem gebracht heeft, behalve lekker eten en vakanties op het mooiste eiland van Europa. ‘Ik heb van huis uit meegekregen om oog te hebben voor verschillen, ik heb gezien dat je als migrant soms harder moet werken om iets te bereiken en dat het de moeite waard is om dan toch door te zetten.’ Als politicus (hij is portefeuillehouder Jeugd, Welzijn en Zorg) gebruikt hij die ervaringen vooral als hij zich inzet voor alle jongeren in Rotterdam Noord.
Lizebulletin / nr 63 / december 2009
6
Het beste van twee werelden
Daniela Petrić maakt in een videoportret moeiteloos duidelijk wat haar Kroatische achtergrond voor haar betekent: het beste van twee werelden. Geboren en getogen in Den Haag, Nederlandse moeder, Kroatische vader. Een gewone Haagse, alleen die achternaam met die moeilijke ‘ć’… In mooie beelden laat Daniela zien hoe zij het Nederlandse en Kroatische op een vanzelfsprekende manier met elkaar verbindt. Ze danst in een Kroatische folkloregroep maar treedt net zo makkelijk op met een oerHollandse klompendans. Voor de boodschappen gaat ze niet alleen naar de AH maar ook naar een Kroatische winkel en de zomervakanties worden vaak doorgebracht in het huis in Kroatië. Bij het maken van de videoclip realiseerde Daniela zich nog eens extra hoe het Kroatische een rol speelt in haar dagelijks leven en dat het net zo bij haar hoort als het Haagse.
Een Spaans meisje in Nederland Olga Bernárdez Cid kwam als meisje van 7 met haar ouders naar Nederland. In een ontroerend verhaal neemt zij de zaal mee terug in de tijd. Hieronder een ingekorte versie. ‘Het fijne aan jubilea is dat je wordt aangesproken op je herinneringen en vaak zijn dat dan mooie. Voor mij is het nu 45 jaar geleden dat ik naar Nederland kwam, als meisje van 7. Naar Nederland komen als Spaans meisje heb ik nooit bewust ervaren. Ik viel niet zo op, was blond. Met de taal schijn ik geen problemen gehad te hebben, zegt mijn moeder. Ik sprak gewoon Spaans en mijn Nederlandse vriendinnetje antwoordde in het Nederlands en al heel snel sprak ik Nederlands. De eerste vier jaar van de lagere school stond er wel altijd op mijn rapport: ‘Olga praat veel tijdens de les.’ Waarschijnlijk heb ik veel geoefend toen. Of stond niemand er bij stil dat ik uit een warm uitbundig land kwam. Maar verder ging het allemaal goed en haalde ik ondanks, of was het dankzij al dat kletsen, goede cijfers. Mijn ouders vonden dat ik zo snel mogelijk mee moest doen met alles. Actief zijn. Ik heb zelfs even op de padvinderij gezeten (en schopte het toen tot hoofdkabouter Snelvoet, ik kon namelijk héél hard lopen). Al heel gauw was het: ‘wij thuis gaan over het Spaans en de rest (school, clubjes en vrienden) over het Nederlands’. Ik weet wel dat ik mijn ouders en vooral mijn moeder héél erg vervelend vond want ik mocht in het Spaans niet voor het gemak een Nederlands woord tussenvoegen. Als ik zei: ‘No quiero un boterham’, antwoordde mijn moeder geheid: Qué, Wat? En consequent dat ze was… verschrikkelijk! Ik vond dat andere kinderen wel héél veel makkelijkere ouders hadden dan ik. Mijn 8 jaar oudere broer kwam later pas naar Nederland. Eigenlijk was ik toen nog niet zo bezig met anders zijn, ook omdat ik in Nederland geen Spaanse jongeren kende. Hij vond het raar dat er geen sociëteit was voor Spaanse jongeren, vond het moeilijker om in Nederland te aarden, miste zijn vrienden in Spanje en de Spaanse ouderen in Nederland vond hij wel heel erg ouderwets. Zo ontstond het idee om samen met anderen een Spaanse jongerenclub op te zetten. Hij vroeg mij of ik hem daarbij wilde helpen omdat ik ervaring had met organiseren en wist hoe dat hier moest. Ik zei ja en ben hem nog altijd dankbaar voor het feit dat hij mij, zijn kleine zusje, gevraagd heeft. Er ging een wereld voor mij open. Ik werd me bewust van heel veel dingen. Toen ik 18 was schreef ik het volgende gedicht, dat jaren later werd gepubliceerd.
MEN ZEGT Ik ben wat heet. Wat heet een kind. Een tweede generatie kind. Ogen zwart. Haar bruin, gelaat expressief. Ik ben wat heet een tweede generatie dief. Ik steel de tulpen en raap de rozen uit het vaderland. Het moederland. Er is verwarring omtrent wat is en wat niet is. Wie ik ben. Ik geef een lach, pik een traan, ga verder. Lorca raakt mij in de navelstreng, Hanlo in het hart. Ik ben wat heet een tweede generatie gast.
1985, Uit de verzamelbundel van jonge dichters: Als ik niet schrijf ben ik dan minder dicht?
De jongerenclub werd Circulo Cultural Juvenil na veel getouwtrek. Wij probeerden niet teveel mee te gaan in tegenstellingen tussen de verenigingen van ouderen die er ook waren en zo open mogelijk te blijven staan. Iedereen was welkom. In Rotterdam werkten we ook met alle verenigingen samen. Spanje was immers niet meer van Franco. Wij zochten samenwerking. Na het VWO ging ik rechten studeren. Ik raakte heel geïnteresseerd in het anders zijn. Hoe ga je daar mee om? Hoe gaat Nederland daar mee om? Waarom hebben sommigen het moeilijker? Wat hebben we met elkaar gemeen al die buitenlanders? En wat een rijkdom toch om zoveel verschillende mensen en culturen te kunnen ontmoeten. Verbindingen, daar ging en gaat het nog steeds om. Men is soms zo bezig met de verschillen en de kosten en vergeet helemaal de overeenkomsten en de baten. Elkaar ontmoeten, elkaar leren kennen betekent dat je elkaar leert waarderen, juist ook in de tegenstellingen. Zo is het bij mij gegaan. Ik ben nog altijd heel huiverig voor strakke verdelingen (zo ook autochtoon/ allochtoon), te zwart- wit denken, meningen die tot uitsluiting leiden van hele groepen. Wellicht omdat ik te veel besef wat dat mijn land heeft gebracht: oorlog. Ik deed toen mijn studie er eigenlijk naast en zat in besturen, raden, allerlei initiatieven. Begin jaren tachtig werd ik gevraagd om mee te werken aan een landelijk initiatief om alle
organisaties van verschillende nationaliteiten bij elkaar te brengen en de inspraak van zelforganisaties naar de Nederlandse overheid toe te versterken. Prachtige mensen zaten daarbij, zoals Thanasis Apostolou, Mohammed Rabbae, Joaquin Rico (de eerste voorzitter van het oprichtingsbestuur van LSOBA die ons ‘onstuimigen’ met zijn rust de toekomst in leidde), Adam, Snezana e.a.. Het idee sloot geheel aan bij hoe onze jongerengroep in Rotterdam werkte en ik ging mee doen. Ik heb het altijd jammer gevonden dat uiteindelijk iedere nationaliteit zijn eigen inspraakorgaan kreeg maar het doet er niet zo toe als er maar een ontmoetingsplek blijft zoals in deze het LOM. Het waren moeilijke jaren omdat er altijd veel strijd was onderling. Ik dacht dan vaak: ‘Kom op jongens, het gaat niet om winnen of verliezen, het gaat om vooruitgaan.’ Uiteindelijk kwam ik eind 1983 terecht bij de Spaanse overheid in Nederland, bij de afdeling die zich juist ook bezighield met de rechten en belangen van de Spaanse emigranten. Daar zit ik nog steeds. Ik voelde me nuttig met mijn kennis van beide culturen en mijn tweetaligheid. Ook was het een uitdaging voor mij om mee te kunnen werken aan het moderniseren van de Spaanse overheid. De Nederlandse overheid gebaseerd op een democratische rechtsstaat diende voor mij daarbij altijd als voorbeeld. Een samenleving die belangenbehartiging toestaat, behartigt uiteindelijk haar eigen belang het best. Het doet me soms pijn om te zien dat sommige Nederlanders en ook anderen dit tegenwoordig lijken te vergeten. Verandering kost tijd, heb ik geleerd. Maar die lange weg naar vooruitgang of volwassenheid ligt bezaaid met mooie momenten en uiteindelijk prachtige resultaten, zie Lize. En dat dankzij de volhouders, mensen die stokjes door blijven geven en anderen die deze blijven oppakken. Het is dan ook voor mij een hele grote eer om hier iets te mogen zeggen. Om me deel te mogen voelen van een mooi gezamenlijk verleden en te kunnen zien dat strijd zinvol is, dat het heel belangrijk is om een bepaalde weg, ondanks of dankzij tegenstellingen, te blijven gaan. Dat ondanks/dankzij de verschillende temperamenten, het bereid blijven om met elkaar rond de tafel te zitten, de weg is om grootse dingen tot stand te brengen. Laten we er vooral heel zuinig op zijn en blijven. Dat we als Nederlanders, Bosniërs, Italianen, Marokkanen, Portugezen… met elkaar ruzie kunnen maken maar het altijd weer met elkaar goed moeten maken omdat we weten dat er een plek is, zoals het Lize of het LOM waar we elkaar moeten blijven ontmoeten en waar we naar elkaar moeten luisteren.’
7
Lizebulletin / nr 63 / december 2009
Nieuwe voorzitter Lize Nieuw Zeeland en Australië gemaakt. Eenmaal terug heb ik twee jaar als personeelsconsulent bij een zorginstelling gewerkt.
Voor vragen over dit blad of andere zaken:
Lize Op 1 februari 2006 werd ik directeur Postbus 14065 bij stichting Avanço. Als bestuurslid 3508 SC Utrecht was ik al bekend met de organisatie. tel. 030 233 21 00 Bij Avanço heb ik me vooral bezig fax 030 232 25 71 gehouden met de versterking van de e-mail
[email protected] interne organisatie. Hierbij www.lize.nl behoorde ook het verbreden en versterken van de band met de Kopij voor het Lize bulletin achterban. Na drie jaar vond ik naar bovenstaand adres dat ik mijn opdracht volbracht sturen. had en dat de organisatie een andere type directeur nodig Eindredactie: Gonnie Kaptein had.
Lize heeft een nieuwe voorzitter. Isabella Magioncalda heeft het stokje overgedragen aan Ivone Mendes. Wie is zij? ‘Ik ben geboren op de Kaapverdische eilanden, São Vicente, op 10 september 1970. Op vierjarige leeftijd ben ik met mijn moeder, twee broers, twee zussen en de moeder van mijn vader naar Lissabon in Portugal verhuisd. Daar heb ik tot mijn 11de gewoond en in oktober 1981 zijn we met het hele gezin naar Nederland verhuisd. Inmiddels was het gezin uitgebreid met nog 3 kinderen, in totaal heb ik twee broers en vijf zussen. Mijn vader was al in 1970 voor mijn geboorte naar Nederland geëmigreerd. In de eerste jaren heeft hij als zeeman gewerkt en later toen hij aan wal ging werken zijn wij in het kader van gezinshereniging naar Nederland gekomen. In Nederland heb ik de laatste twee jaar van de basisschool afgerond en heb daarna mijn VWO diploma gehaald. Na mijn VWO ben ik als telefoniste/receptioniste gaan werken maar was dat al snel beu en ben toen deeltijd de HBO-opleiding Personeel & Arbeid gaan studeren. Daarna heb ik aan de Erasmus Universiteit sociologie gestudeerd met afstudeerrichting Arbeid en Organisatie. In 1995 werd ik tijdens mijn HBO-opleiding door een medestudent geattendeerd op een vacature bij haar op het werk. Zij werkte bij de gemeente Rotterdam bij PIN, het Project Integratie Nieuwkomers en men zocht een consulent van Kaapverdische afkomst. PIN bood nieuwkomers in Rotterdam begeleiding bij het vinden van hun weg in een nieuwe samenleving. Er volgden verschillende functies in de welzijnssector. Ik heb als personeelsconsulent gewerkt bij Nieuwbanen Rotterdam-Werkstad van de gemeente Rotterdam, waarbij langdurig werklozen kans op arbeid geboden werd door WIW-banen. In 2001 heb ik een overstap gemaakt van de gemeente naar een zorginstelling, waar een project was gestart om allochtone ouderen in de deelgemeente Delfshaven te begeleiden naar voorzieningen en zorginstellingen. Tussendoor heb ik een jaar onbetaald verlof genomen en een reis naar
Lizebulletin / nr 63 / december 2009
8
Foto’s: Lize Ik ben sinds 2006 bestuurslid bij Lize. Tekening: Gustavo Garcia Vanwege het vertrek van de vorige voorzitter werd me gevraagd of ik iets voelde voor het Vormgeving: C&P Communicatie voorzitterschap. Alle andere bestuursleden hebben positief gereageerd op mijn solliciISSN 1571-6384 tatie. Per 20 november 2009 ben ik de nieuwe voorzitter van Lize; dat is een uitdaging die ik graag aan wil gaan. Lize is een interessante organisatie met een positieve insteek. In de afgelopen 20 jaar is het gelukt om mensen van verschillende afkomst bij elkaar te brengen en te houden. De grootste uitdaging voor mij als voorzitter ligt in het behouden van de samen werking tussen elf groepen waarvan de belangen niet altijd hetzelfde zijn. Een Kaapverdiaan heeft niet altijd dezelfde behoefte als een Sloveen. We zoeken naar overLize behartigt bij de landelijke overheid eenkomsten en gemeenschappede belangen van personen afkomstig uit lijke belangen, zonder de Bosnië-Herzegovina, Griekenland, Italië, verschillen tussen de elf groepen te ontkennen. Kaapverdië, Kroatië, voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Van de vorige bestuurs Montenegro, Portugal, Servië, Slovenië en generatie neem ik graag de Spanje en hun nakomelingen. strijdbaarheid mee, het Lize maakt deel uit van het Landelijk Overleg ergens voor gáán. Lize Minderheden dat de belangen behartigt van alle bestaat 20 jaar vanwege doelgroepen van het rijksintegratiebeleid. die strijdbaarheid. Voor je Lize vervult met haar kennis van en haar relatie eigen mening opkomen, met de Zuideuropese gemeenschappen een ook richting de overheid, beleidsbeïnvloedende rol bij de overheid. onafhankelijk van wat Lize functioneert tevens als informatiemakelaar er in de samenleving gebeurt aan linker- of tussen overheid en achterban. In haar belangen rechterzijde. Ik wil de behartiging zoekt Lize de balans tussen het belang achterban van Lize van de achterban en het politiek haalbare. Om haar vooral zelfbewustzijn kerntaak uit te voeren, voert Lize regelmatig overleg meegeven.’ met de minister van integratiebeleid, bewindslieden, ambtenaren en leden van de Tweede Kamer. Daarnaast werkt Lize nauw samen met andere landelijke partners.