GEMEENTERAAD VAN SLIEDRECHT NOTULEN VAN DE OPENBARE VERGADERING GEHOUDEN OP 25 SEPTEMBER 2012
Voorzitter: mevrouw A.G.M. van de Vondervoort Griffier: de heer A. Overbeek Verslag: mevrouw E. Verveer, bureau Getikt (af audio) Aanwezig:
18 leden: de heer T.C.C. den Braanker, mevrouw M.J. BisschopRoodbeen, de heren M.C. Quist, M. Visser, mevrouw H.M. Mulder, de heren C.N. de Jager, V.E. Prins, W.J. Dunsbergen, K. Kuiken, mevrouw G.J. Visser-Schlieker, de heren M. Sneijder, W.H. Blanken, T.W. Pauw, mevrouw C.A. de Bruin, de heren A. van Gameren, J.J. Huisman, L. van Rekom, mevrouw C.E. Verschoor-Bijderwieden
Afwezig:
de heer L.A. Huijser
Namens het college:
de wethouders A. de Waard, J.P. Tanis en J.A. Lavooi
1. OPENING EN LOTING T.B.V. STEMMING EN VOLGORDE SPREKERS De voorzitter Dames en heren, goedenavond. Ik open de vergadering van de gemeenteraad. Er is bericht van verhindering van de heer Huijser en voor wat betreft de sprekersvolgorde en de hoofdelijke stemming beginnen wij bij nummer 5 op de presentielijst; dat is de heer Visser. Met betrekking….ja, soms valt het zo uit dat iemand vaak aan de beurt is. 2. SPREEKRECHT BURGERS OVER GEAGENDEERDE ONDERWERPEN De voorzitter Er is één inspreker, de heer Pauw van de voetbalvereniging Sliedrecht, over agendapunt 10. Ik nodig hem uit naar voren te komen en zijn zegje te doen. De heer Pauw Voorzitter, college, gemeenteraad, ik wil namens het bestuur en leden van VV Sliedrecht inspreken op agendapunt 10. Het budget wat u beschikbaar gaat stellen voor het recreatief knooppunt. Over de hoogte van het bedrag, het doen van het onderzoek en de invulling daarvan, daar mag u over beslissen, hoewel wij daar best een mening over hebben of misschien 80 of 90% daarvan in ieder geval niet al bekend is, maar straks met een ander hoesje en in een ander mapje naar voren komt. Waar het ons om gaat en wat ik u mee wil geven is een drietal punten. Ten eerste willen wij graag heel nadrukkelijk betrokken worden bij het onderzoek. Als het er dan komt, dan zijn wij daar een belangrijke speler in met alle consequenties van dien. Daar staan wij voor open, dat willen wij meegeven. En betrokkenheid kan op een aantal manieren. Dat kan achteraf, als het rapport klaar is en als je het dan als eerste krijgt en mag inzien en dat kan vooraf, dat je mag meepraten. Ik denk niet dat we op de stoel van hetzij de ambtelijke organisatie of hetzij zeg maar externe bureaus moeten gaan zitten, maar daar zit zeker wel een tussenvorm in. Een tussenvorm kan zijn: betrokken worden tussentijds, in de vorm van interviews, in de vorm van mensen en allerlei andere meningen. Die willen we in ieder geval graag meegeven. Het tweede punt wat ik u wil meegeven, in het kader van dit onderzoek, wat er dan mogelijkerwijs gedaan wordt, is dat uiteindelijk het ook zo kan zijn dat het niet haalbaar is. Als je gaat toetsen of iets haalbaar is kan er ook uitkomen: het is niet haalbaar. Wij achten misschien toch wel de kans op, gezien alle economische omstandigheden, dat dat misschien niet haalbaar is. En dan is denk ik ook belangrijk dat je meeneemt in het onderzoek: wat dan? En niet dat we achteraf zeggen: nou ja, het is dus niet haalbaar, om wat voor moverende economische of
financiële redenen dan ook en nu gaan we eens kijken wat we dan gaan doen. Je kan ook al vooraf hier een onderzoeksopdracht meegeven van: neem ook het zogeheten scenario mee als het helemaal niet kan. Dat willen we u graag ook meegeven. Wij staan als voetbalvereniging niet stil. Een aantal van u heeft een aantal jaren geleden ons complex bezocht, helaas jammer dat meneer Huijser er niet is, maar die werd toen nog in de plaatselijke nieuwsbladen ge-quote. Hij zei dat onze kleedkamers als van Oost-Europese omstandigheden waren. Wij moeten daar wat aan doen. Wij kunnen niet wachten, wij zijn ook volop bezig om daar plannen voor te maken. We zijn natuurlijk toch altijd wel iedere keer afhankelijk in de laatste tien jaar: gaan we wel of gaan we niet weg? Een aantal zaken zijn niet door u beslist, maar liggen op provinciaal niveau of op landelijk niveau waardoor plannen niet door konden gaan. Dat willen wij wel meegeven: dat wij door moeten gaan en ook richting u en richting het college, daar in de komende tijd met plannen over zullen komen. Wij kunnen niet blijven wachten omdat het uiteindelijk op een gegeven moment onverantwoordelijk is richting leden, bezoekende spelers et cetera. Tot slot wil ik u het volgende meegeven. Wij willen dus graag meedoen in het onderzoek en ook kijken wat er niet gebeurt. Ik wil misschien één fabel, nu ik hier toch ben, uit de wereld helpen. Nu is de laatste tijd nog wel eens het gerucht gegaan: bij de VV Sliedrecht is geld zat, ze halen spelers en trainers en toptrainers. Maar ik kan u hier zeggen en u mag het verifiëren in de boekhouding, dat de hoofdtrainer, meneer John de Wolf, net zoveel krijgt als de andere trainers in de laatste vijf jaar. Dank u wel. De voorzitter Dank u wel. Dan gaan wij naar de vaststelling….Meneer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Ik had nog een vraag aan de heer Pauw. De voorzitter Dat mag. Als de heer Pauw dan nog even bereid is hier naartoe te komen? Dat praat iets makkelijker voor de leden van de raad. Meneer Dunsbergen, gaat uw gang. De heer Dunsbergen Dank u wel, voorzitter. Misschien kunt u mij nog even iets zeggen over dat derde punt, dat u zegt: we gaan wel door. Kunt u dat nog iets toelichten? De heer Pauw Wij zijn op dit moment bezig, zowel met leden als met wat externe mensen om te kijken: wat zouden de kosten zijn als wij onze kleedkameraccommodatie en dan moet u aan de kleedkamers denken die onder de tribune staan, gaan vernieuwen? Dan heb je ook scenario’s van het mooiste tot zeg maar de minste variant. Daar liggen nu tekeningen voor. We zijn aan het kijken, ook met constructeurs, van: wat zou dat dan voor gevolgen hebben? Wat dan praat je niet alleen maar over stenen neerzetten, maar er komen ook andere aspecten bij als elektriciteit, riolering en dat soort zaken. Die plannen worden in de komende maanden verder ontwikkeld. De heer Dunsbergen Dank u wel. De voorzitter De heer Visser. De heer Visser Ja, als ik het goed gehoord heb, in het begin van uw inspreken, zei u: we willen graag bij betrokken worden, en toen kwam er een zin: met alle consequenties van dien. Kunt u dat wat verder toelichten? De heer Pauw Wat ik daarmee bedoelde is: de consequenties kunnen natuurlijk zijn dat het uiteindelijk niet haalbaar is of wel haalbaar is. Dus het zit in de ruimste zin van het haalbaarheidsonderzoek. En vandaar eigenlijk mijn volgende punt dat ik zeg: neem dan ook mee, als het niet haalbaar is, wat zouden dan de consequenties zijn? En niet achteraf zeggen: het is nu niet haalbaar, nu gaan we weer eens opnieuw kijken. Dus de verschillende scenario’s meenemen. De voorzitter Nog andere vragen vanuit de raad? Nee? Dank u wel, meneer Pauw.
- 222 -
3. VASTSTELLEN AGENDA De voorzitter Dan gaan we toe naar de vaststelling van de agenda. U heeft afgelopen vrijdag een brief ontvangen van het college waarvan ik u verzoek dat te betrekken bij het agendapunt met betrekking tot het Rekenkamerrapport. En u heeft gisteren een college informatiebrief ontvangen met wat laatste informatie met betrekking tot de procedure Havenkwartier B en C. De heer Pauw. De heer Pauw Ik zou graag het verzoek willen doen om agendapunt 8 op te waarderen naar een hamerstuk met stemverklaring. De voorzitter Agendapunt 8, daar verzoekt u een hamerstuk met stemverklaring. Ik neem aan dat de vergadering daar geen bezwaar tegen heeft? Verder geen opmerkingen over de agenda? Dan is die vastgesteld en zijn we bij agendapunt 4.
4. VASTSTELLEN VAN DE NOTULEN VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN: 26 en 28 juni 2012 De voorzitter Bij de griffier zijn geen opmerkingen binnen gekomen. Zijn hier verder ook geen opmerkingen te maken? Dan mag ik aannemen dat u akkoord gaat met het verslag. Dat is het geval; aldus besloten. 5. INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN De voorzitter Dan zijn we bij de ingekomen stukken en mededelingen. De heer Visser. De heer Visser Ik had een korte vraag over punt 5, voor nadere afdoening in handen van het college te stellen. Heeft dat nog consequenties voor de planning van het bestemmingsplan het Plaatje? Er is een brief over. De voorzitter Wethouder Tanis. Wethouder Tanis Kort en bondig: nee. De voorzitter Verder nog? Ik mag aannemen dat u akkoord gaat met de voorstellen voor afdoening? Dat is het geval.
Hamerstuk zonder stemverklaring 6. JAARVERSLAG 2011 VAN STICHTING OPENBAAR PRIMAIR ONDERWIJS PAPENDRECHT/SLIEDRECHT De voorzitter Dan zijn we bij de hamerstukken zonder stemverklaring. Dat betreft het jaarverslag 2011 van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht en Sliedrecht. Gaat u akkoord met het voorstel? Dat is het geval, aldus besloten. 7. VASTSTELLEN VAN BESTEMMINGSPLAN WOONGEBIED De voorzitter Dan hebben we het bestemmingsplan Woongebied. Gaat u akkoord met het voorstel? Dat is het geval, aldus besloten. 8. HERINRICHTING HOOFDGROENSTRUCTUUR TER HOOGTE VAN HET UITVAARTCENTRUM De voorzitter Dan doe ik nu toch maar even agendapunt 8, maar geef ik u de gelegenheid een stemverklaring te doen. Dat is de herinrichting van de hoofdgroenstructuur ter hoogte van het uitvaartcentrum. De heer Pauw heeft verzocht een stemverklaring te kunnen afgeven. Gaat uw gang. De heer Pauw Dank u wel, voorzitter. Er zijn een aantal toezeggingen gedaan in de opiniërende bijeenkomst. Die zouden wij graag nog even willen herhalen in de besluitvormende bijeenkomst,
- 223 -
zodat ze genotuleerd zijn en meegenomen worden. Het gaat om de toezegging dat de zeven punten die het kader hebben gevolgd tot het maken van dit voorstel, onderdeel gaan uitmaken van het groenbeleidsplan, of mogelijk onderdeel gaat uitmaken van het groenbeleidsplan wat gaat komen en wij hopen dat het er in 2013 zal zijn. De voorzitter Oké, dat is helder. Nog anderen? Ik kijk even naar de portefeuillehouder, maar ik ga er van uit dat die toezegging ook hier als een toezegging kan worden genoteerd. Wethouder De Waard Ik durf hem hier zeker niet in te trekken, voorzitter. De voorzitter Heel goed. Dan gaan we naar de debatstukken. Debatstukken 9. STARTERSLENINGEN De voorzitter Dan zijn we bij agendapunt 9, de startersleningen. Wie wenst daarover het woord? De heer van Rekom, de heer van Gameren, de heer Dunsbergen, de heer Visser. Dan begin ik bij de heer Visser. Gaat uw gang. De heer Visser Ja, dank u wel. Wij hebben het er in de opiniërende bijeenkomst over gehad dat wij er ook wel een voorstander van waren om hier naar extra geld te zoeken. Daar komen we toch in zoverre van terug dat we er geen extra geld voor willen vrijmaken als fractie, want we hebben er ook over nagedacht. In de landelijke politieke ontwikkelingen die er zijn, zou het best eens zo kunnen gaan zijn dat de nieuwe hypotheken allemaal inclusief aflossing afgesloten worden, dus dat er geen aflossingsvrije hypotheken meer gesloten worden. Dus dat betekent dat iemand wel zijn banklening moet aflossen, maar dat die lening van de gemeente blijft staan. Gezien de ervaringen uit het verleden, dat het nu al moeilijk is om leningen van de gemeente af te lossen, zou het best eens kunnen zijn dat er heel veel geld van de startersleningen toch onder de mensen blijft liggen. Ondanks dat het goed is om de woningmarkt te stimuleren vinden we toch, nu er bij elkaar € 500.000 voor beschikbaar gesteld wordt, dat we het daar toch bij moeten laten, voorlopig. De voorzitter Dank u wel. Wou u interrumperen? De heer van Rekom. De heer van Rekom Meneer Visser, volgens mij is het bedrag wat wij beschikbaar stellen geen € 500.000, -; was dat maar waar. Het is slechts € 210.000. En als het gaat om uw zorg over de veranderde hypotheeksituatie, dan kan ik me daar iets bij voorstellen. Maar volgens mij is in de regeling nu opgenomen dat het geld gewoon, het is een lening, normaal gesproken afgelost moet worden. Dus in die zin is het in lijn, wat mij betreft, met de toekomstige verwachting dat er straks geen hypotheken meer kunnen worden verstrekt zonder dat er afgelost wordt. Dus ik zie eigenlijk de argumenten die u opsomt, niet als reden dat u niks extra's zou willen voteren. De voorzitter De heer Visser. De heer Visser Ja, als reactie: als ik praat over € 500.000 bedoel ik inclusief het … budget van € 300.000, - wat nu al gebruikt is, plus de € 210.000 die nu beschikbaar gesteld wordt. Dan komt het dus op € 510.000. Wat betreft het tweede deel van uw opmerking zou ik graag de reactie van het college willen horen. De voorzitter Helder. De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Dank u wel, voorzitter. Ik ben wat verrast door de reactie van de SGP/ChristenUnie. Eén, ik volgende de argumentatie van de heer van Rekom, die zegt: er staat toch in de kanttekeningen aangegeven hoe de starterslening afgelost wordt op enig moment. En niet uit te sluiten valt dat het jongeren, want het gaat om een bepaalde doelgroep, helpt om een eigen woning aan te schaffen. Dus in die zin ziet de CDA fractie het wel als een hele positieve bijdrage waardoor je
- 224 -
jongeren met name kunt helpen om een eigen woning te kopen. Dus u zegt, ik wacht even af wat de reactie is van de wethouder; wij gaan even uit van de tekst van het voorstel. De heer Visser Voorzitter? De voorzitter De heer Visser. De heer Visser Mag ik hierop reageren? Ik hoor al net wat roepen: er is al een keer € 500.000 beschikbaar gesteld. Daar was ik dus mee abuis. Wij zijn dus voor deze € 500.000 plus de tekst van het voorstel. Wij zijn dus wel ook voor het voorstel zoals het er nu ligt. Ik heb wat verwarring geschapen door die bedragen te noemen. De voorzitter Misverstand opgehelderd, geloof ik. De heer Visser Maar ik heb in de opiniërende vergadering gezegd dat we nog meer als die € 210.000 zouden willen en daar kom ik dus op terug. Maar we staan helemaal achter het nu voorliggende voorstel. De heer Dunsbergen Voorzitter? De voorzitter De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Mag ik de heer Visser danken voor deze laatste uiteenzetting? De voorzitter Dank u wel. U was klaar, overigens? U was aan de beurt, dus u mag uw eigen verhaal houden. De heer Dunsbergen Ik zit nog even na te schudden, voorzitter. Want de CDA stemt hartelijk in met de € 210.000, om die over te maken naar het Startersfonds, omdat we het een goed initiatief vinden om geld beschikbaar te stellen en de uitgifte van startersleningen weer kan starten. Als deelnemers gaan aflossen en daar gaan we wel van uit, wordt het Startersfonds ook weer gevoed, nemen we aan en ontstaat er een cyclische stroom van geld waardoor we er van uitgaan dat niet alleen zeven mensen, gezinnen, profiteren van deze regeling. Maar op een gegeven moment, als dat geld weer wordt afgelost wordt en het komt weer terug in deze pot, dat je een cyclische stroom van geld krijgt. De CDA fractie gaat er wel vanuit dat het grensbedrag… De voorzitter Een interruptie van mevrouw Visser. Mevrouw Visser Meneer Dunsbergen, bij het beschikbaar stellen van de € 500.000 in 2008 gingen wij er ook al vanuit dat het een revolving fund was. Het is nou zo jammer dat meneer Visser zegt: ik wacht op het antwoord van het college. Want we hebben het daar in het de opiniërende raad ook over gehad: wanneer komt er voeding in die pot terug? En dat hebben we toen ook gevraagd, alleen, de wethouder heeft helaas niet de moeite genomen om daar een reactie op te geven, want dan hadden we die discussie nu niet gehad. Dan hadden we misschien wel gezegd: die € 210.000 zijn voldoende om nog een jaar te overbruggen tot de eerste aflossingen komen. Dat weten we niet, want na 5 jaar wordt het opnieuw bekeken bij al die mensen die een starterslening hebben. Maar het was fijner geweest als gewoon die informatie er had gelegen vanavond. Maar dat revolving fund, dat is een heel klein beetje wishful thinking. De voorzitter De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Wellicht; dat zal de toekomst uitwijzen. Wat ik in het stuk lees is dat er tot op heden slecht één woning weer verkocht is; dat staat op pagina 3 halverwege, omdat iemand naar de andere kant van het land is verhuisd. Mijn aanname is dat daardoor dat geld weer teruggevloeid is in dit fonds en dan krijg je weer de gelegenheid om andere mensen daarmee te plezieren. Maar dat
- 225 -
moeten we afwachten; dat ben ik met u eens. Wat ons punt nog wel even is, omdat er verwarring door zou kunnen ontstaan: in het lijstje kaders staat dat het huis niet duurder is dan € 200.000 inclusief kosten koper. De CDA fractie pleit er voor om dat bedrag ook te gebruiken, omdat, stel dat kosten koper verlaagt, dat daardoor niet het bedrag van die € 200.000 verlaagt en dat men uitgaat van € 179.000 of € 178.000. Er staan twee verschillende bedragen in het stuk. Tot slot stelt de CDA fractie vast dat er sprake is van een succes; dat lijkt ons geen besluit, maar een constatering die niet onvermeld mag blijven. De voorzitter Dank u wel. De heer van Gameren. De heer van Gameren Ja, het moge duidelijk zijn dat de fractie van de PvdA het met het voorstel volledig eens is om die € 210.000 toe te voegen aan het fonds voor startersleningen. Ik wil me niet vermeiden in alle techniek, want ik ga er gewoon vanuit dat het inderdaad een Revolving Fund is, dus dat wil zeggen dat in de loop van de tijd een aantal van die gelden gewoon terugkomen. En of dat dan bewezen moet worden door het college om te kijken waar we nu staan; dat mogen ze wat mij betreft best. Maar dat weerhoudt mij niet om die € 210.000 nu al beschikbaar te stellen. Misschien moet je zelfs verder gaan, om dat hele potje leeg te maken van € 294.000. Dan zou die € 80.000 er ook nog wel bij kunnen. Waar we niet van geporteerd zijn is om ook de Duurzaamheidrekening van € 150.000, want die wordt ook nog ergens in het raadsvoorstel genoemd, nu al te gebruiken. Ik denk dat dat fonds nog een kans zou moeten krijgen om zich te bewijzen en dat zou moeten lukken. Dank u wel. De voorzitter Dank u wel. De heer van Rekom. De heer van Rekom Voorzitter, dank u wel. Er is al heel veel over gezegd en de VVD gaat er nog een schepje bovenop doen. De VVD heeft al eerder aangegeven zich zorgen te maken over de ronduit slechte woningmarkt en met deze starterslening geven we een impuls, zij het gering, om de woningmarkt in Sliedrecht weer wat op gang te brengen. Zeven startersleningen kunnen we met de voorgestelde lening verstrekken. Door het gehele saldo van de SVN gemeenterekening, de heer van Gameren had het er al over, over te hevelen en dat bedrag is zo’n € 294.000, - kunnen we weer drie extra startersleningen verstrekken. Ingrijpend op de woorden van meneer van Gameren: er is ook nog een duurzaamheidfonds met een huidig saldo van € 151.000. Wat ons betreft kan het resterend saldo van dit potje ook worden overgeheveld naar de startersleningen. Niet omdat de VVD geen oog heeft voor de duurzaamheid, laat dat duidelijk zijn, maar omdat de structuur van dit fonds voor burgers nauwelijks aanleiding geeft om hiervan gebruik te maken. Burgers zijn kennelijk nog steeds gewend om subsidie te krijgen die niet terugbetaald hoeft te worden. Bij dit fonds is sprake van een lening waarbij de aanvrager eerst zelf voor eigen rekening een advies moet laten uitvoeren. Dit werkt kennelijk dus niet; we zullen dus iets anders moeten bedenken om duurzaamheid op de kaart te zetten. De starterslening heeft als groot voordeel dat er sprake is van een, daar komt de term weer, Revolving Fund. Het geld komt uiteindelijk terug in het fonds zodat we dit wederom kunnen benutten. Wij stellen voor het saldo van het duurzaamheidsfonds over te hevelen naar de startersleningen en zullen gelijktijdig iets anders moeten met duurzaamheid. Laten we een betere structuur bedenken om duurzaamheid te stimuleren bij onze burgers en op het moment dat we echt een oplossing hebben bedacht voor die duurzaamheid kunnen we overwegen om een deel van het saldo, wat inmiddels als het goed is in het startersleningsfonds weer terug is gekomen, over te hevelen naar een duurzaamheidsfonds. Er komt immers gewoon geld terug. De VVD heeft een amendement opgesteld waarvan we hopen dat dit de steun krijgt van de andere fracties. Mocht de overheveling van het duurzaamheidsfonds een stap te ver zijn voor de andere fracties, laat het dan ook even weten, dan kunnen we, indien gewenst, het amendement hierop aanpassen. Alles is meegenomen om onze woningmarkt en de startende woningbezitter te helpen. De voorzitter Dank u wel. Het amendement is ingediend en maakt deel uit van de beraadslagingen. Hebt u over het amendement al gecommuniceerd met de andere fracties? De heer van Rekom Ja.
- 226 -
De voorzitter Oké. Misschien dat we dan even kunnen kijken of er tussen fracties onderling nog de behoefte is om te reageren, ondanks het feit dat er een aantal interrupties zijn gepleegd en of er nog iets te zeggen is op het amendement. De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, ik wil reageren op het uitputten van het fonds in het kader van duurzaamheid. We hebben in 2010 in deze raad besloten om met dat fonds aan de slag te gaan. Mijn aanname is dat het onbekend is bij veel mensen dat deze mogelijkheid bestaat. Dus de CDA fractie pleit er voor om eerst nog wat meer ruchtbaarheid te geven en nog eens goed aan te geven dat de mogelijkheid bestaat om voor allerlei zaken, in het kader van milieu en klimaat, een interessante lening af te sluiten. Dat lijkt ons meer voor de hand te liggen dan het fonds nu volledig onder te brengen in de starterslening. De voorzitter Mevrouw Visser. Mevrouw Visser Ja, eigenlijk in het verlengde van wat meneer Dunsbergen zegt. Kijk, ik heb de beantwoording gezien op de vragen die de VVD gesteld heeft ten aanzien van de duurzaamheidslening. Het klinkt heel aardig hoor, wat de VVD fractie nu zegt: we hevelen het tijdelijk over, en op het moment dat de startersleningen weer terug kunnen gaan, dan kunnen we de duurzaamheidverordening aangepast hebben en dan hebben we daar weer een potje voor. Mijn fractie pleit er veel meer voor om op zeer korte termijn, en dan doe ik dan maar via de agendacommissie, de verordening nog eens een keer met elkaar in opiniërend verband tegen het licht te houden om te kijken of die is zoals die is. Daarbij wil ik ook nog wel de opmerking maken dat in het raadsvoorstel nu staat: op het moment dat de raad instemt met het voorstel tot aanvulling van het saldo van het VROM startersfonds zal dit weer in het Kompas en op de website van de gemeente worden geplaatst. Dus dan maken we actief reclame als gemeente voor de startersleningen. Hartstikke goed, want daar hebben we dat potje dan ook voor. Maar waarom zijn we dan veel minder actief geweest als gemeente ten aanzien van die duurzaamheidsleningen? Want dan moet het gelijk op gaan. Ik ben het wel met de heer van Rekom eens dat we dat potje niet twee of drie jaar moeten laten staan, maar dan moeten we het wel een actieve kans geven. De voorzitter Oké. Ik dacht dat ik de heer van Gameren nog zag? De heer van Gameren Ja, in de eerste termijn heb ik het al gezegd, dat eventueel die € 80.000 extra ook wel best naar dat Startersfonds mag en bij dezen bevestig ik dat dan. Dus dan gaat dat hele potje van € 294.000 naar die startersleningen. Maar nogmaals, ik ben het met de vorige sprekers eens: om nu al afscheid te nemen van die € 151.000 duurzaamheidfonds, dat gaat ons te snel. Ik denk dat er zo weinig gebruik van gemaakt wordt omdat, dat heeft te maken met dat ik ook niet eens wist van het bestaan van dat fonds. Althans niet wat er allemaal uit betaald kon worden. Ik ben weinig bekend met die subsidieterm. Dus het is leuk dat het er is en dan zou ik zeggen: maak daar goed reclame voor. Dat zou moeten gebeuren. De voorzitter Nog anderen? De heer van Rekom nog. De heer van Rekom Dank u wel. Niet geheel onverwacht hebben de anderen wat weerstand ten aanzien van de overheveling van het duurzaamheidfonds. Het andere gedeelte van de gemeenterekening, daar hoor ik graag nog even van de andere fractie hoe ze daar over denken, of het de moeite waard is om vervolgens daarop wel een amendement op in te dienen. Als het even gaat om het duurzaamheidsfonds: de VVD heeft getracht om uiteindelijk expliciet aandacht te krijgen voor een potje wat kennelijk niet gebruikt wordt en waarvan de VVD het vanwege de duurzaamheid absoluut zonde vindt dat het niet gebruikt wordt. We hebben ook gekeken naar de redenen waarom het niet gebruikt wordt. De redenen, heb ik getracht in mijn pleidooi aan te geven: het is een lening en burgers zijn niet gewend om voor dergelijke maatregelen een lening te krijgen. De heer Dunsbergen Voorzitter?
- 227 -
De voorzitter De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Voorzitter, mag ik hier nog even op reageren? Ik hoor mevrouw Visser ook al zeggen: een starterslening is ook een lening, dat is één. Ik denk dat burgers heel goed in staat zijn om een lening af te sluiten op renovatie van hun woning en op het moment dat ze daar nog allerlei milieuen klimaatzaken aan weten toe te voegen, lijkt het me buitengewoon interessant voor een burger om gebruik te maken van het duurzaamheidfonds. Dat zit hem niet vast omdat men niet gewend is om op basis van een lening… De heer van Rekom Ja, maar meneer Dunsbergen, ik verzin het zelf niet. Ik heb een keurig antwoord gekregen van de ambtenaar die deze vraag beantwoord heeft. Daar staat gewoon in: het is en blijft een lening, dus het moet uiteindelijk terugbetaald worden. Lange tijd was het mogelijk om subsidies te krijgen, maar die tijd is nu toch echt wel voorbij. Het tweede argument met een lening is dat ze ook nog eens een keer worden geregistreerd bij het BKR van Tiel. Die lening wordt daar ook nog eens een keer geregistreerd. Dan zijn allemaal drempels die kennelijk opgeworpen zijn in dit duurzaamheidfonds waardoor onze burgers geen gebruik maken van dit fonds. Ik pleit er dus voor, we moeten op een andere manier kijken naar de besteding van het geld om uiteindelijk er wel zorg voor te dragen dat we duurzaamheid stimuleren. Ik stel simpelweg vast, op basis van de antwoorden, dat kennelijk dit fonds niet werkt. En dan kunt u wel een verhaal ophangen dat u het anders vindt, maar er staat wat er staat. De voorzitter Ik ga nog even naar de heer Dunsbergen en dan wil ik het college even in de gelegenheid stellen om te reageren. De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Voorzitter. Kijk, als het gaat om, afgerond € 80.000, toe te voegen aan het verhaal startersleningen, ben ik geïnteresseerd in de mening van de wethouder, want ik kan de consequenties niet goed overzien. Maar als het gaat om het verhaal van de VVD over die duurzaamheidslening, nou… ik zal het woord niet gebruiken, maar daar word ik niet enthousiast van. De voorzitter Oké. Ik kijk even naar wethouder Lavooi. Misschien wilt u even hierop reageren en kan daarna wethouder de Waard nog even op de duurzaamheidslening ingaan. Wethouder Lavooi. Wethouder Lavooi Dan beperk ik me, voorzitter, als u het goed vindt, tot de vraag: moet er € 296.000 beschikbaar worden gesteld of € 210.000? In de opiniërende vergadering heb ik er op gewezen dat als we nog € 80.000 zouden overhouden, dat bijvoorbeeld ingezet zou kunnen worden zoals we dat in het verleden hebben gedaan met een zaak die we toen hebben meegemaakt rondom de Kwaaitaal vloeren. Dat soort voorstellen zouden kunnen worden ingediend. Dan heb je op zich nog een redelijk bescheiden bedrag voor dat soort calamiteiten, zou je kunnen zeggen. Het is uiteindelijk aan u als raad om er wel of niet voor te kiezen. De voorzitter Dank u wel. Wethouder de Waard, wilt u even op de duurzaamheidsleningen nog reageren? Wethouder de Waard Ja, voorzitter, dat wil ik graag doen. Jammer dat de duurzaamheidslening zo onbekend is. Ik meen me te herinneren dat er toch regelmatig aandacht aan gegeven is, ook op de pagina’s van onze plaatselijk verschijnende krant, dat daar een mogelijkheid voor is. Maar ik trek me dat wel bijzonder aan, de opmerkingen die hier gemaakt worden en ik zou er toch ook een pleidooi voor willen houden om het in stand te houden en hem in ieder geval dan goed te gaan benutten. Ik neem mee dat ik daar in de komende tijd ruim aandacht aan ga besteden, ook al vanwege het feit dat we binnen zeer korte tijd komen met het lokale milieubeleidsplan waarin dit ook is opgenomen. De voorzitter Oké. Even voor de goede orde: het milieubeleidsplan krijgt u dit weekend met uw stukken mee, dus dat maakt het voor u misschien mogelijk om dat even te betrekken bij uw beslissing op dit moment over de duurzaamheidslening. Ik kijk even naar de raad of er behoefte is aan een tweede termijn. De heer van Gameren, u hebt het woord.
- 228 -
De heer van Gameren Puur als stemverklaring: mijn fractie blijft erbij om die € 294.000 aan het startersfonds toe te voegen en we blijven tegen het overhevelen van die € 150.000. De voorzitter De heer van Rekom. De heer van Rekom Alles gehoord hebbende zou ik graag het eerder ingediende amendement willen intrekken en een nieuw amendement willen indienen die alleen de € 80.000 uit het gemeenterekeningfonds overhevelt, waardoor we per saldo 3 meer startersleningen kunnen verstrekken. De voorzitter Oké. Mevrouw Visser. Mevrouw Visser Mijn voorstel richting de VVD fractie was om het huidige amendement b. gewoon te schrappen. Dan komt dat denk ik neer op een nieuw amendement en dan kan onze fractie dat steunen. Ik begrijp op zich wel de beantwoording van de wethouder: stel dat. Maar stel dat, heb ik ook geleerd: als je geld wilt vinden, is er altijd geld om mensen te helpen. Dus wat dat betreft heb ik er geen moeite mee om die € 80.000 over te hevelen. De voorzitter Helder. De heer den Braanker. De heer den Braanker Ja, ik had een vraag naar de fracties aan de overkant, zou ik maar even zeggen. Die € 80.000, waar is die nu precies voor nodig? Want kan niet volstaan worden met die € 210.000? Want anders zou je kunnen zeggen: van die € 80.000, goed, hij staat op die gemeenterekening, maar waarom zou je die niet naar de algemene middelen overhevelen? Want dan kun je dan later beleid op formuleren als blijkt, bijvoorbeeld, dat er een tekort is op het potje van € 210.000. De voorzitter De heer van Gameren. De heer van Gameren Dat geldt natuurlijk ook voor die € 210.000. De heer den Braanker … een zekere inschatting wat benodigd zou kunnen zijn voor de komende jaren, dan zal ik het maar even zo formuleren. De voorzitter De heer van Gameren, dan de heer van Rekom en dan mevrouw Visser. De heer van Gameren. De heer van Gameren Maar de € 80.000, hoor ik net van de wethouder, die blijft in een potje waar eigenlijk geen concrete bestemming voor is, behalve dan een vage verwachting van: misschien kan je ergens nog betonrot hebben. Dan denk ik: nou, dat vind ik wel een beetje jammer. En dan zeg ik: het blijft in dezelfde sector, het blijft gebruikt worden voor huisvesting en ik denk dat dat een stuk belangrijker is dan andere dingen. De voorzitter De heer van Rekom. De heer van Rekom Dank u wel. De aanleiding waarop dit oorspronkelijke voorstel, startersleningen, is ingediend geeft denk ik aan hoe urgent het op de woningmarkt is. Ik denk dat we daar met alle andere partijen geen enkel misverstand over hebben. Het overhevelen van de € 80.000 naar de algemene reserve zou ook een optie kunnen zijn, alleen, wij hebben gemeend met dit amendement om juist van 7 startersleningen, wat op zichzelf al niet zo gek veel is om een boost te geven aan de woningmarkt, daar een lichte versnelling in aan te brengen door de op dit moment niet benutte € 80.000 over te hevelen naar die startersrekening, waardoor we in ieder geval 10 starters blij kunnen maken in Sliedrecht. Wij zijn ons pleidooi begonnen met de opmerking dat wij ons oprecht zorgen maken over de huidige woningmarkt en ik vind dat het onze taak is als raad om er alles aan te doen om in ieder geval ons steentje op dat vlak bij te dragen.
- 229 -
De voorzitter De heer den Braanker. De heer den Braanker Heeft u indicaties dat er zoveel jonge mensen zijn die dan ook gebruik zouden maken van die startersleningen? Want dat is van belang natuurlijk, voor het motief waarom je die € 80.000 zou overhevelen. De heer van Rekom Nou, sterker nog, en dat heeft de heer Visser zelf ook al aangegeven met zijn € 500.000 wat in het verleden verstrekt is, dat is gewoon een feit: dat is meer dan een succes gebleken. En gezien de nog verslechterende woningmarkt zie echt geen reden waarom er nu geen belangstelling zou zijn voor 7 dan wel 10 startersleningen; integendeel zelfs. Ik denk als we het goed promoten, dat we wederom over een tijdje kunnen zeggen dat dit een groot succes is, met als gevolg, want daar doen we het uiteindelijk voor, dat die woningmarkt in Sliedrecht ook een beetje doorstroomt om uiteindelijk gewoon wat meer aan onze woningleegstand te kunnen doen. De voorzitter Mevrouw Visser. Mevrouw Visser Ja, toch nog even terug naar de opmerking van de heer den Braanker die zegt: het is een zekere aanname. Maar is het dan voor u een zekere aanname dat 7 startersleningen genoeg zijn? U zegt tegen ons: je neemt een zekere aanname dat die € 80.000 nodig zijn. Maar heeft u dan een zekere aanname dat 7 nieuwe startersleningen voldoende zijn? Want dat blijft altijd arbitrair en dat vind ik dan niet zo’n sterk argument. De heer den Braanker Nou, inderdaad zou die € 210.000… waar het ons om gaat is dat het ook gebaseerd is op zoveel mogelijk feiten. Maar om dan, in deze krappe tijd, nog eens € 80.000 extra te voteren voor startersleningen waarvan je af moet wachten of daar allemaal gebruik van wordt gemaakt, daar bovenop dat je toch in een systeem zit van broekzak-vestzak, dat komt weer een keer terug, dan zou je dat toch nog even moeten parkeren en even voorzichtig mee moeten zijn om zomaar die rekening leeg te plukken ten gunste van die startersleningen. Mijn opmerking was: dan zou je meer moeten voorstellen om die € 80.000 over te hevelen naar de algemene middelen en doet zich dan het probleem voor rond startersleningen dat de aanvragen groter zijn dan het beschikbare budget, ja, dan heb je een nieuw moment. Mevrouw Visser Mag ik reageren? De voorzitter Mevrouw Visser nog. Mevrouw Visser Gaat u dan uw algemene reserve met de begroting voor 2013 ophogen met € 80.000? Maakt u dat dan zichtbaar, dat er in de algemene reserve € 80.000 zit die eigenlijk van de Stichting SVN komt en dat we die nog even moeten parkeren voor als we over twee jaar nog drie startersleningen nodig hebben? Want dat is wat u zegt. U gaat ze parkeren in de algemene bestemmingsreserve. Dan zou je daar, als je heel consequent bent, ook € 80.000 bij op moeten doen. De heer den Braanker Nou, dan heb ik me misschien verkeerd uitgedrukt als ik het heb over parkeren. Daarmee bedoel ik: het gaat naar de algemene reserve, dus het is vrij besteedbaar, om het zo even te zeggen. Doet zich het probleem voor van startersleningen enzovoort, dan zou daar opnieuw over gediscussieerd moeten worden, en de vraag of je daar dan het budget voor vrij zou willen maken ten laste van de algemene reserve. Mevrouw Visser Ik wil toch nog even reageren op de heer Den Braanker. De voorzitter Ik geloof dat de argumenten nu wel gewisseld zijn. Een aantal mensen maakt de indruk dat dat niet het geval is. Mevrouw Visser en de heer Dunsbergen nog en dan ga ik naar de besluitvorming. Mevrouw Visser.
- 230 -
Mevrouw Visser Ik steun dat argument van meneer den Braanker niet. Want hij zegt in tweede termijn op mijn opmerkingen: dan is het vrij besteedbaar en dan moet het helemaal opnieuw overwogen worden. Dan heb ik zoiets: voor mijn inwoners, die jonge starters in Sliedrecht, doe ik dat nu liever alvast reserveren, dus wij steunen het amendement van de VVD. De voorzitter De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Ja, voorzitter. De € 80.000, ik heb er nog eens over na zitten denken. Mocht het zo zijn dat die startersleningen opnieuw een enorm succes zijn en de € 210.000 is in een mum van tijd verdwenen, dan verwacht ik van het college een voorstel om de € 80.000 vervolgens in te zetten voor startersleningen, maar het voorlopig even zo te houden. De voorzitter Oké. De heer van Rekom Mag ik nog even één keer reageren, voorzitter? De voorzitter De indiener van het amendement, de heer van Rekom nog één keer en dan is het echt afgelopen. De heer van Rekom Op dit uiterst flauwe antwoord van de heer van Dunsbergen: ik vind het eigenlijk een beetje omgekeerd. Je kan het natuurlijk ook gewoon omdraaien van: laten we nou niet zo flauw doen, dat we gewoon € 294.000 in die startersleningenpot duwen en dat we, laten we eens gek doen, over 1 jaar eens evalueren hoeveel er nog in het potje zit. Blijkt dan dat het tegenvalt, dan kunnen we het nog overhevelen, dat is toch wat we aan het doen zijn. De voorzitter Nee meneer den Braanker, u hebt het woord niet meer. Oké, de argumenten zijn volgens mij nu echt gewisseld. Ik geloof niet dat er nog iets nieuws boven tafel komt. Je kunt er voor wezen en je kunt er tegen wezen. Het eerste amendement zoals de VVD dat heeft ingediend wat betrekking had op het overhevelen van twee budgetten is ingetrokken en er ligt een nieuw amendement wat uitsluitend betrekking heeft op het overhevelen van het volledige restantsaldo SVN. Dat amendement wil ik in stemming brengen. Ik kijk even of u toe bent aan besluitvorming. Dat is het geval. Dan vraag ik u: wie zou dit amendement willen steunen? En nu gaat er iets leuks gebeuren. De fracties van VVD, PvdA en PRO Sliedrecht zijn voor dit amendement. De andere fracties zijn daar tegen, mag ik aannemen. De fracties van het CDA en SGP/ChristenUnie zijn daar tegen. Negen stemmen voor, negen stemmen tegen. Dat betekent dat de stemmen staken met betrekking tot dit amendement en dat wij dit amendement en dit voorstel in de volgende vergadering opnieuw aan u moeten voorleggen, dus dat betekent dat wij de besluitvorming over de starterslening vanavond niet kunnen afronden. Mooier kan ik het niet maken, dit is uw eigen orde en de uitkomst van een debat en een stemming. Maar het geeft u allen de gelegenheid om tussen nu en de volgende raadsvergadering alle argumenten die hier gewisseld zijn, pro en contra, nog eens even onder ogen te zien en te kijken of dat aanleiding is uw stemgedrag hetzelfde te houden of te wijzigen. Dat was het agendapunt startersleningen. 10. RECREATIEF KNOOPPUNT De voorzitter Wie wenst daarover het woord? De heer van Rekom, mevrouw Visser, de heer Dunsbergen. Deze drie? Dan is de heer Dunsbergen als eerste aan het woord. De heer Dunsbergen Dank u wel, voorzitter. De CDA fractie stemt in met de inleg van de € 50.000 voor het uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek. Dat dit bedrag in eerste instantie uit de algemene reserve komt, ligt voor de hand. Er van uitgaande dat het onderzoek een positieve uitkomst kent, wordt het bedrag van € 50.000 opgenomen in de exploitatie van het Recreatief Knooppunt. Een punt van aandacht is wel hoe het college denkt te waarborgen dat het ook werkelijk gebeurt op het moment dat het positief verloopt. En stel dat het nu negatief verloopt, dan maken we die kosten; als het positief verloopt, dan wordt het opgenomen in die exploitatie. Hoe weten we dan dat die € 50.000 terugvloeit naar de algemene reserve?
- 231 -
De voorzitter Helder. Mevrouw Visser. Mevrouw Visser Voorzitter, ik zou dit raadsvoorstel toch tweeledig willen benaderen. Het is een raadsvoorstel van 1 A4tje en dan staat er: bij de kaderstellende en de controlerende aspecten ten behoeve van de gemeenteraad, de wettelijke en beleidskaders, eventueel inhoudelijke en ruimtelijke kaders. En dan is het argument van het college om met dit raadsvoorstel te komen: “de provinciale structuurvisie maakt realisatie van het Recreatief Knooppunt Sliedrecht mogelijk”. De fractie van PRO Sliedrecht is tot op de dag van vandaag nog nooit een voorstander geweest van het Recreatief Knooppunt. Dat is voor niemand een geheim, daar doe ik verder ook niet moeilijk over. Maar wat me wel verbaast is de gemakkelijkheid waarin een deel van de raad vanavond instemt met dit haalbaarheidsonderzoek. We hebben vanuit de provincie richting de Drechtsteden een brief gekregen dat we onze Kantorenvisie moeten herzien. Drechtsteden is inmiddels bezig met het herzien van de Kantorenvisie. Vorige week in de Dordtenaar heeft er nog gestaan dat de Drechtsteden tot 2020 ruim 60.000 vierkante meter kantoren te veel alleen al in bestemmingsplannen heeft zitten. Het Recreatief Knooppunt in Sliedrecht, de haalbaarheid daarvan, is altijd afhankelijk gemaakt van het maken van de voetbalvelden en het tennispark tot een Stationspark 3. Wij hebben Stationspark 2 nog voor drie kwart braak liggen. Daar zijn zelfs nog geen plannen voor. Wat me nou verbaast in dit voorstel, is dat er gezegd wordt: we gaan naar een haalbaarheidsonderzoek, de uitslag zou negatief kunnen zijn. Maar ik heb nou nergens in de onderliggende stukken iets kunnen lezen over: op welke manier gaan we nou de haalbaarheid onderzoeken? Gaan we de haalbaarheid onderzoeken met Stationspark 3 als kostendrager, of gaan we de haalbaarheid onderzoeken van een Recreatief Knooppunt, dus het omklappen van de sportvelden et cetera op basis van de middelen die we nu hebben? Die kaders worden niet eens genoemd. Wij weten als raad niet met wat voor haalbaarheidsvoorstel, wat we gaan onderzoeken. Dat is het eerste punt. Het tweede punt is nog steeds de financiering. U vraagt € 50.000, Daarvan zegt u: als ooit de haalbaarheid aangetoond is, dan kunnen we het in de exploitatie onderbrengen. Als de haalbaarheid niet blijkt te kunnen, dan brengt u de financiering onder in de algemene bestemmingsreserve, of de AR heet dat tegenwoordig. Ik heb daar in de opiniërende raad al flink wat opmerkingen over gemaakt, want de beheersbegroting 2012-2015 was gewoon onderdeel van de programmabegroting. Dat staat ook pagina 42. In die beheersbegroting heeft het college aan ons, als raad, want wij zijn de budgethouder, een krediet gevraagd van € 256.000 voor nieuwe initiatieven, projecten of producten waarvan we niet weten of we ze ooit in exploitatie kunnen nemen. Dan was het logisch geweest om te zeggen, want het bedrag van € 50.000 is opgedeeld in externe kosten en interne kosten, om in ieder geval de interne kosten ten laste van dat potje te brengen. Die € 27.500 zou ten laste gebracht kunnen en in de ogen van de fractie van PRO Sliedrecht moeten, worden in onvoorzien. Want het argument om een grote AR te hebben in Sliedrecht is als buffer voor de opgenoemde risico’s in de programmabegroting en het sparen voor grote projecten. Dus in de ogen van PRO Sliedrecht wordt nu de AR oneigenlijk gebruikt. Daarom hebben we een vrij uitgebreid amendement gemaakt met zeven constateringen, vier overwegingen en een conclusie. Het voorstel van mijn fractie, het amendement, want je moet een tekstvoorstel aanleveren, is: de tekst in het raadsvoorstel is: “indien het project niet tot uitvoering komt, wordt voorgesteld om de kosten vanuit de AR van de gemeente Sliedrecht te dekken” te vervangen door: “wordt voorgesteld om € 27.500 te dekken uit de post onvoorzien en € 22.500 te dekken uit het budget voorbereiden nieuwe projecten”. Hij is getekend, ik kan hem aan u overhandigen. Ik heb bijna alle constateringen wel in mijn betoog genoemd, maar ze staan allemaal… De voorzitter Het amendement maakt deel uit van de beraadslagingen. De heer van Rekom. De heer van Rekom Dank u wel, voorzitter. De VVD vindt het prima dat er een haalbaarheidsonderzoek komt voor het Recreatief Knooppunt. Dan weten we tenminste of we geen luchtkastelen zullen bouwen. Het moet tenslotte wel rendabel zijn om een groene zone te creëren. Wat de VVD echter niet begrijpt, is waarom er geen geld meer zit in het potje voorbereiding projecten en producten. We hebben daar een verklaring voor gekregen, maar we begrijpen er nog steeds geen snars van. In 2010, bij de begrotingsbehandeling, wilde de VVD deze reservering schrappen. We hebben de notulen er nog eens een keer op nageslagen en toen was de verklaring dat dit toch echt noodzakelijk was om nieuwe projecten te starten zoals het Winklerplein en de Woonboulevard. Vragen die we ook
- 232 -
nu hebben: zijn er dan nu, in 2012 geen interne kosten gereserveerd voor het Recreatief Knooppunt? Bij de verklaring van nu werd ook aangegeven dat de ambtelijke organisatie betaald wordt uit de algemene middelen van de gemeente en dat dit budget hier onderdeel van uitmaakt. Waarom dan nog eens een keer aan de raad een budget vragen als het alleen maar bedoeld is voor de ambtelijke sturing? Waarom valt het college ons daarmee dan lastig? Dat hoor ik ook graag. Dat het budget niet bedoeld is voor externe kosten, dat is duidelijk. Maar daar gaat het ook niet om. Wij zijn benieuwd naar de antwoorden van de portefeuillehouder. Hoe ingewikkeld kun je het maken? Dank u wel. De voorzitter Dank u wel. Ik kijk even of de raadsleden onderling nog iets met elkaar willen wisselen. Mevrouw Visser en de heer Visser. Eerst mevrouw Visser. Mevrouw Visser Ja, voorzitter, ik wil toch nog mijn overige raadsleden nog een keer uitdagen waarom zij in mijn ogen klakkeloos instemmen met een haalbaarheidsonderzoek zonder dat er beschreven staat wat er nou eigenlijk onderzocht wordt en op welke basis. Ik vind dat zo raar. Ik bedoel, ik hoef er geen complete startnotitie voor, maar het lijkt me zinvol dat er gewoon gezegd wordt: scenario 1, 2 en 3 wordt onderzocht. Alleen maar een haalbaarheidsonderzoek van € 50.000. Ja, sorry hoor, maar ik kan het niet begrijpen. De voorzitter De heer Visser. De heer Visser PRO Sliedrecht is geen voorstander van het Recreatief Knooppunt. Onze fractie is daar wel een voorstander van. Er daar is onderzoek naar nodig in dit geval, een haalbaarheidsonderzoek. Het is vanavond weer een potjesverhaal, net zoals bij het vorige onderwerp. Ik ben niet de financiële specialist in onze fractie, of het uit het ene potje of uit het andere potje moet. Wij waren aanvankelijk, en nu nog, voor dit voorstel om het uit de AR te betalen. De voorzitter Helder. Anderen? De heer van Rekom. De heer van Rekom Even als reactie richting PRO Sliedrecht. Wij hebben eigenlijk dezelfde vraag gesteld, een technische vraag, naar aanleiding van dit raadsvoorstel. Wellicht dat ik u dat later nog eens een keer kan doorzenden, maar het antwoord daarin was volgens mij redelijk helder. Daarin werd deels aangegeven wat er nou bedoeld werd onder het haalbaarheidsonderzoek, want ook wij wisten oorspronkelijk niet wat er onder werd verstaan. En dat uiteindelijk het omklappen van de voetbalvelden daar in zit, dat bleek daar impliciet ook wel uit. Dus het is niet zo dat wij zomaar zonder slag of stoot ja hebben gezegd tegen een haalbaarheidsonderzoek. Wij hebben gewoon wat dat betreft nadere informatie uitgevraagd, die we gehad hebben en dat is de basis geweest waarop we gezegd hebben: wij juichen een haalbaarheidsonderzoek toe. Al was het alleen maar om uiteindelijk van te voren vast te stellen of iets haalbaar is, ja dan nee. Het zou nog veel erger zijn als we vrolijk aan het werk gaan en pas achteraf gaan vaststellen of het haalbaar is, ja dan nee. De voorzitter Oké. Mevrouw Visser, bent u in de gelegenheid geweest uw amendement al met de andere fracties te delen? Dat is niet het geval. Zijn fracties al in staat om te reageren? Ik kijk ook even naar het college; misschien wil iedereen toch even de gelegenheid om naar het amendement te kijken? Ja? Dan schors ik de vergadering even voor een minuut of vijf, zes. SCHORSING De voorzitter Ik heropen de beraadslagingen. Wat mij betreft even het woord aan het college. Wethouder Lavooi. Wethouder Lavooi Dank u wel, voorzitter. Ik beperk me dan even tot het inhoudelijke deel. Collega Tanis zal ingaan op de financiële aspecten. Inhoudelijk even, zo kort mogelijk. Een concrete vraag van PRO Sliedrecht was: wat is nu eigenlijk de basis van het onderzoek? Het antwoord van de kant van de heer van Rekom was wat mij betreft heel treffend en dat is: ja, we hebben nu van de provincie de gelegenheid gekregen om een plan te maken maar voordat je daar echt heel veel tijd en moeite in stopt
- 233 -
enzovoort, ga dan na of we wel of niet bezig zijn met het bouwen van een luchtkasteel. Dat is uiteindelijk de essentie van dit voorstel, waarbij het nog steeds zo is dat de basis zal zijn: is de mogelijke opbrengst van Stationspark 3 een kostendrager voor het Recreatief Knooppunt en zijn daar ook varianten in te bedenken? Overigens, Stationspark 3 is zeker niet primair gericht op kantoren, maar juist ook op kleine bedrijven; zie de hotspot bedrijvenstrategie van de Drechtsteden. Maar Stationspark 3 als kostendrager voor het Recreatief Knooppunt en varianten daarbij. Dus in die zin, inderdaad: laten we dat gaan bezien voordat we überhaupt verder gaan. Dat was een concrete vraag van PRO Sliedrecht en ik hoop daar een antwoord op te hebben gegeven. En dan nog even, min of meer ongevraagd, maar… De voorzitter Ogenblik, wethouder Lavooi, want de heer Pauw wil een interruptie plegen. Gaat uw gang, meneer Pauw. De heer Pauw Ja, ik ben wel geen woordvoerder, maar ik heb toch even een hele simpele vraag. En of het nou hotspots worden of andere dingen, maar volgens mij is het toch gewoon zo dat de hele bedrijven vierkante meter onroerend goed-markt in Nederland de komende jaren alleen maar minder gaat worden? Volgens mij heb je daar niet veel boerenverstand voor nodig om te kunnen bedenken: als dat alleen de optie is, die vierkante meters van Stationspark 3, dan ga je er nooit uitkomen. Dat kun je toch heel simpel bedenken, daar heb je toch geen € 50.000 onderzoek voor nodig? De voorzitter Ik geloof dat wethouder Lavooi u nu net iets anders probeerde uit te leggen. De heer Pauw Ja, ik begrijp dus nu dat er meer varianten zijn, dat we er ook een woonwijk kunnen maken of een speelpark of iets anders. Dus we zijn heel benieuwd. De voorzitter Oké. Wethouder Lavooi, gaat u verder. Wethouder Lavooi Als het gaat om de varianten gaat het natuurlijk ook om de vraag: wat zou Stationspark 3 kunnen opleveren en wat kan je daar dan voor realiseren? Dat is één. Twee: zijn er dan ook nog andere bronnen denkbaar voor de ontwikkeling van het Recreatief Knooppunt? Maar de essentie, daar heeft de heer van Rekom op gewezen, dat is: laten we nu even een goed onderzoek doen naar de vraag of we een luchtkasteel gaan bouwen, ja of nee. Dan nog ongevraagd even in de richting van de heer Pauw, vertegenwoordig van de VV Sliedrecht. Wij zijn gewend tot op heden om goed te overleggen met het bestuur van VV Sliedrecht. Wij, en met name ook collega de Waard, zijn absoluut van plan om dat voort te zetten. Dus het beroep op ons om de VV bij één en ander te betrekken, daar hebben we goed naar geluisterd en daar zullen we ook naar handelen. De voorzitter Dank u wel. Er ligt een amendement met een voorstel om langs een andere financieeltechnische lijn de dekking voor dit voorstel te organiseren. Wethouder Tanis, wilt u daar misschien even op reageren? Wethouder Tanis Dat doe ik, voorzitter. Er zitten twee punten aan dit verhaal. Dat is allereerst om niet vanuit de AR te dekken, maar vanuit de post Onvoorzien. Laat helder zijn: als de raad van mening is dat dat vanuit Onvoorzien moet, dan heeft het college daar geen moeite mee. Wij hebben geredeneerd vanuit de lijn: als iets onvermijdbaar en onvoorzienbaar is, dan gaat het ten laste van de post Onvoorzien, maar wij maken daar absoluut geen principe kwestie van. Dat is één. Twee, en dat is een lastiger onderwerp, maar dat heeft ook te maken met de wat uitvoerige discussie die de vorige keer tijdens de opiniërende vergadering gespeeld heeft, waar op een tweetal momenten door het college c.q. de portefeuillehouder financiën op gereageerd is. Daardoor is er misschien ook van onze kant, misschien ook omdat de vraagstelling niet helemaal helder was, maar dan ligt dat ook aan ons als college, daar geen misverstand over, ook wat ruis ontstaan. De memo die ik rondgestuurd heb op 21 september, tenminste die namens de portefeuillehouder financiën gestuurd is, daar wordt nadrukkelijk gesproken over de externe kosten. Kort en goed, voorzitter, wij kunnen als college leven met dit amendement van PRO Sliedrecht. Dat betekent dus, wat ons betreft ook, dat dit bedrag ten laste van die € 256.000 zou kunnen komen. Het zou in de praktijk kunnen leiden tot een nadere prioritering van
- 234 -
de projecten. Maar mocht dat het geval zijn, dan komen wij in uw richting daar op terug omdat natuurlijk, zoals de vorige keer al vermeld is, dat bedrag van die € 256.000 al verdeeld was en toegerekend was aan een aantal lopende projecten. Dus wij zullen daar een nadere prioritering aan moeten geven. De voorzitter Dank u wel. Is er behoefte bij de raad aan een tweede termijn? De heer Visser. Anderen nog? De heer Visser. De heer Visser Ja, soms denk je: een raadsvoorstel is niet zo moeilijk, daar kunnen we zo mee instemmen, maar dan blijkt het toch nog heel wat stof te doen opwaaien. We hebben twee punten, vandaar dat onze schorsing ook wat langer duurde. We vonden het toch wel een sterk punt van mevrouw Visser, dat de kaders voor het haalbaarheidsonderzoek duidelijker zouden moeten zijn. Dat heeft ons toch wel aan het denken gezet. In tegenstelling tot de wethouder vonden wij het verhaal van de heer van Rekom daarom niet zo treffend. Dus we zouden ook best wel willen of gewild hebben dat de kaders scherper gesteld worden voor dit haalbaarheidsonderzoek. Dat is het eerste punt. Het tweede punt is een vraag aan PRO Sliedrecht. Als wij als fractie dit amendement steunen en daardoor zou het amendement aan een meerderheid komen, zou u dan ook het raadsvoorstel steunen? De voorzitter Mevrouw Visser. Mevrouw Visser Nou, nee. Ik geef daar maar gelijk een eerlijk antwoord op. Kijk, ik heb u in de opiniërende raad gezegd: er is mijn fractie ooit verweten dat wij geen financiële pagina in ons verkiezingsprogramma hadden. Dat wil niet zeggen dat als je ergens tegen bent, dat je niet over de centjes na moet denken. Dit verhaal over de centjes staat dus los van het voorstel, omdat wij dit eigenlijk best wel een heel wezenlijk punt vonden. Want dit heeft te maken met het budgetrecht van de volledige raad; vandaar dat dit amendement er ligt. Als u naar ons verkiezingsprogramma kijkt, hebben wij altijd gezegd: het enige moment waarop wij mee zouden werken aan het omklappen van de sportvelden is als niet-watergebonden bedrijven van het Kerkerak zouden vertrekken naar Stationspark 3 waardoor daar een goede woningbouwlocatie vrij zou komen. Op het moment dat ik de toezegging krijg dat er in de kaders staat dat zelfs die optie meegenomen wordt, dan zou u mij kunnen overhalen. Maar zolang het alleen gaat over een Recreatief Knooppunt, omklappen sportvelden, die dan niet meer goed bereikbaar zijn voor onze jongeren, krijgt u ons niet mee met dit voorstel. De voorzitter Helder. De heer den Braanker. De heer den Braanker Even voor mijn helderheid, hoor. Wij stemmen misschien wel in met uw amendement. Dan zegt u dat het budget onvoorziene lasten aangewend dient te worden voor de dekking van de externe lasten van het krediet. Dan stelt u toch middelen beschikbaar? Dan vind ik het heel vreemd dat u zegt: liever geen Recreatief Knooppunt, maar… Mevrouw Visser Nee, dan gaat het puur om een democratisch recht van de raad. Wij hebben een budget vastgesteld met de begrotingsbehandeling in november 2011. Daarvan heeft het college zelf, in de tekst op pagina 14, gezegd: dat is voor producten en projecten die nieuw zijn en waarvan we niet weten of ze ooit in exploitatie zullen worden genomen. Daar hebben wij ja tegen gezegd. Dus het gaat ons om een principiële vraag. Dat amendement heeft puur een principiële financiële doelstelling van: als je € 50.000 wil geven als meerderheid van de raad, want dat gaat waarschijnlijk gebeuren, dan moet dat wel in de juiste financiële kaders. Vandaar dit amendement. De voorzitter Oké. Volgens mij is volstrekt helder dat de fractie van PRO Sliedrecht niet voornemens is om in te stemmen met het beschikbaar stellen van het krediet. Dat is wat er gezegd wordt. Maar de fractie van PRO Sliedrecht stelt de raad voor een andere dekking te gebruiken en u kunt dat gewoon wegen. Er is uit technisch oogpunt van de kant van het college geen bezwaar tegen het amendement, maar het college maakt een kanttekening met betrekking tot een mogelijke prioritering in de capaciteit projecten, vat ik het maar even samen. En het is aan u om dat te wegen. Ik breng gewoon het amendement in stemming en u beoordeelt zelf of u het amendement beter vindt of dat u de tekst van
- 235 -
het voorstel zoals het college u dat heeft gedaan, beter vindt. Zo simpel is het hier en in beide gevallen zult u de tegenstem van de fractie van PRO Sliedrecht tegenkomen op het voorstel als geheel. Dat is volgens mij de feitelijke situatie. Ja? Dan stel ik u voor dat ik nu het amendement gewoon in stemming breng en dan zien we wel even hoe dit afloopt. Wie zou dit amendement van de fractie van PRO Sliedrecht willen steunen? Kijk eens, dat is de hele raad, dus daarmee is het amendement unaniem aanvaard. Wie wil het aldus gewijzigde voorstel steunen? Dat zijn alle fracties met uitzondering van de fractie van PRO Sliedrecht en daarmee is het voorstel aanvaard.
11. BESPREKING OVER LOKALE ECONOMIE BINNEN HET REGIONALE AFSPRAKENKADER De voorzitter Dan gaan wij toe naar het volgende agendapunt, de bespreking over lokale economie binnen het regionale afsprakenkader. Een voorstel van de kant van de fractie van de VVD. Wie wenst daarover het woord? De heer van Gameren, de heer de Jager, de heer Pauw, de heer Dunsbergen en de heer van Rekom zelf. Meneer van Rekom, wenst u aan het begin of aan het eind het woord, bij dit voorstel van u? De heer van Rekom Wat mij betreft aan het begin, voorzitter. De voorzitter Gaat uw gang. De heer van Rekom Dank u wel. De VVD dient zoals aangekondigd een motie in om kracht bij te zetten de branchering op de woonboulevard te verruimen. De VVD is bezorgd over de winkeliers. Niet alleen die op de Nijverwaard, maar alle winkeliers. Enkele berichten uit de dagbladen bevestigen de zware tijd die winkeliers moeten doorstaan als gevolg van de opkomst van internetwinkelen en de huidige economische crisis. Ik geef een tweetal voorbeelden: het failliet van Piet Kerkhof, u allen bekend, de bekende kledingketen, die te laat een webshop heeft gelanceerd en nu om en nabij 18 filialen moet sluiten. In het AD van afgelopen weekend stond dat de baas van het MKB, de heer Biesheuvel de alarmklokken luidt dat de helft van de winkeliers in Nederland het water tot aan de lippen staat. Eén van de oorzaken die Biesheuvel noemt is de opkomst van het Internet winkelen dat dit jaar weer is toegenomen met 9% en de tien miljard omzet dit jaar waarschijnlijk gaat bereiken. November vorig jaar hebben we een economische visie 2020 vastgesteld die over Nijverwaard en de branchering het volgende beschrijft. En ik citeer: “de gedachte dat branche-indelingen relevant zijn voor een consument is zoals gezegd een achterhaald concept. Branchevervaging, of beter gezegd, het fenomeen dat we in vast omlijnde branches willen denken en doen, is een gedachte die is gebaseerd op het feit dat de aanbodzijde een leidende rol heeft. Die tijd ligt achter ons. Dit betekent dat een traditionele perifere detailhandellocatie zoals Nijverwaard moet worden losgemaakt van de brancheringsproblematiek en zich zal moeten ontwikkelen naar doelgroep en koopmotieven. Concreet voor Nijverwaard betekent dit dat gekozen moet worden voor een duidelijk en onderscheidend profiel of lifestyle, wat tot op heden ontbreekt. Een winkelconcentratie waar alles samenkomt, die past bij een doelgroep van wonen tot mobiliteit en van fashion tot sport, aangevuld met kwalitatieve ondersteunende horeca en dienstverlening die past bij de doelgroep”. Einde citaat. In diezelfde economische visie hebben wij als raad de volgende ambitie vastgesteld en dat betreft dan het regionaal centrum PDV-GDV. Maak de hoge ambitie met betrekking tot de woonboulevard waar. Dat vraagt gezamenlijke keuzes van de gemeente en de regio. Durf ruimte te geven. Kom tot een gezamenlijk standpunt over een verbreding van de branchering in relatie tot de binnenstad van Dordrecht en de winkelcentra van Sliedrecht. Kiezen voor onderscheidend profiel/lifestyle voor Nijverwaard. Dat vraagt keuzes van de gemeente. Durf te investeren. Wat de VVD nu met de motie vraagt is in feite niks nieuws ten opzichte van die economische visie en is bedoeld om de portefeuillehouder maximaal te ondersteunen bij het haast maken van onze eerder vastgestelde ambities. Laten wij dan ook als raad een steentje bijdragen om zoveel mogelijk belemmeringen voor ondernemers weg te nemen. En dan heb ik nu de motie. Wilt u dat ik die voorlees? De voorzitter Nou, misschien is het wel prettig omdat het publiek dan ook begrijpt waar de beraadslagingen over gaan.
- 236 -
De heer van Rekom Oké. MOTIE De raad van de gemeente Sliedrecht, in vergadering bijeen op d.d. 25 september 2012. De raad, overwegende dat: - de portefeuillehouder in de college-informatiebrief van 27 maart 2012 aangeeft dat de Connexion locatie op de woonboulevard alleen tot ontwikkeling komt als er een bredere branchering wordt toegestaan, maar dat toestemming benodigd is van de provincie en REO Zuid Holland Zuid. - dat het huidige winkellandschap als gevolg van onder andere internetwinkelen en de economische crisis snel verandert. - dat dit veranderde winkellandschap ook gevolgen heeft voor de economie in Sliedrecht, niet alleen op de woonboulevard, maar ook bij andere winkeliers elders. - dat het van groot belang is dat de gemeenteraad van Sliedrecht de ondernemers zoveel mogelijk de ruimte geeft om te ondernemen. - dat vanuit de overheid bezien zo weinig mogelijk belemmeringen moeten worden opgeworpen ten aanzien van vestigingseisen. - dat een oprekking van de branchering op de woonboulevard, in het bijzonder voor de eigenaar van de Connexion locatie, een impuls zal geven aan de revitalisering van de Nijverwaard. - dat de portefeuillehouder heeft aangegeven dat hij, naast hetgeen hij al gedaan heeft, al het mogelijke wil doen om een bredere branchering bij de provincie en REO Zuid-Holland Zuid te realiseren. - dat deze motie is bedoeld om vanuit de gemeenteraad van Sliedrecht de portefeuillehouder maximaal te ondersteunen bij het realiseren van een bredere branchering. - dat er, gezien de snel veranderde situatie op retail- en detailhandelsgebied, haast is geboden bij een bredere branchering op de Nijverwaard. Roept de portefeuillehouder op: - de provincie en de REO Zuid-Holland Zuid met kracht te melden dat de gemeenteraad groot belang hecht aan een spoedige versoepeling van de branchering op de woonboulevard. Daarbij dient zoveel als mogelijk steun en afstemming plaats te vinden bij de Drechtsteden. Het voorkomen van leegloop van andere winkelcentra zoals de Kerkbuurt dient als aandachtpunt te worden mee genomen. - in het geval van concrete aanvragen tot vestiging te bewerkstelligen dat er besef tot urgentie zal zijn. De voorzitter Dank u wel. De motie wordt vermenigvuldigd en maakt deel uit van de beraadslagingen. Dan is het woord aan de heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Ja, voorzitter, de CDA fractie kan zich vinden in de gedachte om op de locatie Nijverwaard enige verruiming te realiseren. De voorzitter De heer Pauw? Ja, dit is de eerste termijn van de kant van de raad. De heer Pauw Een punt van orde, voorzitter. Want er zit geen raadsvoorstel in. Er komt een motie aan. Daar gaan we over praten volgens mij. En anders weet ik niet meer waar we het over hebben. De voorzitter We hebben het over de motie. De heer Pauw Ja, maar die ken ik niet, dus. De voorzitter De motie wordt vermenigvuldigd op dit moment en ik heb begrepen dat die al gewisseld is met de fracties. En hij is net voorgelezen, dus ik stel voor dat we de beraadslagingen vervolgen en mocht u voor de stemming behoefte hebben aan een schorsing, dan hoor ik het dan nog graag even. De heer Pauw Ik heb behoefte aan een schorsing, zo snel mogelijk.
- 237 -
De voorzitter Waar dient de schorsing voor, als ik vragen mag? De heer Pauw Voor het bespreken van de motie in de fractie. De voorzitter Oké. Nee, dat is formeel niet raar, maar ik had begrepen dat de motie al met alle fracties was gewisseld, dus ik was in de veronderstelling dat u de gelegenheid had genomen uw interne overleg hierover al te hebben gehad. Dat heb ik kennelijk ten onrechte verondersteld, want u wacht op het moment dat u hem formeel krijgt uitgereikt; dat is uw goed recht. Maar dan wacht ik even tot de motie is vermenigvuldigd en dan schors ik op dit moment even de beraadslagingen. SCHORSING De voorzitter Ik heropen de vergadering. Het woord is aan de heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Dank u wel, voorzitter. Zoals ik al zei en het is goed om het nog een keer te herhalen, dat de CDA fractie zich kan vinden in de gedachte om op de locatie Nijverwaard enige verruiming, versoepeling in de woorden van de VVD, te realiseren van het winkelaanbod. De strikte opzet van meubelboulevard kan wat het CDA betreft toelaten dat het groeit naar woongerelateerde bedrijven, waardoor wel het karakter van een woonboulevard behouden blijft. Het CDA ziet geen meerwaarde, maar dat staat ook niet in de motie, in het volledig vrijgeven van winkelbedrijven. Want dan had er gestaan: “een spoedig loslaten van de branchering” en dat staat er niet. Hiermee voorkomen we dat we het systeem van de REO om zeep helpen en op het moment dat je het helemaal loslaat is er wat ons betreft ook geen duidelijkheid meer bij de consument. Dus het opzoeken van grenzen is prima, maar we willen geen rommelpot in de Nijverwaard. De voorzitter Dank u wel. De heer van Gameren. De heer van Gameren Ja, ik ben in de opiniërende vergadering nogal kritisch geweest, maar dat was met name vanwege mijn zorg over de winkels in de Kerkbuurt. Maar ondanks dat vinden we ook wel dat enige verruiming van de branchering op Nijverwaard de ruimte zou moeten hebben. Beide punten zijn meegenomen in de motie, dus daar kunnen we achter staan. Ook vinden we het belangrijk dat de motie ook bedoeld is om vanuit de gemeenteraad de wethouder maximaal te ondersteunen, dus we kunnen alleen maar hopen dat de motie aangenomen wordt en dat de wethouder met enthousiasme die motie ondersteunt. De voorzitter De heer Pauw. De heer Pauw Dank u wel, voorzitter. PRO Sliedrecht was niet zo’n voorstander van de motie. We hadden nu eenmaal keuzes gemaakt om dingen in het dorp te doen, maar niet daarbuiten. We zijn even terug gegaan naar de boekenkast van: hoe zat het ook al weer met al die afspraken? En dat staat inderdaad in de economische visie, meneer van Rekom noemde het al. In 2013 wordt hij herijkt. Dat hebben we afgesproken op 29 november 2011. Echter, we hebben nog iets afgesproken, voorzitter: "en op grond daarvan de raad voor september 2012 voorstellen te doen in het kader van de herijking". En bij mijn weten is het nu allang voorbij september 2012 en heeft het college ons niet, ik herhaal, niet aangedragen wat beloofd is. Dus de vraag aan het college eigenlijk, is, voorzitter, waarom het er niet is? Dan verlaten we even het spoor van het onderwerp en omdat het er niet is, voorzitter, en de Nijverwaard wel haast heeft, inderdaad, de dingen zoals genoemd door meneer van Rekom zijn geheel helder, steunen wij wel de motie. Maar de vraag blijft, nogmaals: de economische visie heeft een herijking 2013, derde kwartaal, afgesproken op 29 november 2011 en in datzelfde raadsbesluit staat dat op grond daarvan voor september 2012 voorstellen naar de raad toe komen en ik zie ze niet. Die hadden er wel moeten zijn, voorzitter, want daar staat namelijk hetzelfde in. Dan hadden we die keuze al kunnen maken. De voorzitter Dank u wel. De heer de Jager.
- 238 -
De heer de Jager Dank u wel, voorzitter. Ik kan over dit onderwerp ook kort zijn. Ik wil dan verwijzen naar de uitvoerige discussie die wij hier een aantal weken terug over gevoerd hebben, waarbij wij aangaven blij te zijn met het discussiestuk van de VVD. Als ik naar de motie kijk waar ook ons belangrijke aandachtspunt van die avond in meegenomen is, dat bij concrete gevallen urgentie betracht wordt zodat op het moment dat een concrete aanvraag komt, er ook het maximale aan gedaan wordt om daar naar te kijken, kunnen wij niet anders dan instemmen met deze motie. Dank u wel. De voorzitter Ik kijk eerst even naar de heer van Rekom of hij gezien de inbreng van de andere fracties nog wil reageren. De heer van Rekom Nog even. De VVD is in de afgelopen periode niet gewend geweest dat een motie van ons wordt aangenomen, dus ik hou snel mijn mond dicht. Dank u wel. De voorzitter Oké. Voordat ik de portefeuillehouder vraag om nog even te reageren op de vragen van de kant van de raad, vraag ik even aan de heer van Rekom of het goed is dat wij in de motie waar "portefeuillehouder" staat, "college" lezen. Want het college is het verantwoordelijke bestuursorgaan en dat wij een werkverdeling hebben waarbij iemand deze portefeuille heeft, is helder. Ik zie u knikken, dus dat formele puntje is hiermee opgelost. Wethouder de Waard, wilt u nog reageren op een aantal vragen die in de richting van het college zijn gesteld? Wethouder de Waard Ja, voorzitter, dat wil ik graag doen. Een motie die op tafel komt en zo breed wordt ondersteund en daar zit ook een ondersteuning in van het college c.q. de portefeuillehouder economie, daar kun je moeilijk tegen zijn. Dat ben ik dus ook niet, waarbij ik overigens wel aandacht vraag voor de opmerkingen die gemaakt zijn door de diverse fracties. Er hoeft geen tegenstelling in te zitten, maar de VVD fractie zegt in de motie: “zoveel als mogelijk ruimte te geven en zo weinig mogelijk belemmeringen met betrekking tot vestigingseisen”. Als ik dat mag uitleggen in de trant van de opmerkingen van de heer Dunsbergen en de heer van Gameren waar zij spreken over enige verruiming van de branches, dan kan ik daar in het concrete geval in de richting van REO en provincie mee uit de voeten. Dus als dat de uitleg is van het geheel, dan ga ik daar graag mee de boer op en wil ik hem ook gebruiken voor de inzet voor de Nijverwaard. Maar niet alleen voor de Nijverwaard, ook in verhouding tot wat er staat te gebeuren in de Kerkbuurt en op het Burgemeester Winklerplein. Als meneer Pauw zegt dat afspraken niet worden nagekomen, heeft hij daar op zich gelijk in. Het punt is wel dat wij in de loop van dit jaar enige verschuivingen hebben gehad in de aansturing van deze projecten en dat daardoor dit ietwat is opgehouden. Maar ik weet dat er inmiddels voortvarend gewerkt wordt aan een herijking van het verhaal en dat ik absoluut voor het eind van dit jaar met een aantal opmerkingen in die richting kom. Voorzitter, daar zou ik het eigenlijk bij willen laten. De motie biedt mij ruimte om wat extra’s te doen. De voorzitter Dank u wel. Behoefte aan een tweede termijn? De heer Pauw. De heer Pauw Ja, voorzitter, ik betreur het gewoon dat een raadsbesluit wordt genomen op 29 november 2011. Daar staan twee punten in; die hebben te maken met deze motie. Onder andere, want er staan nog veel meer punten in de economische visie. Juist die keus die de wethouder nu voorlegt, wat gaan we er van maken, zou in de economische visie naar voren komen. En het kan best zijn dat het dan bijvoorbeeld geheel vrijgegeven gaat worden door de meerderheid van de raad, of juist niet, of juist andersom, of een andere vorm. Aan het eind van het jaar, als ik heel snel tel is dat de vergadering die over zes en halve week is, dus ik ben heel benieuwd wat er nou gaat komen. Nogmaals, we betreuren het dat een raadsvoorstel genomen wordt waar toezeggingen in staan voor data en dat de raad niet geïnformeerd wordt over het feit dat het later is. Want dat het later is, dat snap ik. Maar goed, daar kan een reden voor zijn, daar hebben we een college informatie brief voor om daar op te anticiperen en aan te geven van: we gaan het niet halen.
- 239 -
De voorzitter Ja, dat hadden we vandaag in het college ook afgesproken, dat we dat in de toe te zenden college informatiebrief zouden meegeven omdat het nu inderdaad september is. Het debat van vanavond gaat sneller. Maar uw punt is helder. De heer Pauw Voorzitter, er staat vóór september 2012. En meegerekend van de vakantie heb je het over juni. De voorzitter Uw punt is helder, meneer Pauw. Anderen nog het woord? Dat is niet het geval. Ik heb de indruk dat de raad unaniem instemt met de motie zoals die voorligt en daarmee uitdrukking wil geven aan de urgentie om op economisch terrein een aantal extra inspanningen in Sliedrecht te leveren. Dank u wel.
12. KADERNOTA BURGERPARTICIPATIE De voorzitter Dan gaan wij naar het volgende agendapunt, dat betreft de kadernota burgerparticipatie. Wie wenst daarover het woord? De heer Quist, de heer Prins, de heer Pauw, de heer van Gameren en de heer van Rekom. De heer Quist heeft het woord. De heer Quist Dank u wel. Voorzitter, tijdens de opiniërende raadsvergadering van 28 augustus jongstleden heeft mijn fractie collega Huijser namens onze fractie het één en ander reeds naar voren gebracht. We hebben toen enkele opmerkingen gemaakt en een paar vragen gesteld aan de portefeuillehouder. Dat ga ik uiteraard niet overdoen, maar ik wil nog eens de nadruk leggen op de positie van de wijkplatforms. In de opiniërende bijeenkomst heeft de wethouder gezegd: we gaan niet pamperen, we gaan minder ambtelijke capaciteit ter beschikking stellen, we gaan faciliteren. Hoewel de wijkplatforms zelfstandiger moeten worden en er bezuinigd moet worden, klinkt dat allemaal wel erg zuinig. Onze fractie is een warm voorstander van goed functionerende wijkplatforms en dat willen we als fractie uitstralen. We willen dat de wethouder dat ook uitstraalt. De wijkplatforms moeten weten dat wij ze belangrijk vinden. Als antwoord kregen we van de portefeuillehouder dat een evaluatie om de vier jaar volgens het college voldoende zou zijn, maar dat het college openstaat voor andere meningen. Onze mening is dat wij het onderwerp zo belangrijk vinden dat wij eerder dan pas na vier jaar willen evalueren. Nu er zo’n goede notitie voor ons ligt, waar naar ons idee prima mee te werken is, dienen we wel frequent betrokken te blijven bij dit onderwerp. Door al na twee jaar te evalueren blijven we als raad beter betrokken bij het onderwerp. Vandaar dat onze fractie met een amendement komt. Ik zal hem voorlezen, het gaat dan om punt 4 bij het raadsbesluit. Daar staat: de burgerparticipatie één maal per vier jaar gezamenlijk te evalueren en dat dan te vervangen voor burgerparticipatie één maal twee jaar gezamenlijk te evalueren. En als toelichting hebben we dan: om te kunnen sturen op dit onderwerp is vier jaar te ver weg. Wanneer zaken niet goed lopen of wijzigingen zich voordoen, hebben we pas na vier jaar de gelegenheid hierop te sturen. Gezien het belang van het onderwerp is evalueren na twee jaar gewenst. Dank u wel. De voorzitter Dank u wel. De heer Dunsbergen wil er een vraag over stellen. De heer Dunsbergen Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, ik ben eigenlijk benieuwd of meneer Quist nu bedoelt dat hij een evaluatie wil over twee jaar of dat hij zegt: nee, ik wil in het vervolg structureel iedere twee jaar een evaluatie in het kader van burgerparticipatie? De voorzitter De heer Quist. De heer Quist Ja, dat vind ik wel een leuke vraag. In eerste instantie de twee jaar omdat die vier jaar nu te ver weg is. Het is een heel belangrijk onderwerp. We starten daar nog niet per se direct mee, maar in aanvang wel om de twee jaar. Maar ik kan me zomaar voorstellen dat in de evaluatie straks naar voren komt van: dat om de twee jaar evalueren is nu niet meer zo nodig, het loopt lekker, dus we kunnen best dan om de vier jaar evalueren. Maar de start hiervan is om de twee jaar. De voorzitter Oké. Helder. Dan is het woord aan de heer Prins.
- 240 -
De heer Prins Voorzitter, dank u wel. Het CDA juicht het toe als mensen zelf verantwoordelijkheid nemen voor de leefbaarheid in hun wijk. Om meer gelijkwaardigheid te krijgen tussen de gemeente en haar inwoners moet Sliedrecht van een verzorgingsgemeente toegroeien naar een participatiegemeente. Burgers moeten tijdig worden betrokken bij belangrijke ontwikkelingen; dat wil zeggen voordat er raadsvoorstellen worden opgesteld en dergelijke en burgers moeten worden gesterkt in hun eigen kracht zodat ze verantwoordelijkheid gaan en blijven nemen voor de sociale en fysieke leefbaarheid in de eigen wijk. Gelukkig zien we al dergelijke initiatieven zoals het buurttoezicht. De gemeente moet wennen aan een meer regisserende, stimulerende en faciliterende rol. Verder moet de gemeente zorgvuldige belangenafwegingen blijven maken en uiteraard ook blijven handhaven op wet- en regelgeving. De CDA fractie begrijpt de kaders in de paragrafen 3.2 en 3.3. Deze sluiten aan op de spelregels die de Nationale Ombudsman heeft geformuleerd. Wij stemmen in met de nota. We vinden het een goed idee om eens in de vier jaar de burgerparticipatie te evalueren, dus dat wil zeggen eens per raadsperiode. Wij vinden dat je niet te vaak moet evalueren om het evalueren. Ik kan me voorstellen dat je zegt: de eerste keer evalueren we in 2014 en daarna om de vier jaar. Maar om nu te zeggen van: één keer in de twee jaar, vinden wij wat overdreven. Tot slot is de CDA fractie benieuwd naar de korte uitwerkingsnotitie die samen met de drie wijkplatforms wordt opgesteld. Wat ons betreft wordt de notitie niet heel veel langer dan de titel van de Kadernota waar we het vanavond over hebben. Ik weet dat het een detail is, maar de titel van de Kadernota is toch echt wat aan de lange kant. Dank u wel. De voorzitter Dank u wel. Mevrouw Visser heeft een interruptie. Mevrouw Visser Ja, een korte vraag, voorzitter, aan meneer Prins. Ongeveer in het midden van zijn betoog zegt hij een aantal keren “de gemeente”. Wie verstaat u nou onder “de gemeente”? Wij als raad, het college, raad en college of alleen ambtenaren en college? Wie verstaat u nou onder “de gemeente”? De heer Prins Daar versta ik het college onder. Het college is uitvoerend. Mevrouw Visser Oké, dank u wel. De voorzitter De heer van Gameren. De heer van Gameren In het programma-akkoord “Sliedrecht meer waard” is gevraagd naar een nieuwe kaderstellende nota voor burgerparticipatie. Ik heb in de opiniërende vergadering daar wat opmerkingen over gemaakt. Allereerst lof daarvoor. Ik heb ook een wat kritische kanttekening gemaakt bij de abstractheid van de nota, maar ik heb hem nog eens goed gelezen en ik begrijp hem nu. Dan blijft mijn kanttekening toch staan dat de communicatie naar de burger, met name per onderwerp, waarschijnlijk dan toch gaat verschillen. Ik maak me daar wat zorgen over, omdat deze nota niet zo aan de burger gegeven kan worden: zo gaan we de inspraak doen. Dus de ambtelijke organisatie die die inspraak ter hand neemt, zal dus per geval moeten bepalen hoe zo'n participatie van de burger er uit zou kunnen gaan zien. Ik hoop dat daar ook aan gedacht wordt. Voor de rest geen opmerkingen. De voorzitter Dank u wel. De heer van Rekom. De heer van Rekom Voorzitter, dank u wel. Less is more. Dat komt uit een gedicht uit 1855 van Robert Browning. Nog steeds is het vandaag de dag moeilijk om te begrijpen dat less inderdaad more kan zijn. De VVD pleitte in de opiniërende vergadering voor één burgerplatform in plaats van drie wijkplatforms, omdat wij denken dat de krachten gebundeld kunnen worden en er meer slagkracht uit kan komen. Door verdere bezuiniging op het ambtelijk apparaat kan dan meer geld beschikbaar komen voor de burgers. Helaas wordt ook hier less is more negatief uitgelegd en krijgen we in de raad de handen hiervoor niet op elkaar.
- 241 -
De voorzitter Mag ik de leden van de raad vragen hun onderlinge beraadslagingen te staken, tenzij ze het debat dienen? De heer van Rekom. De heer van Rekom De VVD zal dan ook geen motie of amendement indienen, zoals we hebben overwogen, om de drie wijkplatforms op te laten gaan in één burgerplatform. Wij gaan niet aan een dood paard trekken. Of leeft het paard nog? De heer Dunsbergen Voorzitter? De voorzitter De heer Dunsbergen, een interruptie. De heer Dunsbergen Ja, ik ben toch even nieuwsgierig, voorzitter, hoe de heer van Rekom dat nou bedoelt. Zegt de heer van Rekom nu dat het systeem met de drie wijkplatforms de metafoor verdient van een paard die het tijdelijke met het eeuwige verwisseld heeft? De heer van Rekom Dan heeft u me kennelijk verkeerd begrepen. Wij hebben in de vorige opiniërende vergadering ons best gedaan om overtuigend over te komen dat het eigenlijk veel verstandiger is om één burgerplatform te creëren in plaats van drie weinig bezette wijkplatforms; dat je daarmee ook door er één burgerplatform van te maken, dat het gewoon veel slagvaardiger in onze ogen is en je ook nog eens een keer zou kunnen bezuinigen op het ambtelijk apparaat, wat ten goede kan komen aan dat burgerplatform. Kennelijk hebben wij jullie niet overtuigd. Sterker nog, daar zijn wij wel weer van overtuigd, dat wij jullie niet hebben overtuigd. Vandaar dat ik afgesloten heb met de zin: wij gaan niet aan een dood paard trekken. Ik mag u een compliment geven: daar bent u ook onderdeel van, van dat dode paard. De voorzitter De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Nee, dan hebben we dat in ieder geval duidelijk. Want ik zou het toch vervelend vinden als er een naar bericht uitgaat dat de VVD niet tevreden is over de drie wijkplatforms, althans over hun werk. Dat wij het niet eens zijn met elkaar en dat je dan een keer zo’n metafoor gebruikt, lijkt me prima. De heer van Rekom Ja, maar misschien mag ik ook nog een keer herhalen, even de laatste zin: wij gaan niet aan een dood paard trekken. En ik heb nog wel de vraag gesteld of het paard nog leeft. Dus er is nog hoop. De heer Dunsbergen Nou goed, ik heb tegen u gesproken, dus dat veronderstelt iets. Maar dat neemt niet weg dat ik het niet met u eens ben. De heer van Rekom Dat mag. Als het gaat om het amendement, voorzitter: wat ons betreft juichen wij twee jaar toe. Des te eerder, des te beter zou ik zeggen. De voorzitter Dank u wel. De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Dank u wel, voorzitter. Dan heb ik ook aan de heer van Rekom de vraag of hij nou interpreteert om over twee jaar te evalueren, of iedere twee jaar? De heer van Rekom Ik heb zojuist aangegeven: des te eerder, des te beter dus wellicht dat ik de volgende vergadering kom met een motie dat we over een jaar gaan evalueren. De voorzitter Dat was niet de vraag van de heer Dunsbergen, want de heer Dunsbergen vroeg: bedoelt u over twee jaar, of wilt u vastleggen elke twee jaar? Ik geloof dat u de vraag verkeerd verstond. De heer van Rekom Nee hoor, maar ik vind het eerlijk gezegd helemaal niet zo belangrijk of het nou over twee jaar is. Volgens mij gaat het amendement er over dat we over twee jaar een evaluatie
- 242 -
krijgen. Ik hoop dan echt dat we er met z’n allen van overtuigd zijn dat we één burgerplatform nodig hebben in plaats van drie en dus is een evaluatie twee jaar daarna wat mij betreft even veel te ver weg. Zo staat het ook in het amendement. De voorzitter Nee, even voor de helderheid. Het amendement omvat de zinsnede: de burgerparticipatie één maal per twee jaar gezamenlijk te evalueren. Dus dat betekent elke twee jaar. U mag er van vinden wat u wilt, maar er staat elke twee jaar in het amendement. De heer Pauw heeft het woord. De heer Pauw Ja, dan kun je over twee jaar weer besluiten om eens per vier jaar te gaan evalueren. Ik had één ding, voorzitter, voor het stuk en dat is keurig verwoord in het amendement, dus daar kunnen wij mee instemmen. Het is een burgerparticipatie; de overheid klopt op de deur bij de burger. En zoals u weet is PRO Sliedrecht een heel groot fan van dat ook de burger af en toe op de deur van de overheid mag kloppen en heeft bij de laatste verzending van de opiniërende raad onze burgerinitiatiefnotitie mee gestuurd. We hebben nog geen reactie gehad en het verzoek aan de fracties is om daar ergens de komende weken op te reageren, over die ideeën die wij hebben over de burger die op de deur bij de overheid klopt in het kader van het burgerinitiatief. Voor de rest kunnen wij instemmen met het voorstel. De voorzitter Dank u wel. Gezien het aantal interrupties nog behoefte? Ja, de heer van Gameren. De heer van Gameren Nog één opmerking toch nog even, want ik word een beetje in verwarring gebracht. Ik heb het raadsvoorstel even gelezen en bij 4.1 op bladzijde 5 staat: evaluatie van de uitvoering vindt al structureel plaats. Dus het college vindt eigenlijk een evaluatie misschien helemaal niet nodig. En dan gaat het verder: "Over de uitvoering van de burgerparticipatie legt het college jaarlijks via de jaarrekening verantwoording af aan de gemeenteraad. Gezamenlijke evaluatie met gemeente, burgers en … is al een integraal onderdeel van het gebiedsgericht werken." Dus het is geen noodzaak om, en dan staat er: "extra evaluatiemomenten in te plannen." Ik vind het een beetje een verwarrende zinsnede, want ik zou hieruit kunnen leiden dat er geen evaluatie nodig zou zijn. Maar het raadsvoorstel, het besluit, zullen we maar zeggen, dat bevat wel een voorstel om te gaan evalueren. In het voorgestelde raadsbesluit staat: "de burgerparticipatie eenmaal per vier jaar gezamenlijk te evalueren en dat te vervangen door één jaar." Dus ik heb er geen bezwaar tegen om dat om de twee jaar te doen, dat lijkt misschien overigens wel aan te bevelen, maar het is een beetje in tegenspraak met wat er in de nota zelf staat en dat wilde ik even opmerken. Maar als u het toch in stemming brengt, u heeft mijn stem. De voorzitter Helder. Nog anderen? Onderlinge beraadslaging? Dat is niet het geval. Wethouder de Waard, wilt u reageren op een aantal vragen en opmerkingen van de zijde van de raad? Wethouder de Waard Ja, voorzitter, als less more is dan zou ik zeggen van: kiest u toch vooral voor één keer in de vier jaar, want dan hebben we toch een stuk minder werk te doen. Dan zou ik in ieder geval niet kiezen om het elk jaar te doen, meneer van Rekom, zoals u nu spontaan zegt. Maar goed, wellicht heb ik een verkeerde inschatting van wat u bedoelt met "less is more." De heer Pauw Voorzitter, mijn vraag sluit hier op aan. De voorzitter De heer Pauw. De heer Pauw Het is het tegenovergestelde van de heer van Gameren. Waarom stelt u nou in het besluit dan voor om eens in de vier jaar, terwijl in het raadsvoorstel staat dat het eens per jaar is? De vraag van meneer van Gameren hebben we dan omgedraaid. De voorzitter Meneer Pauw, ik probeer mensen een zin te laten afmaken voordat ik een interruptie toesta. Ik zie uw vinger wel. Wethouder de Waard.
- 243 -
Wethouder de Waard Ja, voorzitter, als ik dan maar even direct op mag reageren: waar het om gaat, elk jaar bent u als raad in de gelegenheid bij de behandeling van de begroting en bij de behandeling van de rekening daar in ieder geval mij op aan te spreken als zaken niet goed zouden gaan. En als het gaat over de evaluatie, dan hebben we het over alle partijen die betrokken zijn bij het tot stand komen van deze notitie en deze nota. Dan praten we dus niet alleen over de raad, maar praten we ook over de wijkplatforms en andere belanghebbenden die daar mee te maken hebben. En dat behelst de evaluatie, eenmaal in de vier jaar. De heer Pauw Nou, dan is het prima. Het verschil tussen het raadsvoorstel en het raadsbesluit is nu beantwoord door het college, voorzitter, en het is ook heel duidelijk waarom je dus eens per twee jaar moet evalueren. De voorzitter Wethouder de Waard had het woord. Wethouder de Waard Ja, als u als raad betrokken wilt blijven: dat hoeft u aan mij niet te vragen. U bent als raad doorlopend betrokken. Ik ben dat zelf ook bij de wijkplatforms door in ieder geval nadrukkelijk ook bij de vergaderingen aanwezig te zijn. Dus zo belangrijk vind ik het dat zij tegen mij aan kunnen praten op het moment dat ze dat zelf nodig vinden. Als meneer van Gameren vraagt naar de communicatie naar de burger, en om dat per geval te bepalen, dan kan ik u meedelen dat in de organisatie in ieder geval bekend gaat worden na het aannemen van deze nota dat bij elk voorstel er ook een voorstel komt hoe te handelen in het kader van burgerparticipatie met betrekking tot de voorstellen die worden gepresenteerd. Dus u krijgt dat ook te zien, hoe wij daar mee omgaan. Dat wordt gewogen en op basis daarvan stellen wij voor om op een bepaalde manier de burgerparticipatie gestalte te geven. Het burgerinitiatief van PRO Sliedrecht en de reacties daarop van de andere partijen wacht ik af. Ik heb u aangegeven hoe het gaat met de evaluatie. Het college kiest, ook gezien het werk wat er aan zit qua voorbereiding enzovoort, nadrukkelijk voor die één keer per vier jaar. Meneer Prins vraagt nog naar de notitie wijkplatforms. Ik moet u wel zeggen, dat heeft iets met uitvoering te maken. Dus dat is wel van het college. Het ligt niet in de bedoeling dat ook naar u toe te sturen hoe wij daar mee omgaan. Dat was het, voorzitter, dank u wel. De voorzitter Dank u wel. Is er bij de raad behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval? Dan ga ik over tot de stemming. Er ligt een amendement van de heer Quist van de fractie SGP/ChristenUnie en dat amendement bevat het wijzigen van beslispunt 4 in een tweejaarlijkse in plaats van een vierjaarlijkse evaluatie. Wie zou dat amendement willen steunen? Dat zijn alle aanwezige fracties, met uitzondering van de fractie van het CDA. Daarmee is het amendement aanvaard. Is er behoefte aan stemming over het gewijzigde voorstel? Dat is niet het geval. Dan is het voorstel aanvaard.
13. RAPPORT REKENKAMERCOMMISSIE NAAR DE DOELTREFFENDHEID VAN SUBSIDIES De voorzitter Dan gaan we naar agendapunt 13. Wie wenst daarover het woord? Mevrouw Verschoor, de heer van Gameren, mevrouw Visser, de heer Dunsbergen en de heer de Jager. De heer Dunsbergen heeft het woord. De heer Dunsbergen Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, dank voor de brief die we gekregen hebben van het college. We hebben vastgesteld dat het college toch behoefte had om de huidige toegankelijkheid en transparantie van het subsidieproces nog eens een keer te toetsen en de mening van het college is dat het systeem, en dat zal wel het systeem zakelijk werken zijn, goed functioneert. De wethouder heeft dat al eerder aangegeven. Een boeiende vraag is nu: hoe komt het nu dat de Rekenkamercommissie daar een ander beeld bij heeft? Want op de één of andere manier is dat zo, maar daar zouden we het zo meteen nog met elkaar over kunnen hebben, welke mening we daar over hebben. De CDA fractie heeft in de opiniërende vergadering van 11 september aangegeven zich te kunnen vinden in een gedifferentieerde aanpak bij het bewaken van het subsidieproces. Vanzelfsprekend is het verstandig om dan de vijf partijen die de grote subsidiebedragen ontvangen
- 244 -
ook te vragen om bijvoorbeeld een uitwerkingsplan enzovoort. Voor kleinere exploitaties en waarderingssubsidies ligt dat niet voor de hand. Daar wil ik het even bij laten, voorzitter. De voorzitter Dank u wel. Mevrouw Verschoor. Mevrouw Verschoor Ons kritiekpunt over dit onderzoek, we hebben het vorige keer ook al gezegd, betreft de wirwar aan diverse subsidies. We hebben toen ook de vraag gesteld: waarom worden de kleine subsidies allemaal in stand gehouden en wat moeten we daar nou mee doen? Moeten we dan ook allerlei doelstellingen daar aan vast koppelen die we smart noemen? Ons trof soms de vergelijking of dat je met een lekke band naar een ingenieur gaat als je voor hele kleine subsidies allerlei dingen van stal moet gaan halen. Dus ons advies blijft staan om kleinere subsidies, daar moeten we misschien toch maar eens over nadenken nog, af te schaffen. Dat er bij de top 5, en meneer Dunsbergen zegt dat eigenlijk ook al, een gedegen plan op komt dat kwantificeerbaar is, dat lijkt ons duidelijk. Tegelijkertijd roept het wel de vraag op, dat heb ik vorige keer ook aangehaald, dat aantallen niet altijd alles zeggen. Het kan ook wel eens een argument zijn om juist om meer subsidie te vragen omdat aantallen niet gehaald worden. Daar wil ik het in de eerste termijn bij laten, dank u wel. De voorzitter Dank u wel. De heer van Gameren. De heer van Gameren In de opiniërende vergadering zijn wij nogal kritisch geweest om zo blind eigenlijk alle aanbevelingen van een rekenkameronderzoek te vertalen in een opdracht aan het college, vooral omdat die ook te maken hadden met het verbetertraject wat al in het college loopt. Toen heb ik ook gezegd: we kunnen ons iets voorstellen bij de aanbevelingen in drie. Een heleboel zaken moeten SMART geformuleerd worden en er moeten misschien betere indicatoren komen van het effect van bepaalde subsidies. Daar kunnen we ons wel in vinden. Wij denken dat dat redelijk verwoord is in de nieuwe brief; ik laat even in het midden of dat gesteund wordt door de raad. Wij kunnen ons er in ieder geval wel in vinden. Ik denk dat dat de belangrijkste opmerking is. En nogmaals, wat mevrouw Verschoor al zei, voor die grote subsidie denken we dat het zeer wel nuttig is om daar eens goed naar te kijken, maar voor die kleine subsidies, dat heb ik in de opiniërende raadsbijeenkomst ook al gezegd: het kan toch niet zo zijn dat we al die clubs, de kaartclub en de hengelvereniging gaan lastig vallen om zichtbaar te maken of de subsidie wel voldoende effect heeft op hun hengelplezier of kaartplezier. Dat kan niet de bedoeling zijn. Daar wou ik het even bij laten. De voorzitter Dank u wel. Mevrouw Visser. Mevrouw Visser Voorzitter, voor ligt het besluit één tot en met zeven. Dat lag ook voor tijdens de opiniërende raad, maar doordat toen de discussie zo raar verliep heeft een aantal fracties zich totaal niet uitgesproken over het raadsbesluit. Onze fractie kon en kan zich vinden in het besluit zoals het tijdens de opiniërende raad voorlag, dus aanbeveling één tot en met zeven. U heeft ons op 22 september een brief gestuurd waarbij u als college voorstellen doet over de aanbevelingen van de rekenkamercommissie. Nou begrijp ik op zich de opmerking van mevrouw Verschoor niet helemaal wanneer ze zegt: door de diverse aantallen subsidie snap ik het rekenkamerrapport niet, want het rekenkamerrapport is hartstikke helder. Alleen, wij hebben gewoon vier soorten subsidies. Wat betreft uw voorstellen: onze fractie is er nog niet van overtuigd dat wij aanbeveling één moeten heroverwegen. Wat betreft beslispunt drie tot en met zeven: begrijp ik het nu goed dat wij twee weken geleden een wethouder hadden die zei: aanbeveling drie is genoeg en de rest is overbodig en zelfs sommigen onacceptabel en dat dit college nu zegt: beslispunt één tot en met drie, dat willen we wel overnemen, maar daar maken we dan beslispunt acht van en we nemen drie jaar de tijd om vijf instellingen de tijd geven om een uitvoeringsprogramma te maken en tot een SMART formulering te komen. Dat is voor onze fractie, ik zal het woord onacceptabel niet gebruiken, maar niet in overweging te nemen. Mijn fractie is er van overtuigd, dat je best bij een eerste instelling wat meer tijd nodig zal hebben. Maar op het moment dat je dat voor elkaar hebt, heb je ook een blauwdruk voor de andere vier. En u kunt mij niet aan mijn verstand praten dat u daar werkelijk drie jaar voor nodig heeft, voor vijf instellingen, voor 2,2 miljoen. Dus met andere woorden, voorzitter, het raadsbesluit zoals het
- 245 -
er lag tijdens de opiniërende raad en nog steeds zo nu in het blauwe boekje zit, krijgt onze steun en niet de voorstellen van het college over een rekenkamerrapport van, door en voor de raad. De voorzitter Dank u wel. De heer de Jager. De heer de Jager Dank u wel, voorzitter. Twee weken geleden, bij de behandeling in de opiniërende vergadering hebben wij als fractie aangegeven dat wij het een belangrijk rapport vinden en dat we ook blij zijn dat het er is en dat wij subsidie ook een onderwerp vinden waar we heel goed over na moeten denken en moeten blijven denken. Het is een prachtig instrument, hebben we toen gezegd, maar je moet wel steeds de vraag stellen of en in welke mate de subsidie in de toekomst noodzakelijk blijft. De aanbevelingen van dit rapport zullen een leidraad zijn voor het toekomstige subsidiebeleid. In reactie op de brief van 20 september die het college ten aanzien van dit punt meende te moeten sturen, hebben wij het volgende. Het voorstel om te starten met twee grote subsidies vinden wij op zich een goed voorstel, dat kunnen wij ons ook voorstellen; onze steun daarvoor. Van andere grote subsidies, van welzijnsinstellingen die budgetsubsidies ontvangen, horen we graag wanneer deze uiterlijk, ook conform de aanbevelingen, behandeld gaan worden. Wij zien graag een tijdpad en we hechten sterk aan een kort tijdpad en in dat kader vinden wij drie jaar lang. Ten aanzien van de kleinere exploitaties en waarderingssubsidies stellen wij ook voor om, in vereenvoudigde vorm, de discussie over doelstelling, nut en noodzaak te voeren. Er kan nagedacht worden over hele kleine subsidies en wij ontvangen daar ook graag zo spoedig mogelijk een voorstel van het college voor, wanneer en hoe wij deze discussies kunnen gaan voeren. Tenslotte uw opmerking over aanbeveling één. Het rapport is van juli 2012 en het is te waarderen dat in september 2012 deze aanbeveling niet of niet helemaal meer nodig blijkt te zijn. Dat neemt niet weg dat de constatering in het rapport destijds gebaseerd was op waarnemingen van de onderzoekers. De waarneming was toen, de aanbeveling is nu. Wij zouden het college toch mee willen geven dat het subsidieproces zoals dat beschreven is in aanbeveling één, de gemaakte overwegingen die daar genoemd worden, transparant te houden enzovoort. Dus meegeven klinkt wat voorzichtiger dan opdracht gevend voor. Dat betekent dat wij aanbeveling één wel willen laten staan, maar dat mee willen geven aan het college. Dank u wel. De voorzitter Dank u wel. Is er behoefte om onderling nog van gedachten te wisselen over de ingebrachte punten? Dat is niet het geval? Wethouder Lavooi. Wethouder Lavooi Dank u wel, voorzitter. Ik probeer de beantwoording even te rangschikken in een aantal items waardoor ik niet zozeer per fractie een antwoord ga geven. Een paar elementen. Aanbeveling één: diverse fractie hebben daar iets over gezegd. De heer Dunsbergen het meest duidelijk, denk ik. Hoe komt het nou dat de rekenkamercommissie een ander beeld heeft dan datgene wat wij in onze brief van juli hebben vermeld en wat in onze brief van 20 september is gemeld? Het eenvoudige antwoord zou kunnen zijn: komt u eens kijken naar het systeem zoals het ook draait. Ik kan me voorstellen dat u daar gewoon geen tijd voor heeft. Maar het is onze oprechte mening dat het systeem goed draait. Dat neemt niet weg dat als de heer de Jager zegt: het staat in het rapport, dus bezie toch nog eens een keer of er verbeteringen aangebracht zouden kunnen worden, beschouw dat als een aanbeveling en doe daar je voordeel mee, dan denk ik dat dat een verstandige opmerking van de heer de Jager is. Een tweede element: klein en groot, om het zo maar te zeggen. Een geruststelling in de richting van diverse sprekers: de kleine subsidies worden verstrekt op basis van ofwel het systeem van waarderingssubsidie ofwel op basis van het systeem van exploitatiesubsidies en dat zijn vaste normen die u als raad overigens heeft vastgesteld bij de behandeling van de subsidieverordening 2010. Dus voor de één een geruststelling, voor de ander wellicht niet: het systeem verandert niet en het is de aanbeveling van de rekenkamercommissie en in die zin hebben we dat ook overgenomen, om toch met name naar de grotere te kijken. Dat neemt niet weg, ik zeg dat in de richting van de heer van Rekom, maar toch ook wel van anderen, dat een raad natuurlijk kan nadenken over de vraag: is het nou nog wel verstandig, nodig, enzovoort om in deze tijd naar het systeem van kleinere subsidies te kijken? In die zin zou ik zeggen: u gaat in het voorjaar een discussie met elkaar voeren in het kader van de operatie Stoer. Ik maak me toch sterk dat in het kader van de operatie Stoer er opnieuw naar u gekeken zal gaan worden, naar de vraag: wat subsidiëren we nou en is dat in overeenstemming met ons doel? Ik loop daar niet op vooruit, maar het zou daar wel een plek in kunnen hebben. Tenslotte.
- 246 -
Het zijn zeven of acht aanbevelingen en mevrouw Visser vraagt: u heeft bij de opiniërende vergadering nogal gehamerd op met name aanbeveling 3. Ik heb toen geprobeerd aan te geven dat aanbeveling 3 wat ons betreft de essentie is van het voorstel van de rekenkamercommissie en dat 4 tot en met 7 daar eigenlijk uit voortvloeien. Dat is ook de kern van onze brief van september, voorzitter, waarbij we aan u voorleggen: bezie 3 tot en met 7 eigenlijk als een totaalpakket. Dus nogmaals: de derde is de essentie, maar de anderen hebben daar wel degelijk mee te maken. Ik hoop zo de verschillende items bij de kop te hebben gepakt, voorzitter. De voorzitter Ik ga eens even kijken of dat klopt. Wie van de raad wenst in tweede termijn het woord? Mevrouw Visser en de heer de Jager. Mevrouw Visser. Mevrouw Visser Ja, ik beschouw het maar even als een interruptie hoor, voorzitter. Maar niemand komt nou even terug op drie jaar. En ik verwacht van de wethouder daar wel een antwoord op. Kijk, a) sowieso voor mijn fractie staat gewoon aanbeveling 1 tot en met 7 en basta, maar als u vraagt aan mij: mogen we dat zo interpreteren dat we vijf welzijnsinstellingen pas binnen drie jaar gefaseerd SMART geformuleerd en met een uitvoeringsplan op tafel hebben, dan is dat voor mijn fractie onvoldoende. De voorzitter Dank u wel. De heer de Jager. De heer de Jager Ja, ik heb dezelfde vraag, want ik heb gevraagd of het college met een duidelijk plan kan komen, wanneer dat plan er is en waar kortere termijnen in staan dan drie jaar. De voorzitter Anderen nog? Niet het geval? Wethouder Lavooi. Wethouder Lavooi Over de termijn, voorzitter; ik begrijp dat u het als raad een goed idee vindt om met twee grotere te beginnen en ik begrijp ook dat u zegt: ja, dat gaat niet à la minute, daar heeft u als college dan wat de tijd voor. Maar op het moment dat u daar een systeem voor heeft bedacht, zou u dat wellicht wat sneller uit kunnen rollen. Dat is eigenlijk de boodschap die u geeft. Daar kunnen we uiteraard naar kijken. Ik zeg er wel bij dat het niet alleen gaat om aanbeveling 3, maar dat het ook gaat om 3 tot en met 7. Daar zitten ook weer andere aspecten aan vast. Wij hebben met elkaar afgesproken dat we de verbetering van de P&C cyclus, waar dit toch wel een onderdeel van is, gedegen proberen. Als we zo ver zijn dat we ten aanzien van twee instellingen een systeem hebben bedacht waar u content mee bent, gaan we dus die 3 tot en met 7 uitrollen. Als het mij lukt om dat binnen 3 jaar te realiseren, dan gaan we dat natuurlijk proberen. Maar ik wil u waarschuwen voor wat al te hooggespannen verwachtingen. Dus een inspanningsverplichting van uw kant naar ons van: probeer dat in een kortere periode dan 3 jaar te realiseren, die inspanningsverplichting neem ik graag op me. De voorzitter Mevrouw Visser. Mevrouw Visser Voorzitter, de wethouder zegt nu, in onze richting: ik heb die drie jaar nodig om het volledig uit te rollen, want ik neem aan, het gaat om aanbeveling 3 tot en met 7. Ja, dat snap ik óók, dat staat in de brief. In de brief staat heel duidelijk: “samenvattend stellen wij u voor toe te voegen beslispunt agendapunt 8; beslispunten 3 tot en met 7 hebben betrekking op substantiële subsidies en worden in een periode van 3 jaar gefaseerd uitgevoerd. In mijn eerste termijn heb ik al duidelijk aangegeven dat 3 jaar voor mijn fractie te lang is. Dat kan, daar kunnen de wethouder en ik van mening over verschillen. Maar ik weet nu niet en misschien dat u daar dan wel duidelijkheid in kan scheppen: waar gaan we dadelijk over stemmen? De voorzitter Ja, daar ga ik duidelijkheid in scheppen, zo. Mevrouw Visser Want ik kan dus nu niet met een toegevoegd punt 8 leven. De wethouder kan mij niet wijs maken dat hij werkelijk 3 jaar nodig heeft voor 5 instellingen om 5 aanbevelingen over te nemen. De voorzitter Het is helder wat u vindt. De heer Dunsbergen.
- 247 -
De heer Dunsbergen Ja, voorzitter, voor mij is het ook helder. Maar ik heb de wethouder horen zeggen dat hij een inspanningsverplichting op zich genomen heeft. (…) Ja, dat kan. Maar aan de andere kant: u wilt het ook goed geregeld hebben. Kijk, waar het om gaat is, en dat is het uiteindelijke onderwerp, is de doeltreffendheid van subsidies. Daar gaat het om, dat is het onderwerp en daar is naar gekeken. En als het goed is kijken we daar jaarlijks naar, als we de jaarrekening met elkaar bespreken. Dan gaan we ook kijken van: hoe is die doeltreffendheid?. Wat de Rekenkamer gedaan heeft is de thermometer er in steken: hoe is het systeem? Ik geloof ook niet dat dat 3 jaar duurt; daar geloof ik helemaal niks van, dat je er 3 jaar voor nodig hebt. Dus in die zin vind ik het prima als de wethouder zegt dat hij een inspanningsverplichting heeft waar hij zich ook aan gaat houden. De voorzitter Mevrouw Verschoor en dan de heer de Jager. Mevrouw Verschoor We hebben het natuurlijk over SMART doelstellingen al die tijd gehad. En als je iets SMART maakt, dan maak je het ook realistisch en dan moet er een tijd aan vast zitten en dan vind ik eigenlijk, wat zei u ook alweer, inspanningsverplichting, vind ik dan SMART uitgedrukt een beetje vaag. De heer de Jager Dank u wel, voorzitter. Wij vinden een inspanningsverplichting al heel wat, maar hechten ook wel dat afgekabeld in de tijd. Wellicht is het een voorstel dat we afspreken dat over die eerste twee subsidies die aangepakt worden, dat die binnen een bepaalde termijn aan ons duidelijk terug worden gecommuniceerd, wat daar de voortgang van is en dat we op dat moment ook geïndiceerd krijgen wanneer die andere drie aan de beurt zijn. De voorzitter Mevrouw Visser. Mevrouw Visser Via u, voorzitter, zou ik toch graag aan meneer de Jager vragen: u zegt nou binnen een bepaalde tijd. Gaat u dan dadelijk een voorstel doen dat die eerste twee binnen een half jaar er zijn? Want anders spreken we nog niks af, vanavond. De heer de Jager Ik zou inderdaad over die eerste twee dan ook wel een termijn willen horen, ja. Mevrouw Visser Ja, maar dat zal denk ik van ons moeten komen. Want de wethouder houdt het niet SMART met inspanningsverplichting, dus dan zullen wij het SMART neer moeten zetten als raad. De heer de Jager Het is een voorstel, dus die eerste twee kader je af in de tijd en op het moment dat die naar ons toekomen, kan denk ik een beter beeld geschetst worden hoeveel tijd die andere drie dan zouden moeten kosten. De voorzitter Ik kijk even naar wethouder Lavooi of hij daar nog op wil reageren. Wethouder Lavooi Nou, ik vind het een mooi tussenvoorstel van de kant van de SGP/ChristenUnie fractie. Eerst die twee en op het moment dat die twee naar genoegen zijn afgehandeld, bezien hoeveel tijd het kost om de rest te doen. De voorzitter De heer de Jager. De heer de Jager Maar die eerste twee moeten dan wel in de tijd gefaseerd zijn. De voorzitter Maar wethouder Lavooi, kunt u daar een termijn voor noemen of wilt u daar nog even naar kijken en de raad op korte termijn informeren over de termijn waarvan u meent dat die realistisch is? Wethouder Lavooi Dat laatste lijkt mij het beste voorstel.
- 248 -
De voorzitter U mag alles besluiten wat u wilt besluiten. Ik probeer helderheid te krijgen over hoe het nu verder gaat. De heer de Jager. De heer de Jager Misschien iets te rekenkundig, maar dat mag wel bij dit onderwerp. Als 5 subsidies in drie jaar afgerond moeten worden, dan zouden de eerste twee toch wel binnen een jaar kunnen? Dus dan zouden we een termijn van binnen het jaar kunnen stellen? Wethouder Lavooi Ja, de eerste moeten binnen een jaar inderdaad gerealiseerd zijn. De heer de Jager Dus dat kan ook binnen 6 maanden dan? Wethouder Lavooi Nee… Voorzitter, als we nu uitspreken dat de eerste twee binnen een jaar aan u worden voorgelegd en laten we vervolgens dan bezien hoe we de rest gaan uitrollen. Dat lijkt mij toch eerlijk gezegd alleszins redelijk. Dat zeg ik ook in de richting van de heer de Jager. Dat lijkt me alleszins redelijk. De heer de Jager Als u bedoelt dat dat voor de zomer is van 2013? Wethouder Lavooi Ik heb gezegd: binnen een jaar en daar blijf ik bij. De voorzitter Mag ik u het volgende voorstellen? Mevrouw Visser Toch nog even ter ondersteuning van wat meneer de Jager vraagt: voor de zomer. Want dan zou je de eerste al mee kunnen nemen in de begroting 2014. Als dat na de zomer komt, kunnen we het niet meer meewegen in de begroting 2014. Dus wat dat betreft steun ik dat verzoek van meneer de Jager om zeker die eerste voor de zomer te hebben. De voorzitter Nou, volgens mij worden de begrotingen begin november altijd vastgesteld, dus in de maand september uiterlijk, volgend jaar betekent dat u het wel degelijk mee kunt nemen bij de begrotingsbehandeling. Dus ik zou u het volgende willen voorstellen. Ik constateer dat met betrekking tot de brief die het college heeft gestuurd, de raad beslispunt 1 niet wil heroverwegen, maar dat er wel een aantal opmerkingen zijn gemaakt die vooral gericht zijn in de richting van het college om te zorgen dat die transparantie blijft. Maar beslispunt 1 blijft staan zoals het er staat. Tenzij de heer de Jager alsnog een amendement indient om te zeggen: "opdracht geven" verander ik in "geef het college mee". Dat is niet het geval; oké. Dan zou ik willen voorstellen beslispunt 8 toe te voegen en dat zo te formuleren: de beslispunten 3 tot en met 7 hebben betrekking op substantiële subsidies. Binnen een jaar wordt van twee subsidies een nadere uitwerking aan de raad voorgelegd en bij die nadere uitwerking wordt een procesvoorstel voor de uitrol van de volgende fase gedaan. Ja? Heeft u hem? Dus het voorstel is om een amendement toe te voegen: beslispunt 8. Beslispunten 3 tot en met 7 hebben betrekking op substantiële subsidies. Binnen een jaar wordt voor twee subsidies een uitwerking aan de raad voorgelegd en bij die uitwerking wordt een procesvoorstel voor de uitrol van de volgende gedaan. Dat is het amendement. De heer Pauw. De heer Pauw Volgens mij moet je van “binnen een jaar” gewoon een datum maken. Op 25 september 2013. De voorzitter Dat kan me niet schelen, dat mag ook. 25 september 2013. Ja, jongens, als we daar gelukkiger van worden, dan doen we dat. De heer Pauw Nou, voorzitter, dat vind ik een beetje raar dat u dat zegt, want het gaat mij om het vergaderschema wat ik al ken voor volgend jaar, waar een aantal plannen voor zijn. En u zegt wel van: dan halen we het nog wel voor de begroting, maar dat moet je nog maar zien. Voor hetzelfde geld is de eerstvolgende vergadering pas eind september 2013. En als dat dan toevallig op de 26e is dan betekent dat inderdaad dat ze dus dan voor de zomer moeten komen en daar gaat het om.
- 249 -
De voorzitter U deed het voorstel om er 25 september van te maken. Ik neem uw voorstel over en ik breng dit amendement eerst in stemming. Wie is voor dit amendement? De heer de Jager Ik heb nog een vraagmoment. Dat gaat over die 25 september, dat is een serieuze vraag. Staat er dan: voor 25 september of op 25 september? De voorzitter Daar staat dat het voor 25 september aan de raad wordt aangeboden. Wie is voor dat amendement? Ik constateer dat dat amendement unaniem wordt aanvaard. Wie is voor het gewijzigde voorstel? Ook daar is iedereen voor. Daarmee is het gewijzigde voorstel unaniem aanvaard. Hamerstuk met stemverklaring 14. EERSTE WIJZIGING GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING PARKSCHAP NATIONAAL PARK DE BIESBOSCH De voorzitter Wie wenst daarover een stemverklaring af te geven? Mevrouw Visser, u heeft het woord. Mevrouw Visser Voorzitter, zowel voor dit concept raadsvoorstel als voor het volgende concept raadsvoorstel kan de fractie van PRO Sliedrecht zich niet in vinden, om twee redenen: omdat we nog steeds vinden dat het Parkschap onder had moeten worden gebracht in de regio Drechtsteden. En om de tweede reden, dat bij deze wijziging gemeenschappelijke regeling er niet getracht is een verbeterde uittredingsregeling te laten ontstaan. De voorzitter Dank u wel. Nog andere stemverklaringen? Dat is niet het geval. Vraagt iemand verder stemming? Dan is het voorstel aanvaard met de stemmen van de fractie van PRO Sliedrecht tegen.
15. ZIENSWIJZE JAARREKENING 2011 EN BEGROTING 2013 PARKSCHAP NATIONAAL PARK DE BIESBOSCH De voorzitter Iemand een stemverklaring? Niet het geval. Vraagt iemand stemming? Niet het geval, met de aantekening van de fractie van PRO Sliedrecht tegen, gezien de stemverklaring bij agendapunt 14.
16. SCHENKING DOOR STICHTING KRINGLOOPCENTRUM SLIEDRECHT VOOR NIEUWBOUW NME-CENTRUM De voorzitter Wie wenst daar een stemverklaring af te geven? Niet het geval. Vraagt iemand stemming? Ook niet het geval. Dan is deze schenking en dit voorstel unaniem aanvaard.
17. VASTSTELLEN BESTEMMINGSPLAN EN HOGERE GRENSWAARDEN ROND DE BONKELAAR De voorzitter Vraagt iemand daar een stemverklaring? De heer Pauw. De heer Pauw Voor het voorstel, voorzitter, maar graag herhalen we even de toezegging uit de opiniërende bijeenkomst inzake volledige aandacht voor de verkeerssituatie van de Zuiderzeestraat. De voorzitter De heer Prins. De heer Prins Ook de CDA fractie stemt in met het voorgestelde besluit en ook wij hebben een opmerking over de verkeerssituatie. In de toelichting op het bestemmingsplan staat dat de huidige verkeerssituatie gehandhaafd kan blijven en dat de bestaande wegen en ontsluitingen voldoende berekend zijn op de verwerking van de huidige en de nieuwe verkeersbewegingen. Maar als CDA fractie vragen wij u nadrukkelijk om de verkeerssituatie op en rond de aansluiting van de Zuiderzeestraat op de Deltalaan te blijven monitoren.
- 250 -
De voorzitter Ik begrijp dat met betrekking tot de verkeerssituatie er zorg bestaat en dat er aandacht gevraagd wordt voor dat punt. Dat is u in de opiniërende raad toegezegd. Ik herhaal u deze toezegging hier. Vraagt iemand stemming over dit voorstel? Mevrouw Verschoor. Mevrouw Verschoor Ja, op dit punt wil ik me graag onthouden van stemming. De voorzitter Mevrouw Verschoor onthoudt zich van stemming. Verder? Dan is het voorstel aanvaard. Dan was het dit voor vanavond. Ik dank u wel, tot de volgende keer.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Sliedrecht op 16 oktober 2012. De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
A.G.M. van de Vondervoort
- 251 -
