De Verzamelde Werken van de Ronde Tafel Arbeidszorg
Bevat zes consensusteksten: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Financiering Consensustekst arbeidszorg: doelgroep en doelstelling Regionale netwerkvorming Toeleiding, begeleiding en trajectbegeleiding Criteria initiatiefnemer Knelpuntennota
Ronde Tafel arbeidszorg
1
Ronde tafel arbeidszorg FBW – FDGG – PPG – SAW – SST – VLAB – VVI – VWVProvinciale netwerken (Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen)
Financiering functie arbeidszorg Vlaanderen Een stand van zaken door de heer Bart Marichal
Indeling: 1. Principes m.b.t. de financiering van de functie arbeidszorg 2. Soorten financieringsbronnen 3. Uitleg overzicht financieringsbronnen 4. Schema 1: financieringsbronnen functie arbeidszorg 5. Schema 2: andere ondersteuningsmaatregelen functie arbeidszorg Bijlage: Voorstel financieringsrooster per arbeidszorginitiatief
Ronde Tafel arbeidszorg
2
Nota 21 november 2002
Financiering functie arbeidszorg Vlaanderen Deze nota slaat op de financiering van de arbeidszorginitiatieven. Door de beperkte rendabiliteit van de projecten zijn de voornaamste kosten: -personeelskosten: omkadering en doelgroep (bv. verzekeringen, vergoedingen, … ) -diverse werkingskosten -investeringen (afhankelijk van het soort product en dienst)
1. Principes m.b.t. financiering van de functie arbeidszorg -de financiering van de functie arbeidszorg dient te steunen op de consensusteksten van de ronde tafel arbeidszorg: -consensustekst arbeidszorg (feb. 2001) -knelpuntennota (statuut cliënten/ medewerkers) (2de helft 2001)) -criteria initiatiefnemer arbeidszorg (24 sept 2001) -regionale netwerkvorming (24 sept 2001) -toeleiding, begeleiding en trajectbegeleiding arbeidszorg (24 sept 2001) -zolang de arbeidszorginitiatieven onvoldoende structurele financiering hebben in verhouding tot het aantal doelgroepmedewerkers dienen tijdelijke toelages te blijven bestaan -er is nood aan flexibele financieringssystemen: -de doelgroep van de meeste initiatieven is niet-categoriaal -door het intersectorale karakter van de meeste initiatiefnemers -sommige initiatiefnemers leunen niet aan bij één sector of geraken niet aan middelen binnen hun sector -wat met netwerken?
2. Soorten financieringsbronnen De financieringsstructuur van de arbeidszorginitiatieven is heel divers en bestaat uit een lappendeken van diverse financierings- en ondersteuningsbronnen. We kunnen in deze algemene nota niet volledig zijn, gezien ieder project zijn eigen lappendeken heeft met vaak heel eigen financieringsbronnen. Het is dan ook interessant om de financiële structuur van concrete initiatieven vaak te bekijken. -diverse beleidsniveaus -sectorale of niet-sectorale financiering -diverse criteria voor initiatiefnemers en doelgroep -financiering vanuit partners/ moederorganisaties: detacheringen, investeringen, logistiek, … m.b.t. detachering: -ofwel structureel (door een erkenning vanuit een partner of moederorganisatie) -ofwel tijdelijk of zolang nodig -tijdsduur van de toelages: eenmalig (giften, toelages, … ), (zeer) tijdelijk tot structureel (mits verder voldaan wordt aan erkenningsvoorwaarden) -gesloten enveloppes of open enveloppes (op basis van reële personeelskost) -diverse andere ondersteuningsbronnen: bv. vorming, promotie, veiligheid, infrastructuurtoelages, uitbouw steunpunt of netwerk (bv. coördinator, vrijstelling ambtenaar, … ),
Ronde Tafel arbeidszorg
3
3. Uitleg overzicht financieringsbronnen ? ? Welke financieringsbronnen? We willen enkel een overzicht geven van de grote financieringsbronnen die voldoen aan de volgende criteria: -structureel impact hebben op de financiering van de projecten -minstens een jaar -financiering van de functie arbeidszorg volgens de consensustekst: dus initiatieven die de functie arbeidszorg organiseren (begeleiding/ ondersteuning van arbeidsmatige activiteiten: begeleid werken, sociale economie, training) Op basis van deze criteria zijn de volgende financieringsbronnen niet opgenomen: -financiering van arbeidstrajectbegeleiding of vrijetijdstrajectbegeleiding (bv. experiment Geestelijke Gezondheidszorg) -ondersteuning vanuit moederorganisaties, mede-initiatiefnemers of partners: tenzij structureel (door bv. erkenning van de moederorganisatie op het vlak van arbeidsmatige activiteiten) ? ? Twee soorten financieringsbronnen
We maken een onderscheid tussen 2 soorten financieringen: ? ? Schema 1: Financieringsbronnen arbeidszorginitiatieven ? ? Schema 2: Andere ondersteunende maatregelen arbeidszorginitiatieven (bv. financiering van lokale, regionale, provinciale of Vlaamse netwerken) ? ? Welke informatie? We proberen zo beknopt mogelijk de volgende informatie te geven: -welk beleidsniveau? -soort financiering: tijdelijk/ structureel -bedrag: per project en/of totaal -voorwaarden m.b.t. initiatiefnemer en doelgroep Nieuwe financieringsbronnen sedert 1999: -experiment arbeidszorg-begeleid werken Vlaams Fonds (1999-2000): structurele erkenningen vanaf 2001 -erkenningen sociale werkplaatsen als arbeidszorgcentrum (sept 2002): structurele erkenningen vanaf 2002
Ronde Tafel arbeidszorg
4
4. Schema 1: Financieringsbronnen functie arbeidszo Beleidsniveau+sector
Soort financiering
Bedrag project
Europees Federaal ? ? Geestelijke gezondsheidszorg: -via erkenningen partners of moederorganisaties Vlaams ? ? Vlaams fonds -diensten begeleid werken exp: 1999-2000/ erk.: 2001 -dagcentra
??
Voorwaarden/ knelpunt Totaal maatregel
Geestelijke gezondheidszorg
Initiatiefnemer
??
Geestelijke gezondheids
? ? Vlaams Fonds -wellicht structureel (inspectie in 2002): personeel+werkingsmiddelen -structureel: personeel +werkingsmiddelen (bijdrage cliënten)
? ? Vlaams F -volgens convenant -Variabel, volgens erk.
? ? Vlaams F -30 mio
-via andere erkenning:
-structureel: erkenningen tehuizen voor niet-werkenden, tehuizen voor werkenden, beschermd wonen
-variabel volgens erk.
? ? Werkgelegenheid -arbeidszorg binnen sociale werkplaatsen: vanaf sept 2002
? ? Werkgelegenheid -1 werkbegeleider per 5VTE DLM (volgens grootte erkenning SW)
-variabel
-8717 plaatsen -erkenning Vlaams Fonds (2001)/ AZ: ?? 1700 pl?? Besch wo?? ? ? Werkgelegenheid -60 gesco’s -erkenning sociale werkplaat volgens grootte erkenning
??
??
Ronde Tafel arbeidszorg
? ? Vlaams Fonds -erkenning Vlaams Fonds: individuele arbeidszorg -3083 plaatsen -erkenning Vlaams Fonds (2001)/ AZ: ?? 2200 pl??
??
Beleidsniveau+sector
Soort financiering
Bedrag project
Provinciaal ? ? Antwerpen
Voorwaarden/ knelpunt Totaal maatregel
Initiatiefnemer
??
Antwerpen
??
Antwer
??
Antwer
??
Antwerpen
Limburg
??
Limburg
??
Limburg
??
Limburg
Vla-bra
? ? Vla-bra 4 mio (2003)
??
Limburg
??
??
Vlaams-Brabant
? ? Vlaams-Brabant Werkingstoelage per project
??
??
Oost-Vlaanderen
? ? Oost-Vlaanderen -Werkingstoelage per project
? ? Oost-Vl 165000/ pr
? ? Oost-Vlaanderen ? ? Oost-Vl 11 mio (2001: 7 -aanvraag volgens consensus arbeidszorg mio)
??
West-Vlaanderen
? ? West-Vlaanderen -Werkingstoelage per project
? ? West-V -400.000
? ? West-Vlaanderen ? ? West-Vl 4à5 mio (2001) -geen andere structurele erk 2à3 mio (2003?) ??
Regionaal (STC, welzijnsraden, …) Lokaal ? ? Sociaal Impulsfonds (federaal) ? ? ??
Andere gemeentelijke toelages
Ronde Tafel arbeidszorg
??
?? Tot en met 2002
??
variabel
??
variabel
Divers
??
variabel
??
variabel
? ? Vlaams-Brabant -erkenning sociale werkplaat
??
criteria per gemeente
5. Schema 2: Andere ondersteuningsmaatregelen functie ar Beleidsniveau+sector Europees Federaal
? ? Geestelijke gezondheidszorg Vlaams
? ? Vlaams Fonds ? ? Werkgelegenheid ??
Ronde Tafel arbeidszorg
Soort financiering
Bedrag project
Totaal maatregel
Voorwaarden/ knelpunt Initiatiefnemer
Beleidsniveau+sector
Voorwaarden/ knelpunt Initiatiefnemer
Soort financiering
Bedrag project
? ? Antwerpen
? ? Antwerpen
? ? Antwer ? ? Antwer
? ? Antwerpen
? ? Limburg
? ? Limburg Financiering Provinciaal netwerk: jaarlijkse werkingssubsidie na jaarverslag en beleidsplan
? ? Limbur ? ? Limburg 1,750 mio g /
? ? Limburg Jaarverslag en beleidsp werkingsmiddelen voor opdrachten Criteria visietekst
? ? Vlaams-Brabant
? ? Vlaams-Brabant Stafmedewerker provincie
? ? Oost-Vlaanderen
? ? Oost-Vlaanderen Financiering coördinator provinciaal netwerk, onderzoek, vorming
Provinciaal
? ? West-Vlaanderen
Ronde Tafel arbeidszorg
? ? Vlabra
Totaal maatregel
? ? Vla-bra
? ? Vlaams-Brabant
? ? Oost-Vl ? ? Oost-Vlaanderen ? ? OostVl
? ? West-Vlaanderen ? ? West-Vl ? ? West-Vlaanderen Financiering vorming, andere reglementen (bv. infrastr.), kwaliteitsplanning (Amelior); ? ? Westpromotie regionale V netwerken
Beleidsniveau+sector Regionaal (STC, welzijnsraden, …) Lokaal
Soort financiering
? ? Sociaal Impulsfonds (federaal)
? ? Tot en met 2002 Divers: investeringen, onkostenvergoeding medewerking, infrastructuur, promotie, …
? ? Andere gemeentelijke toelages
? ? Divers Specifieke reglementen of toelages
Ronde Tafel arbeidszorg
Bedrag project
Totaal maatregel
Voorwaarden/ knelpunt Initiatiefnemer
Bijlage: Naar een financieringsraster per arbeidszorginitiatief? Sector? Sectorale doelgroepcriteria? Aantal doelgroepmedewerkers Initiatiefnemer: Aantal voltijds equivalenten: Aantal individuele medewerkers:
-weekbasis -jaarbasis -weekbasis -jaarbasis
Overzicht toelages:
Het gaat hier over de financiering van de functie arbeidszorg zelf. Soms is deze functie gekoppeld aa eventueel ook criteria zijn voor de omkadering en doelgroep.
Sleutels: -kost werkbegeleider kan sterk variëren: afhankelijk van de soort toelage, contract, barema, anciënnit Voorstel: als project zelf de sleutel bekijken: hoeveel werkbegeleiders worden gefinancierd en hoe? -1 werkbegeleider per 5 VTE
Ronde Tafel arbeidszorg
Soort toelage: niveau+sector wat wordt gefinancierd
Periode
Bedrag
Federaal Vlaams Provinciaal Regionaal Lokaal Andere (partners, moederorganisatie, …)
Andere ondersteuningsmaatregelen: Financieringsraster werkbegeleiding ? ? Vakjes opvullen met financieringsbron ? ? Starten met meest structurele financiering
Aantal VTE Financiering
Aantal doelgroepwerknemers: VTE: per schijf van 5
totaal
Ronde Tafel arbeidszorg
Sleutels Financiering aantal werkbegeleiders
Fictief voorbeeld: Aantal doelgroepwerknemers: VTE: per schijf van 5 Aantal 5 5 5 1 VTE: bv. 16 Financiering 1 WB 0,4 SIF sociale 0,3 Prov werkplaats totaal 1 WB 0,7 WB
Ronde Tafel arbeidszorg
ARBEIDSZORG
Consensustekst n.a.v. de rondetafelgesprekken 24.04.01
1.
Doelstelling Deelname aan arbeidsmatige activiteiten bevordert de kansen op maatschappelijke (re)integratie en participatie en maakt latente functies van arbeid bereikbaar. Arbeidszorg richt zich naar personen die omwille van persoons- en/of maatschappijgebonden redenen niet (meer) kunnen tewerkgesteld worden in het reguliere of beschermende tewerkstellingscircuit. Door het aanbieden van een continuüm aan ondersteunende maatregelen onder de vorm van arbeidsmatige activiteiten binnen een productieve en/of dienstverlenende werkomgeving, wil arbeidszorg het recht op arbeid waarborgen. Op deze manier wordt bijgedragen tot het algemeen welzijn van de deelnemers.
1.1. Het gewaarborgd recht op arbeid Arbeidszorg wil de latente functies van arbeid bereikbaar maken door het aanbieden van het gewaarborgd recht op arbeid. Recht op arbeid geeft zin aan het bestaan, verhoogt eigenwaarde en maatschappelijke erkenning, structureert de tijd en bevordert de sociale contacten. Het middel om het operationeel doel ‘arbeid’ te bereiken, is arbeidszorg dat toelaat de nodige persoonlijke en sociale vaardigheden voor sociale inschakeling te verwerven. Arbeidszorg draagt alzo bij tot de sociale (re)integratie van de doelgroep. Deze persoonlijke en sociale ontplooiing kan eveneens een effect hebben op de mogelijkheden om een geschikte job te vinden. 1.2.
Arbeidsmatige activiteiten Arbeidszorg wil het recht op arbeid openen door het aanbieden van een continuüm aan arbeidsmatige activiteiten die voldoende gedifferentieerd en complementair zijn. Bovendien dienen ze afgestemd te zijn op de specifieke individuele noden van de doelgroep. Voorbeelden van arbeidsmatige activiteiten zijn: werken in een arbeidszorgcentrum, begeleid onbetaald werk, … Om tegemoet te komen aan elke individuele vraag en situatie van de personen uit de doelgroep worden geïndividualiseerde arbeidsmatige activiteiten op maat aangeboden in de eigen beschermende setting of in een andere werkomgeving. Het aangeboden arbeidsproces kan een groepsmatig gebeuren zijn dat plaatsvindt in een atelier. Men hanteert de groepsdynamica en de interpersoonlijke communicatie als onmisbare schakel om de sociale reïntegratie en participatie aan arbeid voor te bereiden.
Ronde Tafel arbeidszorg
13
Om optimaal te kunnen voldoen aan elke individuele zorgvraag kan door de opbouw van een netwerk van contacten in het regionaal socio-economisch weefsel naast de atelierwerking tevens een aanbod van zinvolle arbeidsactiviteiten op een externe arbeidspost gecreëerd worden waar men ondersteunende begeleiding biedt via het individueel begeleid werk (supported employment). De arbeidsmatige activiteiten, in zowel de groepsmatige als de geïndividualiseerde benadering, worden gekenmerkt door de volgende elementen: ? Er wordt gewerkt binnen een productieve en/of dienstverlenende werkomgeving waarbij producten gemaakt of diensten verleend worden, die op een geregelde basis verkocht en/of aangeboden worden. ? De activiteiten van de doelgroepmedewerkers primeren boven het winstbejag. Echter door het zo optimaal benutten van de potentiële capaciteiten van de doelgroepmedewerkers, en rekening houdend met de aanwezige omkadering, wordt wel gestreefd naar het behalen van een zo hoog mogelijk rendement. M.a.w. door het optimaliseren van het functioneringsniveau van de medewerkers wordt een zo optimaal mogelijke rentabiliteit nagestreefd. ? Dit alles stelt een aantal vereisten bij de organisatie van het productie- en/of dienstverleningsproces. Er wordt gewerkt binnen een beschermend milieu, binnen een laboratorium waar men fouten mag maken zonder veel risico’s te lopen en waar men de eigen mogelijkheden kan uittesten, met een wisselwerking tussen ervaring en bezinning. De doelgroepmedewerkers worden daarbij intensief begeleid door de begeleiders in het atelier of op de werkvloer. Het aangeboden arbeidsproces wordt gekenmerkt door het minimaliseren of zelfs volledig wegnemen van stressverwekkende factoren (zoals werktempo). De term maatwerk staat centraal gedurende de ganse arbeidsperiode. Iedereen beschikt over een aantal troeven waarmee opduikende problemen worden aangepakt. Onze doelgroep verschilt daarin niet van anderen, alleen moeten zij vechten om te verkrijgen wat voor anderen vanzelfsprekend is en bovendien zijn zij kwetsbaarder door de opeenstapeling van problemen waar zij mee te kampen hebben. Er bestaat geen typeprofiel van onze arbeidszorgmedewerkers. Daarom is het belangrijk iedereen een begeleiding op maat aan te bieden. Dit betekent dat de plaats die de doelgroepmedewerker heeft zowel binnen het continuüm aan maatregelen als binnen het ganse productie en/of dienstverleningsproces, kan afgestemd worden op de capaciteiten en (momentane) beperking van de medewerkers. Het arbeidsproces laat toe dat er tijd kan vrijgemaakt worden voor de 0de-lijnsopvang op de werkvloer. Bij de socio-professionele inschakeling van de doelgroepmedewerkers moeten het sociale en het professionele aspect tegelijkertijd worden aangepakt. Naast het verwerven van specifieke vaktechnische vaardigheden, moeten ook de persoonlijke en sociale ontwikkeling, de ontplooiing en het welzijn van de medewerkers zoveel mogelijk bevorderd worden. Het gedifferentieerd en complementair aanbod aan activiteiten en aan ondersteunende methodieken moet het mogelijk maken dat iedereen op de juiste plaats het juiste aanbod krijgt dat zo nauw mogelijk aansluit bij de individuele noden en verwachtingen van onze doelgroep. De differentiatie kan legio zijn: ? individuele arbeidstaken en activiteiten waar men in groep aan participeert; ? eenvoudige en complexe arbeidstaken; 14 Ronde Tafel arbeidszorg
? werk met veel wisselende sociale contacten en werk dat in een vertrouwd milieu plaatsvindt; ? permanente begeleiding en discrete ondersteuning; ? …
2.
Doelgroep arbeidszorg Arbeidszorg richt zich tot personen die omwille van persoonsgebonden- en/of maatschappijgebonden redenen op het moment van hun instap in arbeidszorg niet kunnen werken onder een arbeidscontract in het reguliere of beschermende tewerkstellingscircuit. De mogelijkheden en beperkingen van de medewerkers vormen het uitgangspunt bij arbeidszorg. Aangezien deze mogelijkheden en beperkingen geen statisch gegeven zijn, bepalen zij de dynamiek binnen arbeidszorg. Dit betekent dat de inschakeling in arbeidszorg voor de doelgroepmedewerkers niet determinerend is. Doorstroming naar andere (ondersteunende) tewerkstellingsvormen blijft mogelijk (niet noodzakelijk). Onder persoonsgebonden redenen dient men persoonlijke disfuncties te verstaan, (zoals o.a. lage stressbestendigheid, psychiatrische problematiek of psychische instabiliteit, mentale/fysische/sociale handicap, lage scholingsgraad, gebrek aan basiscompetenties,...). Deze persoonlijke disfuncties kunnen op arbeidsvlak resulteren in o.a. (zeer) laag rendement, (zeer) traag arbeidstempo, (zeer) lage flexibiliteit,... Het betreft vereisten die in het reguliere tewerkstellingscircuit hoog aangeschreven staan en die ook van (minder) belang zijn in andere beschermende tewerkstellingsinitiatieven Andere persoonsgebonden redenen die niet van invloed zijn op het al dan niet kunnen werken, maar die een maatschappelijk negatievere connotatie hebben zijn bvb. leeftijd, gevangenisverleden,... Deze persoonsgebonden selectiecriteria maken dat deze mensen geen plaats meer vinden in het normaal arbeidscircuit. Maatschappijgebonden redenen Aan de aanbodzijde van de arbeidsmarkt is weinig of geen arbeid beschikbaar voor maatschappelijk zwakke groepen. Stilaan is er een groep potentiële doelgroepmede-werkers ontstaan wiens kansen op de arbeidsmarkt (zowel in het regulier als in het beschermd circuit) nihil zijn. Hun kansen worden nog extra beperkt door hoger gekwalificeerden die functies bekleden die traditioneel ingenomen werden door lager geschoolden.
Essentieel is dat dit niemandsvolk dat buiten het huidige voorzieningenaanbod valt zelf haar weg kan zoeken naar maatschappelijke nuttigheid en dat ze op die manier iets van de keuzevrijheid verwerft die werkenden ook hebben.
Ronde Tafel arbeidszorg
15
RONDETAFEL ARBEIDZORG Consesustekst 24 september 2001
Regionale Netwerkvorming Inleiding Arbeidszorg een nieuw begrip voor een historische waarde in de zorg. Het is niet vandaag dat partijen in de zorg achter het belang en de betekenis van arbeid in een revalidatieproces, in een therapeutisch/agogisch handelen, komen. Reeds lang zijn er beproefde en gewaardeerde initiatieven. Wel nieuw is dat de verschillende sectoren die vaak op een niet afgestemde wijze noch op de doelgroep noch op elkaar een gemeenschappelijke visie en toepassing hebben vastgelegd met het doel arbeidszorg op maat te kunnen aanbieden. Op initiatief van de sociale werkplaatsen werd in de schoot van de Koning Boudewijnstichting een consensus ontwikkeld over de sectoren heen.
Doelstelling arbeidszorg: cfr. bijlage consensustekst Deelname aan arbeidsmatige activiteiten bevordert de kansen op maatschappelijke (re)integratie en participatie en maakt latente functies van arbeid bereikbaar. Arbeidszorg richt zich tot personen die omwille van persoons- en/of maatschappijgebonden redenen niet (meer) kunnen tewerkgesteld worden in het reguliere of beschermende tewerkstellingscircuit. Door het aanbieden van een continuüm aan ondersteunende maatregelen onder de vorm van arbeidsmatige activiteiten binnen een productieve en/of dienstverlenende werkomgeving, wil arbeidszorg het recht op arbeid waarborgen. Op deze manier wordt bijgedragen tot het algemeen welzijn van de deelnemers.
Doelgroep: cfr. bijlage consensustekst Arbeidszorg richt zich tot personen die omwille van persoons- en/of maatschappijgebonden redenen op het moment van hun instap in arbeidszorg niet kunnen werken onder een arbeidscontract in het reguliere of beschermende tewerkstellingscircuit. De mogelijkheden en beperkingen van de medewerkers vormen het uitgangspunt bij arbeidszorg. Aangezien deze mogelijkheden en beperkingen geen statisch gegeven zijn, bepalen zij de dynamiek binnen arbeidszorg. Dit betekent dat de inschakeling in arbeidszorg voor de doelgroepmedewerkers niet determinerend is. Doorstroming naar andere (ondersteunende) tewerkstellingsvormen blijft mogelijk (niet noodzakelijk).
Ronde Tafel arbeidszorg
16
Arbeidszorginitiatieven steunen op functies Arbeidszorg situeert zich binnen de zorg, werkt vraaggestuurd en steunt in zijn toepassing op functies en geëigende methodieken. Als belangrijkste functies onderscheiden wij: ??Atelierwerking: hierin wordt de functie werken in atelier uitgebouwd. Doelgroepmedewerkers worden op de werkvloer van het centrum begeleid middels een geëigende methodiek in functie van zeer uiteenlopende vraagstellingen. ??Begeleid werken: deze functie steunt op de methodiek van supported employment en doelt op de begeleiding van doelgroepmedewerkers op externe arbeidsposten. ??VTO (vorming training en opleiding): deze functie ondersteunt doelgroepmedewerkers in belangrijke mate in het verwerven van de juiste arbeidsattitudes en vaardigheden. Voorwaarden 1. Leden verklaren zich akkoord met de doelstelling en de werking van het Regionaal Netwerk. 2. Leden ondertekenen de consensustekst en stemmen hun werking af op de principes opgenomen in deze nota. 3. Het arbeidszorginitiatief is minstens 20 uren/week in werking en meer bepaald, minstens ½ dagdeel gedurende 5 dagen per week. 4. In het arbeidszorgintiatief moet voldoende deskundige begeleiding aanwezig zijn. Er wordt gestreefd naar 1 begeleider op 5 voltijdse equivalenten doelgroepmedewerkers. 1 voltijds equivalent bedraagt 30 uren/week. 5. In het arbeidszorginitiatief moet aan alle elementaire basisvoorwaarden voldaan zijn om op een menswaardige manier een degelijke werking uit te bouwen (hygiëne, aangepaste en voldoende infrastructuur, verwarming, veiligheid, onthaal, … ). Het arbeidszorginitiatief dient de nodige maatregelen te nemen voor de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de begeleid(st)ers en de doelgroepmedewerkers, met inbegrip van maatregelen ter preventie van mogelijke risico’s verbonden aan het uitvoeren van arbeidsmatige activiteiten. Het arbeidszorginitiatief dient hiertoe een verzekeringspolis afgesloten te hebben. 6. De begeleiding aangeboden in het arbeidszorginitiatieven wordt ondersteund door een arbeidszorgovereenkomst, een begeleidingplan en een individuele fiche (met o.m. ante-cendenten en medische gegevens) per doelgroepmedewerker. Het arbeidszorginitiatief hanteert ook een huishoudelijk reglement dat ter beschikking wordt gesteld aan elke doelgroepmedewerker.
Opdrachten en resultaatsgebieden 1. In het kader van het vraaggestuurd werken ertoe bijdragen dat al de partijen binnen arbeidszorg zijnde de doelgroepmedewerkers, de hulpverlenende organistie/doorverwijzer of het arbeidszorginitiatief goed op mekaar afgestemd blijven.
Ronde Tafel arbeidszorg
17
2. Het NETWERK heeft tot opdracht om structurele verbindingen, samenwerkingsverbanden en overeenkomsten te realiseren met de belangrijkste actoren met betrekking tot de toeleiding van risicogroepen tot tewerkstelling en met bestaande opleidings- en tewerkstellingsintiatieven en de arbeidstrajectbegeleiding. Dit geschiedt door het afsluiten van protocols. 3. Het verzorgen van een vormingsbeleid voor medewerkers van arbeidszorginitiatieven ? Omdat de vraag naar vergroting van de professionaliteit en verdieping van de methodiek steeds groeit zal het NETWERK de taak ‘vorming op de verschillende niveaus’opnemen. ? De vorming zal zich richten naar coördinatoren, begeleider/sters op de werkvloer en de doelgroepmedewerkers 4. Het organiseren van overleg tussen de aangesloten initiatieven. Het NETWERK staat in voor het organiseren van een structureel en regelmatig overleg tussen de verschillende Arbeidszorginitiaitieven. Op vaste tijdstippen zullen de Arbeidszorginitiatieven, ontstaan uit volgende sectoren, de Gehandicaptensector, Het Algemeen Welzijnswerk, De Geestelijke Gezondheidszorg en de Sociale tewerkstelling middels hun coördinator vertegenwoordigd zijn op deze overlegmomenten. Het samenstellen en uitvoeren van een regionaal beleidsplan m.b.t. doelgroepenbeleid, afstemming inhoudelijke werkingen en spreidingsbeleid van het aanbod. ? Om de doelgroepafbakening te optimaliseren zal de bestaande doelgroep in kaart gebracht worden en zullen kandidaat doelgroepmedewerkers gescreend worden. ? Door overleg, uitwisseling en vorming wordt ernaar gestreefd om inhoudelijk eenvormig te werken met een specifiek methodiek ‘de arbeidszorgmethodiek’. ? Het netwerk werkt aan een toegankelijkheidsbeleid, zodanig dat er een zo groot mogelijk keuze is voor de doelgroepmedewerkers. 5. Organiseren van kwaliteitsbewaking. Omdat kwaliteitsnormen meer en meer belangrijk worden, zal het kwaliteitsvol werken binnen Arbeidszorg opgenomen worden door het netwerk.
Ronde Tafel arbeidszorg
18
RONDETAFEL ARBEIDZORG Consesustekst 24 september 2001
Toeleiding, begeleiding en trajectbegeleiding arbeidszorg Principes ? De toeleiding, begeleiding en trajectbegeleiding vertrekt van de basisprincipes binnen de consensustekst arbeidzorg : zorgen voor arbeid voor mensen die vragen hebben naar arbeid en begeleiding op maat. ? Arbeid wordt gezien als een middel voor een betere kwaliteit van leven. ? Er is steeds voldoende aandacht voor een integrale benadering van de cliënt: bv. aandacht voor andere vragen naar ondersteuning : gezondheid, wonen, (huishouden, … ) vrije tijd, persoonlijkheid, relaties, … ? Arbeidszorg wordt gezien als een onderdeel van een arbeidstraject: een tussenstap ofwel een tijdelijke of blijvende eindstap. ? De cliënten dienen gemakkelijk in en uit arbeidszorg kunnen stappen. ? De cliënten worden gezien als actieve partners in het begeleidings- en arbeidsproces: rekening houden met de vragen, noden en wensen van de cliënt. ? Alle partners engageren zich binnen een arbeidstrajectmatig denken. ? Initiatiefnemers arbeidszorg engageren zich binnen regionale, provinciale en/of Vlaamse netwerken. Deze netwerken kunnen diverse functies op zich nemen: bv. coördinatie, bewaking, visie, kwaliteitsbewaking,… Procudere ? Er zijn op dit ogenblik diverse actoren m.b.t. toeleiding arbeidzorg: ? de cliënt zelf: die zelf keuzes maakt en beslissingen neemt; ? het persoonlijk netwerk; ? een arbeidstrajectbegeleidingsdienst: VDAB, ATB, arbeidsdienst OCMW, andere arbeidsdiensten; ? andere doorverwijzers: diensten en voorzieningen; ? instanties vervangingsinkomen; ? de initiatiefnemers die de functie arbeidzorg organiseren. ? Bij toeleiding naar arbeidzorg zien we minimaal 3 actoren: ? de cliënt zelf (met eventueel ondersteuning van zijn eigen persoonlijke netwerk); ? een dienst die de functie opneemt van arbeidstrajectbegeleiding (een arbeidstrajectbegeleidingsdienst, een doorverwijzer of de initiatiefnemer zelf); ? de initiatiefnemer arbeidszorg.
Ronde Tafel arbeidszorg
19
Diensten voor arbeidstrajectbegeleiding dienen hun onafhankelijkheid van concrete organisatie van de arbeid aan te tonen door middel van een procedure. Dit kan extern bewaakt worden door kwaliteitssystemen en sectorale audits (controle of screening). ? We streven naar een duidelijke, maar soepele procedure. ? Er zijn diverse toetsingsmomenten of “filters”: ? de motivatie, keuze en beslissing van de cliënt; ? arbeidszorg binnen een traject (begeleid door trajectbegeleidingsdienst, andere doorverwijzers of initiatiefnemers); ? intakeprocedure van de initiatiefnemer en regionale/provinciale afspraken m.b.t. intake; ? toetsing, goedkeuring en controle vervangingsinkomen; ? sectorale procedure m.b.t. subisidiëring van begeleiding. Stap 1: Toeleiding – de cliënt leren doelgroepbewaking, oriëntatie, … Functie/actie/…
kennen
-
intake,
screening
met
Wie?
? Intake, screening met doelgroepbewaking, ? Arbeidstrajectbegeleidingsdiensten: trajectplanning, … VDAB, ATB, arbeidsdienst OCMW, andere (verleden, heden, en toekomst in kaart arbeids-diensten bren-gen en bespreken) ? Werkwinkel ? Andere doorverwijzers: diensten en voorzieningen uit diverse sectoren; bv. zieken-fondsen, gezondheidszorg, justitie, algemeen welzijnswerk, Vlaams Fonds, … ? Multidisicplinaire diensten in functie van screening met doelgroepbewaking en orënta-tie ? Onderzoek en bekomen van behoud van vervangingsinkomen
? Bovenstaande partners ? Instanties vervangingsinkomens: ziekenfond-sen, RVA, OCMW’s, min. Sociale Voorzorg
? Sectorale procedures als voorwaarde voor ? Sectorale instanties: ? begeleiding binnen bepaalde projecten: multidisciplinaire teams Vlaams ? inschrijvingsprocedure Vlaams Fonds Fonds ? eventueel in de toekomst: VDAB (cf. ? VDAB so-ciale werkplaatsen) Stap 2: Opleiding, werkervaring, vorming Enkel van toepassing als de cliënt nog zijn mogelijkheden wil ontwikkelen in functie van een gepaste job binnen arbeidszorg. Dit kan op diverse ogenblikken: ? voor de start van een gepaste job binnen arbeidszorg; ? tijdens de job binnen arbeidszorg.
Ronde Tafel arbeidszorg
20
Stap 3: Ontwikkelen van een gepaste job binnen arbeidszorg Functie/actie/…
Wie?
? Een gepaste job binnen arbeidszorg ontwikkelen en zoeken: eigen mogelijkheden als persoon, aanbod van arbeids(zorg) bespreken, een keuze maken
? Cliënt zelf, mensen uit het persoonlijk netwerk, actor, arbeidstrajectbegeleiding, doorverwijzer, …
? Intake bij een initiatiefnemer: infogesprekken/intakegesprekken ? info over eigen aanbod aan arbeid en begeleiding ? info over de mogelijkheden in de regio ? toetsen vervangingsinkomen ? toetsen criteria arbeidszorg en eigen criteria als initiatiefnemer
? De initiatiefnemer: ? intakeprocedure van de initiatiefnemer(ev. met eigen intaketeam of externe deskundigen) regionale afspraken
?
? Beslissing nemen
? ?
of
provinciale
intake-
Cliënt De initiatiefnemer
Stap 4: Inwerken in een gepaste job binnen arbeidszorg Functie/actie/…
Wie?
? Actor functie arbeidstrajectbegeleiding ? Voorbereiding start job: planning, afspraken, overeenkomst, proefperiode, … ? Initiatiefnemer ? Concrete administratie behoud vervangingsinkomen
Stap 5:
Blijvende ondersteuning arbeidstraject
bij
? Initiatiefnemer vervangingsinkomens: ? Instanties ziekenfond-sen, RVA, OCMW’s, min. Sociale Voorzorg de
arbeid
en
een
Functie/actie/…
Wie?
? Werkbegeleiding op de werkvloer binnen een begeleidingsplanning
? Initiatiefnemer
? Toetsen tevredenheid, evaluatiegesprekken, functioneringsgesprekken
? Initiatiefnemer
mogelijk
verder
? Bespreking van het arbeidstraject binnen ? Initiatiefnemer een integrale benadering; evolutie, ? Actor functie arbeidstrajectbegeleiding verdere ontwikkelingsmogelijkheden, … ? Ev. doorverwijzer ? Administratie vervangingsinkomen
? Initiatiefnemer
? Verdere toetsing en/of goedkeuring behoud vervangingsinkomen
? Initiatiefnemer ? Instanties vervangingsinkomens: ziekenfond-sen, RVA, OCMW’s, min. Sociale Voorzorg
Stap 6: Doelgroepbewaking door een periodieke rapportage van de aanwezige doelgroep aan de erkennende instantie Ronde Tafel arbeidszorg
21
RONDETAFEL ARBEIDZORG Consesustekst 24 september 2001
Criteria initiatiefnemer arbeidszorg Onder initiatiefnemer van arbeidszorg wordt de organisatie begrepen die de functie “arbeidszorg” organiseert. Om in aanmerking te komen als initiatiefnemer arbeidszorg dient de organisatie aan volgende voorwaarden te voldoen: 1. 2. 3. 4.
5.
6. 7. 8. 9.
De initiatiefnemer is statutair hetzij een openbare dienst, een vereniging zonder winstoogmerk, of een vennootschap met een sociaal oogmerk. De Federale of Gewestelijke Overheid is verantwoordelijk voor de erkenning van de initiatiefnemer. De initiatiefnemer houdt een boekhouding bij met het doel een transparant overzicht te geven van zijn exploitatie met betrekking tot arbeidszorg. De initiatiefnemer sluit een overeenkomst af met elke doelgroepmedewerker waarin alle wederzijdse rechten en plichten geregeld zijn. In het bijzonder: ? de duur van de overeenkomst; ? individuele uurregeling; ? modaliteiten van begeleiding; ? de aard van de activiteiten; ? de afspraken met betrekking tot evaluatie en bijsturing ? de regelingen met betrekking tot de verzekeringen, werkkledij, veiligheidsinstruc-ties en hygiëne; ? de regelingen met betrekking tot het inkomen van de doelgroepmedewerker; ? de vergoedingen en eventuele kostenregelingen; ? verwijzing naar het huishoudelijk reglement. De initiatiefnemer dient per doelgroepmedewerker te kunnen aantonen dat de trajectbegeleidingen en het toeleiden naar arbeidszorg in het bijzonder voldoende onafhankelijk gebeurt van het concrete arbeidszorginitiatief. De initiatiefnemer aanvaardt een externe doelgroepbewaking. De initiatiefnemer van arbeidzorg neemt actief deel aan een regionaal overlegplatform arbeidszorg. De initiatiefnemer respecteert de regionale afspraken met betrekking tot de intake. De initiatiefnemer onderschrijft de consensustekst met betrekking tot de doelstelling en doelgroep van arbeidszorg , toeleiding, intake en netwerkvorming.
Ronde Tafel arbeidszorg
22
KNELPUNTENNOTA Inleiding De knelpunten worden geanalyseerd via 4 invalshoeken, al naargelang het statuut van de DGM. Algemene knelpunten over alle statuten heen.
A. Attestering DGM Erkenning als vrijwillige medewerkers. Zijn DGM ongeacht hun statuut vrijwilligers of zijn ze toch werknemers? We pleiten voor een tussenstatuut vrijwilliger waar er sprake is van vrijwillige medewerkers in een productieve of dienstverlenende setting, zoals omschreven in de consensustekst. Zie consensustekst.
B. Attestering promotor De promotor krijgt een attest, d.w.z. dat de promotor gelegitimeerd is om Arbeidszorg te organiseren en DGM met statuut vrijwilliger toe te laten. Deze attestering geldt ook voor privé-werkgevers. Deze attestering moet extern bewaakt worden. De promotor moet met alles in orde zijn alsof hij een ‘echte’werkgever is, nl. alsof hij iemand met een arbeidsovereenkomst in dienst heeft. D.w.z. dat hij zich in orde stelt met de verzekering BA, AO-verzekering, woon- en werkverkeer verzekert, veiligheidsvoorschriften naleeft, zich aansluit bij een arbeidsgeneeskundige dienst en een arbeidsorganisatie heeft die een inspraak- en klachtenprocedure voorziet. Indien er over dit laatste geen akkoord is kan de DGM zich tot de externe dienst wenden.
1. UITKERINGSGERECHTIGDE WERKLOZEN A. DGM Vlaams niveau ?
Toelating RVA gebeurt op advies van de VDAB en STD.
? VDAB moet dossier op negatief zetten: ? DGM mag passende betrekking weigeren; ? DGM wordt uitgeschreven als werkzoekende; ? vrijgesteld als werkzoekende; ? vrijgesteld van stempelcontrole; ? uitstel schorsing langdurige werkloze. Vermits er hier telkens een individuele toestemming gegeven wordt kan dit door verschillende RVA’s tot verschillende interpretaties leiden. Knelpunt hier is het ontbreken van éénduidige richtlijnen. Ronde Tafel arbeidszorg
23
Federaal niveau ? Toelating RVA voor vrijstelling stempelcontrole. ? Toelating RVA voor mogelijke opleidingsvergoeding van maximum 40 fr./uur. B. Promotor
Federaal niveau ? RSZ (alleen indien er vergoeding uitbetaald wordt). Op de vergoedingen in geld moet bedrijfsvoorheffing, maar geen RSZ betaald worden. Nochtans betwist de RSZ dit; sommige arbeidszorgcentra hebben al een boete opgelopen. Er is nog altijd geen eensluidende, wettelijke regeling hier rond. ? Arbeidsinspectie: de hamvraag hierbij is of het contract dat met de DGM opgemaakt wordt een arbeidsovereenkomst is of, of een overeenkomst voor vrijwilligerswerk of een arbeidsovereenkomst voor vrijwillige medewerkers in arbeidszorg (zie algemeen knelpunt). ? Inspectie van Sociale wetten (Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid) Moet er telkens een akkoord zijn van de Sociale Inspectie, of kan via een globale attestestering dit individueel akkoord vermeden worden.
3. RIZIV A. DGM Federaal niveau ? Toelating medisch adviseur. Voor DGM arbeidszorg geeft men best een toestemming ‘lichte bezigheid’. Het zou wenselijk zijn dat men bij het geven van toelatingen een onderscheid zou maken tussen de progressieve werkhervatting en een toestemming lichte bezigheid. Progressieve werkhervatting gaat immers om de deeltijdse uitvoering van een bestaande arbeidsovereenkomst en is niet van toepassing binnen arbeidszorg. Lichte bezigheid is meestal in een andere setting en gaat niet om een arbeidsovereenkomst. Bij de lichte bezigheid kan men bovendien toelating geven voor onbepaalde duur in tegenstelling tot progressieve werkhervatting, waarbij men toelating krijgt voor 3 maand waarna men telkens opnieuw op controle moet gaan.
B. Promotor Federaal niveau ?
RSZ (alleen indien er vergoeding uitbetaald wordt).
? Arbeidsinspectie. ? Inspectie van Sociale wetten (Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid).
Ronde Tafel arbeidszorg
24
3. TEGEMOETKOMING MINDER-VALIDEN A. DGM Federaal niveau Er blijft een grote onduidelijkheid over de interpretatie van de vergoeding arbeidszorg. Strikt genomen volgens de reglementering wordt dit in aanmerking genomen. Als het gaat om een opleidingsvergoeding wordt het blijkbaar niet in aanmerking genomen. Ook hier is éénduidige interpretatie wenselijk.
B. Promotor Federaal niveau ?
RSZ (alleen indien er vergoeding uitbetaald wordt).
? Arbeidsinspectie. ? Inspectie van Sociale wetten (Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid).
4. STEUNTREKKENDEN OCMW A. DGM Vlaams niveau Er is een toelating van het OCMW nodig en een toelating cumul is mogelijk. Hier speelt de wettelijke autonomie van elk OCMW mee. Een bekendmaking en profilering van Arbeidszorg ,zodat de werkvorm bij de verschillende OCMW’s op dezelfde manier geïnterpreteerd wordt is hier aangewezen.
B. Promotor Federaal niveau ?
RSZ (alleen indien er vergoeding uitbetaald wordt).
? Arbeidsinspectie. ? Inspectie van Sociale wetten (Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid).
Algemene knelpunten 1.
Het Regionaal Arbeidszorgnetwerk Het Regionaal Arbeidszorgnetwerk zorgt, buiten de attestering, ook voor de dispatching van de instroom en toewijzing naar de verschillende arbeidszorgcentra. Er moet een zorgbemiddeling/zorgafstemming en een zorgplanning zijn.
2.
Specifieke situatie in Brussel De eventuele nieuwe regelgeving uitgewerkt door de Vlaamse gemeenschap geeft geen regelgeving voor het Brussels Gewest. Dit zorgt voor problemen voor de Vlaamse Arbeidszorgcentra in het Brusselse. Nieuwe regelgeving t.a.v. arbeidszorg dient ook door het Brussels Gewest te worden uitgewerkt, of geregeld te worden via een onderling akkoord.
3.
Structurele regelgeving en structurele financiering??
Ronde Tafel arbeidszorg
25