drs. E. Veerman AAG drs. P.J. Steur AAG
T +31 88 543 3700 T +31 88 543 3700
Stationsweg 13-14 1441 EJ Purmerend Nederland
[email protected] [email protected] towerswatson.com
Correspondentieadres: Postbus 780, 1440 AT Purmerend, Nederland
17 juni 2015 Aan het bestuur van Stichting Pensioenfonds Astellas p/a AZL T.a.v. het bestuur Postbus 4471 6401 CZ HEERLEN
Ref.: WVi/654444/P150489
Betreft: Herstelplan per 1 januari 2015
Geachte leden van het bestuur, Per 1 januari 2015 is het nieuwe Financiële Toetsingskader (FTK) van kracht. Stichting Pensioenfonds Astellas (hierna: het fonds) verkeert op 1 januari 2015 in een tekortsituatie en dient daarom vóór 1 juli 2015 een nieuw herstelplan bij de Nederlandsche Bank (DNB) in te dienen. In deze notitie berichten wij u over de uitwerking van het herstelplan. Deze notitie is voor u geschreven om te gebruiken in de context van de vaststelling van het herstelplan per 1 januari 2015 onder het nieuwe FTK onder de voorwaarden van onze overeenkomst met u. Het is mogelijk niet geschikt voor gebruik in een andere context of voor andere doeleinden en wij aanvaarden dan ook geen aansprakelijkheid voor dergelijk gebruik. Achtergrond De aan de Nederlandsche Bank (DNB) gerapporteerde beleidsdekkingsgraad per 31 december 2014 bedraagt 115,8%. Hiermee is de beleidsdekkingsgraad lager dan de vereiste dekkingsgraad op basis van het nieuwe FTK. Deze vereiste dekkingsgraad hebben wij vastgesteld op 119,3% 1. Dit betekent dat het fonds in een tekortsituatie verkeert en een herstelplan dient op te stellen conform de regelgeving uit het FTK. In deze notitie geven wij inzicht in de ontwikkelingen van de financiële positie van het fonds op basis van de herstelplansystematiek uit het FTK en de gehanteerde uitgangspunten die gebruikt zijn bij het opstellen van het herstelplan. Op basis van de uitwerking in deze notitie, mogelijke aanpassingen in het thans geformuleerde beleid en/of gewenste aanpassingen van de gehanteerde uitgangspunten kan het definitieve herstelplan worden opgesteld.
1
De uitwerking hiervan is opgenomen in onze notitie van 30 april 2015 (Ref: HDr\654444\P150314).
Towers Watson Netherlands BV; Handelsregister Amsterdam nr: 34308104 Op alle door ons geleverde diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing. De algemene voorwaarden liggen op onze kantoren ter inzage en worden u desgewenst toegezonden. Ook zijn ze beschikbaar via towerswatson.com/nl-NL/voorwaarden-en-vergunningen.
Pagina 1 van 8
Stichting Pensioenfonds Astellas 17 juni 2015
Uitgangspunten herstelplan De uitwerking van het herstelplan in deze notitie is gebaseerd op een aantal uitgangspunten en veronderstellingen. De belangrijkste uitgangspunten kunnen als volgt worden samengevat: l
Voor de verdiscontering van de verplichtingen wordt uitgegaan van de door DNB voorgeschreven rentetermijnstructuur per 1 januari 2015;
l
Voor de toekomstige toename van de verplichting wordt uitgegaan van pensioenopbouw op basis van de pensioenregeling die geldt op 1 januari 2015;
l
In het kader van de CDC-regeling is voor de prognosejaren vanaf 2016 rekening gehouden met een verlaging van de pensioenopbouw indien de actuarieel benodigde premie voor pensioenopbouw (de kostendekkende premie) in enig jaar hoger is dan de feitelijke premie;
l
Voor de ontwikkeling van de verplichtingen wordt met betrekking tot toeslagverlening en kortingen uitgegaan van het beleid zoals opgenomen in de besluitenmatrix die op 29 mei 2015 naar u is verstuurd (inclusief de besproken aanpassingen op 15 juni 2015);
l
Voor de toekomstige premies wordt gedurende de looptijd van het herstelplan uitgegaan van een beschikbaar budget ter grootte van 22,4% van de totale ongemaximeerde loonsom. Dit beschikbare budget wordt omgerekend in een percentage van de ongemaximeerde pensioengrondslagsom (in 2015 resulterend in een percentage van 30%). De feitelijke premie wordt vervolgens gelijk gesteld aan het omgerekende percentage maal de gemaximeerde pensioengrondslagsom. Een eventueel premieoverschot wordt buiten beschouwing gelaten. Met andere woorden, de ontwikkeling van de dekkingsgraad is vastgesteld exclusief eventuele middelen in het premiedepot. Tijdens het telefonisch overleg van 15 juni 2015 is met u gesproken over de mogelijkheid om de veronderstelde premie na 5 jaren gelijk te stellen aan de kostendekkende premie op dat moment (conform de methodiek zoals beschreven in de uitvoeringsovereenkomst). Gelet op de zeer minimale impact hiervan op het herstelplansjabloon (de dekkingsgraad ultimo 2024 zou hierdoor 0,1%-punt wijzigen), is in de sjablonen in de bijlage bij deze brief uitgegaan van een vaste premie van 22,4%.
Verwacht rendement Zoals met u besproken tijdens het telefonisch overleg van 15 juni 2015, zijn voor het herstelplansjabloon twee varianten uitgewerkt ten aanzien van het verwacht rendement: i
‘Realistische’ rendementen: voor de ontwikkeling van het vermogen wordt uitgegaan van een inschatting van het verwacht rendement op vastrentende waarden dat is gebaseerd op bovengenoemde rentetermijnstructuur en een verwacht rendement op zakelijke waarden aan de hand van (‘realistische 2’) economische veronderstellingen per 31 december 2014 en de strategische beleggingsmix van het fonds 3.
ii
Maximale rendementen: voor de ontwikkeling van het vermogen wordt uitgegaan van de maximaal toegestane parameters conform de Commissie Parameters en de strategische beleggingsmix van het fonds.
Een volledig overzicht van de gehanteerde veronderstellingen is opgenomen in bijlage B.
2 3
Dit betreffen rendementen op basis van de visie van het Towers Watson GIC (Global Investment Committee). De resulterende rendementen worden gemaximeerd op de maximaal toegestane parameters conform de Commissie Parameters.
Pagina 2 van 8
Stichting Pensioenfonds Astellas 17 juni 2015
Uitwerking herstelplan In bijlage A zijn de twee varianten van het herstelplansjabloon opgenomen zoals hiervoor beschreven. De sjablonen zijn reeds weergegeven in de vorm waarin deze, in kwartaalstaat K502, aan DNB gerapporteerd dienen te worden. In de sjablonen is onder andere te zien dat de dekkingsgraad op basis van beide varianten binnen de gehanteerde looptijd van tien jaar naar verwachting zal toenemen tot boven het niveau van de vereiste dekkingsgraad, waarmee het tekort wordt opgeheven. In het herstelplansjabloon wordt, conform de voorschriften van DNB, tevens inzicht gegeven in de verschillende bronnen die van invloed zijn op de dekkingsgraad. Premie (M1) In deze kolom komt de mutatie van de dekkingsgraad tot uitdrukking als gevolg van premie en opbouw. Door premiebetaling neemt het vermogen van het fonds toe. Door pensioenopbouw neemt ook de verplichting van het fonds toe, waarbij de pensioenopbouw is gebaseerd op de pensioenregeling per 1 januari 2015 en waarbij de pensioenopbouw contant wordt gemaakt op basis van de voorgeschreven rentetermijnstructuur. De feitelijke premie wordt vanaf 2016 getoetst aan de kostendekkende premie 4. Indien de kostendekkende premie hoger is dan de feitelijke premie (premietekort) wordt de pensioenopbouw naar evenredigheid verlaagd. Een eventueel premieoverschot wordt buiten beschouwing gelaten. De premie in kolom M1 is hierdoor vanaf 2016 in ieder jaar kostendekkend. De impact op de dekkingsgraad in kolom M1 wordt veroorzaakt door de solvabiliteitsopslag voor het in stand houden van de vereiste buffer. Indien de actuele primo dekkingsgraad lager is dan de vereiste dekkingsgraad is er sprake van een positief effect op de dekkingsgraad en vice versa. Uitkeringen (M2) In deze kolom komt de mutatie van de dekkingsgraad tot uitdrukking als gevolg van pensioenuitkeringen. Dit betreft het saldo van de vrijval uit de verplichting (inclusief de aanwezige solvabiliteit) en de afname van het vermogen. In de kolom is te zien dat, doordat de dekkingsgraad hoger is dan 100%, het effect van uitkeringen op de dekkingsgraad positief is. Toeslagverlening (M3) In deze kolom komt de mutatie van de dekkingsgraad tot uitdrukking als gevolg van (voorwaardelijke) toeslagverlening ten laste van fonds dan wel een eventuele korting. Een (gedeeltelijke) toeslagverlening heeft een afname van de dekkingsgraad tot gevolg. Verandering rentetermijnstructuur (M4) In deze kolom komt de mutatie van de dekkingsgraad tot uitdrukking als gevolg van (onverwachte) wijzigingen in de rentetermijnstructuur. Met uitzondering van het jaar 2015 betreft deze kolom per definitie 0%. Het is door DNB namelijk niet toegestaan om een rentevisie, die afwijkt van de door de markt ingeprijsde renteontwikkeling in de rentetermijnstructuur, toe te passen. Bij ingang van het nieuwe FTK per 1 januari 2015 is de 3-maandsmiddeling, die in de voorgeschreven rentetermijnstructuur tot 31 december 2014 werd gehanteerd, komen te vervallen. Het effect hiervan op de dekkingsgraad 5 van 5,5%-punt negatief per 1 januari 2015 wordt, conform de aanwijzingen van DNB, weergegeven in deze kolom.
4
Bij de kostendekkende premie is rekening gehouden met een solvabiliteitsopslag van 19,3% en een opslag voor uitvoeringskosten ter grootte van 1,5% van de pensioengrondslagsom (bovenop de opslag excassokosten van 5%). 5 De primo dekkingsgraad in 2015 in het sjabloon is – conform de aanwijzingen van DNB - berekend op basis van de RTS per 31 december 2014 inclusief 3-maandsmiddeling.
Pagina 3 van 8
Stichting Pensioenfonds Astellas 17 juni 2015
Rendement (M5) In deze kolom komt de mutatie van de dekkingsgraad tot uitdrukking als gevolg van het effect van het extra rendement dat wordt gegenereerd door de beleggingsportefeuille ten opzichte van het benodigde rendement ten behoeve van de technische voorziening (deze is gelijk aan de éénjaarsrente in de rentetermijnstructuur van het betreffende jaar). Doordat het verwacht rendement jaarlijks hoger is dan de éénjaarsrente in de rentetermijnstructuur, heeft het rendement jaarlijks een positieve bijdrage aan de ontwikkeling van de dekkingsgraad. Uit het sjabloon blijkt dat dit de grootste bron van herstel is voor het fonds. Overige oorzaken en kruiseffecten (M6) In deze kolom komt afronding en de correctie voor het weglaten van alle kruiseffecten tussen de verschillende oorzaken tot uitdrukking. Deze correctie is het gevolg van de door DNB voorgeschreven systematiek. In de kolom is te zien dat het effect beperkt blijft tot maximaal 0,2% (negatief) per jaar. In bijlage C is volledigheidshalve de uitwerking opgenomen van het voorgeschreven formularium van DNB waarin bovengenoemde bronnen zijn uitgewerkt. Looptijd van het herstelplan Conform de besluitvorming zoals opgenomen in de besluitenmatrix die op 29 mei 2015 naar u is verstuurd, is uitgegaan van een looptijd van het herstelplan van tien jaar. Hiermee wordt aangesloten bij de maximale looptijd van het herstelplan zoals deze vanaf 2017 van toepassing is. Conclusie Op basis van de gehanteerde veronderstellingen zal het fonds naar verwachting in beide varianten binnen de looptijd van het herstelplan uit tekort zijn en ligt de beleidsdekkingsgraad aan het einde van het herstelplan naar verwachting boven het niveau van de vereiste dekkingsgraad. Er is derhalve geen sprake van het moeten toepassen van een korting. Zolang er sprake is van een beleidsdekkingsgraad die lager is dan de vereiste dekkingsgraad zal er jaarlijks een geactualiseerd herstelplan moeten worden opgesteld. In de variant met ‘realistische’ rendementen zal het fonds naar verwachting in de loop van 2020 uit tekort zijn, in de variant met maximale rendementen naar verwachting reeds in het jaar 2018. Wij vernemen graag welke variant de voorkeur heeft van het bestuur. Vervolgens kan het definitieve herstelplan worden opgesteld in het daarvoor bedoelde format en kan het herstelplan worden ingediend bij DNB. Wij zijn graag bereid een en ander nader toe te lichten tijdens de bestuursvergadering. Met vriendelijke groet, Towers Watson Netherlands B.V.
drs. J.L.A. Schilder AAG
Bijlagen:
Bijlage A - Dekkingsgraadsjabloon K502 Bijlage B - Gehanteerde veronderstellingen bij herstelplan Bijlage C - Uitwerking voorgeschreven formularium DNB
Pagina 4 van 8
Stichting Pensioenfonds Astellas 17 juni 2015
Bijlage A - Dekkingsgraadsjabloon K502 Realis tisch (gemaximeerd) rendement Mutaties van de feite lijke dekkingsgraad
Parameters
Feitelijke Jaar
DG primo
Premie Uitkerin g Indexatie M1
%
M2
M3
RTS
Rende ment
M4
M5
M6
Δ%-p unt
Δ%-pun t
%
Δ%-punt Δ%-pu nt Δ%-punt Δ%-punt
2015
113,3
-0,2
0,1
2016
109,0
0,4
2017
112,0
0,3
2018
115,0
2019
Overig
Feitelijke BeleidsDG DG ultimo ultimo
Vereist vermogen (strategisch)
Meetkundig Indexatie Indexatie Premie actie ven inactieven Korting bele ggingsrend ement %
%
%
%
-0,8
-5,5
2,0
0,1
109,0
108,1
119,3
30,0
0,8
0,6
0,0
2 ,0
0,1
0,0
0,0
2,5
0,0
112,0
110,6
119,3
29,9
0,0
0,0
0,0
2 ,5
0,2
-0,1
0,0
2,6
0,0
115,0
113,6
119,3
29,9
0,1
0,1
0,0
2 ,6
0,2
0,3
-0,5
0,0
2,8
-0,1
117,7
116,2
119,3
29,9
0,5
0,4
0,0
2 ,9
117,7
0,1
0,3
-0,9
0,0
3,3
-0,0
120,5
118,8
119,3
29,9
0,9
0,7
0,0
3 ,5
2020
120,5
0,0
0,4
-1,3
0,0
3,0
-0,0
122,6
121,0
119,3
29,9
1,2
1,0
0,0
3 ,4
2021
122,6
0,0
0,5
-1,7
0,0
3,0
-0,2
124,2
122,7
119,3
29,8
1,6
1,2
0,0
3 ,5
2022
124,2
-0,1
0,5
-2,0
0,0
3,4
-0,0
126,0
124,3
119,3
29,8
1,8
1,4
0,0
4 ,1
2023
126,0
-0,2
0,6
-2,2
0,0
3,1
-0,2
127,1
125,6
119,3
29,8
2,0
1,6
0,0
4 ,0
2024
127,1
-0,2
0,6
-2,5
0,0
3,1
0,1
128,2
126,6
119,3
29,9
2,2
1,8
0,0
4 ,2
Maximaal rendement Mutaties van de feite lijke dekkingsgraad
Parameters
Feitelijke Jaar
DG primo
Premie Uitkerin g Indexatie M1
%
M2
M3
RTS
Rende ment
M4
M5
M6
Δ%-p unt
Δ%-pun t
%
Δ%-punt Δ%-pu nt Δ%-punt Δ%-punt
2015
113,3
-0,2
0,1
2016
110,5
0,4
2017
114,6
0,2
2018
118,3
2019
Overig
Feitelijke BeleidsDG DG ultimo ultimo
Vereist vermogen (strategisch)
Meetkundig Indexatie Indexatie Premie actie ven inactieven Korting bele ggingsrend ement %
%
%
%
-0,8
-5,5
3,5
0,1
110,5
108,9
119,3
30,0
0,8
0,6
0,0
3 ,4
0,2
0,0
0,0
3,6
-0,1
114,6
112,7
119,3
29,9
0,0
0,0
0,0
3 ,5
0,2
-0,4
0,0
3,7
0,0
118,3
116,4
119,3
29,9
0,4
0,3
0,0
3 ,5
0,1
0,3
-0,9
0,0
3,7
-0,1
121,4
119,5
119,3
29,9
0,9
0,7
0,0
3 ,6
121,4
0,0
0,4
-1,4
0,0
3,7
-0,2
123,9
122,1
119,3
29,9
1,3
1,1
0,0
3 ,7
2020
123,9
-0,1
0,5
-1,9
0,0
3,7
-0,1
126,0
124,2
119,3
29,9
1,7
1,4
0,0
3 ,8
2021
126,0
-0,2
0,5
-2,2
0,0
3,6
-0,1
127,6
125,9
119,3
29,8
2,0
1,6
0,0
3 ,9
2022
127,6
-0,2
0,6
-2,5
0,0
3,5
-0,1
128,9
127,2
119,3
29,8
2,2
1,8
0,0
4 ,1
2023
128,9
-0,3
0,6
-2,7
0,0
3,4
-0,1
129,8
128,1
119,3
29,8
2,4
1,9
0,0
4 ,2
2024
129,8
-0,3
0,7
-2,8
0,0
3,3
-0,1
130,6
128,9
119,3
29,9
2,5
2,0
0,0
4 ,3
Pagina 5 van 8
Stichting Pensioenfonds Astellas 17 juni 2015
Bijlage B - Gehanteerde veronderstellingen bij herstelplan Veronderstellingen Verdiscontering
Op basis van DNB rentetermijnstructuur per 1 januari 2015 (zonder 3-maandsmiddeling)
Overlevingsgrondslagen
Prognosetafel AG2014 met fondsspecifieke ervaringssterfte volgens het TW2014 model (Overige actuariële veronderstellingen conform de fondsgrondslagen).
Kosten-opslag
5,0% van de netto TV
Indexatie van uitvoeringskosten
2,0% per jaar
Deelnemersbestand
Jaarwerkbestand per 31 december 2014, zoals opgegeven door AZL N.V.
Pensioenregeling
Conform pensioenreglement zoals geldend op 1 januari 2015 · Streefniveau opbouwpercentage OP: 1,875% · Streetniveau opbouwpercentage PP: 1,3125% (=70% x 1,875%)
Veronderstelde looninflatie
2,5% per jaar
Veronderstelde prijsinflatie
2,0% per jaar
Premie
22,4% van de loonsom
Rendementen
Op basis van parameters gebaseerd op ‘realistisch’ veronderstelde rendementen die voldoen aan de gestelde maxima o.b.v. commissie parameters danwel gelijk aan de gestelde maxima.
Geschatte uitvoeringskosten 2015
Jaar
‘Realistisch’ rendement
Maximaal rendement
2015
2,0%
3,4%
2016
2,5%
3,5%
2017
2,6%
3,5%
2018
2,9%
3,6%
2019
3,5%
3,7%
2020
3,4%
3,8%
2021
3,5%
3,9%
2022
4,1%
4,1%
2023
4,0%
4,2%
2024
4,2%
4,3%
€ 723.000, gebaseerd op de uitvoeringskosten van het fonds in 2014 volgens de concept jaarrekening 2014 (ad € 709.000) verhoogd met 2%.
Pagina 6 van 8
Stichting Pensioenfonds Astellas 17 juni 2015
Veronderstellingen (vervolg) Beleidsdekkingsgraad
Op basis van het gemiddelde van de laatste 12 maanddekkingsgraden
Vereiste dekkingsgraad (nFTK)
119,3%
Minimaal vereiste dekkingsgraad
104,5%
Grenzen toeslagverlening: Ondergrens Ondergrens volledige toeslag
110,0% 127,7% (per 1 januari 2015)
6
Met inhaaltoeslagen wordt in het herstelplan geen rekening gehouden Toeslagmaatstaf actieven Toeslagmaatstaf inactieven
6
Looninflatie (2,5%) Prijsinflatie (2,0%)
De ondergrens voor volledige toeslagverlening is afhankelijk van de rente en de vorm van de uit de verplichting volgende verwachte uitkeringen. Uit praktische en prudentie-overwegingen is de grens gedurende de looptijd van het herstelplan constant verondersteld. Het mogelijke effect achten wij overigens verwaarloosbaar.
Pagina 7 van 8
Stichting Pensioenfonds Astellas 17 juni 2015
Bijlage C - Uitwerking voorgeschreven formularium DNB (bron: www.dnb.nl)
Pagina 8 van 8