W E R K D O C U M E N T
DE TOEKOMSTIGE ONTWIKKELING VAN DE STUWENDE WERKGELEGENHEID IN HET IJSSELMEERGEBIED door Drs. L.H.J. Verhoef
1978-217 Aco
\kL,
aug
.
J I E N S T V O O R D E I J S S E L M E E R P O ~ D E R S S M E D I N G H U I S
i
1:
INLEIDING Voor de toekomstige werkgelegenheidssituatie in het IJsselmeergebied zijn niet alleen de ontwikkelingen binnen het gebied van belang, maar ook daarbuiten, met name in de gebieden direct grenzend aan de ,IJsselmeerpolders. Alvorens na te gaan of de toekomstige werkgelegenheidscijfers, zoals die door Spierings/Johnson berekend zijn, resel geacht kunnen worden, geven wij eerst een beeld van de economische processen die voor de werkgelegenheid in de IJsselmeerpolders van belang geacht kunnen worden. De ontwikkeling van de werkgelegenheid in de landbouw i s daarbij buiten beschouwing gelaten. Om tot een juiste beschrijving te komen moeten we de bedrijven in een gebied onderscheiden in: . . 1. -Regionaal-verzorgende bedrijven. ------------- ------------ Voor de afzet van de goederen en diensten zijn ze afhankelijk van de regionaal aanwezige bevolking. De ontwikkeling van deze bedrijven is vooral afhankelijk van de bevolkingsontwikkeling en bevolkingsstructuur.
.....................
,2. Regionaal-stuwende -bedriiven. --- De afzet Gan de goederen en diensten:
vindt slechts ten dele plaats.binnen de regio. De locatie wordt dan niet zozeer gekozen vanwege de bevolkingsgrootte of bevolkingsstructuur (hoewel deze laatste grootheden indirect we1 een rol kunnen spelen bij de locatiekeuze, b.v. door arbeidsmarkt, aanwezige i'nfrastructuur etc.), maar meer vanwege de specifieke locatievoordelen, die een bepaalde vestigingsplaats biedt. Het is duidelijk dat d e stuwende bedrijven een grotere vrijheid hebben ten aanzien van een vestigingsplaats of her-vestigingsplaats dan de verzorgende bedrijven. Dit leidt er echter obk toe, dat een locale of regionale overheid bij het bepalen van haar toekomstige werkgelegenheidssituatie hier minder vat op heeft dan bij de bepaling van de werkgelegenheidscijfers in de verzorgende bedrijven (zo.men a1 de werkgelegenheidsontwikkeling nauwkeurig kan bepalen): De regionaal-stuwende werkgelegenheid in de IJsselmeerpolders komt nog voornamelijk tot stand via 'overloop' van bedrijven uit de omringende gebieden. 1n'de toekomst kunnen daar door,interne ontwikkelingen veranderingen in komen, b.v. door de aarileg van eenTweede Nationale iuchthaven in de Markerwaard. Voor de nabije toekomst is echter de overloop van bedrijven uit het Zuidelijk Randgebied van de IJsselmeerpolders het belangrijkst voor de ontwikkeling van de,regionaal-stuwende werkgelegenheid. Ten aanzien van die overloop van bedrijven is naast het Gooi met name de Amsterdamse agglomeratie van belang. In de toekomst kan ook nog het Eemland een rol daarbij gaan spelen. In de hierna volgende paragriaf zullen we aan he economische ontwikkelingen in de laatste drie gebieden enige aandacht besteden.
.
2. DE ONTWIKKELINGEN I N HET ZUIDELIJK RANDGEBIED VAN DE IJSSELMEERPOLDERS 2.1. Amsterdam en omstreken ( c i j f e r s ontiee'nd a a n h e t voorontwerp s t r u c t u u r p l a n Amsterdam) Voor d e overloop van b e d r i j v e n u i t h e t 'oude l a n d ' i s voor d e I J s s e l meerpolders, en d a a r b i j met name voor Almere en Lelystad, h e t v e r t r e k van b e d r i j v e n u i t Amsterdam van belang. Zoals nu zovele urbane c e n t r a i n de g e i n d u s t r i a l i s e e r d e wereld, l o o p t i n Amsterdam h e t a a n t a l a r b e i d s p l a a t s e n g e s t a a g terug. Tussen 1966 en 1976 b e d r o e g d e afname van h e t a a n t a l a r b e i d s p l a a t s e n i n Amsterdam meer dan 50.000 oftewel van 388.806 i n 1966 t o t 337.370 i n 1976. Het a a n t a l b e d r i j v e n d a t h i e r b i j b e t r o k k e d w a s , bedroeg 10.400 (van 39.500 i n 1966 t o t 29.100 i n 1976). Het v e r l i e s van a r b e i d s p l a a t s e n werd voor 56% veroorzaakt door d e ink r i m p i n g van bestaande b e d r i j v e n en voor 44% door v e r t r e k . Gemiddeld gingen door v e r t r e k per j a a r 3363 a r b e i d s p l a a t s e n v e r l o r e n gedurende d e periode 1966-1974. Wat waren nu de redenen t o t ' v e r t r e k van b e d r i j ven? U i t t a l van onderzoeken ' d i e ' h i e r n a a r g e h o ~ d e nwerd, bleek d a t d e twee b e l a n g r i j k s t e f a c t o r e n waren: ruimtegebrek en congestie. Daarnaast werden v e e l a l genoemd: - veranderingen i n d e a a r d ' v a n h e t ruimtegebruik - veranderingen i n h e t a f z e t g e b i e d (met name b i j d e verzorgende bedrijvigheid) - overheidsmaatregelen. Tegenover deze d a l i n g van a r b e i d s p l a a t s e n i n Amsterdam, welke d e a f gelopen j a r e n 1,5% van h e t t o t a l e a a n t a l bedroeg, s t a a t een toename van h e t a a n t a l a r b e i d s p l a a t s e n i n d e r e g i o v a n ' c i r c a 2,5%. De c i j f e r s u i t d e h i e r n a volgende t a b e l I i l l u s t r e r e n een en ander. Een onderscheid i s gemaakt t u s s e n Amsterdam .An de omringende r e g i o en t u s s e n de m u t a t i e s d i e i n b e i d e gebieden plaatsvonden i n d e p e r i o de 1966-1973 en t u s s e n 1974-1976. Tussen 1966 en 1973 was e r i n h e t rayon Amsterdam, met name i n de secundaire s e c t o r , sprake van een teruggang i n a r b e i d s p l a a t s e n . I n d e d i e n s t e n s e c t o r nam d e werkgelegenheid weliswaar ook a f , maar binnen de s e c t o r waren e r g r o t e v e r s c h i l l e n waarneembaar. Met name i n d e contactgevoelige b e d r i j v i g h e i d (bank/verzekeringswezen - z a k e l i j k e en maatschappeli jke d i e n s t v e r l e n i n g ) , s t e e g i n deze periode h e t a a n t a l a r b e i d s p l a a t s e n . I n d e omringende r e g i o was over d e gehele l i n i e gedurinde de periode 196611973 s p r a k e van eentoename. De s t i j g i n g was h e t g r o o t s t i n de c o n t a c t g e v o e l i g e b e d r i j v i g h e i d ( r e l a t i e f g e z i e n z e l f s g r o t e r dan i n Amsterdam). ~ e d u r e n d ed e periode 1974176 t r e e d t een k e n t e r i n g i n deze ontwikkeling op. I n h e t rayon Amsterdam is dan over d e gehele l i n i e sprake van een afname v a n de werkgelegenheid. Z e l f s b i j d e c o n t a c t g e v o e l i g e b e d r i j v e n is dan sprake van v e r l i e s . I n de omringende r e g i o i s i n deze periode b i j bepaalde s e c t o r e n sprake van een teruggang, met name i n d e s e c u n d a i r e s e c t o r . I n d e contactgevoelige b e d r i j v i g h e i d i s e r e c h t e r nog s t e e d s s p r a k e van groei. Gezien deze ontwikkeling i s e r s p r a k e v a n e e n s t e r k e verandering i n de werkgelegenheidsstructuur van Amsterdam. Men mag e c h t e r n i e t s t e l l e n , d a t e r sprake i s van een t e r t i a r i s a t i e van h e r Amsterdamse bed r i j f s l e v e n , hoogstens i s h i e r sprake van e e n r e l a t i e v e toename van de t e r t i a i r e werkgelegenheid t e n gevolge v a n e e n ' s t e r k e r e afname v a n de secundaire s e c t o r .
.,-
m 0-m* N, a- 0 m N -
0"0"1*1)1) a" ..-m
O O O N O
1 1 + 1 +
.
"l
+
+ I
I
--.
N m 0 "0" N m O N N
m I
I
I
I
I
-,...,.-
.OONrn"l --*a-
+++++
......--
FNUNrn u - m m N I
I
I
I
I
0-m-N r.aaNa - u m u m ~ ~
.....
-
~ a a a -..-..c. r.--mm
u
m
m
"lomorn m a m m m TTrnN" mu-.nu
.
-
.. N
..-..-.,
u + u m o N - m - h rl
c
I
0
m
uc u
a
.2
W .4
a
C Yal"l(IIM N.-F
rl al
01 0
W
c
m
0.2
U .4 . d " l Y Y
a.uu
Mal
~ . d u a k
' 0 Y 0
1
- m a
$3 :. .5 . r l 1
3 W W
"l.C.c M 3
u
C
j
4
U
$
u s
W
> U M U f i
2:
U W
C U C W "l
c
Y N W W Y U U 4 . d
c
.A@
U U W
0 W
:
U.4 lo Y 1 r l
.; .;W .;
m d
I.:? 2 p
MY1 "l W 0 C 3 3.4
U
rl
W
o m .d .nu @a2 a - 4 u "l-.F3 al
m
u e s Y m a C Y m C W A - 7 m o Y m 2 rd.4 C S U A o N +
Van de bedrijven, die de gemeente Amsterdam verlieten, vond meer dan de helft (gemeten aan het aantal arbeidsplaatsen) een nieuwe vestigingsplaats binnen 30 km rond Amsterdam. 85% bleef binnen de Randstad. De trek richtte zich vnl. op het gebied ten zuiden van Amsterdam. Slechts 104 van de naar de directe omgeving verplaatste bedrijven vestigde zich ten noorden van het Noordzeekanaal. Naast verschillen in intensiteit van vertrekrichting is er ook sprake van een verschil in aard. De bedrijven, die naar het noorden verhuisden kwamen voornamelijk uit de industrizle sector, die naar het zuiden in tertiaire sector. Hoe de ontwikkeling van de bezette arbeidsplaatsen in de onderscheiden rayons van de Amsterdamse regio verliep laat tabel 2 zien.
Het is echter niet zo, dat de groei van de werkgelegenheid in de omringende regio uitsluitend het gevolg is van vertrek van bedrijven uit de hoofdstad. Voor 113 wordt de groei veroorzaakt door bedrijfsverplaatsingen vanuir Amsterdam en voor 2 1 3 door autonome ontwikkelingen. Naast "push" factoren, d.w.2. factoren die aanleiding hebben gegeven tot vertrek vanuit Amsterdam zijn er in het "pull" factoren werkzaam in de omliggende regio, die aanleiding hebben gegeven tot hervestiging van een bedrijf op een bepaalde lokatie. Een belangrijke "pull" factor is de aanwezigheid van bedrijfsterrein. Toch mag die niet als de enige factor aangewezen worden. Dit valt a1 af te leiden uit de vertrekrichting van de Amsterdamse bedrijven. Vergeleken met het gebied ten zuiden van het Noordzeekanaal beschikt het noorden over meer mogelijkheden tot vestigingen. Toch richt de trek zich op het zuiden. Wat zijn hiervan de redenen? Uit onderzoeken die hiernaar verricht zijn kwamen in willekeurige volgorde 0.a. naar voren: I . goede verkeersligging; 2 . goede bereikbaarheid van het afzetgebied (Randstad); 3. goede bereikbaarheid van de noodzakelijke contacten in Amsterdam; 4. een gedifferentieerde arbeidsmarkt;
5. 6. 7. 8.
de nabijheid van een luchthaven; representativiteit van de omgeving .(m:n. voor de kantorensector); psychologische barri2res.t.a.v. vestiging in het noorden; aanwezigheid van bepaalde bedrijven. De vraag is of de uiteindelijke vestigingsplaats overeen komt met de voorkeuren voor een bepaalde vestigingsplaats. Naar de vestigingsplaatsvoorkeuren werd door het Instituut voor Sociale Komunikatie (1976) een onderzoek gehouden. Uit dit onderzoek bleek d a t 2 8 % het Gooi en Utrecht noemde. Het feit dat in het werkelijk gerealiseerde cijfers aanzienlijk lager ligt bewijst dat naast het zuiden ook het zuid-oosten een goed potentieel vestigingsgebied is. Deze constatering, die overeenkomst met de uitkomsten van een onderzoek dat door Pellenbarg is gehouden, is met name voor de positie van Almere van belang. Hoewel wens en uiteindelijk resultaat sterk uiteen kunnen lopen is het toch aardig om te-zienhoe Amsterdam haar ontwikkeling ziet tot het jaar 2000 (tabel 3 ) . Ontwikkeling aantal arbeidsplaatsen in de gemeente Amsterdam 1966-2000 in industrie, bouw en dienstverlening. 1966
1974
1980
1985
1990
industrie 89.131 bow 26.067 diensten 273.608
59.440 19.520 274.113
43.277 13.636 267.948
36.143 13.600 265.175
35.322 13.000 266.918
34.547 32.680 12.000. 11.900 269.791 272.377
388.806
353.073
324.861
314.918
315.240
316.338
totaal
1995
2000
316.957
Bron: StructuurplanAmsterdam deel C. De spreiding van de werkgelegenheid zet zich aldus bovenstaande tabel voort, hoewel het tempo ervan wat afneemt. Vanaf de jaren '90 zal er dan een stabilisatie optreden. In samenhang met de ontwikkeling voor het Amsterdamse grondgebied heeft men ook getracht een kwantitatieve uitwerking te geven van de wenselijke ontwikkeling van de regio. De resultaten hiervan zijn weergegeven in een arbeidsmarktbalans voor de regio (tabel 4 ) . , Tabel 4. Arbeidsmarktbalans voor de regio Amsterdam (1975/2000) bevolking 1975
Amsterdam (aggl.) Zaanstreek Waterland Meerlanden Gooi- en Vechtstreek Almere Totaal
2000
arbeidspl. I975
2000
859.000
715.000
137.000 86 .OOO 111.000 233.000
140.000 135.000 125.000 225.000
46.900 19.500 59.200 79.000
47.000 33.700 65.000 60.000
-
110.000
-
28.300
1.426.000
1.450.000
363.000 355.000
567.600 589.000
Bron: ~tructuurdlangemeente Amsterdam
pendel saldo 1975
2000
+ 27.400
+ 62.000
-
+ -
4.500 11.800 + 19.800 - 1.900
+ 29.000
5.000 16.200 19.400 19.900
- 1 1.800 + 28.900
'
Afgezien van de situatie weergegeven voor Almere in het jaar 2000 (de bevolkingsgrootte is te laag ingeschat) blijkt dat de werkgelegenheid zich minder spreidt dan de bevolking. De prognose zoals hiervoor weergegeven gaat er vanuit dat t.a.v. de ecnomische ontwikkeling aan Amsterdam, c.q. de Amsterdamkeagglomeratie, een oplaad- en uitzendfunctie kan worden toegeschreven. Deze functies zijn eigen aan de "filtering-down" theorie zoals door Thomson beschreven. In deze theorie vormen grootstedelijke gebieden door de aanwezigheid van een ruime gedifferentieerde arbeidsmarkt en een "industrial mix" innovatiecentra, waar de beginnende produktie een ideale vestigingsplaats vindt. Door deze eigenschappen pefent een dergelijk grootstedelijke produktie-milieu aantrekkingskracht uit op bedrijvigheid van buitenaf (meest* buitenland). Aan dit proces wat gekarakteriseerd wordt door het multiplier-effect ontleend het grootstedelijk gebied haar oplaadfunctie. Aan het proces worden echter beperkingen van fysieke aard gesteld. Er ontstaateen concurrent'e om de ruimte welke als gevolg heeft dat minder hoogwaardige functies door functies van een hoger niveau worden verdreven. Het "dure" grootstedelijke produktie-milieu (duur in de zin van arbeidsgrond en bedrijfsgebouwkosten) wordt dan ingewisseld voor een I, goedkoper" produktie-milieu. Dit afstoten van bedrijvigheidvalt onder de uitzendfunctie van een stad. Zo lang nu Amsterdam haar oplaadfunctie kan blijven behouden kan zij werkgelegenheid afstoten naar haar omgeving met een goedkoper produktie-milieu. Gezien de groeicijfers van de nationale economie tot 1990 is de kans gering, dat Amsterdam op korte termijn haar oplaadfunctie verliest. Anders ligt de situatie na 1990. Ten gevolge van de verwachte economische ontwikkelingen mag de kans, dat Amsterdam haar oplaadfunctie en daardoor haar,uitzendfunctieverliest, niet gering geacht worden. De economische ontwikkelingen waarop gedoeld wordt zijn: 1 . de terugloop in de groei volgens var B v/h W.R.R.-rapport; 2. de concurrentie die de Randstad als vestigingsgebied voor hoogwaardige functies ondervindt vanuit nabijgelegen grootstedelijke gebieden in het buitenland (m.n. Brussel) Wanneer Arnsterdam~haaroplaadfuncties verliest, ligt het in de lijn der verwachting, dat ze veel meer dan thans het geval is zal trachten de nog aanwezige bedrijvigheid vast te houden. Zou Almere voor 1990 niet voldoende werkgelegenheid hebben aangetrokken dan zou het volgens Amsterdam verwachte pendelsaldo voor Almere in een dergelijke situatie bewaarheid kunnen worden. Hoewel Amsterdam Lelystad bij haar prognoses weggelaten heeft moet gevreesd worden dat bij een verlies van Amsterdams oplaadfunctie de gevolgen voor' Lelystad wellicht nog ernstiger zullen zijn, omdat ze nu a1 moeite heeft bedrijven uit Amsterdam aan te trekken. Het is derhalve noodzakelijk dat het IJsselmeergebied, voordat Amsterdam de kans loopt haar oplaad- en uitzendfunctie te verliezen, zoveel mogelijk bedrijven aantrekt. Vooral Almere dient daarbij gezien de gunstige ligging t.0.v. Amsterdam een leidende rol te spelen. Wil men in de jaren na 2000 bereiken dat het IJsselmeergebied geen negatief pendelsaldo heeft dan moet men tot 1990 ervoor zorgen dat het pendelsaldo van Almere sterk positief is. De tekorten, die in Almere maar vooral de overige kernen in de Zuidelijke IJsselmeerpolders en eventueel de Markewaard na 1990 ontstaan door bevolkingstoename, kunnen dan opgevangen worden.
.
We-keren nu t e r u g n a a r de w e r k g e l e g e n h e i d s c i j f e r s z o a l s d i e door Amsterdam z i j n weergegeven i n t a b e l 3.. HQe d e n k t Amsterdam nu op k o r t e t e r m i j n h a a r werkgelegenheid v a s t t e houden zodat e r een s t a b i l i s a t i e van h e t a a n t a l a r b e i d s p l a a t s e n o p t r e e d t . A l l e r e e r s t door v e r b e t e r i n g t e brengen i n de s t e d e l i j k e s t r u c t u u r waardoor de s t a d a l s v e s t i g i n g s p l a a t s weer g u n s t i g wordt. tweede door de a a n l e g en u i t g i f t e van b e d r i j f s t e r r e i n a a n de rand van de s t a d . Ten d i e n s t e van de secundaire s e c t o r wordt 40% van h e t w e s t e l i j k havengeb i e d voor a c t i v i t e i t e n binnen deze s e c t o r bestemd. Voor de t e r t i a i r e s e c t o r b e s t a a n e r mogelijkheden op h e t b e d r i j f s t e r r e i n Amstel 111 en h e t o o s t e l i j k havengebied. Deze ontwikkeling behoeft voor Almere geen ongunstige gevolgen t e hebben b i j h e t aantrekken van Amsterdamse b e d r i j v e n : I . l i g t Almere binnen de intra-metropolitane i n v l o e d s s f e e r van . . Amsterdam; 2. h e e f t Almere d e z e l f d e v e s t i g i n g s p l a a t s v o o r d e l e n a l s h e t Z u i d e l i j k e Randgebied van Amsterdam; 3. kan Almere i n t e g e n s t e l l i n g t o t Amsterdam en de Z u i d e l i j k e Randgemeenten aan economisch gebondenen huisves t i n g bieden. Almere m e t e c h t e r z o a l s gezegd t r a c h t e n zoveel mogelijk a r b e i d s p l a a t s e n v66r 1990 v e i l i g t e s t e l l e n zodat h e t I J s s e l m e e r g e b i e d ' n i e t a f h a n k e l i j k i s van h e t a 1 dan n i e t v e r l i e z e n van de oplaad; uitzendf u n c t i e van Amsterdam.
en
.....................
2.2. Het Gooi en Omstreken
i
De o n t w i k k e l i n g e n ' i n Het Gooi z i j n met name voor Almere v a n b e l a n g . Reeds nu b e s t a a t ca. 113 van de aanmeldingen voor v e s t i g i n g i n Almere u i t Gooise b e d r i j v e n . De s t r u c t u u r - en ontwikkelingen van de stuwende ~ e r k ~ e l e g e n h e i dn Het Gooi:en omstreken'(we1ke voor "overloop" n a a r de polders van belang z i j n ) worden beschreven door Abcouwer i n Flevobericht n r . 119. U i t d i t r a p p o r t b l i j k t , d a t h e t a a n t a l stuwende b e d r i j v e n i n d e periode 1960173 met 29% i s afgenomen. Het a a n t a l werkzame personen daarentegen nam met 18% t o e , hetgeen d u i d t op een s c h a a l v e r g r o t i n g . In t e g e n s t e l l i n g t o t Amsterdam i s i n Het Gooi we1 sprake van een t e r t i a r i s a t i e . De volgende c i j f e r s u i t de periode 1960173 geven d i t aan: Het a a n t a l i n d u s t r i g l e b e d r i j v e n nam met 34% a f , her a a n t a l arbeidsp l a a t s e n i n de secundaire s e c t o r s t e e g met 2 , 7 % . Het a a n t a l stuwende b e d r i j v e n i n de d i e n s t v e r l e n i n g nam met 22% a f . Het a a n t a l arbeidsp l a a t s e n i n de t e r t i a i r e s e c t o r s t e e g met 82%. De afname van de werkgelegenheid komt vooral op rekening van b e d r i j f s v e r ~ l a a t s i n g e n .Zo ging i n de periode 1960173 12,8% van de gemiddelde ~ e r k ~ e l e g e n h e ivde r l o r e n doo,r v e r ~ l a a t s i n g e ntegen 8,6% door opheffingen. Het z i j n vooral de g r o t e b e d r i j v e n , d i e worden v e r p l a a t s t , h e t geen a 1 w i j s t op een ruimtegebrek i n de Gooise r e g i o . . U i t de enqugte wordt d i t nogmaals d u i d e l i j k : Ruimtegebrek (57%), Arbeidsmarktverhoudingen (23%) worden a l s voornaamste verplaatsingsoorzaken aangegeven. Tot nu t o e vond de v e r p l a a t s i n g v o o r n a m e l i j k . p l a a t s i n w e s t e l i j k e r i c h t i n g . De gunstige l i g g i n g ( t u s s e n Het Gooi en Amsterdam) en de beschikbaarheid van grond z u l l e n h i e r a a n we1 voornamelijk debet z i j n . Een u i t b r e i d i n g i n o o s t e l i j k e r i c h t i n g was n i e t mogelijk, doordat men ook d a a r (Eemland) met ruimtegebrek t e kampen had. De ontwikkeling van Almere kan voor v e l e b e d r i j v e n i n Het Gooi een Opl o s s i n g z i j n ; Niet a l l e e n l i g t h e t op k o r t e a f s t a n d van de g r o t e ceqt r a i n Het Gooi (15 km), ook z a l men daar i n de toekomst'kunnen beschikken o v e r een ruimere arbeidsmarkt en o v e r h u i s v e s t i n g voor h e t personeel ( i e t s waaraan men i n Het Gooi n i e t kan voorzien).
D i t a l l e s maakt Almere voor Gooise ondernemers z e e r a a n t r e k k e l i j k . Het p o t e n t i a a l w a a r u i t g e p u t k a n worden i s n i e t o n a a n z i e n l i j k . U i t h e t onderzoek b l e e k d a t 13,7% van de geznqucteerde stuwende b e d r i j ven zich geheel w i l l e n v e r p l a a t s e n en 5 , 2 % g e d e e l t e l i j k . Gezien de wensen t . a . v . een nieuwe v e s t i g i n g s p l a a t s komt Abcouwer t o t de c o n c l u s i e , d a t Almere z i c h ' h e t b e s t kan r i c h t e n op de'Gooise diens t e n (wat g u n s t i g i s gezien de toekomstige bevolkingsopbouw) en Lelystad op de Gooise i n d u s t r i e . De druk v a n u i t Het Gooi op de Zuidel i j k e IJsselmeerpolders z a l i n de toekomst nog g r o t e r kunnen worden wanneer de RW .6 en e e n nieuwe oeververbinding v i a de S t i c h t s e Brug t o t s t a n d is gekomen. De onzekerheid t e n aanzien v a n h e t aantrekken van b e d r i j v e n i n de toekomst i s b i j Gooise b e d r i j v e n g e r i n g e r dan b i j Amsterdamse. De oorzaak hiervan l i g t i n de reeds e e r d e r genoemde oplaad- en u i t zendfunctie van de agglomeratie Amsterdam. Wanneer de o p l a a d f u n c t i e zou ophouden t e b e s t a a n dan:zou d a t inhouden, d a t h e t verdringingsproces, d a t t e n grondslag l i g t aan de u i t z e n d f u n c t i e ook ophouden t e bestaan. Het Gooi h e e f t deze f u n c t i e n i e t of nauwelijks en h a a r "overloop" i s voornamelijk t e w i j t e n aan ruimtegebrek. D i t l a a t s t e nu z a l gezien de druk op h e t gebied voorlopig n i e t ophouden t e bestaan.
2.3.
-
----
- ---
Het ----Eemlandgebied -- -
"Overloop" van b e d r i j v e n u i t d i t gebied, d a t a l s centrum Amersfoort h e e f t , naar de I J s s e l m e e r p o l d e r s komt op d i t moment nog maar sporad i s c h voor. Toch kan h e t Eemlandgebied i n de toekomst we1 van belang worden, wanneer door de t o t itandkoming van de S t i c h t s e Brug e r een b e t e r e verbinding t u s s e n b e i d e gebieden wordt b e w e r k s t e l l i g d . Evenals Het Gooi i s h e t Eemlandgebied een r e g i o waar de b e d r i j v e n met een nijpend ruimtegebrek t e kampen hebben. I n de meeste Eemlandge- : meenten worden s l e c h t s b e d r i j v e n u i t de eigen gemeente op de ( c o l l e c t i e v e ) b e d r i j f s t e r r e i n e n t o e g e l a t e n (een u i t z o n d e r i n g vormt Leusden wat b e t r e f t de k w a r t a i r e s e c t o r ) . I n Amersfoort, h e t b e l a n g r i j k s t e werkgelegenheidscentrum, is a l l e grond op de b e d r i j f s t e r r e i n e n u i t g e geven. De gemeente h e e f t een lange w a c h t l i j s t van b e d r i j v e n u i t de binnenstad, d i e z i c h op h e t nog t e ontwikkelen b e d r i j f s t e r r e i n "De Hoef" w i l l e n v e s t i g e n . S l e c h t s voor een b e p e r k t a a n t a l Amersfoortse b e d r i j v e n (de zgn. I t urgentiegevallen'!) z a l op d i t t e r r e i n p l a a t s z i j n . De overige b e d r i j v e n z u l l e n b i j v e s t i g i n g s p l a a t s v e r a n d e r i n g een l o k a t i e b u i t e n h e t gebied m e t e n zoeken. Naast de r e g i o Veenendaal komen Almere en i n mindere mate Lelystad dan i n aanmerking, omdat u i t b r e i ding i n o o s t e l i j k e r i c h t i n g (N. Veluwe) door p r o v i n c i a l e r i c h t l i j n e n m o e i l i j k zo n i e t u i t g e s l o t e n geacht moeten worden. Tot nu t o e hebben we ons beperkt t o t de ontwikkeling i n de d i r e c t e aangrenzende gebieden. Daarnaast moet ook v e s t i g i n g van b e d r i j v e n u i t andere delen van Nederland n i e t verontachtzaamd worden. Het g a a t dan voornamelijk om b e d r i j v e n , d i e door schaal- en a f z e t m a r k t v e r g r o t i n g een c e n t r a l e l o k a t i e wensen. Gezien de geringe kansen d a a r t o e i n h e t Z u i d e l i j k Randgebied van Amsterdam, Het Gooi en Eemland g o o i t Almere en i n mindere mate ~ e l y s t a dd a a r b i j hoge ogen.
2.4. Conclusie --------Voor de v e s t i g i n g van stuwende werkgelegenheid i s h e t IJsselmeergebied op de k o r t e t e r m i j n voornamelijk nog aangewezen op de "overloop" vanu i t de aangrenzende gebieden i n west Nederland. De Amsterdamse agglom e r a t i e vormt d a a r b i j h e t b e l a n g r i j k s t e herkomstgebied gevolgd door h e t Gooi.
In de toekomst kunnen ook de Eemlandgemeenten een belangrijke bron gaan vormen. Almere heeft van de kernen in het IJsselmeergebied het gunstigste uitgangspunt , niet alleen door de ligging binnen het intraurbane stadsgewest, maar ook door de gunstige verkeersgeografische lokatie, waardoor alle delen van het land goed bereikbaar zijn. Bij 'het gereedkomen van de RW 6 en de Stichtse Brug kan dit laatste aspect ook voor Lelystad in belangrijke mate gaan gelden. De bedrijfsvestiging vanuit de Amsterdamse agglomeratie heeft vergeleken met die vanuit het Gooi en in de toekomst eventueel vanuit her Eemland een ander karakter. De vestiging vanuit Amsterdam komt voort uit verdringingsprocessen, die een gevolg kunnen zijn van de oplaaden uitzendfunctie. Relatief lager gekwalificeerde arbeid wordt daarbij afgesloten. De vestiging vanuit het Gooi en het Eemland is een gevolg van een algemeen ruimtegebrek. De kans moet echter rezel ge'acht worden, dat Amsterdam na 1990 aanzienlijk minder bedrijven zal afstoten dan,thansnog het geval is. Dit'. als gevolg van het ve'rlieien van de oplaad- en uitzendfunctie. Voor de werkgelegenheidssituatie is men dan aangewezen op de groei van de aanwezige bedrijvigheid en de uitbreiding van de verzorgende sector ten gevolge van de bevolkingsgroei. Omdat de groei.in deze twee laatste soorten van bedrijvigheid onvoldoende geacht moet worden om de groei van de beroepsbevolking op te kunnen vangen is het noodzakelijk dat nog v66r 1990 de basis wordt gelegd voor een evenwichtige werkgelegenheidsbalans in 2000 en de jaren daarna; Met name Almere m e t gezien de gunstige ligging daarbij een belangrijke rol kunnen spelen. Van de kernen in het IJsselmeergebied kan Almere voor 1990 een hoog positief pendelsaldo bereiken. Dit saldo moet dan voldoende geacht worden om de tekorten die met name na 1990 ontstaan in de rest van de ~uidelijkeIJsselmeerpolders en de Markerwaard gedeeltelijk op te vangen. ~ierbijwordt dan uitgegaan van een ~arkerwaardsituatie'zondereen Tweede Nationale Luchthaven (T.N.L.). Over een situatie naeteen T.N.L. wordt in de volgende paragraaf ingegaan. De N.O. Polder is tot nu toe buiten beschouwing gelaten vanwege de perifere ligging waardoor ,de invloed van ontwikkelingen in Flevoland en de Markerwaard op de N.O. Polder gering geacht moeten worden. De N.O. Polder is derhalve voor haar toekomst vnl. aangewezen op autonome ontwikkelingen. Hoewel Lelystad en Almere zoveel mogelijk bedrijven dienen aan te trekken het komende decennium,.dientmenbijhet werkgelegenheidsbeleid met name aandacht te besteden aan de hoger gekwalificeerde werkgelegenheid in de tertiare en kwartaire sector. De kans bestaat anders, dat het kruisforensisme aan het eind van deze eeuw te grote vormen gaat aannemen. Bij kruisforensisme gaat het om het verschijnsel, sat enerzijds een grote pendelstroom de woonplaats verlaat om elders te werken en anderzijds een grote pendelstroom van buitenaf in die plaats een werkkring heeft. Dit is dan een.gevolg van oververtegenwoordiging van hogere inkomensgro,epen en een ondervertegenwoordiging van hogere gekwalificeerde arbeid in de subcentra van de grote stad. In de city is deze situatie precies andersom. Gezien de groei van de bevolkingscentra in de Zuidelijke IJsselmeerpolders en de Markerwaard en het afnemen van de overloop van met name hoger gekwalificeerde arbeid na 1990 ten gevolge van het verlies van de uitzendfunctie van Amsterdam kan dit kruisforensisme na dit tijdstip alleen nog maar toenemen.
3. DE INTERNE ECONOMISCHE ONTWIKKELINGEN VAN HET IJSSELMEERGEBIED Tot nu t o e z i j n we e r nog s t e e d s v a n . : u i t gegaan, da't de ontwikkeling van de stuwende werkgelegenheid i n h e t IJsselmeergebied voornamelijk bepaald wordt door overloop v a n u i t h e t omringende gebied. Een geheel andere ontwikkeling zou zich i n de toekomst kunnen gaan v o l s t r e k k e n , wanneer men i n d e Markerwaard zou overgaan op de aanleg van een T.N.L. I n d e n o t a " ~ e r k e n n i n ~ eMarkerwaard" n h a a l t men een r a p p o r t aan van de P.T.L. waarin een prognose wordt gedaan t e n aanz i e n van de werkgelegenheid i n de Markerwaard met een T.N.L. voor 2000. Men komt t o t 40.000 a r b e i d s p l a a t s e n i n de d i r e c t e werkgelegenheid en 20.000 i n de i n d i r e c t e s f e e r . D i t t o t a a l van 60.000 arbeidsp l a a t s e n i n 2000 z a l t o t 2025 w e l l i c h t z i j n u i t g e g r o e i d t o t 100.000. Wanneer d a t g e r e a l i s e e r d kan worden betekent d i t een e x t r a b e v o l k i n g s toename i n de d r i e Z u i d e l i j k e IJsselmeerpolders van ca. 250.000-350.000. Wat b e t e k e n t h e t voor d e t o t a l e werkgelegenheid i n h e t gebied? De Z u i d e l i j k e IJsselmeerpolders e n de Markerwaard z u l l e n dan aan meer mensen ~ e r k ~ e l e g e n h e bieden id dan aan beroepsbevolking voorhanden i s . D i t betekent een p o s i t i e f pendelsaldo. De pendel z a l z i c h men name r i c h t e n op Almere en de kernen i n d e Markewaard. L e l y s t a d zou een l i c h t p o s i t i e f pendelsaldo t e z i e n kunnen geven. De v r a a g i s e c h t e r of een r e a l i s a t i e van e e n T.N.L. r e g e l geacht mag worden. Merkwaardig i s i n d i t verband ook de opmerking, d i e i n de W.R.R.-nota "De komende 25 j a a r " s t a a t op blz. 198: ! De meest i n aanmerking komende p l a a t s l i j k t d i e b i j Zevenbergen. Deze p l a a t s l i g t meer voor de hand dan de andere i n de "Vestigingsplaatsanalyse Tweede Nationale ~ u c h t h a v e n " (1974) als kanshebbend overgebleven l o k a t i e , de Markerwaard. Zevenbergen kan namelijk b e t e r de f u n c t i e van Zestienhoven overnemen en l i g t g u n s t i g e r t e n o p z i c h t e van de bevolkingsconcentrat i e s i n ons land en i n Belgig. Het vervoer van de luchthaven zou i n de I, orde van g r o o t t e van h e t huidige Schiphol kunnen l i g g e n Het i s derhalve b e t e r d a t men b i j h e t bepalen van h e t werkgelegenheidsb e l e i d voor de komende j a r e n u i t g a a t van een toekomstige s i t u a t i e zonder T.N.L.
.....
..... .