Van de voorzitter We kunnen met grote voldoening terugkijken op de viering van het veertigjarig bestaan van onze vereniging. Net als bij ons vorige lustrum waren wij te gast in Museum Boerhaave, waaruit eens te meer bleek hoe stevig de banden tussen Museum en buurtvereniging zijn. Vanzelfsprekend waren we ook vereerd door het bezoek van onze burgemeester, die zich bereid had verklaard het eerste exemplaar van het lustrumboek “Een buurt vol leven en verandering” (zie de foto hiernaast) in ontvangst te nemen. Het was een echt feestelijke bijeenkomst, waarbij wij overweldigd waren door het groot aantal buurtbewoners en andere genodigden die bij het officiële gedeelte en de receptie na afloop aanwezig was. In dit nummer van Marepost wordt in woord en beeld uitgebreid verslag gedaan van de feestelijkheden. Vanwege het lustrum betreft het een dubbeldik nummer in kleur, waarin ook bestuurders van het eerste uur herinneringen aan vroeger tijden zullen ophalen. Wat de toekomst van onze vereniging betreft zeg ik: op naar de vijftig jaar. Arthur Elias
40 jaar Maredorp door Bep Verhoef
In deze jubileumkrant, blikken we terug op wat de buurtvereniging de afgelopen 40 jaar heeft bezig gehouden. Dat is ontzettend veel! In de jaren 70 werden plannen gemaakt voor verbeteringen in Maredorp en de Camp. Zo ontstond eerst de projectgroep Maredorp, die bestond uit ambtenaren van de gemeente, bewoners, winkeliers en wijkagent. Hierin werden de plannen besproken en werd in 1976 de nota FUNDAMENT VOOR MAREDORP uitgegeven. Erna volgde de nota MAREDORP IN DE STEIGERS en in 1978 MAREDORP ONDER DAK. Ook kwam er in 1979 een bestemmingsplan, waarin werd vastgelegd wat er kon en niet kon. De grote stadsvernieuwing kon beginnen. Ondertussen was er ook een projectgroep de Camp opgericht. Vooral in de Camp is er heel veel gebeurd. We hielden ons o.a. bezig met: de restauratie van het Sionshof in 1978, de restauratie van het Vrouwenkerkplein in 1982, de nieuwbouw van de bejaardenwoningen in 1984, de restauratie van het Stevenshofje in 1984, de renovatie van het Volkshuis in 1984, de nieuwbouw van CenA in 1986, de restauratie van de Boerhaavezalen in 1987, de restauratie van het Coninckshofje in 1987 en de nieuwbouw op het Vrouwenkerkhof.
© Floris Bosch
Ondertussen was er in Maredorp ook van alles gaande: het opknappen van het Runderplein in 1978, de renovatie van de woningen in de Greven- en Druckerstraat in 1979, de nieuwbouw van de Overdekte in 1983, de nieuwbouw in de Mirakelsteeg en de nieuwbouw in de Hekkensteeg in 1983/84. Hier waren dus aparte werkgroepen voor. Naast deze bouwplannen was er ook veel te doen over verkeer en parkeren. En u ziet: deze onderwerpen zijn nog steeds actueel! Even als de bouwplannen. De nieuwe Waagbrug en steeg staan nog op het programma en een nieuwbouwblok tussen Haarlemmerstraat en Stille Rijn. Er waren ook ontspannende dingen in de wijk, want de buurtvereniging had twee takken: een serieuze tak zoals de zaken hierboven en een ontspannende tak met de buurt- en gezelligheidsavonden, Koninginnedag, Sinterklaas, Kerstvieringen enz. Dit alles in samenwerking met de buurtwerkers van het Volkshuis en later Dijk 33. Jammer genoeg is dit allemaal verdwenen, het Volkshuis heeft een andere bestemming gekregen. Natuurlijk speelde en
speelt de buurtkrant de Marepost een belangrijke rol, die is nog springlevend en wordt nog steeds huis-aan-huis bezorgd door een grote groep vrijwilligers. Ook de contributie van de buurtvereniging is nog als vanouds: vroeger 12 gulden per jaar, 25 cent in de week en nu 6 euro per jaar!
De geschiedenis van de Marepost door Bep Verhoef
Onze buurtkrant de Marepost is al aan zijn 45ste jaargang bezig en is dus ouder dan de buurtvereniging. De buurtkrant is ontstaan in het begin van de zeventiger jaren, omdat buurtbewoners niet tevreden waren over hun buurt. Een enthousiast groepje zette zich in om door middel van een buurtkrant de omwonenden op de hoogte te houden. De omstandigheden om zo’n krant te maken waren totaal anders dan nu. Het begon met wat velletjes A4, getypt op de schrijfmachine, daarna gestencild en met een nietje samengevoegd. Soms was de stencilmachine niet opti-
Weet u nog... ...dat de contributie bij de leden van de buurtvereniging in de beginjaren een keer per maand werd opgehaald door bode Mieremet? Als er niemand thuis was, werd er een briefje in de bus gedaan met het verzoek het bedrag van 1 gulden te voldoen bij de bode. Sommige leden betaalden iedere week 25 cent en ook dat werd opgehaald! Hiernaast ziet u het briefje dat in de bus werd gegooid.
maal zodat het krantje moeilijk leesbaar was. Deze werkzaamheden werden vaak gedaan bij de Leidse Welzijnsorganisatie aan de Breestraat. Ondertussen was de buurtvereniging opgericht en werd de buurtkrant steeds mooier en vaak gemaakt door de buurtwerkers van het Volkshuis. Hij werd steeds nog wel getypt, want computers waren er toen nog niet. Maar hij ging wel naar de drukker. Dat was in het begin drukkerij Raar, die zich niet altijd aan de afspraken hield. Dan waren er mensen opgetrommeld om te komen vouwen en dan was hij niet klaar, omdat de platen bezet waren voor iets anders. Ikzelf heb ook jarenlang de Marepost in elkaar gezet. Het was altijd veel knip- en plakwerk op A3 vellen. De koppen moesten we ook zelf maken, dat kon door de z.g. plakletters , een velletje papier met letters, die d.m.v. wrijven boven het artikel werden geplaatst. Dan was er ook nog de “koppensneller”. Dat was een apparaatje met een schijf met letters die je op een plastic stripje af kon drukken. Het stripje werd dan boven het artikel geplakt. Ook dit kon bij de LWO. Een krant maken was altijd leuk werk, waar ik goede herinneringen aan heb. Inmiddels hadden wij een nieuwe drukker: Drukkerij Jansen op de Aalmarkt, later werd het door een fusie station Drukwerk in Katwijk. Op een gegeven moment heb ik het stokje doorgegeven aan Jaap Moggré, die ook jarenlang de Marepost heeft gemaakt. Het werd steeds mooier, want Jaap had een computer om de tekst te maken en een lichtbak waar hij de vellen op kon leggen, zodat je goed kon zien of alles recht lag. Maar er werd nog steeds geplakt. Zo’n 10 jaar geleden heeft Jaap het overgedragen aan Esther Moonen en zij kon alles digitaal op de computer. Zowel tekst als foto’s. Moesten we vroeger de krant naar de drukker brengen met losse foto’s erbij, nu wordt hij digitaal verzonden naar Puntgaaf Drukwerk op de Haven. Ook deze krant is weer door Esther gemaakt en het resultaat mag er zijn. Het ziet er fantastisch uit!
In Memoriam Harry Schoch 26-10-1950 – 12-1-2015
Half januari werden wij opgeschrikt door een droevig bericht dat Harry Schoch was overleden. Hij was een van de oprichters van onze buurtvereniging. Hij was 17 jaar actief lid, waarvan 10 jaar voorzitter. Harry heeft heel veel voor de buurt betekend. Daarom willen wij hem gedenken met een eerbetoon, over zijn idealen en wat hem zoal bezig hield.
Na een jaar in Wageningen, ging Harry scheikunde studeren in Leiden. Hij was lid van Augustinus en die had voor zijn leden een project ‘binnenstad’. Je moest dan op zoek naar mensen, die over de binnenstad konden vertellen. En zo is het gekomen, dat hij bij mij (Lidie) aanbelde. Dat was rond 1970, toen het comité Maredorp ontstond. Vanaf die tijd gaf Harry zijn steun voor een goede zaak. In die jaren was de wijk erg verpauperd, verkrot en verwaarloosd. Er waren veel pakhuizen en veel kroegen. Volgens de gemeente kon je er het beste parkeergarages neer zetten ten behoeve van de Haarlemmerstraat. Het comité Maredorp wilde echter geen ‘automagneten’ en wel speelgelegenheid voor de kinderen en vooral een beleid dat de buurt weer leefbaar zou maken. In die periode wilde Harry de buurt zo goed mogelijk kunnen helpen en daarom ging hij aan de Sociale Academie in Den Haag studeren om buurtwerker te worden. Harry was van 1978 tot 1988 voorzitter van Maredorp. Toen was er heel veel werk aan de winkel, omdat toen in feite de buurt gered werd door middel van het bestemmingsplan Maredorp, dat gemaakt is door een eigen projectgroep in nauw overleg met de bewoners van deze wijk. Het vele werk, overleg hier, pleidooien daar en veel hand en spandiensten – voor Harry was het nooit teveel. En tussendoor gaf hij ook nog bijles o.a. aan Pim van der Ende of hielp hij mee aan de Koninginnedagviering of de straatspeeldag. Harry was overal te vinden, ook op de kaartavonden, waar hij heeft leren klaverjassen, overal waar de koffie bruin was. Toen Harry zijn voorzitterschap na 10 jaar in 1988 neerlegde, werd hij erelid van buurtvereniging Maredorp. Bij zijn afscheid zei Harry, dat hij gestopt was met het voorzitterschap om te vechten voor het behoud van natuur en milieu, zaken die juist nu zo urgent waren. Harry heeft daartoe millieukunde aan de Open Universiteit opgepakt en heeft zich toen ook gestort op de praktijk, b.v. in Millieudefensie. Als zoon van een diplomaat heeft Harry veel in het buitenland gewoond, o.a. in de tropen. Daar zag hij de bossen verbrand worden om ruimte te maken voor landbouwgronden. Hij vond het een verschrikkelijk gezicht, al die brandende bomen. Bomen waren zijn vrienden. Als hij troost of rust zocht, ging hij de natuur in, naar de bomen, daar was hij helemaal thuis, helemaal welkom. Met deze oermotivatie heeft Harry zich jarenlang ingezet voor bomen, o.a. in Bomenbond Rijnland. Daarvan is hij secretaris geweest van 1996 tot 2012. Harry heeft veel dingen tegelijk gedaan. Tegelijk met bovenstaand verhaal was hij een tijdje postbode bij de Stadspost en bagagesjouwer op Schiphol, 30 jaar in het LVC als vrijwilliger, bekend en bemind als glazenophaler en ‘Harry de Swinger’ èn was hij in de badmintonclup de Drop Outs doelgericht bezig. Bovendien was hij ook nog in de politiek bezig. Voor iemand die van zuivere koffie houdt is de politiek met coalitieakkoorden een lastig werkterrein. Na een conflict over de Oostvlietpolder gaf hij zijn raadslidmaatschap op en benoemde de Vrienden van de Oostvlietpolder hem tot erelid. Voor veel mensen was Harry een inspireren-
de figuur, omdat hij ook goed wist uit te leggen wat leefbaarheid is, waarom bomen onmisbaar zijn voor onze gezondheid en zelfs voor ons geestelijk welbevinden een positieve invloed hebben. Harry pleitte voor een milieuvriendelijk leven. Harry leefde het voor en Harry leefde ervoor. Harry heeft jarenlang in de Schagensteeg gewoond en hield heel veel van ‘zijn’ Maredorp. Hij fietste van hot naar her, want Harry en zijn fiets waren onafscheidelijk. Wij zullen hem erg missen en wij niet alleen. Tijdens een telefoongesprek vertelde Carel van der Ende (de voorzitter van het eerste uur) dat Harry regelmatig naar Raalte kwam. “Het voelt voor ons alsof je een zoon verliest”. Het is ook heel jammer dat Harry het 40-jarig bestaan van de buurtvereniging niet meer heeft mogen meemaken, temeer omdat hij aan de wieg van de buurtvereniging heeft gestaan. Met het overlijden van Harry is een integere, uiterst betrokken en onvermoeibare strijder heen gegaan. En nu rust onze Harry, “onder de bomen waar hij zo van gehouden heeft. In de duinen, in de natuur, waar hij altijd blij van werd”, aldus zijn vrouw Mieke op de rouwkaart.
gebouwd. Het St. Janshof, gesticht in 1505, werd in 1585 geheel herbouwd en in de 19e eeuw opnieuw geheel vernieuwd. Ter plekke van de Marekerk stond in de 16e eeuw een molen. Dit kan een koren- of watermolen geweest zijn. Na de Hervorming kwamen de kloosters leeg te staan en werden er in dit stadsdel vervuilende bedrijven gepland. Omdat Marendorp het minst bebouwd was, werd deze wijk aangewezen als verzamelgebied voor alle vollerijen in de stad. Deze kwamen in hoofdzaak aan de Donkere Gracht (Vollersgracht), de Paradijsgracht en de Mirakelsteeg. In de 20e eeuw is er in het Maredorp veel veranderd: de Mirakelsteeg werd nagenoeg afgebroken, het gebied rondom de Hekkensteeg is onder de slopershamer terecht gekomen en de Mon Pèrekerk (de Overdekte) werd gesloopt. Daar is veel voor in de plaats gekomen: denk aan de nieuwbouw in de Mirakelsteeg en op de plaats van de Overdekte, de aanleg van het Runderplein, de herinrichting van de Speelplaats de Pui, de restauratie van het Hof Meermansburg, de herinrichting van diverse straten etc. Zo is het Maredorp geworden wat het het nu is.
Lidie Bossen en Bep Verhoef
De Camp De Camp viel voor 1355 onder Oegstgeest. In 1355 werd het gebied bij Leiden getrokken. Net als het Maredorp was De Camp toen al gedeeltelijk bebouwd en bewoond. Vanaf 1403 werd het landschap snel en ingrijpend veranderd door de vestiging van een aantal kloosters. Die kwamen aan en dichtbij de Campweg, de huidige Caeciliastraat. De belangrijkste waren: het St. Ursulaklooster, het St. Elisabethgasthuis, het St. Michielsklooster, het St. Agnietenklooster, het St. Stevenshof, het St. Caeciliaklooster en het St. Caeciliagasthuis. Na de reformatie werden het St. Elisabethgasthuis, het St. Ursulaklooster en het St. Caeciliaklooster veranderd in ziekenhuizen en verpleeghuizen. De Onze Lieve Vrouwenkerk ‘begon’ in 1345 als bijkerk van de parochie Oegstgeest. Hij is regelmatig vergroot tot hij in de 16e eeuw de uiteindelijke vorm kreeg. Wegens bouwvalligheid is de kerk in 1825 grotendeels gesloopt. De Schouwburgkwam er in 1705 en is in 1809 en 1865 verbouwd en vergroot. De Groeneveldstichting is in 1882 gebouwd en in 1898 kwam het Volkshuis. In 1918 ontstond het Antoniusclubhuis (later: Antonius Zalencentrum). In de eerste helft van de 20e eeuw begon de verkrotting van De Camp. In de jaren tachtig is de wijk compleet gesaneerd. Bron: Marepost, april 2005
Het ontstaan van Maredorp en De Camp Het Mare(n)dorp Het gebied tussen de Oude Rijn, Lange Mare en Oude vest is de derde vergroting van de stad Leiden, Maredorp genaamd. Deze stadsvergroting van 1355 is ontstaan uit de hier reeds gegroeide woonkern ‘Marendorp’, dat deel uitmaakte van de ambachtsheerlijkheid Leiderdorp. Van 1348 tot 1351 trad hier een schout ‘Jan de Vos’ op, die rechtsprak op de ‘Roode Steen’, gelegen op de kruising van de huidige Haarlemmerstraat en de Donkersteeg. Naar deze schout is de Jan Vossensteeg genoemd. De Haarlemmerstraat werd in 1357 ‘Heerstrate’ of ‘Grote Straete in Marendorp’ genoemd. De naam Marendorp heeft deze straat tot in de 19e eeuw behouden. Al die eeuwen door vormde deze straat de verbindingsweg van oost naar west. De Oude Vest is aangelegd op de voormalige wallen na 1610, toen de uitleg ten noorden van de oude Singel werd gerealiseerd. Het Marendorp bleef nog lang na de omwalling agrarisch van karakter, al nam langzamerhand het aantal huizen in dit nieuwe stadsdeel toe. Na aanvankelijke bebouwing aan de Haarlemmerstraat en de Jan Vossensteeg ging men ook de achtererven, die gelegen waren aan de Oude rijn, bebouwen. Hier vestigden zich scheepsmakerijen en aanverwante bedrijven. Eerst in de 15e eeuw kwam de ontwikkeling van dit stadsdeel op gang door de vestiging van drie kloosters, een gasthuis en een hofje, te weten: de kloosters Abcoude, Schagen en Nazareth, het st. Barbaragasthuis en het St. Janshofje. Na de sluiting van het klooster Schagen werd dit voormalige Kloosterterrein voor de Beestenmarkt ingericht. Hier zijn de Noord- en Zuid Rundersteeg en de Kleine Beestenmarkt ontstaan. Later werd tussen de Schagensteeg en de Donkere Gracht (nu Vollersgracht) vollerijen
Weet u nog... ...dat er op de Haarlemmerstraat een oliebollenwinkel was? Het Hollands gebakhuis van Brouwer. Het zat ter hoogte van groenteboer van Groeningen. Het hele jaar door verkochten zij oliebollen, wafels en poffertjes. Ieder jaar op Oudjaar stonden de klanten buiten in de rij om oliebollen te kopen, dan deden zij goede zaken. Toch is de zaak op een gegeven moment gesloten en dat was heel jammer, want het was een unieke zaak. (de foto hieronder is uit ons archief)
Weet u nog... ...dat er in en rond de Haarlemmerstraat, vijf grote kruidenierszaken hebben gezeten. Het waren. Albert Heijn, cooperatie Vooruit, de Gruijter en Simon de Wit op de hoek de Haven. Dan ook in de Donkersteeg nog een Simon de Wit. Dan waren er ook nog verschillende melkwinkels in de buurt, die ook kruidenierswaren verkochten. Zwetsloot in de Kuipersteeg en van de Holst in de Jan Vossensteeg. Daarnaast een aantal bakkers en groentezaken, zoals, het Fruitpaleis van Dirkse, van Groeningen, Mank en Bakker. Ook in de Jan Vossensteeg zaten heel veel winkels. Ook hadden de meeste van deze zaken nog een ronde door de wijk, want heel veel winkeliers kwamen nog aan de deur. Wat een verschil met de huidige tijd. Als je nu naar een grote supermarkt gaat kun je in een keer alles vinden wat je nodig hebt.
Een kilometer koopplezier 1971
Op 1 juni 1971 klokslag 12 uur is het zover. Wethouder Kret en boekwinkelier Zandvliet plaatsen op de Haarlemmerstraat twee bordjes met een inrijverbod. Voor het eerst in de historie kent de langste winkelstraat van Leiden een promenade. In het begin heeft de politie nog heel wat te stellen met de automobilisten, die vanaf de Stille Rijn komen, alleen nog rechtdoor naar de Lange Mare mogen. Bij ijssalon-restaurant Voortman op nummer 20 worden de tafeltjes en stoeltjes al op straat gezet. Er worden laad en lostijden voor de bevoorrading voor de winkels vastgesteld en aan de inrichting wordt vrijwel niets veranderd. De sierbestrating laat nog jaren op zich wachten door de discussies tussen voor en tegenstanders. Als de eerste koopavond in de autoloze Haarlemmerstraat wordt gehouden zijn de effecten goed merkbaar. Tien jaar eerder op 9 november 1961 vond de eerste “cultuurschok” plaats. Toen reed de laatste gele tram vanaf de eindhalte op de Haven over de Haarlemmerstraat. In de loop der jaren zijn er twee sierbestratingen aangelegd en is er ook een nieuw riool geplaatst. Ook het winkelaanbod is flink gewisseld. Nu, in 2015 zal de Haarlemmerstraat , die als een rode draad door onze wijk loopt, weer een facelift ondergaan en een mooiere uitstraling krijgen.
Het dorp Maredorp door Sjoerd C. van Ketel
Deze combinatie stond in de uitnodigingskaart aan de bewoners van de Lange Mare e.o. om de afscheidsreceptie van mevrouw Marianne Dieben (vanaf 1996 lid van de buurtvereniging) in het begin van januari bij te wonen. Daar werd gezien het grote aantal ondernemers en particulieren ruimschoots gehoor aan gegeven. Hierop werden ook de nieuwe bewoners, het Oostenrijks-Franse echtpaar Summerer met zijn twee kinderen voorgesteld. In deze originele en prachtige uitnodiging, een tekening van dit deel van de Mare, staat ook een zegel afgebeeld. Het is een zilveren, gegraveerde penning van de bode van de bon (buurt) ‘de Mare’ te Leiden ten tijde dat graaf Maurits hier zijn studie voltooide (±1584): in een ruit kan men de gracht van de Mare, omzoomd met negen huizen aan weerszijden, zien. In de gracht een roeischuitje met een roeier. Het omschrift luidt DIE BUEREN OP DIE MAREN. In deze buurt kent iedereen iedereen in een soort straatvriendelijkheid tot en met straatvriendschap: de mensen hebben voornamelijk buitenshuis een hartelijk contact met elkaar. En natuurlijk ontbreekt een roddeltje hier en daar niet op het kennismenu. Mevrouw Dieben heeft van 1972 tot nu toe in dit huis op nummer 58 met veel genoegen gewoond. Zij kwam er via haar familie, die het al zo’n eeuw bezat, in terecht. Aanvankelijk studeerde zij Engels, maar later stapte zij naar de kunsthistoriestudie in Leiden over. In dit kader werkte zij als redactrice mee aan de serie boeken over het Rapenburg. En haar afstudeerscriptie ging over
het Gulden Vlies in de Breestraat op nummer 125. De geschiedenis ervan gaat terug op de middeleeuwen en voor de tweede wereldoorlog was er een deftig restaurant in gevestigd. Wij gaan weer terug naar de Lange Mare. De eerste vermelding van een huis op dit nummer dateert al van 1528, toen er ene leertouwer Ghijsbrecht Dircxz woonde en in dit jaar stierf. Het pand van twee roeden (7½ meter) breed liep door tot aan de Koddesteeg. Latere zeer gemêleerde bewoners droegen o.a. de nu schilderachtige namen: Lucia Dircxdr, leertouwer Reyer Ghijsbrechtsz, Adriana Pietersdr, Trijntje Reyersdr, Arent Willemsz van der Bosch schoenmaker en lid van de veertigraad van Leiden, Jan Claesz van Assendelft, lakendrapier Gerrit Meijndertsz van Schade, oriëntalist en doctor medicinae Reynier van Buytevest, greinreders Jacob Fris en Nicolaes Fremeaux (uit Smirna), lijfknecht Willem Aldenhoven, schoenmaker Abraham van Buuren, verhuurster Elisabeth van Pelt, oliemolenaar en koffiehuishouder Abraham Couvee en diens zoon en beroepsgenoot Jacobus.Het huis was dus tamelijk groot, want voor de tweede wereldoorlog huisden er in de drie achterelkaar gelegen kamers een winkel, een paskamer en een naaiatelier met 25 naaisters. Op zolder werden er nog enklele paspoppen gevonden. Bovendien werkte en woonde er in het achterhuis dan ook nog een schoenmaker. In deze 42 jaren is de Lange Mare er zeker op vooruitgegaan. Vele huizen zijn er opgeknapt, er zijn bij de oude binnenstad passende lantaarns gekomen en de bestrating is vernieuwd van asfalt naar stenen. Een achteruitgang vindt zij de omgekeerde wereld: fietsers die op de stoep langsrazen en wandelaars breeduit op de rijweg. Zij heeft ook vele buren zien komen en gaan o.a. de schilder Bert Harting, de eassayist Rudy Kousbroek en de rookwarenhandelaar Busch.Ik vroeg haar ten slotte naar haar wensen aan ons achtergeblevenen. Zij wenst ons vanuit het Kruitschip alle goeds (ik doe dit wederzijds) en nieuwe openlegging van de Mare als riviertje c.q. gracht (dus meer moed voor de gemeente). In een Waarboek stonden de diverse rechten van de burgers vermeld; en ... vrouwen hadden toen (al) dezelfde als mannen.Ik eindig met een stukje tekst uit zo’n Waarboek van Leiden (1595/6) voor de taalpuzzelaars onder ons: “In oirconden desen
mit onse zegelen bevesticht, opten 12 Julij 1596 onder de plijc stont geth. Jan van Hout, dat beneffens noch uijthangende besegelt met twee groene wasschen zegelen aen double farnchijnen staerte”. Toch vertaal ik dit fragment nog maar even voor u: In de oorkonde hiervan met onze zegels bekrachtigd op de 12de Juli 1596 stond onder de plaats getekend Jan van Hout, waaraan ook nog twee groene zegels van was aan een dubbel perkamenten koordje hingen. Het woord ‘farnchijnen’ is om te beginnen een drukfout; het moet ‘francijnen’ zijn en dit betekent ‘perkamenten’. Het zegel hangt dus aan een dubbele reep perkament. In het huidige Nederlands komt het (via het Frans uit het Latijn) bij het kantklossen nog gewestelijk voor als fransijn (perkament). Onze taal heeft, zelfs wanneer zij correct gebruikt wordt, zo u ziet inmiddels wel enige verandering ondergaan.
Annekdote Beste redactie, Bedankt voor de foto op de voorpagina van de vorige Marepost, waarop de Pelikaanstraat in vroegere tijdens te zien is. Leuk te zien dat er een aardappelhandel gevestigd is. Ik woon in de Legewerfsteeg in het appartementencomplex dat op het fototje erboven is te zien. Het huis kijkt dus uit op de Pelikaanstraat. In het koopcontract van het appartement staat iets wat me altijd verbaasd heeft: ‘In het verkochte zal nimmer eenigen handel in aardappelen mogen worden uitgeoefend op straffe eener boete van tien duidend gulden door den kooper te verbeuren, ten behoeve van den verkooper, zijne erven of rechtverkrijgenden te betalen binnen eene maand na daartoe strekkende aanmaning, met dien verstande dat nimmer eenige ingebrekestelling noodig zal zijn.’ Daarna nog een stukje waarin staat dat bovenstaande voor alle opvolgende eigenaren geldt. De notaris zei dat dit stukje over de handel in aardappelen in het koopcontract meest waarschijnlijk kwam omdat er in de straat vroeger in aardappelen gehandeld werd. Deze foto laat zien dat dit inderdaad het geval is! Groet, Carolina Jost
VIER VEERTIG JAAR DOOR EN VOOR ELKAAR MET VERVE VERDEDIGD VERDEELDE SOMS STRATEN STEGEN TEGEN BETER WETEN IN ERKENDEN HERKENDEN BEKENDEN WILLEN HIER NOOIT MEER WEG LACHT ONZE MARE ENGEL HOOG IN ’T ZWERK BEKROONT DE BUURT ZOLANG HET DUURT PINK MELTZER
Het jubileumboek is uit! Twee jaar geleden ontstond het idee om een boek te gaan maken, ter gelegenheid van het 40- jarig bestaan van buurtvereniging Maredorp - de Camp. Een enthousiast groepje vormde de jubileumredactie. Regelmatig werd er vergaderd en er werd besloten dat het een boekje moest worden met 40 oude foto’s en daarnaast 40 nieuwe foto’s uit de wijk, waarin men kan zien hoe de buurt veranderd is, maar ook dat sommige delen van de wijk de tand des tijds hebben doorstaan. Daarbij zou een passende tekst komen. Maar wie gaat dat betalen? Gelukkig hebben we ondersteuning gekregen van de gemeente en het WOZ fonds, zodat wij verder konden met de uitwerking. Jaap Moggré heeft de oude foto’s opgezocht, heeft tevens de nieuwe gemaakt en de bijbehorende teksten geschreven. Daarna werd overlegd met de vormgever Eric Dietz en in samenwerking met Puntgaaf Drukwerk is er een heel leuk boek ontstaan. Een buurt vol leven en verandering In het boek zijn ontzettend leuke oude foto’s te zien, waarbij men zich nauwelijks kan voorstellen dat het er zo heeft uitgezien. Vaak onherkenbaar: De Boerhaavezalen die op instorten stonden en waar nu een prachtig museum is gevestigd, de Lange Mare nog met water en geparkeerde oude auto’s langs de gracht, het Soephuis voor de armen aan de Haarlemmerstraat, wat nu ingevuld is door winkels. Al met al is het een boek om te hebben en velen van u zullen daarbij ook herinneringen hebben aan de vele mooie oude foto’s. De uitreiking Vrijdag 20 februari was het zover. In museum Boerhaave was het een drukte van belang. Veel buurtbewoners, de oprichters van de buurtvereniging, oud bestuursleden en oud buurtwerkers waren aanwezig. Na een kopje koffie gingen wij naar de bovenzaal, waar Dirk van Delft, directeur van het museum, een inleidende toespraak hield, opgevolgd door onze voorzitter Arthur Elias die na zijn toespraak het eerste exemplaar overhandigde aan burgemeester Lenferink, die vond dat er vroeger toch wel veel moois verloren was gegaan. Hij prees ook de vrijwilligers voor hun inzet voor de buurt. Alle leden en genodigden konden tijdens de borrel het boekje in ontvangst nemen. We kunnen terugkijken op een zeer geslaagde bijeenkomst. Zie ook de foto’s hieronder, gemaakt door Floris Bosch. Het boekje Alle leden van de buurtvereniging hebben het boekje inmiddels ontvangen. Voor niet leden en belangstellenden is dit leuke boek vol foto’s en verhalen over onze buurt te koop voor 10 euro. Zie voor alle verkoopadressen het kader op de pagina hiernaast.
Gezelligheid
Het jubileumboek ‘Een buurt vol leven en verandering, veertig jaar buurtvereniging Maredorp- de Camp’, is nu te koop bij de volgende adressen: Sigarenmagazijn Ter Haar, Haarlemmerstraat 249 Drogisterij Boerhaave, Haarlemmerstraat 68 Sigarenmagazijn Busch, Lange Mare 84 Bep Verhoef, Apothekersdijk 13 Boekhandel De Kler, Breestraat 161
10 euro
De voorraad is beperkt!
Kaart- en sjoelavonden In de afgelopen 40 jaar heeft de buurtvereniging talloze festiviteiten georganiseerd. In de beginperiode begonnen met de contactcommissie, die regelmatig kaart- en sjoelavonden organiseerde. Deze buurtavonden waren meestal maandelijks op vrijdag en zeer geliefd onder de buurtbewoners. Vaak was er ook een loterijtje. Men keek ernaar uit, want een beetje ontspanning op zijn tijd was gezellig. Deze avonden zijn heel lang doorgegaan, totdat wij door de renovatie van het Volkshuis ons onderkomen in Dijk 33 kwijt raakten en met de activiteiten moesten verhuizen naar de Pancrat. Bovendien werd er jaren later een algemeen rookverbod ingesteld, waardoor er minder bezoekers kwamen en we jammergenoeg de buurtavond in 2003 hebben opgeheven. Inmiddels is ook de Pancrat gesloten. Koninginnedag Dat waren leuke dagen om te organiseren, zeer vermoeiend, dat wel. In het begin deden wij het samen met het buurtwerk van het Volkshuis, zij konden veel regelen. Later moesten we het alleen doen, maar wij hadden altijd een fijne groep medewerkers. Het is op vele locaties gevierd, o.a. in de Grevenstraat, op de Vollersgracht, de Mirakelsteeg en het Vrouwenkerkplein. Meestal met kinderspelen en de playbackshow, ballonnen oplaten en de snoepkraam. Ook de bar deed altijd goede zaken. Na het dagprogramma was het opruimen, even snel wat eten en dan weer door naar het Volkshuis, waar we de grote zaal de dag ervoor al versierd hadden. Het avondprogramma bestond uit bingo-dansant met live muziek, dus gingen de beentjes al gauw van de vloer. De grote zaal zat vaak bomvol met zo’n 125 bezoekers. Na 12 uur werd er opgeruimd en waren wij ongeveer om 2 uur in de nacht thuis. Dat waren lange dagen, maar als het goed en gezellig was verlopen gaf het ook wel een voldaan gevoel. Helaas is ook dit feest uit de wijk verdwenen. Sinterklaas Het Sinterklaasfeest voor de kinderen was ieder jaar een vrolijke boel. Vanaf de jaren zeventig tot 2009 hebben we dit feest georganiseerd. Van te voren werd gevraagd om bij het opgeven van de kinderen ook een schoentje in te leveren. Die werden dan op het feest rond een zelfgemaakte grote schoorsteen gezet. De schoentjes waren er in alle maten en uitvoeringen, van stoere jongensschoenen tot glitterexemplaren van de meisjes, die door Piet natuurlijk gevuld werden. Het was altijd spannend of Sint wel naar Maredorp kwam, maar door hard te zingen, kwam het altijd goed. Eerst werd er geknutseld en dan na de pauze was het moment daar! Sint had de laatste jaren soms wel vier Pieten meegenomen, die dan met de kinderen een dansje opvoerden voor de Sint. En als je dan die gezichtjes van de kinderen zag, die zo vol verwachting hoopten dat ook zij een pakje zouden krijgen. Sint genoot er zelf ook van en kwam ieder jaar graag terug. Het was altijd heel gezellig, maar omdat er zoveel aanbod van Sintprogramma´s kwam, zowel op de TV als in de bioscoop, er ook Sint werd gevierd op de sportclubs en op school en het Huis van Sinterklaas zijn intrede deed, werd het voor de meeste kinderen een beetje te veel van het goede. Het kinderaantal bij ons Sinterklaasfeest liep mede daardoor terug, zodat we moesten besluiten te stoppen. Wij zullen het er maar op houden dat het de tijdgeest is waardoor veel dingen veranderen, maar we hebben er heel leuke en goede herinneringen aan.
Een kleine impressie van de uitreiking van de uitreiking van het eerste exemplaar van het boek (Fotograaf Florisch Bosch)
Buurtborrels Wij vinden het heel belangrijk om contact te hebben met de buurtbewoners en daarom organiseren we al een aantal jaren twee keer per jaar een buurtborrel voor alle leden van de buurtvereniging. Zo leren buurtbewoners elkaar kennen en wordt er onder het genot van een hapje en een drankje lekker bijgepraat. De borrels worden altijd goed bezocht en ook de wijkagent is meestal present, zodat er ook buurtproblemen aan de orde kunnen komen.
Weet u nog... ...dat de buurtvereniging in 2003 een zonnebloemwedstrijd heeft georganiseerd? Door het project Onze Buurt Aan Zet kregen wij voor alle buurtbewoners een zakje zonnebloemzaad, die wij samen met de buurtkrant bij alle bewoners hebben bezorgd. En enige maanden later stonden er op verschillende plaatsen reuze exemplaren. Na serieus meetwerk kwamen er twee winnaars uit de bus. In de Hekkensteeg en op de Oude Rijn waren ze even hoog, 4.16 meter! Op de Oude Rijn had hij veel bekijks en werd regelmatig door toeristen op de foto genomen. De foto hieronder is uit ons eigen archief.
het Volkshuis, de Romanuszaal, busreisjes voor de ouderen en kinderspelen. Zelf vond ik het belangrijker dat de buurt en binnenstad zou verbeteren. Met diverse medestanders zijn we daarmee begonnen en zie het resultaat na jaren. Het geeft wel voldoening, als wij in Leiden zijn, in Maredorp en de Camp. Ook mede door de heer Emanuel konden wij als buurtvereniging verder en later zelfs Koninklijk goedgekeurd. Zelf had ik het idee dat ik voor de buurt (de arbeider) als trekpaard moest dienen, maar ik heb mij er nooit minder om gevoeld. Maar misschien mede hierdoor als eerste voorzitter gekozen en zelfs later erelid! Al wonen wij in Raalte, als wij in de buurt zijn in Leiden, voelen wij ons toch gelijk thuis. Wij wensen bestuur, medewerkers en elk die de buurtvereniging een goed hart toedraagt, het allerbeste voor de toekomst.
Drie eeuwen huisverschil
bewoners Jacob Hiecx. In deze steeg vonden respectievelijk een tehuis voor vondelingen en arme kinderen (1703), een oudemannen en vrouwenhuis (1773), een militair invalidenhuis (1817), een kaasmakerij (1927) en een stoom- boek- en steendrukkerij van Edurard IJdo (deze woorden zijn nog zichtbaar op de façade) een bestemming. Dit en nog veel meer wetenswaardigs kunt u vinden in het nog steeds verkrijgbare, prachtige boekje (2013) Langs Leidse Stegen van mevrouw Dr. T. Schoonheim. Als goede buurtbewoonster was zij sinds 1978 lid van de buurtvereniging en sinds 2003 werkzaam als bestuurslid, een aantal respectabele jaren dus. Samen met mij maakte zij vele en fraaie foto’s bij allerlei artikelen in de Marepost. Maar Ria Braakman kennende, zal zij haar medewerking aan onze buurten voortzetten. Zo staat zij dus met één been in Maredorp en met het andere in de Pancras. Wij wensen haar en haar man een zo lang mogelijke krasheid en gezondheid toe.
door Sjoerd C. van Ketel
Velen van u kennen stellig de verschijning van onze buurtgenote Ria Braakman in onze buurt(en) en haar activiteiten voor Maredorp en De Camp. Zij en haar echtgenoot Hans van der Stok hebben maar liefst 40 jaar aan de Oude Rijn geresideerd.
Herinneringen aan Maredorp door mevrouw en mijnheer van der Ende, voorzitter van het eerste uur
In het begin van 1963 kwamen wij met ons gezin in de Druckerstraat 6a wonen. Nu, bij het jubileum van de buurtvereniging, ga je terugdenken aan die tijd... Er was toen voor kinderen geen speelgelegenheid, wel veel verkeer, vooral op de singel, waar steeds meer auto’s stonden, ook de onze. Als je vrij was, gingen we met de kinderen en ook veel vriendjes naar buiten. Naar het Panbos in Katwijk, het strand en de Noordwijker-houtse duinen. Soms onverantwoordelijk, maar je wilde de kinderen niet teleurstellen. Aan de overkant voor ons huis stonden ze op zondagmorgen al te wachten. Na een artikel van Lidie Bossen in het Leidsch Dagblad, over de leefbaarheid in de buurt, vonden mijn vrouw en ik, dat we ook in actie moesten komen. Eerst een actiecomité, die zich sterk ging maken voor speelgelegenheid. Hiervoor wilden wij het parkeerpleintje in de van der Werfstraat, maar de winkeliers vonden dat zij meer rechten hadden. Eerste actie: elk half uur met bestuur en medewerkers de nummers genoteerd en later vergeleken. Slechts twee waren gewisseld, de rest was van de winkeliers en hun personeel. Dus, stenen eruit! De politie kwam, maar liet ons onze gang gaan. En zo kwam later het speelplaatsje “de Pui” tot stand. Inmiddels kwamen er al wat leden die ons ondersteunden. De heer Mieremet en mijn vrouw haalde de contributie van een gulden per maand op en informeerde hen, hoe de stemming was. Het ging lopen, maar zoals altijd ook personen die het koud liet. Om de boel bij elkaar te houden en samen te blijven, werd de contactcommissie opgericht, die van alles ging organiseren. O.a. in
Vanuit haar ouderlijk huis in de Cobetstraat waren zij aanvankelijk gedurende een tiental jaren ondernemers in een winkel van luxe huishoudelijke artikelen in de Breestraat 155 (waar zich momenteel de Wibra met een onherkenbaar verslechterde façade bevindt). Daarna betrokken zij het vanuit de familie vrijgekomen pand aan de Oude Rijn, dat zij als cookshop lieten voortleven (1975-1989 en één van de eerste in Nederland van de nieuwe kookmode, die toen uit Engeland was overgewaaid). Het omvangrijke pand aan de Oude Rijn dateert oorspronkelijk al uit 1590 en is met behulp van vele gegevens uit het leidse, gemeentelijke archief aan de Boisotkade in een originele en buitengewoon fraaie stijl gedurende zo’n anderhalf jaar door hen gerestaureerd. Voor dit behoud en deze verfraaiing van het stadsschoon kregen zij samen in 1981 van de historische vereniging Oud Leiden (opgericht in 1902), waarschijnlijk als enige particulieren, de erepenning en de daarbij behorende oorkonde uitgereikt. Nu gaan zij verhuizen naar het appartementencomplex van de voormalige Vrijplaats op de hoek van de Koppenhinksteeg en de Hooglandse Kerkgracht. Dit gebouw staat er pas sedert 1890. Nu zal u ook de titel boven dit artikeltje duidelijk zijn. Over deze Koppenhinksteeg kan veel karakteristieks verteld worden. Al in 1437 wordt deze vermeld. Toen heette zij de Coppen Hiecxsstege; waarschijnlijk naar één der eerste
Henri Lenferink bezoekt Maredorp en De Camp maart 2003
Burgemeesterskandidaat Henri Lenferink had ons laten weten, dat hij tijdens zijn campagne kennis wilde maken met onze buurtvereniging. Op 6 maart 2003 hebben wij hem een indruk gegeven van onze wijk. Als buurtvereniging houden we ons vaak bezig met dingen die verbeterd kunnen worden. Maar ook hebben wij hem laten zien hoeveel moois we al hebben in de wijk. Dat hij belangstelling heeft voor geschiedenis konden we goed merken. Met een groepje buurtbewoners zijn we de wandeling begonnen bij het Vrouwenkerkplein waar de ruïne van de Vrouwenkerk de aandacht trok, maar ook Museum Boerhaave, die daar zonder actie van de buurtvereniging waarschijnlijk nooit gekomen was. Een minder prettig verschijnsel was destijds de overlast van horecabezoekers. Over het Aalmarktproject was hij al aardig bijgepraat en hij wilde graag de plek zien waar de doorbraak gedacht was tussen de Haarlemmerstraat en de Stille Rijn. Dat er voor deze passage enkele huizen in de Haarlemmerstraat moesten sneuvelen, vond hij doodzonde. In de Grevenstraat en Druckerstraat viel hem op hoe lelijk de kunststoframen zijn, dat had in Arnhem nooit gebeurd, zei hij. De bouw van de appartementen in de Oude Vestkerk trok zijn aandacht en hij liep spontaan naar binnen. De aanwezige bouwvakkers gaven hem een rondleiding. We sloten de leuke wandeling af met een kopje koffie. De strijd met burgemeesterskandidaat Harrij Groen heeft Henri Lenferink ruimschoots gewonnen en nu is hij alweer zo´n elf jaar burgemeester van onze stad.
Henri Lenferink bezoekt de wijk, in het kader van de verkiezingscampagne (Foto: archief buurtvereniging Maredorp)
Het Runderplein 1978
Eind jaren 70 waren er plannen om tussen de Jan Vossensteeg, Schagensteeg en Vollersgracht flink te gaan slopen. De huizen tussen de Noord en Zuidrundersteeg zouden gaan verdwijnen, omdat ze jarenlang verwaarloosd waren en alleen nog gebruikt werden als pakhuis. Zo zou er een pleintje ontstaan, het Runderplein. Maar de meningen waren verdeeld, het zou toch maar alleen als parkeerplaats en vuilnishoop gebruikt worden. Het zou een gezellig pleintje moeten worden met groen en banken. Uiteindelijk is het plan toch doorgegaan met als aankleding twee koeien. Maar wist u dat er op dezelfde plaats lang geleden al zo’n pleintje heeft bestaan? We gaan even terug in de tijd van Maredorp. Tot 1355 was het n.l. een echt dorp met veel boerderijen en kloosters. Maar met de komst van de (laken) industrie verdwenen veel van de kloosters. Zo lag er tot 1578 een klooster op de hoek van de Jan Vossensteeg en van der Werfstraat , dat toen nog de Maredorpse Achtergracht heette, het St, Catharina of Schagenklooster. Toen het klooster was afgebroken werd het terrein de nieuwe beestenmarkt. Hier werden alleen runderen verhandeld. In de loop der jaren werd de markt wat kleiner . Aan de Vollersgracht en later aan de van der Werfstraat werden huizen gebouwd en zo ontstond er dus een pleintje. Het werd als beestenmarkt toch te klein en werd verplaatst naar elders. Waarschijnlijk heeft het Runderplein zijn naam daaraan te danken.
Feest op het Runderplein ivm de nieuwe speeltoestellen in 2005 (Foto: archief buurtvereniging Maredorp)
Restauratie Coninckshof 1988
De restauratie van het Coninckshof is in 1988 bijna voltooid. Wij hebben het op de voet gevolgd en zoals men op de foto’s ziet, was het een enorme rommel, maar de huisjes zien er weer erg mooi uit. Van het oude koetshuis is een leuke woning gemaakt. De bewoners kunnen weer genieten van dit mooie hof.
Weet u nog... ...dat er mededelingenkasten in de buurt hebben gehangen? Het was de bedoeling om daarin nieuwsberichten en mededelingen over de buurt te vermelden. Maar het werd geen succes. Er werd nauwelijks iets mee gedaan en in de loop der tijd waren ze een doorn in het oog. In 1989 is de laatste kast aan de Vollersgracht weggehaald.
De kerststol door Bep Verhoef
Maredorp over de grens door Agna Zonderop
Het is jaren zo geweest dat de buurtvereniging aan alle leden een kerstattentie gaf. Dat was heel veel jaren een Kerststol van bakkerij de Sleutels van de Lange Mare. Zij waren zogezegd onze hofleverancier. Maar ja, die broden moesten ook bezorgd worden! De medewerkers en het bestuur van de buurtvereniging gingen dan op pad, vaak in de stromende regen, met een ledenlijst in een bepaalde straat en dan hoopte je maar dat er iemand thuis was. Als dat niet zo was gingen we nog een keer en daarna gooiden we een briefje in de bus, met het verzoek of men het af wilde halen op een bepaald adres. Vaak kon dat in het buurthuis Dijk 33 en soms stonden de dozen opgestapeld bij mij in de gang. Dan rook de hele gang naar kaneel, heerlijk! Daar heb ik goede herinneringen aan. Maar het was ook veel werk. En daarom besloten we in het vervolg een kerstattentie te geven, die door de brievenbus kon, dat scheelt veel tijd. Ik herinner me nog een setje kaarten, een kalender, een doosje chocolade enz. Omdat het steeds moeilijker werd om iets te verzinnen en het ook financieel moest kunnen, werd besloten het eens in de vijf jaar te doen bij een jubileum. Zo was er de beker, een ovenwant met het logo van de buurtvereniging, een gastendoekje, een keukenschort en nu dus het boek. Alle dingen veranderen, maar de tijd van de Kerststol was wel heel bijzonder!
Een jubileum is vaak een mooie aanleiding om op zoek te gaan naar contacten van betekenis uit de beginperiode. Zodoende kwamen wij terecht bij de heer Abel de Jong, momenteel grotendeels wonend in Israël, die destijds als projectleider het nodige voor onze wijk heeft gedaan en betekend. Mailverkeer met hem leverde het volgende lezenswaardige citaat op: “Dit is wel een heel grote verrassing. In 1980 heb ik voor het laatst voor Maredorp gewerkt na een veelbewogen maar interessante en intensieve tijd. Ik kwam in Maredorp terecht nadat ik vanuit het Landelijk Ombudsteam Stadsvernieuwing naar Leiden was gestuurd omdat bijstand was aangevraagd door een buurtcomite. Ik meen dat Lidie Bossen daarbij hoorde. Er waren een paar bijeenkomsten met de gemeente (Eggenkamp) in het Volkshuis aan de Apothekersdijk. Men zocht een projectleider in het kader van - ik weet het nog goed - het Besluit Geldelijke Steun Stadsvernieuwing. Daaruit konden plannen en projecten betaald worden. Zodoende kwam ik terug in een wijk waar ik als kind opgegroeid ben. Ik kwam in 1943 als joods onderduikertje van 2 1/2 jaar oud op de Rijnsbugersingel terecht. Daar ben ik tot 1959 gebleven. Toen verhuisden we naar de Hoge Morsweg. Ik ging op het gymnasium op school en studeerde later rechten aan de
Leidse Universiteit tot 1967. In 1970 kwam ik in de ruimtelijke ordening terecht en kort daarop bij actiegroepen. Maredorp was een van de eerste projecten waarbij een beoep werd gedaan op de financien die het Rijk beschikbaar stelde. Vandaar dat we vrij veel binnen konden halen. Ik kreeg nog een bokaal van de gemeente cadeau voor de inzet. Wethouder Waal en burgemeester Vis kan ik me nog goed herinneren.In 2004 kwam ik wederom in Leiden terecht. Ik werkte toen op het provinciehuis en een collega zei dat de gemeente bestemmingsplannen moest actualiseren en bijstand zocht. Ik heb tot 2008 hard gewerkt aan plannen voor de hele binnestad en veel wijken eromheen. Vis terug in het Leidse water. Het werd mijn mooiste en ook laatste werkperiode. Een van mijn opdrachten was de herziening van het bestemmingsdplan Maredorp uit 1979. Ik kwam in die periode Harry Schoch tegen en ik ben nog een keertje bij Lidie op bezoek geweest.Ik ben nog steeds bevriend met Meindert Barkema, destijds de buurtachitect toen hij op de Oude Rijn woonde. Tja, dat waren nog eens tijden. Ik zou heel graag komen zij het dat we in Israel wonen en in de peride van de reunie niet in Nederland kunnen zijn.” Wij zijn Abel de Jong zeer erkentelijk voor zijn bijdrage, en zullen hem zeker van de ontwikkelingen op de hoogte houden, zoals hij gevraagd heeft.
Boerhaavezalen door Jaco Haartsen
Het Vrouwenkerkplein en de muurresten door Bep Verhoef
In een uitgave van de Marepost in februari 1977 trekt de projectgroep hard van leer tegen het verkrotten van de beroemde Boerhaavezalen. Het complex, bestaande uit het voormalige klooster, het Sionshof en het Ceaciliagasthuis staat op instorten. De gemeente heeft het complex in 1975 aangeboden aan het Rijk voor de vestiging van het Rijksmuseum voor de Geschiedenis van de Natuurwetenschappen. Dit museum heeft een grote collectie van instrumenten van Boerhaave, die hier in het complex mee les gaf aan studenten. Overname door het Rijk kan echter nog wel enige tijd uitblijven. Eerst moet de Rijksgebouwendienst een restauratieplan opstellen, iets wat kennelijk nog jaren kan duren. Ondertussen spendeert de gemeente geen cent meer aan onderhoud. De projectgroep spreekt dan ook van een GROF SCHANDAAL! In de uitgave van januari 1978 staat nog een artikel over mevr. Buurman die samen met haar man een kunstenaarswoning bewoont in het Boerhaavecomplex. In de uitgave van februari 1978 staat een artikel naar aanleiding van een gesprek met dhr. Gogelein, de toenmalige directeur van het museum. Het museum was toen nog gevestigd aan de Steenstraat in het oude Laboratorium van de Academisch Ziekenhuis, maar dat is veel te klein. Al sinds 1934 wordt er gesproken over restauratie van de Boerhaavezalen, niet wetende dat het nog bijna 50 jaar zal duren eer wordt begonnen. In november 1980 geeft de werkgroep de Camp nog een alarmkrant uit ‘Red st. Ceacilia gasthuis’, waarin het onverantwoord wordt genoemd dat de restauratie nog wel eens op z’n vroegst pas in 1983 zou kunnen aanvangen. Ook dat wordt nog maar net gehaald. In de Marepost van december 1983 staat een artikel met foto waarop ‘staatsektretaris’ - het foto-onderschrift zegt ‘minister’ - Brokx op 9 december het startsein geeft voor de restauratie die 18 miljoen gulden gaat kosten. Na ruim 4 jaar wordt het complex op 25 februari 1988 om 16.00 uur overgedragen door de aannemer aan het Museum Boerhaave. Dan zal het naar verwachting nog ongeveer 1,5 jaar duren om het museum in te richten. In het complex zal een replica worden gebouwd van het Anatomisch theater, dat in 1591 in het Valide Begijnhof op het Rapenburg stond. Uiteindelijk wordt het echter 25 maart 1991 alvorens toenmalig minister d’Ancona het museum officieel opent. Het artikel vermeld verder dat: ‘Zeker nu het Boerhaavemuseum zo’n mooi gebouw is geworden, wordt het nog harder noodzakelijk dat het Vrouwenkerkplein een waardig voorplein wordt’. Ongetwijfeld werd toen niet gedacht dat het nog eens 16 jaar zou duren voordat het Vrouwenkerkplein opnieuw werd ingericht. Bronnen: Marepost (feb. 1977, jan. 1978, februari 1978, dec. 1983), Alarmkrant Werkgroep de Camp/Buurtvereniging Maredorp (nov. 1980), Marepost (17e jaargang nr. 2 mrt 1988, 18e jaargang nr. 1 feb. 1989, 20e jaargang nr. 2 april 1991)
Dit heeft de buurtvereniging jarenlang aardig bezig gehouden. Al in de jaren tachtig moest er iets gebeuren met het Vrouwenkerkplein. Het lag er verwaarloosd bij, overal hondenpoep en graffiti, maar er gebeurde niets. Uit onvrede werd een actie op touw gezet door de winkeliers o.l.v. van slager van Zon sr, door op het hele plein auto´s neer te zetten, met als gedachte “als er niets gebeurt dan maar een parkeerterrein”. Er kwam een begeleidingsgroep. Plannen werden gemaakt en de buurtvereniging kwam zelfs met een alternatief plan, die het niet heeft gehaald. Maar er kwam heel langzaam beweging in. Er kwam weer een plan, wat het ook niet heeft gehaald en zo ging het jarenlang door. Intussen werd gedacht aan bebouwing van de zuidwand, aan de kant van de Haarlemmerstraat, waarvoor enkele winkeliers aan de Haarlemmerstraat moesten verdwijnen, omdat ze hun panden nodig hadden. Over het hoekpand van groenteman van Groeningen is heel veel te doen geweest, maar uiteindelijk zijn de panden leeggekomen. Jaren later werd er een plan voor nieuwbouw voor de noordwand gepresenteerd, maar is door de buurt afgekeurd en niet door gegaan. Ook over de muurresten op het plein was veel discussie. Ze stonden in de weg, waren niet mooi en er werd een sloopvergunning aangevraagd door de gemeente. Voorstanders voor het behoud van de muurresten namen het niet en zelfs Ahold heeft zich ermee bemoeid. Uiteindelijk zijn de muurresten blijven staan, is het plein mooi bestraat en is het een mooi rustiek plekje in de binnenstad geworden. Maar het is een hele lange weg geweest.
De laatste ‘bus’ door Jaco Haartsen
Wie denkt dat na de tram nu ook de bus uit het stadsbeeld gaat verdwijnen heeft het mis. Hoewel dat wel bijna het geval was. In 1924 waren er 46 in Leiden, in de jaren ’80 moet de laatste uit beeld zijn geraakt.
We hebben het niet over de stadsbussen, maar over de ‘peperbus’. Vanaf 1907 verschenen deze eerste gietijzeren zuilen als omhulsels voor de transformatoren. Hierin werd van de elektriciteit afkomstig van de elektriciteitscentrale aan de Langegracht het voltage omgevormd tot de in woningen en winkels gebruikte laagspanning. Decennia sierden een dergelijke peperbus het Vrouwenkerkplein. De exacte plaatsingsdatum is onbekend, maar zal ergens begin jaren twintig van de vorige eeuw zijn geweest. In de jaren zeventig en tachtig werden de zuilen vervangen door transformatorhuisjes. De bus op het Vrouwenkerkhof werd in 1985 buiten gebruik gesteld. In 1986 vraagt het gemeentebestuur aan het Energiebedrijf Rijnland om de zuil gratis aan de gemeente over te dragen. Vanaf dat moment ontstaat er discussie over het behoud van de zuil én of die dan op het Vrouwenkerkhof moet blijven staan. In 1994 wordt de peperbus (tijdelijk) verwijderd voor restauratie van de muurresten van het koor van de O.L. Vrouwekerk. De zuil wordt tijdelijk geplaatst op het terrein bij het 50 kV station aan de Flemingstraat. De vereniging STIEL en de buurtbewoners zijn er van uitgegaan dat de zuil op haar oude plaats terug keert. Maar er blijkt geen plaats meer ingeruimd op het plein voor de zuil. De gemeente wil wel als handreiking in overleg treden met STIEL om te praten over een alternatieve locatie. Deze blijkt echter niet eenvoudig te vinden. Door gebrek aan onderhoud vervalt de zuil in razend tempo. Pas in 2007, als er wordt gesproken over herinrichting van het Vrouwenkerkplein, komt ook de bus weer ter sprake. STIEL en buurtverenging maken zich sterk voor het terugplaatsen van de peperbus op z’n oorspronkelijke plek en treft bij de gemeente ditmaal een gewillig oor. De peperbus wordt gerestaureerd door de Leidse smederij Van der Geijn en wordt in 2009 herplaatst. Sinds kort is de peperbus uitgeroepen tot gemeentelijk monument. Dat hij op haar oorsponkelijke locatie staat maakt de bus extra bijzonder, aldus het Leidse monumentenregister. Bronnen: Wibo Burgers, STIELZ, jaargang 18, nr. 1, maart 2007 en Wibo Burgers, STIELZ, jaargang 25, nr.2, juni 2014
Lange tijd lag het Vrouwenkerkplein er verwaarloosd bij (Foto: archief buurtvereniging Maredorp)
Colofon De Marepost is een uitgave van Buurtvereniging Maredorp en wordt gedrukt op kringlooppapier door Puntgaaf drukwerk. Verspreiding in de wijken Maredorp en de Camp, oplage 1.850 exemplaren. De redactie bestaat uit: Bep Verhoef Sjoerd van Ketel Ria Braakman Jaco Haartsen Esther Moonen Agna Zonderop technische ondersteuning:
Floris Bosch redactieadres: Apothekersdijk 13 2312 DC Leiden e-mail redactie:
[email protected] website: www.maredorp.nl beheerd door Jaap Moggré Gelieve kopij, voor 26 maart aanstaande, zoveel mogelijk aan te leveren per e-mail.
Het bestuur Arthur Elias (voorzitter) Oude Rijn 88, 2312 HH Bep Verhoef ( secretaris ) Apothekersdijk 13, 2312 DC 512 38 39 Guido de Nooijer (penningmeester) Volmolengracht 3, 2312 PG Ria Braakman Oude Rijn 10, 2312 HD 513 41 58 Hanna Verhoef Oude Vest 121, 2312 XV Agna Zonderop Dolhuissteeg 2, 2312 WN e-mail bestuur:
[email protected] (voor klachten en/of opmerkingen uit de buurt) Bent u nog geen lid, maar wel geïnteresseerd in wat er in de buurt gebeurt? Geef u dan op als lid door de strook hieronder in te vullen en lever het in bij één van onze bestuursleden, u krijgt dan een acceptgiro thuisgestuurd. Het lidmaatschap kost €6,00 per jaar. U kunt dit bedrag ook overmaken (IBAN NL53 INGB 0003 3975 58. t.n.v. buurtvereniging Maredorp Leiden). Hoe meer leden, hoe sterker we staan!
Ja, ik geef mij op als lid: Naam Straat Postcode E-mail