BEP VAN KLAVEREN, 1907-1992 EEN BOKSLEGENDE DOOR CEES ZEVENBERGEN
Toen Bep van Klaveren op 12 februari 1992 overleed, was het bijna 54 jaar geleden dat hij zijn laatste internationale bokstitel (Europees kampioen) behaalde. Merkwaardig genoeg had hij anno 1992 nog een bekendheid als was hij een hedendaagse televisiester of sportcoryfee. Terwijl de meeste sporthelden uit de tijd van Van Klaveren in de vergetelheid raakten, taande de belangstelling rond zijn figuur nauwelijks. Vooral in de jaren tachtig was er een soort Van Klaveren-revival. Voornaamste reden hiervoor was de verschijning (1980) van het boek Ztep VÜTÏ A7avereA7, cfe /}w/c/? W/>?tfm/// van Jules Deelder. In zijn boek geeft Deelder een boeiend portret van de bokser en de mens Van Klaveren. Naast Deelder had Van Klaveren jarenlang de zakenman Aad Veerman als promotor aan zijn zijde. Veerman was geen moeite teveel om de kleurrijke oud-bokskampioen voor het voetlicht te brengen en bezorgde hem daarmee veel publiciteit. En Van Klaveren zelf tenslotte - altijd in voor gepeperde uitspraken - bleef interessant voor de media. Bep van Klaveren werd geboren in de Van Meekerenstraat (Crooswijk) op 26 september 1907. Zijn moeder Maria Cornelia Steenhorst - die op dat moment nog bij haar ouders thuis woonde - noemde hem Lambertus, naar haar vader die caféhouder was. Pieter van Klaveren kwam pas later in haar leven en tot aan haar huwelijk (31 mei 1916) met hem heette Bep officieel Lambertus Steenhorst. Zijn jeugd bracht hij door in Crooswijk waar hij al vroeg de boksschool van zijn oom Nol Steenhorst - zelf ook een verdienstelijk bokser - bezocht. Met zijn zestiende jaar bokste Bep in Den Haag zijn eerste amateurpartij. Hij was bezeten van de bokssport en trainde dan ook elk moment wanneer dat maar mogelijk was. Tot zijn profperiode werkte hij hier en daar als slagersknecht, het verblijf in de Crooswijkse boksscholen was hem echter aanmerkelijk liever. Na het behalen van drie titels om het Nederlands amateurkampioenschap (1926, vlieggewicht en 1927-1928, vedergewicht) boden de Olympische Spelen in 1928 in Amsterdam Bep van Klaveren een 144
50.
unieke kans zijn sportieve geldingsdrang te tonen. Hij greep deze met beide handen aan door in de finalepartij te zegevieren over de Argentijn Victor Peralta. Met deze titel in het vedergewicht schreef hij boksgeschiedenis. Zijn naam was op ieders lippen en hij werd overal gehuldigd, zoals de avond van 30 augustus 1928 toen Rotterdam massaal uitliep op het tentoonstellingsterrein van de Nenijto. In 1929 maakte hij zijn debuut als profbokser met de bekende trainer/manager Theo Huizenaar aan zijn zijde. Zijn eerste profsucces was het Nederlands kampioenschap in het lichtgewicht in 1930 door een overwinning op zijn stadgenoot Leen Sanders. Een jaar later - in juli 1931 - behaalde hij de Europese titel door in de ring van de Kralingse wielerbaan de Belg Francois Sybille knock out te slaan. Vier gevechten lang behield Van Klaveren de lichtgewichttitel, daarna verloor hij in juni 1932 van de Italiaan Locatelli die daarmee de titel overnam. De prestaties van Van Klaveren waren inmiddels ook in Amerika niet onopgemerkt gebleven en promotor Lou Mayers nodigde hem uit naar het beloofde boksland te komen. Het duo Van Klaveren/Huizenaar maakte - na een eerder bezoek aan Zuid-Afrika de overtocht en begon vol goede moed in New York aan het avontuur. Hun verblijf duurde slechts enkele maanden. Bep kreeg er te weinig wedstrijden naar zijn zin en had heimwee. De overgang van zijn geliefde Crooswijk naar Amerika was hem zwaar gevallen. Eenmaal terug in Rotterdam zag hij echter in dat - wilde hij verdere boksfurore maken - de successen in Amerika behaald moesten worden. In oktober 1932 vertrok hij zodoende - ditmaal zonder Huizenaar - opnieuw naar Amerika, waar hij onder de hoede van de boksmanager Patsy Zeuli kwam. Van Klaveren beleefde er als 'The Dutch Windmill' turbulente jaren. Hij bokste wedstrijden voor veel geld (20.000 tot 30.000 dollar per gevecht was geen uitzondering), maakte kennis met beroemde filmsterren, zangers en vooral met de grillen van de Amerikaanse onderwereld. In Californië trouwde hij in april 1935 met Marguerite Olivera, die geen enkele moeite had zijn geld er door te jagen. Vervolgens leverde zijn manager Zeuli hem een streek door er met tienduizenden dollars van een gewonnen gevecht vandoor te gaan. Tot overmaat van ramp belandde hij ook nog in de gevangenis wegens mishandeling van zijn vrouw. Het huwelijk werd in november 1936 in Los Angeles ontbonden en met kerst 1936 keerde Bep van Klaveren terug in Rotterdam. Vele ervaringen rijker maar zonder enige cent. Uit sportief oogpunt waren het zeker geen verloren jaren geweest; hij 146
had er tegen grote boksers der aarde gestreden en stond in 1932 en 1933 tweede op wereldranglijst. Natuurlijk was er wel de teleurstelling dat het niet tot een gevecht om de wereldtitel was gekomen. Wie dacht dat Van Klaveren na de Amerikaanse jaren de lust in het boksen had verloren, had het mis. Hij dacht nog lang niet aan opgeven, al beleefde hij in de zomer van 1937 zelf voor de eerste keer de bijzondere ervaring van een knock out toen de Duitser Gustav Eder hem in de Nenijtohal kennelijk goed raakte. In de zomer van 1938 was hij deze klap duidelijk te boven. In het Feyenoord Stadion ging de Fransman Tenet er voor 23.000 toeschouwers aan. De bijna 31-jarige Van Klaveren veroverde hiermee de Europese titel in het middengewicht. Rotterdam was trots op de Crooswijkse kampioen en dat hij de titel vier maanden later weer moest overdragen aan de Griek Christoforides, daarom treurde men niet echt. De oorlogsdreiging maakte moeder Van Klaveren in 1939 ongerust. Zij drong er bij Bep meerdere malen op aan om naar Amerika te gaan. In september vertrok hij opnieuw naar Amerika (Californië). Na een tijdje ging hij naar Canada om een opleiding bij de Hollandse luchtmacht te volgen. Vervolgens deed hij onder meer dienst in de staat Missisippi, Australië, Nieuw- Guinea en Indonesië. In Australië ontmoette hij de verpleegster Joan Georgina Hogan, met wie hij in 1944 trouwde. Na de oorlog - in februari 1947 - arriveerde Bep van Klaveren met zijn vrouw in Rotterdam. Nog was het niet gedaan met de bokslust van Bep. Hij ging opnieuw in training en daagde de bekende Rotterdamse bokser Luc van Darnjiit voor de Nederlandse middengewicht-titel. De wedstrijd werd in augustus 1947 gebokst in het Feyenoord Stadion voor 17.000 toeschouwers. Enkele weken later in Amsterdam heroverde de technisch begaafde Luc van Dam de titel op de vechtjas en sloper Bep van Klaveren. Ook een derde gevecht in mei 1948 werd door Van Dam gewonnen. Deze gevechten betekenden belangrijke impulsen voor de Nederlandse bokssport en voorts was het een prachtige periode voor de Rotterdamse bokssport, die toch al zovele goede boksers als Piet van der Veer, Robert Disch, Nelis van Dijk, Herman van 't Hoff, Arie van Vliet en Leen Sanders had voortgebracht. In december 1948 haalde Van Klaveren de gramschap van Huizenaar op zijn hals. Wat was er gebeurd? Na eindeloos gezeur van Bep had Huizenaar een gevecht in Antwerpen geregeld tegen de 147
5/. //u/tf/g/Vig VÖ« f/e O/JTW/WW/I ^awp/oe/? Ztep va/ï A7Överen /em/cfcfen van z( op ^ Afemy/o, iO awgw5/w5 /P25. Fo/o C.
Belg Delannoit, op dat moment de Europese kampioen. De contracten waren al getekend, maar Bep gaf toe aan de wil van zijn vrouw om te verhuizen naar Australië. Zo keerde hij voor de zoveelste maal Rotterdam de rug toe. Vijf jaar bleef Van Klaveren in Australië. Hij keerde in 1953 als een verloren zoon in de Maasstad terug om deze daarna nooit meer te verlaten. Ook zijn tweede huwelijk strandde. Zijn zoon Roddy en zijn dochter Becky bleven aan de zorgen van hun vader toevertrouwd. Toen Bep van Klaveren eind 1953 terugkwam in Rotterdam was hij 46 jaar. Voor een normaal mens niet meer een leeftijd om aan topsport te denken. Zo niet voor Bep van Klaveren! Nadat hij zich met Huizenaar had verzoend, ging hij weer volop in training. Dat hij weer in topconditie kwam, lijkt bijzonder maar was het eigenlijk niet. Zijn leven lang heeft hij nooit gerookt of alcohol gebruikt en trainen - zijn hobby - heeft hij eigenlijk nooit nagelaten. Er leek geen einde aan zijn loopbaan te komen. In januari 1954 bokste hij alweer zijn eerste serieuze wedstrijd en in november 1955 stond hij op 48-jarige leeftijd in de Ahoy' hal in de ring voor een gevecht om het Europees kampioenschap weltergewicht tegen de veel jongere Fransman Dione. Van Klaveren verloor nipt op punten en verweet Huizenaar dat hij hem te lang had laten oefenen, waardoor hij overtraind was. Voor Huizenaar was het gevecht al meer dan hij eigenlijk wilde. De wedstrijd tegen Dione had wat hem betreft de afscheidswedstrijd van Bep mogen zijn. Die wedstrijd vond uiteindelijk plaats op 19 maart 1956 in de Ahoy' hal tegen de Duitser Werner Handtke. De aankondigingen spraken van het afscheid van de 'phenomenale Hollandse wónder-bokser'. Het was jammer dat Bep in de vijfde ronde geblesseerd raakte en de strijd moest staken. De waardering van het publiek voor hem was er niet minder om. Men dankte hem voor het vele gebodene in zijn lange boksloopbaan. Van Klaveren was bedroefd dat dit nu echt de laatste keer was. Hij wilde nog steeds wedstrijden boksen - tot in de jaren tachtig bleef hij roepen dat hij het nog tegen iedereen kon opnemen - maar Huizenaar vond het welletjes. Deelders' uitspraak: 'hij heb nooit meer gebokst' gold ditmaal voor Van Klaveren zelf. Bep van Klaveren bokste in totaal 102 profpartijen, waarvan hij er 77 won en 18 verloor. Zeven partijen eindigden onbeslist. Weinig boksers in de wereld besloten hun carrière met zo'n respectabele lijst. Na zijn actieve boksperiode dreef Van Klaveren samen met zijn derde vrouw - Annie Arnst - een tijdje een sigarenzaak in Kra149
lingen. Een groot succes was dit niet, Bep was liever als een kwajongen onderweg, in training of in de kantine van zijn geliefde voetbalclub Excelsior. Met Annie en zijn drie kinderen - in 1967 was er de geboorte van Bep Jr. - leidde hij een tevreden bestaan. Een enkele keer moest hij nog wel eens denken aan het feit dat hij schatrijk had kunnen zijn, maar er om jammeren deed hij niet. Bovendien eiste de publiciteit hem nog regelmatig op. Zo viel hem in 1987 bij zijn tachtigste verjaardag een grootse huldiging ten deel. Zijn overlijden op 12 februari 1992 kwam tamelijk onverwacht. Tot op een week voor zijn dood oefende hij nog iedere dag met de boksbal, als betrof het een voorbereiding van een gevecht. Als sportman was Bep van Klaveren volstrekt uniek, hij leefde als geen ander voor zijn sport, de bokssport. Zijn standbeeld - een initiatief van Aad .Veerman - werd op 12 september 1992 in aanwezigheid van enkele duizenden mensen onthuld. De Rotterdamse beeldhouwer Willem Verbon maakte een treffende gelijkenis van de kampioen in zijn favoriete bokshouding. Mocht U het standbeeld van Bep van Klaveren aan de Boezemsingel nabij het bejaardencentrum Hoppesteyn passeren, kijk dan even goed naar hem en besef dat hij zal voortleven als een legende.
150