h e t
h o o f d s t u k
Verzorgingssector heeft (nog) meer mensen dan geld nodig Herman Deleeck
D
oor de algemene bevolkingsveroudering zal, in de toekomstige Europese welvaartsstaat, de verzorging minstens even prangend zijn als de inkomenswaarborg; zal er meer nood zijn aan verzorgende personen dan
aan
financieringsmiddelen;
en
zal
het
tekort
aan
verplegings-
en
verzorgingspersoneel niet alleen een kwestie zijn van schaarste als wel van werkdruk en van relatieve onaantrekkelijkheid van het beroep. Ziedaar de boodschap van dit artikel.
De schaarste in de sector van verpleging en verzorging is een bestanddeel van onze sociaal-economische ontwikkeling: toenemende vraag naar verzorging, wegens veroudering en gestegen welvaart, en dus mogelijkheid tot het creëren van jobs; relatief hoge arbeidskost, hoge arbeidsintensiteit en lage productiviteit in vergelijking met de industriële en de marktsector; en noodzakelijk hogere overheidsuitgaven, maar budgettaire beperkingen. De oorzaken van schaarste liggen niet zozeer bij de afwezigheid van geschikt personeel als wel bij de ongunstige invloed van de werkdruk (aard van het werk, onregelmatige uurregelingen). Beide factoren zijn verbonden met de overwegend vrouwelijke en deeltijdse tewerkstelling in de sector.
ting. In België wordt loonkostenmindering wettelijk geregeld door verlaging van de sociale premies ten laste van de werkgever. Ten slotte kan de toevoer van kandidaten, met name ook van volwassen kandidaten in het onderwijs voor verpleegkundigen, bevorderd worden. Om voor deze en aanverwante problemen een houvast te bieden en om te reageren tegen vaak wijdverspreide individualistische en liberale opvattingen over de maatschappij waarin wij leven, weze vooraf herinnerd aan de basisbeginselen van onze welvaartsstaat. (1)
Herman Deleeck is gewoon hoogleraar em.
Om aan de toestand te verhelpen, moet in de eerste plaats de werkdruk naar omlaag, o.a. door takendifferentiatie en -verschuiving. Het statuut kan verbeterd worden, niet alleen door betere lonen, maar vooral door (selectieve of algemene) arbeidsduurverkor-
Antwerpen, buitengewoon hoogleraar em. Leuven, bijzonder hoogleraar em. Leiden, lid van de Koninklijke Academie van België.
h e t
h o o f d s t u k
10
Verzorgingssector heeft (nog) meer mensen dan geld nodig
NOGMAALS, HET INSTITUTIONEEL MODEL VAN DE WELVAARTSSTAAT We vernoemen vier elementen. Om te beginnen, is in onze samenleving de productie in handen van vrije ondernemingen die de motor vormen van de welvaartsschepping. Daarnaast waarborgt de overheid, op grond van het beginsel van de minimale kansengelijkheid, een aantal grondrechten op gebied van inkomen, onderwijs, gezondheidszorg, huisvesting en welzijnszorg. Zij waarborgt die universeel, d.w.z. aan alle burgers. Zij waarborgt die op een bijzondere wijze aan hen die niet op de markt een inkomen kunnen verwerven, en aan hen die bepaalde zorgverstrekkingen behoeven die op de markt niet voorhanden zijn of aan een voor iedereen betaalbare prijs kunnen gekocht worden. Zij waarborgt deze grondrechten niet met woorden, maar met daden, middels wetgeving en subsidiëring. Ten derde neemt de overheid niet zelf het initiatief voor zorg in handen; zo iets hoort thuis in een autoritaire staatsstructuur. Het wordt ook niet overgelaten aan de vrije markt, omdat zulks ontoereikend en ongelijkheidbevorderend geacht wordt. Het sociaal beleid is wettelijk geregeld, maar de uitvoering ervan is ‘niet-staats’. Die wordt toevertrouwd aan vrije organisaties, in ons geval aan social profitondernemingen, en, kwantitatief in bijkomende orde, aan lokale en provinciale besturen. De centrale overheid moet niet in detail uitmaken, noch actief noch passief, wat de goede werkwijzen zijn in het domein van de verzorging. Dat is haar taak niet, en ze heeft daartoe niet de vereiste inhoudelijke kennis. Zij moet enkel de algemene regels bepalen.
h e t
h o o f d s t u k
Primauteit dus van het veld. De initiatieven tot zorgverlening worden niet opgelegd van bovenop, maar komen van onder uit. Dit zorgt voor een hoge graad van dynamisme, van zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid, van diversiteit en pluraliteit in de werkwijzen en van aanpassing aan plaatselijke noden en toestanden. Ten vierde nemen de vrije sociale organisaties, naast de uitvoering, deel aan de besluitvorming omtrent het sociaal beleid. Zo is er, bv. in het domein van de sociale zekerheid, overleg tussen de sociale partners (de vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers) en advies aan regering en parlement, uitvoering door vakbonden, ziekenfondsen en kinderbijslagfondsen. Deze uitweiding over de eigenheid van ons model is, naar mijn mening, niet overbodig omdat kinderen van de welvaartsstaat achter de praktijk van alledag niet meer de principiële architectuur van het stelsel erkennen, net zomin als de politieke en ethische meerwaarde ervan. ‘TRILEMMA’ VAN DE VERZORGINGSSECTOR De (situatie van de) verzorgingssector zal noodzakelijkerwijze ingeschreven moeten worden in het raam van de logica, de instellingen en de werking van de Europese welvaartsstaat en de sociale markteconomie waarvan hij een wezenlijk bestanddeel is. De nationale welvaartsstaten werden vaak geklasseerd in onderscheiden types, van Titmuss (1974; residueel, industrieel-corporatistisch, institutioneel-herverdelend) tot Esping-Andersen (1990; liberaal, conservatief-corporatistisch, sociaal-democratisch).
Verzorgingssector heeft (nog) meer mensen dan geld nodig
Dit komt nagenoeg overeen met ≥ Herman Deleeck naar verzorging verschijnt niet de Angelsaksische wereld, het op de markt en is niet koopIn de Vlaamse ziecontinent en Scandinavië. krachtig. De verzorgingssector kenhuizen is er Onlangs werd voorgesteld welwordt daarom in hoge mate vooral een tekort aan gekwalificeerde vaartsstaten te klasseren niet ontwikkeld door de overheid, verpleegkundigen. volgens hun institutionele kendeels door rechtstreekse publiemerken, maar volgens hun preske initiatieven, maar grotentatievermogen in functie van deels door subsidiëring van drie doelstellingen: werkgelegenheid, gelijknon-profit (juister: social profit) onderneminheid (weinig armoede) en begrotingsevengen (met het juridisch statuut van vereniging wicht. Dit laat gemakkelijker toe de staten zonder winstoogmerk). Loonvorming en onderling te vergelijken en vervolgens hun arbeidsverhoudingen zijn er wezenlijk anders werking op elkaar af te stemmen op grond dan in de marktsector, alhoewel de betrokken van de methode van de ‘open coördinatie’(2). personeelsleden zich wel met de markt zullen Maar dat is een ander verhaal. Iversen en vergelijken. Het is derhalve een politieke Wren(3) stelden vast dat de Europese welbeslissing hoeveel geld (belastingen) naar de vaartsstaten afwisselend twee, maar nooit verzorgingssector zal uitgaan, hoeveel het drie doelstellingen tezamen verwezenlijkten. personeel waard is, en in welke mate de sociaDe continentale schoten tekort op vlak van le behoeften afdoend beantwoord worden. In werkgelegenheid, de Angelsaksische op vlak klare taal: de overheidsuitgaven voor deze van gelijkheid, de Scandinavische op vlak van sector zullen nog voortdurend moeten toenebegroting (fiscale druk). Zij noemden dit het men. De theoretische vraag blijft of men ‘trilemma’ van de dienstensector. Ferrera, daarvoor de prijs wil betalen, in dit geval Hemelrijk en Rhodes hebben in hun briljant onder de vorm van belastingen. rapport ten gerieve van de EU(4) dit ‘trilemma’ nader omschreven. Er zijn (1) nog grote sociaTEGENSTRIJDIGE BESTANDDELEN le behoeften en derhalve is er de mogelijkheid van bijkomende werkgelegenheid; maar (2) Sedert de jaren negentig zitten de overheidsde arbeidskosten zijn te hoog en (3) de overbegrotingen in een trend van relatieve beperheidsbegroting is beperkt. Het zou dus kunkingen: geen tekorten volgens de regels van nen gaan, maar het gaat niet. de Economische en Monetaire Unie, prioritaire afbouw van de overheidsschuld, voorrang De behoeften aan verzorging nemen sedert voor markteconomisch denken. Dit, samen jaren voortdurend toe, o.a. wegens de stijgenmet de onafwendbaar stijgende vraag naar de welvaart en de veroudering van de bevolsociale overheidsuitgaven, voert tot de stelreking. Van 1973 tot 1998 verliep in België de gel: beheersing van de uitgaven, hoe dan ook. werkgelegenheid (in procent van het totaal) in de marktsector van 77,1% tot 64,5%, in de In de industrie en in de handel kan men kosgezondheidssector van 2,5% tot 4,7% en in ten drukken door de productiviteit op te voede welzijnssector van 2,6% tot 7,3% (Pacolet ren. Dit gaat veel minder in de nog zeer en Gos). Deze behoeften en de daaraan arbeidsintensieve verzorgingssector. Theoregekoppelde tewerkstelling hebben een specitisch zouden deze mensen bereid moeten zijn fiek karakter. Een belangrijk deel van de vraag te werken tegen een lager loon, gelet op hun
’’
h e t
h o o f d s t u k
11
12
Verzorgingssector heeft (nog) meer mensen dan geld nodig
lagere productiviteit vergeleken met de De problematiek van het tekort aan verpleegmarktsector. Praktisch zijn afgetekende loonkundigen en aan werkers in de non-profit verschillen binnen eenzelfde sociale ruimte sector in het algemeen (zo ook bv. de klacht ondenkbaar. Bovendien is de sociale waardevan de OCMW-maatschappelijk werkers i.v.m. ring voor de beroepen in de verzorgingssector te zware belasting) is te zien in het licht van al niet erg groot. Daarnaast gaat men op zoek een maatschappelijke evolutie met twee naar andere middelen, ofwel om productivitegenstrijdige bestanddelen. Met de veroudeteitsverschillen te doen overeenkomen met ring (en de toenemende welvaart) stijgt de loonkostverschillen, ofwel om de arbeidsprobehoefte aan en dus de vraag naar verzorging ductiviteit op te drijven. In de praktijk betedramatisch (wellicht zelfs niet lineair, maar kent dit ofwel een specifieke loonkostensubexponentieel). Daartegenover staat een stijsidiëring voor de verzorgingssector (sociale gende waardering (prestige en beloning) voor werkgeverspremieverlaging, Sociale Maribel het marktgebeuren en voor markteconomisch genaamd), dus opnieuw met beroep op de sterk presterende beroepen. Analytisch kan overheidsbegroting, ofwel rationalisatie dit alles fraai verwoord worden. Maar opera(flexibiliteit, goedkopere verzorgingsvormen, tioneel is dit het levend probleem van de verbv. meer extramuraal), ofwel kostenverhoging oudering dat voor onze ogen gestalte aanvoor de cliënt. Een alternatief voor dit laatste neemt. is privatisering, d.i. waar mogelijk overdracht van de zorgverlening naar de markteconomiPrivatisering, bijkomende verzekering, ondersche sector. In bepaalde gevallen (bv. ouderwaardering van het beroep (verder zal nog lingentehuizen) is dat mogelijk, maar sluit het gezegd worden: uitdrijving van het middenhogere prijzen in en, als gevolg veld uit de besluitvorming): eledaarvan, sociale discriminatie. ≥ Herman Deleeck menten waaruit blijkt hoe er Privatisering geniet in België sedert de jaren negentig een Om aan de toeweinig steun, in tegenstelling koude liberale wind waait, en stand te verhelpen, moet in de eerste tot de algemene trend in Nederhoe sociaal beleid en dienstverplaats de werkdruk land. De bijkomende of aanvullening in gelijkheid onder druk naar omlaag. lende ziektekosten- of hospitalikomen te staan. Men zegt soms satieverzekering is wellicht een dat de politieke programma’s op alternatief voor en een dam tegen privatisemekaar lijken. Oppervlakkig gezien is dat zo, ring. Ze laat de instellingen of beroepsbeoemaar dit gaat niet meer op als men naar de fenaars toe individueel hogere kosten, buiten basisbeginselen kijkt. Er zijn werelden van de wettelijke barema’s, aan te rekenen, ten verschil, maar precies die worden bijna niet laste van de private verzekeringsmaatschappij aan de bevolking uitgelegd in begrijpelijke en van de individuele premiebetaler. Dit sluit taal. evenwel discriminatie in voor hen die geen bijkomende verzekering hebben. Een veralgeMAATSCHAPPELIJKE EVOLUTIE VAN mening ervan kan dit euvel ondervangen. Hoe DE ZORG(5) dan ook wordt een deel van de ziektekosten Drie factoren zijn bepalend voor de inhoudesystematisch gefinancierd buiten de wettelijk lijke evolutie en de toekomst van de zorgsecverplichte ziekteverzekering, wat in feite tor: de vergrijzing (65+) en verzilvering (80+), neerkomt op een gedeeltelijke privatisering.
’’
h e t
h o o f d s t u k
Verzorgingssector heeft (nog) meer mensen dan geld nodig
het ziekteprofiel en de technolo- ≥ Herman Deleeck redzaamheid en de mantelzorg gie. Het ziekteprofiel is veranondersteunen en opname in Het beroep van verderd: meer chronische en degeinstellingen voorkomen. De pleegkundige mist neratieve aandoeningen, die motivering van deze beweging én profilering én een duidelijk inhougedurende langere tijd meer is duidelijk tweeledig: voorkeur delijke functie. intensieve zorg vereisen; meer voor langere zelfstandigheid en dementie ook. Tevens is er een voor ‘zorg op maat’ enerzijds, andere kijk op verzorging kostenbesparing anderzijds. Dit gegroeid: naast de bio-medisch instrumentelaatste is een teer punt: sommige onderzoele komt de zogenaamd holistische benadering kers kwamen immers tot het besluit dat het (totaalzorg) die de hele persoon centraal stelt. opzetten van (gespreide) thuiszorg niet noodIn deze aanpak zijn communicatie en zakelijk goedkoper is dan (gecentraliseerde) beschikbare tijd belangrijk, wat een andere intra-murale zorg. invulling van het beroep van verzorgende veronderstelt. Ten slotte evolueert de mediMeer bepaald in de ziekenhuissector maakt sche technologie (zowel de gewone als de men onderscheid tussen vier categorieën: artspitstechnologie) spectaculair, wat insluit: sen, verpleegkundigen, verzorgers en logistiehogere kosten alsook behoefte aan meer ke assistenten. Vooral deze laatsten schijnen hooggeschoold personeel. Het is paradoxaal relatief in aantal toe te nemen, zowel omdat dat de toename van de doeltreffendheid van hun taak erin bestaat het werk van verzorgers de geneeskunde niet leidt tot afname dan wel en verpleegkundigen te verlichten, als omdat toename van de zorgvraag. Onomkeerbaar de overheid de tewerkstelling van laaggewordt de verzorging steeds duurder en zullen schoolden in de dienstensector wil bevordede overheidsuitgaven daartoe stijgen, zowel ren. Men neemt aan dat de behoeften en dus absoluut als relatief (in procent van de totale de vraag naar personeel zullen toenemen, overheidsuitgaven en van het nationaal prominder in de ziekenhuissector, maar vooral in duct)(6). Met daarbij de steeds scherper worde bejaardeninstellingen en in de thuiszorg. dende vraag of de wettelijke ziektekostenverDe laatstgenoemde twee rekruteren vooral in zekering doeltreffend blijft t.a.v. de individuhet secundair beroepsonderwijs, de eerste eel te dragen verzorgingskosten. overwegend in het hoger onderwijs.
’’
Het veld van de verzorging is uitermate breed en verscheiden: geestelijke gezondheidszorgziekenhuizen, ouderentehuizen, thuisverzorging, instellingen voor personen met een handicap, voor kinderen, voor bijzondere jeugdzorg. Deze diversiteit moet men voor ogen houden bij het lezen van dit artikel. In de ziekenhuissector is er een tendens naar meer samenspel van intra- en extramuraal en naar kortere ligduur. Ook in de welzijnszorg (met name van ouderen en van gehandicapten) wordt gezocht naar formules die de zelf-
IS ER SCHAARSTE? Er bestaat een merkwaardig verschil in de perceptie van de toestand. Op microvlak, d.i. in de instellingen, ervaren zowel werknemers als bestuurders een tekort aan personeel en, daarmee samenhangend, een hoge werkdruk. In de Vlaamse ziekenhuizen is er vooral een tekort aan gekwalificeerde verpleegkundigen. Sommige activiteiten ondervinden last, maar veeleer dan die stop te zetten, wordt de druk op het personeel opgevoerd (bv. overuren).
h e t
h o o f d s t u k
13
14
Verzorgingssector heeft (nog) meer mensen dan geld nodig
Verhoogde inzet moet dus schaarste compenseren. In de thuiszorg kan door het tekort aan personeel regelmatige en continue hulpverlening vaak niet verzekerd worden. Op macrovlak, d.i. in statistieken en prognosestudies (met name de uitvoerige studie van Pacolet (red.)), stelt men een globaal evenwicht van vraag en aanbod vast, en verwacht men alleszins geen grote structurele tekorten. Vanuit deze invalshoek lijken klachten overdreven. De schaarste zou op termijn kunnen beheerst worden door substitutie van taken en door inschakeling van de aanzienlijke arbeidsreserve van gediplomeerde verpleegkundigen die hun arbeid niet of slechts deeltijds aanbieden. Met schommelingen in de tijd bleef de aanvoer in het onderwijs van met name verpleegkundigen kwantitatief op voldoende hoog niveau om aan de vraag te kunnen beantwoorden. Hetzelfde wordt verwacht voor de toekomst.
de voorwaarden daartoe, daadwerkelijk zal verwezenlijkt worden, blijft een open vraag. Ondertussen spreken de feiten dit tegen. Verpleegkundige is volgens de VDAB al jaren een knelpuntberoep. Het tekort is veel meer voelbaar in ziekenhuizen dan in rust- en verzorgingstehuizen. Grote ziekenhuizen ondervinden meer problemen dan kleinere en grote lokaliteiten als Brussel, Antwerpen en Gent meer dan kleine steden. OORZAKEN VAN SCHAARSTE EN DRUK OP HET BEROEP Worden vernoemd (uitvoerig in Meulemans, 2000): het negatief imago van het beroep, de drukkende arbeidsomstandigheden, de opgedreven maatschappelijke vraag en verwachtingen.
Vooreerst, van de kant van het zorgaanbod. Het imago van het beroep is op dit ogenblik ronduit slecht als gevolg van de zware werkEen identiek beeld komt voor Nederland naar druk en de moeilijke combinatie (met name voren in het rapport van Allaart e.a.(7): plaatvoor vrouwen) van de arbeids- met de gezinsselijk zijn er tekorten, maar er is nog een aantaak, gezien de onregelmatige werkuren. De zienlijke reserve van veertigduizend verpleegverzorgingssector deelt in de algemene preskundigen en verzorgers die opnieuw zouden tigevermindering van dit soort beroepen (ook kunnen ingeschakeld worden, op voorwaarde lesgeven bv.) in een samenleving gericht op o.m. dat de werkdruk verlicht wordt en de consumptie, prestatie en veel geld verdienen, beloning verbeterd. en met voorkeur voor het vrije marktgebeuren. Het beroep van verpleegkundige mist én Beide standpunten zijn begrijprofilering én een duidelijk pelijk; zij komen overeen met ≥ Herman Deleeck inhoudelijke functie. Dat schrikt abstracte en statistische studies mogelijke kandidaten af. De Een specifiek potenen met aan den lijve ervaren moeder werd met hard werken tieel vormen tekorten en moeilijkheden. De verpleegster, de dochter studeert allochtone meisjes van de tweede plaatselijke betrokkenen ervaren voor arts (aldus dr. Jan Peers). generatie. schaarste niet alleen als een tekort aan personen, maar ook De arbeidsdruk is zeer groot en vooral als een druk bij het geworden, niet door de aard van uitoefenen van de taak. Of op de duur het het werk dat nog steeds als zeer voldoeningevenwicht, voorzien in de prognosestudies en gevend ervaren wordt, wel door de feitelijke
’’
h e t
h o o f d s t u k
Verzorgingssector heeft (nog) meer mensen dan geld nodig
organisatie ervan, als gevolg van het personeelstekort. De verplegenden hebben onvoldoende tijd voor contacten met de patiënten en met collega’s en oversten, wat een onvoldaan gevoel geeft. Ze moeten zich te veel bezighouden met administratie en hun familiaal leven herschikken in functie van onregelmatige werkuren.
situatie is het (gevoel van) gebrek aan waardering: weinig erkenning vanuit de samenleving, maar ook weinig begrip van hun oversten voor de problemen van arbeids- en tijdsdruk. WITTE WOEDE
De geldelijke situatie van het verzorgend personeel geeft minder aanleiding tot klachten. Sedert enkele actiegolven van de ‘Witte Woede’, vanaf 1991, zijn salaris (plus bijkomende vakantiedagen) sterk verbeterd door een aantal opeenvolgende CAO’s. In die van 2000-2005 werd overeengekomen, op federaal niveau (ziekenhuizen, rust- en verzorgingstehuizen, thuisverpleging), om lonen in rust- en verzorgingstehuizen en ziekenhuizen gelijk te schakelen met het peil van de bestverdienenden, arbeidsduurvermindering vanDruk is er eveneens omwille van het intensieaf 45 jaar en 55 jaar mogelijk te maken en ver worden van het medisch aanbod: hogere bijkomende arbeidsplaatsen te voorzien. Op eisen vanwege de technologie, overgebruik Vlaams niveau (thuisverzorging, verzorgers in van apparatuur, vlugger beroep op intramuwelzijnsinstellingen) werden gelijkaardige rale zorg (geestelijke gezondheidszorg, spoedovereenkomsten afgesloten. Arbeidsduurdiensten). vermindering veronderstelt uit≥ Herman Deleeck breiding van het personeelsbeOok van de kant van de zorgstand. De weerslag van dit alles CAO 2000-2005 wordt door sommivraag zelf zijn er elementen die op de overheidsbegroting is erg gen nu reeds een de druk in de hand werken. De groot. historische wenaard van de ziekten en van de ding genoemd om het statuut en de medische verzorging is dusdaIn Nederland worden voor de attractiviteit van de nig dat de verpleging meer schaarste dezelfde oorzaken aansector te verbeteintens is, meer gespecialiseerd gehaald als in ons land (rapportren. en onophoudelijke aandacht Allaart): slecht imago van het vergt. Residentiële ouderenzorg beroep, beloning niet vergelijken thuiszorg zijn veeleisender geworden, baar met de markteconomische sector, nood patiënten en ouderen mondiger. Gezin en aan flexibele arbeidstijd vooral voor vrouwen, familie helpen minder. De verwachtingen van zware arbeidsdruk. Uit het onderzoek de samenleving liggen zeer hoog en worden Arbeidsrisico’s en arbeidsongeschiktheid in ook harder uitgesproken. De individuele verde zorgsector, in opdracht van het ministerie zorgers zitten met de knellende vraag: kunSZW (2000), blijkt, ten eerste, dat de arbeidsnen wij dat wel aan? De keerzijde van deze omstandigheden in de zorgsector veeleer De meeste verzorgers zijn vrouwen en de meerderheid daarvan werkt deeltijds (44% in de Vlaamse Gemeenschap, tot 60% in de rusthuissector). Het deeltijds werken neemt toe met de leeftijd naarmate de gezinstaken van de vrouwen zwaarder worden. Dit brengt een vicieuze cirkel op gang: veel deeltijdse werkers omdat de werkdruk zwaar is (i.v.m. het gezinsleven) en zware werkdruk (uurroosters) omdat er veel deeltijdse werkers zijn.
’’
h e t
h o o f d s t u k
15
16
Verzorgingssector heeft (nog) meer mensen dan geld nodig
ongunstig zijn (hoge werkdruk en lichamelijk zwaar werk), zodat zij oorzaak zijn van werkverzuim en, ten tweede, dat de zorgsector, door het grote aantal werknemers (900.000), meest bijdraagt tot de instroom in de (beruchte) arbeidsongeschiktheid (WAO).
graat kunnen zijn van de gemeenschapsdienst. Personenzorg is in heel Europa een beschavingsprobleem geworden(8). HOE OMGAAN MET ACTUELE OF MET KOMENDE SCHAARSTE?
Uitvoerig werd reeds gehandeld over de oorDr. Jan Peers, voormalig directeur van het zaken van het personeelstekort in de zorgsecUniversitair Ziekenhuis van Leuven, vatte tor, met name aan verpleegkundigen, omdat onlangs de algemene situatie treffend samen: (Knack, 24 jan. 2001): “Het tekort aan verprecies van daaruit naar mogelijke oplossinpleegsters en verplegers heeft niet alleen met gen dient gezocht. Het luik over de remediëde bezoldiging te maken. Het valt niet op te ring zal korter zijn bij gebrek aan systematische plannen en aan een inventaris van lossen met een loonsverhoging alleen. Het geslaagde individuele experimenten in België heeft te maken met de waardering voor het beroep, dat inderdaad een stuk van zijn glans resp. in de Vlaamse Gemeenschap. In het heeft verloren. Verpleging is een ≥ Vlaams parlement dienden R. Herman Deleeck zeer zwaar vak. De arbeidsomVan Cleuvenbergen, S. Becq e.a. Om de sector aaneen voorstel van resolutie in standigheden zijn moeilijk. Het trekkelijk te hou(stuk 504/1, 2000-2001, 13 dec. verplegend personeel komt in den, zal het steeds een vicieuze cirkel terecht. Door 2000) ‘betreffende een toenoodzakelijker worden de arbeidsvoorde onderbezetting in de ziekenkomstgericht beleid dat meer waarden enigszins huizen zijn verplegers en verperspectieven biedt aan vergelijke tred te laten pleegkundigen’. In de toelichting pleegsters overbelast en daarhouden met die van wordt aangedrongen op de verdoor hebben ze minder tijd voor de marktsector. betering van de onderwijsomde communicatieve zorg van hun standigheden, op een langeterpatiënten, wat de arbeidsvoldoemijnplanning om het beroep aantrekkelijker ning dan weer niet ten goede komt. Men zou te maken, op maatregelen om de uitstroom af kunnen zeggen dat de ziekenhuizen het verte remmen en extra instroom te verwekken. dwijnen van de kloosterzusters nog niet heleDeze tekst werd tot nog toe niet besproken. maal hebben opgevangen”. Sociaal-psycholoHij gaat uit van de oppositie, die, om historigisch is het een intrigerende vraag waarom een sche redenen, meest met de sector verwant is. sector waarin zoveel hoogstaande prestaties Dit is een goed (of in dit geval slecht) voorgeleverd worden, met het geheimzinnig waas beeld van het ‘primaat van de politiek’: de van de aloude toverkunst (maar in dit geval regering zou dit probleem tot zich moeten met gewaarborgde goede afloop) en met inzet van spitstechnologie allerhande niet de waartrekken. Ook de beroepsverenigingen zouden dering en de aantrekkelijkheid geniet die hij in deze sterker naar voren moeten treden. Alleen de Landelijke Bedienden Centrale (LBC) verdient. Blijft hij achteruitgaan omdat hij nog steeds verbonden wordt met de gedachte van heeft dit probleem krachtig publiek gemaakt. zorg, dienen, opoffering? Deze deugden zijn in de markteconomie niet hoog geprijsd. De schaarste dient voor een groot deel beGemoderniseerd zouden zij de morele ruggenstreden door de arbeidsdruk te verlichten. Dit
’’
h e t
h o o f d s t u k
Verzorgingssector heeft (nog) meer mensen dan geld nodig
is wellicht de belangrijkste remedie. Wat de structurele ingrepen betreft, lijken zich twee wegen af te tekenen: het statuut van verzorger, met name van verpleegkundigen, aantrekkelijker maken en taken doorschuiven. Daarnaast kan de overheid door bijkomende subsidiëring de arbeidskosten verlagen. Ten slotte kan ze de instroom van kandidaten in het onderwijs bevorderen.
Met het bevorderen van deeltijdse arbeid kan de sector, in het raam van het algemeen sociaal beleid, een bijdrage leveren voor het (vrijwillig) opkrikken van de nataliteit evenals voor de volledige werkgelegenheid. Het zijn delicate aangelegenheden, maar daarom moet men ze nog niet verzwijgen. Men vergeet vaak dat de Zweedse volledige werkgelegenheid verwezenlijkt werd door deeltijdse arbeid van vrouwen in de verzorgingssector. Dit betekent tezelfdertijd een bijdrage tot verzoening van arbeid en gezin en tot onthaasting.
Het knelpunt van het statuut is niet zozeer de beloning als wel de werkdruk. Die wordt veroorzaakt door het aantal deeltijders, wat op zijn beurt leidt tot voorkeur voor deeltijdsheid. Om aan beide te verhelpen, wordt soms ANDERE MENTALITEIT voorgesteld de algemene werkduur te verlagen tot 32 uren per week. Dit moet niet alleen Om de sector aantrekkelijk te houden, zal het het beroep aantrekkelijker maken, maar steeds noodzakelijker worden de arbeidsvoortevens toelaten het werk beter te organiseren waarden enigszins gelijke tred te laten houdoor het aantal statutair deeltijdsen, met den met die van de marktsector. De jongste vaak zeer uiteenlopende arbeidsduur, te verjaren is er in de Vlaamse Gemeenschap, samen minderen. Onlangs werd in België een gedifmet de groei van de verzorgingssector, een ferentieerde en progressieve andere mentaliteit tot uiting ≥ Herman Deleeck arbeidsduurvermindering bekogekomen bij de collectieve Drie factoren zijn men in functie van de leeftijd. onderhandelingen. De beschikbepalend voor de Maar deeltijdarbeid kan ook bare loonmarge krijgt een ruievolutie en de toeflexibiliteit inhouden, als men mere invulling: naast algemene komst van de zorgde inzet zou kunnen laten variëloonsverhoging, ook selectieve sector: de vergrijzing (65+) en verzilren met seizoenschommelingen opwaartse harmonisatie ten vering (80+), het in het patiëntenbestand. De gunste van achtergebleven cateziekteprofiel en de CAO 2000-2005 voorziet, zoals gorieën, jobcreatie en arbeidstechnologie. reeds gezegd, opwaartse loonduurvermindering. Soms heeft harmonisatie, gedifferentieerde men wel de indruk dat met de en progressieve arbeidsduurvermindering selectieve loonsverhogingen (bv. de forse stijvanaf middelbare leeftijd, vorming en jobcreging van de lonen van bejaardenhelpers en atie. Omwille van die inhoud, met name de kinderverzorgers, overwegend vrouwen) de breuk met de traditie van de lineaire loonshooggekwalificeerde verpleegkundigen (A1) verhoging, noemen sommigen deze CAO nu relatief uit de boot gevallen zijn. reeds een historische wending om het statuut De arbeidskost van het verzorgend personeel en de attractiviteit van de sector te verbetewerd verlaagd door een aanzienlijke verminren. Het dient onderstreept dat de LBC in deze dering van de werkgeverspremie voor de ontwikkeling de sterkste rol gespeeld heeft, sociale zekerheid (Maribelregeling). Daardoor zowel inhoudelijk als tactisch. werden op korte termijn bijkomende werkne-
’’
h e t
h o o f d s t u k
17
18
Verzorgingssector heeft (nog) meer mensen dan geld nodig
mers aangetrokken, maar spoe- ≥ Herman Deleeck graad biedt een praktijkgerichte dig bleek dat het aantal beschikscholing ziekenhuis- of psychiaEen vicieuze cirkel: bare personen op de arbeidstrisch verpleegkundige. Het veel deeltijdse wermarkt beperkt was. hoger onderwijs biedt de opties kers omdat de werkdruk zwaar is Ten slotte kan de overheid de ziekenhuis-, sociale en kinder(i.v.m. het gezinsleinstroom van kandidaat-verpleverpleegkunde, ouderenzorg en ven) en zware gers uit het onderwijs proberen geestelijke gezondheidszorg. In werkdruk omdat er te bevorderen. Na een stijging de praktijk voeren deze mensen veel deeltijdse werkers zijn. van het aantal studenten vervaak aanverwante taken uit, zij pleegkunde daalde dit van 1990 het dat ze verschillend bezoldigd tot 1998 licht voor A2- en fors worden. Enkele jaren geleden voor A1-opleidingen. De media hebben dit werd overwogen de A2-opleiding af te schaflaatste nogal sterk in de verf gezet, wat het fen, maar dit ging (vooralsnog) niet door. imago van het beroep geen goed gedaan Argumenten tegen waren vooral dat aldus heeft. Sommigen menen dat de toename van een toevoerkanaal van verpleegkundigen zou het studentenaantal sedert 1993 er kwam na afgesloten worden, en dat die opleiding voor de loonstijging voor verpleegkundigen en na velen een gelegenheid biedt om sociaal op te de stijging van de personeelsomkadering klimmen. In het beroepsonderwijs komen (beide het gevolg van ‘Witte Woede’-acties). immers overwegend kinderen uit lagere Los van het studentenaantal - bepaald o.a. sociale lagen terecht. door het verminderend aantal jongeren blijft de belangstelling voor de verpleegkunUITSTROOM INDIJKEN digenopleidingen even groot (1980-2000) en wordt zelfs groter (A1) in procent van het Succesrijk was de maatregel, genomen vooral aantal achttienjarigen in de Vlaamse onder LBC-druk, die in 2000 540 werknemers Gemeenschap (Pacolet). uit de verzorgingssector in staat stelde met behoud van hun loon in regulier dagonderDe federale minister van Volksgezondheid wijs verpleegkundige studies aan te vatten. heeft dit jaar, samen met de sector, een origiDeze aanpak valoriseert het beschikbaar nele campagne opgezet om jonge mensen tot potentieel en laat betrokkenen toe zich socihet verpleegberoep aan te trekken. Die kon aal en maatschappelijk te verbeteren. Mede rekenen op veel belangstelling en het aantal daardoor is het sedert enkele jaren tanend inschrijvingen in de scholen lijkt lichtjes toe aantal inschrijvingen sterk gestegen, de te nemen, met name bij de gediplomeerde dalende trend gebroken en aldus de toekomverpleegkundigen. stige aanvoer opnieuw versterkt. In dezelfde richting gaat de brugopleiding die een aantal Er is een wettelijk verschil volgens het opleigebrevetteerden toelaat zich om te scholen dingsniveau: gegradueerde verpleegkundigen tot gegradueerde. De overheid overweegt ook (A1) volgen hoger onderwijs buiten de unikinesitherapeuten ertoe te bewegen zich om versiteit, gediplomeerde verpleegkundigen te scholen tot verpleegkundigen. Vóór alles is (A2) volgen beroepssecundair onderwijs. het nodig algemene en plaatselijke maatregeBeide opleidingen duren drie jaar. Het len te treffen om de grote uitstroom (tien beroepssecundair onderwijs van de vierde procent per jaar) van verpleegkundigen in te
’’
h e t
h o o f d s t u k
Verzorgingssector heeft (nog) meer mensen dan geld nodig
dijken en verder om oudgedienden opnieuw aan het werk te krijgen.
betaalbaar te maken. Ik heb destijds geargumenteerd dat zulke verzekering enkel zin heeft als er voldoende professionele verzorEen specifiek potentieel vormen allochtone gers beschikbaar zijn, wat thans, helaas, niet meisjes van de tweede generatie. Zij zijn in het geval is. Oppas van kleine kinderen hun midden de eersten die de vrouwelijke gebeurt op grote schaal door onthaalmoeemancipatie meemaken, verpleegster worden ders, die daartoe erkend en gecontroleerd is voor hen een concrete mogelijkheid tot worden door de overheidsinstelling ‘Kind en sociale promotie en het verwerven van een Gezin’. Kan men, naar analogie, niet hetzelfde job, en de verzorgingssector sluit aan bij hun systeem opzetten in de thuiszorg voor oudeleefwereld waarin gezin en zorgarbeid (nog) ren met zorgmoeders (of -vaders). Het is toch erkende en beleefde waarden zijn. wel erg dat, als de zorgverzekering ingevoerd en het tekort aan verplegend personeel algeIn Nederland spreekt men het tekort aan vermeen erkend wordt, op hetzelfde ogenblik de pleegkundigen scherper in het openbaar uit. diensten van het Wit-Gele Kruis in financiële Er worden ook meer spectacuproblemen verkeren. Misschien ≥ Herman Deleeck laire maatregelen vooropgeschuilen daar onbewuste politieEen belangrijk deel steld, met name de invoer van ke keuzen achter. van de vraag naar verpleegkundigen uit nietMijn indruk is dat in België en verzorging verEuropese landen. Minister Borst met name in Vlaanderen de schijnt niet op de besliste vorig jaar hun aantal tot moeilijkheden i.v.m. personeelsmarkt en is niet koopkrachtig. 1.200 op te drijven. Deze poginschaarste reëel zijn, maar praggen lijken niet altijd succesvol, matisch ondervangen worden. o.m. wegens (naar Nederlandse Het zal er verder op aankomen de normen) ontoereikende kwaliaantrekkelijkheid van de job en teit. In België wordt deze weg (behoudens van de opleiding opnieuw kracht bij te zetten. enkele tientallen) vooralsnog niet bewandeld, Daartoe zal het beroep moeten ‘ont-stresst’ gezien de strenge toepassing van de regleworden en zal men moeten optornen tegen mentering en de bescherming van het beroep. het heersend klimaat van markteconomisch Wellicht is de toepassing zelfs te streng. Een denken en presteren. Zorg heeft nog altijd iets aan de academie van Moskou afgestudeerde te maken met toewijding en altruïsme. Er is arts, sedert meerdere jaren woonachtig in dus meer nood aan mensen dan aan geld. België, kan hier niet als verpleegkundige aan de slag. Ik neem wel aan dat men, op ethische TOEMAATJE gronden, niet systematisch betergeschoolden uit arme of uit ontwikkelingslanden naar hier Naar verluidt ontwerpt de Vlaamse regering mag versluizen. Maar vreemdelingen die hier plannen om de ambtenarij te hervormen. vrijwillig of uit nood verblijven, moeten in Interne en externe zelfstandige agentschapbeginsel inzetbaar zijn. pen zouden worden opgericht en de thans bestaande raden van bestuur in sommige De Vlaamse Gemeenschap voert een wettelijinstellingen afgeschaft. Deze aangelegenheid ke zorgverzekering in die er naar streeft nietheeft niet rechtstreeks van doen met het medische zorg, om te beginnen voor ouderen, tekort aan verpleegkundigen en verzorgers,
’’
h e t
h o o f d s t u k
19
20
Verzorgingssector heeft (nog) meer mensen dan geld nodig
wel met de institutionele structuur waarin velen van hen werkzaam zijn.
Sommige leden van de Vlaamse regering steunen deze hervorming op grond van het ‘primaat van de politiek’. Veel parlementsleIn het sociaal beleid en in de welzijnssector den en kabinetsmedewerkers horen dit graag wordt het beleid uitgetekend en uitgevoerd in zeggen. Maar laten we mekaar goed verstaan. samenspraak met vertegenwoordigers van het De beslissingen over de grote ontwikkelingsveld. De instellingen en hun organisaties zijn lijnen en over de beschikbare middelen zijn de zelfstandig in de uitvoering van hun taak, eigenlijke politieke beslissingen die het parlegelet op de verscheidenheid en het vaak ment toekomen (let wel) op ontwerpen van plaatsgebonden karakter van de personen en de regering. Maar wat de uitvoering betreft, hun behoeften. Voorbeelden vinden we in drie beschikken noch de ministers, noch de indivibelangrijke beleidssectoren en in de instellinduele parlementsleden (uitzonderingen daargen ervan: de Vlaamse Huisvestingsgelaten) over de behoefte-inschatting, de maatschappij en de lokale socialehuisvestingseigen knowhow en de ervaring van de vertemaatschappijen, het Vlaams Fonds voor de genwoordigers van het veld. Dát afschaffen, Sociale Integratie van Personen met een zou voor het welzijnsbeleid een achteruitHandicap en Kind en Gezin. Aan de top ervan gang betekenen, een gelegenheid bieden om staan in de drie gevallen raden van bestuur wereldvreemde centrale beslissingen te waarin alle schakeringen van het veld rechtstnemen, of in stilte individuele belangen voorreeks vertegenwoordigd zijn en de beslissinrang te geven. Het is een oude liberale gen over uitvoering of adviezen aan de minisgedachte dat de staat (in beperkte mate) álles ter democratisch goedgekeurd worden. Op moet doen en dat althans de georganiseerde federaal vlak bestaan soortgelijke instellingen burgers (‘het middenveld’) hierin geen macht in de sector van de sociale zekerheid. moeten hebben. Achteraf klinkt het anekdotisch wat ik zegde in een gelegenheidstoeDeze raden van bestuur werken over het algespraak in 1996 voor een congres m.m.v. het meen zeer goed. Binnen de grenzen van de Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van wetgeving beschikken zij over een ruime Personen met een Handicap: “Het is merkmate van autonomie, ook wat betreft advisewaardig dat de minister (Luc Martens in april ring omtrent wijzigingen in het beleid. Zij zijn 1996 in het Vlaams parlement) zich eveneens de plaats van communicatie bij uitstek: van beklaagde over een gebrek aan ditmaal polihet beleid naar beneden en omgekeerd. Op tieke slagkracht, omdat een aantal bevoegdinstitutionele (d.w.z. wettelijk gesystematiheden berust bij het Vlaams Fonds, niet bij de seerde) wijze kunnen de kracht en het initiaministeriële administratie. Uit eerbied voor de tief van de basis aan bod minister zou ik hem gedeeltelijk ≥ Herman Deleeck komen. De leden van deze raden gelijk kunnen geven. Daar ik van bestuur verdedigen belanevenwel niet weet wie ooit na Het is een politieke beslissing hoeveel gen, grotendeels met recht en hem de bevoegde minister zal geld (belastingen) reden, en openlijk, niet in het zijn, houd ik het vooralsnog bij naar de verzorgeheim. Maar zij vervullen ook de voordelen van een relatief gingssector zal uittwee onvervangbare functies: autonome structuur”. Aldus vergaan. noden vertolken en deskundigwijs ik opnieuw naar de filosofie heid inbrengen. van ons model.
’’
h e t
h o o f d s t u k
Verzorgingssector heeft (nog) meer mensen dan geld nodig
(1) H. Deleeck, De architectuur van de welvaartsstaat opnieuw bekeken, Acco, Leuven-Leusden, 2001. (2) De ‘open coördinatie’ is de officiële methode thans gebruikt door de Europese Commissie om het beleid van de onderscheiden lidstaten dichter bij mekaar te doen aansluiten: voortdurende (jaarlijkse) en uitvoerig gedocumenteerde vergelijkingen van de werking der instellingen en van de behaalde resultaten (bv. op gebied van sociale zekerheid) met de verwachting dat daaruit waar nodig aanpassingen van het nationaal beleid zullen voortvloeien. (3) Iversen,T. en Wren, A., Equality, Employment and Budgetary Restraint, The Thrilemma of the Service Economy, World Politics, 1998, nr. 50, p. 507-546. (4) Samengevat in M. Ferrera, A. Hemelrijk en M. Rhodes, De herijking van sociaal Europa, Beleid en Maatschappij, 2000, nr. 4, p. 233347. (5) Voor België kunnen volgende onderzoeken vernoemd (waarin tevens verdere bibliografie): J. Pacolet (red.) (1998), Vraag naar en aanbod van zorgberoepen in de Vlaamse Gemeenschap, prognoses tot 2000 en scenario’s tot 2010. Deel 1: Verpleegkundigen en het verplegend werk; Deel 2: Verzorgenden en het verzorgend werk; Deel 3: Vraag en aanbod van werk en tewerkstelling in de social profit-sector in Vlaanderen, HIVA, KU Leuven; K. Mendonk en H. Meulemans (red.) (2000), Een analyse van de zorgverlening in de gezondheids- en welzijnssector, Brussel, VUBPress; W. Gabriëls en H. Meulemans (2000), De gezondheidszorg in perspectief. Focusgesprekken met insiders uit de non-profitsector, Universiteit Antwerpen, 99 blz.; J. Breda en H. Deleeck (1996), Welzijnszorgplanning. Een kwantitatieve benadering, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap; Deleeck, H., Breda, J., Proeve van sociale planning voor de Vlaamse Gemeenschap, De gids op maatschappelijk gebied, 1997, nr. 1, p. 3-17; J. Pacolet (2000), De gesalarieerde tewerkstelling in de quartaire sector in België, HIVA, KU Leuven. (6) OECD, Health Data, 1998; D. De Graeve en M. Jegers, Financiële verantwoordelijkheid en betaalbaarheid van de gezondheidszorg, Economisch en Sociaal Tijschrift, 2000, nr. 2. (7) Allaart, P.C., Van Essen, G. en Peters, F., Arbeid en zorg en welzijn. Integrerend OSA-rapport 2000, Servicecentrum Uitgevers, Den Haag. (8) Een leesbaar overzicht van stellingen en problemen vindt men in de bijdragen van R. Putnam, B. Pattyn en L. Van Liedekerke in het Leuvens tijdschrift Ethische Perspectieven, maart - juni 2001. De Amerikaan Putnam, het boegbeeld van de zogenaamde communautaristen, bepleit het herstel van het ‘sociaal kapitaal’, d.w.z. de vooral plaatselijke netwerken van sociale relaties allerhande (van school tot volleybalclub), waardoor wederzijdse samenwerking groeit en een gemeenschapszin opgebouwd wordt.
h e t
h o o f d s t u k
21