DE TOEKOMST VAN DE NEDERLANDSE TRANSPORTSECTOR
Onderzoeksrapport, juni 2013
INHOUDSOPGAVE Samenvatting 1. Negatieve stemming 2. Grote waardering voor ondernemers, kennis en innovatie 3. Toekomst Nederlandse transportsector spontaan verbonden met concurrentie uit Midden- en Oost-Europa 4. Feitentest transportsector 5. Ideale transportsector, duurzaam, kwaliteit en toekomstgericht 6. Huidige transportsector: te weinig duurzaam
10 13 16 18
7. 8. 9. 10. 11. 12.
20 22 26 28 30 31
2
Feitentest TVM: Foundation, ridders, coöperatie Tot 2025: zorgen over teruglopende Nederlandse transportsector Na 2025: duurzaamheid en verkeersveiligheid wederom key-drivers Doelentest: CO2-uitstoot, veiligheid en werk Ontwikkeling waardering transportsector Nederland Adviezen aan de minister-president
3 6 9
SAMENVATTING
De steun voor de Nederlandse transportsector kan flink worden vergroot als de sector meer nadruk legt op: 1) haar prestaties en ambities op het gebied van duurzaamheid, in het bijzonder het verminderen van de CO2 -uitstoot; 2) haar prestaties en ambities ten aanzien van het verbeteren van de verkeers-veiligheid; en 3) het feit dat Nederland qua vervoerd gewicht de derde positie van Europa inneemt. 1.
Hoofdtaak voor de Nederlandse transportsector: werken aan duurzaamheid. De prestaties van de Nederlandse transportsector vallen zeer in de smaak bij het publiek. De honger is echter nog niet gestild. Men acht het een hoofdtaak van de sector om hier aan te blijven werken. Naast de reeds gerealiseerde prestaties zal het brede publiek met instemming kennisnemen van nieuwe ambities van de transportsector op dit terrein.
2.
Blijf werken aan verkeersveiligheid. De prestaties ten aanzien van het verbeteren van de verkeersveiligheid, worden eveneens in dank aanvaard. Nieuwe ambities op dit terrein mogen op zeer veel steun rekenen en dragen bij aan de reputatie van de transportsector. Zeker als de reeds geleverde prestaties daarbij worden ingezet als ‘bewijs’ voor het vermogen om de toekomstambities straks ook echt in daden om te kunnen zetten (‘bewezen vermogen’).
3.
De positie van Nederland: blijf werken aan effectiviteit en kwaliteit. Nederland neemt qua vervoerd gewicht de derde plaats in binnen Europa. Dit feit vervult Nederlanders met trots en genereert veel respect voor de Nederlandse transportsector. Wel heeft men een sterk gevoel dat de Nederlandse transportsector onder druk staat als gevolg van goedkope concurrentie uit Polen en andere landen uit Midden- en Oost-Europa. Men vindt dat Nederland zich in dit krachtenveld (verder) moet zien te onderscheiden via vakmanschap (‘effectief’, ‘betrouwbaar’, ‘competent’, ‘vertrouwenwekkend’) en het leveren van ‘hoge kwaliteit’. Innovatiekracht speelt bij dit alles een belangrijke rol.
Bij elk van deze drie speerpunten wordt de Nederlandse transportsector aangespoord om meer creativiteit aan de dag te leggen dan thans het geval is. Dit zijn de belangrijkste conclusies van vier focusgroepen met laagopgeleide vrouwen, hoogopgeleide vrouwen, laagopgeleide mannen en hoogopgeleide mannen uit Amersfoort en omgeving. Doel van deze sessies was het testen van de toekomstscenario’s zoals ontwikkeld door Panteia, in combinatie met bredere boodschapontwikkeling voor TVM. De groepsdiscussies vonden plaats op 23 en 24 april 2013.
3
Samenvatting
Andere belangrijke conclusies: 1.
Negatieve stemming. Men is negatief gestemd over de richting die Nederland op gaat. Een ruime meerderheid van de deelnemers verwacht dat toekomstige generaties slechter af zullen zijn dan zijzelf. De belangrijkste punten van zorg zijn de werkloosheid, de gezondheidszorg en criminaliteit.
2.
Panteia-toekomstperspectief tot 2025 resoneert sterker dan perspectief voor de verdere toekomst. Als belangrijkste pluspunten van het ‘korte-termijnperspectief’ tot 2015 ziet men meer duurzaamheid in de sector, meer verkeersveiligheid, efficiënter en daardoor goedkoper vervoer, het liefst geënt op meer samenwerking tussen de Nederlandse transportbedrijven. Belangrijkste minpunt van dit toekomst-perspectief is de teruglopende omvang van de transportsector. In het bijzonder het interen op het eigen vermogen sinds de financiële crisis in 2008 en het afnemende belang van de Nederlandse chauffeur ten gunste van collega’s uit Midden- en Oost-Europa.
3.
Duurzaamheid en verkeersveiligheid ook drivers voor steun toekomstperspectief na 2025. Dit langere tijdsperspectief – met onbemand rijden en zelfdenkende pakketjes – is voor de meeste mensen nog te ver weg om zich daar een serieuze voorstelling bij te kunnen maken.
4.
Sterkste boodschap: wij willen er zijn voor onze leden. De sterkste boodschap in een speciale boodschaptest legt sterk de nadruk op TVM als coöperatieve verzekeraar. Het gaat hier om een ijzersterke boodschap met een ongekend hoge aansprekendheid van 4.21, zeer ruim boven de kritische score van 3.50, het punt waar positieve tractie ontstaat. De belangrijkste aantrekkingskracht is wat een coöperatieve structuur mogelijk maakt: er zijn voor de leden. De boodschap krijgt een enorme vaart als de coöperatieve gedachte verder wordt verbonden met ‘rekening houden met milieu en oog houden voor mensen – binnen en buiten ons bedrijf’.
STERKSTE BOODSCHAP. ‘TVM is niet voor niets een coöperatie. Wij willen er zijn voor onze leden. Onze leden denken actief mee bij de besluiten over de koers van het bedrijf. Een goede coöperatie zijn, betekent dat we naast het realiseren van financiële doelstellingen ook rekening houden met het milieu en oog houden voor mensen – binnen en buiten ons bedrijf.’
4
Samenvatting
Nuttige boodschapelementen uit overige boodschappen. Elders in de boodschaptest springen ook nog de nodige vonken over: • Want dat is onze missie, het vergemakkelijken van het werk van talloze transportbedrijven in dit land. • Minder opdrachten betekent meer vrachtwagenchauffeurs die hun werk kwijtraken. • De Nederlandse transportsector moet letterlijk en figuurlijk nieuwe wegen inslaan. • Het wordt steeds moeilijker om te concurreren met de lage lonen van chauffeurs uit Midden- en Oost-Europa. Daarom moeten we zorgen voor meer kwaliteit in de producten die we aanbieden. • Ook op het terrein van het vervoer van grondstoffen voor 3D-printen liggen goede kansen, juist in combinatie met duurzaamheid. 5.
Doelentest: meer zichtbare steun voor werk; weinig steun voor verder weg gelegen doelen. Naast grote steun voor het verminderen van CO2 -uitstoot van vrachtwagens en het bevorderen van de verkeersveiligheid (beide gemiddeld rapportcijfer 8.5) is er ook veel enthousiasme voor het onafhankelijk houden van de Nederlandse transportsector (rapportcijfer 8.3). Men is eveneens positief over het voorop blijven lopen van de sector via kwaliteit en innovatie (rapportcijfer 8.3) en zorgen voor meer werkgelegenheid (rapportcijfer 8.1). Men is daarentegen terughoudend met steun voor verder weg gelegen doelen zoals ‘zorgen dat vrachtwagens onbemand over onze snelwegen kunnen rijden’ (laag rapportcijfer 5.4).
6.
Advies aan de minister-president. Aan het eind van de focusgroepen geven de deelnemers de volgende adviezen aan de minister-president: Advies 1. Kies voor duurzaamheid. Advies 2. Wees niet het braafste jongetje van Europa. Advies 3. Hou de werkgelegenheid overeind. Advies 4. Kies voor innovatie en vernieuwing.
5
1. NEGATIEVE STEMMING
MEN IS NEGATIEF GESTEMD De focusgroepdiscussies over de toekomst van de transportsector vinden plaats onder een negatief gesternte. Van de in totaal 38 deelnemers vinden er maar liefst 25 dat Nederland de verkeerde richting op beweegt. Een minderheid van 13 deelnemers, vooral hoogopgeleide mannen, meent dat ons land de goede richting opgaat. De klachten over de richting die Nederland op gaat, hebben vooral betrekking op de economie. Het gevoel is dat de motor stil is komen te liggen. De bezuinigingen lijken de problemen te verergeren. Liever ziet men investeringen die helpen om de economie weer aan de praat te krijgen. Men wil perspectief: • ‘De juiste motor is die van de economie; die ligt stil. Wat is nu de motor van de economie? Dat is totaal onduidelijk.’ (Laagopgeleide mannen) • ‘De forse bezuinigingen zijn een probleem, je kan beter investeren.’ (Hoogopgeleide vrouwen)
Figuur 1 - Richting van Nederland
Vraagformulering ‘Denkt u dat, over het geheel genomen, Nederland zich in de juiste of de verkeerde richting ontwikkelt?’ Note N=38
Sommige deelnemers vragen zich zelfs hardop af of er überhaupt nog wel iets goed gaat: • ‘Wat gaat er wel goed eigenlijk?’ (Laagopgeleide vrouwen) Maar er zijn ook deelnemers die de situatie relativeren: • ‘Op heel veel punten kan het beter, maar echt slecht gaat het niet.’ (Laagopgeleide vrouwen)
6
Negatieve stemming
ZORGEN OVER DE WERKLOOSHEID EN DE GEZONDHEIDSZORG Men maakt zich het meeste zorgen over de werkloosheid (maar liefst 20 keer genoemd). Daarna volgen de gezondheidszorg (15 keer genoemd) en criminaliteit en onveiligheid (14 keer genoemd). De overige vraagstukken worden minder vaak genoemd. Figuur 2 - Belangrijke vraagstukken
Figuur 2
Werkloosheid
20 15
Gezondheidszorg Criminaliteit en onveiligheid
14
Economie
8 7
Verschillen tussen arm en rijk Allochtonenproblematiek
3
Onderwijs
3
Pensioenen
2
Europa
2
Milieu en klimaatverandering
1
Staatsschuld
1
Verkeersveiligheid 0 0
Files 0
5
10
15
20
25
Vraagformulering ‘Geef aan over welke TWEE van onderstaande vraagstukken u zich persoonlijk het meeste zorgen maakt. (maximaal twee antwoorden mogelijk)’ Noot N=38.
TOEKOMSTIGE GENERATIES SLECHTER AF De deelnemers zijn ruwweg fiftyfifty verdeeld over de vraag of de huidige generatie beter of slechter af is dan de vorige generaties (18 deelnemers ‘beter af’; 20 deelnemers ‘slechter af’). De verwachtingen voor toekomstige generaties zijn echter negatief: slechts 11 deelnemers verwachten dat toekomstige generaties beter af zullen zijn dan de eigen generatie; maar liefst 27 deelnemers verwachten dat toekomstige generaties juist slechter af zullen zijn. Figuur 3A
Figuur 3B
Eigen generatie
Toekomstige generatie
Vraagformulering ‘Denkt u dat uw eigen generatie beter of slechter af is dan vorige generaties?’, resp. ‘Denkt u dat de toekomstige generaties beter of slechter af zullen zijn dan uw eigen generatie?’ Noot N=38.
7
Negatieve stemming
POSITIEVE STEMMING OVER VERKEER EN TRANSPORT Men is opmerkelijk positief gestemd over de verkeersveiligheid (maar liefst 30 deelnemers ‘juiste richting’; slechts 8 deelnemers ‘verkeerde richting’). Ook ‘Het verkeer op de Nederlandse snelwegen’ maakt veel positieve gevoelens los (+26;-12). Dat geldt ook voor het milieu (+24;-14) en, nog net, voor de transportsector (+20;-18). Met de ‘werkgelegenheid in de transportsector’ gaat het echter de verkeerde kant op (+14;-24). Wel geldt voor al deze zaken dat zij per saldo positiever worden ingeschat dan de richting van Nederland als geheel (onderste balk). Figuur 4 - Juiste of verkeerde richting?
Figuur 4 Juiste of verkeerde richting?
Verkeerde richting
Juiste richting
30
-8
b. De verkeersveiligheid
26
-12
d. Het verkeer op de NL L snelwegen
24
-14
c. Het milieu
20
-18
a. De transportsector e. De werkgelegenheid in de transportsector
-24
14
NEDERLAND
-25
13
-35
-30
-25
-20
-15
-10
-5
0
5
10
15
Vraagformulering ‘En hoe denkt u dat, over het geheel genomen, de volgende zaken zich ontwikkelen?’ Noot N=38.
8
20
25
30
35
2. GROTE WAARDERING VOOR ONDERNEMERS, KENNIS EN INNOVATIE
De focusgroepen bevatten naast discussie ook een aantal schriftelijke opdrachten. In één daarvan wordt de deelnemers gevraagd om aan te geven welke indruk zij hebben van 21 verschillende actoren op het terrein van de transportsector in Nederland. De resultaten van deze opdracht geven een goede indruk van de reputatiecontext waarbinnen de transportsector in Nederland wordt waargenomen. De resultaten zijn samengevat in figuur 5 op pagina 11.
HOOGSTE WAARDERING VOOR RESEARCH AND DEVELOPMENT ‘Research and development’ geniet de hoogste waardering met een gemiddelde score van +0.94. Verwante termen als ‘kennisplatforms’ (score +0.79) en ‘innovatie’ (score +0.75) doen het eveneens behoorlijk goed.
ONDERNEMERS GENIETEN STERKE REPUTATIE De reputatiescore van de ‘ondernemers’ bedraagt +0.86. Ook het ‘Midden en Kleinbedrijf (MKB) (score +0.62) en het ‘bedrijfsleven’ (score +0.58) doen het redelijk goed: men heeft duidelijk enig vertrouwen in ondernemers. ‘Grote ondernemingen’ doen het echter minder goed (matige score +0.22). Dat geldt ook voor de topsectoren (zwakke score van +0.15). ‘Coöperaties’ scoren in deze beginfase ook zwak (+0.19), maar dit zal later in de focusgroepgesprekken veranderen.
TRANSPORTBEDRIJVEN EN VRACHTWAGENCHAUFFEURS SPREKEN AAN ‘Transportbedrijven’ (+0.50) en ‘vrachtwagenchauffeurs’ (eveneens score +0.50) mogen op enige sympathie rekenen. De ‘transportsector in Nederland’ scoort iets lager (+0.33). Neutrale waardering TVM. TVM is niet erg bekend. Veel deelnemers geven het bedrijf daarom een neutrale score of blijven het antwoord in zijn geheel schuldig. Hiermee scoort TVM beduidend beter dan de generieke categorie ‘verzekeringsmaatschappijen’, die met een negatieve score van -0.62 nog het nodige verbeterwerk te doen hebben ten aanzien van hun reputatie: •
‘Verzekeraars willen geld aan je verdienen.’ (Laagopgeleide vrouwen)
Overigens blijven de verzekeraars het kabinet Rutte-Asscher nog net een neuslengte voor (score -0.72).
PROBLEMEN MET BANEN EN ECONOMISCHE GROEI ‘Banen’ (-1.03) en ‘economische groei’ (-1.08) vallen beide een opvallend slechte waardering ten deel. De groepsdiscussies laten zien dat men op deze terreinen vooral verbetering wil zien. Als zodanig is het een weerspiegeling van de urgentie die rondom deze onderwerpen wordt gevoeld.
9
3.TOEKOMST NEDERLANDSE TRANSPORTSECTOR SPONTAAN VERBONDEN MET CONCURRENTIE UIT MIDDEN- EN OOST-EUROPA De deelnemers is gevraagd om schriftelijk aan te geven welke gedachten als eerste bij hen opkomen bij ’De toekomst van de transportsector in Nederland’. De spontane eerste gedachten bij ‘De toekomst van de transportsector in Nederland’ vallen in een beperkt aantal categorieën uiteen: 1.
Chauffeurs uit Oost-Europa Verreweg het grootste aantal deelnemers, in het bijzonder de mensen in de laagopgeleide groepen, denkt bij de toekomst van de Nederlandse transportsector onmiddellijk aan Oost-Europese vrachtwagenchauffeurs: • • •
‘Succesvol voor Poolse werknemers.’ (Laagopgeleide mannen) ‘Komt in gevaar i.v.m. goedkope arbeidskrachten uit buitenland.’ (Laagopgeleide mannen) ‘Waarschijnlijk hebben zij het erg moeilijk met allerlei goedkopere alternatieven in Oost Europa.’ (Hoogopgeleide vrouwen)
Verschillende deelnemers vrezen dat de ruime aanwezigheid van Oost-Europese vrachtwagenchauffeurs ten koste gaat van banen en de cao’s van chauffeurs uit Nederland: • • •
‘Moeilijke toekomst in verband met concurrentie uit Oost-Europese landen. Ontwijken van Nederlandse cao’s door Nederlandse ondernemingen door middel van dochterondernemingen in andere landen.’ (Laagopgeleide mannen) ‘Problemen door het inhuren van goedkopere buitenlandse werknemers, waardoor Nederlanders moeilijker aan een baan komen in de sector.’ (Hoogopgeleide mannen) ‘Je bent een Nederlands transportbedrijf, maar omdat je nog meer wilt verdienen ga je naar Polen of Bulgarije. En daardoor krijgen Nederlandse chauffeurs geen kans.’ (Laagopgeleide mannen)
Anderen vrezen voor de veiligheid als gevolg van taalproblemen en gebrekkige opleiding: • • •
‘Veel goedkope buitenlandse chauffeurs met gebrekkige kennis van zaken en taal. Deze trend is al ingezet en gaat met name in het gevaarlijke-stoffenvervoer problemen opleveren.’ (Laagopgeleide mannen) ‘Veel Polen en Roemenen die aan het werk zijn in die sector. Die zijn soms een gevaar op de weg.’ (Laagopgeleide vrouwen) ‘Ik ben bang voor de veiligheid, dat die afneemt.’ (Hoogopgeleide mannen)
2.
Milieubelasting Veel deelnemers verbinden de toekomst van de transportsector met de vervuiling van het milieu:
•
‘Transportsector = vervuiling van het milieu. Belangrijk dat de transportkosten qua milieu zo schoon mogelijk en efficiënt zijn. Uit eigen land producten; producten van het seizoen.’ (Hoogopgeleide vrouwen) ‘Vrachtwagenchauffeurs. Niet populair. Milieu-inefficiënt.’ (Hoogopgeleide vrouwen)
•
Men vreest ook oneerlijke concurrentie, als Nederlandse bedrijven zich wel aan strenge milieunormen moeten houden en Poolse chauffeurs niet: •
10
‘De milieu-eisen, hoe werkt dat eigenlijk als een Poolse vrachtwagen naar binnen rijdt? Daardoor kunnen die tarieven heel erg verschillen.’ (Hoogopgeleide mannen)
Toekomst Nederlandse transportsector spontaan verbonden met concurrentie
Figuur 5 maatschappelijke Waardering maatschappelijke actoren en concepten Figuur 5 - Waardering actoren en concepten
0,94
16. Research and development
13. Ondernemers
0,86
19. Kennisplatforms
0,79
11. Innovatie
0,75
Groene groei
0,64
Midden- en Kleinbedrijf (MKB)
0,62
20. Bedrijfsleven
0,58
8.
5.
7.
18. Transportbedrijven
0,50
Vrachtwagenchauffeurs
0,50
1.
6.
0,50
FNV
De transportsector in Nederland
0,33
21. VNO-NCW
0,32
9.
2.
Onderwijs
0.24
Grote ondernemingen
0,22
15. Coöperaties
0,19 0,15
17. Topsectoren T
0,00
10. TVM
-0,62
12. Verzekeringsmaatschappijen
4.
-0,72
Kabinet-Rutte-Asscher
3.
14. Banen
-1,03
Economische groei
-1,08
-2,00
-1,50
-1,00
-0,50
0,00
0,50
1,00
1,50
2,00
Vraagformulering ‘Welke indruk heeft u van…’ Noot N=38.
11
Toekomst Nederlandse transportsector spontaan verbonden met concurrentie
3.
Krijgen het zwaar Men ziet de transportsector vooral als een sector die het zwaar gaat krijgen, door de crisis, maar ook vanwege de harde concurrentie op prijs en de belasting van het milieu:
• • •
‘Zal het alleen maar zwaarder krijgen gedurende de crisis.’ (Laagopgeleide vrouwen) ‘Krijgt steeds meer last van druk door milieu en kosten.’ (Hoogopgeleide mannen) ‘Wordt meer en meer bepaald door prijs. Goedkope mensen, goedkope wagens zonder investering met betrekking tot het milieu.’ (Hoogopgeleide vrouwen) ‘Toenemende files, stijgende benzineprijzen.’ (Laagopgeleide mannen)
• 4.
Meer innovatie nodig Verschillende deelnemers verbinden de Nederlandse transportsector met de noodzaak van innovatie:
•
‘Moet innovatiever: meer rail- en watervervoer. Minder grote vrachtwagens in het centrum van stad/dorp. Schonere motoren en stiller. Meer nachttransport met grotere eenheden.’ (Hoogopgeleide mannen) ‘Export en transport is van groot belang voor Nederland. Bij economische groei in Europa stijgt de export en dus ook transport. Mijn zorg is de concurrentiepositie van lagelonenlanden (voormalig Oostblok).’ (Hoogopgeleide mannen)
•
5.
Kansen Verschillende deelnemers zien kansen voor de transportsector, al is het maar omdat steeds meer consumenten producten bestellen via internet:
•
‘Nederlanders bestellen steeds meer via internet, dit zou goed moeten zijn voor de sector.’ (Hoogopgeleide mannen)
In de hoogopgeleide groepen staat men al te popelen om de toekomstplannen te schetsen voor de transportsector. Daarbij gaat het om investeren, specialiseren, innovatie en zorgen dat ook de overheid de juiste keuzes maakt: • •
•
12
‘Positief. Specialisatie.’ (Hoogopgeleide mannen) ‘Ik denk gelijk aan mogelijkheden. We hebben heel veel mogelijkheden, daar liggen kansen, we kunnen daar veel meer uithalen. Meer investeren, Nederland kan een heel goed doorvoerland zijn door bijvoorbeeld de Rotterdamse havens. Nederland kan hier meer van profiteren.’ (Hoogopgeleide vrouwen) ‘Hiervoor zou meer innovatief geld (sic) beschikbaar moeten zijn. Met Rotterdam-Schiphol-Vlissingen-Amsterdam en Delfzijl moeten we vervoerder nummer-1 in Europa zijn of worden. Verder denk ik aan andere brandstoffen, strengere milieueisen en langere combinaties voor hoofdwegen. Ik zie ook aparte lanes voor supertransporten.’ (Hoogopgeleide mannen)
4. FEITENTEST TRANSPORTSECTOR
De deelnemers kregen 34 feiten over de transportsector in Nederland voorgelegd. De deelnemers werd vervolgens gevraagd om schriftelijk aan te geven of de voorgelegde feiten hen een beter of een slechter gevoel geven. Feel good punt 1 Vermindering CO2 -uitstoot De Nederlandse transportsector die met succes haar best doet om haar CO2 -uitstoot te verminderen – dit is het sterkst resonerende positieve feit in de gehele feiten-test. Het onderstreept het cruciale belang van duurzaamheid in de positionering van de transportsector. Met een score van +1.34 bevindt het verminderen van de CO2 -uitstoot zich ruim voorbij +1.15, de score waar feiten positieve tractie beginnen te sorteren: Gevoelswaarde 22. Sinds 1990 is de gemiddelde uitstoot CO2 per Nederlandse vrachtauto met bijna de helft (47%) gedaald.
+1.34
23. Er wordt op dit moment hard gewerkt om de CO2 -uitstoot van vrachtwagens verder te laten dalen.
+1.34
Vraagformulering ‘Hieronder staan enkele feiten vermeld. Geef voor elk van deze feiten aan of deze u persoonlijk een beter of een slechter gevoel geven.’ Noot Scores zijn gemiddelde scores op basis van volgende coderingen: ‘zeer goed gevoel’=+2; ‘goed gevoel’=+1; ‘neutraal gevoel’=0; ‘slecht gevoel’=-1; ‘zeer slecht gevoel’=-2. N=38.
Ook in de groepsgesprekken neemt het milieu een belangrijke plaats in. De boodschap is duidelijk: de transportsector heeft geen ander keus dan hier zeer actief mee bezig te zijn: •
• • •
‘Dat de CO2 -uitstoot met de helft is gedaald, dat vind ik ook belangrijk. Voor het milieu. Je kan gezonder leven. Wij zijn veel te bezig, we zijn veel te veel kapot aan het maken. Dat geldt ook voor de transportsector trouwens. Als de luchtkwaliteit verbeterd wordt, draagt dit bij aan betere kwaliteit van leven.’ (Laagopgeleide mannen) ‘Het is juist belangrijk om verder te gaan, om door te gaan met het verminderen van de CO2 -uitstoot. Het is positief dat er buiten de gebaande paden wordt gegaan, out of the box.’ (Hoogopgeleide vrouwen) ‘Dat Polen het voor minder doet is natuurlijk omdat daar minder met het milieu gedaan wordt.’ (Hoogopgeleide vrouwen) ‘Op Curaçao rijden vrachtwagens rond, 90% is afgekeurd, je gaat er echt kapot van de stank. De transportsector is verplicht hier veel mee bezig te zijn.’ (Laagopgeleide mannen)
Opmerkelijk was verder dat veel deelnemers een directe link legden tussen zorg voor het milieu en hun eigen gezondheid.
13
Feitentest transportsector
Feel good punt 2 Met succes verminderen van het aantal verkeersdoden. De deelnemers reageren positief op concrete prestaties op het gebied van de verkeersveiligheid. De score bedraagt +1.26, wat betekent dat verkeersveiligheid daadwerkelijk tractie sorteert: Gevoelswaarde 25. Het aantal verkeersdoden neemt in Nederland de laatste jaren af. Van de mensen met een niet-natuurlijke doodsoorzaak stierf in 1996 nog 23% als gevolg van een verkeersongeluk; in 2011 is dat aantal gedaald tot 11%.
+1.26
26. Nederland behoort tot de Top-3 van veiligste landen.
+1.21
32. Terwijl vrachtauto’s gemiddeld steeds meer kilometers afleggen, zorgen zij voor steeds minder verkeersslachtoffers.
+0.87
De groepsdiscussies maken duidelijk dat men er zonder meer vanuit gaat dat de lat op dit gebied hoog ligt in Nederland, maar dat de eisen in andere landen juist te wensen overlaten. Trots op Nederland en ergernis over buitenlandse chauffeurs strijden hier om voorrang: • •
‘Door Nederlandse regels moeten ze wel betrouwbaar zijn. Ik vind het wel een prettig idee dat we bekwame mensen opleiden.’
(Laagopgeleide mannen) ‘Nederlandse vrachtwagenchauffeurs worden fatsoenlijk opgeleid. Ze houden zich aan de regels. Dat zie je bij buitenlandse chauffeurs een stuk minder. Ik heb het idee dat de Nederlandse chauffeurs zich redelijk aan de regels houden.’ (Laagopgeleide mannen)
Feel good punt 3 Nederland op derde plaats in Europa. Men reageert ten slotte zeer positief op het feit dat de Nederlandse transportsector qua vervoerd gewicht de derde positie van Europa inneemt. De score voor dit feit bedraagt +1.13, vrijwel samenvallend met het kritieke punt waar trekkracht ontstaat: Gevoelswaarde 6. Daarmee staat Nederland op de derde plaats in Europa.
+1.13
5. Nederland vervoerde daarvan 124 miljoen ton.
+0.42
De deelnemers waarderen deze feiten vooral omdat ze er klakkeloos vanuit gaan dat dit banen oplevert: • •
14
‘Voor een klein land, zeer positief; veel werkgelegenheid, op zich een belangrijke positie in deze sector.’ (Laagopgeleide mannen) ‘Derde positie voor Nederland, heel positief. Veel werkgelegenheid.’ (Laagopgeleide mannen)
Feitentest transportsector
Feel bad punt 1 Concurrentie uit Polen. Men reageert zeer negatief op feiten over toenemende concurrentie uit Polen en andere landen uit Midden- en Oost-Europa. De meest negatieve gevoelswaarde bedraagt -1.38, een score met veel tractie: Gevoelswaarde 10. Nederlandse transportbedrijven verliezen terrein aan buitenlandse concurrenten. Met name aan Poolse bedrijven
-1.38
16. Nederlandse internationale wegvervoerders merken dagelijks de gevolgen van de Poolse hegemonie: meer Poolse kentekens op de Nederlandse wegen, scherpe concurrentie, druk op de tarieven en verlies van lading. Het gaat hier niet alleen om ladingen van en naar Polen, maar ook om ladingen voor andere landen, zoals onze belangrijkste vervoerspartners Duitsland, België en Frankrijk.
-1.29
15. Bijna de helft (45%) van de goederen in het internationaal wegvervoer in Nederland wordt inmiddels vervoerd door buitenlandse transporteurs. In 2005 bedroeg dit aandeel nog 37%.
-1.29
18. De arbeidskosten in het goederenvervoer bedragen in Nederland 32 euro per uur, in Duitsland 35 euro, in Polen 7 euro en in Bulgarije 5 euro.
-1.27
14. Het Nederlandse internationale goederenvervoer over de weg kromp in dezelfde periode met 15% en het Duitse met 2%.
-1.24
Het anti-Europese sentiment, al aan het begin van de focusgroepen spontaan te beluisteren, komt bij de bespreking van deze feiten in volle omvang naar voren. Men vindt dat sprake is van oneerlijke concurrentie. Het is tijd om stelling te nemen tegen Europa: • • • • •
‘Het is geen eerlijke strijd als je de percentages van kosten hanteert.’ (Laagopgeleide mannen) ‘Als je regels in de landen invoert waar geen regels zijn zouden daar de kosten ook omhoog gaan en zou er eerlijke concurrentie zijn.’ (Laagopgeleide mannen) ‘Minder werk voor ons, Nederland.’ (Laagopgeleide vrouwen) ‘Het is economisch heel lastig als alle concurrentie de markt verziekt.’ (Hoogopgeleide vrouwen) ‘Als we allemaal dezelfde spelregels zouden hanteren zou het goed zijn. We moeten stelling nemen tegen Europa: ‘Nou is het genoeg’.’ (Laagopgeleide mannen)
Feel bad punt 2 Bedreiging verkeersveiligheid. Een tweede feel bad punt wordt gevormd door de geringere verkeersveiligheid in landen als Roemenië, Griekenland en Polen. De gevoelswaarde van dit feit bedraagt -1.08, een fractie boven de kritische grens van een feel bad punt: Gevoelswaarde 27. Roemenië, Griekenland en Polen behoren met respectievelijk 13, 12.9 en 12 doden tot de minst verkeersveilige landen in Europa.
-1.08
15
5. IDEALE TRANSPORTSECTOR: DUURZAAM, KWALITEIT EN TOEKOMSTGERICHT De deelnemers is gevraagd om voor 28 korte typeringen aan te geven hoe goed of slecht deze de Nederlandse transportsector beschrijven. De imagoscores zijn gemiddelde scores op een schaal lopend van -2.00 (‘zeer slecht’), -1.00 (‘tamelijk slecht’), 0.00 (‘niet goed en niet slecht’), +1.00 (‘tamelijk goed’) en +2.00 (‘zeer goed’). Later is ook gevraagd om ‘uw ideale versie van de Nederlandse transportsector’ in dezelfde 28 termen te beoordelen.
DE EERSTE TOETSSTEEN: DUURZAAMHEID De deelnemers willen boven alles dat de Nederlandse transportsector duurzaam opereert. Met een gemiddelde imagoscore van maar liefst +1.62 vormt dit de belangrijkste toetssteen bij de beoordeling van de transportsector.
TWEEDE TOETSSTEEN: KWALITEIT EN EFFECTIVITEIT Naast duurzaamheid zoekt men naar kwaliteit in de transportsector. Dit blijkt uit zeer hoge scores voor ‘effectief’ (score +1.39), ‘hoge kwaliteit’ (score +1.37), ‘betrouwbaar’ (score +1.35), ‘competent’ (score +1.22) en ‘vertrouwenwekkend’ (score +1.17).
DERDE TOETSSTEEN: TOEKOMSTGERICHT In aanvulling op deze twee toetsstenen is er nog een derde aspect dat belangrijk wordt gevonden in de ideale transportsector: ‘toekomstgericht’ (hoge score van +1.32).
WARMTE EN HOOP NIET NODIG Campagnematige begrippen als ‘biedt hoop’ (score van slechts +0.39) en ‘warm en sympathiek’ (nog lagere score van +0.22) zijn niet bepaald de begrippen die men verbindt met de ideale Nederlandse transportsector. De score voor de onderste twee items in figuur 6 – ‘op de weg terug’ en ‘heeft het moeilijk’ – is negatief, wat betekent dat beide items expliciet als ongewenst worden gezien. In het geval van het negatieve attribuut ‘heeft het moeilijk’ (score -0.71) is dat eenvoudig voor te stellen. De negatieve score voor ‘op de weg terug’ (score -0.31) suggereert dat men de stelling niet deelt dat de sector op de verkeerde weg terecht is gekomen. Dit wordt ook bevestigd in de focusgroepdiscussies.
16
Ideale transportsector: duurzaam, kwaliteit en toekomstgericht
FiguurFiguur 6 - Ideaalbeeld Nederlandse transportsector 6 Ideaalbeeld Nederlandse transportsector
5.
23. Effectief
1,39
Hoge kwaliteit
1,37
Betrouwbaar
1,35
T Toekomstgericht
1,32
7. 3. 4.
1,62
Duurzaam
Goed bezig
1,24
11. Competent (kundig)
1,22
6.
Modern, eigentijds
1,19
22. Vertrouwenwekkend
1,17
20. Toegewijd T
1,17
10. Eerlijk
1,14
Vernieuwend
1,08
28. Creatief
1,05
1.
9.
25. Is onderdeel van de oplossing
0,97
19. Voegt iets toe
0,97
2.
0,97
Degelijk
17. Grensverleggend
0,86
16. Duidelijk
0,86
8.
14. Betrokken
0,78
Doet zijn best
0,76
15. Inspirerend
0,70 0,64
18. Verfrissend 21. Bijzonder
0,44
27. Geruststellend
0,39
24. Biedt hoop
0,39 0,22
12. Warm en sympathiek
-0,31
26. Op de weg terug
-0,71
13. Heeft het moeilijk
-2,00
-1,50
-1,00
-0,50
0,00
0,50
1,00
1,50
2,00
Vraagformulering ‘Geef voor elke onderstaande typering hoe deze uw ideaalbeeld van de Nederlandse transportsector beschrijft.’ Noot N=38.
17
6. HUIDIGE TRANSPORTSECTOR: TE WEINIG DUURZAAM
In figuur 7 staan de imagoverschillen tussen de huidige en ideale sector afgebeeld, gerangschikt van het meest gewenste attribuut (‘duurzaam’) naar het minst gewenste attribuut (‘heeft het moeilijk’) voor de ideale Nederlandse transportsector.
HOOFDTAAK VOOR NEDERLANDSE TRANSPORTSECTOR: WERKEN AAN DUURZAAMHEID De groene prestaties van de transportsector op bijvoorbeeld het gebied van het terugdringen van de CO2 -uitstoot vallen in vruchtbare aarde, maar schieten tekort om de deelnemers echt te bevredigen. Het verschil tussen werkelijkheid en ideaal voor ‘duurzaam’ bedraagt -1.13 en zit daarmee fors in de min. •
‘Duurzaam, het is belangrijk om te investeren in milieu en de effectiviteit van de vrachtwagens.’ (Hoogopgeleide mannen)
OOK WERKEN AAN KWALITEIT EN TOEKOMSTGERICHTHEID; ZICHTBARE CREATIVITEIT IS DAARBIJ BELANGRIJK Naast de eerste toetssteen van duurzaamheid, komen ook de toetsstenen van kwaliteit (vooral in de vorm van ‘effectief’, tekort van -1.20) en ‘hoge kwaliteit’, tekort van -0.84) en toekomstgerichtheid (tekort van -1.11) terug in figuur 7. Het begrip effectief raakt aan degelijkheid en innovatie, aan de dingen waarvan we vinden dat we daar in Nederland goed in zijn. Maar ‘effectief’ heeft ook een normatieve component, zoals het onnodig rondrijden van dieren van land naar land. Juist van de Nederlandse transportsector verwacht men betrokkenheid bij het terugdringen van deze ongewenste praktijken: • •
‘Nederland moet doen waar we goed in zijn. Degelijk zijn, maar ook innovatief, dat geldt ook voor de transportsector.’ (Hoogopgeleide mannen) ‘Hoeveelheid goederen dat vervoerd wordt is bizar. Kippen die van land naar land worden vervoerd om te slachten. Dat is dan goedkoper dan de kippen hier slachten. Dat moet toch efficiënter kunnen?’ (Laagopgeleide vrouwen)
Men zegt het niet expliciet, maar eigenlijk ziet men het liefst dat de Nederlandse transportsector hoger in de waardeketen gaat zitten.
CREATIEVER Een belangrijke aanvullende uitdaging voor de huidige transportsector is om meer creativiteit aan de dag te leggen (hoogste tekortscore van -1.24). Daar blijft het niet bij. De rechter hersenhelft (over gevoel, emotie en verbanden) komt op vele andere manieren tekort: de deelnemers vinden de transportsector onvoldoende ‘eerlijk’ (score -1.03), onvoldoende ‘vernieuwend’ (score -1.00), onvoldoende ‘grensverleggend’ (score -1.02), onvoldoende ‘inspirerend’ (score -1.02) en onvoldoende ‘verfrissend’ (score -1.13).
DE NEDERLANDSE TRANSPORTSECTOR HEEFT HET MOEILIJK De huidige transportsector beschikt over een zeer fors overschot op het uitdrukkelijk niet-gewenste attribuut ‘heeft het moeilijk’ (score +1.58). Daarnaast schiet de sector behoorlijk tekort op het wel-gewenste overkoepelende kenmerk ‘goed bezig’ (score -1.19). De conclusie is helder: er is behoorlijk wat ruimte voor een substantiële verbetering van het aanzien van de sector.
18
Huidige transportsector: te weinig duurzaam
7 transportsector, Imago NL transportsector, naar ideaal en afgezet tegen ideaal Figuur 7 - Figuur Imago NL geordend naar geordend en afgezet tegen 5.
-1,13
Duurzaam
-1,20
23. Effectief 7. 3. 4.
-0,84
Hoge kwaliteit
-0,59
Betrouwbaar
-1,11
Toekomstgericht T 1.
-1,19
Goed bezig
-0,48
11. Competent (kundig) Modern, eigentijds
-0,95
22. Vertrouwenwekkend
-0,90
6.
-0,62
20. T Toegewijd
9.
10. Eerlijk
-1,03
Vernieuwend
-1,00 -1,24
28. Creatief
-0,97
25. Is onderdeel van de oplossing
-0,54
19. Voegt iets toe 2.
-0,26
Degelijk
-1,02
17. Grensverleggend
-0,65
16. Duidelijk
-0,39
14. Betrokken 8.
-0,08
Doet zijn best 15. Inspirerend
-1,02
18. Verfrissend
-1,06 -0,55
21. Bijzonder
-0,72
27. Geruststellend 24. Biedt hoop
-0,36
12. Warm en sympathiek
-0,33 0,26
26. Op de weg terug
1,58
13. Heeft het moeilijk
-2,00
-1,50
-1,00
-0,50
0,00
0,50
1,00
1,50
2,00
Vraagformulering ‘Geef voor elke onderstaande typering hoe deze uw ideaalbeeld van de Nederlandse transportsector beschrijft.’ en ‘Geef voor elke typering aan hoe goed deze de Nederlandse transportsector beschrijft’ Noot Staafinhoud is verschil tussen ideale Nederlandse transportsector en huidige transportsector. Items geordend naar mate waarin deze de ideale Nederlandse transportsector goed beschrijven. N=38
19
7. FEITENTEST TVM: FOUNDATION, RIDDERS, COŌPERATIE
De deelnemers kregen halverwege de focusgroepen een lijst met 24 feiten over TVM voorgelegd. Aan de deelnemers is vervolgens schriftelijk gevraagd om aan te geven of de voorgelegde feiten hen een beter of een slechter gevoel geven. Feel good punt 1 TVM foundation De TVM foundation resoneert zeer sterk met een gevoelswaarde van maar liefst +1.39: Gevoelswaarde 17. TVM heeft ter gelegenheid van haar 50e verjaardag de TVM foundation opgericht. TVM zal jaarlijks een bedrag schenken aan deze foundation. Met dit geld draagt de foundation bij aan de verbetering van de maatschappelijke omgeving in Nederland.
+1.39
18. Leden en medewerkers van TVM kunnen een aanvraag doen voor een bijdrage. Aanvragen worden getoetst aan vooraf vastgestelde criteria. Juist omdat TVM als coöperatie voor én door haar leden werkzaam is, krijgen diezelfde leden een actieve rol bij het verdelen van de bijdragen aan diverse maatschappelijke, sociaaleconomische initiatieven.
+1.29
Feel good punt 2 Veiligheidsplan en Ridders van de Weg De deelnemers reageren eveneens zeer positief op structurele, preventieve maatregelen ter voorkoming van schade. Zo bedraagt de gevoelswaarde voor het TVM veiligheidsplan +1.29; het programma Ridders van de Weg, primair gericht op het bevorderen van veiliger rijden, heeft een positieve gevoelswaarde van +1.13. Beide programma’s genereren zo positieve tractie en vergroten daarmee de waardering voor TVM: Gevoelswaarde 23. TVM heeft ook het TVM veiligheidsplan gericht op het beperken van schade en daarmee het laag houden van de kosten van verzekeringen.
+1.29
22. Om veiliger rijden te bevorderen en zo het plezier op het werk te bevorderen en de schade als gevolg van ongevallen met vrachtauto’s te verminderen is TVM begonnen met het programma Ridders van de weg. Vrachtwagenchauffeurs die 3 jaar schadevrij rijden krijgen een bronzen onderscheiding, 5 jaar schadevrij is zilver; 10 jaar schadevrij is goud; 20 jaar schadevrij is diamant. Op dit moment beschikken 11 chauffeurs over een diamanten onderscheiding, 87 chauffeurs hebben goud, 303 chauffeurs hebben zilver en 645 chauffeurs hebben brons.
+1.13
Ridders van de weg slaat aan, ten eerste omdat veel deelnemers vrachtwagens op de weg sowieso een beetje eng vinden, maar ook omdat men vreest dat veiligheid de sluitpost vormt van een bedrijfstak die onder zware druk staat: •
• •
20
‘Ik vind het positief dat ze voor de veiligheid hebben gekozen. Ga maar eens op de weg zitten. Ze denderen langs je heen met hoge snelheid. Dan staan er zulke borden en dan komen ze je inhalen. Het ligt vaak wel aan de persoon die erop zit.’(Laagopgeleide vrouwen) ‘Ik vind vrachtwagens doodeng. Vrachtwagens zijn vaak betrokken bij ongevallen.’ (Laagopgeleide vrouwen) ‘Als mensen door de concurrentie langer gaan rijden wordt het alleen maar gevaarlijker.’ (Laagopgeleide vrouwen)
Feitentest TVM: foundation, ridders, coōperatie
•
‘Vrachtwagenchauffeurs moeten te lang rijden.’ (Laagopgeleide vrouwen)
Een tweede kracht van Ridders van de Weg is dat het de chauffeurs op een positieve wijze aan het bedrijf bindt. Als je zo met je chauffeurs omgaat, moet je wel een gezond bedrijf zijn. Daarom luidt de conclusie: • • •
‘Positieve beloning helpt en je wordt misschien meer bij het bedrijf betrokken.’ (Laagopgeleide vrouwen) ‘Informatie uitwisselen. Je bent dan meer dan een chauffeur. Je bent onderdeel van een groter geheel.’ (Laagopgeleide vrouwen) ‘Het klinkt als een gezond bedrijf.’ (Laagopgeleide vrouwen)
Feel good punt 3 Coöperatieve structuur – leden delen mee in de winst, klantbelang centraal De deelnemers reageren positief op de coöperatieve structuur van TVM: de gevoelswaarde bedraagt +1.26, indicatief voor positieve tractie: Gevoelswaarde 19. TVM laat haar leden meedelen in de positieve resultaten die opgebouwd zijn in de laatste 50 jaar. In 2013 wordt aan deze transportondernemers in totaal tien miljoen euro uitgekeerd, als forse steun in de rug. Dit toont TVM’s betrokkenheid als coöperatie bij hun leden en bevestigt de samenwerking met de sector.
+1.26
21. TVM stelt vanuit haar coöperatieve structuur het klantbelang centraal.
+1.13
5. TVM is een coöperatieve vereniging met 5.800 leden. Al deze leden zijn transportbedrijven.
+1.08
4. TVM heeft geen aandeelhouders, maar leden.
+1.03
Bij de start van de focusgroepen leek men in eerste instantie weinig op te hebben met het begrip ‘coöperatie’. De waardering in de actorentest kwam nauwelijks voorbij het neutrale punt met een magere score van +0.19 (zie figuur 5). De feitentest heeft hier duidelijk verandering in gebracht. Het begrip coöperatie is nu via TVM van een aantrekkelijke invulling voorzien. Dat wordt verder bevestigd in de groepsdiscussies waarin men de coöperatie ziet als een aantrekkelijk antwoord op de kortetermijnfocus van beursgenoteerde, onpersoonlijke bedrijven. De coöperatie geeft een gevoel van saamhorigheid, behapbaarheid en richting: • • • • • • •
‘Het kortetermijndenken is bij beursgenoteerde bedrijven veel te hoog; bij coöperaties heb je een gezamenlijk belang, een gedeelde verantwoordelijkheid.’ (Hoogopgeleide mannen) ‘Goed dat ze geen aandeelhouders hebben, die denken alleen maar aan de korte termijn’ (Laagopgeleide mannen) ‘Mijn gevoel was eerst negatief en door die coöperatie toch positiever. Door het woord ‘verzekering’ kreeg ik een negatief gevoel.’ (Laagopgeleide vrouwen) ‘De coöperatie is echt een heel mooi systeem. Je kan ook aandeelhouders hebben, maar dit is een bus waar je met zijn allen inzit en een bepaalde richting op gaat.’ (Hoogopgeleide mannen) ‘Bij een coöperatie word je er zelf bij betrokken. Ze hebben oog voor je.’ (Laagopgeleide vrouwen) ‘Ik vind het positief dat het een coöperatie is, het is wel democratie, samen doen samen beslissen.’ (Hoogopgeleide vrouwen) ‘Het gedeelde verantwoordelijkheidsgevoel is heel belangrijk. Dat zorgt ervoor dat er sneller identificatie met het bedrijf ontstaat.’ (Hoogopgeleide vrouwen)
21
8. TOT 2025: ZORGEN OVER TERUGLOPENDE NEDERLANDSE TRANSPORTSECTOR Halverwege de focusgroepen kregen de deelnemers twee teksten voorgelegd over de toekomst van de Nederlandse transportsector. Deze teksten waren afkomstig uit de eerste versie van het Panteia-rapport ‘Voorbij de waan van de dag’. De eerste tekst gaat over de nabije toekomst tot 2015; de tweede tekst behandelt de verdere toekomst na 2015. De deelnemers is gevraagd om de tekstpassages die hen positief aanspreken aan te kruisen, evenals de passages die zij als negatief ervaren. Het aantal negatieve onderstrepingen is hieronder tussen rechte haken aan gegeven, voorafgegaan door een minteken. Daarop volgt het aantal positieve onderstrepingen, voorafgegaan door een plusteken. Daarnaast is de respondenten gevraagd om de aansprekendheid van elke boodschap te beoordelen met behulp van een vijfpuntsschaal, lopend van ‘zeer aansprekend’ (score 5) tot ‘helemaal niet aansprekend’ (score 1).
REALISTISCH, MAAR GEEN AANTREKKELIJK TOEKOMSTPERSPECTIEF De eerste tekst, ‘De toekomst van de transportsector in Nederland’, geniet een aansprekendheid van 3.27, een score duidelijk onder de 3.50, het punt waar een boodschap trekkracht begint te sorteren. De tekst als geheel brengt mensen daardoor niet echt in beweging. De tekst wordt vooral als realistisch ervaren (score van +0.78, niet afgebeeld). De tekst doet verder weinig in termen van ‘vertrouwenwekkend’ (score +0.39), ‘hoopgevend’ (score +0.29), ‘geruststellend’ (score +0.11), ‘sympathiek’ (score +0.08) en ‘inspirerend’ (score +0.08).
HET 3D-PRINTEN SLAAT (NOG) NIET AAN De vergezichten over 3D-printen gaan grotendeels langs de mensen heen.
PLUSPUNT 1: MEER DUURZAAMHEID Duurzaamheid blijkt wederom een belangrijke aandrijver van steun: • Dit geldt in het bijzonder voor de passage waarin wordt geschetst hoe in de toekomst steeds meer bedrijven energiezuinig vervoer als speerpunt zullen gaan gebruiken. (36 keer positief aangestreept) • Men reageert in dit verband ook opgetogen op de verwachting dat als gevolg van technische veranderingen de uitstoot van milieuverontreinigende stoffen zoals fijnstof door vrachtwagens verwaarloosbaar klein zullen worden. (29 keer positief) • Men reageert eveneens positief op de conclusie dat mede daardoor de aandacht zal verschuiven naar de vermindering van de CO2-uitstoot (23 keer positief). In deze context is men ook blij met het vergezicht dat in de steden het gebruik van elektrisch vervoer en vervoer op aardgas steeds belangrijker zal worden (21 keer positief). • Tot slot reageert men positief op de verwachting dat steeds meer landen zullen besluiten over te gaan op een gebruiksbelasting op basis van het principe ‘De vervuiler betaalt’ en dat de meest vervuilende voertuigen daarbij de hoogste tarieven zullen betalen. (25 keer positief).
PLUSPUNT 2: MEER VERKEERSVEILIGHEID Een tweede belangrijke aandrijver van steun wordt gevormd door positieve verwachtingen ten aanzien van de verkeersveiligheid. Zo reageert men zeer positief op: • de verwachting dat de verkeersveiligheid sterk zal zijn verbeterd. (32 keer positief aangestreept) • de recent ingevoerde verplichte bijscholing van bestuurders van motorvoertuigen als ‘volgende stap’ om de veiligheid verder te verbeteren. (31 keer positief) • de ambitie om het huidige aantal verkeersslachtoffers in 2020 ‘opnieuw te halveren’. (27 keer positief) • een pakkans van ‘zo goed als 100%’ bij verkeersovertredingen door vrachtwagens. (26 keer positief)
22
Tot 2025: zorgen over teruglopende nederlandse transportsector
PLUSPUNT 3: VERVOER EFFICIËNTER EN DAARDOOR GOEDKOPER Men verwelkomt enthousiast de verwachting dat door technologische innovaties het vrachtvervoer efficiënter en daarmee goedkoper zal worden gemaakt. (28 keer positief aangestreept) Men is evenzeer te spreken over het toenemend belang van Informatie en Communicatie Technologie (ICT). De verwachting dat dit tot een ‘betere performance van de logistiek’ kan leiden wordt positief ontvangen. (29 keer positief).
PLUSPUNT 4: SAMENWERKING Tot slot reageert men opgetogen op het vooruitzicht van partnerships: • Het belang van samenwerken. (30 keer positief aangestreept) • En het hebben van de juiste partners wordt daarmee steeds belangrijker. (27 keer positief) Echter, uit weinig blijkt dat dit punt echt heel intensief beleefd wordt. Voor een aantal deelnemers staat samenwerking voor meer efficiëntie en duurzaamheid, omdat je dan ‘minder bewegingen nodig hebt en een betere bezetting van de vrachtwagens krijgt’.
MINPUNT 1: TERUGLOPENDE NEDERLANDSE TRANSPORTSECTOR. De deelnemers zien graag een sterke Nederlandse transportsector en beoordelen alles wat deze bedreigt als negatief. • Dat geldt in het bijzonder voor het feit dat veel transportbedrijven op dit momenteel interen op hun eigen vermogen door de forse verlaging van het transportvolume als gevolg van de financiële crisis van 2009. (29 keer negatief aangestreept). • De verwachting dat het belang van de Nederlandse chauffeur in het internationale vervoer zal teruglopen ten gunste van chauffeurs uit Midden-en Oost-Europa (25 keer negatief). In deze context reageert men eveneens negatief op de gebrekkige handhaving van de regel dat, tot 2020 althans, een internationale vervoerder maximaal drie aansluitende ritten in een andere lidstaat mag maken. De conclusie dat hierdoor een permanente druk blijft bestaan om transport zo goedkoop mogelijk uit te voeren kan evenmin op instemming rekenen. (22 keer negatief).
DE TOEKOMST VAN DE TRANSPORTSECTOR IN NEDERLAND Twee ontwikkelingen in het verleden hebben een groot effect gehad op de ontwikkeling van de transportmarkt. [-0,+10] De eerste is de ontwikkeling van de container, [-0,+19] de tweede is het gebruik van internet. [-0,+24] Beide innovaties hebben geresulteerd in een versnelling in de afwikkeling van goederenstromen [-0,+22] en beide ontwikkelingen zorgen voor fundamentele veranderingen in de transportsector. [-0,+20]
Verder is als gevolg van schaalvergroting [-2,+9] en technische innovaties [-0,+11] het vervoer efficiënter geworden [-1,+29] en daarmee goedkoper. [-3,+26] Als gevolg van verdere liberalisatie [-3,+6] zijn de mogelijkheden om meer te transporteren groter geworden. [-1,+6] Het Europees beleid heeft zich voornamelijk gericht op het beheersen van de ongewenste neveneffecten van de groei van mobiliteit. [-8,+12] Het beeld van de toekomst valt uiteen in een periode van nu tot en met 2025 en een periode na 2025. [-2,+1] Tot 2025 verwachten we in belangrijke mate een geleidelijke evolutie van de huidige trends. [-3,+4] Een belangrijke uitzondering is de komst van 3D-printing. [-6,+9] Na 2025 zal sprake zijn van een geheel nieuwe wereld [-4,+10] waarin transport steeds goedkoper wordt. [-3,+22] Tot 2025: stagnatie, groei zit in business-to-consumer markt [-4,+0] Kleine winstmarges. [-8,+2] Door de financiële crisis heeft de transportsector in 2009 te maken gehad met een forse verlaging van het transportvolume. [-23,+2] Hierdoor zijn ook de tarieven in de markt verder onder druk gekomen. [-21,+0] In de sector waar de winstmarges toch al klein zijn [-8,+0] betekent dit dat veel bedrijven momenteel interen op hun eigen vermogen. [-29,+0] Dit resulteert in een kritische reflectie op de eigen bedrijfsvoering. [-5,+11] Minder winstgevende activiteiten worden stopgezet. [-19,+8]
Partnerships. De crisis is ook het begin van een nieuwe periode. [-3,+9] Een periode met meer onzekerheid [-18,+1] en grotere en zich sneller opvolgende schommelingen in het marktaanbod. [-8,+3] Dit vraagt van transportbedrijven dat ze zich sneller kunnen aanpassen aan veranderende marktomstandigheden. [-2,+15] Voor bedrijven betekent dit dat ze meer transportmaterieel en chauffeurs gaan inhuren bij collega’s [-6,+10] zodat het makkelijker wordt om bij
23
Tot 2025: zorgen over teruglopende nederlandse transportsector
een tegenvallende vraag de capaciteit aan te passen. [-5,+8] Het belang van samenwerken en het hebben van de juiste partners wordt daarmee steeds belangrijker. [-0,+30]
Online shopping: groeimarkt. [-0,+7] In de meeste marktsegmenten zal tot en met 2020 sprake zijn van stagnerende marktomstandigheden. [-20,+0] Uitzondering hierop vormt de afhandeling van online bestelde producten. [-0,+10] Op dit moment zien we dat transportbedrijven en webshopaanbieders nog zoeken naar welk logistiek systeem het best past bij deze nieuwe omstandigheden. [-2,+8] Tot nu toe worden de traditionele stromen en de webstromen nog steeds gescheiden afgehandeld. [-16,+3] Dat zal vrijwel zeker gaan veranderen. [-1,+22] Toename inzet buitenlandse chauffeurs. [-16,+0] Het belang van de Nederlandse chauffeur in het internationale vervoer zal teruglopen [-24,+0] ten gunste van chauffeurs uit Midden- en Oost-Europa. [-26,+1] Nederlandse bedrijven blijven wel een rol spelen in de internationale markt, [-2,+6] maar veel meer als regisseur van het transport dan als uitvoerder van transport. [-7,+13] Transportbedrijven in het grensoverschrijdend vervoer opereren steeds meer in een Europese markt [-5,+4] met concurrentie uit heel Europa. [-14,+6] Vrij verkeer van goederen en personen. [-1,+1] Diverse ontwikkelingen zetten zich in de komende periode door. [-2,+2] Zo is er sprake van een verdergaande schaalvergroting. [-6,+7] Tevens zal de ontwikkeling naar een vrij verkeer van personen en goederen in Europa zich doorzetten. [-3,+4] Bescherming van binnenlandse transportmarkten [-4,+6] zal er echter voor zorgen dat dit pas tegen 2020 daadwerkelijk werkelijkheid zal zijn. [-5,+3] Tot die tijd mag een internationale vervoerder maximaal drie aansluitende ritten in een andere lidstaat maken. [-4,+11] Maar de handhaving van deze regels laat veel te wensen over. [-21,+1] Er blijft daardoor een permanente druk bestaan om transport zo goedkoop mogelijk uit te voeren. [-22,+0] Blijvende aandacht voor verkeersveiligheid. [-0,+5] De groei van de mobiliteit in de afgelopen 50 jaar heeft geresulteerd in diverse ongewenste effecten [-7,+0] die ook tot 2020 belangrijke aandachtspunten blijven voor de transportmarkt. [-1,+3] De verkeersveiligheid is echter sterk verbeterd, [-0,+32] resulterend in een halvering van het aantal verkeersdoden. [-0,+27] De ambitie is om het huidige aantal verkeersslachtoffers in 2020 opnieuw te halveren. [-0,+27] De nieuwe mogelijkheden op het gebied van ICT worden nu ook toegepast in het wegverkeer. [-0,+9] Was de pakkans bij een overtreding in het verleden laag. [-3,+2] Met systemen als Weigh-in-motion (het integraal wegen van de asdruk van alle passerende vrachtwagens) en trajectcontrole, [-1,+16] is de pakkans zo goed als 100%. [-0,+26] Een volgende stap die de veiligheid verder kan verbeteren, [-0,+8] is de recent ingevoerde verplichte bijscholing voor iedere bestuurder van een motorvoertuig. [-2,+31] Immers, meer dan 95% van de ongevallen is het gevolg van menselijke fouten. [-11,+7] Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. [-0,+3] Veel transportbedrijven zagen Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen eerst als kostenpost. [-6,+0] Maar steeds meer transportbedrijven gebruiken energiezuinig vervoer nu als speerpunt. [-0,+36] De uitstoot door vrachtwagens van milieuverontreinigende stoffen zoals fijnstof, [-5,+7] zijn als gevolg van technologische verbetering verwaarloosbaar klein geworden. [-0,+29] De aandacht verschuift nu naar de vermindering van de CO2-uitstoot. [-0,+23] Vernieuwing van de brandstof speelt daarbij een belangrijke rol. [-0,+14] In steden zal het gebruik van elektrisch vervoer en vervoer op aardgas steeds belangrijker worden, [-0,+21] mede als gevolg van de invoering van milieuzones. [-2,+18] In internationaal vervoer zullen deze verschuivingen minder snel plaatsvinden. [-18,+0] Dat komt doordat het moeilijker is om alternatieve brandstoffen op deze trajecten rendabel toe te passen. [-5,+0] Fossiele diesel zal wel steeds meer worden bijgemengd met biodiesel of met op aard- en biogas gebaseerde brandstoffen. [-3,+8] Steeds meer landen zullen besluiten over te gaan op een gebruiksbelasting op basis van het principe van ‘De vervuiler betaalt’. [-3,+25] De meest vervuilende voertuigen betalen daarbij de hoogste tarieven. [-4,+25] Toenemend belang ICT. [-0,+2] Informatie en communicatietechnologie (ICT) gaat een steeds belangrijkere rol spelen in de transportwereld. [-0,+10] Vernieuwing en verbetering op technologische toepassingen [-0,+14] zal een verdere versnelling van de logistieke afwikkeling mogelijk maken. [-0,+13] De logistieke sector zal meer gebruik maken van hardware zoals tablets en smartphones. [-1,+16] Dit geeft transportondernemers de mogelijkheid om met andere ICT-dienstverleners samen te werken dan enkel de huidige sectorleveranciers. [-1,+14] Hierdoor zal de informatieverstrekking in de logistieke keten verder verbeteren. [-0,+20] Dit kan resulteren in een betere performance van de logistiek. [-0,+29]
24
Tot 2025: zorgen over teruglopende nederlandse transportsector
3D-printing. [-1,+3] 3D-printing is een reusachtige vernieuwing die de komende jaren zichtbaarder zal worden. [-1,+5] De verwachting is dat binnen nu en vijf jaar deze vorm van printen gewoon gaat worden. [-2,+1] Dit gaat een verschuiving geven in de vervoerstromen. [-0,+4] In plaats van eindproducten zal er meer behoefte komen aan grondstoffen die het 3D-printen mogelijk maken. [-0,+5] Dit zal een verschuiving geven van de business-to-business markt naar een business-to-consumer markt: [-0,+5] de vrachtwagen rijdt straks minder vaak naar een ander bedrijf en vaker naar een particulier woonhuis. [-7,+9] Door de opkomst van e-commerce zal er ook steeds meer worden gekocht en verkocht over de landsgrenzen heen. [-3,+11] Vrachtwagens zullen dus ook nog vaker de grens over gaan steken. [-7,+7]
Gemiddelde aansprekendheid: 3.27
25
9. NA 2025: DUURZAAMHEID EN VERKEERSVEILIGHEID WEDEROM KEY-DRIVERS VERDER GELEGEN TOEKOMST: DUURZAAMHEID EN VERKEERSVEILIGHEID WEDEROM BELANGRIJKE DRIVERS. De tekst over de verder gelegen toekomst na 2025 maakt weinig emoties los bij de deelnemers. Dat blijkt uit een nog iets lagere aansprekendheid-score van 3.08 dan de eerste tekst, ruim onder het kritische punt van 3.50 waar positieve tractie ontstaat. Het blijkt ook uit metertjes die nauwelijks uitslaan in termen van ‘inspirerend’ (+0.29), ‘vertrouwenwekkend’ (+0.03), ‘realistisch’ (0.00), ‘hoopgevend’ (-0.05), ‘geruststellend’ (-0.11) en ‘sympathiek’ (-0.26). Duurzaamheid en verkeersveiligheid zijn wederom de belangrijkste positieve drivers. Negatief sentiment ontstaat zodra een cruciale CO2 -reductiedoelstelling, vervoer over lange afstand en via het spoor en de binnenvaart, op basis van de huidige infrastructuur en technologie als ‘niet haalbaar’ wordt weggezet (17 deelnemers negatief). Het sentiment is ook negatief wanneer gewezen wordt op het feit dat goederen nu al de hele wereld over worden getransporteerd, met alle energie- en milieugevolgen die dat met zich meebrengt. Het leidt wel tot levendige gedachte-wisselingen over het energieverbruik van vrachtwagens: • •
‘Spoor en binnenvaart moeten we meer gaan gebruiken, want je wilt de vrachtwagens uiteindelijk meer van de weg halen.’ (Hoogopgeleide mannen) ‘Vrachtwagens rijden niet op zonne-energie, er is nog geen enkele duurzame energievorm die goed genoeg is voor de
•
transportsector.’ (Hoogopgeleide mannen) ‘Dat de energieprijs naar beneden gaat, dat biedt echt enorme kansen voor de transportsector.’ (Hoogopgeleide mannen)
VERGEZICHTEN RAKEN MENSEN NOG NIET Zonnepanelen, onbemand rijden, local for local, productie op eindbestemming en zelfdenkende pakketjes – het raakt de mensen allemaal opvallend weinig. Men heeft moeite om zich hier een voorstelling bij te maken. •
‘Ik heb nou niet echt het idee dat die 3d printer de toekomst is hoor.’ (Hoogopgeleide mannen)
NA 2025: TECHNOLOGIE ZORGT VOOR INGRIJPENDE VERANDERINGEN IN DE TRANSPORTSECTOR Voor de periode na 2025 is het moeilijk om concrete voorspellingen te doen over de ontwikkelingen in de transport en logistieke markt. [-4,+0] De huidige ontwikkelingen maken wel duidelijk dat er veel aandacht zal blijven voor de verkeersveiligheid. [-0,+22] Het doel is om in 2050 het aantal dodelijke verkeersongevallen terug te dringen tot nul. [-2,+20] Ook op het gebied van het verminderen van de CO2 -uitstoot zijn ambitieuze doelstellingen geformuleerd, met een reductie van ten minste 60% ten opzichte van 1990. [-1,+18] Het is de bedoeling dat vervoer over lange afstanden (meer dan 300km) zo veel mogelijk via het spoor en de binnenvaart gaat plaatsvinden. [-1,+13] Op basis van de huidige infrastructuur en technologie lijkt dit echter niet haalbaar. [-17,+0] Na 2020 weer groei. Na 2020 zal er zeker weer ruimte zijn voor economische groei. [-4,+10]
Energieprobleem of niet? De ontwikkelingen in de energiemarkt zijn van cruciaal belang voor de transportsector. [-2,+5] Als we in staat zijn om zonne-energie tegen lagere kosten en een hogere efficiency te benutten [-2,+11] dan kan dit het energievraagstuk volledig op zijn kop zetten. [-3,+4] Bij een grote beschikbaarheid van met zonne-energie goedkoop opgewekte elektriciteit, [-4,+11] zullen er grote verschuivingen optreden in de productielocaties van producten en voedsel. [-4,+5] De kostprijs van producten zal veranderen [-4,+7] en de locatie van productie zal veranderen. [-5,+6]
26
Na 2025: duurzaamheid en verkeersveiligheid wederom key-drivers
Hierdoor ontstaat een geheel nieuwe werkelijkheid met betrekking tot de herkomst en bestemming van goederenstromen. [-5,+6] Dit zal grote gevolgen hebben voor de transportsector. [-5,+3]
Wereldschaal of regionaal? Het is moeilijk in te schatten of na 2025 vooral sprake zal zijn van ‘local for local’ (zowel productie en consumptie in de regio, met weinig transport) [-5,+3] of dat – net als nu – goederen over de hele wereld heen en weer gaan (met veel transport). [-9,+0] Indien energie in over-vloed beschikbaar is, [-1,+3] dan heeft dat dan ook grote gevolgen voor de transportkosten. [-1,+2] Immers, brandstofkosten vormen nu circa 25% van de totale transportkosten. [-7,+1] Het aandeel van de loonkosten wordt dan hoger. [-4,+0] Maar ook die kosten gaan mogelijk dalen als gevolg van technolo-gische innovaties. [-9,+3] Onbemand rijden. [-4,+2] Het is voorstelbaar dat op bepaalde trajecten het ‘onbemand rijden’ zijn intrede doet. [-1,+6] Volledig onbemand rijden zoals dat nu in de havens gebeurt [-0,+5] is niet waarschijnlijk op de openbare weg. [-1,+4] Wel is het denkbaar dat de rol van vrachtwagenchauffeur is veranderd in die van een gezagvoerder van een vliegtuig. [-0,+7] Dit betekent dus alleen ingrijpen wanneer het noodzakelijk is. [-1,+5] Experts achten het denkbaar dat tegen die tijd één vrachtwagen-chauffeur meerdere vrachtwagens begeleidt. [-7,+6] Dit zou betekenen dat de kosten van transport als gevolg van minder arbeidskosten verder zullen dalen. [-4,+9] Productie op eindbestemming. Naast energie zal ook op het gebied van technologie veel meer mogelijk zijn. [-0,+5] De ingezette ontwikkeling van 3D-printing is verder ontwikkeld [-0,+3] waardoor meer ‘productie op locatie’ mogelijk is. [-0,+9] De behoefte aan het vervoer van grondstoffen voor 3D-printing wordt groter. [-0,+6] Zelfdenkend pakketje. [-1+2] Dat een reiziger met behulp van ICT zijn reis uitstippelt inmiddels oud nieuws. [-2,+3] Echter, als een pakketje wordt voorzien van smart ICT [-2,+6] dan zou in de toekomst dit pakketje voor zichzelf ook het meest gunstige vervoertraject kunnen bepalen. [-3,+8]
Gemiddelde aansprekendheid: 3.08
WERKGELEGENHEID BLIJFT EEN BELANGRIJK THEMA De beide toekomstteksten reppen nauwelijks over werkgelegenheid. Voor de deelnemers is dat wel een belangrijk thema; zij brengen het daarom spontaan in. Daarbij speelt de opmars van de Oost-Europese chauffeurs een belangrijke rol: • •
‘Werkgelegenheid springt er voor mij uit. Dat is het belangrijkste.’ (Laagopgeleide vrouwen) ‘Als we voor het geld een buitenlander aannemen, dan heb ik dat liever niet.’ (Laagopgeleide vrouwen)
Een aantal deelnemers twijfelt of innovatie wel de oplossing is. Maakt dat de Nederlandse chauffeur uiteindelijk niet nog duurder? De hoopopgeleide mannen hebben een flinke kluif aan dit thema, en concluderen uiteindelijk dat innovatie wel de route is: • • •
‘De concurrentie vanuit het buitenland is echt een heel groot probleem. Innovatie is leuk, maar niet als wij daardoor te duur blijven.’ (Hoogopgeleide mannen) ‘Op basis van innovatie zou je de kostprijs ook naar beneden kunnen brengen en die buitenlanders te slim af zijn.’ (Hoogopgeleide mannen) ‘Innovatie is heel belangrijk in tijden van slechte economie.’ (Hoogopgeleide mannen)
27
10. DOELENTEST: CO2 -UITSTOOT, VEILIGHEID EN WERK De focusgroepen bevatten een ‘doelentest’ waarin 25 mogelijke doelen werden voorgelegd. De deelnemers is gevraagd om deze doelen te beoordelen met behulp van een rapportcijfer.
GROTE WAARDERING VOOR VERMINDEREN CO2 -UITSTOOT VAN VRACHTWAGENS Ook in de doelentest loopt men weer warm voor het verminderen van de CO2 -uitstoot. Dit doel wordt (ex aequo) het best gewaardeerd in de volledige doelentest met een gemiddeld rapportcijfer van 8.5. Een voorstel voor een Europese CO2 -heffing wordt weliswaar iets minder hoog gewaardeerd, maar mag zeker op instemming rekenen: Rapportcijfer 17. Zorgen dat de CO2 -uitstoot van vrachtwagens verder wordt verminderd.
8.5
18. Invoeren van een Europese CO2 -uitstootheffing op basis van het principe ‘De vervuiler betaalt’.
8.0
WEDEROM VEEL STEUN VOOR BEVORDEREN VERKEERSVEILIGHEID De focusgroepdeelnemers staan opvallend open voor het utopisch klinkende doel om er ervoor te zorgen dat er in 2050 geen dodelijke verkeersongevallen meer zijn. Na de discussie over onbemand rijdende vrachtwagens is men hier geleidelijk in gaan geloven, zo zeer zelfs dat het samen met het verminderen van de CO2 -uitstoot van vrachtwagens het meest gewaardeerde doel uit de doelentest vormt (rapportcijfer 8.5). In ditzelfde verband ziet men graag dat de Nederlandse transportsector voorop blijft lopen op het gebied van de verkeersveiligheid (eveneens gemiddeld rapportcijfer van 8.5). Een gerelateerd doel als het niet meer afhankelijk willen zijn van menselijke fouten wordt in deze context ook goed gewaardeerd (rapportcijfer 8.2) Rapportcijfer 11. Zorgen dat er in 2050 geen dodelijke verkeersongevallen meer zijn.
8.5
1. Zorgen dat de Nederlandse transportsector voorop blijft lopen op het gebied van de verkeers-veiligheid.
8.5
16. Zorgen dat de invloed van menselijke fouten in het verkeer verder wordt verminderd.
8.2
De Nederlandse transportsector onafhankelijk houden. De drang naar een puur Nederlandse transportsector is groot. Men vindt daarom dat Nederland niet afhankelijk mag worden gemaakt van ‘buitenlandse transportbedrijven’ (rapportcijfer 8.3). Men dringt aan op dezelfde arbeidsvoorwaarden voor Nederlandse en Poolse vrachtwagenchauffeurs (rapportcijfer 8.2). En wat er verder ook gebeurt, Nederland moet kunnen blijven rekenen op een eigen transportsector (rapportcijfer 8.1): Rapportcijfer
28
13. Zorgen dat Nederland niet afhankelijk wordt gemaakt van buitenlandse transportbedrijven.
8.3
12. Zorgen dat elke werknemer, of deze nu uit Nederland komt of uit Polen, met dezelfde arbeidsvoorwaarden in een vrachtwagen zit.
8.2
8. Zorgen dat, wat er verder ook gebeurt, Nederland kan blijven rekenen op een eigen transportsector.
8.1
Doelentest: co2-uitstoot, veiligheid en werk
Men reageert hierbij negatief op voorstellen om de Europese transportmarkt volledig vrij te geven of te accepteren dat andere landen hun transport goedkoper kunnen aanbieden dan ‘wij in Nederland’: Rapportcijfer 4. Volledig vrijgeven van de Europese transportmarkt, zodat elk bedrijf uit een Europese lidstaat zijn diensten zonder beperkingen aan kan bieden in alle 27 lidstaten van de Europese Unie.
5.0
3. Accepteren dat andere landen hun transport goedkoper kunnen aanbieden dan wij in Nederland.
5.5
Liever ziet men maatregelen die helpen om een race naar de kelder te voorkomen: Rapportcijfer 3. Bevorderen van Europese wet- en regelgeving die er voor zorgt dat er geen race naar de kelder ontstaat onder transportbedrijven, bijvoorbeeld door het vaststellen van Europese minimumtarieven.
8.0
VOOROP BLIJVEN LOPEN VIA KWALITEIT EN INNOVATIE Nederland moet zich, als het aan de focusgroepdeel-nemers ligt, blijven onderscheiden door voorop te lopen bij vernieuwingen en door het leveren van extra kwaliteit: Rapportcijfer 2. Zorgen dat Nederland voorop blijft lopen bij innovaties en vernieuwingen in de transportsector.
8.3
7. Zorgen dat Nederland zich door het leveren van extra kwaliteit positief kan blijven onderscheiden in de transportsector.
8.2
ZORGEN VOOR MEER WERKGELEGENHEID Dit doel genereert een gemiddeld rapportcijfer van ‘slechts’ 8.0. In een tijd waarin veel mensen te maken hebben met het verlies van banen of teruglopende opdrachten is dat een lage score. De reden hiervoor is niet een gebrek aan interesse in meer werkgelegenheid in de transportsector, maar een reeds geïnternaliseerde overtuiging dat de transportsector geen groeisector zal blijken te zijn voor extra werkgelegenheid. Het doel zal daarom voornamelijk moeten bestaan uit het overeind houden van de werkgelegenheid die de sector op dit moment nog weet te bieden: Rapportcijfer 4. Zorgen voor meer werkgelegenheid in de Nederlandse transportsector.
8.1
TERUGHOUDENDHEID TEN AANZIEN VAN VERGEZICHTEN Men loopt opnieuw niet erg warm voor de vergezichten van onbemande vrachtwagens (laag rapportcijfer van 5.4) of een omvorming van de rol van Nederlandse transportbedrijven van uitvoerders naar ‘regisseurs’ van transport (rapportcijfer 6.4). Men lijkt iets ontvankelijker voor de opbouw van een leidende positie op de markt van ‘zelfdenkende pakketjes’ (rapportcijfer 6.8): Rapportcijfer 14. Zorgen dat vrachtwagens straks onbemand over onze snelwegen kunnen rijden.
5.4
15. Zorgen dat Nederlandse transportbedrijven zich tijdig omvormen van uitvoerders van transport naar regisseurs van transport.
6.4
24. Bevorderen dat Nederland een leidende positie opbouwt op de markt van zelfdenkende pakketjes (smart ICT).
6.8
29
11. ONTWIKKELING WAARDERING TRANSPORTSECTOR NEDERLAND DOELENTEST ZORGT VOOR FLINKE TOENAME IN WAARDERING NEDERLANDSE TRANSPORTSECTOR De doelentest heeft op afstand de meest positieve invloed op de waardering voor de Nederlandse transportsector. Die waardering ligt aan het begin van de focusgroepen laag met een score van +0.33. De feitentest zorgt voor een verwaarloosbare daling naar +0.26. Het toekomstperspectief voor 2025 zorgt voor een bescheiden stijging tot +0.74. De waardering blijft stabiel op dit niveau na kennismaking met de schets van de verdere toekomst na 2025 (score +0.70). Vervolgens schiet de waardering onder invloed van de doelentest omhoog van +0.70 naar +1.45. Daarmee komt de waardering ook op een niveau waar mensen in het land actief rekening gaan houden met het belang van de transportsector. In de eindmeting blijkt de waardering weer iets teruggevallen naar +1.11 – nog altijd ruim boven het niveau van de nulmeting. Figuur 8 - Waardering transportsector in Nederland
Figuur 10 3,00 2,50 2,00
1,45
1,50
1,1 1, 11 0,74
1,00 0,50
0,33
0,26
Nulmeting
Feitentest
0,70
0,00 -0,50 -1,00
Toekomst voor T T Toekomst na 2025 2025
Doelentest
Eindmeting
Vraagformulering ‘Welke indruk heeft u van de transportsector in Nederland?’, resp. ‘Met wat u nu gehoord heeft, welke indruk heeft u dan van de transportsector in Nederland?’ Noot Scores in de figuur zijn gemiddelde scores op basis van volgende coderingen: ‘zeer positief’=+3; ‘positief’=+2; ‘tamelijk positief’= +1; ‘neutraal’=0; ‘tamelijk negatief’=-1’; ‘negatief’=-2; en ‘zeer negatief’=-3. N=38.
30
12. ADVIEZEN AAN DE MINISTER-PRESIDENT Aan het eind van de focusgroepen is gevraagd een ansichtkaart in te vullen met een advies aan premier Mark Rutte. Deze boodschappen vormen een goede samenvatting van de nieuwe inzichten die de deelnemers tijdens de focusgroepen hebben opgedaan.
ADVIES 1. KIES VOOR DUURZAAMHEID • •
‘Denk aan de duurzaamheid en het werkend Nederland. Samenwerken aan groei van de economie. ‘(Hoogopgeleide mannen) ‘Haal minder vervuilende en goedkopere transportbedrijven uit het buitenland, omdat dit beter is voor het milieu, voor de werkgelegenheid en de economie.’ (Hoogopgeleide vrouwen)
ADVIES 2. WEES NIET HET BRAAFSTE JONGETJE VAN EUROPA • •
‘Niet altijd het braafste jongetje willen zijn. Verkwansel Nederland niet met de zogenaamde principes.’(Laagopgeleide mannen) ‘Laat je minder door Europa leiden en richt de aandacht op de Nederlandse transportsector. Investeer en benut de kansen zodat we een leidende positie krijgen en behouden. Dat is goed voor de werkgelegenheid en de economie.’ (Hoogopgeleide vrouwen)
ADVIES 3. HOU DE WERKGELEGENHEID OVEREIND. ZORG VOOR EERLIJKE CONCURRENTIE • • • • • • •
‘Behoud banen. Je hoeft niet alles te pikken binnen de politiek. ‘(Laagopgeleide mannen) ‘Zorg voor eerlijke concurrentie. ‘(Laagopgeleide mannen) ‘Behoud van werkgelegenheid. ‘(Laagopgeleide mannen) ‘Transportsector zelf onder de loep nemen en de werkgelegenheid blijven waarborgen. Geen mensen uit lage lonen landen toe staan.’ (Hoogopgeleide vrouwen) ‘Denk aan de veiligheid, werkgelegenheid. ‘(Laagopgeleide vrouwen) ‘Let op werkgelegenheid hier in Nederland.’ (Laagopgeleide vrouwen) ‘Luister eens goed naar de mensen om je heen. Zorg voor werkgelegenheid bij onze eigen mensen! ‘(Laagopgeleide vrouwen)
Voor verschillende deelnemers betekent het overeind houden van de werkgelegenheid dat ook paal en perk moet worden gesteld aan de inzet van goedkope buitenlandse deelnemers. Dat draagt bovendien bij aan de verkeersveiligheid: • • •
‘Stel paal en perk aan de inzet van goedkope buitenlandse werknemers. Dit komt de verkeersveiligheid, werkgelegenheid niet ten goede. Geld is niet alles. ‘(Laagopgeleide vrouwen) ‘Beste Mark, concurreren is moeilijk als andere landen lagere lonen hebben. Trek deze gelijk en je hebt een andere markt.’ ‘Blijf zorgen voor veiligheid & milieu en zorg dat op Europees niveau iedereen ongeveer evenveel gaat verdienen.’ (Hoogopgeleide vrouwen)
31
Adviezen aan de minister-president
ADVIES 4. KIES VOOR INNOVATIE EN VERNIEUWING • •
32
‘Richt je op de toekomst wat betreft transport. Vernieuwing van de brandstof, aandacht voor het milieu en inzet van 3D-printing is daarbij erg belangrijk.’ (Hoogopgeleide vrouwen) ‘Geachte meneer Rutte, beste Mark. Bij deze wil ik je graag adviseren om de politiek te laten focussen op innovatie in de transportsector. Immers, als je niet de goedkoopste bent moet je zeggen dat je de beste bent. Een uitstekende suggestie is om meer te gaan vervoeren over spoor/water. Groetjes, Jasper.’ (Hoogopgeleide mannen)
33
TVM verzekeringen | Van Limburg Stirumstraat 250 | postbus 130 | 7900 AC HOOGEVEEN tel.: +31 (0)528 29 29 99 |
[email protected] | www.tvm.nl