De roos van Leary Communicatie in interactie Je kunt niet niet communiceren; Zelfs als je alleen bent is er sprake van communicatie (denken, in jezelf praten) en zelfs als je slaapt (dromen). Daar waar mensen samen zijn, met zijn tweeën of in een groep, is er sprake van (communicatie in) interactie. Voor zijn veiligheid en voor zijn kansen om te overleven is de mens aangewezen op anderen en daarmee op interpersoonlijke omgangstijlen. Er is sprake van een wederkerige beïnvloeding van de sociale interactie. In interactie seinen mensen boodschappen uit en beïnvloeden daarmee anderen, die op hun beurt tegelijkertijd ook weer beïnvloeden. Mensen ontwikkelen vaak een bepaalde manier van reageren op elkaar; hoe meer en hoe intensiever zij met elkaar omgaan, hoe herkenbaarder de wijze van reageren wordt. Je zou kunnen spreken van reactiepatronen. Wanneer je vrienden, collega’s etc. met wie je regelmatig te maken hebt voor de geest haalt, kun je vaak zo zeggen wie op welke manier zal reageren in een gesprek of discussie. Ook weet je, als je er goed over nadenkt, vaak van jezelf ook welk welke rol je doorgaans vervult in interactiesituaties waar je deel van uitmaakt; ben je iemand die doorgaans de neiging heeft snel en veel initiatieven te nemen, of ben je meer luisterend ingesteld? Neem je snel de leiding of ben je meer afwachtend t.a.v. wat er gebeurt? Naarmate reactiewijzen meer tot patronen worden, zijn die steeds moeilijker te doorbreken én omdat je je vaak het veiligst voelt in het vertrouwde patroon én omdat je een verwachtingspatroon bij anderen hebt gevestigd, die daarop vaak intuïtief en impliciet een beroep zullen doen. Toch zit er niemand vast aan bepaalde rollen, je kunt ze in principe kiezen, afhankelijk van de situatie waarin je je bevindt en afhankelijk van door wie en in welke mate je je laat beïnvloeden Kijk maar eens naar je eigen relaties; vaak is het zoeken naar evenwicht vanuit aan de ene kant gevoelens van aanhankelijkheid, nabijheid en aan de andere kant gevoelens van macht, mensen zijn daarin als het ware steeds met elkaar “in onderhandeling”. Deze ingewikkelde beinvloedingspatronen beantwoorden aan bepaalde wetmatigheden. Soms kunnen mensen daarbij vastlopen in moeilijk te doorbreken vicieuze cirkels, in steeds vaster liggende patronen, met soms verregaande consequenties In het onderwijs zit je sterk in een helpende rol, waarin je kunt “doorschieten”, het wordt steeds moeilijker om voor jezelf op te komen t.b.v. het herstel van het broodnodige evenwicht en loop je risico “op te branden”. Andersom kun je ook vast komen te zitten in het “onder-gaan”; je hebt het gevoel dat de hele wereld tegen je is en dat iedereen jou net moet pakken…., je voelt je slachtoffer en bent niet in staat, om welke reden dan ook, weer eigen keuzes te maken. Zo kun je in elke gedragscategorie uit balans raken, grenzeloos raken. Evenwicht zit in het midden van de cirkel, waar je gemakkelijk van de ene naar de andere categorie kunt switchen en al naar gelang de situatie een adequate keuze kunt maken
imponeren, concurreren
kritiserend, aanvallen
taakgericht leiden, structureren
samenbindend zorgen, steunen
8 1 2 3
7 6 5 4 opstandig, weerstaan
teruggetrokken, twijfelend
waarderend meewerken
afhankelijk, volgend
BS relatiewens: SB relatiewens: SO relatiewens: OS relatiewens: OT relatiewens: TO relatiewens: TB relatiewens: BT relatiewens:
ik ben sterker, ik overzie het leidend “je moet naar mijn luisteren” ik ben betrouwbaar, sympatiek helpend “wij mogen elkaar graag” ik ben vriendelijk, aardig, meegaand aanpassend “ik doe wel wat je wilt” ik heb hulp nodig afhankelijk “help mij” ik doe nooit iets goed wantrouwig “laat me maar met rust” ik heb niemand nodig opstandig “minacht me maar Ik ben kwaad, bedreigend agressief “wees bang voor mij” ik ben beter,vertrouw alleen op mijzelf concurrerend “kijk hoe goed ik ben”
1.
Leidend (BS): Soms ook: Verbaal: Non- verbaal: Opgeroepen reacties:
organiseren, initiatieven nemen autoritair raad geven, beïnvloeden, overtuigen, regelen, voordoen energieke houding, naar voren zitten, luide stem gehoorzaamheid, afhankelijkheid, (concurrentie)
2.
Helpend (SB): Soms ook: Verbaal:
steunen, aanmoedigen, bemoeiziek, moed inspreken, troosten, diensten bewijzen, samenwerken, compromissen zoeken, begrip tonen vriendelijk kijken, veel oogcontact zoeken, aanraken, veel lachen aanpassing, aanvaarding, (irritatie)
Non- verbaal: Opgeroepen reacties:
3.
Aanpassend (SO): vriendelijk, toegevend, coöperatief, Soms ook: overdreven vriendelijk. Verbaal: gelijk geven, vleien, bewonderen, goedpraten, respectvol gedrag naar leiders vertonen. Non- verbaal: beleefd kijken, veel glimlachen, ja- knikken, gedienstig zijn Opgeroepen reacties: helpend, aanvaarding, (irritatie)
4.
Afhankelijk (OS): passief, hulp van anderen verwachtend Soms ook: hulpeloos, naïef, angstig. Verbaal: raad vragen, moeilijkheden voorleggen, goedkeuring vragen Non- verbaal: zacht spreken, ineengedoken zitten, zuchten, wegkijken. Opgeroepen reacties: leidend, helpend, (irritatie, afwijzing)
5.
Wantrouwig (OT): gereserveerd, argwanend, individualistisch Soms ook: schuchter en onzeker Verbaal: zelfverwijten maken, zichzelf afbreken, klagen, zeuren, bijna niets zeggen Non verbaal: wegkijken, in elkaar gedoken zitten, triest kijken, snikken, in een hoekje zitten, star gedrag vertonen Opgeroepen reacties: afstand, agressie, afkeuring, (hulp)
6.
Opstandig (TO): Soms ook: Verbaal:
Opgeroepen reacties:
wantrouwend, protesterend cynisch, bitter kritische vragen stellen, ongeloof voorwenden, cynisch doen, conflict uitlokken, de ander afwijzen of boos maken vinnig of boos kijken, bokkig gedrag vertonen, nee- schudden als de ander praat agressie, irritatie, (autoritair gedrag) (hulp)
7.
Agressie (TB): Soms ook: Verbaal: Non- verbaal: Opgeroepen reacties:
vijandig, negatief vechtend afstraffen, bedreigen, bang maken, uitlachen, kleineren, schelden luid praten, schreeuwen, slaan, dreigend kijken, vuisten ballen agressie, (angst, onderwerping) (autoritair gedrag)
8.
Concurrerend (BT): Soms ook: Verbaal:
veel zelfvertrouwen, haantje de voorste arrogantie, opscheppen bevelen, anderen negeren, kritiek geven, andere leiders afkraken, scherpe opmerkingen maken uit de hoogte doen, neus ophalen, kin in de lucht steken, streng gezicht concurrentie, bewondering, agressie, (onderwerping)
Non- verbaal:
Non verbaal: Opgeroepen reacties:
Hoe stel jij je op in sociale relaties Lees de onderstaande lijst met uitspraken door en omcirkel die uitspraken die volgens jou van toepassing zijn op jouw gedrag. Omcirkel vervolgens dezelfde gekozen nummers in het scoreformulier. Het hoogste aantal omcirkelingen per kolom bepaalt je voorkeursgedrag. Ga bij jezelf na of dat klopt. Vragenlijst 1 kan opdrachten geven 2. kan voor zichzelf zorgen 3. hartelijk en met begrip 4. bewondert/imiteert anderen 5. is het met iedereen eens 6. schaamt zich voor zichzelf 7. wil graag bevestiging 8. geeft altijd advies 9. verbitterd 10. met groot hart/onbaatzuchtig 11. opschepperig 12. zakelijk 13. kan streng, zijn wanneer dat nodig is 14. koud en zonder gevoel 15. klaagt wanneer nodig 16. samenwerkingsgezind 17. klagerig 18. kritisch op anderen 19. kan gehoorzamen 20. wreed en onhartelijk 21. afhankelijk 22. dictatoriaal 23. dominerend 24. goede omgang met anderen is belangrijk 25. moedigt anderen aan 26. zorgt graag voor anderen 27. vastberaden maar rechtvaardig 28. altijd weer vriendelijk 29. ziet fout door de vingers 30. goede leider 31. dankbaar 32. behulpzaam 33. kan fouten van anderen niet verdragen 34. onafhankelijk 35. houdt van verantwoordelijkheid 36. heeft gebrek aan zelfvertrouwen 37. laat anderen besluiten nemen 38. vindt iedereen aardig 39. wil graag dat er voor hem gezorgd wordt 40. baast over anderen 41. zachtmoedig 42. bescheiden 43. snel gehoorzamend 44. overbeschermend
45. vaak onvriendelijk 46. door anderen gerespecteerd 47. opstandig tegen van alles 48. gepikeerd als anderen de baas spelen 49. assertief en vertrouwend op zichzelf 50. sarcastisch 51. verlegen 52. egoïstisch 53. sceptisch, twijfelzuchtig 54. open en direct 55. koppig 56. gemakkelijk beïnvloedbaar 57. denkt alleen aan zichzelf 58. toegeeflijk naar anderen 59. lichtgeraakt 60. wil graag troosten 61. geeft snel toe 62. vol respect voor gezag 63. aardig gevonden worden 64. goedgelovig Scoreformulier
1 30 35 46 8 23 40 22 BS
2 12 34 49 11 52 57 14 BT
13 18 27 54 33 45 50 20 TB
15 48 53 59 9 17 55 47 TO
19 36 42 61 41 43 51 6 OT
31 4 7 62 21 37 39 64 OS
16 3 24 63 28 38 56 5 SO
32 10 25 26 29 44 58 60 SB