Hoe staat u in de Roos van Leary? Volgens de Amerikaanse psycholoog Timothy Leary heeft ons gedrag consequenties voor het gedrag van de ander. Door je op een bepaalde manier op te stellen, beïnvloed je de houding van de ander. Zijn bevindingen resulteerden in de Roos van Leary. De Roos van Leary maakt onderscheid tussen ‘boven’- en ‘onder’-gedrag en tussen ‘samen’ en ‘tegen’. Op basis van deze twee assen komen vier rollen tot stand.
STRIJDEN
TERUGTREKKEN
LEIDEN
VOLGEN
Boven-onder: Iemand die bovengedrag vertoont, heeft de neiging zich dominant op te stellen. Iemand die ondergedrag vertoont, heeft de neiging zich meer afwachtend en volgzaam op te stellen.
Samen-tegen: ‘Samen’ slaat op samenwerken. Iemand met dit gedrag heeft een mensgerichte instelling. ‘Tegen’ duidt op een meer functionele opstelling. Mensen met dit gedrag zullen zich vrij zakelijk opstellen.
Gecombineerd leiden deze twee assen tot vier rollen: leiding nemend, aanpassend, defensief en aanvallend. Met onderstaande test, die is gebaseerd op de Roos van Leary en is ontwikkeld voor de Nederlandse markt, kunt u bepalen welke rol op u het meest van toepassing is en welk gedrag nu daarmee oproept.
Uitleg van de vragenlijst Hieronder volgen paarsgewijze vergelijkingen tussen gedragingen. Geef iedere keer aan welke van deze twee het beste bij u past. Haal u voor de geest hoe u zich doorgaans ten opzichte van anderen opstelt – vrienden, collega’s en managers – en maak een keuze. Per vergelijking zijn twee hokjes opengelaten (niet ingekleurd). Het linkerhokje dat niet is ingekleurd, hoort bij de uitspraak links; het rechterhokje dat niet gekleurd is bij de uitspraak rechts. Is de linkeromschrijving het meest op u van toepassing, kruis dan het linker witte vakje aan. Is de rechteromschrijving het meest van toepassing, kruis dan het rechter witte vakje aan. Beantwoord alle vragen, ook als beide omschrijvingen minder op u van toepassing zijn.
Voorbeeld
Als u zichzelf eerder verlegen dan stoer vindt, kruist u het rechter witte vakje aan.
A stoer
B X
C
D verlegen
A
B
koelbloedig autoritair streng hartelijk joviaal bescheiden overheersend aanwezig zakelijk boeiend doortastend attent totaal aantal kruisjes
C
D welbespraakt zachtaardig defensief invoelend afstandelijk stug leiding nemend zorgzaam nors behulpzaam wantrouwend behoudend
SCORE Tel per kolom (A, B, C en D) het aantal kruisjes op. De letter van de kolom met de meeste kruisjes geeft het type aan dat het meest op u van toepassing is. Bij een gelijke score zijn beide rollen even sterk in uw gedrag aanwezig. A. Aanvallend Een aanvallend persoon is over het algemeen initiatiefrijk en zakelijk. Hij/zij handelt vaak uit eigenbelang en niet uit dat van de ander of de groep. Aanvallend ingestelde personen zijn vaak zelfverzekerd, uitdagend en dominant, maar ook streng, koelbloedig en autoritair. Zeer aanvallend ingestelde personen kunnen bazig overkomen.
Hoe gaat u om met aanvallend gedrag?
Als iemand zich aanvallend opstelt, zal dat bij de ander defensief gedrag oproepen. Vindt u aanvallend gedrag vervelend, dan kunt u zich het beste leiding nemend gedragen. Hierdoor wordt een aanvallend persoon gedwongen zich meer volgzaam op te stellen.
B. Leiding nemend Een leiding nemend persoon is over het algemeen initiatiefrijk en vriendelijk. Hij/zij heeft oog voor de belangen van de ander en is tegelijk doortastend. Leiding nemende personen zijn in de ogen van anderen vaak welbespraakt, hartelijk en joviaal. Andere typeringen: overtuigend, communicatief, aanwezig. In hun enthousiasme kunnen ze zich weleens vergalopperen of te druk zijn.
Hoe gaat u om met leiding nemend gedrag?
Een leiding nemende opstelling zal bij de ander aanpassend gedrag oproepen. Vindt u leiding nemend gedrag vervelend, dan kunt u zich het beste aanvallend gedragen. Hierdoor wordt een leidinggevend persoon gedwongen zich defensief op te stellen. C. Aanpassend Aanpassende personen zijn over het algemene volgzaam en vriendelijk. Ze vermijden ruzie, zijn georiënteerd op het belang van de ander en laten het initiatief vaak over aan de ander. Ze zijn vaak zachtaardig, bescheiden en invoelend. Andere typeringen: warm, trouw, coöperatief. In hun volgzaamheid kunnen ze zich weleens wegcijferen en zijn ze soms naïef.
Hoe gaat u om met aanpassend gedrag?
Als iemand zich aanpassend opstelt, zal dat bij de ander leiding nemend gedrag oproepen. Vindt u aanpassend gedrag vervelend, dan kunt u zich het beste defensief gedragen. Hierdoor wordt een aanpassend persoon gedwongen het heft in handen te nemen. D. Defensief Defensieve personen kijken graag de kat uit de boom en zullen niet snel het initiatief nemen; ze zijn reactief. Bovendien zijn ze over het algemeen eerder zakelijk ingesteld dan mensgericht. Daardoor komen ze soms minder vriendelijk over. Ze houden afstand en zijn wat stug en behoudend. Door hun defensieve houding kunnen ze zich weleens verongelijkt voelen of klagerig overkomen.
Hoe gaat u om met defensief gedrag?
Defensief gedrag zal bij de ander aanvallend gedrag oproepen. Vindt u defensief gedrag vervelend, dan kunt u zich het best aanpassend gedragen. Hierdoor wordt het initiatief bij de defensieve persoon gelegd en kan deze de verantwoordelijkheid niet afschuiven. Let op! Op basis van het beperkte aantal vragen is de uitslag van deze test slechts indicatief. Voor een uitgebreide persoonlijkheidstest die inzicht geeft in uw kwaliteiten en valkuilen raden we u een uitgebreide persoonlijkheidstest aan (www.123test.nl). Een langere variant van de Roos van Leary zelftest staat op www.testjegedrag.nl.
Nog een Leary-test Vindt u het lastig om op basis van karaktereigenschappen te bepalen hoe u in de Roos van Leary staat? Kijk dan hoe u in onderstaande situaties meestal reageert.
Situatie 1
Een vriend vraagt of u meegaat naar de Italiaan op de hoek. U wilt wel uit eten, maar niet daar: jullie eten altijd al bij de Italiaan omdat uw vriend dat graag wil. Uw reactie: a) ‘Ik ben het zat daar. Vanavond gaan we naar de Thai.’ b) ‘Ik wil wel uit eten, maar niet daar. Zullen we naar de Thai gaan?’ c) ‘Ja hoor, is goed. Gaan we de volgende keer dan naar de Thai?’ d) ‘Jij moet ook altijd je zin krijgen! Maar vooruit, ik ga wel mee.’
Situatie 2
Een collega verwijt u dat u uw werk niet goed heeft gedaan. Ten onrechte, vindt u. Uw reactie: a) ‘Hier is niks mis mee. Ik ga het niet nog eens doen.’ b) ‘Ik begrijp je kritiek niet. laten we het er nog eens over hebben.’ c) ‘Ik begrijp het niet zo. Kun je voordoen hoe het moet?’ d) ‘Wat is er nu weer mis, ‘ mokt u (maar u gaat toch aan de slag).
Situatie 3
‘Blijf jij morgen thuis om de loodgieter te ontvangen?’ vraagt uw partner. ‘Ik heb geen tijd.’ U heeft het morgen echter ook druk. Uw reactie: a) ‘Ik heb het veel te druk. Jij hebt de afspraak gemaakt, dus jij lost het probleem maar op.’ b) ‘Ik heb het ook druk. Laten we de loodgieter verzetten.’ c) ‘Is goed, al heb ik het druk. De volgende keer doe jij het.’ d) ‘Ik zal er wel weer voor opdraaien.’
Vooral a? Uw gedrag kan het best worden omschreven als aanvallend Vooral b? Uw gedrag kan het best worden omschreven als leiding nemend Vooral c? Uw gedrag kan het best worden omschreven als aanpassend Vooral d? Uw gedrag kan het best worden omschreven als defensief