Ver. Uitg. Marc Thoulen - N°7317
Nr 2009/03 - juni / juli 2009
Hoe staat het met de toekomst van de gemeentepensioenen ? De pensioenlast weegt zwaar door in de begroting van onze gemeenten. Om hun pensioenen te beheren hebben zij de keuze om zich aan te sluiten bij de RSZ-PPO, hun eigen pensioenkas te besturen of aan te sluiten bij een privékas. Onze Vereniging pleit voor het behoud van deze keuzevrijheid en dus het recht om al dan niet tot de RSZ-PPO toe te treden. Onze gemeenten en OCMW's kunnen dan zelf nagaan wat voor hen het interessantst is op het vlak van de bijdragen. Wij zijn fel gekant tegen een verplichte aansluiting, zoals bepaalde beleidsvoerders van de RSZ-PPO voorstaan. De inzet is aanzienlijk. Wij willen ook niet dat de Brusselse gemeenten in naam van de solidariteit een zwaardere pensioenlast zouden moeten dragen om de uitgaven terzake te financieren van lokale besturen uit Vlaanderen of Wallonië waar de verhouding statutairen – die de basis vormen van de bijdragen – lager zou zijn dan in Brussel. Net zoals onze Vlaamse en Waalse zustervereniging zijn wij aanhanger van het principe van de financiële rekenplichtigheid die de betaalde bijdragen verbindt met het volume van de bijdragen. Wij kunnen geen mechanismen aanvaarden waar men – zoals dat het geval geweest is voor bepaalde openbare ziekenhuizen – de last van de gepensioneerde statutairen overhevelt zonder tegelijkertijd de huidige bijdragebetalers, die voornamelijk contractuelen zijn, over te hevelen. Er rijst ook een probleem met betrekking tot de last van de politiepensioenen. Die vormen namelijk een specifieke pool binnen de RSZ-PPO, waarvan de overschotten niet billijk naar de gemeenten doorgestort worden.
EDITO
Een andere bekommernis van onze Vereniging is dat de stad Brussel – zoals lokale entiteiten die zich recenter aangesloten hebben bij de RSZ-PPO – een korting op haar bijdragen zou moeten genieten. Dat is een kwestie van rechtvaardigheid en gelijkheid. Tot slot is de laatste grote uitdaging de creatie van een tweede pensioenpijler in het lokaal ambt. Wij zijn daar voorstander van, maar net zoals onze Vlaamse en Waalse zustervereniging willen wij niet tot een dergelijk systeem toetreden zonder er het prijskaartje van te kennen. Dat is een kwestie van goed bestuur. Marc Cools Voorzitter van de VSGB
DE VERENIGING IN ACTIE De periode waarvan we hier verslag uitbrengen, loopt van begin mei tot midden juni. Een vrij korte periode vergeleken met de gebruikelijke verslagen in deze rubriek, die overheerst werd door de voorbereiding van de Algemene Vergadering van 17 juni. De Algemene Vergadering is steeds een hoogdag in het leven van de Vereniging, maar deze was des te belangrijker door de onderhandelingen die aan de gang zijn om een meerderheid te vormen en het programma van de toekomstige gewestregering vast te leggen. Het was een goede gelegenheid om de aandacht te vestigen op ons memorandum met de vragen van de gemeenten aan de gewestelijke overheden. Die werden overigens ook belicht op een persconferentie die de dag nadien plaatsvond in de zetel van de Vereniging.
Strafrechtelijke aansprakelijkheid van de mandatarissen – een voorstel Op 7 mei werd de VSGB samen met haar Waalse en Vlaamse zustervereniging opnieuw uitgenodigd voor een hoorzitting in de commissie Justitie van het Parlement, met betrekking tot de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de mandatarissen. Tijdens de vorige vergadering van 26 maart had het Parlement de drie verenigingen immers verzocht om een gezamenlijk voorstel uit te werken. De intense samenwerking die erop volgde, mondde uit in een gezamenlijk voorstel waarbij er gekozen werd voor de invoering in het Belgisch recht van de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de gemeenten als rechtspersoon. Daarmee samenhangend bevat het voorstel ook een systeem van beperking van de persoonlijke strafrechtelijke aansprakelijkheid van de mandataris, waarbij de mandataris weliswaar persoonlijk aansprakelijk blijft voor zijn zware fouten en zijn herhaalde lichte fouten, maar waarbij de gemeente alleen strafrechtelijk aansprakelijk wordt voor de lichte fouten die door de mandatarissen begaan worden in het kader van hun mandaat of voor rekening van de gemeente.
INHOUDSTAFEL pagina Federale financiering van de lokale politie (deel 2) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 Wetgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8 Ondersteuning van de plaatselijke ontwikkeling van Senegalese gemeenten . . . . .11 Openbare wegen op private grond: wie doet wat ? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14 Lokale overheidsbedrijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16 Voor u gelezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10 & 20
DE VERENIGING IN ACTIE
Het Parlement heeft het voorstel ter advies voorgelegd aan twee eminente strafrechtspecialisten, om het op zijn juridische kwaliteiten en zijn praktische werkbaarheid te beoordelen. Dit alles betekent een grote stap voorwaarts in dit dossier, dat dringend om een oplossing vraagt, want de rechtszaken tegen mandatarissen nemen hand over hand toe.
Toekenning van gemeentelijke woningen – modelreglement De studiedienst van de Vereniging en de Afdeling OCMW hebben een werkgroep geleid die een modelreglement diende op te stellen voor de toewijzing van gemeentewoningen. Een wijziging van het Brussels Wetboek voor Ruimtelijke Ordening, die in werking treedt op 28 juli 2009, legt gemeenten, OCMW's en autonome gemeentebedrijven immers nieuwe verplichtingen op om de objectiviteit en de transparantie van de toewijzingen te waarborgen. Er is daarover vergaderd op 22 april en op 20 mei. Na de voorstelling van de hervorming hebben onze adviseurs de vertegenwoordigers van de betrokken diensten gevraagd om mee te werken aan de opstelling van een modelreglement en een inschrijvingsformulier. Deze documenten zijn beschikbaar op de website van de Vereniging.
BWRO – infosessie Op 10 juni organiseerde de Vereniging een informatievergadering betreffende de hervorming van het Brussels Wetboek van de Ruimtelijke Ordening (BWRO). De ordonnantie van 14 mei 2009 streeft naar een administratieve vereenvoudiging van het BWRO en wil het Gewest de nodige middelen verschaffen om werken van gewestelijk belang uit te voeren. Na een schets van de context van de hervorming wezen de sprekers op de wijzigingen in de verschillende delen van het Wetboek: planning, vergunningen afgeleverd door de afgevaardigde ambtenaar, bescherming van het erfgoed, stedenbouwkundige vergunningen, beroep, inwerking-treding en overgangsstelsel. De samenkomst werd afgesloten met een vragensessie. Een honderdtal aanwezigen stond borg voor heel wat uitwisselingen van nuttige informatie tussen specialisten terzake: gemeente- en gewestbesturen, het kabinet van minister Charles Picqué en dat van Emir Kir en de balie.
Fedasil – de OCMW's willen het probleem afhandelen De afgelopen weken was de activiteit van de Afdeling OCMW voornamelijk toegespitst op de maatregelen van Fedasil, die - bij gebrek aan beslissing van de regering bijna 3.000 asielzoekers van de opvangstructuren naar de OCMW's doorverwijzen en materiële bijstand vervangen door financiële steun van de OCMW's. De Afdeling OCMW heeft samen met haar Vlaamse en Waalse
2
Nieuwsbrief 2009/03
olg v r e V
tegenhanger een persconferentie georganiseerd op 20 mei, waar onderstreept werd dat deze overdracht een correcte dienstverlening aan de andere OCMW-gebruikers in het gedrang brengt. De creatie van 1.800 nieuwe opvangplaatsen is absoluut noodzakelijk opdat de materiële opvang effectief zou zijn en blijven. De Federaties van OCMW's hebben een onderhoud gevraagd met de eerste minister om dit probleem zo snel mogelijk te regelen. De doorschuiving van deze last naar de OCMW's is immers onaanvaardbaar.
Diversiteitsbeleid – informatievergadering Op 5 juni organiseerde de Afdeling ook een infosessie voor de OCMW's rond het diversiteitsbeleid in de lokale instellingen. Vertegenwoordigers van het territoriaal pact voor tewerkstelling (Actiris) beschreven er de context van de arbeidsmarkt in Brussel en de uitvoering van een beleid ter bevordering van de diversiteit om te trachten discriminatie bij aanwervingen te vermijden. Ondanks de goedkeuring van drie ordonnanties die het diversiteitsbeleid in de private en publieke ondernemingen van het Gewest organiseren, missen de OCMW's en de openbare ziekenhuizen nog steeds dergelijke richtlijnen en grijpen zij naast de financieringsbronnen om een operationeel kader uit te werken, in afwachting van een specifiek besluit van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.
Schoolvervoerplannen – contactvergadering Op 29 mei hebben de Vereniging en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een contactvergadering georganiseerd met de gemeenten, omtrent de schoolvervoerplannen. De oproep werd drie jaar geleden aangevat en intussen doen er reeds 120 scholen mee, uit de verschillende netten: Er werd een stand van zaken opgemaakt over de bijdragen van gemeenten en politiezones aan dit project. Tal van gemeentediensten en de preventiediensten van de politiezones waren er aanwezig. De stad Brussel en de gemeenten Schaarbeek en Sint-JansMolenbeek hebben er een zeer gevarieerde waaier aan acties voorgesteld: specifieke steun, concretere participatie, welbepaalde inrichtingen. Er werden veel vragen gesteld, opmerkingen gemaakt en suggesties gedaan. De deelnemers zagen er hoe het project evolueert en waren verheugd over het groot aantal scholen dat reeds actie ondernomen heeft en de weinige middelen die men nodig heeft om knappe vooruitgang te boeken.
Lokale Agenda 21 – drie workshops Wat de duurzame ontwikkeling betreft en in het bijzonder de ondersteuning van de Vereniging voor de Lokale Agenda 21, zijn er op 7, 11 en 12 mei werkvergaderingen geweest rond de methodologische steun voor het actieplan en de uitwisseling van ervaringen. De derde was
DE VERENIGING IN ACTIE
voorbehouden voor de OMCW's, die steeds talrijker aan het programma deelnemen, en was gewijd aan het thema participatie.
Groot milieufeest Op 19 mei organiseerde de Vereniging de laatste vergadering ter voorbereiding van de aanwezigheid van de gemeenten op het milieufeest. Dat vond plaats op 7 juni in het Jubelpark. Tien gemeenten en een OCMW stelden er hun innoverende acties voor op het vlak van energie, Lokale Agenda 21, recyclage, composteren, … Dit jaar stond interactiviteit centraal op de stand: allerlei vormen van animatie en spelletjes, vragenlijst agenda 21, ... Tot slot is er ook een nieuw nummer van de Monitor van de duurzame ontwikkeling, dat zoals gebruikelijk kan gedownload worden op www.vsgb.be. Er wordt ingegaan op de Stadsworkshop in Kuregem, de eerste verwezenlijkingen van de Agenda Iris 21, de energiediagnose van woningen in
olg v r e V
Watermaal-Bosvoorde en de fietsboxen in Schaarbeek.
Internationale samenwerking – missie naar Senegal Van 28 april tot 9 mei ging een missie, samen met de UVCW maar geleid door onze Vereniging, naar Senegal, waar drie Brusselse gemeenten actief zijn: Sint-AgathaBerchem met Grand-Dakar, Sint-Jans-Molenbeek met M’bour en Anderlecht met Sam Notaire). Het programma bestond uit contactbezoeken, met name met de ambassade, bijscholing van de lokale partners over de werking van het samenwerkingsprogramma, maar vooral de oprichting van een Noord-Zuid-uitwisselingsplatform met alle Belgische en Senegalese partners die rond lokale ontwikkeling werkzaam zijn. Het doel en de resultaten van deze missie worden verder in dit nummer uitgebreid besproken.
Marc Thoulen
Nieuwsbrief 2009/03
3
ONDER DE LOEP Chris Vanderlinden, hoofdcommissaris bij de federale politie, brengt ons het tweede en laatste deel van het artikel aangaande het complexe mechanisme dat aan de basis ligt van de financiering van de lokale politie. Het eerste deel verscheen in Nieuwsbrief 2009-2 en het geheel kan samen met de bijlagen gedownload worden op www.vsgb.be.
DE FEDERALE FINANCIERING VAN DE LOKALE POLITIE Historiek, samenstelling en evolutie van 2001 tot vandaag (deel 2) Correcties aan de basisdotatie en de aanverwante dotaties In het vorige artikel werd de totstandkoming van de basisdotatie – met inbegrip van de Brusseltoelage – toegelicht. Hierna volgen de andere bestanddelen die samen met de basisdotatie het geheel van de federale financiering van de lokale politie bepalen. Het betreft in het bijzonder : de aanvullende indexatie, de aanvaardbare meerkost, de toelage voor uitrusting handhaving openbare orde, het preventieluik van de (politionele) veiligheids- en samenlevingscontracten, de sociale dotaties (1 en 2) en de specifieke hulp. Aanvullende indexatie 1 Conform de afspraken met de Verenigingen van Steden en Gemeenten wordt voorzien in een “aanvullende indexatie”. Ze wordt bekomen door “a posteriori” de toegekende toelage – zonder het gedeelte overeenstemmende met de tussenkomst ter compensatie van de “Brussels Hoofdstedelijk Gewest” – te herberekenen met inachtneming van het effectief in de maand december van het betrokken jaar bereikte cijfer van de gezondheidsindex en deze te vergelijken met het effectief bereikte cijfer in dezelfde refertemaand in de voorgaande jaren (telkenmale door Het Brusselse onderdeel van de onderhandelingen (nvdr) De onderhandelingen verliepen tussen de Eerste Minister en de Minister van Binnenlandse Zaken, samen met de Minister van Sociale Zaken en het lokale niveau, dat bestond uit telkens twee burgemeesters, de voorzitters en technici van de verschillende Verenigingen van Steden en Gemeenten. Voor de Brusselse Vereniging was het de Conferentie van Burgemeesters die twee burgemeesters had aangeduid: de heer Moureaux, burgervader van Molenbeek, en de heer Desir van Sint-Lambrechts-Woluwe, om de onderhandelingen te voeren.
4
vergelijking met het laatste reeds effectief geïndexeerde, toegekende bedrag). Het verschil tussen deze berekening en het eerder – op basis van de federale begrotingscirculaire berekende bedrag – wordt toegekend als “aanvullende indexatie”. Ze wordt uitbetaald via de federale begroting, Sectie 17, Federale politie en geïntegreerde steun. Aanvaardbare meerkost 2 Het betreft hier het eindresultaat van de operatie “aanvaardbare meerkost” en het “tegensprekelijke debat”. Zoals reeds gesteld konden de politiezones een individueel gemotiveerd dossier indienen, wat uiteindelijk 137 zones ook hebben gedaan 3 . De beslissing van de Ministerraad van 6 december 2002 sloot dit debat af. Door deze beslissing werden een aantal elementen aangepast en/of bijkomend opgenomen in een bijkomende dotatie 4 . Alle zones hebben een bijkomende financiering verkregen. Een aantal zones verkregen eveneens een specifieke bijkomende toelage onder de vorm van een contract (specifieke omschrijving). Deze dotatie werd jaar na jaar conform de federale begrotingsinstructies geïndexeerd en wordt uitbetaald via de federale begroting, Sectie 17, Federale politie en geïntegreerde steun. Toelage voor uitrusting handhaving openbare orde 5 Deze toelage omvat zoals overeengekomen met de Verenigingen van Steden en Gemeenten een forfaitaire tegemoetkoming voor de jaarlijkse kost voor vervanging en/of onderhoud van de uitrusting voor openbare handhaving. Ook deze dotatie werd jaarlijks conform de federale begrotingsinstructies geïndexeerd en uitbetaald via de federale begroting, Sectie 17, Federale politie en geïntegreerde steun.
1 K.B. 5 december 2004 houdende de toekenning van een bijkomende federale toelage voor indexering van de financiering van de lokale politie voor de jaren 2002 en 2003, B.S., 28 december 2004 – K.B. 10 maart 2006 (= voor 2003, deel 2), B.S., 5 april 2006 – K.B. 10 maart 2006 (= voor 2004), B.S., 5 april 2006 – K.B. 25 april 2007 (= voor 2005), B.S., 9 mei 2007 – K.B. 21 augustus 2008 (= voor 2006), B.S., 8 september 2008 – K.B. 24 december 2008 (= voor 2007), B.S., 31 december 2008. 2 K.B. 15 januari 2003 houdende de toekenning van een bijkomende federale toelage ter financiering van de lokale politie, B.S., 20 maart 2003 – K.B. 5 december 2004 (= voor 2003), B.S., 28 december 2004 – K.B. 5 december 2004 (= voor 2004), B.S., 28 december 2004 – K.B. 10 maart 2006 (= voor 2005), B.S., 11 april 2006 – K.B. 14 november 2006 (= voor 2006), B.S., 13 december 2006 – K.B. 26 oktober 2007 (= voor 2007), B.S., 30 november 2007 – K.B. 24 december 2008 (= voor) jaar 2008, B.S., 31 december 2008. 3 Procedure op grond van artikel 7 K.B. 2 augustus 2002 houdende de toekenning van de definitieve federale basistoelage, een toelage uitrusting handhaving openbare orde en een toelage veiligheids- en samenlevings¬contracten, aan sommige politiezones en aan sommige gemeenten voor het jaar 2002, en tot wijziging van het KB van 24 december 2001 houdende de toekenning van een voorschot op de federale basistoelage voor het jaar 2002 aan de politiezones en van een toelage aan sommige gemeenten, B.S., 13/08/2002. 4 Zie Bijlage 2 in de versie van het artikel op www.vsgb.be. 5 Zie voetnoot 17 in "De federale financiering van de lokale politie – Historiek, samenstelling en evolutie van 2001 tot vandaag (deel 1)", NB 2009-2, blz. 9 e.v. Nieuwsbrief 2009/03
ONDER DE LOEP Preventieluik van de (politionele) veiligheids- en samenlevingscontracten 6 Het burgerlijk preventieluik van de reeds voor de totstandkoming van de politiehervorming afgesloten “samenlevings- en veiligheidscontracten” (afgesloten inzake politie) werd bestendigd. In deze werd bepaald dat deze verworven rechten rechtstreeks aan de desbetreffende 29 gemeenten worden toegekend en dat het aan deze laatste toekomt na te gaan in hoeverre de personeelsleden en/of opdrachten die met deze middelen werden gefinancierd worden overgedragen aan de politiezone. In dat voorkomend geval zullen de gemeenten de hiervoor vereiste bedragen via de gemeentelijke dotatie (intrazonale verdeling) overhevelen naar de politiebegroting. Deze dotatie werd jaarlijks conform de federale begrotingsinstructies geïndexeerd en werd uitbetaald via de federale begroting, Sectie 17, Federale politie en geïntegreerde steun. Vanaf het begrotingsjaar 2009 wordt deze dotatie overgeheveld naar de Sectie 13, Binnenlandse zaken om ze op termijn beter te kunnen afstemmen op de diverse andere bestaande veiligheids- en preventiecontracten. Sociale dotaties Sociale dotatie 1 7 Deze dotatie werd ingesteld om de patronale sociale bijdragen verschuldigd op de vaste verloning van de aan de politiezones overgedragen ex-rijkswachters te betalen. Conform de afspraken met de Verenigingen van Steden en Gemeenten wordt deze “Sociale dotatie” vooreerst toegekend in functie van de loonmassa van de overgedragen exrijkswachters en wordt ze geleidelijk omgebouwd naar een toewijzing volgens de basisverdeelsleutel (KUL-norm). Om rekening te houden met de beperkte draagkracht van de
olg v r e V
“arme” zones moet dit echter – minstens gedeeltelijk – gecompenseerd te worden door een versterking van het solidariteitsmechanisme, dit element werd specifiek bevestigd door de Ministerraad in zijn beslissing van 6 december 2002 8 9. Met uitzondering van het jaar 2004 werd deze toelage jaarlijks geïndexeerd conform de federale begrotingsrichtlijn. Het bedrag van deze toelage wordt rechtstreeks toegekend aan RZSPPO die deze in mindering brengt op de aan de politiezones overgemaakte facturen. Het bedrag van de “Sociale dotatie 1” voor het jaar 2002 omvatte – op grond van de bepalingen voorzien in artikel 41 van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid 10 – geen bijdragen voor de pensioenvorming. Sociale dotatie 2 Personeelsleden konden opteren voor het onderworpen worden aan het nieuwe statuut of om onderworpen te blijven aan hun bestaande statuut van oorsprong (van de gemeentepolitie, de Rijkswacht of van de gerechtelijke politie bij de parketten). Daarom moest het nieuwe statuut – vervat in het RPPol – beschouwd worden als een integraal nieuw statuut, wat betekent dat er voor de onderworpenheid aan de sociale zekerheid geen beroep kon worden gedaan op de bepalingen van artikel 30, §2, 4° van het koninklijk besluit van 28 november 1969 11 . Vandaar dat met andere woorden ook patronale sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd werden op elementen die in het oude statuut eveneens bestonden maar daar niet onderworpen waren aan die socialezekerheidsbijdragen. Ter compensatie werd een bijzonder stelsel uitgewerkt dat zijn rechtsbasis vindt in de artikelen 15 12 en 16 13 van de wet
6 Zie voetnoot 17 in "De federale financiering van de lokale politie – Historiek, samenstelling en evolutie van 2001 tot vandaag (deel 2)", Nieuwsbrief-Brussel 2009-2, blz. 9 e.v. 7 K.B. 24 december 2001 houdende de toekenning aan de politiezones voor het jaar 2002 van de federale toelage ter compensatie van de sociale bijdragen van sommige personeelsleden van de lokale politiekorpsen, B.S., 29 december 2001 – K.B. 20 maart 2002 (= voor 2002), B.S., 6 juni 2002 – K.B. 6 januari 2003 (= voor 2003), B.S., 21 januari 2003 – K.B. 26 februari 2003 (voor 2002, deel 2), B.S., 20 maart 2003 – K.B. 5 december 2004 (= voor 2004), B.S., 28 december 2004. – K.B. 1 april 2006 (= voor 2005), B.S., 19 april 2006 – K.B. 23 november 2006 (= voor 2006), B.S., 15 december 2006 – K.B. 19 november 2007 (= voor 2007), B.S., 4 december 2007 – K.B. 24 december 2008 (= voor 2008), B.S., 31 december 2008. 8 Zie de beslissing van de Ministerraad van 06/12/2002 “L’effet négatif du mécanisme de répartition de l’allocation sociale fédérale en 2003 (10 % - 90 %) est compensé, pour les zones en situations 2 en 6 qui ne doivent pas faire d’effort propre dans le cadre de la répartition de l’allocation fédérale, par la solidarité de la part des zones en situations 1 en 3.” 9 Aldus werden volgende verhoudingen toegepast : voor het jaar 2003 = 10 % KUL-norm en 90 % overgedragen loonmassa ; voor het jaar 2004 (gelet de voor dat jaar specifieke beslissing tot integrale bevriezing) = 10 % KUL-norm en 90 % overgedragen loonmassa ; voor het jaar 2005 = 15 % KUL-norm en 85 % overgedragen loonmassa ; voor het jaar 2006 = 20 % KUL-norm en 80 % overgedragen loonmassa ; voor het jaar 2007 = 25 % KUL-norm en 75 % overgedragen loonmassa ; voor het jaar 2008 = 30 % KUL-norm en 70 % overgedragen loonmassa ; en, voor het jaar 2009 = 35 % KUL-norm en 65 % overgedragen loonmassa. 10 Art. 41 Wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid, B.S., 30 mei 2002, (uittreksel) : “Tijdens een overgangsperiode die loopt van 1 april 2001 tot 31 december 2002 en in afwijking van de artikelen 5 en 6, zijn de in die artikelen bedoelde persoonlijke en werkgeversbijdragen niet verschuldigd. Gedurende de in het eerste lid bepaalde periode moeten de op 31 maart 2001 toepasselijke persoonlijke en werkgeversbijdragen inzake pensioenen, voor het geheel van de personeelsleden van de geïntegreerde politie, gestort worden aan de verschillende pensioenregelingen waaraan zij op voormelde datum onderworpen waren. […]” 11 Art. 30, §2, 4° K.B. 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, B.S., 5 december 1969 : “Voor de berekening van de bijdragen zijn nochtans uitgesloten: … de toelagen, premies en vergoedingen andere dan deze voorzien in deze paragraaf waarvan de toekenningmodaliteiten uiterlijk op 1 augustus 1990 werden vastgesteld in wettelijke, reglementaire of statutaire bepalingen en waarop geen sociale bijdragen werden afgehouden op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, alsook de verhogingen van deze toelagen, premies en vergoedingen voor zover ze voortvloeien uit de koppeling aan het indexcijfer der consumptieprijzen.” 12 Art. 15 Wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid, B.S., 30 mei 2002 : Inzake de sociale zekerheidsbijdragen op de vergoedingen, premies en toelagen (van de) personeelsleden, is de last die door de gemeenten en de meergemeentepolitiezones gedragen wordt, beperkt tot de sociale zekerheidsbijdragen op de vergoedingen, premies en toelagen die door de gemeenten voor het politiepersoneel gedragen werden voor het jaar 2000. 13 Art. 16 Wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid, B.S., 30 mei 2002 : De Koning bepaalt het bedrag van de in de artikelen 10 tot 14 voorziene toelagen, alsook de nadere regels inzake de verdeling van die toelagen tussen de verschillende gemeenten en de meergemeentepolitiezones en Nieuwsbrief 2009/03 de nadere regels inzake de toepassing van artikel 15.
5
ONDER DE LOEP
van 6 mei 2002 14 , en is vervat in het koninklijk besluit van 14 mei 2002 tot regeling van de meerkost die betrekking heeft op het gedeelte van de sociale zekerheidsbijdragen op de toelagen, premies en vergoedingen van de personeelsleden van de politiezones 15 . De bepalingen van dit besluit houden in dat een politiezone nooit meer dient te betalen dan de (geïndexeerde) som van de bedragen die de gemeenten in het jaar 2000 hebben betaald 16 . Zij zijn van toepassing op zowel de operationele als de Calog-personeelsleden en dit ongeacht hun aantal en/of het volume aan geleverde prestaties. D.w.z. dat kaderuitbreidingen en/of volumestijgingen geen enkele invloed hebben op het door de politiezone te betalen bedrag. Gelet de eventuele zitpenningen van de leden van de politieraad en de eventuele vergoedingen aan de bijzondere rekenplichtige en/of secretaris van de politiezone niet verschuldigd zijn in toepassing van het RPPol, vallen deze niet onder de “Sociale toelage 2” en blijven de daarop verschuldigde patronale sociale zekerheidsbijdragen dan ook ten laste van de politiezone. De sociale zekerheid wordt conform de bepaling van artikel 66, § 2, 6° van de wet van 2 januari 2001 (B.S., 3 februari 2001) houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen ; gecompenseerd voor de derving van deze inkomsten. 17. Specifieke hulp – Boventalligen – Hulp in natura Boventalligen Bij de opstart van de politiezones en door de in plaatsstelling van de aan de zones over te dragen personeelsleden was in een aantal politiezones het reële overgedragen start-effectief groter dan het gewenste kader. Om te vermijden dat de zones hiervoor financieel moesten opdraaien werd, enerzijds, beslist om een specifieke toelage 18 toe te kennen aan de “boventallige” personeelsleden die via vrijwillige mobiliteit uit deze zones wilden vertrekken en, anderzijds, te voorzien in een specifieke geldelijke hulp 19 20 aan de zones die met “boventalligen” werden geconfronteerd. De Ministerraad van 27 januari 2006 besliste om voor de jaren 2005 en 2006 aan een aantal politiezones een bijkomende specifieke hulp toe te kennen door toekenning van een aantal forfaitaire “boventalligen”. Deze beslissing werd ingegeven door de bijzondere precaire toestand waarin
6
olg v r e V
de desbetreffende politiezones zich bevonden en het gegeven dat deze toestand samenging met de onbeschikbaarheid van overgedragen langdurig afwezige personeelsleden. Hulp in natura Zowel in de opstartfase als op recurrente wijze werden/worden een aantal uitgaven (die voorheen door de gemeenten zelf gedragen dienden te worden) ten laste genomen door de federale overheid. Het betreft ondermeer : • De kost voor de naar de Communicatie- en Informatiecentra (CIC), Arrondissementele Informatiekruispunten (AIK) en/of andere diensten gedetacheerde lokale personeelsleden. 21 • De bezoldiging aspiranten basiskader in de basisopleiding en de subsidiëring van de politiescholen daartoe. • De in het statuut voorziene gratis geneeskundige verzorging. • De werking van het interventiekorps en/of het veiligheidskorps (= Justitie). • Een aantal informatica-uitgaven voor de gemeenschappelijke toepassingen en mainframes. Specifieke investeringen inzake verkeer worden specifiek gefinancierd via het “Verkeersveiligheidsfonds”. Bij de opstart van de politiezones werd door de federale overheid een bijzondere inspanning geleverd voor de bekostiging van de voor de geïntegreerde werking noodzakelijke lokale servers. • De dienstverlening diverse federale steundiensten. • De bijdragen voor gebruik van het Rijksregister. De eenmalige specifieke bijkomende federale toelage 22 Eind 2008 heeft de Ministerraad een dubbele beslissing genomen : enerzijds, het – gelet de (gedeeltelijke) bevriezing van het financieringsmechanisme – aan sommige zones voor de jaren 2005 en 2006 toegekende punctuele correcties te bestendigen voor de jaren 2007 en 2008 en, anderzijds, – gelet de economische toestand en een aantal specifieke factoren die de begroting van de politiezones kunnen bezwaren – de binnen het “Federaal solidariteitsfonds voor de lokale politie” 23 opgebouwde reserve aan de politiezones uit te keren.
14 Wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid, B.S., 30 mei 2002. 15 K.B. 14 mei 2002 tot regeling van de meerkost die betrekking heeft op het gedeelte van de socialezekerheids¬bijdragen op de toelagen, premies en vergoedingen van de personeelsleden van de politiezones, B.S., 30 mei 2002. 16 Deze (plafond)bedragen werden, per politiezone, door RSZPPO bepaald en meegedeeld aan de lokale verantwoordelijken. 17 Zie terzake ook het verslag van het Rekenhof : “Impact van de politiehervorming op de sociale zekerheid” (augustus 2007) en de daarin opgenomen antwoordbrieven van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid (dd 5 maart 2007), van de Minister van Pensioenen (dd 8 maart 2007) en van de Minister van Binnenlandse Zaken (dd 13 april 2007). 18 K.B. 26 mei 2002 houdende toekenning van een eenmalige toelage aan sommige personeelsleden van boventallige zones, B.S., 5 juni 2002. 19 K.B. 31 januari 2003 houdende de toekenning van een federale toelage ten behoeve van de boventallige politiezones, B.S., 4 februari 2003. 20 K.B. 25 februari 2007 houdende de toekenning van een bijkomende federale basistoelage aan de politiezone Hamme-Waasmunster , B.S., niet gepubliceerd. 21 K.B. 26 maart 2005 tot regeling van de structurele detacheringen van personeelsleden van de politiediensten en van soortgelijke toestanden en tot invoering van verschillende maatregelen, B.S., 22 april 2005. 22 K.B. 24 december 2008 houdende de toekenning van een eenmalige specifieke bijkomende federale toelage aan de politiezones, B.S., 31 december 2008. 23 Opgericht door artikel 485 Programmawet van 27 december 2004, B.S., 31 december 2004. Nieuwsbrief 2009/03
ONDER DE LOEP
Procedures en uitbetaling Procedures van totstandkoming van de diverse verdelingsbesluiten Gelet het ontbreken van een specifieke “financieringswet” dienen de diverse bedragen eerst ingeschreven te worden in de federale begroting en kunnen pas aansluitend de diverse koninklijke besluiten ter uitvoering daarvan worden getroffen. Het inschrijven in de federale begroting houdt in dat de noodzakelijke bedragen – conform de jaarlijkse federale begrotingsinstructies – worden aangevraagd bij het departement Begroting, maken deze het voorwerp uit van een (conclaaf-)beslissing van de Ministerraad en worden zij aan de goedkeuring van het Parlement onderworpen. Na publicatie van de “Wet Algemene Uitgavenbegroting” kunnen de inmiddels door de administratie voorbereide ontwerpteksten van koninklijke besluiten onderworpen worden aan de verplichte voorafgaande adviezen, zoals : de Inspectie van Financiën, de Adviesraad van Burgemeesters en de Minister van Begroting. Voorafgaand aan de voorlegging – voor ondertekening door het staatshoofd – maken zij nog het voorwerp uit van een specifieke beslissing van de Ministerraad (het betreft immers in Ministerraad overlegde besluiten). Uitbetaling De rechtsbasis daartoe zit mede vervat in het artikel 41bis van de WGP. Art. 41bis. 24
De federale toelagen, uitgetrokken op basis van artikel 41 en voorzien op het programma 90/1 “Federale dotatie” van de begroting “Federale politie en geïntegreerde werking”, mogen het voorwerp uitmaken van ordonnantiën van vaste uitgaven en mogen worden vastgelegd en vereffend door tussenkomst van de Centrale Dienst van Vaste Uitgaven. De rekenplichtigen van de federale Staat kunnen pas overgaan tot de uitbetaling van de correcte bedragen na de totstandkoming en publicatie van de desbetreffende rechtsbasis (= de jaarlijkse koninklijke besluiten). Het Secretariaat van de geïntegreerde politie gestructureerd op twee niveaus (SSGPI) fungeert in deze als tussenpersoon tussen de budgetverantwoordelijken bij de federale politie en de uitvoeringsdiensten bij de Centrale Dienst van Vaste Uitgaven (CDVU). Teneinde – gelet de recurrente verplichting van de federale Staat en de late publicatie van deze besluiten – de politiezones niet in financiële moeilijkheden te brengen, heeft de Minister van Begroting de toelating gegeven om – in afwachting van de jaarlijkse publicatie van de
olg v r e V
desbetreffende besluiten – de basisdotatie onder de vorm van een soort van “voorlopige twaalfden” (op basis van het laatst gepubliceerde exacte cijfer) uit te keren aan de zones.
Besluit Los van de kostprijs blijft het gegeven van de (federale) financiering van de lokale politie een complex gegeven. In 2008 werd door een interuniversitaire werkgroep 25 belast met een wetenschappelijk onderzoek (“Budget, boekhouding en financiering van de politiezones”) ter voorbereiding van een “financieringswet inzake politie”. Uit een antwoord door de Minister van Binnenlandse zaken op parlementaire vragen en interpellaties 26 blijkt één van de vaststellingen te zijn dat in globo (dit geldt als gemiddelde en is zeker niet representatief voor de inspanning van elke gemeente afzonderlijk) de bijdragen van de gemeenten aan de politiezones in de periode 2002 tot heden een negatieve evolutie kenden. Eén andere en mijn inziens dé belangrijkste vaststelling van voormeld wetenschappelijk onderzoek is het feit dat de verwerking van de financiële gegevens in de verschillende politiezones op een niet uniforme en dus onvoldoende vergelijkbare wijze gebeurt. Een correcte, uniforme verwerkingsmethode is echter een absolute voorwaarde om de juistheid en de betrouwbaarheid van de verantwoording van de aanwending van de ingezette middelen te kunnen waarborgen ten overstaan van zowel de burger als de lokale overheden. Zonder te willen vooroplopen op welke mogelijke conclusie of evolutie, dient gesteld dat ook het gebruik van de financiële rapportering ter voorbereiding en/of toetsing van de financiering enkel mogelijk is indien effectief werk wordt gemaakt van een dwingende normalisatie inzake registratie en verantwoording van alle financieel gerelateerde gegevens. Een dergelijke normering – naar het voorbeeld van de normalisatie in zowel de private als de gemeentelijke boekhoudregels – heeft enkel invloed op de transparantie en de leesbaarheid van de gegevens. Op geen enkel ogenblik kan zij de lokale autonomie (in de zin van de autonome beslissingsbevoegdheid) in het gedrang brengen, tenzij de concrete cijfers zelf de aanleiding zijn tot het bijsturen van de eigen beslissingen. Uiteraard is het daarbij aan de orde om met een correct gevoel voor zuinigheid en zin voor maximaal rendement de ingezette belastingsmiddelen aan te wenden en te verantwoorden.
Chris Vanderlinden Dit artikel is in zijn geheel, samen met alle bijlagen, eveneens te vinden op www.vsgb.be > Financiën > Documenten
24 Programmawet, Parl.St. Kamer 2001-02, nr. 50K1503/001, p.45, “Deze zuivere technische bepaling machtigt de centrale dienst van vaste uitgaven om de federale dotaties aan de politiezones uit te keren. Zij vult dus een leemte op van de wet van 7 december 1998.” 25 Een consortium samengesteld uit de Hogeschool Gent, Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde – de Universiteit van Gent, Faculteit Economie en Bedrijfskunde, Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering – de Facultés Universitaires Saint-Louis, Centre d’Etudes Régionales Bruxelloises. 26 Vr. en Antw., Kamer, 2008-09, p.30 (Vr. nr. 7390, FRÉDERIC ; Vr. nr. 159 DE MAN ; Vr. nr. 7878 DOOMST). Nieuwsbrief 2009/03
7
WETGEVING bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 20.04.2009 t/m 14.06.2009 06.05.2009 Wet houdende diverse bepalingen 235275 B.S.,19.05.2009 – ADMINISTRATIEVE POLITIE 20.04.2009 Bericht over de bepaling van de migratieperiode van trekvogels (en over het vaststellen van het einde van de migratieperiode van trekvogels) - Uitvoering van het MB 03.04.2006 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza 208794 B.S.,30.04.2009 – BURGERLIJKE STAND / BEVOLKING 12.03.2009 KB wijz. van diverse bepalingen voor wat betreft het overleggen van uittreksels uit de akten die ingeschreven zijn in de registers van de burgerlijke stand of in de bevolkingsregisters of het opvragen van eensluidend verklaarde afschriften B.S.,22.04.2009 – 237686 12.03.2009 MB wijz. van diverse besluiten, voor wat betreft het overleggen van uittreksels uit de geboorteakte B.S.,22.04.2009 – 237692
14.05.2009 Ordonnantie wijz. art. 13, par. 3, lid. 2 en art. 14, lid. 1, van de ordonnantie 17.07.2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode B.S.,22.05.2009 – 238505 LEEFMILIEU 23.04.2009 BBHR betr. het beheer van de zwemwaterkwaliteit B.S.,28.04.2009 – 237894 05.03.2009 BBHR tot vaststelling van de procedure voor een alternatieve berekeningsmethode voor nieuwe gebouwen B.S.,08.05.2009 – 238227
14.04.2009 KB tot toekenning van een Staatswaarborg aan bepaalde leningen van de Gemeentelijke Holding B.S.,21.04.2009 – 237595 25.05.2000 BBHR wijz. BBHR 22.12.1994 tot oprichting van de Gewestelijke Commissie van de nieuwe gemeentelijke comptabiliteit B.S.,15.05.2009 – 192834
14.05.2009 Ordonnantie wijz. Ordonnantie 07.06.2007 betr. de energieprestatie en het binnenklimaat van de gebouwen B.S.,27.05.2009 – 238601
20.05.2009 KB wijz. KB 14.04.2009 tot toekenning van een Staatswaarborg aan bepaalde leningen van de Gemeentelijke Holding B.S.,03.06.2009 – 238784
14.05.2009 Omz. Preventie en bestrijding van geluidshinder en trillingen in een stedelijke omgeving in het Brussels Hoofdstedelijk gewest Plan 2008-2013 B.S.,09.06.2009 – 238942
GEMEENTEBEHEER 20.03.2009 Wet wijz. Wet 16.01.2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen B.S.,29.04.2009 – 237928 Grondwettelijk Hof, arrest nr. 71/2009 van 05.05.2009 - De prejudiciële vraag betr. de art. 112 en 114 NGW B.S.,29.05.2009 – 238331 HUISVESTING 30.04.2009 Ordonnantie ertoe strekkend een hoofdstuk V toe te voegen aan titel III van de huisvestingscode betreffende de straffen in geval van woningleegstand, tot wijz. ordonnantie 12.12.1991 houdende oprichting van Nieuwsbrief 2009/03
26.04.2009 KB wijz. KB 28.05.2003 betr. het gezondheidstoezicht op de werknemers B.S.,14.05.2009 – 238341 POLITIE
30.04.2009 Ordonnantie wijz. ordonnantie 17.07.2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode B.S.,14.05.2009 – 238353
30.04.2009 Ordonnantie houdende instemming met een wijz. aan het verdrag betr. toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden, gedaan te Almaty, Kazachstan, op 27.05.2005 B.S.,14.05.2009 – 238350
FINANCIËN/BELASTINGEN
8
begrotingsfondsen en tot wijziging van het Gerechtelijke Wetboek B.S.,08.05.2009 – 238236 [treedt in werking op 01.01.2010]
15.05.2009 KB tot bepaling van de opleidingsvoorwaarden waaraan de gemeenschapswachten moeten voldoen, evenals de modaliteiten tot aanwijzing van de opleidingsinstellingen en tot erkenning van de opleidingen 238754 B.S.,02.06.2009 – 18.05.2009 Wet houdende diverse bepalingen inzake elektronische communicatie B.S.,04.06.2009 – 238824 POLITIEPERSONEEL 29.04.2009 KB houdende vaststelling van het vakantiegeld van het personeel van de politiediensten B.S.,08.05.2009 – 238232 27.04.2009 MB wijz. MB 28.12.2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het KB 30.03.2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten B.S.,13.05.2009 – 238314 27.04.2009 Omz. GPI 26bis ter vervanging van de ministeriële omzendbrief GPI 26 van 18.07.2002 betr. de externe opleidingen in de politiediensten B.S.,28.05.2009 – 238492 28.04.2009 Omz. GPI 39octies betr. de steun in personeelsleden van de federale politie naar een korps van de lokale politie - Principes en facturatie B.S.,04.06.2009 – 238778 31.05.2009 KB wijz. RPPol inzake de wervingsreserve in het raam van de mobiliteit B.S.,12.06.2009 – 239034
PERSONEEL
SOCIALE ZAKEN
Grondwettelijk hof - Arrest nr. 64/2009 van 02.04.2009 - De beroepen tot gedeeltelijke vernietiging van de wet 10.05.2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie B.S.,28.04.2009 – 237897
Grondwettelijk hof - Arrest nr. 50/2009 van 11.03.2009 - De prejudiciële vraag over art. 57, par. 2, van de organieke wet 08.07.1976 betr. de openbare centra voor maatschappelijk welzijn B.S.,30.04.2009 – 237332
14.04.2009 KB tot uitvoering van art. 39, derde lid, laatste zin, van de arbeidswet van 16.03.1971 B.S.,21.04.2009 – 237598
22.12.2005 Besluit 2005/954 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verdeling van de budgetten onder de gemeenten bedoeld in artikel 5, eerste lid, van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 13.05.2004 met betrekking tot de sociale samenhang B.S. 27.04.2009 – 237830
24.04.2009 Omz. nr. 595 - Vakantiegeld 2009 16425 B.S.,08.05.2009 – 14.04.2009 KB wijz. KB 17.05.2007 tot vaststelling van de inwerkingtreding van art. 44 van de wet 13.07.2006 en tot uitvoering van art. 62bis van de wetten betr. de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 03.06.1970 238222 B.S.,08.05.2009 –
29.09.2005 Besluit 2005/756 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot aanwijzing van het Gewestelijk Ondersteuningscentrum 237836 B.S.,27.04.2009 –
WETGEVING
olg v r e V
[Franse Gemeenschapscommissie] 05.03. 2009 Dec. Ý zie Subsidies
maatschappelijke integratie - 01.06.2009 - Ref. Wet/Basisbedr/CL/BN 185733
erkenning, tegemoetkoming en subsidiëring van erkende ondernemingen met aangepast werk B.S.,29.04.2009 – 237932
29.04.2009 MB houdende oprichting van het Brussels Overleg Thuislozenzorg 238992 B.S.,11.06.2009 –
Sociale tarieven
19.03.2009 Besluit tot wijziging van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 21.09.2006 betreffende de erkenning en de betoelaging van de dag- en verblijfcentra voor personen met een handicap B.S.,29.04.2009 – 237933
Derde leeftijd 13.03.2009 Dec. Ý zie Subsidies
27.03.2009 KB betr. de verwarmingstoelage toegekend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn in het kader van het Sociaal Stookoliefonds B.S.,18.05.2009 – 238403
Gezondheid Vreemdelingen 11.05.2009 KB wijz. KB 01.04.2007 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in art. 37, par. par. 1 en 19, van de wet betr. de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14.07.1994, en tot invoering van het OMNIOstatuut 238700 B.S.,29.05.2009 – 19.05.2009 KB wijz. KB 01.04.2007 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in art. 37, par. 1 en 19, van de wet betr. de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14.07.1994, en tot invoering van het OMNIOstatuut B.S.,11.06.2009 – 238990 OCMW 08.05.2009 Omz. van POD Maatschappelijk Integratie betreffende het KB 30.08.2008 houdende maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor afrekening van de periode 2008-2009 [+ formulieren] 238494 14.05.2009 BVVG van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot vaststelling van het aandeel voor het jaar 2009 van ieder openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het Bijzonder Fonds voor Maatschappelijk Welzijn en van de modaliteiten van de betaling 87083 B.S.,10.06.2009 – Personen met een handicap
30.04.2009 Europees Vluchtelingenfonds Projectoproep 2008 - Programma 2008-2013 B.S.,30.04.2009 233923 Grondwettelijk Hof, 25 maart 2009, arrest nr. 62/2009 - De prejudiciële vraag betr. art. 1, zesde lid, van de wet 20.07.1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag B.S.,29.05.2009 – 238715 19.05.2009 Omz. Instructie betreffende de wijziging van de verplichte plaats van inschrijving opvangstructuur naar een verplichte plaats van inschrijving OCMW (spreidingsplan) 238730 STEDENBOUW 14.05.2009 Ordonnantie wijz. Ordonnantie 13.05.2004 houdende ratificatie van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening B.S.,27.05.2009 – 238592 SUBSIDIES 22.12.2005 Besluit 2005/954 Ý zie Sociale Zaken 19.03.2009 Besluit 2008/1585 houdende wijziging van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18.07.2002 betreffende de erkenning van en de toelagen aan de dagcentra voor schoolgaande kinderen zoals gewijzigd B.S.,27.04.2009 – 237832 08.04.2009 MB wijz. MB 09.07.2001 houdende de voorwaarden voor het organiseren van en de bepalingen over de toestemming voor en de subsidiëring van buitenschoolse opvang in aparte lokalen in kinderdagverblijven 237833 B.S.,27.04.2009 –
26.04.2009 KB wijz. KB 28.03.2003 tot uitvoering van de art. 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van art. 88 van de programmawet (I) van 24.12.2002 B.S.,07.05.2009 – 238191
20.03.2009 BVR wijz. BVR 24.07.1997 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van de centra voor integrale gezinszorg B.S.,28.04.2009 – 237890
RMI
06.03.2009 BVR houdende de toekenning van een subsidie ter ondersteuning van de zelfstandige kinderopvangvoorzieningen B.S.,28.04.2009 – 237892
25.05.2009 Omz. Verhoging van de basisbedragen bedoeld in art. 14, par. 1 van de wet 26.05.2002 betreffende het recht op
12.02.2009 Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de
27.03.2009 BVR houdende de wijze van subsidiëring door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap van de opvang van personen met een handicap in een noodsituatie 238029 B.S.,30.04.2009 – 19.03.2009 BBHR tot toekenning van toelagen aan de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de projecten van gemeentelijke infrastructuren bestemd voor crèches Begroting 2009 B.S.,05.05.2009 – 238129 02.04.2009 BBHR betr. de steun bij rekrutering ten gunste van de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de fondsen actief inzake de begeleiding van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen B.S.,05.05.2009 – 238131 30.04.2009 Ordonnantie wijz. Ordonnantie 16.07.1998 betr. de toekenning van subsidies om investeringen van openbaar nut aan te moedigen en de Ordonnantie 19.07.2001 betr. de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 238133 B.S.,05.05.2009 – [Franse Gemeenschapscommissie] 05.03. 2009 Dec. betreffende het aanbod van ambulante diensten in de domeinen van de sociale actie, het gezin en de gezondheid 238249 B.S.,08.05.2009 – [Vlaamse Gemeenschap] 13.03.2009 Dec. Woonzorgdecreet B.S.,14.05.2009 – 228266 [Vlaamse regering] 21.04.2009 MB houdende de voorwaarden tot toekenning van een extra financiële ondersteuning voor de inclusieve opvang van kinderen met een specifieke zorgbehoefte aan organiserende besturen en voorzieningen B.S.,13.05.2009 – 238327 30.04.2009 Ordonnantie Ý zie Huisvesting 30.04.2009 Besluit 2009/76 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot instelling van een aanwervingspremie met het oog op het bevorderen van de inschakeling van personen met een handicap in het arbeidsproces 238711 B.S.,29.05.2009 –
Nieuwsbrief 2009/03
9
olg v r e V
WETGEVING
07.05.2009 Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot bepaling van de regels betreffende de verschillende vormen van financiële tegemoetkoming van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in de bouw, de uitbreiding, de verbouwing of de uitrusting van gebouwen bestemd voor de uitoefening van de activiteiten van de voorzieningen bedoeld in de ordonnantie van 24.04.2008 betreffende de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen B.S.,05.06.2009 – 238865 30.04.2009 BVR houdende regeling van inkomensgerelateerde opvang bij zelfstandige opvangvoorzieningen B.S.,09.06.2009 – 238939 [Franse Gemeenschap] 26.03.2009 Decreet tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van de jeugdorganisaties B.S,10.06.2009 – 238956 04.06.2009 BVCGG tot vaststelling van de procedures voor de programmering en de erkenning van de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen die tot de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie behoren B.S.,12.06.2009 – 239037
14.04.2009 KB wijz. KB 15.03.1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen 237900 B.S.,28.04.2009 – 28.04.2009 KB wijz. KB 15.03.1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen B.S.,13.05.2009 – 238318 14.05.2009 Ordonnantie betr. de vervoerplannen B.S.,27.05.2009 – 238590
14.04.2009 MB tot vaststelling, in de kantons en gemeenten die gebruik maken van een geautomatiseerd stemsysteem, van de volgorde waarin de stemmen worden uitgebracht bij gelijktijdige verkiezingen B.S.,20.04.2009 – 237561
20.05.2009 KB wijz. KB 15.03.1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen B.S.,28.05.2009 – 238645
29.04.2009 Verkiezingsuitgaven. Verkiezingen van het Vlaams Parlement, het Waals Parlement, het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap van 07.06.2009 B.S.,30.04.2009 – 233596
20.05.2009 KB wijz. KB 15.03.1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen B.S.,05.06.2009 – 238852
29.04.2009 Verkiezingsuitgaven. Verkiezing van het Europees Parlement van 07.06.2009 B.S.,30.04.2009 – 233606
VERKEERSVEILIGHEID 16.02.2009 Wet houdende instemming met het Verdrag betr. een Europees voertuig- en rijbewijsinformatiesysteem (EUCARIS), gedaan te Luxemburg op 29.06.2000 B.S.,21.04.2009 – 237590 14.04.2009 KB wijz. KB 15.03.1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen B.S.,28.04.2009 – 237887
14.04.2009 MB tot vaststelling van de modellen van de onderrichtingen voor de kiezer in de kieskantons en gemeenten die voor het gebruik van een geautomatiseerd stemsysteem zijn aangewezen bij de verkiezing voor het Europees Parlement, het Vlaams Parlement, het Waals Parlement, het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, de Brusselse leden van het Vlaams Parlement en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap B.S.,20.04.2009 – 237559
VERKIEZINGEN 14.04.2009 KB tot regeling van sommige kiesverrichtingen voor de gelijktijdige verkiezingen van het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsparlementen op 07.06.2009 B.S.,20.04.2009 – 237555 14.04.2009 KB wijz. KB 10.04.1995 tot vaststelling van het model van het volmachtformulier voor de verkiezingen B.S.,20.04.2009 – 237557
13.05.2009 Omz. Verkiezingen van het Europese Parlement, het Vlaams Parlement, het Waals Parlement, het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, de Brusselse leden van het Vlaams Parlement en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap Bericht voorgeschreven door art. 16 van de wet 23.03.1989 betr. de verkiezing van het Europese Parlement, art. 9 van Boek 1 van de gewone wet 16.07.1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, art. 7bis van de wet 12.01.1989 tot regeling van de wijze waarop het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en de Brusselse leden van het Vlaams Parlement verkozen worden en art. 9 van de wet 06.07.1990 tot regeling van de wijze waarop het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap wordt verkozen B.S.,19.05.2009 – 238445
Introduction au droit de la société de l'information Dit boek bespreekt een aantal juridische facetten van de informatiemaatschappij. Daarbij wordt ingegaan op het Europese en het Belgische recht. Het richt zich niet enkel tot de specialist, maar ook tot de niet ingewijde jurist. Het boek biedt een synthese van de bestaande regelgeving, waarbij alle aspecten aan bod komen, van telefoon tot internet. Daarnaast trachten de auteurs ook lessen te trekken voor de toekomst van de juridische aspecten van de informatiemaatschappij. De auteurs ordenen het boek hiervoor chronologisch, waarvoor ze beginnen bij de oorsprong van de informatiemaatschappij. In het tweede deel komen de aspecten van de informatiemaatschappij aan bod en ten slotte wordt dieper ingegaan op nieuwe regelgeving. Het gaat om een handig boek voor al wie te maken heeft met de nieuwe technologieën en snel een eerste oriëntatie wil voor zijn vragen. Daarvoor is het boek handig opgesteld: eerst wordt het thema algemeen behandeld en wie meer wil weten wordt doorverwezen naar gespecialiseerde teksten. De auteurs komen uit de praktijk: Franklin Dehousse is rechter bij de rechtbank van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen en hoogleraar aan de universiteit van Luik. Thibault Verbiest is verbonden aan de balie en geeft les over de informatiemaatschappij in Luik en in Parijs. Zij worden bijgestaan door Tania Zgajewski, die assistente is aan de Luikse universiteit. F. DEHOUSSE, Thibault VERBIEST & Tania ZGAJEWSKI, "Introduction au droit de la société de l'information", Larcier, Brussel, 2007, 423 p.
10
Nieuwsbrief 2009/03
actualiteit
Internationale samenwerking
STEUN AAN DE PLAATSELIJKE ONTWIKKELING VAN SENEGALESE GEMEENTEN Van 28 april tot 9 mei jl. vertrokken de VSGB en haar Waalse zustervereniging op missie naar Senegal in het kader van het programma voor gemeentelijke internationale samenwerking (GIS) gefinancierd door de Belgische Ontwikkelingssamenwerking (DGOS). Het voornaamste doel van de missie was de oprichting van een Noord-Zuidplatform in Senegal, d.w.z. een orgaan voor overleg en uitwisseling tussen de 6 Belgische en Senegalese gemeenten die aan het programma deelnemen. Frank Willemans beschrijft de uitdagingen. Alle partners kwamen van 4 tot 7 mei samen in Yène, partner van Durbuy.
Samenwerkingsverbanden tussen Belgische en Senegalese gemeenten Anderlecht – Sam Notaire Sint-Agatha-Berchem – Grand Dakar Sint-Jans-Molenbeek – Mbour Durbuy – Yène Gesves – Diourbel (de lokale overheden van de regio)
herinnering: die werkvergadering had als prioriteit van de interventie de versterking van het proces van lokale ontwikkeling geplaatst vanuit de invalshoek van de planning (plan, evaluatie, …), het beleid (bijscholing van personeel en mandatarissen), de structurering (oprichting van een bureau voor de coördinatie van de lokale ontwikkeling, …), de aantrekkelijkheid van het gemeentelijk grondgebied (communicatiestrategie) en het zoeken naar interne of externe financieringsbronnen ter ondersteuning van de ontwikkeling.
Sambreville – Ziguinchor
Nieuwsbrief : hoe was de toestand bij de aanvang van de missie ? Frank Willemans: De laatste lokale verkiezingen, op 22 maart 2009, hebben het politieke landschap van de Senegalese gemeenten grondig gewijzigd. Zowel in de grote steden, de arrondissementsgemeenten als in de plattelandsgemeenten zijn weinig uittredende meerderheden herkozen. Op veel plaatsen werd de heersende democratische partij van president Abdoulaye Wade weggeveegd en vervangen door nieuwe teams. Buiten de interne besprekingen en de politieke interpretatie van deze veranderingen en de plaatselijke uitdagingen, waarover overigens uitgebreid geschreven werd in de Senegalese pers, lag het belang van de missie in de ontmoeting met de nieuwe verkozenen. Op de zes samenwerkingsverbanden waren er immers vijf die een nieuwe meerderheid gekregen hebben 1. Voor de meeste Belgische partnergemeenten was het dus een kennismaking met de nieuwe mandatarissen. Er werd tevens van de gelegenheid gebruik gemaakt om de nieuwkomers in te wijden in dit samenwerkingsprogramma. Bijna twee jaar na een eerste werkvergadering in Dakar, waar de schijnwerpers gericht werden op de specifieke interventie van het programma GIS in Senegal, was het moment aangebroken voor de eerste inventarisering op de verwezenlijkingen rond de ondersteuning van de lokale ontwikkeling. Ter
Sint-Agatha-Berchem was één van de eerste Brusselse gemeenten die een samenwerkingsverband aanging met een Senegalese partner.
Hoe ver staan de Senegalese partners nu ? Frank Willemans : De vordering van de uitvoering varieert sterk van het ene samenwerkingsverband tot het andere, volgens hun eigen tempo of naar gelang van het moment dat ze tot het programma toetraden 2. Toch hebben de meeste partnerships reeds bemoedigende resultaten opgetekend, zoals het aanbieden van vormingen met het oog op planning, organisatiemanagement en externe communicatie voor het personeel dat zich met ontwikkeling zal bezighouden. De meeste Senegalese gemeenten hebben nu ook een bureau voor lokale ontwikkeling op hun grondgebied. Dat zijn de eerste structurele stappen in de ondersteuning van de lokale ontwikkeling. De uitwisselingen
1 Enkel de voorzitter van de ‘Communauté rurale de Yène’ en zijn team bleven aan de macht. 2 Sint-Agatha-Berchem en Sint-Jans-Molenbeek zijn respectievelijk in 2008 en in 2009 tot het programma GIS Senegal toegetreden. Nieuwsbrief 2009/03
11
actualiteit
GRAND-DAKAR SAM NOTAIRE YENE
olg v r e V
DIOURBEL
MBOUR
ZIGUINCHOR
tussen de partners, op het Noord-Zuid-platform in Yène, begin mei, werden bijvoorbeeld toegespitst op de instellingen die lokaal opgericht worden in de Senegalese gemeenten, maar ook op de omschrijving van de taken van deze lokale ontwikkelingsbureaus. Terwijl de zes partnerships allemaal naar een gemeenschappelijk algemeen doel 3 gericht zijn, variëren de wegen daarheen volgens ieders eigenheden, troeven en zwakheden. De eerste ervaringen bundelen om elkaar te versterken, dat is de zin van de ontmoeting tussen de 12 Belgische en Senegalese lokale overheden.
Is er een rode draad ? Frank Willemans : Zodra de structuur uitgetekend is en de diensthoofden de opleiding gevolgd hebben, hebben sommige partnerships onmiddellijk hun inspanningen toegespitst op het zoeken naar financieringsmiddelen voor lokale ontwikkeling. Zoals sommige deelnemers in Yène onderstreepten: “Een mooie bus kopen volstaat niet: je hebt ook voldoende brandstof nodig om hem te doen vooruitgaan”. Er zijn nationale of
internationale programma’s voor de financiering van lokale ontwikkelingsprojecten, in Senegal en elders ook, maar die zijn niet altijd toegankelijk voor lokale overheden en vaak zijn ze onvoldoende aangepast aan de toestand op het terrein (aanzienlijke medefinanciering, andere geografische of sectoriële prioriteiten, …). De grote nationale programma’s in Senegal, van het type "nationaal programma voor lokale ontwikkeling", zijn opgevat als programma’s voor de investering in basisinfrastructuren, waarbij de aanbevelingen gevolgd worden van internationale instellingen zoals de Wereldbank of het Internationaal Muntfonds. Wat ontbreekt, is een flexibeler instrument dat rechtstreeks gericht is op de productieprojecten, om op kleinere schaal de initiatieven van economische en sociale ontwikkeling te steunen van kleine georganiseerde groepen (vrouwen, landbouwers, handelaars, …) en lokale verenigingen.
3 « Bijdragen tot de versterking van de capaciteit van de lokale overheden van Senegal om hun eigen ontwikkeling in handen te nemen. »
12
Nieuwsbrief 2009/03
olg v r e V
actualiteit
De financiering helpen structureren Twee samenwerkingsverbanden zijn reeds die richting ingeslagen, wel met een verschillende aanpak. In de eerste plaats is er de samenwerking tussen Sint-Agatha-Berchem en Grand-Dakar 4 met het oog op de oprichting van een spaar- en kredietinstelling (Mutuelle d’Epargne et de Crédit, MEC). Deze instelling is met de gemeente verbonden zijn en is, zoals de Senegalese wetgever voorziet, opgevat op basis van het model van een instelling voor microkrediet. Op de schaal van Grand-Dakar zal deze instelling op termijn productieprojecten financieren die door de dragers van lokale projecten voorgedragen worden. De rol van het lokaal ontwikkelingsbureau van de gemeente, dat in het leven geroepen werd in het kader van het programma GIS, is dus de tussenschakel te vormen tussen de MEC en de gemeente. Om die taken tot een goed einde te brengen werd het lokale ontwikkelingsbureau van Grand-Dakar opgesplitst in cellen (planning, organisatie-management, follow-up van projecten, microfinanciering) en de werking ervan kan zowel vergeleken worden met een bedrijvenloket als een plaats voor coördinatie en uitwisseling tussen verenigingen en groepen die actief zijn in de gemeente. Zo werkt de gemeente Grand-Dakar met de steun van de Belgische partner als katalysator van de lokale ontwikkeling met het oog op de verbetering van de levensomstandigheden van de bevolking. Ten tweede tracht het samenwerkingsverband tussen Gesves en Diourbel naast een versterking in de mobilisering van de financieringsmiddelen in het Zuiden (lokale fiscaliteit, verschillende interventiefondsen, …) een rol van katalysator te spelen ten opzichte van de solidariteit van particulieren of private organisaties in het Noorden, ten gunste van de regio Diourbel. Het initiatief berust immers op het streven van bepaalde lokale particulieren naar de financiële ondersteuning van productieprojecten in Diourbel (groenteteelt, …). Daartoe biedt het samenwerkingsverband, met de knowhow van een solidair spaarorganisme, in het Noorden, ethische en solidaire investeringen van microprojecten in Diourbel. De lokale ontwikkelingsstructuur die het partnership in het kader van het programma voor GIS uitwerkt, moet derhalve de rol van coördinator en begeleider van de privé-initiatieven spelen met het oog op een harmonieuzere en aangepaste lokale ontwikkeling voor de lokale bevolking. Deze oriëntatie sluit aan bij de specifieke institutionele structuur die uitgewerkt werd in de plattelandsregio Diourbel. Om historische redenen is het samenwerkingsverband uitgebouwd tussen de Belgische gemeente en de hele plattelandsgemeenschap van Diourbel, met de technische ondersteuning van het regionaal ontwikkelingsagentschap van Diourbel. Concreet zijn de 38 gemeenschappen ('dorpen') in de regio gegroepeerd in 8 polen (bureaus) voor lokale ontwikkeling, die gecoördineerd worden door een regionale koepel die de lokale ontwikkeling impulsen geeft en in goede banen leidt.
Zes Belgische gemeenten en hun partner, samen in Dakar.
Zijn er nog andere accenten buiten de financiering ? Frank Willemans : Naast deze initiatieven, die gericht zijn op de financieringsmiddelen, leggen bepaalde samenwerkingsverbanden nog andere soorten accenten. Mbour en Sam Notaire bij voorbeeld concentreren zich op basis van de ervaring van hun Belgische partners (Sint-Jans-Molenbeek en Anderlecht) op projecten die met onze wijkcontracten te
vergelijken zijn. De stad Durbuy stelt haar ervaring in de bevordering van het toerisme ten dienste en ijvert voor de duurzame toeristische ontwikkeling met het vissersdorp Yène. Ziguinchor, hoofdplaats van Casamance, tot slot maakt gebruik van de ervaring van Sambreville in de ontwikkeling van de communicatiemiddelen, bij voorbeeld in het kader van het intergemeentelijk project Plone, dat vrije technologie gebruikt om een internettoepassing te bieden die aangepast is aan de behoeften van de gemeenten.
4 Arrondissementsgemeente van de stad Dakar.
Nieuwsbrief 2009/03
13
ONDER DE LOEP
OPENBARE WEGEN OP PRIVATE GROND : WIE DOET WAT ? Soms wordt een privéweg opengesteld voor de doorgang van het publiek. Dan rijst de vraag of dit specifieke statuut verplichtingen teweegbrengt voor de gemeente. Om die vraag te beantwoorden moeten we nagaan wie de beheerder is van de weg (in principe de eigenaar van het perceel waarop de weg zich bevindt) en welke er de bestemming van is (staat de weg open voor het verkeer van het publiek ?). Het private karakter van de grond is niet doorslaggevend om te bepalen of de weg openbaar of privaat is. Men gaat ervan uit dat een weg openbaar is zodra hij openstaat voor het publiek verkeer 1, ook al is de grond eigendom van een private persoon. Als de grond privéeigendom is, moet er derhalve een onderscheid gemaakt worden tussen enerzijds de privéwegen op privédomein en anderzijds de openbare wegen op privédomein. 2 Wij gaan na onder welke omstandigheden de wegen onder de ene of de andere categorie vallen en welk statuut daaruit voortvloeit.
1. De criteria om het onderscheid te maken In de regel is alleen de gemeenteraad bevoegd om zich uit te spreken over het tracé van de gemeentelijke openbare wegen, met inbegrip van die waarvan de grond eigendom is van particulieren. De gemeenteraad dient een uitspraak te doen over een bouw- of verkavelingsvergunning, maar steeds voordat deze door het college afgeleverd wordt 3. Een publiek recht van overgang op privégrond kan bij overeenkomst vastgelegd worden. Het Het Spanjeplein is een recent voorbeeld van een is echter zo dat een weg openbare weg op private grond. een openbare bestemming kan krijgen door verjaring, omdat het publiek er gedurende dertig jaar gebruik van heeft gemaakt 4. De doorgang moet continu, ononderbroken, publiek en ondubbelzinnig zijn. Bovendien moet de doorgang uitgeoefend worden met het oog op openbaar verkeer en moet deze onderscheid vertonen met een gewone door de eigenaar toegestane tolerantie. Dan gaat 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
14
het om een publiek doorgangsrecht op privégrond als erfdienstbaarheid van openbaar nut ten gunste van de inwoners van de gemeente 5. Van de grond waarop de weg zich bevindt, kan de gemeente de eigendom verwerven door dertigjarige verjaring als ze er regelmatig zware werken uitgevoerd heeft die gelijkgesteld kunnen worden met die welke de eigenaar uitgevoerd zou hebben (bv. asfalteren), op voorwaarde dat er geen terugbetaling van de gedane kosten gevraagd wordt 6. De rechtspraak heeft de aandacht gevestigd op enkele criteria op basis waarvan men kan stellen of een weg publiek of privaat is. In de meeste beslissingen was de vraag of de aanleg van de weg een voorafgaande beslissing van de gemeenteraad vereiste, maar de gebruikte criteria zijn ook nuttig om na te gaan of er een publieke doorgang is die de verwerving van het openbare karakter door verjaring kan teweegbrengen. De Raad van State heeft geoordeeld dat privaat is: een weg die enkel dient om de woningen op die plaats te bedienen, waarvan de verlichtingsinstallatie zich onderscheidt van de openbare verlichting, waarvan het waterverdelingsnet het voorwerp uitmaakt van een afzonderlijk abonnement en waarvan het vuilnis aan de grens van het onroerend geheel opgehaald wordt 7. Hetzelfde geldt voor de wegen van een vakantiedomein, in de mate dat die als enig doel hebben deze locatie te bedienen 8, voor toegangswegen tot een gebouw binnen een huizenblok 9 of nog voor de privatieve toegang tot een parking die voorbehouden is voor het personeel en uitgerust is met een automatische slagboom 10. De Raad van State heeft ook geoordeeld over de toegangsweg tot de parking van een supermarkt, dat de omstandigheid dat de weg op bepaalde tijdstippen openstaat voor het publiek, de hoedanigheid van private weg niet tenietdoet 11. Geen enkel criteria is evenwel doorslaggevend en het blijft een kwestie die voor elk geval afzonderlijk beoordeeld wordt. Opgelet, we mogen het begrip openbare weg niet verwarren met openbare weg in de zin van de Wegcode 12. Dit laatste begrip krijgt een extensieve definitie en kan bepaalde private wegen omvatten 13, bij voorbeeld de parking van een
Cass., 14 september 1978 ; Pas. ; 1979, I, blz. 43. Zie M. BOVERIE, « Voiries privées », Mouv. Comm., 4-1999, blz. 219 t/m 221 ; D. LAGASSE, Les domaines public et privé, la voirie, P.U.B., juin 2002. R.v.S. nr 53.791 van 16 juni 1995. Cass. 20 juni 2003, Pas. 7/2003, blz. 1249, R.v.S. nr 27.299 van 7 januari 1987, A.P.M., 1987, blz. 17. Cass. 29 november 1996, T. not., 1998, blz. 440. Cass. 20 februari 1973, Pas., 1973, I, p. 584. R.v.S. 11 mei 1984, Rev. Comm., 1984, blz. 142 e.v. R.v.S. 26 november 1982, Pas., 1985, blz. 10. R.v.S. nr 87.737 van 31 mei 2000. R.v.S. nr 190.481 van 16 februari 2009. R.v.S. nr 170.445 van 24 april 2007. KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg. Cass. 20 november 1992, RG 7822, nr 745 ; Cass. 16 november 1993, RG 6748, nr 464 ; Cass. 12 december 2005, Pas., 2005, blz. 1206; Cass. 31 januari 2007.
Nieuwsbrief 2009/03
ONDER DE LOEP supermarkt. Men moet voor ogen houden dat de Wegcode het verkeer op de openbare weg regelt en niet de verplichtingen van de wegbeheerder.
2. Het statuut van de weg De gemeente heeft geen enkele verplichting met betrekking tot privé-wegen op privé-domein. In werkelijkheid gaat het om private eigendom. Het zijn de mede-eigenaars van de private weg die voor het beheer ervan instaan. De regels daarvan kunnen in een basisakte vastgelegd worden. Hetzelfde geldt niet voor openbare wegen op privédomein. Volgens artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet moet de gemeente de veiligheid van de doorgang van de openbare wegen verzekeren, wie er ook de beheerder van zij. Met andere woorden: de gemeente mag voor het openbaar verkeer slechts de wegen openstellen die voldoende veilig zijn. Om haar plichten na te komen kan de gemeente twee soorten maatregelen nemen: enerzijds politiemaatregelen (plaatsing
olg v r e V
van de signalisatie, invoering van een omleiding, …) die de gemeente op eigen kosten moet uitvoeren; anderzijds kan zij zich in de plaats stellen van de in gebreke blijvende wegbeheerder om herstellingswerken uit te voeren (vullen van kuilen in de weg, …). In deze laatste hypothese kan de gemeente de terugbetaling van de kosten vragen. Als er geen gepaste maatregelen genomen worden, kan de aansprakelijkheid van de gemeente ingeroepen worden, ook al is de weg op privé-domein gelegen.
De Koninklijke Sint-Hubertusgalerij, De privé-eigenaars blijven belast met wellicht de bekendste openbare weg op het beheer van de openbare wegen op private grond van Brussel. privé-domein: zij moeten het onderhoud en het herstel van de weg op zich nemen. Zij zijn ook aansprakelijk in geval van schade veroorzaakt door een gebrek aan de weg. In een overeenkomst kan de taakverdeling vastgelegd worden tussen de gemeente en de eigenaar van het perceel.
Olivier Evrard
Nieuwsbrief 2009/03
15
actualiteit
LOKALE OVERHEIDSBEDRIJVEN De lokale overheidsbedrijven, die belast zijn met opdrachten van algemeen belang ten gunste van de burger, worden momenteel met heel wat uitdagingen geconfronteerd. Ze vertegenwoordigen een niet te verwaarlozen economisch gewicht en bevinden zich in erg contrastrijke financiële situaties. In het meinummer van ‘Lokale Financiën’ heeft Dexia het onder meer over de lokale overheidsbedrijven. Onder deze noemer vallen alle gespecialiseerde, gemeentelijke of intergemeentelijke entiteiten die voor rekening van één of meerdere gemeenten opdrachten van algemeen belang ten gunste van de burger uitvoeren. De betrokken activiteiten houden voornamelijk verband met energie, water, kabeltelevisie, afval, gezondheidszorg en economische groei. Voor sommige sectoren kunnen regionale agentschappen en regionale of pararegionale instellingen opgenomen worden. 1
Grote uitdagingen Hoewel de lokale overheidsbedrijven opdrachten van algemeen belang ten gunste van de burger uitvoeren, zijn ze bijna allemaal actief op open markten die onderworpen zijn aan de Europese wetgeving en die zich kenmerken door een alsmaar verder doorgevoerde of zelfs volledige liberalisering, zoals in het geval van de elektriciteitsmarkt sinds 2007.
Een niet te verwaarlozen economisch gewicht 2
Alle lokale overheidsbedrijven in de bestudeerde steekproef waren eind 2007 goed voor een balanstotaal van 45,4 miljard euro en een resultaat van 1,6 miljard euro. De intercommunales en de autonome gemeentebedrijven konden alleen al een balanstotaal van 30 miljard euro voorleggen, zijnde twee derden van het vorige totaal.
De vier geanalyseerde sectoren (energie, water, economische groei en afvalbeheer) vertegenwoordigen 87,5 % van de balans van de overheidsbedrijven in de steekproef, die vergeleken kan worden met het totaal van de balansen van de gemeenten (54,7 miljard euro eind 2006). De gemeenten hebben vele van hun bevoegdheden in deze vier sectoren, waarin de totale tewerkstelling bijna 40.000 bedraagt, dus uitbesteed.
Een erg contrastrijke financiële situatie Zoals verwacht eigent de energiesector zich het leeuwendeel toe: 54 % van het totaal van de vier sectoren van de activa voor 75 % van het resultaat. In 2007 vonden grote transacties plaats in de energiesector, terwijl de activiteiten van de lokale overheidsbedrijven zich voortaan beperken tot de rol van vervoerder en verdeler. De watersector (verdeling en zuivering) blijft, goed voor 63 % van de totale balans van de sector, in handen van de lokale overheidsbedrijven en biedt positieve liquiditeits- en solvabiliteitsratio’s. De economische groeisector biedt correcte liquiditeits- en solvabiliteitsratio’s, een goed rendement op het eigen vermogen maar een lichtjes negatief operationeel rendement. De afvalsector, die sterk onderworpen is aan de Europese wetgeving in de vorm van regionale plannen en doelstellingen, biedt goede ratio’s maar behoudt een hoge schuldenlast.
De Brusselse situatie Op grond van de drie geanalyseerde sectoren (energie, economische groei en afval) geven we u een schets van de bijzondere situatie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in vergelijking met de andere gewesten.
De energiesector
* miljoen euro
Energie Bedrijven
Totaal activa *
Activa/bedrijf
Bedrijven
Vlaanderen
17
9.993
587,8
6
483
80,5
Wallonië
13
5.824
444,0
9
1.027
114,1
Brussel
1
1.059
1.059,0
3
736
245,3
Totaal
31
16.876
18
2.246
4
5.876
Federale Staat
16
Financiering van de energie
1 Bijvoorbeeld de GOMB voor Brussel. 2 De cijfers en ratio’s zijn nader gedetailleerd in de volledige versie van de studie op de website van Dexia. Nieuwsbrief 2009/03
Totaal activa *
Activa/bedrijf
olg v r e V
actualiteit
In 2007 vonden in de energiesector heel wat transacties (verkopen, uitwisselingen, overnames, ...) plaats. De gemeenten hebben het grootste deel van het verkoopresultaat in de energiesector omgezet in grotere participaties in de financiering van energie. Deze tendens, die in 2007 al opmerkelijk was, werd onlangs bevestigd door de grote participatieverwerving van Publigas in Fluxis.
toekomstige operationele jaren zonder bijzondere transacties om tot relevante vaststellingen en vergelijkingen te kunnen komen.
De kerncijfers van de energiebedrijven en de energiefinanciering zijn niet verontrustend, maar geven de werkelijke situatie van deze bedrijven in gewone omstandigheden niet precies weer. Het is wachten op
Bovendien wordt de gemengde intercommunale Sibelga in 2012 opnieuw een zuivere intercommunale als gevolg van de geleidelijke en totale terugtrekking van Electrabel.
We weten wel al dat het Brussels Gewest gekenmerkt wordt door een klein aantal bedrijven met een gemiddeld actief dat ruim hoger is dan het gemiddelde van de andere gewesten.
De economische groeisector De lokale overheidsbedrijven in de economische groeisector zijn hoofdzakelijk actief in de vestiging van bedrijven door de aanleg van industrieparken, de verhuur en verkoop van vastgoed met een economische bestemming in een zone die beperkt is tot de grondgebieden van hun betrokken lokale overheidsaandeelhouders. Het dienstenaanbod kan ruim zijn: het beheer van industriezones, de coördinatie, de organisatie van opleidingen, steun in het verkrijgen van
vergunningen en machtigingen, het beheer van Europese of gewestelijke steun en projecten, ... Buiten de economische groei zijn sommige lokale overheidsbedrijven voor zogenaamde economische groei eveneens actief in waterzuivering, afvalverwerking, woningbouw en de sanering van industriële vestigingen die niet meer in gebruik zijn.
Intercommunales en belangrijke bedrijven in 2007 die geselecteerd werden voor het onderzoek
Vlaanderen
Type
Aantal
Totaal activa
Betrekkelijk gewicht
Gemiddelde activa
Intercommunales
15
864,8
36,5 %
57,7
4
42,5
1,8 %
10,6
19
907,3
38,3 %
47,8
Belangrijke bedrijven Totaal
Wallonië
Intercommunales
9
1.220,1
51,4 %
135,6
Brussel
Belangrijke bedrijven
1
244,3
10,3 %
244,3
29
2.371,7
100 %
98,8
Totaal
Brussel wordt gekenmerkt door een klein aantal bedrijven, namelijk de GOMB die zich als enige vooral concentreert op de economische groei en huisvesting en die over activa beschikt die aanzienlijk hoger zijn dan de gemiddelden van Vlaanderen en Wallonië, waar de bedrijven vaak een ruimer activiteitenaanbod bieden dan in het Brussels Gewest. De balans van de GOMB wordt aan debetzijde gekenmerkt door meer materiële vaste activa (industriezones en huisvesting) – 61,2 % van de balans voor een nationaal gemiddelde van 43,4 % – en hogere handelsvorderingen op korte termijn (24,2 % voor een nationaal gemiddelde van 11,1 %).
Aan creditzijde biedt dezelfde balans een structuur die volledig verschilt van het gemiddelde van de andere bedrijven, aangezien het kapitaal voor 80 % bestaat uit kapitaalsubsidies van het Brussels Gewest (gemiddelde van de bedrijven: 16,8 %). Dit uit zich in een lagere schuldenlast van 9,9 % aan creditzijde voor een gemiddelde van 36,1 % voor de andere bedrijven. Gezien deze balanskenmerken lijkt een vergelijking van de financiële ratio’s van de GOMB met die van de andere bedrijven in de sector weinig relevant.
Nieuwsbrief 2009/03
17
olg v r e V
actualiteit
De afvalsector De voorbije jaren werd de afvalsector grondig gewijzigd onder impuls van de Europese Unie op basis van een rangschikking van de prioriteiten: kwalitatieve en kwantitatieve preventie (sorteren) bij de afvalproducenten, zowel gezinnen als bedrijven, hergebruik, recycling, terugwinning van energie, verbranding (eventueel met terugwinning van energie) en ten slotte het storten.
2007 Vlaanderen Wallonië Totaal Brussel *
18
Nieuwsbrief 2009/03
Deze materies worden in België door de gewesten behandeld. In Vlaanderen zijn er in deze sector 25 intercommunales actief, in Wallonië 6 terwijl het Brussels Gewest het beheer van de hele keten, zoals bepaald door de Europese Unie, aan één enkel regionaal agentschap (Agentschap Net Brussel, ANB) toevertrouwd heeft. We stippen aan dat in Wallonië drie intercommunales die actief zijn in afvalbeheer, niet opgenomen werden in onderstaande tabellen, omdat ze ook andere activiteiten uitoefenen (economische groei, …).
Aantal
Totaal balans
Gemiddelde balans
25
744,4
29,8
6
481,6
80,3
31
1.226,0
39,5
1
596,5
596,5
olg v r e V
actualiteit
De structuur van de activa en passiva ziet er als volgt uit: Structuur van de activa (in % van de totale activa) in 2007 Vlaanderen
Wallonië
Brussel *
Vaste activa
62,2 %
60,1 %
55.5%
Materiële vaste activa
48,5 %
58,3 %
38.0%
Financiële vaste activa
7,3 %
0,5 %
16.5%
37,8 %
39,9 %
44.5%
Vlottende activa
Structuur van de passiva (in % van de totale passiva) en 2007 Vlaanderen
Wallonië
Brussel *
33,1 %
39,1 %
57,9 %
9,4 %
16,5 %
0,0 %
Schulden
57,5 %
44,4 %
42,1 %
Op meer dan 1 jaar
32,8 %
23,7 %
21,9 %
Op maximaal 1 jaar
23,9 %
18,8 %
18,9 %
Eigen middelen Voorzieningen en uitgestelde belastingen 9.4 %
Brussel * : cijfers van het Agentschap Net Brussel (ANB) Robert Petit
Besluit De lokale overheidsbedrijven vormen over het geheel genomen een niet te verwaarlozen deel van het economisch landschap van ons land en van de drie gewesten, zowel op het gebied van balans en activiteiten als tewerkstelling. Ze maken het de gemeenten mogelijk om hun opdrachten van openbare orde en algemeen nut ten aanzien van hun burgers te vervullen op een economisch verdedigbare en sociaal rendabele manier. Wanneer de juridische en operationele situatie van de verschillende partijen verwant zijn, zijn vergelijkingen van economische en financiële ratio’s interessant om te oordelen over het beheer van de middelen die de lokale overheden uitgeven aan deze uitbestede activiteiten. Globaal genomen zien we dat het Brussels Gewest in vergelijking met de andere gewesten over weinig lokale overheidsbedrijven beschikt in de bestudeerde sectoren.
De balans en activiteitscijfers van deze lokale overheidsbedrijven zijn dan ook hoger dan het gemiddelde. Het kleine aantal lokale overheidsbedrijven toont ook de sterke rationalisering van die activiteiten in het Brussels Gewest. Deze rationalisering werd in 1989 collegiaal bereikt door de gemeenten en het Gewest, aan de hand van agentschappen en instellingen waarin de lokale en gewestelijke overheden in perfecte verstandhouding hebben kunnen werken. Eens te meer wordt zo het bewijs geleverd dat de Brusselse gemeenten, in tegenstelling tot de valse beweringen die door sommigen verspreid worden, met de hulp van het Gewest volledige segmenten van hun opdrachten van algemeen nut gerationa-liseerd hebben ten voordele van hun burgers en hun eigen financiën.
Meer info “De lokale overheidsbedrijven – Lokale Financiën”, Dexia Bank, mei 2009. De volledige studie is beschikbaar op het intranet van de openbare besturen PubliLink en op de site van Dexia Bank www.dexia.be (rubriek Professioneel > Public Finance > Onze studies).
Nieuwsbrief 2009/03
19
VOOR U GELEZEN
Nieuwsbrief
De gunning van overheidsopdrachten Deze publicatie van de uitgeverij die Keure beslaat meer dan duizend pagina’s en behandelt de gunning van overheidsopdrachten. Dat het hier een werk van zeer hoge kwaliteit betreft, hoeft geen betoog. Het volstaat om de lijst van de auteurs die aan dit boek werkten, te raadplegen om te beseffen dat we hier te maken hebben met een schare van eminente specialisten, waarvan de meesten reeds sinds lang gevestigde autoriteiten zijn op het gebied van overheidsopdrachten. Het boek behandelt de diverse vraagstukken die in de precontractuele fase aan bod komen. De auteurs onderzoeken op basis van wetgeving, rechtspraak en rechtsleer het precontractuele overheidsopdrachtenrecht en geven er een diepgaand en kritisch overzicht van. Enerzijds wordt er aandacht besteed aan een aantal preliminaire vragen, zoals die met betrekking tot het toepassingsgebied, de wijzen van gunning en de diverse fasen in het onderzoek van de ingediende dossiers. Anderzijds wordt de procedure chronologisch behandeld (van bekendmaking tot contractsluiting). In de bijdrage over de beslissing tot gunning en totstandkoming van de overheidsopdracht, van mevrouw Gitte Laenen, praktijkassistent aan de VUB en advocaat te Mechelen (GD+A Advocaten) en de heer Jens Debièvre, assistent aan de VUB en advocaat te Brussel (Lydian), wordt er uitgebreid aandacht besteed aan de specifieke Brusselse juridische context. Bijzonder interessant is ook hun hoofdstuk over het administratief en jurisdictioneel beroep tegen de beslissing tot (niet-)gunning, waarin een overzicht geboden wordt van de beroepsmogelijkheden in hoofde van een (vermeend ten onrechte) afgewezen kandidaat of inschrijver en die erop gericht zijn deze laatste het behoud te bieden van de kans op het zich zien toegewezen worden van de opdracht. Als we dan al één kritiek willen uiten op dit ronduit schitterende boek, dan is het wel dat een goede trefwoordenlijst de gebruiksvriendelijkheid ervan zou kunnen verhogen. Ondanks dit schoonheidsfoutje is dit werk absoluut een aanrader voor ieder die regelmatig met de complexe materie van de overheidsopdrachten geconfronteerd wordt.
Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw Aarlenstraat 53 bus 4 - 1040 Brussel Fax 02 280 60 90 [email protected] Redactie : [email protected] www.vsgb.be Algemeen tel. : 02 238 51 40 Andere nummers : www.vsgb.be > Vereniging > Het team Gepubliceerd met de steun van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Dexia en Ethias
D. D'HOOGHE et al., "De gunning van overheidsopdrachten", Administratieve rechtsbibliotheek, Die Keure, 2009, 1032 p.
Het begrip « afvalstof » ontsluierd
Nr. 2009-03
Wat is een afvalstof? Deze op het eerste zicht onschuldige vraag is essentieel in het milieurecht. Afval vormt een bedreiging voor het leefmilieu en de volksgezondheid, dus de manier waarop het behandeld wordt, is zeer belangrijk.
juni / juli 2009
Deze monografie buigt zich over het begrip 'afvalstof' zoals dat gedefinieerd wordt in de kaderrichtlijn EG/2006/12. Dat is geen gemakkelijke opgave, want afval komt uit alle sectoren en een substantie kan in de loop van haar bestaan opeenvolgend bestempeld worden als product, subproduct, afvalstof of secundaire grondstof volgens het gebruik dat ervan gemaakt wordt.
Coördinatie : Philippe Delvaux
De kaderrichtlijn legt de basisprincipes vast die vertaald worden in de bijzondere richtlijnen en de nationale wetgeving. Ze bepaalt de hiërarchie van de prioriteiten voor de behandeling van afval, rekening houdend met de principes van preventie en inperking van de vervuiling aan de bron. De auteurs trachten het begrip afvalstof te vatten op basis van de Europese wetgeving en de uitgebreide rechtspraak van het Europees Hof van Justitie. Vervolgens staan zij ook stil bij de wetgeving in de drie gewesten en de Belgische rechtspraak. Dit juridische diepgaande naslagwerk is in de eerste plaats gericht tot juristen, maar het is zeker ook een nuttig referentiewerk voor ieder die belangstelling heeft voor het milieurecht. L. LAVRYSEN, T. MALFAIT & H. VAN LANDEGHEM, "Het begrip afvalstof ontsluierd", Bibliotheek Milieurecht en Ruimtelijke Ordening, Larcier, Brussel, 2008, 184 p.
20
Nieuwsbrief 2009/03
Directie : Marc Thoulen
Redactie : Marc Cools, Olivier Evrard, Robert Petit, Hildegard Schmidt, Marc Thoulen, Chris Vanderlinden, Christiaan Van Sumere, Frank Willemans Vertaling : Liesbeth Vankelecom, Hugues Moiny, Annelies Verbiest Secretariaat : Céline Lecocq, Patricia De Kinne Abonnementen : Patricia De Kinne : 02 238 51 49 [email protected] Nieuwsbrief wordt gedrukt op 100 % gerecycleerd papier