Welke factoren maken het ingenieursberoep aantrekkelijk? Welke competenties en persoonlijke kenmerken zijn belangrijk voor ingenieurs? Ondervinden vrouwen meer belemmeringen en obstakels in de uitbouw van hun (ingenieurs)loopbaan? Dit zijn enkele vragen uit een grootschalig survey-onderzoek onder professioneel actieve ingenieurs, afgenomen in de periode december 2006 - januari 2007. Om zoveel mogelijk respondenten te bereiken, werden de alumniverenigingen van de diverse ingenieursfaculteiten van de Vlaamse universiteiten (VUB, K.U.Leuven & UGent) gevraagd om hun leden per mail uit te nodigen aan het onderzoek deelnemen. Ook de leden van de Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging (K VIV) en van de Vlaamse Ingenieurskamer (VIK) kregen een uitnodiging om aan het onderzoek deel te nemen. Op deze manier bereikten we zowel academisch als industrieel geschoolde ingenieurs, maar waren we wel afhankelijk van de goede wil van elke ingenieur die de mail in zijn of haar mailbox vond, om de vragenlijst in te vullen. Het was daarom onmogelijk om een representatieve steekproef te trekken, desondanks zijn de resultaten bijzonder leerrijk.
DE RESPONDENTEN Aantal respondenten: 1267 Geslacht: 73% mannen en 27% vrouwen Leeftijd: 30% twintigers, 30% dertigers, 20% veertigers en 20% vijftigplussers Leeftijd & geslacht: vrouwelijke ingenieurs zijn veel sterker vertegenwoordigd in de jongere leeftijdsgroepen. De mannelijke ingenieurs zijn daarentegen min of meer gelijk verdeeld over de verschillende leeftijdsgroepen. Opleiding: 57.6% burgerlijk ingenieur; 23.6% bio-ingenieur en 19.2% industrieel ingenieur. Opleiding & geslacht: - Burgerlijk ingenieur (n = 688): 80.5% mannen & 19.5% vrouwen - Industrieel ingenieur (n=230): 77.8% mannen & 22.2% vrouwen - Bio-ingenieur (n=281): 48.4% mannen & 51.6% vrouwen Partner: 84.5% van de respondenten heeft een partner. Opleiding partner: 60% van de vrouwelijke respondenten heeft een partner die ook een ingenieursopleiding heeft gevolgd, terwijl dit maar voor 10% van de mannen het geval is. De mannelijke respondenten hebben vaker dan de vrouwelijke respondenten een partner die geen hogere studies aanvatte, een opleiding volgde als leerkracht, verpleegkundige of arts.
Beroepssituatie partner: 82.7% van de vrouwelijke respondenten heeft een partner die voltijds werkt als loontrekkende, terwijl dit maar voor 38.5% van de mannen het geval is. Mannen geven vaker dan vrouwen aan dat hun partner deeltijds werkt als loontrekkende, deeltijds werkt als zelfstandige of nog studeert. Aantal kinderen: Het merendeel van de respondenten (45.4%) heeft geen kinderen. Slechts 9.0% heeft 1 kind, 22,9% heeft 2 kinderen en 22.7% heeft 3 kinderen of meer. Aantal kinderen & geslacht: 57.7% van de vrouwen heeft geen kinderen, en dit tegenover maar 40,9% van de mannelijke respondenten. 9.9% van de vrouwen en 8.6% van de mannen heeft 1 kind. Meer dan één vierde van de mannen heeft 2 kinderen, in vergelijking tot slechts 17.1% van de vrouwen. En ook meer dan 25% van de mannen heeft 3 of meer kinderen, vergeleken tot maar 15.3% van de vrouwen. Aan de respondenten die kinderen hebben vroegen we wie er de meeste verantwoordelijkheid draagt voor de zorg van de kinderen: er zijn evenveel respondenten die aangeven dat hun partner de meeste verantwoordelijkheid draagt (44.8%) als respondenten die aangeven dat er een gelijke verdeling is (44.6%). Slechts 7,9% van de respondenten neemt de zorg alleen op zich, 2.3% doet dat in een co-ouderschap en een minieme 0.4% laat iemand anders voor de kinderen zorgen. Opmerkelijke verschillen tussen de seksen: 56.0% van de vrouwen geeft aan dat zij en haar partner de zorg voor de kinderen gelijk verdelen, tegenover 41.3% van de mannen. Maar liefst 56.5% van de mannen geeft aan dat vooral hun partner de zorg voor de kinderen op zich neemt, tegenover slechts 2.4% van de vrouwen. Daarentegen geeft een ruime dertig procent van de vrouwelijke ingenieurs aan dat zij alleen voor de kinderen zorgen, tegenover een minieme 0.7% van de mannelijke ingenieurs.
DE SURVEYRESULTATEN Welke factoren maken het aantrekkelijk om ingenieur te zijn? (algemeen: gesloten vraag) Meer dan 90% van de survey-respondenten vindt de volgende aantrekkingsfactoren (heel) belangrijk voor ingenieurs: inhoudelijk interessant; afwisseling en veelzijdigheid; beroepskeuzemogelijkheden; uitdaging; creativiteit bij het werk; carrièremogelijkheden. Minder belangrijk: mogelijkheden om in het buitenland te werken; sociale status, individueel werken; zich kunnen inzetten voor anderen; flexibele werkomstandigheden. Correlaties met geslacht: De vrouwelijke respondenten lijken meer belang te hechten aan volgende aantrekkingsfactoren: ‘flexibele werkomstandigheden’ (M: 51.0%; V: 59.9%); ‘werk en gezin combineren’ (M: 53.2%; V: 61.6%); ‘goede werkgelegenheid’ (M: 80.5%; V: 90.9%); ‘beroepskeuzemogelijkheden’ (M: 91.8%; V: 98.2%); ‘afwisseling en veelzijdigheid’ (M: 95.0%; V: 98.2%); ‘uitdaging’ (M: 91.5%; V: 96.4%). Hoewel minder dan 35% van de respondenten de factor ‘individueel werken’ aanhalen als belangrijke aantrekkingsfactor, valt het toch op dat vrouwelijke respondenten deze factor significant vaker aanhalen dan de mannelijke respondenten (M: 32.7%; V: 43.0%). Twee aantrekkingsfactoren lijken belangrijker te zijn voor de mannelijke respondenten, namelijk ‘iets nieuws kunnen maken’ (M: 82.9%; V: 76.1%) en ‘creativiteit bij het werk’ (M: 92.3%; V: 86.6%).
2
Welke factoren maken het voor hen persoonlijk aantrekkelijk om ingenieur te zijn? (open vraag) Afwisseling en veelzijdigheid wordt het vaakst aangegeven, voor 41.5% is dit een belangrijke aantrekkingsfactor om ingenieur te zijn. Creativiteit bij het werk wordt door bijna één vierde van de respondenten aangehaald. Verder worden volgende factoren door meer dan 10% van de respondenten vernoemd: inhoudelijk interessant (18.6%); uitdaging (14.5%); salaris (14.2%); iets nieuws maken (14.1%); beroepskeuzemogelijkheden (13.8%); carrièremogelijkheden (12.9%); verantwoordelijkheid (12.3%). Correlaties met geslacht Opvallend meer vrouwelijke dan mannelijke ingenieurs vermelden ‘afwisseling en veelzijdigheid’ als een persoonlijke aantrekkingsfactor: 60.4% van de vrouwen tegenover 36.1% van de mannen. Ook ‘inhoudelijk interessant’ wordt significant vaker aangehaald door de vrouwelijke ingenieurs dan door hun mannelijke collega’s (M: 17.2%; V: 24.3%). ‘Creativiteit bij het werk’ (M: 26.3%; V: 19.5%) en ‘iets nieuws maken, iets creëren’ (M: 16.2%; V: 9.9%) wordt daarentegen meer aangehaald door de mannelijke respondenten. De volgende aantrekkingsfactoren worden minder aangehaald door de respondenten maar leveren wel significante verschillen op. Vrouwen halen meer de factoren ‘zowel individueel als in team kunnen werken’; ‘werk en gezin kunnen combineren’; ‘in team werken’ en ‘goede werkgelegenheid’ aan. Terwijl mannen vaker de factoren ‘een rol spelen in het beleid van het bedrijf’; ‘praktisch/ technisch/ toegepast werk’ en ‘problemen oplossen/ analytisch denken’ aanhalen als aantrekkingsfactoren die voor hen persoonlijk belangrijk zijn.
Competenties en kenmerken die belangrijk zijn voor een baan als ingenieur (algemeen: gesloten vraag) De grote meerderheid van de competenties en persoonlijke kenmerken werden door de respondenten belangrijk of heel belangrijk geacht. Top 10: - Analysevermogen (98.7%) - Probleemoplossend vermogen (98.2%) - Kritisch kunnen denken (97.9%) - Nieuwsgierigheid: openstaan om nieuwe dingen te leren (94.5%) - Synthesevermogen (94.5%) - Beslissingen kunnen maken met efficiëntie / zekerheid (94.1%) - Logisch en strategisch kunnen redeneren (94.0%) - Praktisch kunnen denken (93.9%) - Gericht op kwaliteit (93.5%) - Verantwoordelijkheid (93.2%) Enkel de competenties ‘zelfopoffering’ (22.5%) en ‘gevoeligheid’ (27.0%) werden door minder dan 50% van de respondenten belangrijk of heel belangrijk geacht.
3
Correlaties met geslacht: Van de 60 competenties/kenmerken worden er 22 significant anders beoordeeld door mannen en vrouwen. Het viel onmiddellijk op dat de vrouwelijke respondenten 18 competenties belangrijker vinden voor een ingenieursloopbaan, dan hun mannelijke collega’s. Zo vindt bijvoorbeeld 87.2% van de vrouwelijke respondenten dat ‘assertiviteit’ een belangrijke eigenschap is voor ingenieurs, vergeleken met 74.1% van de mannelijke respondenten. Competenties/kenmerken Gericht op kwaliteit Organiseren Initiatief nemen, ondernemingszin Plannen Informatie kunnen beheren Omgaan met druk van buitenaf Zelfvertrouwen Autonoom werken Tijd kunnen beheren Doelstellingen vastleggen Kunnen werken Verschillende activiteiten coördineren Dynamisch zijn Motiveren Enthousiast/gemotiveerd Assertiviteit Gericht op succes Respect voor pluraliteit & diversiteit
Mannen (%) 92.3 92.2 91.0 90.5 89.4 88.3 88.1 86.2 86.6 85.6 85.1 83.2 82.7 80.5 76.4 74.1 63.1 52.5
Vrouwen (%) 97.6 95.7 97.9 96.9 94.8 95.4 93.5 95.4 92.4 93.9 93.9 91.1 88.9 87.8 82.6 87.2 72.8 61.5
Mannen gaven daarentegen aan dat zij de competenties ‘creativiteit en inlevingsvermogen’ (M: 90.4%; V: 83.5%), ‘abstractievermogen’ (M: 91.3%; V: 89.3%), ‘zelfopoffering’ (M: 24.5%; V: 16.5%), en ‘inzicht in techniek’ (M:91.1%; V: 87.8%) iets belangrijker vinden voor een ingenieursloopbaan, dan vrouwen.
Competenties en kenmerken die belangrijk zijn voor een baan als ingenieur (persoonlijk: open vraag) In een open vraag werden de respondenten gevraagd welke drie competenties en kenmerken voor hen persoonlijk belangrijk zijn voor een baan als ingenieur. De vijf meest aangehaalde competenties/kenmerken zijn: Analysevermogen (26.1%), Probleemoplossend vermogen (22.2%), Kritisch kunnen denken (12.1%), Relationele en communicatievaardigheden (11.5%), Zich gemakkelijk kunnen aanpassen aan veranderingen; flexibiliteit (10.3%). Correlaties met geslacht De vrouwelijke respondenten halen de competenties ‘probleemoplossend vermogen’ (M: 20.2%; V: 29.4%) en ‘kritisch kunnen denken’ (M: 11.2%; V: 15.6%) vaker aan dan de mannelijke respondenten. De vrouwen halen ook ‘interdisciplinair kunnen werken’, ‘autonoom kunnen werken’, ‘kunnen plannen’ en ‘verschillende activiteiten kunnen plannen en coördineren’ iets vaker aan dan mannen. ‘Eerlijkheid, integriteit, ethische waarden’, ‘abstractievermogen’ en ‘doelgericht/resultaatgericht werken’ werden daarentegen vaker door de mannelijke respondenten aangehaald. We moeten er wel op wijzen dat deze acht competenties en kenmerken door minder dan 7% van de respondenten werden aangehaald.
4
Redenen om een ingenieursloopbaan stop te zetten (gesloten vraag: algemeen) Maar liefst 91.9% van de respondenten vindt ‘te weinig voldoening’ een (heel) belangrijke reden voor ingenieurs in het algemeen om een ingenieursloopbaan stop te zetten. Meer dan 80% van de survey-respondenten meent dat de volgende redenen (heel) belangrijk kunnen zijn: inhoudelijk niet interessant; eigen potentiëlen niet kunnen ontwikkelen; competenties worden in vraag gesteld; te weinig afwisseling; te weinig uitdaging. Correlatie met geslacht: Er zijn 51 redenen die significant anders werden gescoord door de mannelijke en vrouwelijke respondenten. Het valt onmiddellijk op dat de mannelijke respondenten maar aan drie redenen significant meer belang hechten in vergelijking met de vrouwelijke respondenten. Reden om ingenieursloopbaan stop te zetten Betrokkenheid bij bedrijf wordt in vraag gesteld Te weinig inspraak in het beleid Verouderde kennis
Mannen 68.8 63.0 43.2
Vrouwen 62.3 57.7 36.1
De vrouwelijke respondenten hechten aan 48 items meer belang dan de mannelijke respondenten. We kunnen deze items onderverdelen in zes thema’s: items die verband houden met werk(uur)regeling, gezinsgerelateerde items, werkgerelateerde items, persoongerelateerde items, items die verband houden met de directe leefomgeving en items die verband houden met de werkomgeving. Reden om ingenieursloopbaan stop te zetten: Items die verband houden met werk(uur)regeling Te veel flexibiliteit vereist Te veel mobiliteit vereist Te weinig mogelijkheid tot deeltijds werk Te weinig mogelijkheden tot flexibele werkuren Tijdsdruk/tijdstekort
Mannen 35.6 43.3 19.1 41.6 51.7
Vrouwen 60.7 65.4 54.5 66.8 68.7
Gezinsgerelateerde items Gebrek aan gezinsvriendelijke maatregelen Moeilijke combinatie gezin-arbeid Moeilijke combinatie gezin-carrière Gebrek aan opvangmogelijkheden voor kinderen Moeilijke combinatie met baan van de partner Ouderschap Zwangerschap Opoffering voor de baan van de partner
Mannen 45.6 56.9 53.9 34.8 47.6 34.4 30.3 27.5
Vrouwen 77.4 80.7 79.9 64.6 65.3 66.4 90.6 39.2
Werkgerelateerde items Geen vaste benoeming; tijdelijke tewerkstelling; geen werkzekerheid Te weinig contact met mensen Te weinig afwisseling; te weinig veelzijdigheid Inhoudelijk niet interessant Te weinig individueel werk Te weinig teamwork Te weinig uitdaging
Mannen 53.1 56.3 81.0 87.4 27.5 39.7 80.4
Vrouwen 67.8 66.4 88.9 93.0 31.3 45.4 86.5
5
Persoongerelateerde items Eenzaamheid Te weinig zelfzekerheid/zichzelf onderschatten Desillusie/teleurstelling over het beroep als ingenieur Stress Frustratie/ontmoediging/teleur stelling Nieuwe studie aanvatten
Mannen 26.6 41.1 46.2 53.4 53.9 25.4
Vrouwen 30.5 52.6 51.4 67.2 64.8 33.3
Items die verband houden met de directe leefomgeving Gebrek aan rolmodellen Verwachtingen van omgeving (familie, vrienden, …) en maatschappij
Mannen 12.1 18.4
Vrouwen 25.7 29.2
Items die verband houden met de werkomgeving Competenties worden in vraag gesteld Discriminatie op het werk Gebrek aan carrière- & doorgroeimogelijkheden Gebrek aan mentors Gebrek aan ondersteuning van bazen Gebrek aan opleidingsmogelijkheden Gebrek aan respect Geen gelijke kansen Geen vaste verloning Klassieke rollenpatronen op het werk Niet ondersteunende werksfeer Onvoldoende integratie in netwerken Seksisme op het werk Stereotypering Te veel competitie Technische vaardigheden worden in vraag gesteld Verschil in verloning voor een zelfde functie; loonkloof Werkrelaties tussen mannen en vrouwen Zich niet terugvinden in de bedrijfscultuur Zichzelf vaker dan anderen moeten bewijzen
Mannen 81.5 53.0 74.0 33.5 66.1 60.6 75.6 56.6 35.1 20.4 68.0 36.7 31.5 27.2 28.6 65.5 64.8 23.1 73.8 49.7
Vrouwen 89.2 69.0 83.3 56.0 76.2 71.3 83.4 77.6 50.9 53.9 81.5 44.3 58.9 49.9 49.4 75.0 82.5 52.0 80.7 69.7
Bovenstaande tabellen tonen aan dat we de grootste m/v verschillen terug vinden bij de gezinsgerelateerde items (moeilijke combinatie gezin - arbeid & gezin - carrière; gebrek aan gezinsvriendelijke maatregelen & kinderopvang; ouderschap & zwangerschap) en bij de items die verband houden met de werkuurregeling (te veel flexibiliteit & mobiliteit vereist; te weinig mogelijkheid tot deeltijds werk & flexibele werkuren) en de werkomgeving (geen gelijke kansen, klassiek rollenpatroon, seksisme & de relatie tussen mannen en vrouwen op het werk; te veel competitie, zichzelf vaker moeten bewijzen & gebrek aan mentors).
Redenen om een ingenieursloopbaan stop te zetten (open vraag: persoonlijk) Vervolgens gaven de respondenten drie redenen aan die voor hen persoonlijk belangrijk zijn om een ingenieursloopbaan stop te zetten. De vaakst vernoemde redenen zijn: ‘te weinig voldoening’ (15.7%); ‘moeilijke combinatie gezin-arbeid’ (15.3%); ‘inhoudelijk niet interessant’ (15.2%); ‘gebrek aan carrièremogelijkheden/doorgroeimogelijkheden’ (14.0%); ‘te weinig uitdaging’ (13.2%); ‘te weinig afwisseling & veelzijdigheid’ (12.8%); ‘gebrek aan appreciatie/waardering/erkenning’ (10.2%). 6
Correlaties met geslacht Het valt op dat de vrouwelijke respondenten significant vaker dan de mannelijke respondenten de gezinsgerelateerde items ‘moeilijke combinatie gezin-arbeid’ (M: 10.1%; V: 30.0%), ‘ouderschap’ (M: 0.9%; V: 6.9%) en ‘moeilijke combinatie gezin-carrière’ (M: 1.4%; V: 5.7%) aanhalen als reden om de ingenieursloopbaan stop te zetten. Er zijn nog twee redenen die vrouwelijke ingenieurs vaker aanhalen dan hun mannelijke collega’s namelijk: ‘te weinig contact met mensen’ (M: 1.9%; V: 5.1%) en ‘te weinig mogelijkheid tot deeltijds werk’ (M: 0.2%; V: 3.6%). Er zijn twee redenen om te stoppen die mannelijke ingenieurs significant vaker aanhalen dan hun vrouwelijke collega’s: namelijk ‘verloning’ (M: 10.2%; V: 4.2%) en ‘gebrek aan appreciatie/ waardering/erkenning’ (M: 12.0%; V: 6.0%).
Zou men dochter een ingenieursstudie aanraden? 85% van de respondenten zou zijn/haar dochter een ingenieursstudie aanraden. 8% zou zijn/haar dochter geen ingenieursstudie aanraden en 7% gaf aan dat ze het noch zouden aanraden, noch zouden afraden. Waarom aanraden (n= 871) - vele beroeps- en/of carrièremogelijkheden (21.1%) - als dochter er interesse voor heeft (13.9%) - brede/algemene opleiding (8.3%) - boeiende/ interessante opleiding (7%) - als dochter er de capaciteiten voor heeft (6.3%) Correlaties met geslacht Vrouwen geven volgende verklaringen vaker dan mannen: ‘indien dochter interesse heeft’, ‘het is een brede/algemene opleiding’, ‘veelzijdig en gevarieerd’ en ‘omdat ik ben zelf tevreden met de opleiding/met het beroep’. Mannen geven vaker dan vrouwen aan dat ze de ‘vele beroeps- en/of carrièremogelijkheden’ een reden vinden om hun dochter een ingenieursstudie aan te raden.
Zou men zoon een ingenieursstudie aanraden? 88% van de respondenten zou zijn/haar zoon een ingenieursstudie aanraden. 5% zou zijn/haar zoon geen ingenieursstudie aanraden. 7% gaf aan dat ze het noch zouden aanraden, noch zouden afraden. Waarom aanraden (n=893): - Veel beroeps- en/of carrièremogelijkheden (22.2%) - Indien zoon interesse heeft (14.0%) - Het is een brede/algemene opleiding (8.1%) - Het is een boeiende/interessante opleiding (7.4%) - Indien zoon capaciteiten heeft (karakter/persoonlijkheid, aanleg) (6.9%) Deze verklaringen zijn gelijkaardig aan de verklaringen die de respondenten bij hun dochter geven.
7
Correlaties met geslacht Vrouwen geven vaker de volgende verklaring aan: ‘indien mijn zoon interesse heeft’, ‘het is een brede/algemene opleiding’, ‘veelzijdigheid en gevarieerd’. Mannen vermelden vaker dat een ingenieursopleiding een ‘goede basis’ meegeeft en dat het een ‘boeiende job’ kan opleveren.
Doorgroeimogelijkheden Kritieke factoren die ingenieurs toelaten te groeien in hun carrière In een volgende vraag legden we de respondenten een aantal factoren voor die ingenieurs kunnen toelaten te groeien in hun carrière. Er werd hen gevraagd aan te geven in welke mate zij deze factoren belangrijk achten, respectievelijk voor vrouwelijke ingenieurs en mannelijke ingenieurs. Onderstaande tabel toont aan dat de respondenten een andere top vijf hebben voor vrouwelijke en mannelijke ingenieurs. Kritieke factoren die alle respondenten vermelden voor vrouwelijke ingenieurs (%) Zelfvertrouwen 97.1 Communicatievaardigheid 93.6 Steun van oversten 88.7 Leiderscapaciteiten 88.2 Stimulerende en vriendelijke werkomgeving 85.7
Kritieke factoren die alle respondenten vermelden voor mannelijke ingenieurs (%) Initiatief nemen 95.1 Zelfvertrouwen 93.5 Communicatievaardigheid 92.4 Leiderscapaciteiten 90.9 Interesse tonen in opleiding & ontwikkeling 83.7
Deze top vijf van factoren die belangrijk zijn voor vrouwelijke ingenieurs om te groeien in hun carrière wordt opgevolgd door de factor ‘een evenwichtige verdeling van huishoudelijke taken tussen partners’ (85.4%). Als we de lijst met de kritieke factoren voor mannelijke ingenieurs bekijken valt het echter op dat deze factor helemaal onderaan staat met 47.1%. Correlaties met geslacht Kritieke factoren voor vrouwelijke ingenieurs Heel wat items worden door de vrouwelijke respondenten belangrijker geacht dan door hun mannelijke collega’s, dit wil dus zeggen dat iets meer vrouwen (dan mannen) aangeven dat deze factoren kritieke factoren zijn die vrouwelijke ingenieurs toelaten te groeien in hun carrière: ‘evenwichtige verdeling van huishoudelijke taken tussen partners’ (M: 82.4%; V: 93.7%); ‘steun van oversten’ (M: 87.3%; V: 92.8%); ‘doorzichtig promotieproces’ (M: 63.0%; V: 76.5%); ‘een mentor hebben in het bedrijf’ (M: 60.4%; V: 73.3%); ‘simulerende en vriendelijke werkomgeving’ (M: 83.9%; V: 90.6%); ‘leiderscapaciteiten’ (M: 86.4%; V: 92.7%); ‘regelmatige feedback over prestaties’ (M: 81.7%; 87.7%); ‘goede (verkoops-) resultaten behalen’ (M: 70.8%; V: 80.1%); ‘interesse tonen in opleiding en ontwikkeling’ (M: 82.1%; V: 89.0%). Kritieke factoren voor mannelijke ingenieurs Meer mannen (51.5%) dan vrouwen (35.5%) geven aan dat een ‘evenwichtige verdeling van huishoudelijke taken tussen partners’ een belangrijke factor is voor mannelijke ingenieurs om te kunnen groeien in hun carrière. Ook de items ‘communicatievaardigheid’ (M: 93.4%; V: 90%), en ‘zelfvertrouwen’ (M: 94.6%; V: 90.6%) worden door mannen iets belangrijker geacht dan door de vrouwelijke respondenten. Iets meer vrouwen dan mannen geven aan dat de factoren ‘zichzelf promoten binnen het bedrijf’ (M: 70.2%; V: 76.2%), ‘interesse tonen in opleiding en ontwikkeling’ (M: 81.9%; V: 88.4%), ‘goede (verkoops) resultaten behalen’ (M:
8
71.5%; 81.6%) en ‘ doorzichtig promotieproces’ (M: 60.6%; V: 69.0%) kritieke factoren zijn die mannelijke ingenieurs toelaten te groeien in hun carrière. Obstakels voor de doorgroeimogelijkheden van ingenieurs Vervolgens werd een lijst met items voorgelegd die een belemmering zouden kunnen uitmaken voor de carrière van ingenieurs. ‘Te weinig steun van leidinggevenden’, ‘te weinig assertiviteit’ en ‘een gebrek aan constructieve feedback’ wordt door meer dan drie vierde van de respondenten aangeduid als mogelijke belemmering voor de doorgroeimogelijkheden van ingenieurs. Drie items worden door minder dan de helft van de respondenten erkend als belemmeringen, namelijk ‘het ontbreken van een carrièrementor’ (39.4%), ‘onvoldoende doorzichtigheid in openstaande vacatures’ (41.7%), en ‘onvoldoende kennis van het evaluatieproces’ (49.5%). Correlaties met geslacht Wanneer we de resultaten van deze vraag opsplitsen volgens geslacht, blijkt de mening van mannelijke en vrouwelijke respondenten voor elk item significant te verschillen, behalve voor het item ‘te weinig steun van leidinggevenden’. Zoals blijkt uit onderstaande tabel is telkens een hoger percentage vrouwen dan mannen het (volledig) eens met de items. Obstakels in loopbaangroei Te weinig ervaring Combinatie van gezinsverplichtingen met sterke prestatie Te weinig flexibiliteit in het werkproces Onvoldoende doorzichtigheid in openstaande vacatures Ontbreken van een carrièrementor Onvoldoende kennis van het evaluatieproces Gebrek aan constructieve feedback Te weinig contact met mensen die over promoties beslissen Te weinig persoonlijke training Ontbreken van een carrière-ontwikkelingsplan Een steun thuis Part time werk of tijdelijke loopbaanonderbreking
Mannen (% akkoord) 57.7 48.5 55.2 38.5 38.0 47.5 72.5 61.5 56.5 49.5 51.7 56.3
Vrouwen (% akkoord) 64.7 70.2 61.9 50.5 43.2 54.9 80.7 70.6 63.7 58.7 66.6 74.3
Belemmeringen die meer uitgesproken gelden voor vrouwelijke ingenieurs Om na te gaan of er obstakels zijn die meer uitgesproken gelden voor de carrière van vrouwelijke ingenieurs (t.o.v. de carrière van mannelijke ingenieurs) legden we de respondenten een aantal stellingen voor. In onderstaande tabel worden de vijf stellingen weergegeven waar het hoogste aantal respondenten (volledig) mee akkoord gaat. Belemmeringen die meer uitgesproken gelden voor vrouwelijke ingenieurs?
% akkoord
Vrouwen voelen sterker de druk van combinatie gezinsverplichtingen - professionele vooruitgang
83.7
Een mannelijke bedrijfscultuur is een belemmering voor vrouwen
62.5
Vrouwen moeten zich meer bewijzen om promotie te maken in vergelijking met mannen
52.0
Vrouwelijke werknemers hebben meer last van vooroordelen van de top
52.0
Geslachtsvooroordelen in selectieprocedures treffen eerder vrouwen dan mannen
40.9
9
Volgende tabel geeft de vijf stellingen weer waar het hoogste aantal respondenten het niet eens mee is. Belemmeringen die meer uitgesproken gelden voor vrouwelijke ingenieurs?
% oneens
Vrouwen hebben weinig ambitie
62.0
Vrouwen hebben geen duidelijke carrièredoelstellingen
61.2
Vrouwen krijgen minder informele informatie te horen
52.5
Vrouwen voelen zich niet comfortabel in overheersend mannelijke groepen
46.9
Vrouwen zijn minder assertief over hun ambities dan mannen
40.9
Correlaties met geslacht Zeven stellingen krijgen significant meer bijval van de vrouwelijke respondenten dan van de mannelijke respondenten. Belemmeringen die meer uitgesproken gelden voor vrouwelijke ingenieurs? Vrouwen moeten zich meer bewijzen om promotie te maken Vrouwelijke werknemers hebben meer last van vooroordelen van de top Vrouwen voelen sterker de druk van combinatie gezin – prof. vooruitgang Vrouwen krijgen minder informele informatie te horen Vrouwen zijn minder assertief over hun ambities dan mannen Geslachtsvooroordelen in selectieprocedures treffen eerder vrouwen Vrouwen voelen zich niet comfortabel in overheersend mannelijke groepen
Mannen % akkoord
Vrouwen % akkoord
42.0 45.8 82.4 9.0 23.0 36.3 19.1
78.5 68.5 87.4 32.0 57.1 53.2 11.2
Beroepssituatie In een korte ja-neen vraag werd aan de respondenten gevraagd of ze zich ‘ingenieur’ voelen. Een grote meerderheid van de respondenten (88%) beantwoordt deze vraag positief. Er blijken hier echter wel grote verschillen tussen de mannelijke en vrouwelijke respondenten: 21.5% van de vrouwen voelt zichzelf geen ingenieur, tegenover slechts 11.3% van de mannen. 92% van de ingenieurs die deelnamen aan de survey, was op het moment van dit onderzoek beroepsactief. Het valt op dat 96.7% van de vrouwen aangeven beroepsactief te zijn, bij de mannen ligt dit percentage iets lager, namelijk 90.5%. 9% van de beroepsactieve respondenten vindt dat de ingenieursopleiding niet van pas komt in de huidige beroepsfunctie. Voor de mannelijke respondenten bedraagt dit percentage 7.0%, voor de vrouwelijke respondenten bedraagt dit percentage bijna het dubbele, namelijk 13.6%.
10
CONTACTGEGEVENS
Contactpersonen: - Prof. Dr. Jos Vander Sloten (
[email protected]): promotor - Prof. Dr. Veerle Draulans (
[email protected]): promotor - Prof. Dr. Sabine Van Huffel (
[email protected]): rectoraal adviseur gelijke kansen en diversiteit - Jelle De Borger (
[email protected]): externe relaties Ingenieurswetenschappen - Ans Hoydonckx (
[email protected]): projectcoördinator Projectwebsites: - www.amazone.be - www.ingenieur-mv.be
11