. OPENBARE VERGADERING
DE RAAD VOOR VERKIEZINGSBETWISTINGEN VLAAMS-BRABANT
Inzake de O.C.M.W. - raadsverkiezingen van 2 januari 2007 in de gemeente Tielt-Winge.
1.PROCEDURE
Gelet op het verzoekschrift ingediend tegen ontvangstbewijs d.d. 5 januari 2007 van de heer René Thuys, de heer Marcel Vande Gaer, mevrouw Germaine Willems en de heer Victor Deschrijver, waarbij bezwaar wordt ingediend tegen de verkiezing van de heer Alfons Lemmens tot O.C.M.W.-raadslid te Tielt-Winge op 2 januari 2007; Gelet op het aangetekend schrijven d.d. 9 januari 2007 aan de verzoekers, waarin werd meegedeeld dat ze inzage kunnen nemen van het dossier; Gelet op het aangetekend schrijven d.d. 9 januari 2007 waarin de secretaris van de gemeente Tielt-Winge, de secretaris van het O.C.M.W Tielt-Winge, en diegenen die de voordrachtsakten hebben ondertekend, in kennis werden gesteld van dit verzoekschrift, een kopie hiervan hebben ontvangen, en werd meegedeeld dat men inzage kan nemen van het dossier; Gelet op het aangetekend schrijven d.d. 18 januari 2007 waarin de verzoekers, de secretaris van de gemeente Tielt-Winge, de secretaris van het O.C.M.W TieltWinge, en diegenen die de voordrachtsakten hebben ondertekend, ervan in kennis werden gesteld dat de Raad op 25 januari 2007 het ingediende verzoekschrift in behandeling zal nemen; Gelet op het verzoekschrift ingediend tegen ontvangstbewijs d.d. 10 januari 2007 van de heer Werner Goethuys en mevrouw Germaine Willems, waarbij eveneens bezwaar wordt ingediend tegen de verkiezing van de heer Alfons Lemmens tot O.C.M.W.-raadslid te Tielt-Winge op 2 januari 2007. Verzoekers baseren zich
2
hiervoor op het proces-verbaal van de verkiezing van de leden van het OCMW van de gemeente Tielt-Winge zoals dit werd voorgelezen op de installatievergadering van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn d.d. 5 januari 2007. Gelet op het aangetekend schrijven d.d. 18 januari 2007 waarin de secretaris van de gemeente Tielt-Winge, de secretaris van het O.C.M.W Tielt-Winge, en diegenen die de voordrachtsakten hebben ondertekend, in kennis werden gesteld van dit tweede verzoekschrift, een kopie hiervan hebben ontvangen, en ervan in kennis werden gesteld dat de Raad op 25 januari 2007 het verzoekschrift in behandeling zal nemen; Gelet op het besluit van de Raad voor Verkiezingsbetwistingen Vlaams-Brabant d.d. 25 janauari 2007 waarin de verzoekschriften van respectievelijk de heer René Thuys, de heer Marcel Vande Gaer, mevrouw Germaine Willems en de heer Victor Deschrijver en het verzoekschrift van de heer Werner Goethuys en mevrouw Germaine Willems ambtshalve worden samengevoegd teneinde over beide zaken bij eenzelfde beslissing uitspraak te doen. De partijen zijn van dit besluit in kennis gesteld per aangetekende brief d.d 26 januari 2007, en hebben hiervan een kopie ontvangen. Gelet op de volgende stukken: - De bovenvermelde verzoekschriften d.d. 5 januari 2007 en d.d. 10 januari 2007; - Het dossier betreffende de verkiezing van de O.C.M.W-raadsleden opgestuurd door het gemeentebestuur van Tielt-Winge d.d. 5 januari 2007, omvattende o Twee kopieën van het proces-verbaal d.d. 2 januari 2007 van de verkiezing van de leden van de Raad van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn o De 3 voordrachtsakten o De geloofsbrieven van de 17 kandidaat-werkende leden o De geloofsbrieven van de 25 opvolgers o De stembrieven (nagezonden op 12 januari 2007) - De ontslagbrief van de heer Alfons Lemmens, ons aangetekend opgestuurd door de gemeente Tielt-Winge op datum van 9 januari 2007 - Het schrijven d.d. 19 januari 2007 van de heer René de Keyzer, gemeentesecretaris van Tielt-winge, betreffende deze zaak. - De 2 stukken van de heer Beeken, ingediend d.d. 24 januari 2007 waaruit blijkt dat tijdens de gemeenteraad d.d. 18 januari 2007 kennis werd genomen van het ontslag van de heer Lemmens als gemeenteraadslid en dat op de website van de gemeente Tielt-Winge, de heer Lemmens nog als gemeenteraadslid vermeld staat. - De memorie van de heer Victor Deschrijver ingediend op de zitting van 25 januari 2007. Gelet op de uiteenzetting van de zaak door Wouter Blomme, verslaggever; Gelet op de mondelinge toelichting ter zitting van de heer Rudi Beeken;
3
Gehoord in openbare zitting d.d. 25 januari 2007; Overwegende dat er nog geen dertig dagen verlopen zijn sinds de indiening van het verzoekschrift;
2. ONTVANKELIJKHEID
2.1. Verzoeker Overwegende dat enkel gemeenteraadsleden en de personen die voorkomen op de voordrachtsakte vermeld in artikel 11§1 van de O.C.M.W-wet gerechtigd zijn om bezwaar in te dienen; Overwegende dat wat de eerste klacht betreft twee verzoekers, de heer Victor Deschrijver en de heer Marcel Vande Gaer gemeenteraadslid zijn, en dat alle vier verzoekers voorkomen op de voordrachtsakte vermeld in artikel 11§1 van de O.C.M.W-wet, en bijgevolg allen over de vereiste hoedanigheid beschikken; Overwegende dat wat de tweede klacht betreft, beide verzoekers voorkomen op de voordrachtsakte vermeld in artikel 11§1 van de O.C.M.W-wet, en bijgevolg beide over de vereiste hoedanigheid beschikken; 2.2. Verzoekschrift Overwegende dat het eerste verzoekschrift is ingediend op 5 januari 2007, derhalve binnen de termijn van vijf dagen die volgt op de afkondiging van de verkiezingsuitslag. Overwegende dat dit verzoekschrift de naam en woonplaats vermeldt van verzoekers, dat het door verzoekers is ondertekend en het het voorwerp van het bezwaar vermeldt; Overwegende dat het eerste verzoekschrift derhalve ontvankelijk is; Overwegende dat het tweede verzoekschrift binnen een redelijke termijn is ingediend en verzoekers diligent zijn opgetreden; Overwegende dat het tweede verzoekschrift derhalve ontvankelijk is;
3. GEGRONDHEID 3.1. eerste verzoekschrift
4
Overwegende dat verzoekers klacht indienen op grond van volgende vier middelen: 1) Tot op heden zou de voorzitter van de gemeenteraad de O.C.M.Wraadsverkiezingen nog niet hebben afgekondigd. 2) De regels betreffende het ontslag van een gemeenteraadslid (artikel 15 en 16 van het gemeentedecreet) zijn niet nageleefd. Zo zou: a) het ontslag niet ter kennis zijn gebracht aan de gemeenteraad, zou b) de heer Alfons Lemmens nog deelgenomen hebben aan stemmingen terwijl hij geen gemeenteraadslid meer zou zijn, en zou c) er geen opvolger aangeduid zijn. 3) Artikel 10 van de O.C.M.W-wet, bepaalt dat de O.C.M.W-raad ten hoogste uit één derde mag bestaan uit gemeenteraadsleden die hun mandaat binnen de gebiedsomschrijving van het O.C.M.W uitoefenen. De heer Alfons Lemmens zou nog steeds gemeenteraadslid zijn, waardoor er momenteel vier gemeenteraadsleden in de O.C.M.W-raad zetelen. 4) Artikel 20quater van de O.C.M.W-wet bepaalt dat een verkozen lid van de O.C.M.W-Raad dat zich op het ogenblik van de installatievergadering in een situatie bevindt die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de O.C.M.W.raad, kan de eed niet afleggen en wordt bijgevolg geacht afstand te doen van het aan hem toegekende mandaat. De heer Alfons Lemmens heeft echter wel zijn eed afgelegd, en is tot voorzitter van de O.C.M.W –raad verkozen. Overwegende dat wat het eerste middel betreft, in het PV van de gemeenteraad van 2 januari 2007 onder “punt 11. Verkiezing van de leden van de Raad van het Openbar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (openbare zitting, geheime stemming)” vermeld wordt: “De voorzitter van de gemeenteraad kondigt de verkiezingsuitslag af in openbare zitting.” Overwegende dat het proces-verbaal een officieel stuk is, dat werd ondertekend door de burgemeester, de gemeentesecretaris en door de jongste gemeenteraadsleden-bijzitters; Overwegende dat in de brief d.d. 19 januari 2007 van de heer De Keyzer, gemeentesecretaris, wordt gesteld dat voor de afkondiging van de verkiezingsuitslag, de voorzitter een beroep deed op de heer De Keyzer, gelet op het rumoer in de zaal. Dat blijkt dat de afkondiging van de verkiezingsuitslag in openbare zitting is gebeurd. Overwegende dat verzoekers geen elementen van bewijs aanbrengen die dit ontkrachten; Overwegende dat het eerste middel ongegrond is;
5
Overwegende dat wat het tweede middel betreft, naar aanleiding van verschillende vragen over het verloop van de verkiezingen van de OCMW-raad, inzonderheid betreffende de regel dat de OCMW-raad ten hoogste voor 1/3 uit gemeenteraadsleden bestaat, de Permanente Werkgroep Juridische aangelegenheden van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur in vergadering van 14 december 2006 volgend standpunt hieromtrent heeft ingenomen: “Tijdens de vergadering werden verschillende problemen/vragen besproken i.v.m. de installatievergaderingen van de gemeenten en/of ocmw’s. Volgende case werd voorgelegd. Op 2 januari vindt de installatievergadering van de gemeenteraad plaats. Op deze raad worden ook de OCMW-raadsleden verkozen. De regel dat de raad voor maatschappelijk welzijn ten hoogste voor één derde mag bestaan uit gemeenteraadsleden van de betrokken gemeente, is behouden gebleven. Volgende situatie zal zich in een gemeente voordoen: 4 gemeenteraadsleden zullen op de installatievergadering van 2 januari 2007 verkozen worden als OCMW-raadsleden. Op 5 januari 2007 vindt de installatievergadering van de OCMW-raad plaats. Slechts 3 van de 4 gemeenteraadsleden zullen deel kunnen uitmaken van de OCMW-raad. Eén van de betrokken gemeenteraadsleden wil wel afstand doen van zijn mandaat als gemeenteraadslid zodat hij ocmw-raadslid kan worden. Hoe en wanneer moet dit in de praktijk gebeuren? De persoon in kwestie wil niet reeds op 2 januari 2007 afstand doen van zijn mandaat als gemeenteraadslid. Volgens de leden van de PWJA is volgend scenario mogelijk: Op de installatievergadering legt het betrokken raadslid de eed af als gemeenteraadslid. Nadien worden tijdens dezelfde vergadering ook de leden van de ocmw-raad verkozen. Indien betrokkene verkozen wordt als ocmw-raadslid kan hij tijdens de installatievergadering ontslag nemen als gemeenteraadslid. Als tijdens de installatievergadering van de gemeenteraad kennis genomen wordt van het ontslag, kan belanghebbende zich zonder problemen tijdens de installatievergadering van de ocmw-raad laten installeren als ocmw-raadslid. “
Overwegende dat als bij de O.C.M.W-raadsverkiezingen de O.C.M.W-raad voor meer dan één derde zou bestaan uit gemeenteraadsleden, een gemeenteraadslid zijn ontslag dus kan indienen op de installatievergadering van de gemeenteraad op 2 januari 2007, en dit op de volgende manier: 1) De betrokken persoon laat zich beëdigen als gemeenteraadslid op de installatievergadering d.d. 2 januari 2007; 2) Vervolgens wordt deze persoon verkozen als OCMW-raadslid tijdens de installatievergadering d.d. 2 januari 2007;
6
3) Ter zitting d.d. 2 januari 2007 neemt het gemeenteraadslid ontslag (als gemeenteraadslid) en de gemeenteraad neemt hiervan onmiddellijk kennis; 4) D.d. 5 januari 2007 kan de installatie van de OCMW-raad (met een correcte samenstelling )zonder beletsel plaatsvinden;
Overwegende dat de gemeente Tielt-Winge deze werkwijze, voorgesteld door de Permanente Werkgroep Juridische Aangelegenheden, heeft gevolgd. Het ontslag is schriftelijk ter kennis gebracht aan de gemeenteraad op 2 januari 2007. De gemeenteraad was verplicht kennis te nemen van dit geldig ingediend ontslag, en was niet bevoegd om over de aanvaarding van het ontslag te beraadslagen of dit ontslag te weigeren. Deze brief moest dan ook niet aanzien worden als een bijkomend agendapunt, dat bij hoogdringendheid moest geagendeerd worden.
Overwegende dat de Raad van State bovendien stelt dat wanneer een ontslag schriftelijk wordt ingediend, wat in casu het geval is, de gemeenteraad wel akte moet nemen van dat ontslag, maar dat dat geen bespreking of besluitvorming vereist zodat de akteneming niet vooraf geagendeerd moet zijn (R.v.St., Verwimp, nr. 49.114, 20 september 1994);
Overwegende dat deze rechtspraak van de Raad van State ook bevestigd wordt in de rechtsleer waar gesteld wordt dat het ontslag schriftelijk moet worden ingediend en de gemeenteraad het ter zitting moet behandelen, zelfs indien dit punt niet op de agenda werd geplaatst. De gemeenteraad kan enkel akte nemen van het ontslag, maar kan het niet weigeren.
Overwegende dat het proces-verbaal van de gemeenteraad d.d. 2 januari 2007 vermeldt: “Aangezien het aantal verkozen gemeenteraadsleden het maximum (3) van één derde overschrijdt, voorzien bij art. 10 van de organieke wet, navermelde leden zich bevinden in een geval van onverenigbaarheid met toepassing van het gewijzigde art. 15. Het betreft Alfons Lemmens die vervolgens afstand doet van zijn mandaat als raadslid bij de gemeente bij schrijven waarvan de gemeenteraad nu akte neemt.” Overwegende dat de gekozen terminologie “afstand van mandaat” niet anders kan gelezen worden als “ontslag” als gemeenteraadslid, temeer daar afstand van mandaat als OCMW-raadslid van rechtswege is;
Overwegende dat wat betreft de opmerking dat de heer Alfons Lemmens na het indienen van zijn ontslagbrief zou zijn blijven zitten en nog zou deelgenomen hebben aan stemmingen, een ontslagnemend gemeenteraadslid zijn functie blijft uitoefenen totdat in zijn vervanging is voorzien (zie Praktisch Handboek voor Gemeenterecht). Overwegende dat de heer Alfons Lemmens niet onmiddellijk
7
kon worden vervangen, zodat hij nog steeds gerechtigd was om deel te nemen aan de vergadering van de gemeenteraad en aan de stemming.
Overwegende dat de verzoekers aanhalen dat de opvolger van de heer Alfons Lemmens, die in het publiek aanwezig zou geweest zijn, niet onmiddellijk werd geïnstalleerd als raadslid. Overwegende dat het inderdaad zo is dat, als een mandaat van raadslid openstaat, de opvolger zo vlug mogelijk moet worden geïnstalleerd, maar nergens wordt bepaald dat dit tijdens de zitting zelf moet zijn. Het was nog niet helemaal duidelijk wie de opvolger zou worden. Het was onzeker dat de eerste opvolger, die net verkozen was tot O.C.M.W-raadslid het mandaat zou aanvaarden zodat de tweede opvolger van de heer Alfons Lemmens opgeroepen moest worden. Bovendien moet alvorens de opvolger kan geïnstalleerd worden, de gemeenteraad een aanvullend onderzoek doen van zijn geloofsbrieven. Door het onverwachte ontslag van de heer Alfons Lemmens, waren deze voorbereidingen niet kunnen gebeuren;
Overwegende dat het tweede middel ongegrond is;
Overwegende dat wat het derde en vierde middel betreft, deze middelen zonder voorwerp worden, aangezien de heer Alfons Lemmens wel degelijk een geldig ontslag als gemeenteraadslid heeft ingediend, en op 5 januari 2007, tijdens de installatievergadering van de O.C.M.W- raad, geen gemeenteraadslid meer was. Artikel 20quater O.C.M.W-wet komt dan ook gewoon niet ter sprake, de heer Alfons Lemmens moest helemaal geen afstand doen van zijn mandaat en mocht zijn eed afleggen.
Overwegende dat het derde en vierde middel ongegrond zijn;
3.2. tweede verzoekschrift Overwegende dat verzoekers klacht indienen op grond van volgende drie middelen: 1) “De afstand van mandaat waarvan het P.V. spreekt kan dus geen afstand van mandaat als verkozen gemeenteraadslid zijn (art. 9 gemeentedecreet), nu betrokkene zich liet installeren als gemeenteraadslid en bovendien het schriftelijke stuk aan de burgemeester werd bezorgd en niet aan de gemeentesecretaris. Moet dit stuk dan niet aanzien worden als een afstand van mandaat als verkozen lid van de raad voor maatschappelijk welzijn in de zin van artikel 20quater van de organieke wet, dan wel in de zin van artikel 10-15 van de organieke wet?”
8
2) Tijdens de installatievergadering van de OCMW-raad verklaarde de voorzitter van de gemeenteraad tegen het P.V. in dat de gemeenteraad akte zou genomen hebben van een ontslagbrief en zij iemand zou gevraagd hebben om in haar plaats de verkiezingsuitslag af te kondigen in openbare zitting. Zij zou niemand gevraagd hebben om deze uitslag af te kondigen, waardoor dit niet gebeurd zou zijn. Bovendien zou zij de gemeenteraad hebben voorgesteld een agendapunt toe te voegen aan de vergadering aangaande een aan haar onder gesloten omslag afgegeven brief, hetgeen niet aanvaard werd door de gemeenteraad.
3) De heer Lemmens zou nog aanzien moeten worden als gemeenteraadslid, aangezien hij de procedure zoals voorzien in artikel 15 van het gemeentedecreet niet zou gevolgd hebben. Bovendien zou de heer Lemmens tijdens de installatievergadering nog hebben deelgenomen aan de beraadslaging en stemming en zou zijn opvolger niet zijn uitgenodigd de plaats van de heer Lemmens in te nemen, hoewel hij in het publiek aanwezig zou zijn geweest.
Overwegende dat deze middelen inhoudelijk overeenstemmen met de middelen die in het eerste verzoekschrift werden aangehaald;
Overwegende dat deze middelen daar ongegrond werden bevonden en bijgevolg het verzoekschrift van heer Werner Goethuys en mevrouw Germaine Willems zonder voorwerp is geworden;
De Raad stelt tenslotte vast dat de zaak in essentie is te herleiden tot de kwestie of de heer Alfons Lemmens op de zitting van de gemeenteraad van 2 januari 2007 na zijn eedaflegging al dan niet ontslag heeft genomen als gemeenteraadslid. Uit alle elementen van het dossier kan volgens de Raad alleen maar worden afgeleid dat dit inderdaad het geval is. Hij heeft zijn ontslagbrief op de gemeenteraad van 2 januari 2007 afgegeven en er kan geen twijfel over bestaan dat de gemeenteraad er ook kennis van heeft genomen. Meer was niet nodig, de gemeenteraad had er geen beslissing over te nemen. De kwestie diende zelfs niet geagendeerd te worden, al of niet met hoogdringendheid. Hier moest de zaak door de voorzitter van de gemeenteraad gewoon zijn afgesloten geweest met de mededeling van het ontslag. Door op de niet aan de orde zijnde agendering en hoogdringendheid in te gaan, heeft zij zich nodeloos vastgereden. Deze tekortkoming verhindert echter niet dat het schriftelijk ontslag van de heer Alfons Lemmens er wel degelijk was en de gemeenteraad er kennis van heeft genomen op 2 januari 2007.
De Raad stelt jammer genoeg vast en betreurt dat de gemeentelijke overheden bij de afhandeling van de kwestie van het ontslag van de heer Alfons Lemmens als gemeenteraadslid tijdens de installatievergadering van de gemeenteraad
9
geen blijk hebben gegeven van professioneel en deskundig gedrag en inzicht. Een beetje alerte reactie had kunnen voorkomen dat hier “een zaak” van kwam.
BESLIST
Artikel 1 Het bezwaar ingediend door de heer René Thuys, de heer Marcel Vande Gaer, mevrouw Germaine Willems, en de heer Victor Deschrijver en het bezwaarschrift ingediend door de heer Werner Goethuys en mevrouw Germaine Willems worden verworpen. Artikel 2 De Raad voor Verkiezingsbetwistingen heeft vastgesteld dat de kiesverrichtingen correct zijn verlopen en dat het uitroepen van de gekozen raadsleden en de opvolgers gedaan werd overeenkomstig de bepalingen van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals gewijzigd door het decreet tot wijziging van de organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn d.d. 7 juli 2006 en overeenkomstig het besluit van de Vlaamse regering van 17 november 2006 betreffende de voordrachtsakte en de verkiezing van de leden van de raden voor maatschappelijk welzijn. Artikel 3 De O.C.M.W-raadsverkiezing te Tielt-Winge, zoals omschreven in het procesverbaal betreffende de kiesverrichtingen die op 2 januari 2007 hebben plaatsgevonden, wordt geldig verklaard. Artikel 4 Binnen drie dagen wordt deze beslissing conform artikel 18 van de O.C.M.W-wet ter kennis gebracht met een per post aangetekende brief aan de verzoekers, aan diegenen die de voordrachtsakten hebben ondertekend, aan de gemeenteraad van Tielt-Winge, en aan de raad voor maatschappelijk welzijn van Tielt-Winge. Artikel 5 Binnen acht dagen na de kennisgeving van deze beslissing, kunnen de betrokkenen inzage nemen van het dossier op het secretariaat van de Raad voor Verkiezingsbetwistingen. Artikel 6 Overeenkomstig artikel 18 van de O.C.M.W-wet kan tegen deze beslissing van de Raad voor Verkiezingsbetwistingen binnen acht dagen na de kennisgeving beroep worden ingesteld bij de Raad van State, Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.
10
Leuven, in openbare zitting van 31 januari 2007.
De heer Lucien Renders Voorzitter
……………….
Mevrouw Kaat Leus Lid
………………….
De heer Wouter Blomme Lid
Mevrouw Kris Vermeersch Secretaris.
…………………….
…………………..