s
Naktuinbouwnieuws verschijnt vier keer per jaar
Wijziging door nieuwe ZPW:
jaargang 6 • no. 23 • september 2005
n i e u w Eén loket voor kwekersrecht, registratie en toelating Naar verwachting treedt in 2006 de Zaaizaad- en Plantgoedwet 2005 (ZPW 2005) in werking, welke de huidige Zaaizaad- en Plantgoedwet die uit 1967 stamt vervangt. Een belangrijke verandering is de instelling van de Raad voor Plantenrassen. Deze Raad is voortaan verantwoordelijk voor de verlening van nationaal kwekersrecht, de toelating van rassen van landbouw- en groentegewassen en de toelating en registratie van bosbouwrassen en -opstanden.
e Raad voor Plantenrassen gaat na de inwerkingtreding van de nieuwe ZPW de taken uitvoeren die op dit moment door de volgende organisaties worden gedaan: • de Raad voor het Kwekersrecht (te weten: kwekersrechtverlening en registratie op basis van identiteitsonderzoek); • de Commissie voor de samenstelling van de Rassenlijst voor Landbouwgewassen (te weten: de toelating van landbouwrassen mede op basis van cultuuren gebruikswaarde); • de Commissie voor de Samen-
D
•
stelling van de Rassenlijst voor Bosbouwgewassen (te weten: de toelating van rassen en opstanden van bosbouwgewassen op basis van cultuur- en gebruikswaarde); de Commissie Toelating Groenterassen op wiens advies de Minister van LNV beslist (te weten: de toelating van groenterassen met behulp van de zogenaamde B-lijst).
Bureau voor Plantenrassen De samenvoeging van de vier bovengenoemde instanties tot één beslisorgaan heeft tot gevolg dat ook de ondersteunende
bureaus worden samengevoegd tot één ondersteunend bureau: het Bureau voor Plantenrassen. Het personeel van dat bureau, dat hiërarchisch gezien onder de directie Juridische Zaken van het Ministerie van LNV valt, is in Rijksdienst. Het ligt in de bedoeling om het Bureau te bemensen met het huidige personeel van het secretariaat van de Raad voor het Kwekersrecht en deze aan te vullen met agronomen (de vaste deskundigen) van het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN).
De auteur van dit ZPW-artikel, Krieno Fikkert, is algemeen secretaris van de Raad voor Plantenrassen
Beslissingsfase Plant Keur In het project Plant Keur is in beeld gebracht welke consequenties verbonden zijn aan het eventueel overhevelen
vervolg op pag. 7
van inspectietaken import/export van de buitendienst van
Koningin decoreert Koning Rob Koning is benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Burgemeester mr. M.J.H. Marijnen van zijn woonplaats Roosendaal reikte de onderscheiding uit tijdens de afscheidsbijeenkomst van de secretaris. Dit gebeurde op vrijdag 26 augustus jl. in de aanwezigheid van familie, bestuursleden, medewerkers, vertegenwoordigers van vakorganisaties uit het tuinbouwbedrijfsleven, en functionarissen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Lees verder op pagina 2.
de Plantenziektenkundige Dienst (PD) naar de vier keuringsinstellingen; Naktuinbouw, BKD, KCB en NAK.
ind september valt het besluit over het voorgestelde keuringsstelsel. Ook is in de afgelopen maanden vastgesteld welke activiteiten er in de toekomst bij de overheid (LNV/PD) ondergebracht en door de overheid uitgevoerd moeten worden. Het betreft onder meer survey- en monitoringprogramma’s, uitroeiingacties en coördinatie diverse internationale programma’s en onderhoud internationale contacten.
E
Rol Naktuinbouw Voor Naktuinbouw en de teeltmateriaalsector tuinbouw begint ook duidelijker te worden welke taken in de overhevelingdiscussie zijn betrokken. vervolg op pag. 7
In dit nummer Afscheid en introductie Secretaris
2
Controle bij tuincentra Oppervlakte 1e jaars plantuien stabiel
3
Keuringsaanpak Hosta Virus X Onderzoek virus in roos
4
Q-waardige organismen Areaal groentezaad Handleiding Plantenpaspoort
5
Toets Bruikbare Planten Onderzoek virus in roos (vervolg)
6
Vervolg hoofdartikelen voorpagina Seed Sampling Course (Vakopleiding)
7
Horti Fair 2005 Kiewiet: ‘Chevalier du Mérite Agricole’ Plantenpaspoortplicht Zaden uitgesteld Agenda 2005
8
2 nieuws Bestuur
Geanimeerd afscheid van Rob Koning Woorden schieten tekort Wat een dag, welk een afscheid! 26 augustus 2005: bijzonder en niet vanzelfsprekend.
anaf de eerste minuut geen plichtmatigheden, maar een warme, hartelijke en persoonlijke toonzetting. Zo onder vrienden te mogen terugkijken op bijna 33 jaar keuringsdiensten, is voorwaar een voorrecht. Tegelijkertijd krijgen de woorden “partir, c’est mourir un peu” een herkenbare dimensie. Wij waren en zijn zeer onder de indruk van de overweldigende belangstelling, de meer dan vriendelijke woorden (uitgesproken en geschreven) en de prachtige cadeaus. En om dan op zo een dag ook nog een Koninklijke Onderscheiding in ontvangst te mogen nemen, maakt een mens stil en geroerd.
V
Aan allen, die op welke wijze ook van hun belangstelling blijk hebben gegeven, zeggen wij van harte en welgemeend: onze dank is buitengewoon groot! U heeft er voor ons en ons gezin een onvergetelijke dag van gemaakt. Mijn werk bij de keuringsdiensten heb ik altijd met veel plezier gedaan. Dat plezier zal in de komende jaren ongetwijfeld blijven in mijn werk bij Vermeerderingstuinen Nederland, immers geënt op de virusvrije onderstam NAKB®! Het ga u allen goed, tot ziens en voor nu: houdoe en bedankt! Rob en Len Koning
De nieuwe secretaris: Remy Broenink Per 1 september jl. is mr. Remy Broenink benoemd als secretaris van Naktuinbouw.
roenink (44) trad in 1989 in dienst als juridisch medewerker en assistent van Rob Koning op het gezamenlijk secretariaat van de rechtsvoorgangers NAKB, NAKG en NAKS, toentertijd gevestigd in Den Haag. Bij de totstandkoming van Naktuinbouw is hij in 2000 benoemd tot adjunct-secretaris, welke functie hij tot 1 september heeft uitgeoefend.
B
Als secretaris van Naktuinbouw is Broenink onder meer belast
met de begeleiding, het beheer en onderhoud van de bestuurlijke organisatie, de voorbereiding en nabewerking van vergaderingen en de daaruit voortvloeiende aangelegenheden die de Adviescommissies, de Sectorbesturen en het Stichtingsbestuur aangaan, het behandelen van wetstechnische en regelgeving-aangelegenheden, de behandeling van juridische dossiers, de bestuurlijke communicatie en het onderhouden van de contacten met het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit en andere toezichthoudende organen. Verder is Broenink de vertegenwoordiger van het bestuur in de algemene vergadering van aandeelhouders terzake van de deelnemingen van Naktuinbouw (waaronder ECAS BV) en ziet hij toe op de correcte uitvoering van de door of namens het bestuur genomen besluiten.
NA K B
NA K S
3 nieuws Keuringen
Controle uitgangsmateriaal bij tuincentra Met de kwaliteit van plantuitjes, groenteplanten, rozen, freesiaknollen en nerinebollen is het bij tuincentra matig gesteld. De kwaliteit was duidelijk beter bij bos- & haagplantsoen en fruitgewassen. Wel zijn onvolkomenheden in documentatie vastgesteld. it blijkt uit de controles die verspreid over het land in het voorjaar 2005 zijn uitgevoerd bij ruim 250 verkooppunten. Op deze punten wordt teeltmateriaal verhandeld bestemd voor de nietprofessionele afnemers.
D
Verkooppunten In Nederland wordt op meer dan 6.000 locaties uitgangsmateriaal verhandeld. Veelal betreft dit alleen zaden, maar met name bij tuincentra en bouwmarkten worden behalve zaden onder meer ook bomen, heesters, vaste planten, groenteplanten en freesiaknollen verhandeld. Al het aanwezige teeltmateriaal bij deze verkooppunten valt onder het wettelijke keuringstoezicht van Naktuinbouw. Van de in totaal 254 bezochte bedrijven betrof het 65 landelijk georganiseerde tuincentra, 128 plaatselijk of regionaal gevestigde tuincentra, 43 particuliere verkooppunten en 4 landelijk georganiseerde bouwmarkten.
Oriënterende controles Teeltmateriaal dat bestemd is voor de niet-professionele afnemers dient ook aan de kwaliteitsen fytosanitaire voorwaarden te voldoen die in EU-voorschriften zijn vastgelegd. Tot voor 2005
waren, met uitzondering van de controles op zaden, de controles vooral gericht op teeltmateriaal bestemd voor de professionele sector. In 2005 is voor het eerst gekozen voor een actievere benadering van de amateursector. Op de verkooppunten zijn daarom oriënterende controles uitgevoerd door de Naktuinbouwkeurmeesters.
Documentatie krijgt onvoldoende Aandachtspunten waren op de eerste plaats de kwaliteit en de gezondheid. Daarnaast is gekeken naar bewaaromstandigheden, verzorging, kenmerking en documentatie. Op ongeveer 5% van de bedrijven is een onvoldoende kwaliteit aangetroffen. Dit verschilde sterk per type uitgangsmateriaal. Voor een deel had dit ook te maken met het tijdstip van het bezoek. Zo zijn over plantuitjes, groenteplanten, rozen, freesiaknollen en nerinebollen meer opmerkingen gemaakt dan over bos- en haagplantsoengewassen en fruitgewassen. De gezondheid is op een enkele uitzondering na als voldoende beoordeeld. Met de kenmerking (naamaanduiding), de documentatie en het plantenpaspoort (daar waar relevant), was het minder goed gesteld.
Met name bij de groenteplanten en boomkwekerijgewassen is vastgesteld dat dit, variërend van 20 tot 60% niet in orde is. Gevolg hiervan is dat de herkomst moeilijk traceerbaar is, wanneer problemen zich voordoen.
Informatie Tijdens de controles is naast algemene informatie ook informatie overhandigd over het doel van deze controles en waar nodig door de Naktuinbouwkeurmeesters mondeling toegelicht. Bijna alle verkooppunten hebben positief gereageerd op de controles.
Vervolg Voor het seizoen 2006 wordt aan de hand van de bevindingen in 2005 een meer gerichte controleaanpak uitgewerkt.
Oppervlakte van 1e jaars plantuien nagenoeg gelijk Nog steeds is het ras Stutt-
uien ras. Op meer dan de
erder is er een forse toename van het areaal van het ras Sturon en een flinke afname van de rassen Centurion, Setton, Jetset en Jagro. Dit blijkt uit de opgaven van de producenten.
helft van het areaal wordt
Keuringen
garter Riesen met 859,8 hectare het grootste plant-
dit ras geproduceerd. Ten opzichte van 2004 is er van dit ras een toename van ruim 47 ha. gerealiseerd.
V
Bedrijven die plantuien produceren voor de verhandeling moeten alle percelen waarop eerstejaars plantuien worden geproduceerd aan Naktuinbouw opgeven. Alle percelen worden intensief door de Naktuinbouw-keurmeester gekeurd. Met name wordt gelet
op rasechtheid, raszuiverheid, witrot, stengelaaltjes en valse meeldauw. Evenals vorig seizoen is dit seizoen ook weer de mogelijkheid geboden een extra tweede veldkeuring op valse meeldauw uit te laten voeren. Deze extra controle vindt vlak voor het oogsten plaats.
Productiegebieden Ten aanzien van de productiegebieden is er een afname van het areaal in de Flevopolder. De toename in de overige gebieden is vooral veroorzaakt door de productie in Frankrijk.
Keurmeester inspecteert groenteplanten bij Intratuin Ter Aar
Ras Alpha Birnförmige Braunschweiger dunkel Centurion Csardas Delta Diversen Electric Exhibition Forum Hercules Hyred Jagro Jaune paille des Vertus Jetset Karmen Marimba N.H. Bloedrode-Comred Piroska Radar Red Baron Rumba Senshyu Yellow Setton Shakespeare Snowball Stur BC 20 Sturon Stuttgarter Riesen Swift Vsetana White Ebenezer-Silvermoon Totaal
2005 7,3 ha 4,4 ha 2,0 ha 94,5 ha 18,6 ha 2,5 ha 23,1 ha 2,3 ha 0,1 ha 7,4 ha 32,8 ha 7,9 ha 32,4 ha 5,4 ha 33,2 ha 18,4 ha 5,0 ha 3,5 ha 11,5 ha 4,7 ha 36,5 ha 35,8 ha 11,9 ha 64,7 ha 4,3 ha 32,3 ha 3,5 ha 244,2 ha 859,8 ha 0,8 ha 16,6 ha 1,3 ha 1.628,7 ha
2004 13,1 ha 4,0 ha 5,7 ha 122,7 ha 11,3 ha 1,0 ha 37,2 ha 2,3 ha 0,1 ha 2,3 ha 30,9 ha 3,6 ha 45,5 ha 4,6 ha 45,6 ha 20,7 ha 5,2 ha 8,8 ha 13,3 ha 6,3 ha 42,3 ha 32,7 ha 11,7 ha 80,5 ha 6,3 ha 30,8 ha 3,0 ha 191,3 ha 812,3 ha 1,9 ha 29,5 ha 8,8 ha 1.635,3 ha
2003 19,0 ha 4,0 ha 2,7 ha 111,0 ha 16,0 ha 2,1 ha 36,5 ha 3,1 ha 0,1 ha 0,0 ha 14,6 ha 1,1 ha 28,6 ha 2,5 ha 31,4 ha 23,6 ha 8,0 ha 10,1 ha 8,6 ha 7,6 ha 34,5 ha 34,8 ha 14,5 ha 117,2 ha 6,5 ha 30,4 ha 2,0 ha 182,3 ha 700,9 ha 3,8 ha 15,2 ha 5,7 ha 1.478,4 ha
Teeltgebieden Flevopolder Goeree-Overflakkee Noord-Holland NOP Zeeland + West-Brabant Zuid-Holland Overige gebieden Totaal
2005 261,2 ha 84,6 ha 23,1 ha 576,5 ha 207,6 ha 268,2 ha 207,5 ha 1.628,7 ha
2004 320,9 ha 85,4 ha 24,2 ha 571,5 ha 225,2 ha 277,6 ha 130,5 ha 1.635,3 ha
2003 399,4 ha 94,7 ha 8,9 ha 526,1 ha 180,0 ha 238,5 ha 30,8 ha 1.478,4 ha
4 nieuws Keuringen / Laboratoria
Keuringsaanpak Hosta Virus X Vaste Plantenkwekers, KBGBB, PPO en Naktuinbouw hebben de strijd aangebonden tegen het Hosta Virus X (HVX). Na gedegen onderzoek, ontwikkeling van een toets en onderling overleg is de keuringsaanpak voor 2005 bepaald.
n 2004 werden de exporteurs van Hosta’s naar de USA in toenemende mate geconfronteerd met klachten over door het HVX aangetast plantmateriaal. Het virus kan in bepaalde rassen symptomen geven in de vorm van vlekken/strepen op het blad. De verzamelaars van Hosta’s zijn erg beducht voor door dit virus aangetast plantmateriaal. Deze liefhebbers zetten de grote verkoopketens onder druk om gezonde Hosta’s te leveren. Deze eis wordt vervolgens neergelegd bij de Nederlandse exporteurs, die een belangrijk deel van de USA-Hosta’s leveren.
Hostakwekers bezoeken Moederplantentuin
I
Onderzoek Najaar 2004 is er een onderzoek opgestart om te inventariseren
uit het lopend onderzoek over eventuele verspreiding door risicohandelingen tijdens de teelt en verdere bewerking toegelicht. Ook zijn de toetsmogelijkheden op HVX door Elles Meekes (Naktuinbouw Laboratoria) uitgelegd. Na een pauze waarbij de aanwezigen een bezoek konden brengen aan het gezondheidslaboratorium
worden opgezuiverd (doordat symptomen niet meer zichtbaar zijn), dan wordt de vastlegging omgezet in een afkeuring. Daar deze visuele keuringen maar beperkt zijn, omdat het virus daarnaast ook nog in partijen kan voorkomen zonder symptomen te geven (zogenaamd ‘latent’ aanwezig zijn), wordt er komend afleveringsseizoen een systeem geïntroduceerd met ‘partijverklaringen’.
Vrijwillig partijrapport Bedrijven kunnen op vrijwillige basis een toetsing op HVX op een partij laten uitvoeren. De monstername wordt door de keurmeester uitgevoerd. Er worden 48 monsters uit een veldpartij genomen onder registratie van de partijgegevens. Na vaststelling van het percentage door HVX aangetast plantmateriaal wordt er door de keurmeester op verzoek van het bedrijf voor af-
levering uit de betreffende partij een ‘partijrapport’ uitgeschreven, waarop het percentage aangetaste planten staat aangegeven.
Meer weten? Voor meer informatie over het HVX kunt u terecht bij het team Keuringen Boomkwekerijgewassen te Raamsdonksveer, tel. (0162) 51 14 00 of e-mail:
[email protected]
Onderzoek virussen in roos Tussen 2000 en 2005 zijn op het Toetscentrum in Horst twee onderzoeksprojecten uitgevoerd aangaande virussen in roos. De projecten hebben meer duidelijkheid verschaft in twee problemen; virussen
Virusbeelden van Hosta Virus X in hoeverre HVX voorkomt in Nederland geteelde Hosta’s. Er zijn 4.000 monsters van tachtig verschillende cultivars genomen. In 600 monsters is een besmetting aangetoond. Verder wordt er onderzoek uitgevoerd naar de manier van verspreiding van dit virus.
Informatiebijeenkomst Op 15 juli jl. is er bij Naktuinbouw een informatiemiddag gehouden over het Hosta Virus X. Na de opening door de voorzitter van de Vereniging van Vaste plantenkwekers Gerard Susanne is er door Jack de Vroomen (exporteur op USA) een inleiding gehouden over de ervaringen en de gevolgen voor de export van Hosta’s door HVX-aantastingen. Door Pieter van Dalfsen en Toon Derks (PPO) is de stand van zaken
en de Moederplantentuin is de keuringsaanpak door Naktuinbouw bij de veldkeuring gepresenteerd door Jan Zondervan.
die in Nederland in geteelde rozen kunnen voorkomen en over de effecten die virusbesmettingen kun-
Keuringsaanpak 2005 Indien er bij de veldkeuring van Hosta’s in een partij zichtbare virussymptomen worden aangetroffen dan wordt de betreffende partij vastgelegd en wordt er opdracht tot opzuivering gegeven van alle planten met virussymptomen uit de partij. Na opzuivering dient de teler een vervolgkeuring aan te vragen. Wordt er door de keurmeester geconstateerd dat er voldoende is opgezuiverd dan wordt de partij weer vrijgegeven. Is er niet voldoende opgezuiverd dan blijft de partij vastgelegd en dient er een tweede opzuivering te worden uitgevoerd. Indien partijen niet tijdig
Virussymptomen in roos
nen hebben op de kwaliteit van enkele rassen.
Shirofugen
n het eerste project is onderzocht wat de effecten zijn van virusbesmetting op een aantal bekende cultivars (‘Korbin’, ‘Sunblest’ en ‘Exelsa’) op Rosa laxa-onderstam. Op een buitenperceel in Horst is een experimenteel veld aangelegd waarin de effecten van virusziekten op enkele rozencultivars kon worden gemeten. Van de genoemde cultivars zijn virusvrije en viruszieke ogen gezet. Er zijn virusisolaten gebruikt, zoals die in de praktijk kunnen voorkomen. Het experiment is in juli 2000 ingezet. In juli van dit jaar zijn de laatste waarnemingen verricht. Al snel na inzetten bleek ‘Exelsa’ vanwege zijn sterke groei niet geschikt te zijn voor het langdurig verrichten van waarnemingen. Vanaf 2003 zijn alleen nog
I
waarnemingen verricht aan ‘Korbin’ en ‘Sunblest’. Een van de belangrijkste conclusies is dat virusbesmette planten zeer heftige symptomen ontwikkelen, en zeer aan uitwendige kwaliteit inboeten (zie afbeelding). Het effect was waarneembaar in vrijwel 100% van de kunstmatig geïnfecteerde planten. Verder is gekeken naar effecten op onder meer het slagingspercentage van oculaties, de gemiddelde scheutlengte en het ontstaan van bloemkleurbreking. Alhoewel op dit moment een statistische analyse nog niet beschikbaar is, kan al wel worden gesteld dat negatieve effecten op de laatstgenoemde aspecten onder veldcondities in doorsnee gering waren. vervolg op pag. 6
Aandacht voor Q-waardige organismen
5
nismen die door de PD als Q-waardig is bestempeld. Deze galmug, welke onder meer zou kunnen voorkomen in bloemisterij- en
Ten opzichte van 2004 nam het in Nederland geteelde
groentegewassen, heeft geen EU Q-status,
areaal groentezaden af met 142,7 hectare. Dit blijkt uit de
maar bij het aantreffen in Nederland worden
jaargegevens van de Nederlandse groentezaadbedrijven.
wel officiële maatregelen getroffen (nultolerantie bij afleveren). aktuinbouw voert in opdracht van de Plantenziektenkundige Dienst (PD) inspecties in het kader van het afgeven van plantenpaspoorten. Hiertoe ontvangt Naktuinbouw jaarlijks instructies van de PD. Het gaat hierbij om organismen die binnen de Europese Unie (EU) de Q-status hebben (quarantaine-organismen). Daar zijn op dit moment negen organismen aan toegevoegd die door de PD ‘Q-waardig’ bevonden zijn. Dat zijn ziekten en plagen die geen EU Q-status hebben, maar waarvoor bij aantreffen in Nederland wel maatregelen getroffen worden. Op enige termijn
N
krijgen deze organismen een formele EU-status of de maatregelen worden ingetrokken. Eén van deze Q-waardige organismen, Contarinia maculipennis, wordt hieronder nader toegelicht (op basis van informatie, ontvangen van de PD).
Contarinia maculipennis Dit is een galmug, waarvan de larven vervormde of rottende bloemknoppen veroorzaken bij gewassen als Dendrobium, Hibiscus, Jasminum, tomaat, paprika en nog een aantal Solanaceae. De galmug (2 mm lang, met lange antennes) legt eitjes aan de top van de bloemknop. Hieruit ont-
wikkelen zich binnen 24 uur larven. Deze kruipen de knop in en zich voeden met het weefsel in de bloemknop. Ze worden in 5 tot 7 dagen tijd 2 mm lang en zijn witgeel. De knoppen gaan rotten en vallen af. De larven verpoppen zich in de bodem en na 14-21 dagen vliegen de galmuggen uit. Deze blijven niet meer dan vier dagen in leven. De hele levenscyclus duurt zo’n 24-28 dagen. De muggen vliegen vrij rond. Ze kunnen met planten en met verpakkingen meekomen uit de gebieden waar ze veel voorkomen. Te denken valt aan: Thailand, Cambodja, Hawaii, Japan en Florida.
Voor foto’s wordt verwezen naar website: http://www.extento.hawaii.edu/kbase/crop/Type/bloss_midgei.htm
Handleiding Plantenpaspoort aangepast Naktuinbouw heeft onlangs de handleidingen
•
voor het gebruik van plantenpaspoorten voor iedere sector aangepast aan de recente wijzigingen in de fytosanitaire regelgeving
•
vanuit Brussel. Het betreft relatief geringe aanpassingen. • edrijven die aan een aantal voorwaarden voldoen, zijn door de Naktuinbouw geautoriseerd om zelf “dagelijks” plantenpaspoorten te maken en te gebruiken bij de partijen zaad of planten die ze produceren. Voorwaarde voor de afgifte is dat het resultaat van de keuringen door Naktuinbouw positief moet zijn (“geen quarantaineziekten aanwezig”).
B
Handleidingen, waarvoor? Als hulpmiddel voor deze bedrijven geeft Naktuinbouw per sector (groente-, bloemisterij- en boomkwekerijgewassen) een korte handleiding plantenpaspoort uit. Deze is in de herfst van 2004 aan alle bedrijven toegestuurd en is ook op de website
van Naktuinbouw geplaatst: www.naktuinbouw.nl (zie Keuringen / Plantenpaspoort). In de handleiding worden de eisen samengevat waaraan het teeltmateriaal moet voldoen (op basis van de plantenpaspoortinstructies die Naktuinbouw hiervoor van de Plantenziektenkundige Dienst ontvangt).
Wijzigingen Onlangs zijn de handleidingen aangepast aan recente wijzigingen in de fytosanitaire regelgeving, waartoe in Brussel besloten is. Het betreft slechts geringe aanpassingen. De belangrijkste zijn: • Plantenpaspoortplicht voor zaden van tomaat, boon en zonnebloem (ingangsdatum uitgesteld tot 1 mei 2006);
•
eisen ten aanzien van toetsing en levering bacterievuur waardplanten met code ZP-b2 (zie ook Naktuinbouwnieuws van juni 2005, pag. 4); eisen ten aanzien van export waardplanten Phytophthora ramorum en P. kernoviae naar Canada en VS (zie ook Naktuinbouwnieuws van juni 2005, pag. 4); enkele kleine wijzigingen in Protected Zones (ZP). Dit geldt met name voor boomkwekerijgewassen; nieuwe Q-waardige organismen Leucinodes orbonalis, Darna trima en Phytophthora lateralis.
oor een deel betreft dit de productie van basiszaad dat gebruikt wordt voor vermeerdering in het buitenland. Voor een deel betreft dit de productie van standaardzaad.
V
Oorzaak De belangrijkste oorzaak voor de forse afname is de grote teruggang in tuinbonenzaad, met 115,2 hectare*). Tweede sterke daler is het gewas doperwt dat afnam met 64,6 hectare**). De afnamen en toenamen in de overige gewassen zijn niet spectaculair te noemen. In de tabel hiernaast staat het areaal groentezaadteelt in Nederland in hectare.
Gewas 2005 Andijvie 6,3 Asperge 2,3 Aubergine 0,1 Augurk 0,8 Bloemkool 31,4 Boerenkool 6,8 Broccoli 1,5 Chinese kool 0,1 Courgette 0,1 Doperwt **) 65,8 Groenlof 0,0 Kervel 3,0 Komkommer 11,8 Koolraap 0,1 Koolrabi 4,7 Kroot 2,3 Meloen 0,0 Paprika 3,4 Peterselie 0,3 Peul 3,8 Prei 5,4 Pronkboon 26,6 Radijs / Ramenas 11,5 Rode kool 1,1 Roodlof 0,2 Savooiekool 2,5 Schorseneer 0,4 Selderij 0,8 Sjalot 0,3 Sla 19,9 Spinazie 342,4 Spruitkool 0,4 Stamslaboon 81,5 Stamsnijboon 1,0 Stokslaboon 6,7 Stoksnijboon 48,3 Tomaat 6,8 Tuinboon *) 49,7 Tuinkers 5,0 Ui 9,4 Veldsla 0,6 Venkel 0,3 Witlof 0,3 Witte kool 4,2 Wortel 8,0 Overige gewassen 4,2 Totaal 792,1
U kunt de aangepaste handleidingen bekijken en downloaden op www.naktuinbouw.nl Op verzoek kan de handleiding aan u worden toegestuurd.
Meer weten? Voor meer informatie omtrent plantenpaspoorten kunt u contact opnemen met uw keurmeester of met de stafmedewerker Keuringen, Peter Lentjes, tel. (071) 332 61 36 of e-mail:
[email protected]
Bemonstering van zaden door keurmeester
2004 6,7 3,0 0,1 2,3 25,3 0,0 2,8 1,3 0,1 130,4 0,0 5,0 17,4 0,0 5,5 2,7 0,0 2,9 0,3 3,4 5,9 32,1 5,5 1,2 0,2 0,4 0,4 1,5 3,7 21,4 278,7 1,0 60,0 19,9 20,7 68,0 5,7 164,9 14,2 4,2 2,0 0,3 0,4 0,3 9,7 3,3 934,8
nieuws Keuringen
Areaal groentezaad: afgenomen
Contarinia maculipennis is één van de orga-
Toets Bruikbare Planten: bruikbaar voor praktijk!
6 nieuws Laboratoria / Keuringen
Naktuinbouw Laboratoria heeft in de afgelopen jaren samen met de zaadbedrijven en plantenkwekers een protocol ontwikkeld voor de zogenaamde ‘Toets Bruikbare Planten’ voor groentezaden.
Virussen in roos Welke virussen? Het tweede project had tot doel, een antwoord te geven op de vraag, welke virussen kunnen worden aangetroffen in de teelt van generatieve en vegetatieve onderstammen van roos in Nederland, en in welke mate de virusinfecties voorkomen. Uit de literatuur is bekend, dat wereldwijd in roos vooral voorkomt het zogenaamde Rozenmozaïek, een complexe virusinfectie, veroorzaakt door het necrotische-kringvlekkenvirus van Prunus (Prunus necrotic ringspot virus, PNRSV) en/of het Appelmozaïekvirus (Apple mosaic virus, ApMV) en/of het Arabis-mozaïekvirus (Arabis mosaic virus, ArMV). Daarnaast kan in grondgebonden teelten worden verwacht, dat bepaalde virussen die door nematoden worden overgebracht (virussen uit de nepovirus-groep) wel eens vaker zouden kunnen voorkomen dan andere. Om die reden is er voor gekozen om in de survey vooral naar die virussen te kijken.
seerd en onderling vergeleken. Het doel hierbij was om een praktische haalbare toets te bedenken, met een zo’n klein mogelijk verschil tussen de deelnemers welke bestonden uit zowel zaadbedrijven als plantenkwekers. De verschillen bleken bij alle gewassen binnen de gestelde norm van 10%.
(vervolg van pag.4)
heidsreactie (gomvorming en bruinverkleuring bij aansnijden) is gemakkelijk waar te nemen.
Regio’s Voor het onderzoek zijn objecten bemonsterd in drie teeltgebieden, te weten Noord-Nederland, Zuidoost Nederland en West-Nederland. In Noord- en Zuidoost Nederland vindt de meeste generatieve productie plaats, in WestNederland worden overwegend vegetatief vermeerderde onderstammen geteeld. Voor de bemonstering is per teeltgebied een aantal objecten op bedrijven geselecteerd, te weten 55 in Noord-Nederland, 65 in Zuidoost Nederland en 34 in WestNederland. Bij de bottelstruiken is gekozen voor opplantingen van de veelvoorkomende rassen en selecties ‘Inermis’, ‘Schmid’s Ideal’, ‘Pfander’, ‘Laxa’, ‘Superba’ en ‘Heinsons Record’. Bij de vegetatief vermeerderde rassen is gekozen voor opplantingen van ‘Natal Briar’, ‘Indica Major’ en ‘Popeye’.
Methoden
Resultaten
Voor het aantonen van de virussen zijn drie verschillende methoden ingezet; 1: ELISA, 2: chipbudden op de indicator Prunus serrulata 'Shirofugen' en 3: sapinoculatie op de kruidachtige indicatoren Chenopodium quinoa (gierstmelde) en Cucumis sativus (komkommer). Met ELISA kan in het laboratorium in principe PNRSV worden aangetoond in allerlei gewassen. Wel is uit de literatuur bekend dat juist in roos, dit zeer onbetrouwbaar kan zijn. Bij sapinoculatie wordt perssap van een monster uitgewreven op het blad van jonge kruidachtige plantjes. Deze plantjes zijn van soorten die speciaal gevoelig zijn voor bepaalde virussen en ze tonen na infectie ook gemakkelijk herkenbare symptomen. Chenopodium quinoa is vatbaar voor PNRSV en ArMV, Cucumis sativus voor ArMV, PNRSV en ApMV. De symptomen van de drie virussen zijn op de hier gebruikte indicatoren redelijk goed van elkaar te onderscheiden. Prunus serrulata 'Shirofugen' is een sierkers, die sterk overgevoelig is voor PNRSV en ApMV, en de overgevoelig-
De bevindingen waren, vanuit het perspectief van de teler, positief. In grote lijnen bleken de in dit onderzoek onderzochte objecten niet of nauwelijks te zijn geïnfecteerd. Slechts in een klein aantal objecten is PNRSV aangetoond. De besmettingen waren gering van omvang, en het ging in alle gevallen om bottelstruiken. Alhoewel dit nog nooit wetenschappelijk is bewezen, wordt wel verondersteld dat PNRSV zich zou kunnen verspreiden met stuifmeel. Dit zou kunnen verklaren waarom juist in bottelstruiken, die immers vrij worden bestoven, wel eens PNRSV zou kunnen voorkomen. De biotoetsing op PNRSV, op de indicator Prunus serrulata ‘Shirofugen’, is in dit experiment de meest gevoelige methode gebleken. ArMV, een virus dat door nematoden wordt overgebracht, is in het geheel niet aangetroffen, en met betrekking tot ApMV konden helaas geen conclusies worden getrokken, omdat de gebruikte toetsmethode tijdens de experimenten onvoldoende betrouwbaar bleek te zijn.
Andere variabelen Naast het hanteren van verschillende methodieken dragen ook andere variabelen bij aan onderlinge verschillen tussen bedrijven. De wijze van beoordelen kwam daarbij naar voren. In een vervolgstap zijn de wijzen van beoordelen in een ringtoets verwerkt. Het uitgangspunt was het Naktuinbouw-protocol, waarbij iedere deelnemer zijn beoordelingsstadium aan kon geven. Vervolgens hebben de deelnemers hun ‘eigen’ stadia beoordeeld. Ook hier is geen systematisch verschil tussen de plantenkwekers en zaadbedrijven (inclusief Naktuinbouw) waargenomen. Tomatenplanten in klimaatcel en ‘Toets Bruikbare Planten’ (een zaadkwaliteitstoets) is gerelateerd aan de praktijkomstandigheden en zegt iets over de bruikbaarheid van de gekiemde plant. In tegenstelling tot een gewone kiemtoets waarbij de lobben beoordeeld worden wordt hier gekeken naar de echte bladeren. Deze toets kan op verschillende manieren uitgevoerd worden afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden. Voor zowel de zaadbe-
E
drijven als de plantenkwekers is het gebruik kunnen maken van het bedrijfseigen protocol hierbij wenselijk.
Ringtoets Hiervan uitgaand zijn de afgelopen jaren een scala aan gewassen in ringtoets-verband getoetst. Het gaat om: paprika, tomaat, komkommer en kool. In een ringtoets worden een aantal rassen door alle deelnemers getoetst, de resultaten geanaly-
Missie geslaagd Geconcludeerd mag worden dat het protocol gehanteerd door Naktuinbouw voor wat betreft de ‘Toets Bruikbare Planten’ resulteert in resultaten die vergelijkbaar zijn met zowel de zaadbedrijven als de plantenkwekers.
Meer weten? Voor meer achtergrondinformatie kan contact opgenomen worden met Petra Remeeus, teammanager Zaadanalyse. E-mail:
[email protected]
Keurmeester 25 jaar in dienst
Joost van Helfteren Team Boomkwekerijgewassen p 15 augustus 1980 trad Joost van Helfteren in dienst bij de NAKB als keurmeester in het rayon Zuidwest-Nederland. Hij werkte toen vanuit de NAKB-vestiging te Goes. Joost keurt sinds zijn aantreden diverse gewassen in de sector Bos- & Haagplantsoen, met name in de omgeving Zundert. In het verleden assisteerde Joost
O
ook in de wintermaanden bij de NAKB-Vermeerderingstuin in Wilhelminadorp (Zeeland). In de loop der jaren zijn er heel wat wijzigingen geweest aangaande regelgeving in Bos- & Haagplantsoen, die Joost allemaal heeft meegemaakt. Hij kan, vanwege deze kennis en zijn zeer uitgebreide ervaring, dan ook als een echte specialist bestempeld worden.
Aan het jubileum van Joost wordt op passende wijze aandacht geschonken. Proficiat!
Vervolg van pag. 1
Nieuwe ZPW
7
Van het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) is ook de administratieve ondersteuning afkomstig.
normen dan de wettelijke) geen verantwoordelijkheden zijn van de Raad. Hij is bereid om hierin te faciliteren, zodat de aanbevelende delen, gekoppeld aan de nationale rassenlijsten, uitgebracht kunnen blijven worden.
Het betreft onder meer importinspecties, exportinspecties, bacterievuurcontroles en monitoring op teeltmateriaalbedrijven. Naktuinbouw heeft uitgesproken zich vooral op de sector teeltmateriaal te willen richten en niet op de eindproducten, hoewel de keuringsdiensten zullen afspreken elkaar op bijvoorbeeld piekmomenten te zullen ondersteunen. Ook zal op bedrijven die zich met meerdere producten bezighouden zeer actief naar samenwerking moeten worden gezocht (“één bedrijf, één dienst, één keurmeester”).
Meer weten?
Organisatie
Dit kan via het volgende adres: Bureau voor Plantenrassen Postbus 27, 6710 BA Ede Tel. (0318) 82 25 80
Heel belangrijk is ook de vraag welke bestuurlijke organisatiestructuur gaat ontstaan en welke bevoegdheden de keuringsdiensten zullen krijgen. Het lijkt er momenteel naar toe te gaan dat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) een overeenkomst met elk van de vier keuringsdiensten wil sluiten. Keurmeesters worden vervolgens “doorgemandateerd” om certificaten namens de minister te ondertekenen/stempelen. De minister moet dan zorgen dat er goede aansturing plaatsvindt van de keuringsdiensten en dat op de correcte uitvoering van werkzaamheden toezicht wordt
Onderzoek blijft ongewijzigd De bundeling van verschillende functies in één orgaan heeft op zich geen invloed op de uitvoering van het onderzoek. Dat betekent dat: • het identiteitsonderzoek (DUSonderzoek) blijft uitgevoerd worden door het CGN, Naktuinbouw en een aantal buitenlandse onderzoeksinstellingen; • de opzet en de organisatie van het cultuur- en gebruikswaardeonderzoek in de landbouwgewassen blijft onveranderd; • de wijze waarop de inventarisatie, indeling en proeven met betrekking tot bosbouwgewassen, plaatsvindt ondergaat geen wijziging; • in verband met de toelating van groenterassen blijft de mogelijkheid bestaan om bedrijfsproeven bij het officiële onderzoek te betrekken.
Aanbevelende deel van rassenlijsten De wettelijke taak van de Raad voor Plantenrassen met betrekking tot cultuur- en gebruikswaarde beperkt zich tot de normen
voor toelating en de gewassen waarvoor een toets op dat aspect is voorgeschreven. Dat betekent dat de samenstelling van het zogenaamde ‘aanbevelende’ deel van de huidige Rassenlijst van Bomen (een beoordeling van de cultuur- en gebruikswaarde bij gewassen, waarvoor dat aspect geen wettelijke vereiste is) en het zogenaamde ‘aanbevelende’ deel van de Rassenlijst voor Landbouwgewassen (een beoordeling op basis van strengere
De Raad voor Plantenrassen wordt één loket voor de volgende zaken: • verlening van nationaal kwekersrecht; • registratie van rassen op basis van DUS; • toelating van landbouwrassen op basis van cultuur- en gebruikswaarde; • toelating van groenterassen, al dan niet met gebruikmaking van bedrijfsproeven; • registratie en toelating van rassen en opstanden van bosbouwgewassen; • erkenning en registratie van instandhouders van rassen. De Raad voor Plantenrassen is daarmee in Nederland de enige instantie die voor alle gewassen belast is met kwekersrechtverlening, wettelijke registratie en toelating.
Nieuwe opleiding in Herfstprogramma:
‘Seed Sampling Course’
uitgeoefend. De keuringsdiensten bepleiten een toezichtsysteem waarin rekening wordt gehouden met het feit dat de instellingen zelf officieel zijn gecertificeerd (ISO) of geaccrediteerd (RVA). Ook het Kennisen Auditcentrum PD nieuwe stijl zal door de minister worden ingeschakeld om op specifieke terreinen audits uit te voeren.
Nieuw stelsel Verwacht wordt dat eind september/begin oktober de eerste fase wordt afgerond. Dan moeten LNV, PD, bedrijfsleven én keuringsinstellingen instemmen met de nieuwe contouren van het fytosanitaire inspectiestelsel in Nederland. Ook moet dan grofweg duidelijk zijn of het voorgestelde stelsel inderdaad kan zorgen voor efficiencyverbetering en het voor de sector in zijn geheel tot kostenverlaging kan leiden, zoals de initiatiefnemers (LNV en bedrijfsleven) zich in het begin van het project tot doel gesteld hebben. Ook moet dan het tijdstraject voor overheveling vastgesteld worden. Als één en ander vervolgens door gaat zal ook duidelijk worden welke deel van de huidige PD-formatie (medewerkers) naar de keuringsinstellingen kan overgaan.
Aan het totale programma van NaktuinbouwVakopleidingen is onlangs een nieuwe opleiding toegevoegd: ‘Seed Sampling Course’. e open-inschrijving voor de opleiding ‘Bemonstering van zaden’ is op maat gemaakt tot een Engelstalige vakopleiding. Op 28 en 29 september wordt deze ‘Seed Sampling Course’ gegeven door de docenten Co Bruin en Harmen Ooyevaar. De lesdag en de examendag volgen elkaar op, zodat het verblijf in Nederland beperkt kan blijven. Inschrijving voor de ‘Seed Sampling Course’ is nog mogelijk.
D
•
Er zijn dit najaar twee ‘Ken je bedrijfstak’ vakopleidingen. Voor zowel ‘Ken je bedrijfstak’ Het spoor van het zaad als ‘Ken je Bedrijfstak’ Goede sier maken is inschrijving nog mogelijk. De inhoud van deze opleidingsdagen zijn te vinden op www.naktuinbouw.nl
•
De vakopleiding Bemonstering van planten en partijen is 14 september van start gegaan.
•
De vakopleiding Aardbeiplantenselecteur loopt. De laatste lesdag is in november op het Proefbedrijf der Noorderkempen in Meerle (België). In tweede kwartaal 2006 gaat een nieuwe opleiding van start.
•
Dit jaar ontving NaktuinbouwVakopleidingen ook enkele verzoeken voor een ‘op maat gemaakte’ opleiding. Uit reacties blijkt dat de opdrachtgevers zeer tevreden zijn over het ‘in huis’ kunnen aanbieden van een vakopleiding.
Plantenpaspoortadministratie
Bekijken van een toets voor het aantonen van bladluisoverdraagbare virussen in aardbeiplanten Vakopleiding
Datum
Dagdelen
Kosten excl. btw
Bemonstering van planten en partijen
14 september
3
€ 470,–
Aantal deelnemers (minimum / maximum) 8 - 12 personen
Zaadanalist
start 27 september
21
Module afhankelijk
8 - 12 personen per module
In de workshop Plantenpaspoortadministratie voor Boomkwekerij, van één dagdeel, wordt aandacht besteed aan de achtergronden van relevante regelgeving en de praktische vertaling daarvan naar het bedrijf. De workshop wordt op woensdag 5 oktober gehouden bij Naktuinbouw in Roelofarendsveen. Aanmelding is mogelijk tot en met 30 september, via het aanmeldingsformulier op de website: www.naktuinbouw.nl
Ken je bedrijfstak ‘Goede sier maken’
22 september
2
€ 180,–
15 - 20 personen
Overig
Meer weten?
Ken je bedrijfstak ‘Het spoor van het zaad’
2 november
2
€ 180,–
15 - 20 personen
•
Professional Seed Sampling Course
28 - 29 september *)
2
€ 590,–
8 - 10 personen
Plantenpaspoort admin. voor Boomkwekerij
5 oktober
1
€ 150,–
8 - 12 personen
Laanboomteelt
medio oktober
8
€ 800,–
8 - 12 personen
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Naomi Junius, tel. (071) 332 61 90 of
[email protected]
*) Onder voorbehoud van voldoende deelname
De Zaadanalisttraining is bijna volgeboekt. In een beperkt aantal modules van deze training zijn nog enkele plaatsen beschikbaar.
nieuws Rassen & Proeven / Vakopleidingen
Vervolg van pag. 1
8 nieuws Corporate / Rassen & Proeven / Keuringen
Moederplantentuin op de Horti Fair
Klachten?
Naktuinbouw is ook dit
aktuinbouw beschikt over een klachtenprocedure welke wordt toegelicht op: www.naktuinbouw.nl (‘Serviceloket’). Ook is hierover een folder verschenen die u kunt downloaden of opvragen bij de klachtencoördinator. Deze is te bereiken via tel. (071) 332 62 22 of e-mail:
[email protected] Het Stichtingsbestuur van Naktuinbouw kunt u bereiken via e-mail:
[email protected]
N
jaar aanwezig op de internationale tuinbouwtentoonstelling Horti Fair
Kiewiet:
die gehouden wordt van
‘Chevalier du Mérite Agricole’
2 tot en met 5 november te Amsterdam. Naktuinbouw-stand op Horti Fair 2004 it jaar presenteert Naktuinbouw haar Moederplantentuin. In de stand zullen de nieuwe mogelijkheden van de Moederplantentuin worden gepresenteerd: • bedrijven kunnen zelf hun sortiment tonen in een sortimentstuin als deel van de Moederplantentuin; • bedrijven kunnen planten uit het eigen sortiment laten
D
• •
opnemen in de Moederplantentuin; fotografen kunnen op afspraak en tegen betaling planten fotograferen; jaarlijks kunnen geïnteresseerden deelnemen aan de Naktuinbouw Vaste Plantendag in juni.
van Naktuinbouw, waaronder Keuringen. In de stand is ook een informatiepunt van www.plantscope.nl aanwezig.
Waar te vinden? Op de Horti Fair staat Naktuinbouw in hal 10 (Deltahal) standnummer 10.1202
Naast dit hoofdthema wordt ook aandacht geschonken aan de verschillende bedrijfsonderdelen
Op 13 juni jl. vierde het Bureau voor Europees Kwekers-
Plantenpaspoortplicht zaden uitgesteld
recht, het CPVO in Angers, haar tienjarig bestaan.
De wettelijke verplichting om standaardzaad van Lycopersicon (tomaat), Phaseolus
door de onderscheiding die aan de president van het
(boon) en Helianthus (zonnebloem) te voorzien van een plantenpaspoort is uitgesteld
CPVO, mr. Bart Kiewiet, is toegekend.
tot 1 mei 2006. Dit is door de Plantenziektenkundige Dienst (PD) bekend gemaakt.
p de jubileumbijeenkomst voerde een reeks van sprekers het woord, waaronder Carlos Pareira Godinho (voorzitter van de bestuursraad), Peter Lange namens ESA (European Seed Association), Lars Hendriksen namens CIOPORA, Rolf Jördens namens UPOV, lokale autoriteiten en Robert Madelin namens de Europese Commissie. Namens de EU deed Madelin de suggestie om te bekijken of de Europese toelating van rassen wellicht ook in Angers kan worden ondergebracht. Dit omdat het Europees Kwekersrecht in Angers op rolletjes loopt.
eenzelfde ‘Land van Oorsprong’ of eenzelfde oorspronkelijk producent. Naktuinbouw heeft de betrokken bedrijven eind juli door middel van een brief reeds op de hoogte gesteld.
Meer weten?
e ingangsdatum van de plantenpaspoortplicht van bovengenoemde zaden is door Brussel bijgesteld omdat een eerder genoemde datum in diverse lidstaten niet haalbaar bleek te zijn.
D
De eerder door de PD en Naktuinbouw genoemde verwachte invoeringsdatum van 1 september 2005 is hierdoor komen te vervallen. De zaadbedrijven mogen vóór de datum van 1 mei 2006 al wel een plantenpaspoort gebruiken, maar dat is geen verplichting.
Huidige paspoortplicht blijft De reeds geldende plantenpas-
poortplicht voor zaad van Allium (ui, prei, bieslook, sjalot), Beta (biet) voor Protected Zone ZP d1 en Phaseolus (boon) voor Protected Zone ZP b1 blijft gewoon bestaan. Voor deze plantenpaspoorten gelden ook gewoon de vereisten waar de PD de laatste maanden enkele malen op geattendeerd heeft: vermelding van ‘Land van Oorsprong’ als zaad afkomstig is uit een derde land en vermelding van de oorspronkelijke producent (RP) als zaad afkomstig is uit een ander EU-land. In beide gevallen mag overigens een eigen, bedrijfsinterne code gebruikt worden. Deze code moet wel steeds hetzelfde zijn voor
Voor aanvullende informatie kunt u terecht bij de heer J. Kavelaars van de Plantenziektenkundige Dienst in Wageningen, e-mail:
[email protected] of met de heer C. Bruin (teammanager Keuringen Groentegewassen van Naktuinbouw), e-mail:
[email protected]
Aan de feestelijke bijeenkomst is extra luister bijgezet
O
Onderscheiding Namens Dominique Bussereau, de Franse Minister van Landbouw, is aan de heer Kiewiet de hoge agrarische onderscheiding ‘Chevalier du Mérite Agricole’ opgespeld. Deze onderscheiding is een ware erkenning voor het pionierswerk dat Kiewiet, oud-voorzitter van de Raad voor het Kwekersrecht in Nederland, de voorbije tien jaar in Angers tot stand bracht. Aan de Portugese voorzitter van de bestuursraad van het CPVO (Carlos Godinho) viel vanwege zijn grote inzet bij deze gelegenheid dezelfde eer te beurt.
agenda
Redactie: Naktuinbouw Postbus 40, 2370 AA Roelofarendsveen Alfred Klaver, afdeling Communicatie tel. (071) 332 61 63 / fax (071) 332 63 56 e-mail:
[email protected]
Druk: Drukkerij Hijbeek, Dordrecht
Basisontwerp: Arno Geels & Lucie Vijverberg, Den Haag
Bestuur: Bestuur Naktuinbouw Sectorbestuur Groentegewassen Sectorbestuur Bloemisterijgewassen Sectorbestuur Boomkwekerijgewassen Bestuur Naktuinbouw Adviescommissies: 25 oktober Aardbeiplanten 26 oktober Fruitgewassen 27 oktober Groenteplanten / Groentezaden Overige: 13 oktober Begeleidingscommissies Plantuien / Plantsjalotten 1 november Naktuinbouw Elite® Siergewassen 10 november Naktuinbouw Select Plant® Asperge 20 oktober 22 november 22 november 29 november 8 december