Informatie over ‘Werken in de Zorg’ en de andere inventarisaties van Werken aan de Zorg is te vinden op www.werkenaandezorg.nl. Breukelen / Amsterdam, oktober 2011
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Plexus en BKB
Dit is de vijfde inventarisatie: ‘De Patiënt Centraal?’.
De Patiënt Centraal?
De zorg is voortdurend in beweging. Over een periode van anderhalf jaar brengt het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met een zestal inventarisaties de beleidsresultaten in de zorg in kaart.
Inv ent arisat ie
De Patiënt Centraal?
1
Inv ent arisat ie
Inleiding ‘De Patiënt Centraal’ is het vijfde van zes thema’s die belicht worden binnen Werken aan de Zorg: een inventarisatie van de resultaten van het beleid dat de afgelopen jaren werd gevoerd in de zorg.
De Patiënt Centraal? Vraagsturing in de zorg vergt een nieuwe houding van zorgaanbieders, verzekeraars en patiënten Het accent in de zorg verschuift van aanbod- naar vraagsturing. In dit onderzoek is bekeken in hoeverre patiënten, zorgaanbieders en zorgverzekeraars er in slagen om de Nederlandse zorg klaar te maken voor de patiënt van de toekomst; een patiënt die aandacht eist voor zijn individuele wensen en noden en die kritische keuzes maakt. In dit rapport wordt duidelijk gemaakt dat er weliswaar veel succesvolle aanpakken zijn ontwikkeld, maar dat de transformatie naar een vraaggestuurde zorg bij lange na nog niet voltooid is. Om de patiënt werkelijk centraal te stellen is het zaak dat zorginstellingen en verzekeraars duidelijk maken waar ze goed in zijn, dat ze de zorg begrijpelijk en behapbaar maken voor de patiënt en dat ze zichtbaar kwaliteit leveren. Er worden goede voorbeelden gepresenteerd van zorgaanbieders die er in slagen hun toegevoegde waarde voor de patiënt te vergroten; onder meer door specialisatie en een meer klantgerichte aanpak. En van verzekeraars die zorg op maat weten te organiseren voor hun cliënten door bijvoorbeeld kritische keuzes te maken tussen verschillende ziekenhuizen. Het rapport geeft ook aan hoe patiënten hun nieuwe rol kunnen nemen. Bij ziek zijn anno 2011 hoort immers een actieve houding, waarin je informatie zoekt over de verschillende behandelmogelijkheden en waarin je kritische keuzes maakt. Dat patiënten deze regierol nu nog onvoldoende nemen, is voor een deel te wijten aan een gebrek aan transparantie van zorgaanbieders en –verzekeraars over de prijs en kwaliteit die ze kunnen leveren. Maar hier ligt ook een duidelijke opdracht voor patiënt- en cliëntverenigingen. De inventarisatie ‘De Patiënt Centraal?’ valt uiteen in een uitgebreid datarapport dat u kunt downloaden op www.werkenaandezorg.nl en dit beknopte publieksrapport.
2
Werken aan de Zorg
De Patiënt Centraal?
3
Over Werken aan de Zorg Werken aan de Zorg wordt uitgevoerd door onderzoeksbureau Plexus en campagnebureau BKB, in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. We kijken naar de landelijke resultaten en trends en we staan in het bijzonder stil bij zorgaanbieders en projecten die er uitspringen. De aanpak die zij hebben ontwikkeld, kan oplossingen bieden voor vraagstukken waar anderen tegenaan lopen, of aanknopingspunten bieden voor de verdere ontwikkeling van het beleid. Bovendien stellen we de vraag bij wie de verantwoordelijkheid ligt als er dingen nog niet goed gaan. In 2010 en 2011 hebben we reeds gekeken naar de thema’s ‘Kosten & Kwaliteit’, ‘Bouw en Diversiteit van Wonen’, ‘Meer Tijd voor de Cliënt’ en ‘Werken in de Zorg’. De inventarisatie ‘De Patiënt Centraal?’ valt uiteen in twee rapporten; een uitgebreid datarapport en een beknopt ‘publieksrapport’. Dit is het publieksrapport. Het datarapport kunt u downloaden op www.werkenaandezorg.nl.
Zorghelden Bas, Wim en Marjolein Het streven om de patiënt meer centraal te stellen in de Nederlandse zorg is niet uitsluitend afhankelijk van instellingen en grote organisaties. Ook individuen kunnen het verschil maken. Bas Bloem, Wim van der Meeren en Marjolein Spronk waren genomineerd voor de titel Zorgheld ‘De Patiënt Centraal?’ omdat zij elk in hun eigen omgeving hebben bijgedragen aan een mentaliteit en een aanpak die recht doet aan het streven om het belang van de patiënt voorop te stellen. Op www.werkenaandezorg.nl kon op hen gestemd worden. Tijdens de presentatie van het rapport, op 25 oktober 2011, werd de Zorgheld ‘De Patiënt Centraal?’ gekozen. Op de website is de uitslag te vinden. Hun verhalen zijn ter illustratie opgenomen in dit rapport. Plexus BKB www.werkenaandezorg.nl
Inhoud 1. Naar een nieuw zorgstelsel; van aanbod- naar vraagsturing
7
2. De zorgaanbieder
11
Het Dr. Leo Kannerhuis Het Oogzorgnetwerk Alant Vrouw
14 15 16
3. De zorgverzekeraar
20
Menzis Topzorg
4. Cliënten en patiënten Medische gegevens.nl
5. Handelingsperspectieven
22
26 28
35
Zorghelden Bas Bloem Wim van der Meeren Marjolein Spronk
19 25 33
Breukelen / Amsterdam, oktober 2011
4
Werken aan de Zorg
De Patiënt Centraal?
5
Inv ent arisat ie
I n v e n t ar i s at i e
1. Naar een nieuw zorgstelsel; van aanbod- naar vraagsturing
Dit rapport heeft als titel: ‘De Patiënt Centraal?’. Alle partijen die een rol spelen in het Nederlandse zorglandschap zijn er van overtuigd dat het belang van de patiënt ieders voornaamste uitgangspunt moet zijn. Het vraagteken heeft vooral betrekking op de mate waarin dat lukt. Want tussen dit streven en de dagelijkse praktijk zit de nodige ruimte.
6
Werken aan de Zorg
De Patiënt Centraal?
7
N a a r een nieuw zorgst elsel
Beperkingen van het aanbodsgestuurde systeem
Uitgangspunten van vraagsturing in de zorg
De nog gebrekkige vraagsturing in de zorg wordt in belangrijke mate veroorzaakt doordat in de Nederlandse zorg van oudsher centraal werd bepaald hoeveel ziekenhuizen er moesten zijn, op welke plekken die moesten staan en welke zorg zij dienden te leveren. Daardoor waren de keuzemogelijkheden voor patiënten en verzekeraars beperkt, was er onvoldoende samenhang tussen de verschillende zorgaanbieders en sloot het aanbod vaak te weinig aan op de vraag. Het voornaamste doel van het nieuwe zorgstelsel is een betere balans tussen wat de zorg kost en wat de zorg opbrengt. Hiermee worden verschillende publieke belangen nagestreefd: kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid. Om dit te realiseren is er een systeem van gereguleerde competitie geïntroduceerd, waarin zorgaanbieders en verzekeraars een meer centrale rol spelen en zich richten op de vraag van de patiënt. Hierin beperkt de overheid zich als systeemverantwoordelijke meer tot het scheppen van voorwaarden. Ook patiënten krijgen daarmee een nieuwe positie. Met de toegenomen keuzemogelijkheden worden zij steeds meer zelf verantwoordelijk voor hun eigen gezondheid. De mate waarin patiënten de ruimte die er reeds is, benutten, is een cruciale factor voor het welslagen van de stelselwijziging. Door in toenemende mate zelf te kiezen voor de arts die ze raadplegen, de zorgvoorzieningen die ze gebruiken en de zorgpolis die ze afsluiten, kunnen ze aanbieders en verzekeraars dwingen om zich positief te onderscheiden. In dit nieuwe stelsel hebben de verhoudingen tussen de drie belangrijkste partijen – patiënt, zorgaanbieder en verzekeraar – meer dan vroeger het karakter gekregen van een markt. Er is niet alleen grotere keuzevrijheid, maar men kan elkaar ook aanspreken op de kwaliteit van de geleverde diensten. De overheid haalt de scherpe kantjes van de marktwerking af door de kwaliteit van de zorg te bewaken en minimumeisen aan het aanbod te stellen.
Figuur 1:
Naar e e n n i e u w z org s t e l s e l
Uitdagingen
Elke markt kent zijn eigen karakteristieken en imperfecties. De zorgmarkt is met name complex omdat er sprake is van drie deelmarkten, die in figuur 1 worden uitgebeeld, en vanwege het grote verschil in kennis tussen de verschillende partijen. Het nieuwe stelsel kampt dan ook met een aantal uitdagingen:
De zorg komt vanuit een puur aanbodgerichte situatie en is ook na de stelselwijziging een beschermde markt. Daardoor is er sprake van monopolie- en oligopoliesituaties die het streven naar meer marktwerking in de weg staan.
Daarnaast wordt de vrije prijsvorming in de zorg altijd beperkt door het feit zorgconsumptie vaak niet geheel een vrije keuze is. Dat gaat ten koste van de onderhandelingsruimte van de patiënt.
Er bestaat een spanningsveld tussen de wensen van de individuele patiënt en het streven naar doelmatigheid in de zorg. Immers, een mondige patiënt kan zorg eisen die niet per se noodzakelijk is.
Doktoren weten meer van de behandelingen dan hun patiënten. Voor een goed werkende markt is het verminderen van dat verschil in kennis en het vergroten van transparantie over geleverde kwaliteit en prestaties cruciaal. Op dit moment is die openheid en de toegankelijkheid van die informatie onvoldoende georganiseerd.
Vraagstelling en onderzoeksopzet
Werken aan de Zorg is een inventarisatie van de resultaten van het door de overheid gevoerde beleid. Dat leidt voor deze rapportage tot de volgende hoofdvraag: Wat is de impact van het gevoerde beleid op vraagsturing in de zorg en de daarmee samenhangende kwaliteitsen doelmatigheidsverbetering van de zorg?
Schematische weergave marktverhoudingen in de zorg
Omdat de overheid in het nieuwe stelsel vooral een voorwaardenscheppende rol heeft en patiënten, zorgaanbieders en verzekeraars de belangrijkste spelers zijn, wordt deze vraag behandeld aan de hand van de mate waarin zij hun rol oppakken. Behalve een analyse hiervan, is er ook een aantal praktijkvoorbeelden opgenomen.
8
Werken aan de Zorg
De Patiënt Centraal?
9
I n v e n t ar i s at i e
Gevoerd overheidsbeleid ten aanzien van vraagsturing in de zorg De overheid heeft de afgelopen twintig jaar diverse stappen gezet om vraagsturing in de zorg te bevorderen. Het voert voor deze publieksrapportage te ver om alle wetten en tussenstappen afzonderlijk toe te lichten. Maar de onderstaande figuur laat zien dat het gevoerde beleid grofweg in drie stromen kan worden onderverdeeld. In de jaren ’90 lag de nadruk op juridische regelingen die de positie van de patiënt versterkten. Daarmee werden de randvoorwaarden geschapen voor het veld om in beweging te komen. Hierna werd in een aantal stelselwijzigingen de financiering van de zorg onder handen genomen, om keuzevrijheid mogelijk te maken en ondernemerschap te stimuleren. De laatste jaren is er veel aandacht voor patiëntgerichte zorg en transparantie over kwaliteit, zodat patienten in staat worden gesteld om keuzes te maken en daarmee hun sturende rol te nemen in de zorg.
Momenteel ligt het wetsvoorstel ‘Wet Cliëntenrechten Zorg (WCZ)’ bij de Tweede Kamer. Hierin worden eerdere wetten gebundeld. En de rechten voor de patiënt gelden niet meer uitsluitend bij geneeskundige behandelingen, maar bij alle relaties tussen zorgaanbieders en patiënten. De zeven thema’s die in de wet behandeld worden, laten duidelijk zien dat het belang van de patiënt als uitgangspunt is genomen: #FTDIJLCBSFFOCFSFJLCBSF[PSH ,FV[F JOGPSNBUJF
,XBMJUFJUFOWFJMJHIFJE *OGPSNBUJF UPFTUFNNJOH EPTTJFSWPSNJOH en privacy
"GTUFNNJOHUVTTFO[PSHWFSMFOFST
&GGFDUJFWFFOMBBHESFNQFMJHF klacht- en geschillenbehandeling
.FEF[FHHFOTDIBQFOHPFECFTUVVS
2. De zorgaanbieder
Figuur 2: Schematische weergave van het gevoerde beleid t.a.v. vraagsturing in de zorg in de periode 1990 – 2011.
In een rapport met de titel ‘De Patiënt Centraal?’ ligt het voor de hand om met de patiënt te beginnen. Echter, voordat de patiënt zijn rol als kritische zorgconsument op zich kan nemen, moesten de zorgaanbieders en verzekeraars allereerst in beweging komen. Daarom beginnen we met een beschouwing op het veranderde speelveld waarop de zorgaanbieders zich begeven. In de volgende twee hoofdstukken komen respectievelijk de verzekeraars en de patiënten aan bod.
10 10
Werken aan de Zorg
De Patiënt Centraal?
11
De zorgaanbieder
In het nieuwe zorgstelsel kregen zorgaanbieders er niet eenvoudigweg een paar taken bij. Zij dienden zich om te vormen van organisaties die een door de overheid bepaald takenpakket uitvoerden, naar marktpartijen met alle uitdagingen en verantwoordelijkheden van dien. Voorheen waren er weinig prikkels en mogelijkheden voor zorgaanbieders om zich te onderscheiden of om te innoveren. Nu in de huidige situatie zorgverzekeraars optreden als inkoper namens hun verzekerden, patiënten kiezen voor een zorgaanbieder en de overheid de spelregels bepaalt, zijn zorgaanbieders gedwongen om zich te onderscheiden op onder meer doelmatigheid, kwaliteit, innovatief vermogen, patiëntgerichtheid, specialisme en toegankelijkheid.
Kwaliteitsverbetering
De ontstane ruimte op de zorgverleningsmarkt wordt benut door bestaande zorgaanbieders die zich willen profileren als aantrekkelijke partij voor de patiënt. Ondanks het feit dat patiënten nog maar mondjesmaat kiezen tussen verschillende aanbieders, laten diverse zorginstellingen reeds zien dat er bij hen een intrinsieke motivatie bestaat om klantgerichter en flexibeler te werken. Een goed voorbeeld daarvan is het Dr. Leo Kannerhuis (pagina 14). Daarnaast zet het meten van kwaliteit ook een verbetermechanisme in gang. Het meten vormt daarbij het startpunt voor het controleren, verbeteren en herontwerpen van de behandeling. En in toenemende mate leidt het meten van resultaten ertoe dat zorgaanbieders zich specialiseren op een beperkt aantal behandelingen, waardoor het volume hiervan en daarmee de kwaliteit en veiligheid toenemen.
De z org aan bi e de r
Verschuiving van marktaandeel
Door de hierboven beschreven specialisatie treden er ook verschuivingen in marktaandeel op. Zo concludeerde de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen dat in de grote steden, grotere ziekenhuizen hun marktaandeel hebben zien stijgen ten opzichte van kleinere ziekenhuizen. Omdat in deze steden relatief veel aanbieders gevestigd zijn op een kleine oppervlakte, worden de keuzemogelijkheden voor patiënten vergroot. Maar liefst 60% van de patiënten in de steden blijkt niet meer automatisch te kiezen voor het dichtstbijzijnde ziekenhuis, tegen 40% van de patiënten in landelijke gebieden. De verschuivingen in marktaandeel lopen voor zorg die goed te plannen is, zoals delen van de orthopedie, oogheelkunde of dermatologie, op tot wel 15%. Deze beweging laat zien wat het belang kan zijn van specialisatie. Een geslaagd voorbeeld is Het Oogzorgnetwerk (pagina 15).
Nieuwe marktpartijen
In de curatieve zorg valt de sterke toename van het aantal ZBC’s (Zelfstandige Behandelcentra) op; van 30 in 2000 tot 180 in 2010. ZBC’s zijn over het algemeen actief op het terrein van routinematige zorg die zich goed laat plannen en waarin er (enige) keuzevrijheid is. Vaak hebben ze contracten met één of meer verzekeraars, waardoor zorgvragers op grote schaal in ZBC’s terecht kunnen. Daarnaast rukken ZBC’s in nauwe samenwerking met traditionele zorgaanbieders, steeds verder op in de klassieke ziekenhuiszorg. Een goed voorbeeld hiervan is Alant Vrouw, een ZBC die zich specifiek richt op vrouwen met bekkenbodemproblematiek. Hiervoor is een multidisciplinaire samenwerking nodig, terwijl het bestaande aanbod juist versnipperd was. Door bundeling van specialismen is Alant (pagina 16) van grote toegevoegde waarde voor haar patiënten.
Een goed voorbeeld is de concentratie van alvleesklieroperaties in de regio Brabant en Noord-Limburg. In 2005 bracht het Integraal Kankercentrum Zuid de hoge sterftecijfers van deze complexe operatie naar buiten. Door specialisatie is getracht de overlevingskansen voor patiënten te vergroten. Alle alvleesklieroperaties werden ondergebracht bij drie van de tien regionale ziekenhuizen. Door die concentratie steeg het aantal operaties per behandelend ziekenhuis tot boven de 10 per jaar. Dankzij de daardoor opgebouwde kennis en routine daalde de sterfte van 24% naar 4%. In het volgende hoofdstuk wordt ingegaan op de rol die zorgverzekeraars in deze specialisatietrend spelen.
12
Werken aan de Zorg
De Patiënt Centraal?
13
Het Dr. Leo Kannerhuis Zorg op maat en kennisdeling
Het Oogzorgnetwerk Specialisatie en excelleren
Het Dr. Leo Kannerhuis (LKH) behandelt mensen met autisme-spectrumstoornissen (ASS) met een gevarieerde en gespecialiseerde (behandel)methodiek. Het aanbod wordt geheel afgestemd op de specifieke behoeften en wensen van de cliënt. De directe omgeving zoals gezin, school en werk wordt er actief bij betrokken. Zo weet het Dr. Leo Kannerhuis zich te onderscheiden door de cliënt en diens wensen centraal te stellen. Bovendien wordt er steeds meer gebruik gemaakt van e-health toepassingen (zoals online hulpmiddelen, digitale behandelapplicaties, etc.) waardoor de maatschappelijke zelfredzaamheid van mensen met autisme optimaal ondersteund wordt.
Als reactie op de toenemende vraag naar oogartsen, de hogere kwaliteitseisen van patiënten en de sterke concurrentie-ontwikkeling, heeft het Oogziekenhuis Rotterdam het initiatief genomen tot de oprichting van Het Oogzorgnetwerk. Geïnspireerd door het grootste oogziekenhuis van Europa: het Moorfields Eye Hospital in Londen, en door goede voorbeelden uit het bedrijfsleven, wordt er in Het Oogzorgnetwerk samengewerkt met partners die het volledige spectrum van oogzorg aanbieden.
Onder het motto ‘De beste behandeling binnen bereik!’ is het LKH in 2007 gestart met een franchiseconstructie: Leo Kannerhuis Nederland BV. Binnen deze constructie maakt een aantal zorgaanbieders verspreid over Nederland gebruik van het zogenaamde ‘Kannerconcept’; een samenhangend geheel van ontwikkelde ASS-behandelmethodieken, training en opleiding voor behandelaren en instrumenten voor effectmeting en cliëntwaardering, zoals ontwikkeld door het Dr. Leo Kannerhuis. Door deze actieve verspreiding van kennis en ervaring worden lange landelijke wachtlijsten en onaanvaardbare reistijden voor cliënten en hun familie voorkomen.
Het netwerk bestaat nu uit veertien partnerziekenhuizen en moet uiteindelijk groeien tot twintig à vijfentwintig partners die landelijk onderscheidende zorg aanbieden. Tegen een contributie op basis van de omvang van de maatschap van het deelnemende ziekenhuis, adviseert en ondersteunt het netwerk op het vlak van de organisatie, de logistiek en de kwaliteit van de oogzorg. Het Oogzorgnet-
www.leokannerhuis.nl
14
1515
www.oogzorgnetwerk.nl
werk is dus in feite een abonnement op hoogwaardige kennis, waarmee de leden investeren in hun specialisme en zo kunnen excelleren op de kwaliteit die ze leveren. Voor de patiënt zijn de voordelen groot. Dankzij Het Oogzorgnetwerk wordt het voortraject (huisartsen, opticiens, optometristen), de medische behandeling en het natraject (revalidatie, cliëntenvereniging, lotgenotencontact) geïntegreerd aangeboden, zodat de patiënt de totale oogzorgverlening als één geheel ervaart.
Alant Vrouw Nieuwe partij verandert de markt
Alant Vrouw is ontstaan uit een samenwerking tussen een gynaecoloog, gespecialiseerd in bekkenbodemproblematiek, die zag dat veel patiënten die geholpen konden worden van het kastje naar de muur werden gestuurd, en een zorgondernemer die de zorg vanuit het perspectief van de klant wilde inrichten. Patiënten worden nu onder één dak onderzocht en behandeld door gynaecologen, bekkenfysiotherapeuten, continentieverpleegkundigen, een uroloog en een seksuoloog. Ze hoeven nog maar één keer hun verhaal te doen en ze kunnen snel terecht. Samenwerking met het UMC Utrecht, het AMC en de VU zorgen onder meer voor wetenschappelijke toetsing en waarborging van de kwaliteit.
Inv ent arisat ie
I n v e n t ar i s at i e
www.alantvrouw.nl
De resultaten zijn zeer positief. Zo is van de vrouwen die dagelijks incontinent waren, na behandeling door Alant Vrouw bijna 93% volledig droog, tegenover 66% van de vrouwen in centra die in internationale studies werden onderzocht. Daarnaast kan door toepassing van moderne technieken inmiddels 96% van de operaties in dagbehandeling gedaan worden en gebeurt dit meestal al binnen twee weken na het stellen van de diagnose. Met deze sterke combinatie van kwaliteit, klantvriendelijkheid en toegankelijkheid is Alant Vrouw er in betrekkelijk korte tijd in geslaagd om een landelijk marktaandeel van 2% van alle incontinentiebehandelingen te veroveren. En, wellicht nog belangrijker, de standaard die zij zetten, is voor veel ziekenhuizen een prikkel geweest om zelf ook multidisciplinaire behandelcentra voor bekkenbodemproblematiek op te zetten.
Op bezoek bij Bas Bloem, Zorgheld ‘De Patiënt Centraal?’ ‘Mijn droom is om een gezondheidszorg te maken waarin patiënten behandeld worden zoals ik zèlf behandeld zou willen worden.’ 16
Werken aan de Zorg
De Patiënt Centraal?
17
Inv ent arisat ie
Bas Bloem
I n v e n t ar i s at i e
Neuroloog, oprichter ParC, ParkinsonNet en Mijnzorgnet.nl UMC St. Radboud Nijmegen
B
De zorg van de toekomst
as Bloem is hoogleraar neurologie, gespecialiseerd in Parkinson. Hij is medeoprichter van een aantal succesvolle zorginnovaties die invulling geven aan het begrip Zorg 2.0: ‘De zorg moet niet langer georganiseerd worden vanuit het perspectief van zorgverleners of hun instellingen, maar vanuit het perspectief van de patiënt. Parkinson is een buitengewoon complexe ziekte, met ingewikkelde behandelingen. De patiënt wil daarom zorgverleners die veel ervaring hebben met Parkinson.’ Hoe logisch dit ook klinkt, het was lange tijd niet het geval: ‘Veel zorgverleners behandelden maar enkele Parkinsonpatiënten per jaar en hadden onvoldoende specifieke expertise. Bovendien werd vaak gebrekkig samengewerkt.’ In het zorgmodel van Bloem is een grote rol weggelegd voor echte Parkinson specialisten die goed samen werken, en die hun zorg afstemmen op de specifieke behoeften van elke patiënt. Kernwoorden van Bloem zijn gastvrijheid en participatie: ‘Mijn droom is om een gezondheidszorg te maken waarin patiënten behandeld worden zoals ik zèlf behandeld zou willen worden.’ Om deze droom te realiseren heeft Bloem meegewerkt aan drie nauw verwante zorginitiatieven: ParC, ParkinsonNet en MijnZorgnet. ParC Het Parkinson Centrum Nijmegen (ParC) biedt Parkinsonpatiënten een multidisciplinaire beoordeling, waarbij het zorgteam geheel is afgestemd op de
18
Werken aan de Zorg
specifieke wensen van de patiënt. Iedere patiënt kan thuis alle klachten op een rij zetten en vijf prioriteiten formuleren. Op basis van deze wensen wordt een behandelplan op maat samengesteld. Bloem: ‘Door deze manier van werken ontdekten wij dat slapen en seks vaak in de top vijf staan van belangrijkste klachten. Pas nu krijgen we goed door wat mensen ècht bezighoudt in het dagelijks leven.’ ParC is als enige centrum in Nederland erkend als ‘center of excellence’ door de invloedrijke Amerikaanse patiëntenorganisatie NPF. ParkinsonNet Het ParkinsonNet omvat 65 regionale netwerken door heel Nederland, en bestaat uit speciaal opgeleide zorgverleners die efficiënt met elkaar samenwerken. Dankzij ParkinsonNet kunnen patiënten vlak bij huis hoogkwalitatieve zorg ontvangen. De Parkinson Zorgzoeker (www.parkinsonnet.nl) laat transparant zien waar deze Parkinson experts zich bevinden. Zo kan de patiënt zelf een goede keuze maken. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat ParkinsonNet de kwaliteit van zorg sterk verbetert, en dat tientallen miljoenen bespaard worden. MijnZorgnet.nl www.mijnzorgnet.nl is een veilige ontmoetingsplaats voor patiënten en zorgverleners op het internet. Dankzij MijnZorgnet kan de patiënt zelf de regie voeren over de eigen zorg. Patiënten kunnen hier leren van elkaar, en samen nieuwe kennis genereren. Ook de ParkinsonNet zorgverleners zijn hier continu met elkaar verbonden.
De Patiënt Centraal?
19
Inv ent arisat ie
3. De zorgverzekeraar
De z org v e r z e k e raar
De zorgverzekeraar als inkoper
Zorgverzekeraars treden namens hun cliënten op als inkoper van zorg. Ze worden geacht om voor de verzekerden met zorgaanbieders te onderhandelen over prijs en kwaliteit. Individuele patiënten kunnen verzekeraars daartoe prikkelen door te bepalen welke polis het beste bij ze past en eventueel over te stappen naar de concurrent. Op beide niveaus wordt die inkoopfunctie echter gefrustreerd door gebrek aan transparantie over de prestaties van zorgaanbieders. Toch worden de eerste stappen nu gezet. Een goed voorbeeld is CZ, die in 2010 als eerste verzekeraar selectief aanbieders van borstkankerzorg en blaasverwijderingen contracteerde. Dit waren relatief voorzichtige stappen op het pad van sterkere vraagsturing, maar binnen de zorgsector was het een flinke steen in de vijver. Een ander voorbeeld op dit vlak is het Topzorgkeurmerk van Menzis (pagina 22).
De zorgverzekeraar als regisseur
Wanneer een zorgverzekeraar beschikt over een zekere regionale dominantie en het bijbehorende overzicht over de zorgvraag en het zorgaanbod, kan deze haar inkoopmacht gebruiken om de rol te nemen van regisseur.
Zorgverzekeraars hebben net als aanbieders de stap moeten maken van een op uitvoering gerichte organisatie naar een marktpartij. Voorheen was het zaak dat ze zich vooral richtten op een
Dat gebeurt bijvoorbeeld in Friesland. Hier neemt de zorgverzekeraar de regie om te komen tot een herschikking van het ziekenhuislandschap. Doel is dat ziekenhuizen zich gaan toeleggen op de behandelingen waar ze goed in zijn en dus een hoge kwaliteit kunnen leveren. Dit kan betekenen dat vrouwen straks niet meer in elk van de vijf ziekenhuizen bevallen, maar – als het goed is – verbetert de kwaliteit van de zorg rondom de bevalling. Doel is verder om chronisch zieken meer uit het ziekenhuis te houden en dat huisartsen zoveel mogelijk de zorg aan diabetes- en astmapatiënten overnemen. Het is voor het eerst dat een zorgverzekeraar zo direct ingrijpt in de dagelijkse praktijk van de ziekenhuizen.
zo efficiënt mogelijke inrichting van de administratieprocessen en in het geval van de ziekenfondsverzekeraars op het adequaat uitvoeren van de Ziekenfondswet. Nu in het nieuwe systeem de zorgverzekeraar in de eerste plaats belangenbehartiger is van de verzekerden, is een andere houding nodig. Zorgverzekeraars kunnen daar op verschillende manieren invulling aan geven.
20
Werken aan de Zorg
Minder ingrijpende rollen: adviseur en administrateur
Een aantal verzekeraars heeft de afgelopen jaren geëxperimenteerd met sturing van patiënten door het inzetten van positieve prikkels. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het kwijtschelden van het eigen risico wanneer gebruik wordt gemaakt van een voorkeursaanbieder, of wanneer de patiënt überhaupt contact opneemt met de verzekeraar voorafgaand aan de keuze voor een zorgaanbieder. Daarmee kiest de verzekeraar niet direct namens de patiënt, maar wordt wel geprobeerd om als adviseur die keuze te beïnvloeden. Behalve zorgverzekeraars die een actievere rol op zich hebben genomen, zijn er ook partijen die zich meer richting de traditionele verzekeraars in andere sectoren hebben bewogen en zich concentreren op een meer administratieve dienst. Patiënten kunnen bij hen een restitutiepolis afsluiten. Dat betekent dat de verzekeraar zich beperkt tot haar kerntaak van schadeverzekeraar. Dit systeem geeft de verzekerden een maximale keuzevrijheid, maar tegelijkertijd een minimale begeleiding in het zorglandschap.
De Patiënt Centraal?
21
Menzis Topzorg Concrete toegevoegde waarde voor verzekerden Waar het voor een individuele patiënt lastig is om inzicht te krijgen in de kwaliteit van het zorgaanbod, kan een verzekeraar een belangrijke toegevoegde waarde hebben. Menzis vult dat in met het Topzorg keurmerk. Inmiddels hebben 60 ziekenhuizen het Topzorg predicaat voor één of meerdere aandoeningen. Hier kunnen de klanten van Menzis snel terecht en krijgen ze goede informatie en behandelingen van zeer goede kwaliteit. Menzis kan die betere service bieden omdat er met de komst van Zichtbare Zorg, actievere patiëntenverenigingen en kwaliteitsindicatoren steeds meer informatie over de kwaliteit van zorg beschikbaar is. Daarnaast kan er over een toenemend aantal behandelingen met ziekenhuizen onderhandeld worden over prijs, kwaliteit en aantallen. Op basis van klantonderzoek en in samenspraak met patiëntenverenigingen heeft Menzis voor tien ingrepen Topzorg ingekocht: borstkanker, ingreep bij de amandelen, slijtage van de knie, spataderen, liesbreuk, slijtage van de heup, hernia, OSAS, meniscus en staar. Hierbij wordt vooral aandacht besteed aan korte toegangstijden, goede informatievoorziening en medische kwaliteit. Door deze aanpak is niet alleen de transparantie voor de cliënt vergroot, maar wordt er ook serieuze winst geboekt op bijvoorbeeld het terrein van de wachttijden. Zo loopt de gemiddelde tijdwinst voor de gehele behandeling op van 13 dagen bij borstkanker tot 64 dagen bij meniscus.
www.menzis.nl
Op bezoek bij Wim van der Meeren, Zorgheld ‘De Patiënt Centraal?’ ‘Iedereen is het er nu wel over eens, ziekenhuizen moeten niet allemaal hetzelfde doen. Zorg die echt niet deugt, daar moet de Inspectie ingrijpen. Maar het is een misverstand om omgekeerd te redeneren, dat daar waar de Inspectie níet ingrijpt, alles dus helemaal in orde is.’
Inv ent arisat ie
Wim van der Meeren
I n v e n t ar i s at i e
Voorzitter Raad van Bestuur CZ
Als het geen prioriteit heeft, hou er dan mee op.
T
oen CZ besloot om de zorg rondom borstkanker in een aantal ziekenhuizen die niet voldoen aan de CZ-normen op dat gebied niet langer te in te kopen, barstte er een storm van kritiek los. Een jaar later stelt bestuursvoorzitter Wim van der Meeren vast dat deze beslissing een kleine aardverschuiving heeft veroorzaakt: ‘Iedereen is het er nu wel over eens, ziekenhuizen moeten niet allemaal hetzelfde doen. Voor patiënten is de langere reistijd naar een gespecialiseerd ziekenhuis geen issue meer. Vorig jaar was dat nog een schande. Mensen denken dat ziekenhuizen overal even goed in zijn. Dat is niet waar! Wij willen het beste voor onze verzekerden, we zijn er niet om ziekenhuizen in stand te houden of artsen een leuke uitdaging te bieden.’ ‘Ik heb jarenlang ziekenhuizen bestuurd. Het zijn oceaanstomers die maar moeizaam van koers veranderen. Ziekenhuizen doen een hoop dingen best wel aardig, maar het zou ook fantastisch kunnen. Zo doe je recht aan de patiënt, maar je pakt ook de zorgprofessional bij de ziel. Iedereen zegt wel dat ze patiëntgericht zijn, maar is dat ook echt zo? Een voorzichtige inschatting is dat daar nog veel winst te behalen is. Soms is het werk gewoon niet handig georganiseerd. Als ziekenhuisbestuurder heb je niet de macht om een verandering af te dwingen. Je kan maatschappen in een bepaalde richting sturen, maar stoppen met een maatschap die slecht presteert, dat lukt nooit. Als zorgverzekeraar sta je heel anders in het veld.’
24
Werken aan de Zorg
‘Zorg die echt niet deugt, daar moet de Inspectie ingrijpen. Maar het is een misverstand om omgekeerd te redeneren, dat daar waar de Inspectie níet ingrijpt, alles dus helemaal in orde is. Wij kijken naar de zorg en constateren dat het niet goed genoeg is, althans, niet voor onze verzekerden. Wij leggen de lat hoger. Een uiterste consequentie is dat we bij bepaalde zorgaanbieders geen zorg meer inkopen, zoals we gedaan hebben met borstkanker.’ ‘Ons startpunt is respect voor de mensen die getroffen worden door deze ziekte. Je moet de zorg echt heel goed geregeld hebben. We meten de ervaring van het volledige team en de kwaliteit van de verpleging. Is de diagnostiek op orde of moet de patiënt twee weken wachten op de uitslag? Is de chirurg ervaren of doet hij er zo nu en dan een patiënt met borstkanker bij? Wij zeggen: als het geen prioriteit heeft, hou er dan mee op!’ ‘Besturen is het wegen van belangen, in ons geval de belangen van de verzekerde en de patiënt. Als de verzekerde patiënt wordt, dan moeten we goed voor hem zorgen, maar die zorg mag niet zo duur zijn dat de andere verzekerden daar niet meer voor willen betalen. De solidariteit die in het stelsel zit moet duurzaam zijn, anders wordt het gevaarlijk.’
De Patiënt Centraal?
25
Inv ent arisat ie
Cl i ë n t e n e n pat i ë n t e n
4. Cliënten en patiënten
Een kritische klant is de motor van elke gezonde markt. Vertaald naar de zorg betekent dit dat patiënten, individueel en verenigd in organisaties, zich ten aanzien van zorgaanbieders en verzekeraars meer als consument moeten gaan opstellen.
Veel meer dan voorheen kunnen patiënten nu ‘stemmen met de voeten’. In de curatieve zorg is het hun keuze voor een bepaalde polis of behandeling die het succes van de verzekeraar, respectievelijk zorgaanbieder bepaalt. In de langdurige zorg heeft het persoonsgebonden budget (PGB) cliënten de ruimte gegeven om zelf de regie over hun zorg te voeren. Bovendien gaat de AWBZ uitgevoerd worden door de zorgverzekeraars, zodat cliënten ook hiervoor steeds beter kunnen kiezen op basis van kwaliteit en service.
Knelpunten: gebrek aan transparantie en kennisasymmetrie
Hoewel de keuzevrijheid van de individuele patiënt één van de voornaamste uitgangspunten was van de stelselwijziging, manifesteren zich juist hier enkele in hoofdstuk 1 genoemde knelpunten het sterkst. In weerwil van initiatieven om de kwaliteit van de zorg inzichtelijk te maken – zoals onder meer de CQ-index en Zichtbare Zorg – blijft de beschikbaarheid van deze informatie onvoldoende. Het is voor patiënten vooralsnog nauwelijks mogelijk om zich een echt goed beeld te vormen van de prestaties van zorgaanbieders; zowel op het gebied van proces (omvang en kwalificatie van het personeel, aantal behandelingen per jaar, etc.), als qua resultaten in termen van overlevingskansen, het aantal infecties en heropnames, klanttevredenheid, etc. Waar deze gegevens wel worden gepubliceerd, gebeurt dat vaak op basis van het proces en is er te weinig correctie voor het verschil in zwaarte van de individuele gevallen, waardoor een goede vergelijking tussen zorgaanbieders moeilijk is. Zolang patiënten geen toegang hebben tot geobjectiveerde, betrouwbare en begrijpelijke informatie over de prestaties van zorgaanbieders zijn zij niet in staat hun beoogde rol als kritische zorgconsument waar te maken. Dit is één van de voornaamste uitdagingen voor de voltooiing van het nieuwe stelsel. Toch worden er vanuit verschillende hoeken belangrijke stappen gezet op het gebied van een groter zelfbewustzijn van patiënten. Een goed voorbeeld daarvan is het bedrijf Medischegegevens.nl (pagina 28).
26
Werken aan de Zorg
De Patiënt Centraal?
27
Medischegegevens.nl Versterking regierol van patiënten
Medischegegevens.nl stelt patiënten in staat om zelf hun medische gegevens online te beheren. Wie mee wil doen, meldt zich kosteloos aan via zijn of haar zorgverlener. Daar vindt ook de identificatie plaats. Vervolgens geeft Medischegegevens.nl het ziekenhuis de opdracht om namens de patiënt diens gegevens online ter beschikking te stellen. Via een veilige internetomgeving met een sms code, kunnen patiënten hun eigen gegevens, zoals brieven, verslagen, medicatie, laboratoriumuitslagen en röntgenbeelden inzien. Het systeem wordt elke 24 uur geactualiseerd. Patiënten bepalen tevens zelf welke andere personen en artsen de gegevens mogen bekijken. Het systeem sluit aan bij de gedachte dat patiënten alleen een kritische consument van zorg kunnen zijn wanneer ze beschikking hebben over de voor hen relevante informatie.
Cl i ë n t e n e n pat i ë n t e n
www.medischegegevens.nl
Het succes van Medischegegevens.nl, betere zorg tegen lagere kosten, berust op drie pijlers:
.FEJTDIF HFHFWFOT [JKO BMUJKE FO PWFSBM beschikbaar voor de patiënt en desgewenst voor zijn behandelaar op dat moment.
*O[JDIU JO EJF HFHFWFOT HFFGU EF QBUJqOU vertrouwen en bevordert zelfmanagement waardoor de behandeling beter verloopt, er minder fouten worden gemaakt en er minder aanspraak op de zorg wordt gemaakt.
%PPS FFO HFTQSFL NFU EF BSUT PQ CBTJT WBO betere informatie is er een vergroting van het behandeleffect tegen lagere kosten. Zo blijkt uit onderzoek dat gebruikers van Medischegegevens.nl 10% minder herhaalbezoeken nodig hebben in vergelijking met patiënten die geen toegang hebben tot hun gegevens.
Persoonsgebonden budget, grenzen aan de marktwerking
In de langdurige zorg kunnen cliënten met het persoonsgebonden budget zoveel mogelijk de regie houden over zaken als thuiszorg, mantelzorg en residentiële ondersteuning. Eén op de zes Nederlanders die langdurige zorg nodig hebben, kiest voor een PGB. Daarmee is het een succesvolle regeling om de keuzevrijheid van zorgvragers te vergroten. De PGB regeling heeft er echter ook toe geleid dat een geheel nieuwe groep cliënten zich tot de AWBZ heeft gewend die dit anders niet gedaan zouden hebben. Tegelijkertijd heeft de groei van het PGB niet geleid tot een verlaging van de groei bij de zorg in natura. De stijging van de PGB uitgaven is de komende jaren niet vol te houden. Hier rijst een dilemma tussen keuzevrijheid en betaalbaarheid. De betaalbaarheid is reden voor het ministerie van VWS om stevig te snijden in de PGB-regeling. De toegang tot het PGB wordt namelijk beperkt voor mensen met een verblijfsindicatie. Andere mensen blijven hun recht op zorg houden, maar dan in de vorm van zorg in natura. Velen zijn erin geslaagd om met het PGB slimme, aantoonbaar goedkopere en cliëntgerichte zorg in te kopen. Op dit moment kan dit soort zorg nog niet naar tevredenheid door instellingen worden geleverd. Het is voor zorgaanbieders de uitdaging meer klantgericht te gaan werken en zich meer te profileren als aantrekkelijke partij voor de cliënt, zodat deze innovatieve zorg geaccommodeerd kan worden binnen de zorg in natura.
Keuzes en consequenties
Een patiënt die keuzes maakt, weegt zijn belangen af. De één stelt de kwaliteit van de medische ingreep boven alles, de ander hecht meer waarde aan de klantvriendelijkheid van de zorgaanbieder. Wie kiest voor het één, moet soms inleveren op het ander. Nu zorgaanbieders zich in toenemende mate specialiseren en behandelingen worden geconcentreerd, kan de patiënt rekenen op een betere kwaliteit, maar moeten er bijvoorbeeld soms consessies worden gedaan op de toegankelijkheid; immers de reistijd neemt toe. Ter illustratie; op dit moment is de gemiddelde reistijd naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis 14 minuten. Voor aandoeningen die niet meer in elk ziekenhuis worden behandeld, stijgt die reistijd. Voor een acute aandoening als CVA (beroerte) ligt de reistijd met gemiddeld 16,5 minuten nog dicht bij het minimum. Maar voor bijvoorbeeld reuma, waarbij de medische urgentie laag is en de mogelijkheid tot sturing door de patiënt zelf groot, is de gemiddelde reistijd al zo’n 19 minuten.
Samen sterk: patiëntorganisaties
28
Werken aan de Zorg
Individuele patiënten ontberen vaak de kennis om hun rol als kritische zorgconsument volledig te nemen. Hier kunnen patiëntverenigingen het verschil maken. Waar deze organisaties zich voorheen vooral richtten op erkenning, hebben ze nu een grotere verantwoordelijkheid. Zij kunnen ervaringen van patiënten bundelen, verwerken en gebruiken in het lobbyproces richting verzekeraars, overheid en op regionaal niveau richting zorgaanbieders. Daarmee stimuleren ze zowel de kwaliteit als de toegankelijkheid van de zorg.
De Patiënt Centraal?
29
Inv ent arisat ie
I n v e n t ar i s at i e
Werken aan de Zorg
De Patiënt Centraal?
Op bezoek bij Marjolein Spronk, Zorgheld ‘De Patiënt Centraal?’ ‘De patiënt is eigenaar van zijn aandoening en dus ook van zijn behandeling. Het is de taak van de specialist om de patiënt actief te betrekken en te voorzien van informatie, zodat de patiënt zelf de beslissingen kan nemen over zijn behandeling.’ 30
31
Marjolein Spronk
I n v e n t ar i s at i e
Projectleider Reumamonitor Reumapatiëntenbond
Geef de patiënt de tools
R
eumatoïde Artritis is een vorm van reuma die zich kenmerkt door ontstekingen in de gewrichten. Het doel van de behandeling is het onderdrukken van deze ziekteactiviteit. Marjolein Spronk van de Reumapatiëntenbond zet zich in voor de empowerment van reumapatiënten: ‘De patiënt is eigenaar van zijn aandoening en dus ook van zijn behandeling. Het is de taak van de specialist om de patiënt actief te betrekken en te voorzien van informatie, zodat de patiënt zelf de beslissingen kan nemen over zijn behandeling.’ Een instrument dat reumapatiënten versterkt in de rol van zorgregisseur, is de Reumamonitor. De Reumamonitor is een online ‘dagboek’ en tevens scoringstool, waarmee de patiënt de activiteit van reumatische klachten kan bijhouden. De Reumamonitor is eenvoudig te gebruiken. Op de website staat een poppetje met 28 gewrichten. Door deze aan te klikken geeft de patiënt aan of het gewricht (naar inschatting) pijnlijk, gezwollen of beide is. Automatisch wordt de totaalscore berekend en opgeslagen. De patiënt kan hiervan een rapport naar de specialist mailen. Omdat de Reumamonitor aansluit bij het scoringsmodel waarmee reumatologen werken, kan de zelfscore van de patiënt worden gematched met de professionele score van de specialist. Het ‘totaalplaatje’ is een uitgangspunt voor een dialoog over het behandelplan. Spronk: ‘Het blijkt een win-win
32
Werken aan de Zorg
situatie, de patiënt vindt het prettig om met concrete gegevens aan te tonen hoe het de voorafgaande periode is gegaan en de specialist merkt dat het op basis van deze informatie mogelijk is om sneller ‘to the point’ te komen.’ Patiënt en specialist kunnen de Reumamonitor ook inzetten om het effect van een behandeling te volgen. Reumaklachten hebben een grillig verloop, kunnen lang aanhouden om dan weer voor kortere of langere tijd te verdwijnen. Het is voor de patiënt niet altijd makkelijk om een juiste balans te vinden in het dagelijks leven met reuma. Ook onzekerheid kan een rol spelen. Zo kan de specialist aan de patiënt adviseren om meer te gaan bewegen, terwijl de patiënt juist bang is dat daardoor de klachten zullen toenemen. De Reumamonitor biedt de patiënt een houvast. Op basis van zelfscores kan de patiënt eventuele veranderingen in de ziekteactiviteit nauwkeurig bijhouden en die resultaten bespreken met de specialist. Het is volgens Spronk vanzelfsprekend dat chronisch zieken bij de behandeling een centrale rol krijgen toebedeeld en verantwoordelijkheid nemen. Specialisten en patiëntenorganisaties hebben de taak de patiënt daarbij te helpen met goede voorlichting en ondersteunende middelen. De Reumapatiëntenbond ontwikkelde met dit doel de Reumamonitor, gratis in gebruik, voor patiënten met reumatoïde artritis.
De Patiënt Centraal?
33
Inv ent arisat ie
I n v e n t ar i s at i e
5. Handelingsperspectieven
Met de invoering van het nieuwe zorgstelsel ontwikkelt de zorg zich geleidelijk van een aanbodgericht systeem naar een stelsel waarin de patiënt centraal staat. Toch kan elk van de drie partijen – zorgaanbieder, verzekeraar en patiënt – nadrukkelijker zijn nieuwe rol op zich nemen. In dit hoofdstuk zetten we een aantal handelingsperspectieven voor elk van de drie op een rij.
34
Werken aan de Zorg
34
De Patiënt Centraal?
35
H a n delingsperspect iev en
Han de l i n g s pe r s pe ct i e v e n
Zorgaanbieders 1
Vergroot de klantgerichtheid Veel aanbieders hebben een intrinsieke motivatie om een aantrekkelijke partij te zijn voor hun (potentiële) patiënten. Op dit vlak zijn er echter nog veel mogelijkheden tot verbetering. Onder meer door klantgerichter te zijn en bijvoorbeeld zorg aan te bieden op tijden die de patiënt beter schikken. Overigens kunnen verzekeraars en patiënten daar met hun keuzemogelijkheden de grootste impuls aan geven.
2
Vertaal lokaal succes naar landelijke aanpak De voorbeelden van het Dr. Leo Kannerhuis en Het Oogzorgnetwerk maken duidelijk dat er met gebruikmaking van franchise concepten landelijk succes kan worden geboekt met lokaal opgebouwde kennis en kunde.
3
Vergroot kwaliteit door onder meer specialisatie Specialisatie leidt in veel gevallen tot hogere kwaliteit. Ziekenhuizen en Zelfstandige Behandelcentra die zich toeleggen op een bovengemiddelde kwaliteit van de behandeling voor één of meer aandoeningen kunnen hun marktaandeel in korte tijd substantieel laten stijgen.
4
Wees transparant over kwaliteit en prestaties Transparantie is het belangrijkste smeermiddel voor een vraaggestuurd zorgstelsel. Zonder informatie kunnen de zorgconsument – individueel of verenigd – en de verzekeraar immers geen afgewogen oordeel vellen. Bovendien blijkt uit onderzoek dat het meten van de prestaties ook bevorderlijk is voor de kwaliteit. Met andere woorden; zorgaanbieders die transparant zijn over hun presteren, organiseren daarmee ook een interne stimulans om te verbeteren.
Zorgverzekeraars
36
1
Stel kwaliteit centraal bij inkoop In haar rol van inkoper is de zorgverzekeraar in feite het grootste georganiseerde verband van individuele zorgvragers. Maar ook op dat niveau is het vaak lastig om de noodzakelijke kwaliteitsinformatie te vergaren. Verzekeraars zouden er daarom goed aan doen om richting zorgaanbieders kwaliteitseisen een vaste plek in hun gunningsvoorwaarden te geven.
2
Maak polisinformatie toegankelijk Die informatie zou zich vervolgens ook meer dan nu moeten vertalen in begrijpelijke en behapbare polissen waaruit individuele zorgconsumenten hun keuze kunnen maken.
Werken aan de Zorg
3
Durf waar mogelijk de regie te nemen Zorgverzekeraars kunnen behalve de rol van inkoper ook sterker die van regisseur op zich nemen. De eerste stappen op dit pad van onder meer CZ en De Friesland laten zien dat hiermee grote winst kan worden geboekt qua kwaliteit en betaalbaarheid. Zorgverzekeraars zouden het experiment op dit vlak niet moeten schuwen.
Cliënten, patiënten en patiëntenorganisaties 1
Ga actief op zoek naar informatie De transparantie in de zorg laat sterk te wensen over. Maar patiënten kunnen wel meer dan nu actief op zoek gaan naar bruikbare informatie.
2
Maak kritischer keuzes met die informatie Bovendien kan er meer worden ‘gestemd met de portemonnee’. Patiënten zouden met de informatie die wel beschikbaar is, kritischer kunnen zijn over hun behandelaar of polis. In 2010 stapte bijvoorbeeld slechts 5,5% over naar een andere verzekeraar. En dat gebeurde vaker vanwege premiehoogte en service dan op basis van kwaliteitsinformatie. Nu cliënten ook voor hun AWBZ zorg kunnen kiezen voor een zorgverzekeraar, wordt een kritische keuze extra relevant.
3
Accepteer verantwoordelijkheid voor je eigen gezondheid Meer keuzemogelijkheden betekent ook meer verantwoordelijkheden. Patiënten moeten anno 2011 een actievere houding aannemen en meer de regie nemen over de zorg die ze nodig hebben. Daarbij kan het zijn dat een betere kwaliteit van de geleverde zorg ten koste gaat van bijvoorbeeld de snelle bereikbaarheid van de zorgaanbieder.
4
Patiëntorganisaties: focus op een specifieke rol Patiëntorganisaties hebben sinds de stelselwijziging hun rol zien groeien van voornamelijk lotgenotencontact tot onder meer betrokkenheid bij beleidsontwikkeling, het bijeen brengen van keuze ondersteunende informatie, optreden als gesprekspartner voor verzekeraars, etc. Uit onderzoek blijkt dat patiëntorganisaties het krachtigst bij kunnen dragen aan vraaggerichtheid van de zorg als zij zich richten op een specifieke rol; bijvoorbeeld die van lobby organisatie.
De Patiënt Centraal?
37
I n v e n t ar i s at i e
BKB en Plexus Drukwerk Robstolk Fotografie Paul Hilkens Vormgeving Floor Wesseling
38
Werken aan de Zorg
De Patiënt Centraal?
39
Inv ent arisat ie
40
Werken aan de Zorg