De Centraal Veneuze Catheter
Introductie
• CRRT vereist een veneuze toegang tot de bloedbaan • Centraal veneuze katheters worden gebruikt voor het •
creëren deze toegang De toegang tot de bloedbaan wordt ook wel de “Achilles hiel” van CRRT genoemd.
Algemene vereisten CVC
• • • • • • • • • • •
Optimale bloedflow Lage weerstand Biocompatibel Comfortabel voor patiënt / geen irritatie van de huid Lage kans op trombose Laag risico op infectie Geen recirculatie Eenvoudig in te brengen Materiaal moet bestand zijn tegen knikken Klemmen met kleurmarkeringen Belangrijke informatie moet op de katheter aangegeven zijn (volume, lengte, grootte)
Vena Jugularis Interna Voordelen
Nadelen
Hoog succes percentage
Locatie is oncomfortabel voor patiënt
Makkelijke compressie bij bloeding
Fixeren en afdekken katheter is lastig
Rechter vena jugularis interna loopt recht naar vena cava superior (makkelijk op te voeren, minder malpositie)
Vene collabeerd bij hypovolemie
Verhoogde ICP is en contra indicatie
Slechte landmarks bij obese / oedemateuze patiënten Aan linkerkant mogelijk ductus thoracicus letsel
Vena Subclavia Voordelen
Nadelen
Makkelijk te verzorgen
Hoge kans op pneumothorax
Comfortabel voor patiënt
Lang traject van huid tot vene
Duidelijke landmarks bij obese / oedemateuze patiënten
Frequenter katheter malposities
Vene collarbeerd minder snel (dan VJI)
Interfereert met thoraxcompressies
In acute situaties betere toegang tijdens zekering luchtweg (dan bij VJI)
Vena Femoralis Voordelen
Nadelen
Snel en makkelijk in te brengen met een hoog succes percentage
Patiënt kan niet mobiliseren
Interfereert niet met CPR
Lastig schoon te houden
Interfereert niet met intubatie
Grotere kans op complicaties bij abdominale pathologie
Geen risico op pneumothorax
Vertraagde circulatie tijdens CPR
Geen controle foto noodzakelijk Trendelenburg positie tijdens in brengen niet noodzakelijk
CVC bij dialyse
• Bij CRRT is er een voorkeur voor: 1. 2. 3.
Vena Subclavia Vena Jugularis Interna Vena Femoralis
• Bij een verhoogde bloedingsneiging heeft de Vena •
Jugularis Interna de voorkeur Bij een eenzijdige longafwijking wordt de vena subclavia / vena jugularis aan de zieke kant aangeprikt
De lengte van de CVC Vena Subclavia / Vena Jugularis Interna
Vena femoralis
De lengte van de CVC
• Vena Jugularis Interna / Vena Subclavia rechts • 150 mm (11 F) • Vena Jugularis Interna / Vena Subclavia links • 200 mm (11 F) • Vena Femoralis links en rechts • 250 mm (11 F)
CRM voor procedure
• Wat is het doel van de procedure • Wat is de taakverdeling • What if……. • De mogelijkheid tot het geven van feedback
Observaties na inbrengen CVC
• Subclavia / jugularis katheter • Ademhalings-depressie • Hematoom • Infectie • Hartritmestoornissen • Nabloedingen
Observaties na inbrengen CVC
• Femoralis katheter • Hematoom • Retroperitoneaal hematoom • Infectie • Nabloeden • Verminderde of afwezigheid van de pulsaties
•
onderste extremiteiteiten Verandering in temperatuur, gevoel en kleur van de voeten of nagelbed.
Controle en Afsluiten CVC
• Een 20cc spuit op het arteriële lumen moet binnen 6 •
• • • •
sec. te aspireren zijn (bloedflow 200ml/min) Flush de catheter voor het plaatsen van het heparineslot / taurolock Klem CVC onmiddellijk af na injectie heparine of taurolock Plaats de klemmen zo dicht mogelijk bij de bifurcatie Vermijd het afknikken van de lijn Bij openen of verwijderen van de klemmen moet een nieuw heparineslot / taurolock geplaatst worden
Fixatie en Verzorging
• Werk zo aseptisch mogelijk • De CVC dient altijd vast gehecht te zijn • Bij iedere manipulatie aan de CVC; handen wassen,
• •
desinfecteren en handschoenen dragen Bedek de insteek van de CVC met doorzichtig afdek folie (indien deze droog is) Bedek de insteek van de CVC met een steriel gaas (indien deze vochtig is)