DE ONDERWIJSLEERSITUATIE CENTRAAL Jaarverslag 1 oktober 2013 – 31 december 2014
Samenwerkingsverband passend onderwijs VO 2302
Jaarverslag 2014
1
VO 23 02 Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 2302 Stichting VO 2302 (ook genaamd: stichting SWV VO Twente Oost), gevestigd te Hengelo (O) Postadres: Postbus 3081 7500 DB Enschede Contactpersoon: Petra Steneker, directeur 053 - 75 12 424
[email protected] Website www.vo2302.nl http://vo2302.schoolprofielen.nl
Kamer van Koophandel: 58890939
Dagelijks Bestuur Jan van Schilt, voorzitter sept. 2013 – sept. 2016 Ruud Zeeuwen, Secretaris, per 1 aug. 2014 tevens penningmeester sept. 2013 – sept. 2016 Halbe Spanjer, Penningmeester Sept. 2013 – aug. 2014
Algemeen Bestuur Peter Nieuwstraten, voorzitter Harry Claessen, lid Paul Duijsings, Lid Bartel Geleijnse, lid per 1 aug. 2014 Harry Gerichhausen, lid Henri Hammink, lid Martin Jan de Jong, lid Ellen Kruize, lid per 15 sep. 2014 Pieter Telleman, lid tot 15 sep. 2014 Wisselingen Per 1 aug. 2014 bestaat, wegens bestuurlijke wisselingen, het dagelijks bestuur tijdelijk uit twee leden.
Jaarverslag 2014
2
Inhoudsopgave A
Algemeen deel
A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7 A8
Voorwoord……………………………………………………………………………………………………………………………… 4 Inleiding…………………………………………………………………………………………………………………… 5 Kengetallen…………………………………………………………………………………………………………………………… 6 Uitgangspunten en visie……………………………………………………………………………………………………………… 8 Bestuur en organisatie………………………………………………………………………………………………………………… 9 Personeel……………………………………………………………………………………………………………………………… 11 Onderwijs en kwaliteit………………………………………………………………………………………………………………… 12 Financiën……………………………………………………………………………………………………………………………… 17 Verslagen schoolbesturen…………………………………………………………………………………………………………… 27 Verslag Toezichthoudend orgaan SWV VO 2302………………………………………………………… 28
B
Jaarrekening 2014
B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7
Grondslagen…………………………………………………………………………………………………………………………… 30 Balans per 31 december 2014……………………………………………………………………………………………………… 33 Exploitatierekening over 2014……………………………………………………………………………………………………… 35 Kasstroomoverzicht over 2014……………………………………………………………………………………………………… 36 Toelichting op de balans per 2014…………………………………………………………………………………………………… 37 Niet in de balans opgenomen verplichtingen (passief)/niet uit de balans blijkende rechten (actief)………………………… 39 Toelichting op de exploitatierekening over 2014…………………………………………………………………………………… 40
C
Overige gegevens
C1 C2 C3 C4 C5
Controleverklaring…………………………………………………………………………………………………………………… 44 (Voorstel) bestemming van het exploitatiesaldo…………………………………………………………………………………… 46 Gebeurtenissen na balansdatum…………………………………………………………………………………………………… 47 Overzicht verbonden partijen………………………………………………………………………………………………………… 47 Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders………………………………………………………………………………… 47
Jaarverslag 2014
29
43
3
Voorwoord De onderwijsleersituatie centraal met voor elke leerling die dat nodig heeft, passende ondersteuning. Dat is het motto van Samenwerkingsverband VO-2302 (SWV VO-2302). In dit jaarverslag legt het bestuur van het SWV VO-2302 verantwoording af over het gevoerde beleid en over de jaarcijfers die onder bovengenoemd motto tot stand gekomen zijn. Het SWV VO-2302 kiest er nadrukkelijk voor geen voorzieningen in te richten op het niveau van het SWV VO-2302. De besturen van de aangesloten scholen hebben toegezegd dat elke school de benodigde basisondersteuning kan leveren en, indien nodig, kunnen scholen van elkaars expertise gebruik maken als er meer ondersteuning gevraagd wordt. Het SWV VO-2302 staat voor de uitdaging om voor meer leerlingen met een ondersteuningsbehoefte in een reguliere setting onderwijs te verzorgen; dit wordt mede gestimuleerd door een aflopende vereveningsbijdrage. Het jaarverslag bestrijkt de periode september 2013 tot en met december 2014, de periode vanaf start en het eerste volledige kalenderjaar.
Jan (J.P.T.) van Schilt MSc. Voorzitter Dagelijks Bestuur SWV VO 2302
VO 23 02 Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 2302
Jaarverslag 2014
4
Inleiding 30 September 2013 is, in lijn van artikel 17a, vierde lid van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 28a van de Wet op de expertisecentra, een stichting opgericht, die het SWV VO 2302 vormt overeenkomstig de Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 25 november 2012, Staatscourant 4 december 2012. Het samenwerkingsverband betreft de vestigingen van de in tabel 1 genoemde rechtspersonen die gelegen zijn in de regio die de gemeenten Borne, Dinkelland, Hengelo (OV), Enschede, Hof van Twente, Losser en Oldenzaal omvat. Tabel 1: besturen van het SWV Stichting Carmelcollege Stichting AOC Oost-Nederland Stichting Het Stedelijk Lyceum Enschede Stichting Gereformeerd Voortgezet Onderwijs Oost-Nederland Stichting OSG Hengelo Stichting Waerdenborch Stichting Attendiz Stichting ZML Twente/Oost-Gelderland De stichting regionaal samenwerkingsverband VO Twente (VO 7.01) heeft per 1 augustus zijn werkzaamheden beëindigd, en is per 1 januari 2015 opgeheven. De stichting VO 2302 heeft de volgende doelstelling geformuleerd: 1. Het vormen en in stand houden van een regionaal samenwerkingsverband in de zin van artikel 17a lid 2 van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 28a van de Wet op de expertisecentra. 2. Het realiseren van een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen alle scholen. 3. Het realiseren dat zoveel mogelijk van de in voormelde regio woonachtige leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken. 4. Een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs te bieden voor in voormelde regio woonachtige leerlingen die extra ondersteuning behoeven. De stichting poogt deze doelstelling te bereiken door: 1. Gezamenlijke besluitvorming over de wijze van verdelen en toewijzen van de ondersteuningsmiddelen en ondersteuningsvoorzieningen aan de scholen. 2. Het zorgdragen voor een ondersteuningsplan en (financieel) jaarverslag. 3. Het beoordelen of leerlingen toelaatbaar zijn tot het voortgezet speciaal onderwijs op verzoek van het bevoegd gezag van een school waar de leerling is aangemeld of ingeschreven. 4. Het adviseren over de ondersteuningsbehoefte van een leerling op verzoek van het bevoegd gezag van een school waar de leerling is aangemeld of ingeschreven. 5. Het in standhouden van een commissie toelaatbaarheid en leerlingenondersteuning, belast met onder meer de taken zoals in de Wet op het voortgezet onderwijs zijn toegekend aan een permanente commissie leerlingenzorg. 6. Andere middelen die aan het doel van de stichting dienstbaar kunnen zijn. De stichting beoogt niet het maken van winst. Jaarverslag 2014
5
A1: Kengetallen Tabel 2: Scholen, locaties en leerlingen per 1 oktober 2012 en 2013 Scholen Twents Carmel College Bonhoeffer College Scholengroep Carmel Hengelo AOC Oost Stedelijk lyceum Greijdanus (loc. Enschede) OSG Hengelo Waerdenborch (loc. Goor) Attendiz TWOG Niet deelnemend VSO TOTAAL VO/VSO waarvan VO waarvan VSO
Leerlingen 2012 5.071 4.328 4.414 513 3.556 141 2.495 488 981 142
Leerlingen 2013 5.097 4.442 4.420 573 3.442 153 2.599 438 925 147
22.129 21.006 1.123
22.225 21.164 1.061
Leerlingen 2014 5.163 4.503 4.329 603 3.295 150 2.780 420 744 141 145 22.273 21.243 1.030
Deelname VSO In vergelijking met de landelijke cijfers heeft het SWV VO 2302 een hoog deelnamepercentage aan het VSO. In tabel 3 is de deelname van de afgelopen 4 jaar te zien. Tabel 3: VSO deelname1 Teldatum 1-10-2014 1-10-2013 1-10-2012 1-10-2011 1-10-2010
VSO landelijk 3,62 3,61 3,51 3,44 3,35
VSO 2302 4,86 5,01 5,20 5,05 4,67
Het relatief hoge deelnamepercentage vertaalt zich in een dalend budget, de zogenaamde verevening. Het samenwerkingsverband heeft zich ten doel gesteld ten minste het tempo van de verevening te realiseren ten aanzien van het aantal leerlingen dat gebruik maakt van het VSO. Aangezien voor het VSO een T-1 bekostigingssystematiek geldt (de bekostiging wordt gebaseerd op de 1 oktober-telling van het voorgaande jaar, ligt de doelstelling voor het samenwerkingsverband 1 jaar vooruitlopend op de verevening.
1
Zie kengetallen SWV VO 2302 op www.passendonderwijs.nl; het betreft hier verhouding VO - VSO
Jaarverslag 2014
6
In schema ziet dat er als volgt uit: Tabel 4: Effecten verevening op aantal leerlingen VSO conform doelstelling 2 Schooljaar
Verevening (perc.)
Teldatum
Aantal leerlingen VSO
Totalen afbouw aantal lln VSO t.o.v. 1-10-2013
2014 – 2015
100
1-10-2013
1.043
0
2015 – 2016
100
1-10-2014
1.043
0
2016 - 2017
95
1-10-2015
1.026
17
2017 - 2018
80
1-10-2016
974
69
2018 - 2019
60
1-10-2017
905
138
2019 - 2020
30
1-10-2018
801
242
0
1-10-2019
698
345
2020 – 2021 en verder
De tellingen van het VSO van 1 oktober 2014 zijn in een eerste overzicht bekend gemaakt. Deze zijn nog onder voorbehoud. Tabel 5: Deelname VSO per bekostigingscategorie teldatum 1 oktober 2014 en 2013 VSO Deelnemend VSO Niet deelnemend VSO Totaal 2014 Totaal 2013
Cat. laag
Cat. midden 773 139 912 958
Cat. hoog 34 1 54 28
Totaal 78 5 83 75
885 145 1.030 1.061
In tabel 6 is een overzicht van de gegevens per gemeente, waarbij de percentages zijn genomen van de leerlingen die woonachtig zijn in de gemeente (de schoolgaande leerlingen leiden tot andere percentages). Tabel 6: VSO percentages per gemeente3
2013 2012
Borne
Dinkelland
Enschede
Hengelo
3,87 4,19
2,52 2,30
5,46 5,28
6,08 6,04
Hof van Twente 3,18 3,37
Losser
Oldenzaal
SWV 2302
Landelijk
4,30 4,48
4,25 3,90
4,85 5,05
3,60 3,39
2
Verevening: verschil normbekostiging oktober 2011 (3,44 %) en feitelijke ondersteuningskosten op 1 oktober 2011 (5,05 %). 3 het betreft hier relatief aantal leerlingen in het VSO (percentage van totaal aantal leerlingen woonachtig in de gemeente) per 1-10-2013 / in vergelijking met percentages per 1-10-2012 Jaarverslag 2014
7
A2: Uitgangspunten en visie Motto De onderwijsleersituatie centraal is het motto van het SWV. Er zal in het SWV zeer stevig moeten worden gewerkt aan een ander zicht op de spankracht van scholen ten einde meer leerlingen in de reguliere setting onderwijs te geven. Het Algemeen Bestuur van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 2302 heeft de volgende visie uitspraken vastgesteld: Algemeen: - Voor iedere leerling vindt de onderwijsondersteuning zo veel mogelijk plaats in de reguliere setting. - Extra ondersteuning zijn voorzieningen, die ingezet worden binnen de infrastructuur van de school. SWV specifiek: - Het SWV is verantwoordelijk voor de coördinatie van de schoolondersteuningsprofielen, leidend tot een dekkend aanbod van onderwijsondersteuning. - Het SWV richt niet zelf voorzieningen in. - Het SWV formuleert in het ondersteuningsplan een kwaliteitsstandaard voor de onderwijsondersteuning van leerlingen. - Het SWV bewaakt de kwaliteit van de uitvoering van het ondersteuningsplan.
Jaarverslag 2014
8
A3: Bestuur en organisatie 3.1 Inleiding De stichting kent een algemeen bestuur en een dagelijks bestuur. Elk bij de stichting aangesloten bevoegd gezag heeft één afgevaardigde aangewezen die namens het bevoegd gezag lid is van het algemeen bestuur van de stichting, met uitzondering van Stichting Carmel College, die drie afgevaardigden als lid van het algemeen bestuur aanwijst. Binnen het bestuur is het dagelijks bestuur belast met het bestuur van de stichting en is het algemeen bestuur belast met het intern toezicht op het dagelijks bestuur. Taken en bevoegdheden zijn statutair vastgelegd.
3.2 Vier functies De besturen hebben in de visie uitspraak aangegeven dat het SWV zo weinig mogelijk centraal is georganiseerd. Op grond van de wetgeving worden – naast uiteraard het opstellen van het ondersteuningsplan - vier functies op het centrale niveau uitgevoerd. Het bestuur van het SWV is verantwoordelijk voor deze functies: - Communicatie Het gaat hierbij vooral om de informatie over de ondersteuningsstructuur van VO 2302. Daarnaast is de communicatie voor ouders en externe partijen van belang. - Kwaliteitszorg De kwaliteitszorg heeft betrekking op de kwalitatieve ontwikkelingen (kwaliteitssysteem) en op de kwantitatieve ontwikkelingen, zoals de leerling-stromen. Het bestuur van het SWV is verantwoordelijk voor een dekkend ondersteuningsaanbod, en voor een kwaliteitsstandaard waardoor de basisondersteuning op alle scholen van VO 2302 wordt vastgesteld en bewaakt. - Financiën Planning en control cyclus, de verantwoording van de inzet van middelen en de meerjarenbegroting. - Toewijzing Deze functie wordt uitgevoerd door de Advies Commissie Toelaatbaarheid en Leerling ondersteuning (ACTL). Het bestuur van het SWV is verantwoordelijk voor de vier aangegeven functies en heeft deze uitgewerkt in een organisatieopzet, inclusief bemensing en bekostiging. De akte van oprichting en de vaststelling van de statuten is op 30 september 2013 bij de notaris gepasseerd. Er is gekozen voor het one tier model.
Jaarverslag 2014
9
3.3 Het organogram van het Samenwerkingsverband VO 2302 Het organogram van het nieuwe SWV VO 2302 ziet er als volgt uit:
Algemeen Bestuur
Dagelijks Bestuur
OPR
Directeur
ACTL
Netwerk ondersteuningscoördinatoren
Subregio Enschede
Subregio Hengelo
Subregio NO-Twente
Er is geen sprake van een hiërarchische verhouding van de directeur naar de Adviescommissie Toelaatbaarheid en Leerlingenzorg of naar het netwerk van zorgcoördinatoren. Van de directeur wordt een “spin-in-web” functie verwacht zowel naar de plaatselijk (regionale) PO-VO commissies, de in te stellen adviescommissie en de kwaliteitsnetwerken van zorgcoördinatoren als naar het bestuur (DB en AB). Overleg tussen het bestuur / directeur en Ondersteuningsplanraad (OPR) wordt als volgt vorm gegeven: 1. Het bestuur en de OPR komen bijeen indien de OPR dan wel het bestuur daarom onder opgave van redenen verzoekt. 2. Indien twee derde deel van de leden van de OPR en de meerderheid van elke geleding dat wensen, voert het bestuur de in het eerste lid bedoelde bespreking met elke geleding afzonderlijk. 3. De directeur van het SWV voert namens het bestuur het overleg, als bedoeld in dit reglement, met de OPR. 4. Op verzoek van de OPR of op verzoek van de directeur van het SWV] kan het bestuur besluiten de directeur van het SWV te ontheffen van zijn taak om een bespreking namens het bestuur te voeren. 5. Op verzoek van de OPR voert het bestuur in bijzondere gevallen zelf de besprekingen met de OPR.
Jaarverslag 2014
10
A4: Personeel De stichting VO 2302 heeft geen personeel in eigen dienst. De directeur samenwerkingsverband en de ambtelijk secretaris van de toelaatbaarheidscommissie (ACTL) zijn werkzaam binnen het samenwerkingsverband via een payroll constructie. Overige inzet van personeel binnen het samenwerkingsverband, zoals de leden van de ACTL, hebben een aanstelling bij een van de schoolbesturen. De uitvoering van hun taak binnen het samenwerkingsverband wordt bekostigd door het samenwerkingsverband.
Jaarverslag 2014
11
A5: Onderwijs en kwaliteit In het ondersteuningsplan versie 1.5 zijn een aantal doelstellingen geformuleerd. In dit hoofdstuk volgt verslag van de resultaten in 2014, en de vervolgafspraken voor het komend schooljaar.
5.1 De ondersteuningsstructuur Doelstelling 1 middelen Succesindicator
Evaluatie Rol en taak bestuur SWV Resultaat 2014 Planning vervolg
Doelstelling 2 Middelen Succesindicator Evaluatie Rol en taak bestuur SWV Resultaat 2014 Planning vervolg
Doelstelling 3 Middelen Succesindicator Evaluatie Rol en taak bestuur SWV Resultaat 2014
Planning vervolg
Jaarverslag 2014
Iedere school draagt zorg voor een voldoende implementatie van het basisprofiel. Eigen zorgstructuur; professionaliseringsbudget, ondersteuningsbudget. Alle scholen in het SWV werken planmatig en cyclisch aan versterking van het onderwijs en de ondersteuning. Elke school heeft een ondersteuningsplan. Jaarlijkse evaluatie. Vaststellen basisprofiel. Handelend optreden richting een school die het basisprofiel niet realiseer.t elke schoollocatie heeft het onderwijs- en ondersteuningsprofiel beschreven. De profielen zijn gepubliceerd via de website http://vo2302.schoolprofielen.nl. jaarlijks worden bij aanvang van het nieuwe schooljaar (september / oktober) de schoolprofielen herzien.
Het SWV heeft een dekkend geheel aan oplossingen voor leerlingen en kent geen thuiszitters . Brede schoolondersteuningsprofielen voor het VO en het VSO Plaatsingsmogelijkheden voor alle leerlingen. Er zijn geen thuiszitters als gevolg van onvoldoende passend onderwijs. Jaarlijks aan de hand van kwartaalrapportages. Bespreking van de kwartaalrapportages en indien daartoe aanleiding is handelend optreden (zorgdragen voor voldoende passend onderwijs). aanzetten tot concretisering van beleid a.d.h.v. casuïstiek zijn gemaakt. beleid concretiseren in afstemming met de gemeenten (januari / februari 2015).
De schoolbesturen van het SWV verlagen het deelnamepercentage VSO tot het landelijk gemiddelde. reducerende maatregelen (zie verderop). Een jaarlijkse vermindering van de instroom in het VSO, in het tempo van de verevening en 1 jaar vooruitlopend hierop . Jaarlijkse monitor via de ACTL met kwartaalrapportages. Bespreking rapportage vanuit ACTL: realisatie doelstelling. Acties ondernemen in geval de doelstelling niet wordt gehaald. Ten opzichte van de vereveningsdoelstelling (zie tabel 4, hoofdstuk 1) laat de telling per 1 oktober 2014 een positief resultaat zien (zie tabel 5, hoofdstuk 1). Reducerende maatregelen continueren.
12
5.2
Reducerende maatregelen
Teneinde doelstelling 3 (zie 5.1) te behalen, zijn enkele reducerende maatregelen getroffen. Reducerende maatregel 1 Middelen
Succesindicator Evaluatie Rol en taak bestuur SWV Resultaat 2014 Planning vervolg
Reducerende maatregel 2 Middelen
Succesindicator Evaluatie Rol en taak bestuur SWV Resultaat 2014
Planning vervolg
Jaarverslag 2014
De schoolbesturen van het SWV verlagen het deelnamepercentage VSO tot het landelijk gemiddelde door samenwerking met PO en SO. Notitie 10-14 wordt uitgewerkt met het PO en SO, zodat de ‘automatische’ doorstroom van SO en PO naar VSO omgebogen wordt naar SO > VO of PO > VO. Het aantal leerlingen dat vanuit het PO of SO doorstroomt naar het VSO daalt. Jaarlijks aan de hand van kwartaalrapportages. Bespreking kwartaalrapportages vanuit ACTL en 10-14 commissies gericht op realisatie doelstelling. Acties ondernemen in geval de doelstelling niet wordt gehaald. In 3 subregio’s is een werkgroep gestart met als opdracht een commissie samen te stellen en een werkwijze te formuleren. Uitvoeren pilotfase januari – juni 2015. Opstellen monitor 10 -14 (februari / maart 2015). Evalueren werkwijze (juni / juli 2015), vaststellen werkwijze. Evalueren resultaten (juli / augustus 2015). Opvragen rapportages vanuit de 10 -14 commissies (elk kwartaal).
De schoolbesturen van het SWV verlagen het deelnamepercentage VSO tot het landelijk gemiddelde door te gaan werken met toelaatbaarheidsverklaringen met een zo kort mogelijke geldigheidsduur. De ACTL zal voornamelijk werken met toelaatbaarheidsverklaringen, waarbij terugplaatsing onderdeel van het overleg met ouders en VO is in het ontwikkelingsperspectief. Het aantal leerlingen dat vanuit het SO doorstroomt naar het VSO daalt. Jaarlijks aan de hand van kwartaalrapportages. Bespreking kwartaalrapportage vanuit ACTL gericht op realisatie doelstelling. Acties ondernemen in geval de doelstelling niet wordt gehaald. Wanneer de ACTL het advies geeft een toelaatbaarheidsverklaring af te geven, neemt zij in haar advies een zo kort mogelijke periode op, waarbij de wettelijke minimale termijn gesteld is op minstens één volledig schooljaar. In de periode tot en met oktober 2014 heeft zij bij 11 van de 13 toelaatbaarheidsverklaringen de minimale periode geadviseerd. Ten aanzien van 18+ heeft de ACTL afgesproken dat, indien een leerling ook na het bereiken van de 18 jarige leeftijd aangewezen lijkt op het VSO, dit altijd opnieuw voorgelegd wordt aan de ACTL om te beoordelen in hoeverre de gevraagde ondersteuning ook onderwijsondersteuning betreft. De ACTL geeft jaarlijks in januari / februari haar bevindingen ten aanzien van mogelijkheden tot terugplaatsing naar het VO, weer in een rapportage.
13
Reducerende maatregel 3 Middelen
Succesindicator Evaluatie Rol en taak bestuur SWV Resultaat 2014
Planning vervolg
Reducerende maatregel 4 Middelen Succesindicator
Evaluatie Rol en taak bestuur SWV Resultaat 2014 Planning vervolg
Jaarverslag 2014
De schoolbesturen van het SWV verlagen het deelnamepercentage VSO tot het landelijk gemiddelde door de kosten van doorverwijzing VO-VSO te leggen bij de verwijzer. Iedere leerling die – per 1 augustus 2014 – na inschrijving bij een VO school wordt verwezen naar het VSO, komt voor de hele schoolloopbaan bij het VSO budgettair ten laste van de verwijzende VO school. Indien een VO school bij de doorstroom uit het PO/SO een leerling inschrijft met een toelaatbaarheidsverklaring VSO en later in het schooljaar toch tot een verwijzing komt, komt deze doorverwijzing budgettair niet ten laste van deze school. Het aantal leerlingen dat vanuit het SO doorstroomt naar het VSO daalt. ACTL rapporteert over doorstroming VO-VSO; de kwartaalrapportages worden aangeboden aan het bestuur. Bespreking kwartaalrapportage vanuit ACTL gericht op realisatie doelstelling. Acties ondernemen richting de VO-school met bovengemiddelde doorstroming naar VSO. In de praktijk bleek deze maatregel ertoe te leiden dat in het overgangsjaar leerlingen met een op dat moment nog geldige beschikking, eerder doorverwezen werden naar het VSO, om zo de financiële risico’s van de reguliere school te beperken. Het bestuur heeft dan ook tot nuancering van deze maatregel besloten om een positieve incentive af te geven ten aanzien van het aannemen van leerlingen met een OPP. In de monitor van de ACTL is opgenomen wanneer de verwijzer verantwoordelijk is voor de bekostiging. In de instroom vanuit het PO / SO blijft een risico liggen ten aanzien van deze maatregel. Het is van belang het gesprek te voeren in termen van kansen voor jongeren, in plaats van in termen van (financiële) risico’s. Het SWV neemt initiatief tot het voeren van dit gesprek (2014 / 2015).
De schoolbesturen van het SWV verlagen het deelnamepercentage VSO tot het landelijk gemiddelde door samenwerking met gemeenten. Onderzoek naar de mogelijkheden om – in samenspraak met de gemeenten – als ondersteuning (jeugd)zorg in te zetten. Het aantal leerlingen dat vanuit het PO of SO doorstroomt naar het VSO daalt, evenals het aantal leerlingen dat vanuit het VO doorstroomt naar het VSO. Effectrapportage jaarlijks bespreken in OOGO. Zorg (laten) dragen voor effectrapportage. Agenderen in OOGO; interne bespreking. Met de diverse gemeenten is OOGO gevoerd omtrent het jeugdbeleid. Daarin heeft een eerste verkenning plaatsgevonden omtrent dit thema. Afspraken worden gemaakt met de gemeenten (1e helft 2015).
14
5.3
Ontwikkelingen ten aanzien van externe partners
Afstemming PO / SO Doelstelling 4 Middelen
Succesindicator Evaluatie Resultaat 2014 Planning vervolg
Doelstelling 5 Middelen
Succesindicator Evaluatie Resultaat 2014 Planning vervolg
In de overgang PO – VO is in een vroeg stadium helder welk onderwijsarrangement in het VO (of eventueel VSO) gewenst en/of noodzakelijk is. Per subregio wordt een 10-14 commissie ingesteld. Deze commissie bespreekt eind groep 6 en medio groep 7 het uitstroomperspectief. Uiterlijk januari groep 8 volgt het advies van de school, waarbij leerlingen met het advies ‘extra arrangement in het VO’ (incl. LWOO of PrO), of advies ‘VSO’ in cie. worden besproken. Uiterlijk maart volgt aanmelding. Leerlingen uit het PO vinden een passende plek in het VO. Jaarlijks; rapportage vanuit de 10-14 commissies . In 3 subregio’s is een werkgroep gestart met als opdracht een commissie samen te stellen en een werkwijze te formuleren. Uitvoeren pilotfase januari – juni 2015. Opstellen monitor 10 -14 (februari / maart 2015). Evalueren werkwijze (juni / juli 2015), vaststellen werkwijze. Evalueren resultaten (juli / augustus 2015). Opvragen rapportages vanuit de 10 -14 commissies (elk kwartaal).
Overgangsmomenten PO – VO verlopen soepel Alle scholen in het SWV werken met standaarden, die moeten worden gezien als een normering. Het primair onderwijs werkt – voor zover van toepassing – met dezelfde normen. Geen bezwaren richting de landelijke bezwarencommissie. Zelfevaluatie en audits. In 2014 zijn er geen bezwaren ingediend. In 2015 – 2016 wordt een werkwijze zelfevaluaties en audits vormgegeven.
Afstemming MBO Doelstelling 6 Middelen
Succesindicator Evaluatie Resultaat 2014 Planning vervolg
Jaarverslag 2014
Overgangsmomenten VO / VSO – MBO verlopen soepel. Alle scholen in het SWV werken met standaarden, die moeten worden gezien als een normering. Het middelbaar beroepsonderwijs werkt – voor zover van toepassing – met dezelfde normen. Geen bezwaren tegen de uitkomst van het intakegesprek. Zelfevaluatie en audits. Er is voor leerlingen met een OPP een nieuw digitaal overdrachtsformulier ontwikkeld. Januari 2015 staat een bestuurlijk overleg gepland om de overgang tussen V(S)O en MBO, en knelpunten hierin, nader te bespreken.
15
Afstemming gemeenten Met de gemeenten is met succes OOGO (op overeenstemming gericht overleg) gevoerd omtrent het eerste ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband, en omtrent de plannen ten aanzien van het jeugdbeleid van de gemeenten.
Jaarverslag 2014
16
A6: Financiën 6.1
Uitgangspunten en financiële consequenties
Algemeen: Voor iedere leerling vindt de onderwijsondersteuning zo veel mogelijk plaats in de reguliere setting.
97 % van de ondersteuningsmiddelen wordt ingezet voor de ondersteuning van leerlingen.
Extra ondersteuning zijn voorzieningen, die ingezet worden binnen de infrastructuur van de school.
Scholen zetten ondersteuningsmiddelen in om voorzieningen in te richten binnen de infrastructuur van de school, of in samenwerking met andere schoolbesturen; voor verantwoording zie hoofdstuk 7.
SWV-specifiek: Het SWV is verantwoordelijk voor de coördinatie van de schoolondersteuningsprofielen, leidend tot een dekkend aanbod van onderwijsondersteuning.
Een website is ingericht en bekostigd op niveau van het samenwerkingsverband, waarin de schoolprofielen zijn opgenomen (P8).
Het SWV richt niet zelf voorzieningen in.
Vanuit ‘verdeling scholen’ (P12) worden voorzieningen binnen de infrastructuur van de scholen ingericht.
Het SWV formuleert in het ondersteuningsplan een kwaliteitsstandaard voor de onderwijsondersteuning van leerlingen.
De kwaliteit wordt getoetst aan de hand van interne audits (vanaf 2015 - 2016).
Jaarverslag 2014
17
Verevening: De verevening wordt gevolgd, rekening houdend met de bekostiging T-1
Per 1 oktober 2014 is er een daling in het aantal VSO leerlingen ten opzichte van 1 oktober 2013. Hiermee loopt het samenwerkingsverband voor op de verevening (T-1).
De schoolbesturen van het SWV verlagen het deelnamepercentage VSO tot het landelijk gemiddelde door samenwerking met PO en SO
Het samenwerkingsverband stelt middelen beschikbaar voor pilots inrichting 10-14 (P11).
De schoolbesturen van het SWV verlagen het deelnamepercentage VSO tot het landelijk gemiddelde door te gaan werken met toelaatbaarheidsverklaringen met een zo kort mogelijke geldigheidsduur
In 2014 is hier voorbereidend werk voor verricht binnen de ACTL; de effecten ervan zullen eerst in 2016 zichtbaar worden.
De schoolbesturen van het SWV verlagen het deelnamepercentage VSO tot het landelijk gemiddelde door de kosten van doorverwijzing VO-VSO te leggen bij de verwijzer
In 2014 is hier voorbereidend werk voor verricht; deze zijn zichtbaar gemaakt in de meerjarenbegroting. De effecten ervan zullen eerst in 2015 zichtbaar worden.
De schoolbesturen van het SWV verlagen het deelnamepercentage VSO tot het landelijk gemiddelde door samenwerking met gemeenten
Overleg met de gemeenten is opgestart.
Personeel: Het samenwerkingsverband neemt geen personeel aan binnen de stichting.
Ambtelijk secretaris ACTL en directeur SWV via payroll.
ACTL
De leden van de ACTL hebben een aanstelling binnen een van de scholen. De ACTL wordt per 1 januari 2016 uitgebreid, om de toelaatbaarheid PRO en aanwijzing LWOO te beoordelen.
Jaarverslag 2014
18
Risico’s Onderinstroom (geen verwijzer)
Zonder goed werkende 10-14 is er weinig regie op de onderinstroom. In ‘groei VSO’ (P7) is een risicobudget opgenomen.
Te lang in VO houden
De maatregel ‘de verwijzer betaalt’ draagt het risico met zich mee dat leerlingen te lang in het regulier worden gehouden. Hiermee wordt de slaagkracht van het VSO lager. Preventief werken kan leiden tot kortere trajecten VSO aan de voorkant, met meer mogelijkheid tot terugkeer in het VO.
Verevening wordt niet gehaald
Dit is een gezamenlijk risico van alle schoolbesturen. Op het moment dat de verevening niet gehaald wordt, zal dit bekostigd worden vanuit de ‘verdeling scholen’ (P12).
Groei PRO
Een deel van de leerlingen die eerder aangewezen waren op VSO, komt in aanmerking voor PRO. Gezien het kleinschalig karakter en het uitstroomprofiel is de verwachting dat krimp in het VSO tot enige groei in het PRO kan leiden. Het is wenselijk hier budgettair rekening mee te houden.
Groei LWOO
Afhankelijk van de keuzes van het samenwerkingsverband.
Ruimte voor experimenten / arrangementen
In 2016 – 2017 hebben de scholen de meeste financiële ruimte om de ondersteuning van leerlingen op te nemen in de infrastructuur van de school. Dan moeten de eerste doelstellingen van de verevening al bereikt zijn. In P4 (arrangementen) en P5 (VSV) zijn er middelen gereserveerd om gezamenlijke arrangementen te ondersteunen.
Scheefgroei
Scholen die een effectieve ondersteuningsstructuur hebben ingericht, kunnen een aanzuigende werking hebben voor leerlingen met extra ondersteuningsvragen. In de huidige financiële structuur is hier geen rekening mee gehouden: de middelen worden naar rato van het totaal aantal leerlingen verdeeld. Bij aantoonbare scheefgroei kan een aanpassing op de begroting noodzakelijk zijn.
Jaarverslag 2014
19
Overige In het jaar 2015 zal het bestuur een planning- en control cyclus vaststellen. Wet ‘goed onderwijs, goed bestuur’. Het algemene bestuur van het Samenwerkingsverband heeft kennis genomen van de Code “Goed bestuur in het Voortgezet Onderwijs”. Het bestuur is overtuigd van de goede achtergrond van de code en heeft aandacht besteed aan de invoering ervan. Gedurende het kalenderjaar 2014 heeft de directeur de dagelijkse leiding gehad. Het bestuur heeft als toezichthouder gefungeerd. Gezien het feit dat het Samenwerkingsverband per 1 augustus 2014 pas echt officieel haar taken heeft opgepakt, heeft men eerst voorrang gegeven aan de opzet van de Stichting en het in kaart brengen van de problematiek inzake Passend Onderwijs. Hiervoor is veelvuldig overleg gevoerd met de aangesloten schoolbesturen. Zoals eerder beschreven zal het Samenwerkingsverband in 2015 het dagelijks bestuur zodanig inrichten zodat men zich volledig conformeert aan de Code “Goed bestuur”. Treasuryverslag In 2014 was er nog geen sprake van een officieel treasurybeleid. Het Samenwerkingsverband maakt begin 2015 werk van dit beleid. Tijdens de verslagperiode heeft het Samenwerkingsverband bij het aantrekken respectievelijk uitzetten van alle benodigde respectievelijk overtollige middelen gehandeld binnen de kaders van de Regeling van het Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 25 juli 2001, nr. FVE 2001/57965N, houdende regels over het beleggen en belenen van publieke middelen (Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010). De Stichting beschikt over een bankrekening welke is ondergebracht bij de Rabobank te Almelo.
Jaarverslag 2014
20
6.2
Cijfers
In hoofdstuk 1, tabel 4 zijn de effecten van de verevening ten aanzien van het aantal leerlingen in het VSO opgenomen. Per 1 oktober 2014 volgen 1.030 leerlingen binnen het samenwerkingsverband speciaal onderwijs. Dit is lager dan voorzien, waardoor realisatie van de rijksbijdrage OCW (normvergoeding personeel en normvergoeding materieel) hoger uitvalt dan begroot. Tabel 7: Rijksbijdrage OCW Jaarbudget
Realisatie
€ 2.115.026,75
€ 2.232.622,08
€ 22.088,75
€ 50.541,34
€ 2.137.115,50
€ 2.283.163,42
3 Baten 3.1 Rijksbijdragen 3.1.1 Rijksbijdrage OCW/LNV 831100 Normvergoeding personeel OCW 831150 Normvergoeding materieel OCW Totaal 3.1.1 Rijksbijdrage OCW/LNV
Schooljaar 2014 - 2015 is een overgangsjaar voor de bekostiging. Het VSO wordt nog 1 jaar betaald vanuit het Rijk. Het samenwerkingsverband heeft gebruik gemaakt van de opting out regeling ten aanzien van de ambulante begeleiding. In de doorbetaling aan de besturen binnen het samenwerkingsverband ziet dit er als volgt uit: P3 opting out: vergoeding loonkosten P3 opting out: eerdere verplichtingen P3 opting out: verdeling naar rato lln
€ 237.653,74 € 144.845,83 € 237.851,75
Deze bedragen zijn opgenomen in de ‘Doorbetalingen rijksbijdragen SWV: Tabel 8: doorbetalingen rijksbijdragen SWV Realisatie 3 Baten 3.1.4 Af: inkomensoverdrachten 831420 Doorbetalingen rijksbijdragen SWV Totaal 3.1.4 Af: inkomensoverdrachten
€ -1.713.665,02 € -1.713.665,02
Het samenwerkingsverband heeft geen personeel in dienst. Vanuit het samenwerkingsverband worden de volgende ‘programma’s’ bekostigd: P1:
P2:
P3:
Omschrijving ACTL: adviescommissie toelaatbaaheid en leerlingenondersteuning. Lidmaatschap van de ACTL is een taak. De leden zijn aangesteld binnen scholen van het samenwerkingsverband. steunpunt autisme / awbz compensatie. In 2014 – 2015 zijn de beschikbare middelen AWBZ compensatie verdeeld op basis van de gegevens van het voorgaande jaar. In 2015 - 2016 zal hier nieuw beleid op worden geformuleerd. opting out; zie hierboven
Jaarverslag 2014
Jaarbudget € 77.083
Realisatie € 29.250
€ 46.125
84.201
€ 620.351
€ 583.240
21
P4:
P5:
P6:
P7:
P8:
P9: P10:
P11:
rebound en herstart / op de rails. Tot 1 augustus 2014 zijn de middelen toegekend aan samenwerkingsverband VO 7.01. Vanaf 1 augustus 2014 zijn deze middelen opgenomen in de middelen lichte ondersteuning. Deze zijn naar rato van het totaal aantal leerlingen naar de VO scholen verdeeld. Om – gezien de verandering van situatie – scholen alert te houden op deze verantwoordelijkheid, is dit programma opgenomen en begroot op € 0. In volgende jaren zal dit geen post meer zijn binnen de begroting. VSV. Vanuit de subsidies VSV worden twee projecten uitgevoerd. De bekostiging ervan loopt niet via het samenwerkingsverband. In 2014 zijn hier dan ook geen kosten geboekt. De intentie is de komende schooljaren de ingezette trajecten te bestendigen, en op te nemen in de plannen van het samenwerkingsverband. management en organisatie. Zoals genoemd heeft het samenwerkingsverband ten behoeve van de directie en het ambtelijk secretariaat (ACTL) gebruik gemaakt van een payroll constructie. In dit programma zijn daarnaast kosten gemaakt in verband met dienstreizen, kantoorinrichting en kantoorartikelen. groei VSO. In 2014 is de bekostiging van groei in het VSO rechtstreeks via DUO gegaan. Vanaf 2015 zal de groeibekostiging via het samenwerkingsverband lopen. implementatie passend onderwijs. Hier zijn kosten ten aanzien van het inrichten van de website schoolprofielen en de algemene website terug te vinden. Op het niveau van het samenwerkingsverband is een studiedag georganiseerd. risicodekkend / onvoorzien: in 2014 is 1 arrangement uitgevoerd. afbouw LGF. De middelen LGF zijn verdeeld naar de scholen naar rato van het aantal leerlingen. Er is 1 uitzondering gemaakt voor de kleinste school binnen het samenwerkingsverband: ter compensatie van de LGF is hier voor schooljaar 2014 – 2015 en 2015 – 2016 een bedrag voor gereserveerd. Dit is opgenomen in het bedrag Doorbetaling rijksbijdragen SWV (zie tabel 8). commissie 10 – 14. Teneinde per subregio een commissie 10 – 14 in te richten om de overgang PO – VO goed te laten verlopen, zijn middelen vanuit het samenwerkingsverband gereserveerd voor pilots. Daarnaast is er een subsidie vanuit de VO raad ontvangen om deze commissie in te richten.
Jaarverslag 2014
€0
€0
€0
€0
€ 83.333
€ 78.950
€ 62.500
€0
€ 64.583
€ 85.926
€ 41.667
€ 20.833
€ 20.833
In doorbetalingen rijksbijdragen SWV opgenomen
€ 27.083
€ 18.540
22
Kengetallen en grafieken
Kengetallen
Signaleringsgrens PO
Financiële kengetallen Liquiditeit (current ratio) Solvabiliteit 1 Solvabiliteit 2 Rentabiliteit Weerstandsvermogen Kapitalisatiefactor Financieringsfunctie Transactiefunctie Financiële buffer
< = 1,00 < 30% < = 30% 3 jaar negatief < 60% < 10%
Streefwaarde
2014
2013
2012
2011
2010
23,64 96% 96% 80% 103% 83% 1% 3% 79%
Toelichting Liquiditeit (current ratio): vlottende activa / kortlopende schulden Geeft aan in welke mate de instelling aan haar verplichtingen op korte termijn kan voldoen. Solvabiliteit 1: eigen vermogen / totaal passiva Geeft aan op welke wijze de bezittingen, op de actiefzijde van de balans, zijn gefinancierd. Solvabiliteit 2: (eigen vermogen + voorzieningen) / totaal passiva Geeft aan op welke wijze de bezittingen, op de actiefzijde van de balans, zijn gefinancierd. Rentabiliteit: resultaat / totale baten Geeft aan welk deel van de totale baten over blijft na aftrek van de lasten. Weerstandsvermogen: (eigen vermogen -/- materiële vaste activa) / Rijksbijdrage Is de verhouding tussen het eigen vermogen minus de materiële vaste activa en de omvang van de Rijksbijdragen. Kapitalisatiefactor: (totale vermogen -/- gebouwen en terreinen) / totale baten Meet het verband tussen het kapitaal dat een bestuur gebruikt voor haar activiteiten en de inkomsten.
Liquiditeit (current ratio)
Solvabiliteit 1
Solvabiliteit 2
25,00
120%
120%
20,00
100%
100%
80%
80%
60%
60%
40%
40%
5,00
20%
20%
0,00
0%
15,00 10,00
2014 2013 2012 2011 2010
0% 2014 2013 2012 2011 2010
Rentabiliteit
2014 2013 2012 2011 2010
Kapitalisatiefactor
Weerstandsvermogen
100%
120%
100%
80%
100%
80%
80%
60%
60%
60%
40%
40%
40%
20%
20%
20%
0%
0%
0% 2014 2013 2012 2011 2010
Jaarverslag 2014
2014 2013 2012 2011 2010
2014 2013 2012 2011 2010
23
6.3
Continuïteitsparagraaf
Het samenwerkingsverband verwacht krimp ten aanzien van het totaal aantal leerlingen vanaf 2017. In de prognoses is dit als volgt opgenomen: Tabel 9: Prognose leerlingen aantallen VO4 Jaar 2014 VO leerlingen 21.187
2015 21.345
2016 21.291
2017 20.986
In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met deze prognoses. Ten aanzien van het VSO is de doelstelling qua leerlingen aantallen opgenomen in hoofdstuk 1 tabel 4. De ten doel gestelde daling in aantal leerlingen binnen het VSO is volledig toegeschreven aan bekostigingscategorie 1. Het samenwerkingsverband heeft de prognose afgestemd op deze doelstelling. Deze ziet er als volgt uit: Tabel 10: Prognose leerlingen aantallen VSO per bekostigingscategorie 2014 2015 2016 2017 Categorie 1 912 908 856 787 Categorie 2 36 36 36 36 Categorie 3 82 82 82 82 Totaal VSO 1.030 1.026 974 905 De meerjarenbegroting kent een begroting per schooljaar en een begroting per kalenderjaar. Een deel van de inkomsten vanuit de rijksoverheid kennen een ritme van schooljaren, een deel van kalenderjaren. Bovendien zijn er bedragen die per maand, en bedragen die eenmalig worden uitgekeerd. Scholen werken inhoudelijk met schooljaren. Vanuit dat oogpunt is er voor gekozen om de begroting per schooljaar op € 0 uit te laten komen. Gezien het ritme van betaling betekent dit een verschil in de resultaten per kalenderjaar. In de meerjarenbegroting ziet dit er als volgt uit.
4
De prognoses t.a.v. 2015 – 2016 – 2017 zijn gebaseerd op de prognoses van DUO per school
Jaarverslag 2014
24
BALANS Activa Vaste activa 1.2 Materiële vaste activa Totaal vaste activa
2014
2015
2016
2017
5.013 5.013
4.168 4.168
3.323 3.323
2.477 2.477
Vlottende activa 1.5 Vorderingen 1.7 Liquide middelen Totaal vlottende activa
89 614.751 614.840
12.000 178.668 190.668
13.000 223.893 236.893
10.000 203.178 213.178
Totaal activa
619.853
194.836
240.216
215.655
Passiva
2.014
2.015
2.016
2.017
2.1 Eigen vermogen Algemene reserve Totaal eigen vermogen
593.845 593.845
168.828 168.828
214.208 214.208
189.647 189.647
2.4 Kortlopende schulden Crediteuren Overige kortlopende schulden Totaal kortlopende schulden
22.983 3.025 26.008
22.983 3.025 26.008
22.983 3.025 26.008
22.983 3.025 26.008
Totaal passiva
619.853
194.836
240.216
215.655
Jaarverslag 2014
25
Kalender jaar
2015
2016
2017
Baten lichte ondersteuning algemeen lichte ondersteuning LWOO lichte ondersteuning PrO verevening lichte ondersteuning algemeen zware ondersteuning (personeel) zware ondersteuning (materieel) verevening zware ondersteuning (personeel) verevening zware ondersteuning (materieel) overige baten verwijzer betaalt
€ € €
1.843.269,00 -
€ 2.006.430,00 € 12.698.116,72 € 3.066.793,92
€ 2.001.354,00 € 12.665.992,18 € 3.059.035,34
€ € €
110.414,27 4.577.796,31 574.591,44
€ 54.302,90 € 10.528.228,58 € 578.876,40
€ € 10.562.740,05 € 577.411,92
€
2.089.489,04
€
3.169.318,69
€
2.872.616,51
€ € €
201.527,00 52.794,81
€ € €
191.450,65 109.811,99
€ € €
161.221,60 56.968,29
€ 9.449.881,87
€ 32.403.329,86
€ 31.957.339,90
€ €
4.241.441,32 645.077,90
€
64.583,33
€ 10.164.797,14 € 642.776,82 € 12.697.700,00 € 3.066.800,00 € 144.583,33
€ 9.953.664,10 € 612.862,78 € 12.664.900,00 € 3.058.600,00 € 121.666,67
€ € € € € € € € € € € €
235.000,00 110.701,00 917.999,00 41.666,67 41.666,67 217.858,33 133.333,33 115.416,67 100.000,00 50.000,00 65.000,00 2.895.154,59
€ € € € € € € € € € € €
€ € € € € € € € € € € €
Totale baten SWV Lasten kosten VSO personeel kosten VSO materieel afdracht LWOO afdracht PrO groeitelling
Lasten ondersteuningsplan P1 ACTL P2 steunpunt autisme / awbz compensatie P3 opting out P4 arrangementen P5 VSV P6 management en organisatie P7 groei VSO P8 implementatie passend onderwijs P9 risicodekkend / onvoorzien P10 afbouw LGF P11 commissie 10-14 P12 verdeling scholen Totale lasten SWV
Jaarverslag 2014
€ 9.874.898,80
294.583,33 147.908,92 535.499,42 100.000,00 100.000,00 209.941,67 110.000,00 47.500,00 100.000,00 29.166,67 37.916,67 3.928.775,82 € 32.357.949,78
271.666,67 200.000,00 100.000,00 100.000,00 207.025,00 105.833,33 30.000,00 100.000,00 4.455.682,47 € 31.981.901,02
26
A7: Verslagen schoolbesturen Vanuit de doelstellingen die beschreven zijn in het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband (versie 1.5) zijn de diverse schoolbesturen afgelopen jaar aan de slag gegaan met de (verdere) inrichting van de ondersteuningsstructuur. Een eerste rapportage van de resultaten is opgevraagd. De 8 VO schoolbesturen hebben een terugkoppeling gegeven middels een verantwoordingsformulier.
Jaarverslag 2014
27
A8: Verslag Toezichthoudend orgaan SWV VO 2302 In het najaar van 2013 is door het passeren van statuten een formeel begin gemaakt met het samenwerkingsverband van 8 besturen met in totaal 10 scholengemeenschappen in de regio Twente-Oost. Als bestuursvorm is gekozen voor het 2-tier model, hetgeen inhoudt dat er, als dagelijks bestuur, een drietal leden uit het algemeen bestuur zijn gekozen en bekleed zijn met uitvoerende macht. Dit terwijl de overige 7 leden, zonder uitvoerende macht, het toezichthoudende orgaan op het dagelijks bestuur vormen. De inrichting van het samenwerkingsverband heeft onder grote tijdsdruk gestaan. Dus ook in 2014 is verder gewerkt aan de vormgeving van het samenwerkingsverband. In de aanloopfase van het samenwerkingsverband was een werkdocument opgesteld, dat in het voorjaar van 2014 omgewerkt is tot een ondersteuningsplan. Dit ondersteuningsplan heeft de goedkeuring van het toezichthoudend orgaan gekregen en van de ondersteuningsplanraad. Voor de operationele taken heeft het dagelijks bestuur zich laten ondersteunen door een directeur. Deze heeft ook de vergaderingen van het algemeen bestuur bijgewoond. Het toezichthoudend orgaan is in 2014 zes maal bijeen gekomen. De belangrijkste onderwerpen bij deze vergaderingen waren het ondersteuningsplan, de basisondersteuning en schoolprofielen, het instellen van een toelaatbaarheidscommissie en de eerste resultaten, het instellen van commissies 10-14, kwaliteit en financiën. In het voorjaar heeft de penningmeester zich teruggetrokken uit het dagelijks bestuur, omdat hij niet langer werkzaam was bij De Waerdenborch. Het dagelijks bestuur heeft voorgesteld deze positie tijdelijk niet in te vullen, maar vacant te houden. Het toezichthoudend orgaan heeft aldus besloten. Ook een andere bestuurder heeft zich voor het zomerreces teruggetrokken uit het toezichthoudend orgaan, vanwege beëindiging van zijn dienstverband bij de OSG Hengelo. Beide bestuurders zijn door hun afvaardigende organisatie vervangen door nieuwe bestuursleden. In beide gevallen tijdelijk totdat er een definitieve oplossing is gevonden. Na afloop van het jaar 2014 heeft het voltallig algemeen bestuur zich, in aanwezigheid van de directeur, tijdens een heimiddag gebogen over de vormgeving van de governance in 2014 van het samenwerkingsverband. Hoewel de bestuursleden zich bewust zijn dat de wettelijk voorgeschreven scheiding tussen bestuur en toezicht ingewikkeld is en zich nog verder zal moeten plooien, is ook geconstateerd dat het steeds beter lukt om deze scheiding te realiseren. Vooralsnog worden er geen grote wijzigingen in de governance aangebracht. In 2014 is er geen overleg geweest tussen het toezichthoudende orgaan en de Ondersteuningsplanraad. Dit zal in 2015 worden gerealiseerd. Met de beide dagelijks bestuursleden is geen gesprek over hun functioneren als dagelijks bestuurder van het samenwerkingsverband geweest door het toezichthoudend orgaan. Dit zal wel in 2015 plaatsvinden. De agenda voor de vergaderingen van het algemeen bestuur zijn in overleg tussen de beide voorzitters vastgesteld. Drs P.N.J. Nieuwstraten Voorzitter Algemeen Bestuur
Jaarverslag 2014
28
Stichting SWV VO Twente Oost Jaarrekening 1 oktober 2013 t/m 31 december 2014
B Jaarrekening 2014 B1 Grondslagen Algemeen Activiteiten De activiteit van de Stichting SWV VO Twente Oost is, het vormen en in stand houden van een regionaal samenwerkingsverband in de zin van artikel 17a lid 2 van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 28a van de Wet op de expertisecentra. Verbonden partijen Als verbonden partij worden alle rechtspersonen aangemerkt waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van Stichting SWV VO Twente Oost en nauwe verwanten zijn verbonden partijen. Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht. Vergelijkende cijfers De cijfers van 2013 zijn, waar nodig, geherrubriceerd teneinde vergelijking met de cijfers van 2014 mogelijk te maken. Grondslagen voor het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen, met uitzondering van deposito’s met een looptijd langer dan drie maanden. Kasstromen in vreemde valuta zijn omgerekend tegen een geschatte gemiddelde koers. Koersverschillen op geldmiddelen worden afzonderlijk in het kasstroomoverzicht getoond. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde dividenden zijn opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. De verkrijgingsprijs van de verworven groepsmaatschappij is opgenomen onder de kasstroom uit investeringsactiviteiten, voor zover betaling in geld heeft plaatsgevonden. De geldmiddelen die in de verworven groepsmaatschappij aanwezig zijn, zijn op de aankoopprijs in mindering gebracht. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt, waaronder financiële leasing, zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van de leasetermijnen uit hoofde van het financiële leasingcontract zijn voor het gedeelte dat betrekking heeft op de aflossing als een uitgave uit financieringsactiviteiten aangemerkt en voor het gedeelte dat betrekking heeft op de interest als een uitgave uit operationele activiteiten.
Jaarverslag 2014
30
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de verwachte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikname van het materieel vast actief. De gehanteerde activeringsgrens bedraagt € 500. Subsidies op investeringen worden in mindering gebracht op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs van de activa waarop de subsidies betrekking hebben. Onderhoudskosten worden rechtstreeks verantwoord in de staat van baten en lasten. Vorderingen De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor mogelijke verliezen als gevolg van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Eventuele rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder de schulden aan kredietinstellingen onder de kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde en staan, voor zover niet anders vermeld, ter vrije beschikking van de stichting. Algemene Reserve Deze post betreft de niet-gebonden reserve die voortkomt uit de door (semi-)overheidsinstellingen gefinancierde activiteiten. Schulden Schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten.
Jaarverslag 2014
31
Grondslagen voor de bepaling van de exploitatierekening Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden. Baten Onder baten wordt verstaan de van overheidswege ontvangen (normatieve) bijdrage OCW, overige OCW subsidies en (gemeentelijke) overheidsbijdragen, alsmede de van derden ontvangen overige bijdragen. De baten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben. Verantwoording van opbrengsten uit de levering van diensten geschiedt naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. Afschrijvingen Materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen en vastgoedbeleggingen wordt niet afgeschreven. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige gebruiksduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Boekwinsten en -verliezen uit de incidentele verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen. Personeelsbeloningen Periodiek betaalbare beloningen, lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de exploitatierekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten. Onder baten wordt verstaan de van overheidswege ontvangen (normatieve) bijdragen OCW, overige OCW subsidies en (gemeentelijke) overheidsbijdragen, alsmede de van derden ontvangen overige bijdragen. De baten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben. Lasten De lasten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde grondslagen.
Jaarverslag 2014
32
B2
Balans per 31 december 2014
1
Activa
31 december 2014
1 oktober 2013
Vaste Activa 1.2 1.2.2
Materiële vaste activa Inventaris en apparatuur
5.013
Totaal vaste activa
5.013
-
5.013
-
Vlottende activa 1.5 1.5.2
Vorderingen Ministerie van OCW
89
89
1.7 1.7.2
Liquide middelen Banken
Totaal vlottende activa
Totaal Activa
Jaarverslag 2014
614.751
-
614.751
-
614.840
-
619.853
-
33
B2
Balans per 31 december 2014
2
Passiva
2.1 2.1.1
Eigen vermogen Algemene Reserve
31 december 2014
593.845
1 oktober 2013
593.845
2.4 2.4.3 2.4.9
Kortlopende schulden Crediteuren Overige kortlopende schulden
Totaal Passiva
Jaarverslag 2014
22.983 3.025
-
26.008
-
619.853
-
34
B3 Exploitatierekening over 2014 Begroting
Realisatie 01-10-2013 t/m 31-12-2014
2014 3
Baten
3.1 3.5
Rijksbijdragen OCW Overige baten Totaal Baten
35.416118.750
569.498 174.228
83.334
743.726
4
Lasten
4.1 4.2 4.3 4.4
Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
83.334 -
104.079 109 250 45.320
Totaal Lasten
83.334
149.758
-
593.968
Saldo baten en lasten 5
Financiële baten en lasten
5.5
Financiële lasten
-
123
Saldo financiële baten en lasten
-
123-
Totaal resultaat
-
Jaarverslag 2014
593.845
35
B4 Kasstroomoverzicht 2014 01-10-2013 t/m 31-12-2014 Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo baten en lasten Aanpassingen voor - Afschrijvingen - Vorderingen (-/-) - Kortlopende schulden Totaal kasstroom uit bedrijfoperaties - Betaalde interest (-/-)
593.968 109 8926.008 619.996 123 123-
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten (Des)investeringen materiële vaste activa (-/-) Totaal kassstroom uit investeringsactiviteiten
619.873
5.1225.122-
Mutatie liquide middelen Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen Eindstand liquide middelen
Jaarverslag 2014
614.751 614.751 614.751
36
B5
Toelichting op de balans per 2014
1.2
Materiële vaste activa Mutaties 01-10-2013 t/m 31-12-2014 Afschrijvingsjaren
1.2.2 Inventaris en apparatuur 1.2.2.1 Kantoormeubilair 1.2.2.4 ICT Totaal materiële vaste activa
Jaarverslag 2014
30 5
Aanschaf prijs
Afschrijvingen cumulatief
Boekwaarde
01-10-2013
01-10-2013
01-10-2013
Investeringen
Des investeringen
Afschrijvingen
Aanschaf Prijs
Afschrijving cumulatief
Boekwaarde
31-12-2014
31-12-2014
31-12-2014
-
-
-
1.075 4.047
-
4 105
1.075 4.047
4 105
1.071 3.942
-
-
-
5.122
-
109
5.122
109
5.013
37
1.5
Vorderingen 31 december 2014
1.5.2
Te vorderen personele bekostiging Ministerie van OCW
89 89 89
Totaal vorderingen
1.7
Liquide middelen 31 december 2014
1.7.2
Banken
614.751
Totaal liquide middelen
614.751
2
Passiva
2.1
Eigen vermogen Mutaties 01-10-2013 t/m 31-12-2014 Stand per Bestemming Overige 01-10-2013 resultaat mutaties
2.1.1
2.4
Stand per 31-12-2014
Algemene Reserve
-
593.845
-
593.845
Totaal Eigen Vermogen
-
593.845
-
593.845
Kortlopende schulden 31 december 2014 22.983
2.4.3
Crediteuren
2.4.9
Overige kortlopende schulden
3.025
Totaal kortlopende schulden
26.008
Jaarverslag 2014
38
B6 Niet in de balans opgenomen verplichtingen (passief)/niet uit de balans blijkende rechten (actief)
Er zijn geen niet in de balans opgenomen verplichtingen (passief)/niet uit de balans blijkende rechten (actief).
Jaarverslag 2014
39
B7 Toelichting op de exploitatierekening over 2014 3
Baten
3.1
Rijksbijdragen OCW
3.1.1 Rijksbijdragen OCW 3.1.4 Af: Inkomensoverdrachten Uitsplitsing 3.1.1 Rijksbijdragen OCW Rijksbijdragen personeel OCW Rijksbijdragen materieel OCW
3.1.4 Af: Inkomensoverdrachten Doorbetalingen rijksbijdragen SWV
3.5
Overige baten
3.5.6 Overige Uitsplitsing 3.5.6 Overige baten VO raad/pilot passend onderwijs Stimi gelden
Jaarverslag 2014
Begroting 2014 2.137.116 2.172.53235.416-
Realisatie 01-10-2013 t/m 31-12-2014 2.283.163 1.713.665569.498 -
2.115.027 22.089 2.137.116
2.232.622 50.541 2.283.163
2.172.5322.172.532-
1.713.6651.713.665-
Begroting 2014
Realisatie 01-10-2013 t/m 31-12-2014
118.750
174.228
118.750 -
174.228 -
118.750 118.750
11.940 162.288 174.228
40
4
Lasten
4.1
Personeelslasten
Realisatie 01-10-2013 t/m 31-12-2014
Begroting 2014
4.1.2 Overige personele lasten
83.334
104.079
Personeelslasten
83.334 -
104.079 -
83.334 83.334
102.690 1.389 104.079
Uitsplitsing 4.1.2 Overige personele lasten Personeel niet in loondienst Scholing
4.2
Afschrijvingen
4.2.3 Inventaris en apparatuur Afschrijvingen
4.3
Huisvestingslasten
Huisvestingslasten
Overige lasten
4.4.1 Administratie en beheerslasten 4.4.2 Inventaris en apparatuur 4.4.4 Overige Overige lasten Uitsplitsing 4.4.1 Administratie en beheerslasten Administratie- en accountantskosten* Kantoorbenodigdheden Reis- en verblijfkosten
4.4.2 Inventaris en apparatuur ICT-verbruikskosten ICT-licenties
4.4.4 Overige Verzekeringen Abonnementen
* Specificatie honorarium - onderzoek jaarrekening Accountantskosten
Jaarverslag 2014
-
109
-
109 Realisatie 01-10-2013 t/m 31-12-2014
Begroting 2014
4.3.1 Huur
4.4
Realisatie 01-10-2013 t/m 31-12-2014
Begroting 2014
-
250
-
250 Realisatie 01-10-2013 t/m 31-12-2014
-
6.478 37.382 1.460
-
45.320 -
-
3.025 1.888 1.565 6.478
-
37.035 347 37.382
-
1.210 250 1.460
-
1.872 1.872
Begroting 2014
41
5.2
Financiële lasten Rente- en bankkosten
Jaarverslag 2014
Realisatie 01-10-2013 t/m 31-12-2014
Begroting 2014 -
123
-
123
42
C Overige gegevens C1
Controleverklaring
C2 (Voorstel) bestemming van het exploitatiesaldo Het exploitatieresultaat over de periode 1 oktober 2013 t/m 31 december 2014 bedraagt € 593.845 positief. Het bestuur heeft besloten het exploitatieresultaat als volgt te verdelen en toe te voegen aan de volgende reserve:
Stand 01-10-2013 Algemene Reserve
Jaarverslag 2014
Bestemming resultaat
Overige mutaties
Stand 31-12-2014
-
593.845
-
593.845
-
593.845
-
593.845
46
C3 Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich geen gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan die aanleiding geven hier te worden
C4 Overzicht verbonden partijen Er is géén sprake van verbonden partijen
C5 Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen Functie
Voorzitter
Secretaris
Naam bestuurder
Dhr. J.P.T. van Schilt 01-10-2013
Dhr. R.F. Zeeuwen Dhr. R.F. Zeeuwen 01-10-2013 01-08-2014 01-08-2014 nvt
Ingangsdatum dienstverband Einddatum dienstverband
nvt -
-
Secretaris / Penningmeester
Penningmeester Dhr. H. Spanjer 01-10-2013 01-08-2014
-
-
Toelichting bij het samenstellen van de WNT verantwoording: Bij de samenstelling van de in deze paragraaf opgenomen verantwoording uit hoofde van de WNT zijn de Beleidsregels toepassing WNT d.d. 26 februari 2014, inclusief de wijziging van 12 maart 2014, van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als uitgangspunt gehanteerd. Stichting SWV VO Twente Oost herkent de door de Minister van BZK in zijn kamerbrief d.d. 27 februari 2014 onderkende uitvoeringsproblemen met betrekking tot externe niet-topfunctionarissen. In lijn met paragraaf 6 van de (gewijzigde) Beleidsregels toepassing WNT legt de stichting geen verantwoording af over externe niettopfunctionarissen. In het kader van de WNT wordt vermeld dat Stichting SWV VO Twente Oost in 2013 geen functionarissen in dienst heeft gehad waarvan het belastbaar jaarloon uitsteeg boven de vastgestelde voor de instelling van toepassing zijnde normbedragen.) Vermelding toezichthouders Functie Naam toezichthouder Ingangsdatum dienstverband Einddatum dienstverband
Voorzitter Dhr. P. Nieuwstraten 01-10-2013 nvt -
Functie Naam toezichthouder Ingangsdatum dienstverband Einddatum dienstverband
Lid Dhr. H. Gerichhausen 01-10-2013 nvt -
Functie Naam toezichthouder Ingangsdatum dienstverband Einddatum dienstverband
Lid Dhr. H. Claessen 01-10-2013 nvt Lid Dhr. H. Hammink 01-10-2013 nvt -
Lid Dhr. P. Duijsings 01-10-2013 nvt
Lid Dhr. B. Geleijnse 01-08-2014 nvt
-
-
Lid Dhr. M.J. de Jong 01-10-2013 nvt
Lid Mw. E. Kruize 15-09-2014 nvt
-
-
Lid Dhr. P. Telleman 01-10-2013 15-09-2014 -
Overeenkomstig de statuten ontvangen de bestuurders en toezichthouders geen bezoldiging/vergoeding.
Jaarverslag 2014
47