DE ONDERWIJSLEERSITUATIE CENTRAAL Ondersteuningsplan 2015 -2016 Versie 2.1
Samenwerkingsverband passend onderwijs VO 2302
Versie 2.1: 141215
swv vo 2302 ondersteuningsplan
Pagina 1 van 28
Inhoud Voorwoord.............................................................................................................................................. 3 Inleiding .................................................................................................................................................. 4 Procesgang........................................................................................................................................ 6 Hoofdstuk 1: Uitgangspunten en visie ............................................................................................... 8 Hoofdstuk 2: Dekkende ondersteuningsstructuur............................................................................ 9 Hoofdstuk 3: Toewijzing van extra ondersteuning ......................................................................... 12 3.1 ACTL .......................................................................................................................................... 12 3.2 Leerwegondersteunend onderwijs en Praktijkonderwijs .................................................... 12 3.3 Reducerende maatregelen ..................................................................................................... 13 Hoofdstuk 4: De omgeving van het samenwerkingsverband....................................................... 16 4.1 Inleiding ..................................................................................................................................... 16 4.2 Leerlingen en ouders ............................................................................................................... 16 4.3 De afstemming met het PO / SO ........................................................................................... 17 4.4 Deelname aan VSO buiten de (sub)regio ............................................................................ 18 4.5 Het MBO .................................................................................................................................... 18 4.6 Het (V)SO van cluster 1 en 2 ................................................................................................. 18 4.7 Het overleg met de gemeenten ............................................................................................. 19 4.8 Het bedrijfsleven – toeleiding naar werk .............................................................................. 20 Hoofdstuk 5: Bestuur en organisatie................................................................................................ 21 5.1 Inleiding ..................................................................................................................................... 21 5.2 Vier functies .............................................................................................................................. 21 5.4 Het organogram van het Samenwerkingsverband VO 2302............................................. 22 Hoofdstuk 6: Toewijzing en inzet van middelen ............................................................................. 23 6.1 Inleiding ..................................................................................................................................... 23 6.2 Twee geldstromen ................................................................................................................... 23 6.3 De financiële stromen in schema .......................................................................................... 24 Hoofdstuk 7: Kwaliteit......................................................................................................................... 26 Hoofdstuk 8: En nu verder…............................................................................................................. 26 Bijlage 1
Vergelijking SWV VO2302 2011 – 2012 - 2013................................................... 27
Bijlage 2
Monitor ACTL ................................................................................................................. 28
Versie 2.1: 141215
swv vo 2302 ondersteuningsplan
Pagina 2 van 28
Voorwoord In april 2014 is het eerste ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband VO 2302 naar de inspectie gestuurd. Het betreft, zoals aangegeven, werk in uitvoering. Met zowel de ondersteuningsplanraad (OPR) als de gemeenten is afgesproken dat er na 1 jaar een vervolg zou liggen in de vorm van versie 2.0, waarin nadere invulling gegeven wordt aan diverse beleidsvoornemens. Sinds 1 augustus 2014 werken we onder de nieuwe wet- en regelgeving. Vanuit de praktijk wordt beleid nu getoetst op haalbaarheid en wenselijkheid van effecten. Dit zorgt voor een dynamische, lerende omgeving, waarin we met elkaar toewerken naar een passende onderwijsomgeving voor alle leerlingen. In deze versie wordt het uitgezette beleid geëvalueerd en waar nodig bijgesteld en aangescherpt. We zijn inmiddels 3 maanden aan de slag binnen de nieuwe kaders. Hoewel dit een nog relatief korte periode betreft, kunnen de eerste ervaringen al meegenomen worden in het denken over verdere ontwikkelingen.
Jan (J.P.T.) van Schilt MSc. Voorzitter Dagelijks Bestuur SWV VO 2302
VO 23 02 Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 2302
Versie 2.1: 141215
swv vo 2302 ondersteuningsplan
Pagina 3 van 28
Inleiding Sinds 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs van kracht. Op grond hiervan zijn de WVO en de WEC ten aanzien van de zorgplicht voor schoolbesturen en de verantwoordelijkheden in het samenwerkingsverband (in het vervolg SWV) voor gezamenlijke schoolbesturen voor VO en VSO gewijzigd. Het samenwerkingsverband VO 2302 bevat scholen binnen de gemeenten Borne, Dinkelland, Enschede, Hengelo, Hof van Twente, Losser en Oldenzaal. en wordt gevormd door 8 besturen voor VO en VSO, met in totaal 40 locaties, waarvan 34 VO locaties en 6 VSO locaties. Tabel 1: besturen van het SWV Stichting Carmelcollege Stichting AOC Oost-Nederland Stichting. Het Stedelijk Lyceum Enschede Stichting Gereformeerd Voortgezet Onderwijs Oost-Nederland Stichting OSG Hengelo Stichting Waerdenborch Stichting Attendiz Stichting. ZML Twente/Oost-Gelderland Tabel 2: Scholen, locaties en leerlingen per 1 oktober 2012 en 2013 Scholen
Locaties
Twents Carmel College Bonhoeffer College Scholengroep Carmel Hengelo AOC Oost Stedelijk lyceum Greijdanus (loc. Enschede) OSG Hengelo Waerdenborch (loc. Goor) Attendiz TWOG TOTAAL VO/VSO waarvan VO waarvan VSO
1
Leerlingen 2012
6 6 8 1 7 1 4 1 5 1 40
5.071 4.328 4.414 513 3.556 141 2.495 488 981 142 22.129 21.006 1.123
Leerlingen 2013 5.097 4.442 4.420 573 3.442 153 2.599 438 925 147 22.225 21.164 1.061
Leerlingpercentage 2012 23 20 20 2 16 1 11 2 4 1 100 94,93 5,07
Ten gevolge van het afronden is het totaal hoger dan 100 %
Versie 2.1: 141215
swv vo 2302 ondersteuningsplan
Pagina 4 van 28
Leerlingpercentage 2013 23 20 20 3 15 1 12 2 4 1 1011 95,23 4,77
Deelname VSO In vergelijking met de landelijke cijfers heeft het SWV VO 2302 een hoog deelnamepercentage aan het VSO. In tabel 3 is de deelname van de afgelopen 4 jaar te zien. Tabel 3: VSO deelname en LGF2 Teldatum 1-10-2013 1-10-2012 1-10-2011 1-10-2010
VSO landelijk 3,61 3,51 3,44 3,35
VSO 2302 5,01 5,20 5,05 4,67
VO lln. 21.165 20.916 20.652 20.682
In bijlage 1 een uitgebreider overzicht opgenomen met een vergelijking tussen oktober 2011, oktober 2012 en oktober 2013. Het relatief hoge deelnamepercentage vertaalt zich in een dalend budget, de zogenaamde verevening. Het samenwerkingsverband heeft zich ten doel gesteld ten minste het tempo van de verevening te realiseren ten aanzien van het aantal leerlingen dat gebruik maakt van het VSO. Aangezien voor het VSO een T-1 bekostigingssystematiek geldt (de bekostiging wordt gebaseerd op de 1 oktober telling van het voorgaande jaar, ligt de doelstelling voor het samenwerkingsverband 1 jaar vooruitlopend op de verevening. In schema ziet dat er als volgt uit: Tabel 4: Effecten verevening op deelnamepercentage VSO conform doelstelling3 Schooljaar
Verevening (perc.)
2014 – 2015 2015 – 2016 2016 - 2017 2017 - 2018 2018 - 2019 2019 - 2020 2020 – 2021 en verder
Doelstelling verevening
100 100 95 80 60 30 0
5,05 4,96 4,72 4,40 3,92 3,44 3,44
De tellingen van het VSO van 1 oktober 2014 zijn in een eerste overzicht bekend gemaakt. Deze zijn nog onder voorbehoud. Tabel 5: Deelname VSO per bekostigingscategorie VSO Deelnemend VSO Niet deelnemend VSO Totaal 2014 Totaal 2013
Cat. laag
Cat. midden 775 135 910 958
Cat. hoog 53 1 54 28
Totaal 59 5 64 75
2
887 141 1.028 1.061
Zie kengetallen SWV VO 2302 op www.passendonderwijs.nl; het betreft hier verhouding VO - VSO Verevening: verschil normbekostiging oktober 2011 (3,44 %) en feitelijke ondersteuningskosten op 1 oktober 2011 (5,05 %) 3
Versie 2.1: 141215
swv vo 2302 ondersteuningsplan
Pagina 5 van 28
Ten aanzien van de cijfers van 2014 zijn geen percentages te noemen, omdat de eerste cijfers van het VO nog niet binnen zijn. In tabel 6 is een overzicht van de gegevens per gemeente, waarbij de percentages zijn genomen van de leerlingen die woonachtig zijn in de gemeente (de schoolgaande leerlingen leiden tot andere percentages). Tabel 6: VSO percentages per gemeente4
2013 2012
Borne
Dinkelland
Enschede
Hengelo
3,87 4,19
2,52 2,30
5,46 5,28
6,08 6,04
Hof van Twente 3,18 3,37
Losser
Oldenzaal
SWV 2302
Landelijk
4,30 4,48
4,25 3,90
4,85 5,05
3,60 3,39
Procesgang OOGO Op 15 januari 2014 heeft OOGO plaatsgevonden ten aanzien van het eerste ondersteuningsplan (versie 1.5). Alle partijen zijn het erover eens dat op meerdere terreinen (Passend Onderwijs én de Jeugdzorg) de komende jaren zoveel zal veranderen, dat de ondersteuningsplannen te beschouwen zijn als ‘werk in uitvoering’. Onderwijs en de gemeenten zullen de komende jaren intensiever in gesprek gaan over relevante thema’s die spelen bij passend onderwijs: onderwijshuisvesting, leerplicht, leerlingenvervoer en de transitie jeugdzorg. In het OOGO van 15 januari 2014 is afgesproken dat de uitwerking van het ondersteuningsplan in de praktijk gevolgd wordt en dat, als zich ontwikkelingen op de voor de gemeenten relevante thema’s voordoen, de besturen van het SWV de gemeenten actief informeren. In 2014 hebben gemeenten en samenwerkingsverband elkaar op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen ten aanzien van passend onderwijs, de transities in de jeugdzorg en leerplicht. In het OOGO is tevens afgesproken dat de besturen van SWV PO en VO gezamenlijk een handzaam en voor raadsleden leesbaar informatiebulletin maken over de voor de gemeenten relevante punten uit de ondersteuningsplannen en dit aan te bieden aan de gemeenten om zo de gemeenteraden te kunnen informeren. Dit is niet gelukt: eind oktober hebben de samenwerkingsverbanden PO en VO elk een eigen informatiebulletin aangeleverd.
4
het betreft hier relatief aantal leerlingen in het VSO (percentage van totaal aantal leerlingen woonachtig in de gemeente) per 1-10-2013 / in vergelijking met percentages per 1-10-2012 Versie 2.1: 141215
swv vo 2302 ondersteuningsplan
Pagina 6 van 28
OPR Per 1 december 2013 is er binnen het Samenwerkingsverband VO 2302 een OPR (ondersteuningsplanraad) ingesteld. Zij bestaat uit 18 leden, vanuit de volgende 9 organisaties AOC Oost Attendiz Bonhoeffer College Het Stedelijk Lyceum OSG Hengelo SG Twickel / Grundel Stichting TWOG Twents Carmel College Waerdenborch elk een lid dat afgevaardigd is uit het personeel, en een lid dat afgevaardigd is uit de ouders / leerlingen. Het Greijdanus heeft, gezien de beperkte omvang van de locatie binnen het samenwerkingsverband, afgezien van deelname aan de OPR. De OPR heeft op 27 februari 2014 ingestemd met het eerste ondersteuningsplan. Afspraak is dat het eerste plan (versie 1.5) een looptijd van 1 jaar heeft. Vanaf 1 augustus 2014 De eerste ervaringen met de nieuwe wet- en regelgeving zijn opgedaan. Dat maakt alles wat vanaf 2011 bedacht is en vastgelegd is in het eerste ondersteuningsplan, concreter. Het betreft nu echt ‘werk in uitvoering’. In de praktijk van alle dag, in het bedenken wat nu voor deze leerling op dit moment het meest passende onderwijsaanbod is, welke partners daarbij nodig zijn, en ook wat we in de toekomst als aanbod zien, ligt motivatie om uitgezet beleid te toetsen en waar nodig aan te passen. Voor iedereen zichtbaar resultaat van deze eerste periode is de online publicatie van alle schoolprofielen binnen het samenwerkingsverband. Minder zichtbaar, maar des te belangrijker, is het gesprek dat binnen diverse scholen heeft plaatsgevonden over de ondersteuning van leerlingen, in de vorm van een expertmeeting, naar aanleiding van het vullen van de profielen, om een nieuwe of andere ondersteuningsstructuur op te zetten, of anderszins: scholen zijn in beweging als het gaat om de ondersteuning van leerlingen. Ondersteuningsplan versie 2.0 Op basis van de afspraak met de OPR en met de gemeenten als partner in het OOGO zijn de in het afgelopen jaar verworven inzichten en ervaringen verwerkt tot het onderhavige nieuwe ondersteuningsplan. Het bestuur van het samenwerkingsverband stelt voor om ook bij dit nieuwe ondersteuningsplan uit te gaan van een looptijd van 1 jaar.
Versie 2.1: 141215
swv vo 2302 ondersteuningsplan
Pagina 7 van 28
Hoofdstuk 1: Uitgangspunten en visie Motto De onderwijsleersituatie centraal is het motto van het SWV. Er zal in het SWV zeer stevig moeten worden gewerkt aan een ander zicht op de spankracht van scholen ten einde meer leerlingen in de reguliere setting onderwijs te geven. Het Algemeen Bestuur van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 2302 heeft de volgende visie uitspraken vastgesteld: Algemeen: - Voor iedere leerling vindt de onderwijsondersteuning zo veel mogelijk plaats in de reguliere setting. - Extra ondersteuning zijn voorzieningen, die ingezet worden binnen de infrastructuur van de school. SWV specifiek: - Het SWV is verantwoordelijk voor de coördinatie van de schoolondersteuningsprofielen, leidend tot een dekkend aanbod van onderwijsondersteuning. - Het SWV richt niet zelf voorzieningen in. - Het SWV formuleert in het ondersteuningsplan een kwaliteitsstandaard voor de onderwijsondersteuning van leerlingen. - Het SWV bewaakt de kwaliteit van de uitvoering van het ondersteuningsplan. Binnen het Samenwerkingsverband wordt dus uitgegaan van een sterke basis op school, de school biedt zelf zo veel mogelijk extra ondersteuning, samen met de ketenpartners (ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid). In een model ziet het er als volgt uit:
Versie 2.1: 141215
swv vo 2302 ondersteuningsplan
Pagina 8 van 28
Hoofdstuk 2: Dekkende ondersteuningsstructuur Doelstelling 1 middelen succesindicator
evaluatie Rol en taak bestuur SWV
Iedere school draagt zorg voor een voldoende implementatie van het basisprofiel Eigen zorgstructuur; professionaliseringsbudget, ondersteuningsbudget Alle scholen in het SWV werken planmatig en cyclisch aan versterking van het onderwijs en de ondersteuning Elke school heeft een ondersteuningsplan Jaarlijkse evaluatie Vaststellen basisprofiel Handelend optreden richting een school die het basisprofiel niet realiseert
Het bestuur van samenwerkingsverband VO 2302 is verantwoordelijk voor een dekkend geheel van ondersteuningsarrangementen. De wetgever vraagt van het SWV een basisprofiel dat geldt voor alle scholen binnen het SWV, zowel in het VO als het VSO. Daarnaast zijn er specialismen en tussenvoorzieningen in de VO scholen zelf. Omtrent het inrichten van eventuele nieuwe voorzieningen en borging van bestaande voorzieningen is besloten dat er geen gezamenlijke tussenvoorzieningen (dus geen voorzieningen op het niveau van het samenwerkingsverband) worden ingericht. Ieder bestuur is verantwoordelijk voor een hoog niveau van basisondersteuning en extra ondersteuning, zodat meer leerlingen die nu vanuit het primair en speciaal onderwijs zouden doorstromen naar het VSO - indien verantwoord - kunnen doorstromen naar het VO. In het licht van passend onderwijs en de veranderingen die dit met zich meebrengt, hebben de schoolbesturen het afgelopen jaar de ondersteuning binnen hun school tegen het licht gehouden, en waar nodig in een nieuwe structuur beschreven. Hierin zijn de uitgangspunten van het samenwerkingsverband, namelijk een sterke basis en zoveel mogelijk extra ondersteuning binnen de school, eventueel in samenwerking met ketenpartners, meegenomen. Daarnaast heeft het bestuur van het samenwerkingsverband in april 2014 besloten de ondersteuningsprofielen van alle scholen via een gezamenlijk format te vullen en online te publiceren via de website http://vo2302.schoolprofielen.nl . Deze website is per 1 november 2014 online. Hiermee wordt het onderwijs- en ondersteuningsaanbod per schoollocatie inzichtelijk gemaakt. Resultaat 2014: Activiteit:
Versie 2.1: 141215
elke schoollocatie heeft het onderwijs- en ondersteuningsprofiel beschreven jaarlijks worden bij aanvang van het nieuwe schooljaar (september / oktober) de schoolprofielen herzien
swv vo 2302 ondersteuningsplan
Pagina 9 van 28
Doelstelling 2 middelen succesindicator evaluatie Rol en taak bestuur SWV
Het SWV heeft een dekkend geheel aan oplossingen voor leerlingen en kent geen thuiszitters Brede schoolondersteuningsprofielen voor het VO en het VSO Plaatsingsmogelijkheden voor alle leerlingen Er zijn geen thuiszitters als gevolg van onvoldoende passend onderwijs Jaarlijks aan de hand van kwartaalrapportages Bespreking van de kwartaalrapportages en indien daartoe aanleiding is handelend optreden (zorgdragen voor voldoende passend onderwijs)
Om zicht te hebben op een dekkend geheel van voorzieningen is, met de website schoolprofielen, een instrument ontwikkeld waardoor voor ieder bestuur er op een vergelijkbare manier inzicht ontstaat welke ondersteuningsmogelijkheden ons SWV kent. Voor het adequaat kunnen uitvoeren van de zorgplicht is het immers noodzakelijk dat er een goed beeld is van de aanwezige extra ondersteuning (ook voor ouders en externe partijen). Indien uit onderzoek naar de schoolprofielen en naar de thuiszitters blijkt dat er te weinig structurele oplossingen zijn voor leerlingen die vanuit het primair onderwijs doorstromen, moeten de VO scholen hun schoolondersteuningsprofiel aanpassen. Op dit moment ontbreekt het binnen het samenwerkingsverband aan inzicht in aard en omvang van de problematiek omtrent thuiszitters. Rond de jaarwisseling (2014 – 2015) wordt een eerste rapportage vanuit de gezamenlijke gemeenten verwacht. Resultaat 2014: Activiteit:
Doelstelling 3 middelen succesindicator evaluatie Rol en taak bestuur SWV
aanzetten tot concretisering van beleid a.d.h.v. casuïstiek zijn gemaakt beleid concretiseren in afstemming met de gemeenten (januari / februari 2015) De schoolbesturen van het SWV verlagen het deelnamepercentage VSO tot het landelijk gemiddelde Zie reducerende maatregelen hoofdstuk 3 Een jaarlijkse vermindering van de instroom in het VSO, in het tempo van de verevening en 1 jaar vooruitlopend hierop Jaarlijkse monitor via de ACTL met kwartaalrapportages Bespreking rapportage vanuit ACTL: realisatie doelstelling. Acties ondernemen in geval de doelstelling niet wordt gehaald.
Tabel 5 in de inleiding geeft een voorlopige telling van het aantal VSO leerlingen per 1 oktober 2014. In bijlage 2 is een eerste rapportage van de ACTL toegevoegd. Het is te vroeg hier conclusies uit te trekken. Zie voor de effecten van de reducerende maatregelen verder hoofdstuk 3. Elke school verzorgt een zo dekkend mogelijk aanbod, waarbij thuisnabij onderwijs als leidend principe geldt. Daarbij is het risico van scheefgroei aanwezig: een school met een goed ingerichte ondersteuningsstructuur (met relatief veel mogelijkheden tot extra ondersteuning) zal mogelijk een ‘aanzuigende’ werking hebben voor leerlingen met een vraag op dit gebied.
Versie 2.1: 141215
swv vo 2302 ondersteuningsplan
Pagina 10 van 28
In het eerste ondersteuningsplan is aangegeven dat het belangrijk is een monitor te ontwikkelen, waarmee mogelijke scheefgroei gesignaleerd wordt. Inmiddels is besloten de ontwikkelingen nauwgezet te volgen aan de hand van de volgende kenbronnen: Bekostiging OCW Data ACTL Data 10 -14 commissies Kwaliteitssysteem
Versie 2.1: 141215
swv vo 2302 ondersteuningsplan
Pagina 11 van 28
Hoofdstuk 3: Toewijzing van extra ondersteuning Het samenwerkingsverband stelt zich ten doel een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de scholen te realiseren en wel zodanig dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en leerlingen die extra ondersteuning behoeven een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen. Leerlingen voor wie de basisondersteuning niet voldoende is, komen in aanmerking voor extra ondersteuning. Dit kan in de vorm van de inzet van extra middelen of ondersteuning, voorzieningen binnen de school, het VSO of de geïndiceerde jeugdhulpverlening.
3.1 ACTL Er is een Adviescommissie Toelaatbaarheid en Leerlingenondersteuning (ACTL) ingericht. De ACTL wordt gevormd door 3 gedragswetenschappers, 1 coördinator LWOO en 1 expert op het gebied van ASS. Zij zijn afkomstig van verschillende scholen: 3 vanuit het VO, 2 vanuit het VSO. Deze ACTL beoordeelt de instroom van nieuwe leerlingen waarvan het VO inschat geen passend onderwijs te kunnen bieden. Ten aanzien van leerlingen die vanuit het VO verwezen worden naar het VSO, wordt haar zienswijze op de zaak gedocumenteerd met het oog op de ontwikkeling binnen de samenwerkingsverband-brede ondersteuningsstructuur. Daarnaast zal zij in de loop van 2014/15 en 2015/16 voor de zittende leerlingen binnen het VSO beoordelen in hoeverre er opnieuw een toelaatbaarheidsverklaring kan worden afgegeven. De overgangswetgeving schrijft deze herbeoordeling voor. De ACTL kan adviseren een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) af te geven voor het VSO. Dit advies over een toelaatbaarheidsverklaring dient vergezeld te gaan van een tijdsduur en een bekostigingscategorie. De ACTL heeft in een notitie de procedure toelaatbaarheid beschreven, evenals de bezwaarprocedure (notitie ACTL januari 2014, aanvullingen in procedure ACTL juni 2014. Deze documenten zullen in januari / februari 2015 geëvalueerd en waar nodig aangepast worden. De ACTL meldt per kwartaal het aantal dossiers dat behandeld is en tot welke advisering men is gekomen. Ook wordt een overzicht geleverd van de uiteindelijke plaatsingen, zowel in het VO als het VSO. Een monitor is opgenomen in bijlage 2.
3.2 Leerwegondersteunend onderwijs en Praktijkonderwijs Op 1 januari 2016 wordt ook het leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) en het praktijkonderwijs (PrO) in passend onderwijs ingepast. Op dat moment worden de samenwerkingsverbanden VO verantwoordelijk voor de toewijzing van leerlingen naar het LWOO en PrO. Ook de bijbehorende budgeten worden daarmee de verantwoordelijkheid van het samenwerkingsverband. Tot 1 augustus 2018 blijven de huidige landelijke criteria die gelden voor toelating tot het LWOO en PrO gehandhaafd. Ook de criteria voor scholen die een LWOO-licentie willen krijgen, blijven voorlopig behouden.
Versie 2.1: 141215
swv vo 2302 ondersteuningsplan
Pagina 12 van 28
Samenwerkingsverbanden hebben de keuze al vanaf 1 januari 2016 met eigen criteria te gaan werken. Hiertoe is een opting-out regeling beschikbaar. Het samenwerkingsverband VO 2302 heeft besloten geen gebruik te maken van de opting out regeling: zij zal tot 1 augustus 2018 volgens de landelijke criteria blijven werken. In de periode van januari tot juli 2015 zal een werkgroep aan de slag gaan om de verantwoordelijkheid van het samenwerkingsverband ten aanzien van de toewijzing van leerlingen, en ten aanzien van de budgeten.
3.3 Reducerende maatregelen Zoals aangegeven in hoofdstuk 2, doelstelling 3 is een aantal reducerende maatregelen afgesproken, teneinde het deelnamepercentage VSO te verlagen. Deze zien er als volgt uit: Reducerende maatregel 1 middelen
succesindicator evaluatie Rol en taak bestuur SWV
Resultaat 2014:
Activiteit:
Reducerende maatregel 2 middelen
succesindicator evaluatie Rol en taak bestuur SWV
Versie 2.1: 141215
De schoolbesturen van het SWV verlagen het deelnamepercentage VSO tot het landelijk gemiddelde door samenwerking met PO en SO Notitie 10-14 wordt uitgewerkt met het PO en SO, zodat de ‘automatische’ doorstroom van SO en PO naar VSO omgebogen wordt naar SO > VO of PO > VO Het aantal leerlingen dat vanuit het PO of SO doorstroomt naar het VSO daalt Jaarlijks aan de hand van kwartaalrapportages Bespreking kwartaalrapportages vanuit ACTL en 10-14 commissies gericht op realisatie doelstelling Acties ondernemen in geval de doelstelling niet wordt gehaald
De 10 -14 commissies zijn in drie subregio’s ingericht. In NO Twente is de commissie ingericht en wordt ervaring opgedaan met de afgesproken werkwijze In Hengelo is een projectgroep aan de slag om inrichting, procedure en werkwijze te regelen In Enschede wordt de door een werkgroep beschreven werkwijze tot februari 2015 getoetst, waarna deze wordt vastgesteld en de commissie aan de slag gaat Opstellen monitor 10 -14 (februari / maart 2015) Opvragen rapportages vanuit de 10 -14 commissies (elk kwartaal) Evalueren werkwijze (juni / juli 2015) Evalueren resultaten (juli / augustus 2015)
De schoolbesturen van het SWV verlagen het deelnamepercentage VSO tot het landelijk gemiddelde door te gaan werken met toelaatbaarheidsverklaringen met een zo kort mogelijke geldigheidsduur De ACTL zal voornamelijk werken met toelaatbaarheidsverklaringen, waarbij terugplaatsing onderdeel van het overleg met ouders en VO is in het ontwikkelingsperspectief Het aantal leerlingen dat vanuit het SO doorstroomt naar het VSO daalt Jaarlijks aan de hand van kwartaalrapportages Bespreking kwartaalrapportage vanuit ACTL gericht op realisatie doelstelling. Acties ondernemen in geval de doelstelling niet wordt gehaald
swv vo 2302 ondersteuningsplan
Pagina 13 van 28
Resultaat 2014:
Wanneer de ACTL het advies geeft een toelaatbaarheidsverklaring af te geven, neemt zij in haar advies een zo kort mogelijke periode op, waarbij de wettelijke minimale termijn gesteld is op minstens één volledig schooljaar. In de periode tot en met oktober 2014 heeft zij bij 11 van de 13 toelaatbaarheidsverklaringen de minimale periode geadviseerd. Ten aanzien van 18+ heeft de ACTL afgesproken dat, indien een leerling ook na het bereiken van de 18 jarige leeftijd aangewezen lijkt op het VSO, dit altijd opnieuw voorgelegd wordt aan de ACTL om te beoordelen in hoeverre de gevraagde ondersteuning ook onderwijsondersteuning betreft.
Activiteit:
De ACTL geeft jaarlijks in januari / februari haar bevindingen ten aanzien van mogelijkheden tot terugplaatsing naar het VO, weer in een rapportage.
Reducerende maatregel 3 middelen
succesindicator evaluatie Rol en taak bestuur SWV
De schoolbesturen van het SWV verlagen het deelnamepercentage VSO tot het landelijk gemiddelde door de kosten van doorverwijzing VO-VSO te leggen bij de verwijzer Iedere leerling die – per 1 augustus 2014 – na inschrijving bij een VO school wordt verwezen naar het VSO, komt voor de hele schoolloopbaan bij het VSO budgettair ten laste van de verwijzende VO school Indien een VO school bij de doorstroom uit het PO/SO een leerling inschrijft met een toelaatbaarheidsverklaring VSO en later in het schooljaar toch tot een verwijzing komt, komt deze doorverwijzing budgettair niet ten laste van deze school Het aantal leerlingen dat vanuit het SO doorstroomt naar het VSO daalt ACTL rapporteert over doorstroming VO-VSO; de kwartaalrapportages worden aangeboden aan het bestuur Bespreking kwartaalrapportage vanuit ACTL gericht op realisatie doelstelling. Acties ondernemen richting de VO-school met bovengemiddelde doorstroming naar VSO.
Resultaat 2014:
In de praktijk bleek deze maatregel ertoe te leiden dat in het overgangsjaar leerlingen met een op dat moment nog geldige beschikking, eerder doorverwezen werden naar het VSO, om zo de financiële risico’s van de reguliere school te beperken. Het bestuur heeft dan ook tot nuancering van deze maatregel besloten om een positieve incentive af te geven ten aanzien van het aannemen van leerlingen met een OPP. In de monitor van de ACTL is opgenomen wanneer de verwijzer verantwoordelijk is voor de bekostiging (zie bijlage 2).
Activiteit:
In de instroom vanuit het PO / SO blijft een risico liggen ten aanzien van deze maatregel. Het is van belang het gesprek te voeren in termen van kansen voor jongeren, in plaats van in termen van (financiële) risico’s. Het SWV neemt initiatief tot het voeren van dit gesprek (2014 / 2015).
Versie 2.1: 141215
swv vo 2302 ondersteuningsplan
Pagina 14 van 28
Reducerende maatregel 4 middelen succesindicator
evaluatie Rol en taak bestuur SWV
Resultaat 2014:
Activiteit:
Versie 2.1: 141215
De schoolbesturen van het SWV verlagen het deelnamepercentage VSO tot het landelijk gemiddelde door samenwerking met gemeenten Onderzoek naar de mogelijkheden om – in samenspraak met de gemeenten – als ondersteuning (jeugd)zorg in te zetten Het aantal leerlingen dat vanuit het PO of SO doorstroomt naar het VSO daalt, evenals het aantal leerlingen dat vanuit het VO doorstroomt naar het VSO Effectrapportage jaarlijks bespreken in OOGO Zorg (laten) dragen voor effectrapportage Agenderen in OOGO; interne bespreking.
Met de diverse gemeenten is OOGO gevoerd omtrent het jeugdbeleid. Daarin heeft een eerste verkenning plaatsgevonden omtrent dit thema. In Enschede is inmiddels een werkgroep aan de slag om uitwerking te geven aan de verbinding Voortgezet (Speciaal) Onderwijs en Jeugdzorg. De opbrengsten hiervan worden eind november 2014 verwacht. Aan de hand van de resultaten van bovengenoemde werkgroep afspraken maken met de diverse gemeenten.
swv vo 2302 ondersteuningsplan
Pagina 15 van 28
Hoofdstuk 4: De omgeving van het samenwerkingsverband 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk willen we ingaan op de omgeving van het SWV. Het gaat dan allereerst om de afstemming met en de informatievoorziening aan leerlingen en ouders. Daarnaast is er aandacht voor afstemming met het (speciaal) basisonderwijs en speciaal onderwijs, vervolgens met het MBO. Ook met de instellingen voor leerlingen met visuele en auditieve of communicatieve problemen, en met het aangrenzende SWV VO is afstemming van belang. Het is immers voor de ontwikkeling van leerlingen van groot belang dat er sprake kan zijn van doorlopende leerlijnen, zeker als het gaat om leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben en waarbij gewerkt wordt met een ontwikkelingsperspectief. Voor het kunnen aanbieden van passend onderwijs zal het in veel gevallen niet kunnen zonder de ondersteuning van externe partners; dit betekent in ieder geval een goede afstemming met de gemeenten in onze regio. De invoering van de wet Passend onderwijs en de spoedig daarop volgende decentralisatie van de jeugdzorg creëert nieuwe verhoudingen en nieuwe mogelijkheden voor gemeenten en schoolbesturen om de handen ineen te slaan rond de zorg voor kinderen, jongeren en gezinnen. Tot slot is ook de samenwerking met het bedrijfsleven van belang voor de scholen voor praktijkonderwijs en VSO die voor veel leerlingen een uitstroomperspectief hebben naar arbeid.
4.2 Leerlingen en ouders Het is belangrijk dat leerlingen en hun ouders goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden binnen het samenwerkingsverband als het gaat om de invulling van de zorgplicht en de mogelijkheden voor (extra) ondersteuning. Op de website http://vo2302.schoolprofielen.nl zijn de profielen van alle schoollocaties binnen het samenwerkingsverband te vinden. Via een gestandaardiseerd format is de informatie per locatie o.a. omtrent onderwijsniveau en mogelijkheden tot ondersteuning toegankelijk gemaakt. Activiteit:
Mei 2015 is de algemene site van het samenwerkingsverband gereed, waarin ouders en leerlingen aanvullend geïnformeerd worden omtrent ontwikkelingen binnen het samenwerkingsverband.
Afstemming met leerlingen en hun ouders over individuele ondersteuningsvragen, vindt op schoolniveau plaats. Daar wordt ingezet op het vinden van overeenstemming met ouders als het gaat om het ontwikkelingsperspectief van hun kind. Daarnaast zijn ouders bij het gehele proces (van de vorming van het samenwerkingsverband en de invoering van passend onderwijs binnen de regio) betrokken via de medezeggenschapsorganen, de diverse deelraden, en – in de situatie van het AOC – via de ouderadviescommissie / ouderadviesraad.
Versie 2.1: 141215
swv vo 2302 ondersteuningsplan
Pagina 16 van 28
4.3 De afstemming met het PO / SO In het kader van passend onderwijs is er naast (uiteraard) het algemene belang van een goede overgang van het PO naar het VO een specifiek belang. De ‘automatische’ doorstroom SO – VSO is niet meer mogelijk5, waardoor een complete aanpak nodig is: niet alleen van Bao of SBO naar VO, maar ook het SO (regulier waar het kan, speciaal waar het echt moet) moet volop betrokken zijn in het overleg over de doorstroom van leerlingen. Daarnaast is er ook een financieel belang. Naast de eigen verwijzingen vanuit het VO naar het VSO betekent handhaving van de bestaande instroom vanuit het PO naar het VSO dat er sprake blijft van een hoog deelnamepercentage met een hoge aftrek van DUO bij de berekening van het normatieve ondersteuningsbudget. Het is van belang eerder te bepalen of een leerling in een ‘gewone’ reguliere stroom kan, in een reguliere stroom met een vorm van extra ondersteuning of toch een plek moet krijgen in het VSO. Doelstelling 4 middelen
succesindicator evaluatie
In de overgang PO – VO is in een vroeg stadium helder welk onderwijsarrangement in het VO (of eventueel VSO) gewenst en/of noodzakelijk is. Per subregio wordt een 10-14 commissie ingesteld Deze commissie bespreekt eind groep 6 en medio groep 7 het uitstroomperspectief Uiterlijk januari groep 8 volgt het advies van de school, waarbij leerlingen met het advies ‘extra arrangement in het VO’ (incl. LWOO of PrO), of advies ‘VSO’ in cie. worden besproken Uiterlijk maart volgt aanmelding Leerlingen uit het PO vinden een passende plek in het VO Jaarlijks; rapportage vanuit de 10-14 commissies
Resultaat 2014:
De 10 -14 commissies zijn in drie subregio’s ingericht. In NO Twente is de commissie ingericht en wordt ervaring opgedaan met de afgesproken werkwijze In Hengelo is een projectgroep aan de slag om inrichting, procedure en werkwijze te regelen In Enschede wordt de door een werkgroep beschreven werkwijze tot februari 2015 getoetst, waarna deze wordt vastgesteld en de commissie aan de slag gaat
Activiteit:
De 10 -14 commissies zijn uiterlijk in februari 2015 zodanig ingericht dat dossiers besproken kunnen worden.
Doelstelling 5 middelen
succesindicator evaluatie
Overgangsmomenten PO – VO verlopen soepel Alle scholen in het SWV werken met standaarden, die moeten worden gezien als een normering Het primair onderwijs werkt – voor zover van toepassing – met dezelfde normen. Geen bezwaren richting de landelijke bezwarencommissie; Zelfevaluatie en audits
5
Iedere leerling die naar het VSO wordt verwezen heeft een toelaatbaarheidsverklaring nodig van het SWV VO om te mogen worden toegelaten. Versie 2.1: 141215
swv vo 2302 ondersteuningsplan
Pagina 17 van 28
4.4 Deelname aan VSO buiten de (sub)regio Om de samenwerking tussen PO en VO te optimaliseren, en dan met name de aanpak zoals beschreven voor de 10-14 commissies, ligt het voor de hand om leerlingen zoveel mogelijk thuisnabij VSO te laten volgen. Als doelstelling geldt dan dat leerlingen die aangewezen zijn op het volgen van speciaal (voortgezet) onderwijs dit zoveel mogelijk thuisnabij doen. Uit een eerste inventarisatie blijkt dat 144 leerlingen die binnen het SWV VO 2302 woonachtig zijn, VSO volgen buiten de regio van het samenwerkingsverband. Onduidelijk is in hoeverre het
Onderwijs / ondersteuning betreft dat niet binnen SWV VO 2302 aanwezig is
Onderwijs betreft dat het meest thuisnabij is, of
Onderwijs om andere redenen buiten de regio wordt verzorgd
Activiteit:
uiterlijk in maart 2015 is helder in hoeverre aanpassingen binnen het samenwerkingsverband noodzakelijk en realiseerbaar zijn om zo thuisnabij mogelijk onderwijs te kunnen bieden.
4.5 Het MBO In de overgang van het V(S)O naar het MBO zal voor leerlingen met een OPP (= ontwikkelingsperspectief) een warme overdracht plaatsvinden, waarbij de bevorderende en belemmerende factoren die een rol spelen in het OPP besproken worden, en afspraken over extra ondersteuning vastgelegd worden in een onderwijsovereenkomst tussen het ROC en de leerling (student). Doelstelling 6 middelen
succesindicator evaluatie
Overgangsmomenten VO / VSO – MBO verlopen soepel Alle scholen in het SWV werken met standaarden, die moeten worden gezien als een normering Het middelbaar beroepsonderwijs werkt – voor zover van toepassing – met dezelfde normen. Geen bezwaren tegen de uitkomst van het intakegesprek Zelfevaluatie en audits
Resultaat 2014:
ROC van Twente heeft, in samenwerking met SWV VO 2301 en 2302, voor leerlingen met een OPP een nieuw digitaal overdrachtsformulier ontwikkeld.
Activiteit:
15 Januari 2015 staat een bestuurlijk overleg met het ROC van Twente gepland om de overgang tussen V(S)O en MBO, en knelpunten hierin, nader te bespreken
4.6 Het (V)SO van cluster 1 en 2 Het onderwijs van cluster 1 en 2 maakt geen onderdeel uit van het samenwerkingsverband. Daarom is het van belang goede afspraken met elkaar te maken over toeleiding naar en terugplaatsing vanuit cluster 1 en 2, en over invulling van de ondersteuningsplicht van visueel en auditief / communicatief beperkte leerlingen in het reguliere VO. Resultaat 2014: waar nodig zijn met individuele scholen afspraken gemaakt.
Versie 2.1: 141215
swv vo 2302 ondersteuningsplan
Pagina 18 van 28
4.7 Het overleg met de gemeenten In schema6:
Eén van de knelpunten betreft de onvoldoende afstemming van de ondersteuning op school met het (brede) jeugdzorgdomein·. Het nieuwe stelsel passend onderwijs en de transitie jeugdzorg dienen bij te dragen aan een verbetering van dit probleem. In dit licht wordt samenwerking en afstemming gezocht met de gemeenten in onze regio. Het betreft de gemeenten: Borne, Dinkelland, Enschede, Hengelo, Hof van Twente, Losser en Oldenzaal.
6
Uit: www.vpo-handreiking.n
Versie 2.1: 141215
swv vo 2302 ondersteuningsplan
Pagina 19 van 28
De onderwerpen zijn Jeugdzorg: hierover is in de afgelopen periode met de gemeenten Enschede, Hengelo, Borne en Hof van Twente OOGO gevoerd. Vanuit de gemeente Enschede geeft een werkgroep met deelnemers vanuit de wijkteams, de jeugdzorg en het voortgezet (speciaal) onderwijs uitwerking aan de opdracht de verbinding vorm te geven. Onderwijshuisvesting: dit ligt bij de schoolbesturen. leerling vervoer: gemeenten zijn bezig met versobering van het leerling vervoer. thuiszitters / leerplicht: er zijn diverse overleggen geweest met leerplicht om de rollen en verantwoordelijkheden t.a.v. thuiszitters af te stemmen. In de overleggen met Enschede, Hengelo, Borne en Hof van Twente is afgesproken dat leerplicht het samenwerkingsverband per kwartaal informeert omtrent de thuiszitters, zowel in aantallen als in progressie. De gezamenlijke gemeenten hebben een regionale verzuimkaart geïntroduceerd. Deze is in juli 2014 vastgesteld. aansluiting naar werk: in december 2014 wordt het beleidsdocument ‘kwetsbare jongeren’ verwacht. Naar aanleiding hiervan wordt overleg gepland met het ROC, gemeenten en SWV. Het zoeken van een balans tussen aan de ene kant de behoefte aan helderheid en eenduidigheid in procedures (wat pleit voor regio brede afspraken) en andere kant de behoefte korte lijnen, en aan autonomie van zowel scholen als gemeenten, zal in het overleg met de gemeenten steeds een thema zijn. De genoemde onderwerpen zullen dus zowel regio breed (OOGO) als ook op de lokale en sub regionale agenda’s terugkomen. In de afstemming met de gezamenlijke gemeenten en het samenwerkingsverband zullen op genoemde hoofdthema’s kader afspraken worden gemaakt. De lokale invulling en inkleuring, evenals de specifieke thema’s voor een sub regio, blijven onderwerp voor de LEA (lokaal educatieve agenda).
4.8 Het bedrijfsleven – toeleiding naar werk Attendiz beschikt met de verschillende vestigingen van De Kapstok Leerwerktrajecten over een fijnmazig netwerk, waarin branche-erkende opleidingen verbonden zijn met het plaatselijke en regionale bedrijfsleven. Ook de praktijkscholen van de VO scholen hebben samenwerkingsrelaties met het bedrijfsleven voor stages en plaatsingen. Toch is dat niet voldoende; vanwege de economische crisis is er vanuit het bedrijfsleven minder vraag naar – al of niet tijdelijk – personeel, en is de bereidheid kwetsbare jongeren in dienst te nemen verminderd. Samen met de gemeenten wordt overleg gevoerd hoe voor deze jongeren de toeleiding naar werk te blijven realiseren. Het beleidsdocument ‘kwetsbare jongeren’, dat in december 2014 wordt verwacht, moet richting geven aan het gesprek hieromtrent.
Versie 2.1: 141215
swv vo 2302 ondersteuningsplan
Pagina 20 van 28
Hoofdstuk 5: Bestuur en organisatie 5.1 Inleiding Alle schoolbesturen voor VO en de betrokken VSO besturen met scholen en/of locaties in de regio 2302 hebben zich conform wet- en regelgeving aangesloten bij een SWV. Deze aansluiting is geformaliseerd in een rechtspersoon, namelijk de stichting VO2302 (ook genaamd: SWV VO Twente-Oost).
5.2 Vier functies De besturen hebben in de visie uitspraak aangegeven dat het SWV zo weinig mogelijk centraal is georganiseerd. Op grond van de wetgeving worden – naast uiteraard het opstellen van het ondersteuningsplan - vier functies op het centrale niveau uitgevoerd. Het bestuur van het SWV is verantwoordelijk voor deze functies: - Communicatie Het gaat hierbij vooral om de informatie over de ondersteuningsstructuur van VO 2302. Daarnaast is de communicatie voor ouders en externe partijen van belang. - Kwaliteitszorg De kwaliteitszorg heeft betrekking op de kwalitatieve ontwikkelingen (kwaliteitssysteem) en op de kwantitatieve ontwikkelingen, zoals de leerling stromen. Het bestuur van het SWV is verantwoordelijk voor een dekkend ondersteuningsaanbod, en voor een kwaliteitsstandaard waardoor de basisondersteuning op alle scholen van VO 2302 wordt vastgesteld en bewaakt. - Financiën Planning en control cyclus, de verantwoording van de inzet van middelen en de meerjarenbegroting. - Toewijzing Deze functie wordt uitgevoerd door de Advies Commissie Toelaatbaarheid en Leerling ondersteuning (ACTL). Het bestuur van het SWV is verantwoordelijk voor de vier aangegeven functies en heeft deze uitgewerkt in een organisatieopzet, inclusief bemensing en bekostiging. De akte van oprichting en de vaststelling van de statuten is op 30 september 2013 bij de notaris gepasseerd. Er is gekozen voor het one tier model. Activiteit:
het gekozen one tier model wordt in de loop van het schooljaar 2014 – 2015 geëvalueerd.
Versie 2.1: 141215
swv vo 2302 ondersteuningsplan
Pagina 21 van 28
5.4 Het organogram van het Samenwerkingsverband VO 2302 Het organogram van het nieuwe SWV VO 2302 ziet er als volgt uit:
Algemeen Bestuur
Dagelijks Bestuur
OPR
Directeur
ACTL
Netwerk ondersteuningscoördinatoren
Subregio Enschede
Subregio Hengelo
Subregio NO-Twente
Er is geen sprake van een hiërarchische verhouding van de directeur naar de Adviescommissie Toelaatbaarheid en Leerlingenzorg of naar het netwerk van zorgcoördinatoren. Van de directeur wordt een “spin-in-web” functie verwacht zowel naar de plaatselijk (regionale) PO-VO commissies, de in te stellen adviescommissie en de kwaliteitsnetwerken van zorgcoördinatoren als naar het bestuur (DB en AB). Overleg tussen het bestuur / directeur en Ondersteuningsplanraad wordt als volgt vorm gegeven: 1. Het bestuur en de OPR komen bijeen indien de OPR dan wel het bestuur daarom onder opgave van redenen verzoekt. 2. Indien twee derde deel van de leden van de OPR en de meerderheid van elke geleding dat wensen, voert het bestuur de in het eerste lid bedoelde bespreking met elke geleding afzonderlijk. 3. De directeur van het SWV voert namens het bestuur het overleg, als bedoeld in dit reglement, met de OPR. 4. Op verzoek van de OPR of op verzoek van de directeur van het SWV] kan het bestuur besluiten de directeur van het SWV te ontheffen van zijn taak om een bespreking namens het bestuur te voeren. 5. Op verzoek van de OPR voert het bestuur in bijzondere gevallen zelf de besprekingen met de OPR.
Versie 2.1: 141215
swv vo 2302 ondersteuningsplan
Pagina 22 van 28
Hoofdstuk 6: Toewijzing en inzet van middelen 6.1 Inleiding Bij de verdere uitwerking van de verdeelsystematiek wordt rekening gehouden met een kleine overhead op het niveau van het SWV. Het bestuur van het SWV zal geen personeel in dienst nemen. Het SWV voert de vier beschreven functies uit, en dit resulteert in een aantal begrotingsposten. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 6.2 ad 1. Er is een beredeneerde inschatting gemaakt van de noodzakelijke expertise en capaciteit bij de vier verantwoordelijkheden van het bestuur en daarna is vastgesteld hoe hoog het budget voor het bestuur en haar centrale organisatie moet zijn. Het samenwerkingsverband heeft ten aanzien van de ambulante begeleiding gebruik gemaakt van de opting out regeling. Voor ambulant begeleiders is een passende plek gevonden binnen de diverse schoolbesturen. Als er in dit document over ‘middelen’ wordt gesproken gaat het over de geldstromen die door OCW “bekostiging lichte ondersteuning”, “zware ondersteuningskosten” of “normbekostiging” worden genoemd. In dit hoofdstuk gaat het om alle ondersteuningsmiddelen.
6.2 Twee geldstromen Toewijzing van middelen vindt plaats volgens het principe: geld volgt leerling. Dit principe wordt vertaald in 2 geldstromen: 1. een bedrag (onder beheer van het SWV) dat is bedoeld voor de centrale functies, en 2. een bedrag (onder beheer van de school) voor de extra onderwijsondersteuning en specialismen (waaronder vormen van extra ondersteuning in de eigen school) en voor verwijzing naar vormen van extra ondersteuning buiten de school (bijvoorbeeld verwijzing VSO). Ad 1. Bedrag onder beheer van het SWV Het betreft de volgende posten: - ACTL - Commissie 10 -14 - Management en organisatie - Implementatie passend onderwijs Daarnaast zijn op niveau van het samenwerkingsverband de volgende posten opgenomen: - Steunpunt autisme / AWBZ compensatie (deze middelen zijn opgenomen in de ondersteuningsmiddelen van het samenwerkingsverband) - VSV: dit betreft een subsidie vanuit OCW om het aantal voortijdig schoolverlaters terug te dringen. Het ROC van Twente is hierin de contactschool; in samenwerking met ROC, gemeente Enschede, SWV VO 2301 en SWV VO 2302 worden pilots uitgevoerd - Groei VSO
Versie 2.1: 141215
swv vo 2302 ondersteuningsplan
Pagina 23 van 28
-
Risico-dekkend / onvoorzien Afbouw LGF
Ad 2. Bedrag onder beheer van de school Dit bedrag wordt berekend naar rato van het totaal aantal leerlingen. Elke VO school krijgt een deel van de middelen voor lichte en zware ondersteuning. Indien een leerling wordt verwezen, wordt deze leerling door die school bekostigd gedurende de verblijfsduur op het VSO. Aangezien er sprake is van directe aftrek door DUO voor de deelname aan het VSO zal doorverwijzing door het VO naar het VSO worden afgetrokken van het budget vanuit het SWV. In het kader van de afspraak dat de verwijzer betaalt, zal het samenwerkingsverband deze aftrek in rekening brengen bij de verwijzende school. Indien een leerling tussentijds, dat wil zeggen na 1 oktober van het lopende schooljaar, wordt verwezen vanuit het VO naar het VSO, vindt er nog geen aftrek vanuit DUO plaats. Op dat moment zal er een voorschotregeling getroffen moeten worden.
6.3 De financiële stromen in schema DUO zal vanaf 2014 het bestuur van SWV VO2302 in een aantal stappen middelen toedelen: - voor lichte ondersteuning, én - de middelen zware ondersteuning, waarbij de kosten voor de deelname aan het VSO vanuit SWV VO 2302 eerst wordt afgetrokken. Schema van de middelenstroom SWV:
Middelen lichte en zware ondersteuning van uit DUO
Centraal budget voor activiteiten, organisatie en toewijzing
Versie 2.1: 141215
swv vo 2302 ondersteuningsplan
Centraal budget voor uitkering van het bedrag per school
Pagina 24 van 28
Schema van de middelenstroom binnen de school:
School
Interne ondersteuningsstructuur
Budget voor verwijzing
Toelichting op de blokken: Het eerste blok is de eigen structuur van ondersteuningscoördinatie, mentoraat, leerlingbespreking, en ZAT: de organisatie van de basisondersteuning. Daarnaast heeft een school uiteraard ook vormen van extra ondersteuning, denk aan een eigen orthopedagoog, een interne rebound en/of structuurgroep. Bij het 2e blok gaat het om het bedrag bij een verwijzing buiten de school, bij verwijzing naar het VSO conform de landelijk vastgestelde bedragen (de school bepaalt de categorie en de duur van de gewenste verklaring). Bij verwijzing naar een andere VO school gaat het om een budget dat door het SWV in het ondersteuningsplan wordt vastgesteld.
De middelen vanuit opting out worden in 2014 / 2015 en 2015 / 2016 nog geoormerkt. De ambulant begeleiders die overgenomen zijn door de scholen en eerder gemaakte afspraken omtrent inzet van middelen, worden in deze twee schooljaren bekostigd vanuit het SWV. De overige middelen vanuit de opting out worden naar rato van het totaal aantal leerlingen verdeeld naar de VO scholen. Om de vereveningsdoelstellingen te halen, heeft SWV VO 2302 besloten om Te werken met een lineaire reductie Met een afbouwperiode van 4 jaar Te starten in 2014 Deze afspraken zijn onder voorbehoud: deze meerjarenbegroting wordt in 2016 geëvalueerd en eventueel bijgesteld, of eerder indien een van de besturen aangeeft dat dit wenselijk is.
Activiteit:
er is een begroting opgesteld voor 2014 – 2015. Eind oktober 2014 is de laatste beschikking vanuit OCW afgegeven, waarna de begroting is vastgesteld (bijlage 3) regeling bekostiging verwijzing VSO opstellen (januari 2015)
Versie 2.1: 141215
swv vo 2302 ondersteuningsplan
Resultaat 2014:
Pagina 25 van 28
Hoofdstuk 7: Kwaliteit Het bestuur van het samenwerkingsverband heeft een werkgroep de opdracht gegeven om een kwaliteitssysteem voor het samenwerkingsverband nader vorm te geven. Uitgangspunt hierbij is, naast het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband, het toezichtkader van de inspectie. De eerste resultaten van deze werkgroep zullen in december 2014 voorliggen, waarna een nadere uitwerking in februari 2015 verwacht wordt.
Hoofdstuk 8: En nu verder… Ondersteuningsplan 2.0 betreft het feitelijke werk in uitvoering: we zijn al doende aan het bouwen. Met elkaar vormen we binnen samenwerkingsverband VO 2302 een lerende organisatie. Dat betekent ook dat dit plan opnieuw een looptijd van 1 jaar heeft.
Versie 2.1: 141215
swv vo 2302 ondersteuningsplan
Pagina 26 van 28
Bijlage 1
Vergelijking SWV VO2302 2011 – 2012 - 2013 Teldatum
Procentueel
Teldatum
Procentueel
Teldatum
Proc
1-10-11
VO 2302
1-10-12
VO 2302
1-10-13
VO 2302
Land elijk
Landelijk
Leerlingen LWOO PrO
2.960
14,33
10,55
3.035
14,51
10,71
3.057
14,44
783
3,79
2,79
733
3,50
2,84
748
3,53
Overig VO
16.909
17.149
17.360
VO totaal
20.652
20.916
21.165
VMBO 3/4
4.437
21,48
21,07
4.785
22,77
21,31
5.009
VSO 17
944
4,57
3,02
984
4,70
3,08
958
4,53
VSO 2
34
0,16
0,11
30
0,14
0,11
28
0,13
VSO 3
65
0,31
0,30
73
0,35
0,31
75
0,35
1.043
5,05
3,44
1.087
5,20
3,51
1.061
5,01
VSO totaal LGF overige VO
287
293
325
LGF LWOO/PrO
114
121
121
LGF totaal
405
1,96
1,85
414
1,93
1,98
Middelen, € Budget licht
1.836.918
1.748.029
Budget zwaar
10.305.761
10.394.609
VSO aftrek
10.399.122
10.857.178
2.720.851
1.541.846
LGF (regulier+AB)
(184.213+ 1.357.633)
Resteert (= Licht + Zwaar -VSO aftrek)
1.743.557
1.469.673
(bron: OCW gegevens – zie ook www.passendonderwijs.nl )
7
Het cijfer achter VSO geeft de bekostigingscategorie aan (zie de uitreik kengetallen OCW).
Versie 2.1: 141215
swv vo 2302 ondersteuningsplan
Pagina 27 van 28
446
2,11
Versie 2.1: 141215
ACTL NUMMER
VO2302-2014-00001 VO2302-2014-00002 VO2302-2014-00003 VO2302-2014-00004 VO2302-2014-00005 VO2302-2014-00006 VO2302-2014-00007 VO2302-2014-00008 VO2302-2014-00009 VO2302-2014-00010 VO2302-2014-00011 VO2302-2014-00012 VO2302-2014-00013 VO2302-2014-00014 VO2302-2014-00015 VO2302-2014-00016 VO2302-2014-00017 VO2302-2014-00018 VO2302-2014-00019 VO2302-2014-00020 VO2302-2014-00021 VO2302-2014-00022 VO2302-2014-00023 VO2302-2014-00024 VO2302-2014-00025 VO2302-2014-00026
BESTUUR
NAAM AANVRAGENDE SCHOOL
Waalslaan, van der Bonhoeffer Lyceum de Grundel SG Carmel Hengelo Mozaïek Hengelo Attendiz Panta Rhei College Attendiz Twickel College Borne SG Carmel Hengelo OCR Het Roessingh Attendiz Bataafs Lyceum OSG Schip, de Sluis Attendiz Praktijkonderwijs TCC TCC Losser TCC Schip, Chez nous Zmok Attendiz Kapstok Attendiz Mozaïek Hengelo Attendiz Meerik (voorheen Huifkar) Attendiz Genseler OSG Potskampstraat TCC Waalslaan, van der Bonhoeffer Avila College Deurningstraat SG Carmel Hengelo Thij, de TCC AOC Oost AOC Oost AOC Oost AOC Oost Schip, Chez nous Zmok Attendiz Potskampstraat TCC Schip, de Sluis Attendiz Schip, de Sluis Attendiz Korhoen, 't TWOG
BESLUIT
ADVIES ACTL
swv vo 2302 ondersteuningsplan Toelaatbaar
Toelaatbaar Toelaatbaar Niet Toelaatbaar Toelaatbaar / licht Toelaatbaar Toelaatbaar Niet toelaatbaar Toelaatbaar Advies Toelaatbaar Toelaatbaar Niet toelaatbaar Toelaatbaar Voorlopig Toelaatbaar Niet Toelaatbaar Toelaatbaar Toelaatbaar Toelaatbaar / licht Toelaatbaar Toelaatbaar / licht Toelaatbaar Niet toelaatbaar Toelaatbaar Toelaatbaar Toelaatbaar
Toelaatbaar
EINDDATUM TLV
DATUM TLV
17-november-2014
Licht
15-december-2017Licht 1-augustus-2018 Zwaar 1-augustus-2016 Licht 1-augustus-2016 Licht 1-augustus-2016 1-augustus-2016 Licht 1-augustus-2016 Licht
20-oktober-2014 6-oktober-2014 1-oktober-2014 20-oktober-2014 17-november-2014 3-november-2014 1-augustus-2014
NAAM ONTVANGENDE SCHOOL
1-aug-14 Schip, Chez nous Zmok
1-aug-14 Schip, de Sluis Bouwsteen
1-augustus-2016 Licht 1-augustus-2016 Zwaar 1-augustus-2016 1-januari-2015
1-september-2014 22-september-2014 6-oktober-2014 16-september-2014
BEKOSTIGINGSCATEGORIE
1-augustus-2016 Midden 1-aug-14 OCR 1-augustus-2017 Licht VSO de Veenlanden 1-augustus-2016 Midden OCR
DATUM PLAATSING
25-augustus-2014 25-augustus-2014 25-augustus-2014
18-augustus-2014 31-juli-2016 Licht 8-september-2014 1-augustus-2016 Licht
AOC
TCC BC SCH
TCC TCC SWV
SCH
SCH
Bijlage 2 Monitor ACTL
Pagina 28 van 28
VERWIJZER BETAALT
DATUM UITSCHRIJVING