D.C. 620.178.152. 42
September 1972
Overeengekomen hardheidsmeting volgens Rockwell Schaal Η RIM en schaal H RT Schaal H RB' en schaal HR 30 T ' voor dunne materialen
EURONORM
109 — 72
Inhoud Öl
o
3 Q O
< < ^ Ό _ -ζ.
1
DOEL
A 1.1
Overeengekomen proef HRB'
2
BEGINSEL VAN DE PROEF
A 1.2
Overeengekomen proef H R 30 T '
3
TOEPASSINGSGEBIED
A 2
TOEPASSINGSGEBIED
4
SYMBOLEN — DEF INITIE EN AANDUI DING VAN DE HARDHEID
A 2.1
Overeengekomen proef HRB'
A 2.2
Overeengekomen proef H R 30 T '
4.1
Symbool
A 3
4.2
Definitie en aanduiding van de hardheid
SYMBOLEN — DEF INITIE VAN DE HARDHEID
5
HARDHEIDSPROEVEN
A 3.1
Symbolen
VOLGENS ROCKWELL HRN EN HRT
A 3.2
Definitie van de hardheid
w < ¿ _ X ui Ζ (J Ν
5.1
Beproevingstoestel
A 4
OVEREENGEKOMEN PROEF HRB'
^ Ζ ω £ ω Q
5.2
Proefstuk
A 4.1
Beproevingstoestel
i¿ LU
5.3
Uitvoering van de proef
A 4.2
Proefstuk
5.4
Weergave van de resultaten
A 4.3
Uitvoering van de proef
5.5 5.6
Beperking van de dikte van de beproefde laag Aanvullende correcties op de afgelezen hardheid bij metingen van de hardheid bij cilindervormige proefstukken
A 4.4
Weergave van de resultaten
A 5
OVEREENGEKOMEN PROEF H R 30 T '
A 5.1
Beproevingstoestel
OPMERKINGEN
A 5.2
Proefstuk
BIJLAGE: Overeengekomen hardheidsproeven HRB' en HR 30 T ' voor dunne mate rialen
A 5.3
Uitvoering van de proef
A 5.4
Weergave van de resultaten
A 1
OPMERKINGEN
ω
co 2
Ο S < >
U oc CC Q LU
3 3
ου 5 D_ °
Ζ
<5 ¡ë ω
55 QS Qωi g LU ^
Ζ
LU "*>
ss i S2 Q ^ LU
Q
oc
ο ξ ο CC ¿
O
LU
o
3
u O υ OC
5 o υ
BEGINSEL
1 Deze EURONORM beschrijft de meting van de hardheid volgens Rockwell N (kegel) en T (kogel) en geeft nadere aanwijzingen voor de uitvoering van de proef.
DOEL De overeengekomen hardheidsmetingen volgens Rock well HRB' en HR 30 T ' voor dunne materialen zijn omschreven in de bijlage.
2 BEGINSEL V A N D E P R O E F 2.1
2.2
De proef bestaat — evenals bij de algemene Rockwell proef (zie EURONORM 4)—uit het in twee trappen doen indringen van een genormaliseerd indruklichaam in het oppervlak van een proefstuk en het meten van de blijvende toeneming „ e " van de diepte van de indringing.
De metingen van de hardheid volgens Rockwell H R N en H R T worden op soortgelijke wijze uitgevoerd als de metingen volgens Rockwell HRB (kogel) en H R C (dia manten kegel),alleen de toegepaste belastingen zijn lager; het volume metaal dat door het indruklichaam wordt vervormd is derhalve veel geringer. Bovendien wordt de hardheidswaarde anders gedefinieerd.
Alle reproduktierechten voorbehouden a a n de nationale norma lisa tie-instituten der Lid-Staten va n de Europese Gemeenscha ppen
Prijs: 1,00 E.M.O.-rekeneenheden
Bladzijde 2 Deze EURONORM definieert hardheid:
zes schalen
voor
de
resp. gelijk aan 147 N (15 kgf), 294 N (30 kgf) en 441 N (45 kgf).
— drie Rockwell N-schalen (diamanten kegel), resp. HR 15 N , HR 30 N en HR 45 N ;
De voorbelasting P 0 is in alle gevallen gelijk aan 29,4 N (3 kgf).
— drie Rockwell T-schalen (kogel), resp. HR 15 T, HR 30 T, HR 45 T.
De produktnorm geeft aan welke schaal moet worden toegepast.
Er wordt gebruik gemaakt van drie totaalbelastingen P, 3
TOEPASSINGSGEBIED
De hardheidsmetingen volgens Rockwell H R N en H R T worden toegepast: — bij het onderzoek van dunne lagen (gecarboneerde lagen, bekledingen, enz.)
— bij proefstukken met een zodanige vorm en dikte dat zij de in de regel toegepaste belastingen van de Rock well B of Rockwell C-metingen niet zonder vervor ming van het geheel kunnen verdragen.
— indien de achterzijde van het proefstuk geen sporen van de hardheidsmetingen mag vertonen 4 S Y M B O L E N — DEFINITIE E N A A N D U I D I N G V A N D E H A R D H E I D 4.1 Symbolen De definities en symbolen zijn opgenomen in onderstaande tabel: Tabel 1 Verwijzing Symbolen
naar
Eenheid
Omschrijving
fig. 1 en 2
D
1
mm
Po A
2
Ν
Voorbelasting
3
—
Diepte van de indringing door de voorbelasting
Pi
4
Ν
Hoofdbelasting
Ρ
5
Ν
Totale belasting
Β
6
e
7
Toeneming van de diepte van de indringing als gevolg van de hoofdbelasting
0,001 mm
H R 15 N of Τ H R 30 Ν of Τ H R 45 Ν of Τ
Diameter van de kogel
blijvende toeneming van
ten gevolge van het
de indringing bij de
wegnemen van de hoofd
Rockwell-proef H R N
belasting doch handhaving
en H R T
der voorbelasting
Rockwell-hardheid H R N of H R T
— —
(verschil 100 — e)
4.2 Definitie en aanduiding van de hardheid 4.2.1 De Rockwell-hardheid Ν of Τ is een getal gelijk aan 100 — e. .... i i i , · , ιι· ι r Ter aanduiding van de hardheid wordt dit· getal vooraf gegaan door een reeks letters en cijfers die naar het type
van de proef (Rockwell, kogel of kegel) en de toegepaste belasting verwijst. Voorbeeld: HR 30 N xx = Rockwell-hardheid xx gemeten met een belasting van 294 N (30 kgf) met een diamanten kegel.
Bladzijde 3 5
H A R D H E I D S P R O E V E N V O L G E N S RO CKWELL H R N E N H R T
5.1 Beproevingstoestel 5.1.1 Indruklichamen 5.1.1.1 Het voor de Tschalen gebruikte indruklichaam, is iden tiek aan het indruklichaam, dat voor de HRBproef wordt gebruikt. Het is een kogel met een nominale diameter D van 1,5875 mm. De diameter van de kogel mag nergens meer dan 0,0035 mm afwijken van de nominale diameter. De kogel is van gehard staal met een hardheid van minimaal 850 HV 30. De kogel moet gepolijst zijn en vrij van scheurtjes of andere oppervlak gebreken. Een kogel die na de proef een vervorming vertoont groter dan de hierboven vermelde afwijking of die een andere beschadiging vertoont, mag niet meer worden gebruikt. De betreffende meting is ongeldig. De kogel van gehard staal mag worden vervangen door een kogel van een ander hard materiaal met gelijke of grotere Vickershardheid en met dezelfde afmetingenen gesteldheid van het oppervlak. 5.1.1.2 Het voor de Nschalen gebruikte indruklichaam is gelijk aan het indruklichaam dat voor de Rockwell Cproef wordt gebruikt, nl. een diamanten kegel met afgeronde top. Deze kegel heeft een tophoek van 120 ± 0,5° en de as van de kegel moet op een afwijking van ten hoogste 0,5° na samenvallen met die van het indruklichaam. De kegel moet overgaan in een bolsegment met een straal die niet minder dan 0,19 en niet meer dan 0,21 mm mag bedragen. De kegel moet raakvlaksgewijs in het bolsegment overgaan. Het profiel van deze top mag niet meer dan 0,002 mm afwijken van het theoretisch profiel. Het indruklichaam mag geen scheurtjes of andere opper vlakgebreken vertonen.
van het metaal aan de zijde van het proefstuk dat in aanraking komt met het steunvlak. Cilindervormige produkten moeten behoorlijk worden ondersteund, bij voorbeeld in Vvormige centreergleuven van gehard staal. Hierbij dient bijzondere aandacht te worden besteed aan de centrering, de ondersteuning en juiste uitlijning van het indruklichaam — het cilinder vormige proefstuk —, van de Vvormige steunopening en de proefstukhouder van het beproevingstoestel; elke ver plaatsing of afwijking van de haaksheid van het geheel kan namelijk leiden tot foutieve waarnemingen. 5.2 Proefstuk De proef moet Verricht worden op een glad, vlak opper vlak, dat vrij is van oxyde of vreemd materiaal; bij het prepareren van dit oppervlak moeten alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen genomen worden om te voor komen dat de toestand waarin het oppervlak zich bevindt verandering ondergaat, bij voorbeeld door verhitting of koudvervorming. 5.3 Uitvoering van de proef 5.3.1 Plaats van de meetpunten De hartafstand tussen twee indrukkingen of de afstand van het hart van een van de indrukkingen tot aan de rand van het proefstuk moet, tenzij anders is voorgeschreven, ten minste 5 mm bedragen. 5.3.2 Toleranties op de toegepaste belastingen 5.3.2.1 Voorbelasting Po = 29,4 ± 0,6 N (3,00 ± 0,06 kgf). 5.3.2.2 De hoofdbelastingen P t moeten zo groot zijn dat de totale belasting Ρ = Ρ 0 + Ρ , niet méér afwijkt van de nominale belasting dan zoals hieronder overeengekomen:
5.1.2 Meetklok De schaal moet verdeeld zijn in schaaldelen van 0,001mm. De meeteenheid voor de blijvende indringing ,,e" is de micrometer (0,001 mm) en de schaalverdeling moet zodanig zijn dat halve eenheden gemakke lijk te schatten zijn.
Schaal HR 15 Ν of 15 Τ HR 30 Ν of 30 Τ HR 45 Ν of 45 Τ
Nominale belasting 147 Ν (15,0 kgf) 294 Ν (30,0 kgf) 441 Ν (45,0 kgf)
Tolerantie ± 1 Ν (± 0,1 kgf) ± 2 Ν ( ± 0,2 kgf) ± 3 Ν ( ± 0,3 kgf)
5.1.3 Ondersteuning van het proefstuk Het vlak van het aambeeld (steunblok) dat ter onder steuning van het proefstuk wordt gebruikt moet loodrecht op de as van het indruklichaam staan en ten opzichte van deze as gecentreerd zijn. Er dient op te worden toegezien dat het aambeeld goed draagt op het plateau van het toestel. Het aambeeld moet van gehard staal zijn met een Vickers hardheid van ten minste 850 HV 30. Het steunvlak moet gepolijst zijn en mag geen kerven of afdrukken vertonen, die mogelijk de waarden kunnen beïnvloeden door verhindering van eventueel wegvloeien
5.3.3 Werkwijze Tenzij anders is voorgeschreven moet de proef bij kamertemperatuur worden verricht. Tijdens de gehele duur van de proef moet het toestel gevrijwaard zijn tegen schokken of trillingen. Het indruklichaam wordt loodrecht op het proefopper vlak aangebracht. Het indruklichaam wordt geleidelijk, zonder schokken belast met de voorbelasting P 0 = 29,4 ± 0,6 Ν (3,00 ± 0,06 kgf). Men dient er goed op toe te zien dat hierbij bovenver melde waarde niet wordt overschreden.
Bladzijde 4 Zet de wijzer van de meetklok op het beginpunt en ver hoog daarna geleidelijk en zonder schokken in 2 tot 8 seconden de druk op het indruklichaam met de hoofdbe lasting Pi die voor de gekozen schaal geldt.
indruklichaam of de nieuwe ondersteuning op de juiste wijze is vastgezet.
Nadat de wijzer van de meetklok tot rust is gekomen neemt men na 20 tot 25 seconden de hoofdbelasting Ρ weg, zodat de voorbelasting P 0 overblijft.
Op de schaal van het toestel leest men de blijvende toe neming „ e " van de indrukking af, waarna, aan de hand van de formule in tabel 1, de oppervlaktehardheid in de gekozen schaal wordt afgeleid.
Indien het te beproeven materiaal van zodanige aard is dat de plastische vervorming in geringe mate afhankelijk is van de duur van de hoofdbelasting, kan deze hoofd belasting 2 seconden na het tot rust komen van de wijzer worden weggenomen. Het is noodzakelijk dat het proefstuk goed en gelijk matig op zijn ondersteuning rust, zodat het tijdens de proef niet kan verschuiven. Telkens wanneer men het indruklichaam of de onder steuning van het proefstuk opnieuw aanbrengt of geheel vervangt, moet worden gecontroleerd of het nieuwe
5.4 Weergave van de resultaten
5.5 Beperking van de dikte van de te b e p r o e v e n laag De dikte van dunne lagen moet groter zijn dan de dikte vermeld in tabel 2, zijnde afhankelijk van de schijnbare gemiddelde hardheid van deze laag. Tabel 2 dient als richtlijn bij de keuze van de te kiezen hardheidsschaal : de hardheid of dikte van het te beproeven materiaal moet groter zijn dan de hieronder voor elke schaal vermelde waarden. Tabel 2 mag in geen geval als herleidingstabel voor de hardheid worden gebruikt.
Tabel 2 Keuze van de bij dunne lagen toe te passen schalen
K o g e l v a n 1,59 m m
D i a m a n t e n kegel Schalen
Ζ Ό
D i k t e in m m
cá I
-s :H .3
M
2 £
4_,
C •α "η obo ·· 3 bo zT ra Cu
Ζ
I
Ζ o f> Cá I "S "β
Scha en Τ
Ν
w c 0J ca ~ã
>
ω 3 4J .« so cr
el • !=¡ <<
3Ξ <υ
SJS
ζ
vi P¿
I
Ζ in η cá I Ί3 Π2 G ^ .b ι-ι
S JS
Η
^ c
ir-, τ—I
•tí ~5 c0) ■>—
Pá I
bo 3 bo σ" 33 OJ
ζ«
«I
"rt 3 ε já 'S Ό .3 ι-ι
SJ?
4-1
OJ
Ήc ·« g bo 3 bo o-
3Ξ OJ
«s
ra ná Ζ I
v
Η o ro Pi I
-rt
g J¿ S T3 . « «-«
5 J=
Η
" -> Tt
w c
"S 13 u .2 bO 3 bo ω o*
"5 ra
j
ra cá Ζ I
c¿ I ·«
3
C OJ
Ξ c
S "H
S J-
^ d "S "5 c g td 3 βο υσ ¡J «α cá9 Ζ Ι
0,15
92
65
0,20
90
60
0,25
88
55
91
93
0,30
83
45
82
65
77
69,5
86
78
0,36
76
32
78,5
61
74
67
81
62
79
0,41
68
18
74
56
72
65
75
44
73
84
71
99
61
68
24
64
71
62
90
95
0,46
66
47
68
0,51
57
37
63
57
55
58
53
80
0,56
47
26
58
52,5
45
43
43
70
0,61
51
47
34
28
31
58
0,66
37
35
18
45
0,71
20
20,5
4
32
5.6 Aanvullende correcties op de afgelezen hardheid bij metingen van de hardheid van cilindervormige proefstukken Indien metingen van de hardheid volgens Rockwell, schalen Ν of T, plaatsvinden bij cilindervormige proef
stukken, geeft het resultaat in het algemeen een afwijking te zien. In de tabellen 3 en 4 is de aanvullende correctie aangegeven welke moet worden toegepast om hiermede rekening te houden.
Bladzijde 5 Correcties van meer dan drie Rockwell-eenheden mogen alleen met instemming van de betrokken partijen worden toegepast (tussen haakjes vermeld). De correctie voor een bepaalde hardheid en diameter wordt verkregen door
interpolatie tussen de lijnen en kolommen, waarbij het resultaat op de naastliggende halve eenheid wordt afgerond,
Tabel 3 Aanvullende correcties voor de Rockwell N-proef (met diamanten kegel) bij convexe cilindervormige oppervlakken (ongeacht de totale belasting P) Cilinderdiameter
Afgelezen hardheid
3,2 mm
6,35 mm
9,5 mm
12,7 mm
19 mm
25 mm
20
(6,0)
3,0
2,0
1,5
1,5
1,5
25
(5,5)
3,0
2,0
1,5
1,5
1,0
30
(5,5)
3,0
2,0
1,5
1,0
1,0
35
(5,0)
2,5
2,0
1,5
1,0
1,0
40
(4,5)
2,5
1,5
1,5
1,0
1,0
45
(4,0)
2,0
1,5
1,0
1,0
1,0
50
(3,5)
2,0
1,5
1,0
1,0
0,5
55
(3,5)
2,0
1,5
1,0
0,5
0,5
60
3,0
1,5
1,0
1,0
0,5
0,5
65
2,5
1,5
1,0
0,5
0,5
0,5
70
2,0
1,0
1,0
0,5
0,5
0,5
75
1,5
1,0
0,5
0,5
0,5
0
1,0
0,5
0,5
0,5
0
0
85
0,5
0,5
0,5
0,5
0
0
90
0
0
0
0
0
0
80
N.B.: Voor andere dan de hierboven vermelde diameters kunnen de gewenste correcties worden gevonden door lineaire interpolatie of extrapolatie.
Tabel 4 Aanvullende correcties voor de Rockwell T-proef (kogel) bij convexe cilindervormige oppervlakken (ongeacht de totale belasting P)
Afgelezen hardheid
Cilinderdiameter 3,2 mm
6,35 mm
9,5 mm
12,7 mm
15,88 mm
19 mm
25 mm
(13,0)
(9,0)
(6,0)
(4,5)
(3,5)
3,0
2,0
30
(11,5)
(7,5)
(5,0)
(4,0)
(3,5)
2,5
2,0
40
(10,0)
(6,5)
(4,5)
(3,5)
3,0
2,5
2,0
50
(8,5)
(5,5)
(4,0)
3,0
2,5
2,0
1,5
60
(6,5)
(4,5)
3,0
2,5
2,0
1,5
1,5
70
(5,0)
(3,5)
2,5
2,0
1,5
1,0
1,0
1,0
1,0
0,5
0,5
0,5
0,5
20
80
3,0
2,0
1,5
1,5
90
1,5
1,0
1,0
0,5
N. B.: Voor andere dan de hierboven vermelde diameters kunnen de gewenste correcties worden gevonden door lineaire interpolatie of extrapolatie.
Bladzijde 6 OPMERKINGEN 1. Er bestaat geen enkele nauwkeurige herleidings methode voor Rockwell-hardheiden onderling of met an dere hardheidsschalen. Deze herleidingen moeten dan ook worden vermeden. 2. De vorm en werkelijke afmetingen van het diamanten conische indruklichaam hebben belangrijke invloed op de verkregen Rockwell N-hardheden. Het is derhalve noodzakelijk om de gegevens die met een bepaald indruklichaam worden verkregen, regelmatig te controle ren door vergelijking met indrukkingen verkregen op goed geijkte referentieblokken. Ook dient de gesteld heid van het oppervlak van het indruklichaam regelma tig te worden gecontroleerd. De geringste oppervlakfout verergert snel en kan het indruklichaam onbruik baar maken.
3. Regelmatig moet worden gecontroleerd of de kogels in goede toestand verkeren (gepolijst oppervlak, rond heid). 4. Een veelvuldig gebruik van het toestel of bepaalde beproevingsomstandigheden kunnen leiden tot een te snelle achteruitgang van de eigenschappen van stalen kogels. Aangezien de toegepaste belastingen veel geringer zijn dan bij de Rockwell B-proef, gaat men er veelal van uit dat de resultaten die worden verkregen met kogels van hard materiaal (harder dan gehard stalen kogels) statis tisch niet verschillen van die welke met stalen kogels ver kregen. Het gebruik van stalen kogels is daarom toege staan, in het bijzonder wanneer de te proeven materialen een betrekkelijk geringe hardheid bezitten (minder dan 250 HV).
BIJLAGE Overeengekomen hardheidsproeven HRB' en H R 30 Τ ' voor dunne materialen A 1
BEGINSEL
A 1.1 Overeengekomen proef H R B '
A 1.2 O v e r e e n g e k o m e n proef H R 30 Τ '
Deze proef wordt uitgevoerd onder dezelfde voorwaarden als die voor de HRB-proef met een kogelvormig indruk lichaam van 1,5875 mm, waarbij het gebruikelijk is om de in EURONORM 4 (par. 3.2.2) verboden steunblokeffecten hierbij wel toe te staan.
Deze proef wordt uitgevoerd onder dezelfde voorwaarden als die voor de HR 30 T-proef van deze EURONORM (zie par. 2.2) met een kogelvormig indruklichaam van 1,5875 mm, waarbij het gebruikelijk is om indrukkin gen in de rug van de proefstukken, welke bij de H R T proef (zie par. 3) niet zijn toegestaan, hierbij wel toe te laten.
A 2
TOEPASSINGSGEBIED
A 2.1 Overeengekomen proef H R B '
A 2.2 Overeengekomen proef H R 30 Τ '
De meting kan met voldoende nauwkeurigheid worden toegepast op dunne platte materialen met een nominale dikte gelijk aan of meer dan 0,6 mm en een hardheid van maximaal HV 250, zelfs indien de blijvende toe neming „ e " van de indrukking meer bedraagt dan 1/8 van de materiaaldikte.
Deze meting kan met voldoende nauwkeurigheid worden toegepast op materiaal met een dikte van minder dan 0,6 mm en op minimumdikten vermeld in de EURONOR MEN van de produkten, met een maximale Rockwell HR 30 T-hardheid van 80.
De EURONORM voor het produkt geeft aan wanneer de hardheidsproef HRB' moet worden toegepast.
De EURONORM voor het produkt geeft aan wanneer de overeengekomen hardheidsproef HR 30 T' moet worden toegepast.
A 3 S Y M B O L E N — DEFINITIE V A N D E H A R D H E I D A 3.1 Symbolen In tabel 5 zijn definities en symbolen opgenomen als aanvulling op de reeds in paragraaf 4.1 vermelde.
Bladzijde 7 Tabel 5 Symbolen of referentieletters (fig. 1 en 2)
Meeteenheid
Omschrijving
0,002 mm
Blijvende toeneming van de indrukdiepte bij HRB'
0,001 mm
Blijvende toeneming van de indrukdiepte bij HR 30 Τ'
e
Deze wordt ver kregen na het wegnemen van de hoofd belasting onder handhaving van de voorbelasting
HRB'
—
Rockwell-hardheid HRB' (verschil 130 — e)
HR 30 Τ'
—
Rockwell-hardheid HR 30 Τ' (verschil 100 — e]
A 3.2 Definitie van de hardheid
A 3.2.2
A 3.2.1
De HR 30 T'-hardheid is een getal gelijk aan 100
De HRB'-hardheid is een getal gelijk aan 130 — e.
A 4 O V E R E E N G E K O M E N PROEF HRB' A 4 . 1 Beproevingstoestel
A 4.1.3 Meetklok
A 4.1.1 Indruklichaam
Deze heeft een schaalverdeling in 0,002 mm. Deze waarde is de meeteenheid van de blijvende indrukking ,,e". Met behulp van de schaalverdeling moet op gemakkelijke wijze een halve meeteenheid kunnen worden vastgesteld.
Het indruklichaam is gelijk aan dat wat gebruikt wordt bij de proef HRB (zie par. 5.1.1.1). A 4.1.2 Ondersteuning van het proefstuk De indrukkingen in de rugzijde van het proefstuk, welke ontstaan door het effect van het aambeeld (steunblok), hebben een aanzienlijke invloed op de resultaten van de proef; deze is echter niet in cijfers uit te drukken. Ten einde de meetomstandigheden zo goed mogelijk vergelijkbaar te maken moet het aambeeld van gehard staal zijn met een Vickers-hardheid van ten minste 850 HV. Het werkzame deel van het aambeeld moet gepolijst en vlak zijn en een diameter hebben, welke ligt tussen 6 en 10 mm; het moet loodrecht op de as van het indruk lichaam staan en ten opzichte van deze as gecentreerd zijn. Het oppervlak van het aambeeld moet schoon zijn en vrij van vet, kerven en scheuren of andere uiterlijke gebreken, daar deze factoren, tijdens de belasting, van invloed kunnen zijn op de plastische vervorming van het materiaal, waaruit het proefstuk bestaat. Elk bekrast, ongepolijst of ingekerfd steunblok moet worden vervangen door een in goede staat verkerend steunblok.
A 4.2 Proefstuk De meetplaats van het voetstuk moet vlak zijn en van zodanige afmetingen dat tijdens de proef geen gevaar bestaat voor verbuiging van het proefstuk. Het opper vlak moet vrij zijn van oxyde, vet en andere veront reinigingen. Indien het noodzakelijk is het proefstuk te ontdoen van een deklaag, moet dit aan beide opper vlakken geschieden, waarbij gezorgd moet worden dat het basismetaal niet verandert (b.v. door verhitten of koudvervormen) en niet in dikte afneemt. A 4.3 Uitvoering van de proef A 4.3.1 Plaats van de indrukking De hartafstand tussen twee indrukkingen of de afstand van het hart van een indrukking tot de rand van het proefstuk moet ten minste gelijk zijn aan de diameter van het gebruikte steunblok, tenzij anders is voorge schreven. A 4.3.2 Werkwijze Tenzij anders is voorgeschreven wordt de meting ver richt bij kamertemperatuur.
Bladzijde 8 Tijdens de gehele duur van de meting moet het toestel gevrijwaard zijn tegen schokken en trillingen. Het indruklichaam wordt loodrecht op het te beproeven oppervlak gebracht. Het indruklichaam wordt geleidelijk belast met de voorbelasting P 0 = 98,1 ± 2 N (10 ± 0,2 kgf). Men dient er goed op toè te zien dat hierbij bovenvermelde waarde niet wordt overschreden. Men zet vervolgens de wijzer beginpunt en verhoogt daarna lichaam geleidelijk en zonder belasting Px = 882 ± 4 N (90
van de meetklok op het de belasting op het indruk schokken met de hoofd ± 0,45 kgf).
De aldus bereikte totale belasting Ρ = P 0 6 Ν (100 ± 0,65 kgf).
Pj = 981 ±
Nadat de wijzer van de meetklok tot rust is gekomen, neemt men na 20 tot 25 seconden de hoofdbelasting Pj weg, zodat de voorbelasting P 0 overblijft. Indien het te beproeven materiaal van zodanige aard is dat de plastische vervorming in geringe mate afhankelijk
is van de duur van de hoofdbelasting, kan deze hoofd belasting 2 seconden na het tot rust komen van de wijzer worden weggenomen. Een goed en gelijkmatig dragen van het proefstuk op zijn ondersteuning is noodzakelijk om verschuiven tijdens de proef te vermijden. Telkens wanneer men het indruklichaam of de onder steuning van het proefstuk opnieuw aanbrengt of totaal vervangt, moet worden gecontroleerd of het nieuwe indruklichaam of de nieuwe ondersteuning op de juiste wijze is vastgezet. A 4.4 W e e r g a v e van de resultaten Op de schaal van het toestel leest men de blijvende toeneming „ e " van de indrukking af, waarna, aan de hand van de formule in tabel 1, de Rockwellhardheid HRB' kan worden afgeleid. Het meettoestel moet een zodanige schaalverdeling bezit ten dat de hardheid in een halve meeteenheid kan worden vastgesteld.
A 5 O V E R E E N G E K O M E N PRO EF H R 30 Τ '
A 5.1 Beproevingstoestel A 5.1.1 Indruklichaam Het indruklichaam is gelijk aan dat wat gebruikt wordt bij de proef HR Τ (zie par. 5.1.1.1). A 5.1.2 Ondersteuning van het proefstuk De ondersteuning van het proefstuk moet voorzien zijn van een plaatje van vlak gepolijst diamant met een dia meter van ongeveer 4,5 mm. Dit steunblok moet lood recht op de as van het indruklichaam staan en ten opzich te van deze as gecentreerd zijn.
tot aan de rand van het proefstuk ten minste 5 mm bedra gen. A 5.3.2 Toleranties met betrekking tot de belastingen Deze zijn gelijk aan die voor de proef HR 30 Τ : Voorbelasting P 0 = 29,4 ± 0,6 Ν (3,00 ± 0,06 kgf). De hoofdbelasting P x moet zo groot zijn dat de totale belasting Ρ = P 0 + Pj nier meer dan ± 2 Ν ( ± 0,2 kgf) van de nominale belasting 294 Ν (30,0 kgf) afwijkt. A 5.3.3 Werkwijze
Er dient op te worden toegezien dat het steunblok goed draagt op het plateau van het toestel.
Deze is gelijk aan die van de proef H R T (zie par. 5.3.3).
A 5.1.3 Meetklok De meetklok is gelijk aan die welke gebruikt wordt voor de proef H R T (zie par. 5.1.2). A 5.2 Proefstuk Aan het proefstuk worden dezelfde eisen gesteld als bij de HBR'meting (zie par. A 4.2). A 5.3 Uitvoering van de proef A 5.3.1 Plaats van de indrukking Tenzij anders is voorgeschreven moet de hartafstand tus sen twee indrukkingen of van het hart van een indrukking
A 5.4 Weergave van de resultaten Op de schaal van het toestel leest men de blijvende toe neming „ e " van de indrukking af, waaruit, aan de hand van de formule in tabel 5, de oppervlakhardheid in de gekozen schaal kan worden afgeleid.
OPMERKINGEN De ruwheid van het oppervlak is zodanig van invloed op de hardheid dat bij toenemende ruwheid de schijnbare hardheid afneemt.
Bladzijde 9
Figuur 1 Rockwell-hardheid Τ Rockwell-hardheid HRB' en HR 30 Τ'
Figuur 2 Rockwell-hardheid Ν
o
CD ro to -j
co co οι Ζ Ι Ο
5571 Bureau voor officiële pubüka ties der Europese Gemeenscha ppen, Postbus 1003, Luxemburg DE EURONORMEN zijn verkrijgba a r bij: In Nederla nd: Nederla nds Norma lisa tie-Instituut (N.N.I.), Pola kweg 5, Rijswijk (2H) In België: Belgisch Instituut voor Norma lisa tie (B.l N.), Bra ba nçonnela a n 29, 1040 Brussel