Zeeland 9.1 MOLENROUTE REIMERSWAAL een fietsroute van 36 km
Deze route is gebaseerd op de ANWB/VVV toeristenkaart schaal 1:100.000 Opgelet: de fietsrichting is op de kaart in de molengids tegengesteld aan de fietsrichting op de kaart die u kunt afdrukken. De fietsrichting op deze laatste kaart is de juiste. De volgorde van de molens is dus 1, 4, 3 en 2. De routebeschrijving start en eindigt bij ‘De Oude Molen’ in Kruiningen. U kunt op iedere plaats langs de route starten. Vertrek vanaf de Oude Molen te Kruiningen No. 1 en u rijdt richting de dorpskern. De Slagveldstraat gaat over in Voorhoute. Op de markt rechtsaf de Burgemeester Elenbaasstraat inrijden. U komt dan langs de kerk. Weg vervolgen tot aan de rijksweg. Steek de rijksweg over. Na het viaduct gaat u rechtsaf de Stationsweg op. De Stationsweg gaat over in Oude Dijk. U rijdt nu parallel aan de A 58. De Oude Dijk gaat over in de Oomshoekseweg. Deze weg rechtdoor vervolgen. De Oomshoekseweg gaat over in de 2e Vlietweg. Vervolgens rijdt u door het dorp Oostdijk. De weg rechtdoor vervolgen. Op het eind rechtsaf de Lavendeldijk oprijden en deze vervolgen. Aan het eind van deze dijk linksaf slaan en de Oude Rijksweg volgen. Halverwege moet u deze weg oversteken. Bij de eerste weg rechtsaf: u rijdt de Gentmansdijk op. Daar gaat u de eerste weg linksaf de Monnikendijk op. Aan het eind rijdt u rechtsaf het fietspad op dat langs de rijksweg loopt. Vlak voor Krabbendijke moet u de Rijksweg oversteken en de Westweg inrijden. Aan de rechterkant is de Molen Rozenboom te Krabbendijke No. 4. U vervolgt de Westweg tot aan de eerste weg rechts. U slaat af en vervolgens steekt u de Oude Rijksweg over en u vervolgt uw weg linksaf over het fietspad. U slaat bij de eerste weg rechtsaf de Zuidweg in. In de bocht slaat u linksaf en rijdt u de Meiboom in. Vervolgens gaat u rechtsaf de Koedijk op. De weg
vervolgen. Aan het eind rechtsaf de Rillandseweg inrijden en vervolgens bovenop de dijk linksaf het spoor over. Aan het eind rechtsaf het fietspad oprijden. Bij de afslag Stationsbuurt, linksaf de Oude Rijksweg oversteken en gelijk linksaf (u rijdt als het ware terug). Vervolgens rechtsaf de dijk, De drie Haasjes, op. U slaat linksaf de Dwarsweg in. Na ongeveer 100 meter slaat u bij de boerderij rechtsaf de Westhofweg in. Het lijkt alsof u het erf van de boerderij oprijdt. Deze weg rechtdoor vervolgen. Aan het eind rijdt u rechtsaf de Middenhof in. De weg, die overgaat in de Lindeweg rechtdoor vervolgen. Aan het eind, bij de voorrangsweg rechtsaf het fietspad op. Als u het fietspad richting Rilland blijft volgen, rijdt u Rilland binnen. Rechts van u ziet u De Witte Molen te Rilland No. 3. Bij de kruising gaat u rechtsaf richting Krabbendijke. Voor het viaduct slaat u linksaf de Bergkilweg in. Bij de splitsing links de dijk (de Korenweg) oprijden. Bij de eerste weg slaat u rechtsaf de Fredericaweg in. Aan het eind gaat u rechtsaf. De weg blijven volgen. U rijdt nu de Emanuelpolder in. Op de driesprong gaat u rechtsaf de Gaweegsedijk op. Links van u ziet u een weel (een restant van een dijkdoorbraak, waar omheen de dijk werd gelegd). U gaat de eerste weg linksaf, de Weelweg in. Daarna de eerste weg rechtsaf de Boterdijk op. De eerste weg linksaf de Plasseweg in. U ziet nu de Molen De Hoed te Waarde No. 2 aan uw rechterhand. Voor de molen slaat u rechtsaf. Vervolgens steekt u de weg over en rijdt zo de Meidoornweg in. Aan het eind linksaf de Havenoordseweg in. Vervolgens slaat u linksaf de Polderweg in. Dan slaat u de eerste weg rechtsaf de Hogenakkerweg in. Bij de stoplichten oversteken. U rijdt nu weer richting de Oude Molen te Kruiningen No. 1.
No. 1 De Oude Molen te Kruiningen De Oude Molen te Kruiningen is een achtkante bovenkruier van het Zeeuwse type. De korenmolen is gebouwd in 1801. De Oude Molen is een grondzeiler; dit betekent dat de wieken dicht langs de grond scheren en de zeilen op de wieken vanaf de grond worden vastgemaakt. De achtkante molens zijn zeldzaam in Zeeland. Ze zijn te herkennen aan de achtkante molenromp, die op acht van rode baksteen gemetselde gewitte teerlingen zijn gebouwd. Vanaf 1801 is de molen in bezit geweest van verschillende molenaars. Tot
februari 1953 is de molen in bedrijf geweest, echter door de watersnoodramp raakte de molen geheel buiten bedrijf. In 1959 wordt de molen voor fl. 2500,-- aan de gemeente Reimerswaal verkocht. Een vijf jaar durende restauratie van 1986 tot 1992 heeft ervoor gezorgd dat de molen er nu weer prachtig bijstaat. Ooit moest de molenaar van de Oude Molen fl.150,-- windrecht betalen aan de ambachtsheer. Het windrecht is later voor fl. 1500,-- afgekocht door molenaar J. de Jong. In de 13e eeuw is men al gestart met het heffen van windrecht. In 1798 werd dit afgeschaft door een staatsregeling. Het dorp Kruiningen werd tijdens de watersnoodramp van 1953 zwaar getroffen. Ter nagedachtenis aan de watersnoodramp is door de schrijver/beeldhouder Jan Wolkers een monument gemaakt. Het stelt een vluchtende moeder met haar baby voor. Het monument staat voor de kerk.
No. 2 De Hoed te Waarde Standerdmolen De Hoed is oorspronkelijk afkomstig uit Gent. Hij is gebouwd voor 1550 en in gebruik genomen als oliemolen. De standermolen heette in die tijd Rode Roermolen. Tussen 1688 en 1700 is de molen omgevormd/herbouwd tot korenmolen. De standerdmolen is het oudste molentype in Nederland. Het grote rechthoekige bovenhuis is geplaatst op een zware verticale spil, de standerd. Op deze manier kan het molenlichaam samen met de wieken, staartbalk en buitentrap op de wind worden gekruid. In 1807 was Josef van den Bossche eigenaar van De Hoed. Hij kerfde zijn naam in de standers van de molen, dit is nog steeds te zien. In 1858 werd de molen vanuit Gent in opdracht van Johannes van Dijke naar Kruiningen overgebracht. De Hoed is tot 1977 in handen van een Van Dijke gebleven. De familie Van Dijke heeft nog in de Tweede Wereldoorlog met de molen koren gemalen. Daarna verkocht Van Dijke alleen nog maar veevoer. De watersnoodramp van 1953 treft ook De Hoed. Door sterke stromingen raken de teerlingen, hier rust de molen op, ernstig beschadigd. Zandzakken zorgen ervoor dat de molen niet omvalt, maar er is toch flinke schade. Het rampenfonds keert tot groot verdriet van dhr. Van Dijke niets uit. In 1977 overlijdt Cornelis van Dijke, geen van zijn kinderen wil het molenaarsvak uitoefenen. Na gemeentelijk bezit wordt de molen overgedragen aan vereniging De Zeeuwse
Molen. De vereniging verplaatst De Hoed op 1 april 1989 naar Waarde, dicht bij de plaats waar vroeger standerdmolen De Nijverheid stond. Op 1 januari 1995 is “De Hoed”voor fl. 1, -- verkocht aan Stichting De Hoed. Een stichting kan als eigenaar van de molen bij restauratie een hogere subsidie krijgen. Iedere zaterdagmiddag geopend. In de molen zelf kan volkorenmeel worden gekocht. Deze route is een uitgave van Stichting De Fryske Mole, tel: 058-2880038.
No. 3 De Witte Molen te Rilland-Bath De Witte Molen in Rilland is een ronde stenen stellingmolen. De molen werd 1851 opgericht door F. de Jonge en ingericht als korenmolen. Het was de eerste molen in Rilland. Een molen die binnen de bebouwing staat moet hoog zijn om voldoende wind te kunnen vangen. Om de molen dan tocht te kunnen bedienen is er boven de grond een stelling rondom de molen aangebracht. Vanaf de stelling worden alle handelingen verricht, zoals zeilen voorleggen en de molen op de wind kruien. Beneden beschikt de molenaar over voldoende ruimte voor het laden en lossen van graan en meel. De Witte Molen is uitgerust met twee koppel stenen. Een koppel stenen dien om tarwe tot bakkersmeel te vermalen, het andere koppel dient voor het malen van veevoeders zoals gerst en maïs. Op de eerste zolder bevindt zich de klopbuil. De buil is een ronddraaiende zeef waarmee de zemelen uit volkorenmeel worden gezeefd. Sinds 1896 is de Witte Molen in het bezit van het Weele geslacht. Het molenaarsvak werd van vader op zoon doorgegeven en werd binnen deze familie een traditie. Belangrijk voor een molenaar is zijn weerkennis. Hij moet weten uit welke hoek de wind waait, zodat hij daarmee rekening kan houden en de molen bij langstrekkende buien niet op hol slaat of in brand raakt. Afhankelijk van de windsterkte en het te verwachten weer zal hij de zeilen geheel op de wieken spannen of zwichten, dat wil zeggen zeil minderen. Tijdens de watersnoodramp 1953 wordt de Witte Molen ook getroffen. Door de sterke stroming van het water worden er veel stallen weggespoeld. Deze werden niet meer opgebouwd zodat er ook geen maalwerk voor diervoeders meer was. Na een aantal tegenslagen raakt de molen in verval. De ingrijpende restauratie van 1986 tot 1992 zorgt ervoor dat de molen weer heropend kan worden. Sindsdien is de Witte Molen iedere zaterdagmiddag geopend. In de molen zelf kan volkorenmeel worden gekocht.
No. 4 De Rozenboom te Krabbendijke Molen De Rozenboom is een ronde stenen bovenkruier van het type grondzeiler. De molen is gebouwd in 1862 en ingericht als korenmolen. Bij een bovenkruier wordt de kap van de molen van buitenaf bewogen door een staartmechanisme. Het kruiwerk wordt vanaf de grond bediend. De molen dankt zijn naam aan de eerste molenaar Jan Rossier. De naam en het bouwjaar van de molen vinden we terug op de baard: De Rozenboom 1862. De baard zit vlak onder de kap die de wieken as draagt. Voor de restauratie stonden de initialen van Jan Rossier en zijn vrouw Janna Contant ook op de baard vermeld. In 1968 is de molen geheel gerestaureerd. De romp van de molen is vroeger zwart geteerd geweest en later wit gekalkt, maar dit wilde niet goed hechten. Molens worden van oudsher gebruikt om berichten door te geven. Een geboorte werd aan het begin van de 19e eeuw bijvoorbeeld aangekondigd door de onderste wiek voor het middelpunt van de molen te zetten. Een molen staat in rouw wanneer de onderste wiek iets voorbij het midden staat. Het laten draaien van de molen is bijna volledig een taak geworden van vrijwilligers. Deze vrijwilligers verrichten niet alleen vanuit het oogpunt van educatie en landschapsverfraaiing zinvol werk, maar zij dragen ook bij aan het behoud van de molen, omdat stilstand tot versneld verval blijkt te lijden.