Beschrijving schaal van Oegstgeest
Figure 1: Bovenaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen.
Figure 2: Onderaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen.
De schaal heeft een diameter van 21 centimeter en een hoogte van 11 centimeter (Afb. 1 en 2). De binnenzijde van de schaal is versierd met verschillende motieven, alle uitgevoerd in bladgoud. De versiering is opgedeeld in drie verticale zones die van elkaar worden gescheiden door een plant of boom van bladgoud, die bekroond is met een rozet met bloemmotief of zonnesymbool. De verticale zones zijn in twee horizontale zones verdeeld door een omlopende smalle band van bladgoud op de halve hoogte van de schaal. Tussen de grote planten of bomen staat in de onderste horizontale zone telkens een kleine plant of boom op een band. In elke zone is in het bovenfries een tafereel met naar links rennende dieren afgebeeld. De dieren zijn deels gepunteerd en gegraveerd, en opgevuld met vergulding. Ze lijken te lopen op de vergulde band in het midden van de schaal. In het eerste fries zijn waarschijnlijk drie herten te zien, en in het tweede fries waarschijnlijk twee bokken die met de koppen tegen elkaar stoten. Daarnaast is een hond weergegeven. In het derde fries zijn twee fabeldieren te zien. Het dier links lijkt een mensenbeen in zijn bek te hebben en loopt met zijn lange staart tussen de poten weg. Van het derde dier is slechts een fragment bewaard gebleven. Gezien de lange dunne staart die overeenkomt met de hond op de afbeelding in het tweede fries, is dit waarschijnlijk ook een hond. De schaal is in het verleden ingedeukt, maar wanneer dit precies gebeurd is, is niet duidelijk.
Figure 3: De gouden sierschijf in de kom. Foto: Restaura, Haelen.
De gouden sierschijf in het midden van de kom (Afb. 3) is vanuit de centrale, ovale granaat die in een gouden cassette is gevat, in vier velden verdeeld, afgegrensd door eveneens in cassettes gevatte, rijen granaten. Ieder veld bevat een naar het midden gerichte, in een cassette gevatte granaat en enkele kleine ornamenten van getordeerde gouddraad. De rand van de schijf is versierd met een fries met decoraties in gouddraad. De schijf zelf vertoont meerdere gebruikssporen. Zo is hij vervormd, waarschijnlijk gelijktijdig ontstaan bij het optreden van de deuken in de kom. Verder zijn er scherpe afdrukken aanwezig die deels door het goud zijn gegaan. Daarnaast zijn er krassen aan het oppervlak aanwezig. Op één plaats is een gaatje aangebracht dat door de bodem en door de gouden schijf heen gaat. Het gegeven dat de opstaande braam, ontstaan bij het doorboren, zich aan de binnenzijde van de kom bevindt, geeft aan dat het doorboren vanaf de buitenzijde is gebeurd. De sierschijf is met vier gouden klinknagels op de bodem bevestigd.
Figure 4: Eerste beslagplaat aan de buitenzijde van de kom. Foto: Restaura, Haelen.
Figure 5: Tweede beslagplaat aan de buitenzijde van de kom. Foto: Restaura, Haelen.
Aan de buitenzijde van de schaal bevinden zich twee beslagplaten met een opstaande kam, die tevens aan de bovenzijde een oog vormen voor de ringen waaraan de schaal kon worden opgehangen (Afb. 4 en 5). Beide beslagplaten zijn van gegoten zilver en hebben een vrij hoge opstaande kam. Hierop is aan beide zijden een gestileerd dierenmotief aangebracht dat al in het wasmodel voor het gieten aanwezig was.
Figure 6: Detail zilveren kam op de beslagplaten. Foto: Restaura, Haelen.
De zilveren kam van de beslagplaten is voorzien van vergulding (Afb. 6). Dit geldt ook voor de onderzijde van de beslagplaten, waar twee gezichten zijn weergegeven. Verder zijn op de zilveren beslagplaten dunne platen van goud aangebracht. Op deze gouden platen zijn weer cassettes aangebracht waarin granaten zijn gevat. Rondom de granaten bevinden zich kleine ornamenten van gouddraad in filigrain. De gouden platen zijn met drie klinknageltjes aan de zilveren basisplaat bevestigd. De klinknageltjes zijn gemaakt van verguld zilver. In de ringen is een verdieping aanwezig waarbij in één van de ringen een gouden plaat met filigraindraad is aangebracht. Deze gouden plaat is met drie klinknagels vastgezet. De beide beslagplaten tonen enkele opmerkelijke verschillen. De wijze van vervaardigen en van bevestigen van de onderdelen aan de schaal is echter gelijk. Hieruit kan afgeleid worden dat deze beslagplaten gelijktijdig op de schaal zijn aangebracht. Op beide beslagplaten zijn sporen van gebruiksslijtage aanwezig, aangezien het verguldsel op uitstekende delen zoals de zijranden en de bovenkant van de kam is afgesleten.
Opvallende elementen De schaal is een samengesteld object. De schaal zelf is vermoedelijk een antiek stuk, mogelijk uit de LaatRomeinse tijd (300-500 na Christus). De iconografie van de afbeeldingen in de schaal zelf lijkt te wijzen op een oostelijke oorsprong, met name het oostelijke Middellandse Zeegebied en het Midden-Oosten. Op een bepaald moment is de centrale schijf op de bodem van de schaal vastgezet. De schijf zelf kan oorspronkelijk onderdeel zijn geweest van een mantelspeld, hoewel het ook mogelijk is dat de schijf speciaal voor deze schaal gemaakt is. Vorm en decoratie wijzen op herkomst uit het Duitse Rijnland, met een datering in de eerste helft van de zevende eeuw (600-650 na Christus). Opvallend is de kruisvormige indeling van de granaten op de centrale schijf; werd hiermee een oudere, profane afbeelding op de bodem van de schaal afgedekt? In dat geval zou de schijf met kruisvorm gezien kunnen worden als een symbolische overwinning van het christendom op de oudere goden. De beslagplaten met de ophangringen zijn eveneens later aan de schaal toegevoegd en wijzen stilistisch eveneens op het Rijnland als inspiratiebron. De schaal symboliseert hiermee de hele uitwisselingswereld van de Laat-Romeinse tijd en de vroege middeleeuwen, waarbij objecten en ideeën over grote afstanden reisden. Ondanks dat de schaal in drie gelijke zones verdeeld is, heeft ze zeer waarschijnlijk slechts twee beslagplaten met ringen gehad. Er zijn zowel voor als na de restauratie van de schaal geen aanwijzingen gevonden die duiden op de bevestiging van een derde beslagplaat. Voor de zekerheid zijn na het voltooien van de restauratie röntgenafbeeldingen gemaakt van de drie zones waar de beslagplaten aanwezig (zouden moeten) zijn. Op de plaats waar een derde beslagplaat verwacht mag worden zijn geen gaatjes voor de bevestiging met klinknagels waargenomen. Ondanks dat op deze plaats enkele delen van de schaal ontbreken, zouden hier toch de bevestigingen van een derde beslagplaat zichtbaar moeten zijn, zeker in vergelijking met de positie van de klinknagels waarmee de twee andere platen zijn vastgezet. Het lijkt dan ook niet om een zogenoemde hanging bowl te gaan, zoals die bekend zijn uit Engelse en Scandinavische vroegmiddeleeuwse contexten. Wel zijn de twee ophangringen handig als de schaal opgehangen wordt; hangend is de rijk gedecoreerde binnenzijde goed zichtbaar. Het is ook mogelijk dat de schaal tijdens de depositie nog niet af was en dat er nog een derde beslagplaat met bevestigingsoog en –ring aan vastgemaakt had moeten worden. In dat geval is de schaal niet alleen een samengesteld object, maar ook een voorwerp dat nog in de maak was. Tenslotte moeten nog enkele opvallende beschadigingen genoemd worden. Vermeld is al dat de schaal ingedeukt is. Dit indeuken kan veroorzaakt zijn door de druk van de grond die op de schaal heeft gelegen. Deze druk heeft er eveneens toe geleid dat de schaal uiteindelijk in veel stukken is gebroken. De centrale schijf is door het indeuken eveneens vervormd. De al vermelde scherpe indrukken en krassen op deze centrale schijf kunnen veroorzaakt zijn door er met een mes uit te eten, hoewel vergelijkbare schalen over het algemeen geassocieerd worden met drinkgelagen. De schaal kan echter ook gebruikt zijn tijdens rituele handelingen, zoals handwassingen. De meest opvallende beschadiging is echter wel het gaatje dat van buitenaf door de bodem van de kom is geslagen. Hiermee is de schaal lek gemaakt en dat zou heel goed verklaard kunnen worden als het bewust onbruikbaar maken van de schaal als drinkgerei.