De
nieuwe loopbaan van niveau A Loopbaan A in de praktijk
Een drempel overschrijden, het lijkt heel wat, maar in werkelijkheid hoef je maar één stap te zetten. Jean Anouilh
De
nieuwe loopbaan van niveau A Loopbaan A in de praktijk
1
2
Inhoudstafel
Inleiding .............................................................................. Doel van deze brochure......................................................... 1. Toepassingsgebied ........................................................... 2. De hoofdlijnen van loopbaan A.......................................... 2.1. 2.2. 2.3. 2.4.
De De De De
vakrichtingen ............................................................... klassen ....................................................................... vakklassen .................................................................. titels ...........................................................................
5 7 9 11 11 13 14 15
3. De functies...................................................................... 17 3.1. Definitie ........................................................................... 3.2. De beschrijving en de classificatie van de functies ................
17 17
4. De evolutie in de loopbaan A ............................................ 19 4.1. 4.2. 4.3. 4.4.
De geldelijke loopbaan....................................................... De functionele loopbaan .................................................... Het contractueel personeel ................................................. Schematische synthese......................................................
19 25 28 30
5. De invoering van de loopbaan A ........................................ 33 5.1. 5.2. 5.3. 5.4. 5.5.
De integratie in de nieuwe schalen...................................... De overgangsmaatregelen .................................................. De toewijzing van een vakrichting ....................................... De benoeming in een vakklasse .......................................... Het resultaat van de classificatie van de functies ..................
33 35 38 40 40
6. Conclusie ........................................................................ 43 7. Bijlagen .......................................................................... 45 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Reglementering .................................................................... Vakrichtingen....................................................................... Voorbeeld van een functiebeschrijving .................................... Classificatie van de functies .................................................. Weddenschalen ................................................................... Vergelijking van de gemene weddenschalen van niveau 1 en
46 47 51 55 58
niveau A ...................................................................... 59 3
4
Inleiding Het is zover! Sinds 1 december 2004 vervangt niveau A niveau 1. Het is inderdaad op deze datum dat het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 met betrekking tot de loopbaan van niveau A van de personeelsleden van de federale overheid in werking is getreden. Deze maatregel past in het kader van de uitgebreide hervormingsbeweging van het personeelsbeheer, die in 1999 bij de federale overheid gelanceerd werd en die reeds in september 2002 concreet werd voor de ambtenaren van niveau B, C en D. De hervorming van loopbaan A streeft naar: • het waarderen van de ervaring, de competenties en de ambities van de ambtenaren om hun nog meer te motiveren en hun performantie te verhogen; • zo tot een verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening aan de burgers te komen. Hoe? Door te kiezen voor een loopbaansysteem dat: • verschillen erkent: sommigen geven leiding aan teams, anderen beheersen steeds complexere materie; • verscheidenheid bevordert: iedereen heeft de kans om zijn loopbaan te verrijken door van departement, functie of beroep te veranderen.
5
6
Doel van deze brochure Veranderen van functie of beroep? De toon is gezet. De nieuwe loopbaan A baseert zich op een reeks nieuwe concepten. Waar in het “oude systeem” begrippen als graad, rang enz. gebruikt worden, gaat het vanaf nu over vakrichtingen en vakklassen, over functies, gecertificeerde opleidingen, enz. Deze brochure heeft als doel de ambtenaren van niveau A vertrouwd te maken met deze nieuwe loopbaan en dit door de woordenschat en de concepten hiervan beter te leren kennen. U vindt in deze brochure meer over: • • • • • • • •
het toepassingsgebied en de grote lijnen van de loopbaan A; de structuur van de evolutie in de loopbaan A; de principes die toegepast worden; de overgangsmaatregelen die van toepassing zijn op de personeelsleden in dienst voor 1 december 2004; de gebruikte methodologieën; de reglementaire verwijzingen; een beschrijving van de vakrichtingen; de nieuwe weddenschalen.
U vindt hier niet in terug: • de maatregelen die van toepassing zijn op de bijzondere graden. In bepaalde departementen lopen de onderhandelingen over de specifieke loopbanen met de vakbonden in de sectorcomités nog. De stafdiensten Personeel en Organisatie of de personeelsdiensten van deze departementen zullen uw vragen over de voortgang van deze onderhandelingen en over de richting die de specifieke loopbanen uitgaan, kunnen beantwoorden. • de bepalingen die van toepassing zijn op de aanwerving. • een verklaring, artikel per artikel, van het koninklijk besluit van 4 augustus 2004. Dit besluit bevat 242 artikels en wijzigt 27 verschillende koninklijke besluiten. De verwijzing naar de voornaamste reglementaire teksten staat in bijlage 1. • een antwoord op vragen over uw persoonlijke situatie. Elk geval is anders en uw stafdienst P&O of uw personeelsdienst staan klaar om u te helpen.
7
De gegevens uit deze brochure zijn tot 24 maart 2005 bijgewerkt. Het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 heeft de loopbaan A uitgetekend die stap voor stap toegepast zal worden in samenspraak met de stafdiensten Personeel en Organisatie en de vakbonden. Fedra, de federale portaalsite www.belgium.be en de communicatiekanalen van uw organisatie houden u op de hoogte van de nieuwe ontwikkelingen.
8
1.
Toepassingsgebied
Het nieuwe beleid inzake loopbaan en verloning van niveau A is van toepassing op het statutaire en het contractuele personeel: • van de federale overheidsdiensten (FOD’s en POD’s); • van het Ministerie van Landsverdediging (burgerpersoneel); • van de openbare instellingen van sociale zekerheid; • van de instellingen van openbaar nut; • van de wetenschappelijke instellingen (enkel het niet-wetenschappelijk personeel); • van de Administratie der Pensioenen (Ministerie van Financiën). Zoals vroeger zijn bepaalde aspecten van de loopbaan en de verloning niet van toepassing op het contractuele personeel (zie punt 4.3).
9
10
2.
De hoofdlijnen van loopbaan A
De loopbaan A is gebaseerd op twee pijlers: de vakrichtingen en de klassen.
2.1. De vakrichtingen Een knelpunt Het vorige systeem schoot duidelijk tekort door het gebrek aan loopbaanperspectieven buiten de managementfuncties. De technische competenties en de specialisatie in een domein werden eigenlijk weinig gewaardeerd, terwijl ze aan de basis liggen van de diensten die aan het publiek verleend worden.
Een oplossing: het vak en de vakrichting De benadering per vak biedt een dubbel voordeel: • ze zorgt voor een betere overeenstemming tussen de behoeften van de overheid en de competenties van haar personeelsleden; • ze valoriseert de ambtenaren door hun competenties en hun specialisatie- en expertiseniveau te erkennen. Door de functies in vakrichtingen in te delen, kunnen de ambtenaren zich bovendien een beeld vormen van hun loopbaanmogelijkheden en kunnen ze de competenties die ze verworven hebben binnen deze vakrichtingen valoriseren. Het koninklijk besluit van 14 december 2004 bepaalt 17 vakrichtingen voor de hele federale overheid: 1. Overheidsbegroting en Overheidsfinanciën 2. Communicatie en Informatie 3. Economie 4. Tewerkstelling 5. Fiscaliteit 6. Algemeen Beheer 7. Logistiek en Economaat 8. Mobiliteit en Vervoer 9. Juridische Normen en Geschillen 10.Personeel en Organisatie
11. 12. 13. 14.
Bevolking en Veiligheid Internationale Relaties Menselijke en Dierlijke Gezondheid Wetenschappen, Toegepaste Wetenschappen, Studie en Onderzoek 15. Sociale Zekerheid en Sociale Bescherming 16. Techniek en Infrastructuur 17. Informatie- en Communicatietechnologie. 11
Ze werden bepaald vanuit de expertisedomeinen die voorkomen in het geheel van de betrokken overheidsdiensten. Het is dus geen kunstmatige of virtuele constructie, maar een groepering per expertisedomein van de functies die bestaan in de overheid. Daarom hebben de departementen trouwens zelf de inventaris van hun functies opgemaakt.
Definitie Een vakrichting is dus een groep van functies die behoren tot een bepaald expertiseen kennisdomein. Wanneer u de lijst met vakrichtingen voor de eerste keer ziet, is de verleiding groot om ze te vergelijken met de namen van de FOD’s. Er is echter geen verband met de naam van de FOD’s. Zo vindt u in de vakrichtingen “Personeel en Organisatie” of “Overheidsbegroting en Overheidsfinanciën” ambtenaren van alle federale organisaties die functies uitoefenen in de diensten P&O of B&B van deze organisaties. Omgekeerd vinden niet alle ambtenaren van de FOD P&O zich terug in de vakrichting “Personeel en Organisatie”. Dit hangt af van het expertisedomein waarin de betrokkenen hun functie uitoefenen. Een attaché van de dienst Budget en Beheerscontrole van de FOD P&O zal bijvoorbeeld worden toegewezen aan de vakrichting “Overheidsbegroting en Overheidsfinanciën”. Op dezelfde manier is de vakrichting “Sociale Zekerheid en Sociale Bescherming” niet voorbehouden aan de ambtenaren van de FOD Sociale Zekerheid en zullen niet alle ambtenaren van de FOD Sociale Zekerheid in deze vakrichting terechtkomen. Als u alleen kijkt naar de titel van de vakrichting, is het soms moeilijk om de inhoud ervan af te bakenen. In bijlage 2 staat een beknopte beschrijving van elke vakrichting.
12
2.2. De klassen Definitie Elke vakrichting is onderverdeeld in klassen. Een klasse groepeert de functies die een vergelijkbaar niveau van complexiteit, technische expertise en verantwoordelijkheid hebben. Elke vakrichting kan 5 klassen bevatten die gaan van A1 tot A5. Klasse A1 is de “laagste”, klasse A5 de “hoogste”. Het spreekt voor zich dat niet alle ambtenaren hun loopbaan zullen beëindigen in klasse A5, maar er worden wel talrijke loopbaanmogelijkheden voorzien (zie punt 4).
Klasse A5 Klasse A4 Klasse A3 Klasse A2 Klasse A1
Weging en classificatie van de functies Omdat een klasse functies groepeert die een vergelijkbaar niveau van complexiteit, technische expertise en verantwoordelijkheid hebben, moest er een objectief systeem komen om functies te analyseren. Gezien het grote aantal functies heeft de federale overheid geopteerd voor de weging van een aantal typefuncties op basis van een reeks objectieve criteria (generieke competenties, technische expertise, impact op de organisatie, verantwoordelijkheid en omvang). De weging aan de hand van deze criteria vormt de kapstok aan dewelke alle andere functies zullen worden opgehangen (geclassificeerd). Deze verdwijnt dan ook eens alle functies zijn geclassificeerd. Dit geheel noemen we de classificatie. Het wegingssysteem dat wordt toegepast is een methode die erkend is door professionelen, maar is niet altijd even toegankelijk voor niet-HR-mensen. 13
Onthoud dat de typefuncties als dusdanig een kort leven beschoren zijn. Of uw functie zich al dan niet bevindt in de lijst van de typefuncties heeft geen enkel gevolg voor uw loopbaan of uw geldelijke situatie. Nieuwe functies die later zullen ontstaan alsook gewijzigde functies zullen telkens worden beschreven. De functiebeschrijving zal dan aan de classificatie worden toegevoegd aan de hand van een toetsing van dezelfde criteria (generieke competenties, technische expertise, impact op de organisatie, verantwoordelijkheid en omvang) en een vergelijking met andere functies in de classificatie. Om meer te weten over de classificatie van functies, zie punt 3.2 en bijlage 4. Alle functies zullen bij koninklijk besluit in een vakklasse ondergebracht worden.
2.3. De vakklassen Definitie In de vakklasse kruisen de vakrichting en de klasse elkaar. Het is dus de vakklasse die de plaats van een persoon in de loopbaan bepaalt.
Vakrichting Overheidsbegroting en Overheidsfinanciën
Vakrichting Communicatie en Informatie
Klasse A5
Vakklasse
Klasse A4
Vakklasse
Klasse A3 Klasse A2 Klasse A1
14
Vakrichting Economie
Vakklasse
Gevolgen Voortaan in niveau A: • wordt een statutair ambtenaar bij koninklijk besluit benoemd in een vakklasse en niet meer in een graad; • wordt een contractueel personeelslid ook opgenomen in een vakklasse; • krijgt de ambtenaar een titel die overeenstemt met zijn klasse. Deze procedures staan de veranderingen van vakklassen helemaal niet in de weg. Men moet eenvoudigweg een benoemingsbesluit voorzien in de nieuwe klasse of een bijakte aan het contract. Ook vroeger was er voor elke verandering van graad een benoemingsbesluit vereist.
2.4. De titels De titel geeft een antwoord op de terechte bezorgdheid van de ambtenaar om zijn plaats in de loopbaan duidelijk te maken: • attaché: in klassen A1 en A2; • adviseur: in klasse A3; • adviseur-generaal: in klassen A4 en A5. Men mag de aan de klasse gebonden titel (bijvoorbeeld attaché) niet verwarren met de functietitel, die de taken en de verantwoordelijkheden van het personeelslid weergeeft (bijvoorbeeld: chef boekhouding, publicatieverantwoordelijke). Een bijkomende titel mag, per koninklijk besluit, aan de basistitel worden toegevoegd. Dit is in het bijzonder het geval voor ambtenaren die aangeworven zijn op basis van een titel die vereist is voor de uitoefening van een beroep waarvan de toegang beschermd is. Zo zou men het bijvoorbeeld over een adviseur-geneesheer en een attaché-architect kunnen hebben. Wanneer alle functies in de classificatie opgenomen zijn, zal de coherentie van de titels nog nagekeken worden.
15
16
3.
De functies
3.1. Definitie Een functie verwijst naar het geheel van taken en verantwoordelijkheden dat een personeelslid op zich moet nemen. Elke vakklasse bevat een zeker aantal functies.
3.2. De beschrijving en de classificatie van de functies Om elke functie in een vakklasse te kunnen situeren moeten: • alle functies beschreven worden. Er werden ongeveer 1.500 functies geïdentificeerd. Ze zullen tegen eind april 2005 beschreven zijn. Het is belangrijk dat de functiebeschrijvingen rekening houden met situaties zoals ze zich op de werkvloer voordoen. Daarom worden ze in nauwe samenwerking tussen de FOD P&O en de betrokken organisaties opgesteld aan de hand van interviews, workshops, enz. Voor de beschrijving wordt er een standaardmodel gebruikt: het bevat 10 rubrieken die het mogelijk maken om de verantwoordelijkheden van de functie precies af te bakenen. In bijlage 3 wordt een voorbeeld van een functiebeschrijving (vertalerrevisor) gegeven. Het spreekt voor zich dat u uw functiebeschrijving niet letterlijk zal terugvinden. De functies van loopbaan A zijn generieke functies, in die zin dat ze de functies groeperen die ongeveer dezelfde verantwoordelijkheden en hetzelfde niveau van technische expertise hebben in hetzelfde vakdomein. Men kan deze functiebeschrijvingen ook gebruiken in andere procedures van personeelsbeheer: aanwerving, bevordering, mobiliteit, ontwikkelcirkels, enz. In het kader van de ontwikkelcirkels komt er nog een rubriek bij om de specifieke inhoud van de functie te verduidelijken voor de betrokken persoon. • de beschreven functies afgetoetst worden met het classificatiemodel. Het gekozen classificatiemodel is COMPAS 5 + 1. 17
Om meer te weten over deze methode, zie bijlage 4. Teneinde de coherentie van de wegingen binnen de federale overheid te garanderen, worden de wegingscomités samengesteld uit vertegenwoordigers van de verschillende overheidsdiensten. De wegingscomités zullen in het eerste trimester van 2006 de laatste hand leggen aan de classificatie. Bovendien worden de vakbonden ook betrokken bij het uitgebreid wegingscomité en bij een raadgevende wegingscommissie om te waken over de transparantie van het proces. Na deze twee fasen zal elke functie dus ondergebracht zijn in een vakklasse.
18
4.
De evolutie in de loopbaan A
De nieuwe loopbaan A is dynamischer dan het vorige systeem. Ze is opgebouwd uit gevarieerde loopbanen. Zo kan een ambtenaar: • evolueren binnen zijn vakklasse (verhoging in weddenschaal); • veranderen van klasse: dit is een bevordering door verhoging van klasse; • veranderen van vakrichting in dezelfde klasse: dit is een verandering van vakklasse; • veranderen van vakrichting en van klasse. Dit alles kan door in de organisatie te blijven of door van organisatie te veranderen. Belangrijk om te weten is dat de verandering van klasse inhoudt dat men een nieuwe functie uitoefent die een grotere verantwoordelijkheid vraagt en dus “zwaarder” is dan de vorige. Men kan inderdaad enkel aanspraak maken op een bevordering door zich kandidaat te stellen voor een functie van een hogere klasse (zie punt 4.2). De geldelijke anciënniteit blijft uiteraard behouden.
4.1. De geldelijke loopbaan Elke klasse telt 2 of 3 weddenschalen die het loon van de personeelsleden bepalen (zie bijlage 5). Klasse A5 A4 A3 A2 A1
Weddenschaal A A A A A
51 41 31 21 11
A A A A
52 A 42 A 32 A 22 A A12
53 43 33 23
In bijna alle gevallen zijn ze gunstiger dan de vorige schalen. Indien dit niet zo is, behoudt men het vorige loon (zie bijlage 6).
19
Enkele voorbeelden “voor/na”: Julie
Hafida
Peter
Schaal voor 1/12/2004
10A
10D
13A
Geldelijke anciënniteit
2 jaar
9 jaar
18 jaar
Bruto jaarwedde voor 1/12/2004
21.953,88 euro
30.657,25 euro
39.963,37 euro
Nieuwe schaal op 1/12/2004
A11
A22
A31
Bruto jaarwedde op 1/12/2004
22.770 euro
33.200 euro
41.740 euro
Jaarlijkse brutoverhoging
1.098,42 euro (816,12 euro x 1,3459 index van november 2004)
3.422,29 euro (2.542,75 euro x 1,3459 index van november 2004)
2.391,17 euro (1.776,63 euro x 1,3459 index van november 2004)
De tabel uit bijlage 6 geeft dezelfde oefening weer voor alle weddenschalen. Ter herinnering, als het verschil tussen de twee schalen negatief is, dan blijft het vorige loon behouden. Bovendien voorzien de nieuwe schalen een jaarlijkse verhoging, terwijl het vorige systeem meestal drie jaarlijkse en vervolgens tweejaarlijkse verhogingen voorzag. Het is ook belangrijk te vermelden dat het vakantiegeld 92 % van de brutomaandwedde zal bedragen vanaf de zomer van 2005. De combinatie van al deze maatregelen houdt een belangrijke financiële opwaardering in voor niveau A.
Geldelijke anciënniteit De verhoging binnen een weddenschaal hangt af van de geldelijke anciënniteit. De geldelijke anciënniteit komt overeen met de duur van de diensten waarmee rekening gehouden wordt om de wedde te berekenen. Voorbeeld: Rachid - aangeworven als attaché (schaal A11); - ten gevolge van eerder bewezen diensten kan hij een totale geldelijke anciënniteit van 7 jaar in rekening brengen; - zijn wedde wordt berekend op basis van een niet-geïndexeerde wedde van 24.995 euro (schaal 7 van de weddenschaal A11). 20
De nieuwe loopbaan A draagt bij tot het aantrekkelijker maken van de federale overheid als werkgever. Voor de personen die vanaf 1 december 2004 aangeworven zijn, is het mogelijk om voor de geldelijke anciënniteit rekening te houden met de gepresteerde diensten in de privé-sector of als zelfstandige in zoverre dat: • de verworven ervaring relevant is voor de functie die ze zullen uitoefenen in de federale overheid; • de Minister van Ambtenarenzaken deze ervaring erkent. In de oude loopbaan werd er alleen rekening gehouden met de verworven anciënniteit in de privé-sector, als ze vereist was voor de selectie.
Verhoging in weddenschaal via de gecertificeerde opleidingen De verandering van weddenschaal (of verhoging in weddenschaal) is, behalve in klasse A5, gekoppeld aan het slagen in een gecertificeerde opleiding. Dit is makkelijk te begrijpen in een systeem dat de ontwikkeling van de competenties bevordert en erkent. Wat is een gecertificeerde opleiding? Een gecertificeerde opleiding: • • • •
actualiseert en ontwikkelt de kwalificaties en de competenties; wordt afgesloten door de validatie van de verworven kennis; wordt georganiseerd per vakrichting; is 6 jaar geldig (vanaf de inschrijvingsdatum).
Lijst van gecertificeerde opleidingen Een lijst van gecertificeerde opleidingen zal opgesteld worden per vakrichting en niet per vakklasse. Vermits het gaat om opleidingen van universitair niveau, is het immers zeer moeilijk om op voorhand een hiërarchie in de moeilijkheidsgraad ervan te bepalen. Zo kan een gespecialiseerde opleiding over het syndicaal statuut, die eenvoudig lijkt voor iemand die een functie van klasse A1 uitoefent in een directie “sociaal overleg”, heel ingewikkeld zijn voor iemand die een functie van klasse A3 of A4 uitoefent, maar gespecialiseerd is in opleiding. De opleidingen worden vastgelegd door de 17 commissies voor de vakrichtingen die samengesteld zijn uit vertegenwoordigers van de federale organisaties. Een eerste lijst van opleidingen zal in de zomer van 2005 beschikbaar zijn. Het gaat om opleidingen van 5 dagen of minimum 30 uur.
21
Organisatie van de opleiding Het Opleidingsinstituut van de Federale Overheid (OFO) organiseert de gecertificeerde opleidingen. Gezien de omvang van de opdracht kan het OFO volgens de behoeften: • zelf opleidingen geven; • ze onder haar toezicht overdragen aan andere opleidingsinstituten van de federale overheid of, op basis van een samenwerkingsakkoord, aan opleidingsinstituten van de gemeenschappen en de gewesten; • ze toevertrouwen aan instituten van universitair niveau of hiermee gelijkgestelde instituten. De eerste opleidingen zullen in de herfst van 2005 plaatsvinden. Inschrijving De inschrijving voor de gecertificeerde opleidingen is niet verplicht. Ze gebeurt op vrijwillige basis via de stafdienst P&O of de personeelsdienst. Op het moment van de inschrijving moet het personeelslid naargelang de situatie aan de volgende voorwaarde inzake anciënniteit voldoen: • voor de statutaire ambtenaar een jaar niveau-anciënniteit. De stagiairs kunnen zich inschrijven in de laatste maand van hun stage; • voor het contractuele personeelslid tenminste één jaar zonder onderbreking in dienst in niveau A. De anciënniteit die men in niveau 1 verworven heeft, telt mee voor de ambtenaren die voor 1 december 2004 in dienst waren. Keuze van opleidingen De ambtenaar die een gecertificeerde opleiding wil volgen, kiest uit de lijst die overeenkomt met zijn vakrichting. De toestemming van de hiërarchische overste is evenwel vereist om keuzes te vermijden die niet overeenstemmen met de werkelijke behoeften van de dienst. Deze laatste kan een andere opleiding voorstellen. Zodra de twee partijen akkoord gaan, wordt de keuze doorgegeven aan de stafdienst P&O of aan de personeelsdienst. Als men geen akkoord bereikt, neemt de hiërarchische overste de beslissing. De ambtenaar kan in beroep gaan bij de directeur van de stafdienst P&O of de verantwoordelijke van de personeelsdienst, die beide partijen aanhoort en de uiteindelijke beslissing neemt. 22
Evolutie van de geldelijke loopbaan De evolutie van de geldelijke loopbaan is verbonden aan: • de benoeming in een klasse • de duur van de verloning in een weddenschaal en/of • het slagen in een gecertificeerde opleiding (behalve in klasse A5). Ze verloopt als volgt: • Klasse A1: De ambtenaar die 6 jaar in de weddenschaal A 11 betaald wordt, krijgt automatisch de weddenschaal A12. Het gaat om een gewaarborgde loopbaan voor de ambtenaar die om persoonlijke redenen niet wenst deel te nemen aan een gecertificeerde opleiding. Als hij een gecertificeerde opleiding volgt en hierin slaagt, heeft hij recht op een competentietoelage. Wie in schaal A12 slaagt voor een gecertificeerde opleiding heeft, bij het einde van de geldigheidsduur ervan, recht op de weddenschaal A21. • Klasse A2: Wie in schaal A21 slaagt voor een gecertificeerde opleiding heeft, bij het einde van de geldigheidsduur ervan, recht op de weddenschaal A22. Wie in schaal A22 slaagt voor een gecertificeerde opleiding heeft, bij het einde van de geldigheidsduur ervan, recht op de weddenschaal A23. • Klasse A3: Wie in schaal A31 slaagt voor een gecertificeerde opleiding heeft, bij het einde van de geldigheidsduur ervan, recht op de weddenschaal A32. Wie in schaal A32 slaagt voor een gecertificeerde opleiding heeft, bij het einde van de geldigheidsduur ervan, recht op de weddenschaal A33. • Klasse A4: De ambtenaar die 6 jaar in weddenschaal A41 bezoldigd is en die geslaagd is voor een gecertificeerde opleiding, krijgt weddenschaal A42. De ambtenaar die 6 jaar in weddenschaal A42 bezoldigd is en die geslaagd is voor een gecertificeerde opleiding, krijgt weddenschaal A43. 23
• Klasse A5: De ambtenaar die 6 jaar in weddeschaal A51 bezoldigd is, krijgt weddeschaal A52. De ambtenaar die 6 jaar in weddeschaal A52 bezoldigd is, krijgt weddeschaal A53.
Competentietoelage Tijdens de geldigheidsduur van het slagen in een gecertificeerde opleiding hebben de personeelsleden van klasse A1 tot A3 recht op een competentietoelage. Deze toelage wordt één keer per jaar uitbetaald, dit in september en evenredig met de prestaties van het jaar. De eerste toelage wordt in principe in september 2006 uitbetaald. Het jaarlijks bedrag varieert naargelang de klasse: • klasse A1: 2.000 € aan 100% (= 2.691,80 € aan de index van november 2004); • klassen A2 en A3: 3.000 € aan 100% (= 4.037,70 € aan de index van november 2004). Als de ambtenaar van vakrichting verandert, behoudt hij zijn competentietoelage.
24
Schema van de evolutie van de geldelijke loopbaan
Klasse A5
A51
Na 6 jaar Geen CT
A52
Na 6 jaar Geen CT
A53
Klasse A4
A41
6 jaar + GO Geen CT
A42
6 jaar + GO Geen CT
A43
Klasse A3
A31
GO + 6 jaar CT 3.000 euro
A32
GO + 6 jaar CT 3.000 euro
A33
Klasse A2
A21
GO + 6 jaar CT 3.000 euro
A22
GO + 6 jaar CT 3.000 euro
A23
Klasse A1
A11
GO + 6 jaar CT 2.000 euro
A12*
GO + 6 jaar CT 2.000 euro
A21
* Automatische overgang naar schaal A12 na zes jaar in schaal A11 GO = gecertificeerde opleiding CT = competentietoelage.
4.2. De functionele loopbaan De functionele loopbaan is het geheel van functies dat iemand in de professionele loopbaan doorloopt. Verandering van functie kan: • binnen dezelfde klasse in dezelfde of een andere vakrichting; • naar een hogere klasse binnen dezelfde of een andere vakrichting. De bevordering houdt in dat men een nieuwe functie opneemt in een hogere klasse die “zwaardere” verantwoordelijkheden weerspiegelt. Een bevordering vindt steeds plaats in de eerste weddenschaal van de hogere klasse. Zo zal een ambtenaar die in schaal A22 betaald werd en die bevorderd is in klasse A3 verloond worden in schaal A31. 25
Deze bevordering is alleen mogelijk onder bepaalde voorwaarden: • een betrekking die overeenstemt met een functie en die vacant verklaard werd; • een betrekking (een functie) in een rechtstreeks hogere klasse: een ambtenaar in klasse A3 kan solliciteren voor een vacante betrekking in klasse A4, maar niet in klasse A5; • voldoende klasseanciënniteit. Ook mag niet vergeten worden dat de kandidaat de competenties moet hebben die nodig zijn voor de uitoefening van de functie en in bepaalde gevallen, moet voldoen aan de specifieke kwalificaties of voorwaarden die vereist worden wanneer de betrekking vacant verklaard wordt.
Klasseanciënniteit De klasseanciënniteit is een nieuw begrip dat in de loopbaan A ingevoerd werd. Op te merken is dat de anciënniteit in een vakklasse niet bestaat. Het zou in feite de interne mobiliteit bemoeilijken en het is net deze mobiliteit die de loopbaan A dynamischer tracht te maken. De klasseanciënniteit wordt berekend vanaf de benoeming van de ambtenaar in een klasse, met inbegrip van de stageperiode. De graadanciënniteit in niveau 1 die de statutair in dienst voor 1 december had, wordt omgezet in klasseanciënniteit. Nieuwe elementen • Men houdt rekening met de anciënniteit die men als contractueel verworven heeft, in het geval de prestaties geleverd werden in dezelfde vakklasse. Voorbeeld: Nathalie - van 01/07/2005 tot 30/11/2005, contractueel attaché, vervangingscontract in de vakrichting Communicatie en Informatie, betaald in schaal A11; - op 01/12/2005 begint haar stage als statutair attaché in de vakrichting Communicatie en Informatie; - op 01/12/2006 bedraagt haar anciënniteit in klasse A1 17 maanden (5 maanden als contractueel en één jaar als statutair). Deze maatregel zal slechts toegepast worden wanneer de personeelsleden in een vakklasse benoemd zullen zijn (zie punt 5.4). 26
• Men houdt rekening met de anciënniteit die in een analoge vakklasse verworven werd. De erkenning van deze anciënniteit moet goedgekeurd worden door de Minister van Ambtenarenzaken. Daardoor kan men rekening houden met de anciënniteit die men in andere Belgische en buitenlandse overheidsdiensten en in de federale overheid verworven heeft vóór de oprichting van de vakrichtingen. De procedure voor het verkrijgen van de erkenning van deze anciënniteit, ligt nog niet definitief vast. Vereiste anciënniteit De nieuwe loopbaan voorziet een veel snellere evolutie dan de oude. Bijvoorbeeld: men had 12 jaar anciënniteit nodig in rang 10 om bevorderd te kunnen worden tot schaal 10C. In de nieuwe loopbaan kan men na 2 jaar in klasse A1 bevorderd worden tot klasse A2. Samengevat: Om bevorderd te worden tot de klasse
moet de ambtenaar minstens een anciënniteit hebben van
A2
2 jaar in klasse A1
A3
4 jaar in klasse A2
A5
2 jaar in klasse A4
Voor de bevordering naar klasse A4 is er geen klasseanciënniteit vereist voor de ambtenaar uit klasse A3. Dit omdat men de interne bevordering en de ontwikkeling van de ambtenaren wil aanmoedigen. In klasse A4 is aanwerving ook mogelijk op voorwaarde dat men 9 jaar anciënniteit heeft. Men wil vermijden dat een ambtenaar, die beschikt over nuttige ervaring, maar die geen anciënniteit heeft in klasse A3, moet deelnemen aan een nieuwe wervingsselectie omdat hij niet aan een interne bevordering kan deelnemen.
Toewijzingsprocedure van de betrekkingen Zoals in het oude systeem is het het directiecomité of de directieraad die beslist om een betrekking open te stellen voor bevordering (van klasse).
27
Wanneer de betrekking vacant verklaard wordt, blijft de oude procedure van toepassing: • de vacature wordt bekendgemaakt aan de ambtenaren die in aanmerking komen voor een benoeming in deze vakklasse. De bekendmaking bevat alle elementen die de kandidaten nodig hebben om met kennis van zaken te solliciteren; • het directiecomité of de directieraad doet een benoemingsvoorstel (maximum 5 kandidaten per betrekking); • de kandidaat die eenstemmig door het directiecomité of de directieraad voorgesteld wordt, krijgt voorrang; • het is mogelijk dat de minister of de autoriteit die de benoemingsmacht uitoefent, niet instemt met dit voorstel; iemand anders van de 5 kandidaten voorstelt en zijn keuze motiveert; • de betrokken ambtenaar zal bij koninklijk besluit (of door de autoriteit die de benoemingsmacht uitoefent) benoemd worden in zijn nieuwe vakklasse.
4.3. Het contractueel personeel Zoals het statutaire personeel wordt het contractuele personeel geïntegreerd in de nieuwe schalen. Het krijgt ook vakantiegeld gelijk aan 92% van de brutomaandwedde. Deze maatregelen houden een belangrijke salarisverhoging in. Men kan echter niet spreken over een echte ontwikkeling van de loopbaan voor de personeelsleden die met een arbeidscontract aangeworven werden: • ze kunnen aangeworven worden in de klassen: - A1; - A2 wanneer de vakrichting begint in deze klasse of wanneer de functie een diploma van burgerlijk ingenieur, arts, dierenarts of apotheker vereist; - A3 of A4. Er zijn twee mogelijkheden: . aanwerving van contractuele deskundigen voor één jaar, slechts één keer vernieuwbaar; . aanwerving van andere types van contractuelen wanneer de betrekking noch door een bevordering, noch door mobiliteit, noch door de werving van statutairen toegewezen kon worden. 28
In beide gevallen moet de kandidaat beschikken over een nuttige ervaring: . van 6 jaar om in klasse A3 in dienst genomen te worden; . van 9 jaar om in klasse A4 in dienst genomen te worden. • ze worden verloond in de eerste weddenschaal van hun klasse; • ze kunnen deelnemen aan de gecertificeerde opleidingen en in de klassen A1, A2 en A3 de competentietoelage ontvangen. Het slagen in de gecertificeerde opleidingen geeft hen echter niet het recht op een verhoging in weddenschaal (verandering van weddenschaal).
29
4.4. Schematische synthese
Klasse A5
A51
6 jaar
Klasse A4
A41
6 jaar GO
Klasse A3
A31
GO
6 jaar met toelage
A21
GO
6 jaar met toelage
2 jaar
4 jaar Klasse A2 2 jaar Klasse A1
A11
• Gewaarborgde loopbaan • Geldelijke loopbaan • Functionele loopbaan
30
6 jaar GO met toelage gedurende 6 jaar
A52
6 jaar
A53
A42
6 jaar GO
A43
A32
GO
6 jaar met toelage
A33
A22
GO
6 jaar met toelage
A23
GO
6 jaar met toelage
A12
31
32
5.
De invoering van de loopbaan A
De invoering van de loopbaan A verloopt in meerdere fasen: • de integratie in de nieuwe schalen, die reeds op 1 december 2004 uitgevoerd werd • de toewijzing van een vakrichting • de benoeming in een vakklasse.
5.1. De integratie in de nieuwe schalen Deze integratie werd uitgevoerd op 1 december 2004 of zal met terugwerkende kracht op deze datum uitgevoerd worden. Ze heeft betrekking op alle personeelsleden van niveau 1: • de statutairen; • de contractuelen; • de houders van bijzondere graden waarvoor men in de sectorcomités aan het onderhandelen is. Uitzondering: de contractuelen die vóór 1 december 2004 aangenomen werden in een hogere weddenschaal dan de aanwervingsweddenschaal: • • • •
worden niet geïntegreerd in de nieuwe schalen; kunnen zich niet inschrijven voor de gecertificeerde opleidingen; kunnen dus geen competentietoelage ontvangen; behouden hun weddenschaal van niveau 1 tot aan het einde van hun contract.
Voor bepaalde categorieën van ambtenaren die voor 1 december 2004 in dienst zijn getreden (zie punt 5.2.) worden er overgangsmaatregelen voorzien. De integratie impliceert: • de integratie in een klasse; • de toewijzing van een nieuwe weddenschaal; • de vervanging van een graad door een titel. De integratie gebeurt automatisch, op basis van de weddenschaal waarin de ambtenaar zich op 30 november bevond en met behoud van de geldelijke anciënniteit.
33
De titels werden toegewezen volgens de oude loopbaan. Zo hebben de oude rangen 10 de titel van attaché gekregen, zelfs als ze geïntegreerd zijn in klasse A3. Dit verklaart bepaalde verschillen in vergelijking met de principes die in punt 2.4 gedefinieerd werden. De onderstaande tabel bevat de integratie van de gemene graden. Niveau 1 Graad
Niveau A Schaal
Titel
Klasse
Schaal
Adjunct-adviseur Vertaler-revisor Vertaler-revisor (vlakke loopbaan in uitdoving) Industrieel ingenieur Architect Sociaal inspecteur
10A 10B
Attaché
A1 A1
A11 A12
A2
A21
Adviseur Vertaler-revisor-directeur Vertaler-directeur (vlakke loopbaan in uitdoving) Industrieel ingenieur-directeur Architect-directeur Sociaal inspecteur-directeur
13A
A3
A 31
A3
A32
A2
A21
A3
A31
A3
A32
Informaticus
Informaticus-directeur Ingenieur Geneesheer Dierenarts Apotheker
10C
Adviseur
13B 10C 10F met minder dan 11 jaar anciënniteit * 10F met tenminste 11 jaar anciënniteit * 10G
Attaché
A3
A33
13F 10D 10E 10F met minder dan 11 jaar anciënniteit* 10F met tenminste 11 jaar anciënniteit *
Adviseur-generaal
A4 A2 A2
A41 A22 A23
Attaché
A3
A31
A3
A32
Ingenieur-directeur Geneesheer-directeur Dierenarts-directeur Apotheker-directeur Adviseur-generaal Directeur-generaal
13D
Adviseur-generaal
A3
A33
13 E
Adviseur-generaal
A4
A41
15A 16A
Adviseur-generaal Directeur-generaal
A4 A5
A42 A51
Administrateur-generaal
16B
Administrateur-generaal
A5
A52
Secretaris-generaal
17
Secretaris-generaal
A5
A53
34
(afgeschafte graad) (afgeschafte graad) (afgeschafte graad)
* geldelijke anciënniteit op 30 november 2004.
5.2. De overgangsmaatregelen Geldelijke anciënniteit De geldelijke anciënniteit van de statutaire ambtenaren en het contractueel personeel dat in dienst was vóór 1 december 2004, wordt beschouwd als verworven in de nieuwe weddenschaal (zie voorbeelden punt 4.1.).
Gemene vlakke loopbanen De ambtenaren die een gemene vlakke loopbaan hebben, behouden het voordeel van de schalen van deze loopbaan. Enkele voorbeelden: • Monique, vertaler-revisor, 10B (gemene vlakke loopbaan in uitdoving): - geïntegreerd op 1 december 2004 in de schaal A12; - krijgt na 18 jaar klasseanciënniteit de schaal 13A (toepassing van de oude vlakke loopbaan) zonder geïntegreerd te worden in de schaal A31 van klasse A3; - als zij voor deze datum een voordeliger schaal krijgt door te slagen voor een gecertificeerde opleiding of door een bevordering, zal zij deze nieuwe schaal ontvangen. • Ariane, informaticus, 10F: - op 1 december 2004 geïntegreerd in de schaal A31/32; - krijgt schaal 10G wanneer ze 9 jaar klasseanciënniteit heeft (toepassing van de oude vlakke loopbaan); - als zij voor deze datum bevorderd wordt in klasse A4 door een bevordering door verhoging van de klasse, zal zij de schaal A41 ontvangen die voordeliger is dan schaal 10G.
Overgang van 10A naar 10B De oude loopbaan van de gemene graden van adjunct-adviseur, vertaler-revisor, industrieel ingenieur, architect en sociaal inspecteur voorzag dat deze ambtenaren na 4 jaar automatisch overgingen van schaal 10A naar schaal 10B.
35
De nieuwe loopbaan voorziet nu dat deze ambtenaren schaal A12 krijgen nadat ze gedurende 6 jaar in schaal A11 benoemd en betaald zijn geweest. Om de statutaire ambtenaren die voor 1 december 2004 in 10A betaald werden niet te benadelen, voorziet een overgangsmaatregel hun integratie in A11 en het automatisch verkrijgen van de schaal A12 na 4 jaar. Ze kunnen eveneens deelnemen aan de gecertificeerde opleidingen en de competentietoelage ontvangen tot ze betaald worden in schaal A12. Voorbeeld: Philippe, statutair adjunct-adviseur - op 30 november 2004 reeds 1 jaar benoemd en betaald in 10A; - op 1 augustus 2005 schrijft hij zich in voor een gecertificeerde opleiding waarvoor hij slaagt; - in september 2006 krijgt hij zijn competentietoelage; - op 30 • • •
november 2008: heeft hij recht op de schaal A12; verliest hij het voordeel van zijn competentietoelage; kan hij zich voor een nieuwe gecertificeerde opleiding inschrijven.
Schalen 10B en 10E De statutaire ambtenaren die vroeger in de weddenschalen 10B en 10E bezoldigd werden en die op 30 november 2004 een graadanciënniteit van minstens 18 jaar hadden: - krijgen respectievelijk de weddenschalen 10C en 10F zodra ze slagen voor een gecertificeerde opleiding, tenzij er een voordeliger systeem op hen van toepassing is; - blijven in de klasse waarin ze werden geïntegreerd op 1 december 2004, ofwel klasse A1 voor de mensen van 10B of klasse A2 voor de mensen van 10E. Het «voordeliger systeem» omvat zowel de wedde als de eventuele competentietoelage.
36
Voorbeeld: Jeanne, 10B, 20 jaar graadanciënniteit - op 1 december 2004, geïntegreerd in schaal A12; - op 30 augustus 2005, schrijft zij zich in voor een gecertificeerde opleiding waarvoor ze slaagt; - op 1 september 2005, ontvangt ze de schaal 10C (36.008,35 euro) die voordeliger is dan schaal A12 (33.225 euro + 2.000 euro competentietoelage); - op 1 september 2011, ontvangt zij de schaal A21.
Bevordering naar klasse A3 De nieuwe loopbaan voorziet dat de statutaire ambtenaren die op 1 december 2004 geïntegreerd werden in klasse A1 of A2 voldoen aan de anciënniteitsvoorwaarden om bevorderd te worden in klasse A3 zodra ze een klasseanciënniteit van 6 jaar hebben. Deze anciënniteit is het gevolg van de anciënniteit die ze in klasse A1 en A2 verworven hebben. De 6 jaar klasseanciënniteit is de som van: • de reeds verworven graadanciënniteit op 1 december 2004; • en van de anciënniteit verworven na 1 december 2004 in klasse A1 of A2. Voorbeeld: Sylvie - aangeworven als statutair adjunct-adviseur op 1 december 2002; - kan solliciteren voor een vacante betrekking van klasse A3 op 1 december 2008 omdat ze 6 jaar klasseanciënniteit (2 jaar anciënniteit in de graad van adjunctadviseur en 4 jaar anciënniteit in klasse A1) zal hebben.
Ingenieur, geneesheer, dierenarts, apotheker De personeelsleden die in schaal 10D betaald werden, werden op 1 december 2004 geïntegreerd in schaal A22. De nieuwe loopbaan voorziet de aanwerving in schaal A21 voor de functies die een diploma van ingenieur, geneesheer, dierenarts of apotheker vereisen. 37
Om de contractuele ingenieurs, geneesheren, dierenartsen en apothekers die na 1 december 2004 statutair zouden worden niet te benadelen, voorziet een overgangsmaatregel: • dat ze betaald worden in schaal A22; • als ze aangeworven worden in een betrekking van klasse A2; • binnen drie maanden na het einde van hun contract. Deze maatregel is niet van toepassing op ingenieurs die als attaché aangeworven zijn!
Hogere functies Een hogere functie kan alleen toegekend worden in de klasse juist boven de klasse waarin een ambtenaar zich bevindt: bijvoorbeeld, klasse A2 voor een ambtenaar van klasse A1. In het oude systeem kon een ambtenaar van rang 10 een hogere functie van rang 13 uitoefenen. Om de ambtenaren die zich op 30 november 2004 in deze situatie bevonden niet te benadelen, voorziet een overgangsmaatregel dat het bedrag van hun toelage om de hogere functie uit te oefenen gelijk zal zijn aan het verschil tussen de schaal waarin ze geïntegreerd werden en de schaal waarin de vroegere rang (verbonden aan de hogere functie) geïntegreerd werd. Voorbeeld: Isabelle, 10B - oefent op 30 november een hogere functie 13A uit; - wordt op 1 december geïntegreerd in schaal A12; - krijgt een toelage om de hogere functie uit te oefenen die het verschil dekt tussen de schalen A12 en A31.
5.3. De toewijzing van een vakrichting De tweede fase van de invoering van de loopbaan A is de toewijzing van een vakrichting aan elke ambtenaar.
38
Nut van de vakrichting De vakrichting geeft iedereen de mogelijkheid: • om zich te situeren in de structuur van de nieuwe loopbaan; • om een gecertificeerde opleiding te kiezen; • om zicht te krijgen op de carrièrekansen.
Toewijzing van de vakrichting De keuze van de vakrichting zal gebeuren op basis van het werk dat het personeelslid uitvoert in onderling overleg tussen: • de chef; • de stafdienst P&O of de personeelsdienst; • de ambtenaar. Om dit te doen is het nuttig om te beschikken over het geheel van de functiebeschrijvingen die men momenteel aan het opstellen is (zie punt 3.2.) opdat de toegewezen vakrichting zo goed mogelijk zou overeenkomen met de activiteiten van de ambtenaar. De bepalingen van de nieuwe loopbaan A voorzien dat alle ambtenaren bij koninklijk besluit aan een vakrichting toegewezen zullen worden, op voorstel van de betrokken minister en met de toestemming van de Minister van Ambtenarenzaken*. In principe moet dit koninklijk besluit verschijnen in de maand die volgt op de inwerkingtreding van het koninklijk besluit dat elke functie in een vakklasse onderbrengt. Op het vlak van de timing zorgt deze bepaling voor problemen. Laten we de chronologie van de gebeurtenissen hernemen: • april 2005: alle functies zijn beschreven; • 1ste trimester van 2006: alle functies zijn geclassificeerd. Het is dus slechts op dat ogenblik dat het koninklijk besluit, dat de benoeming van de ambtenaren in een vakrichting concretiseert, genomen zou kunnen worden. De volledige “cartografie” van de geclassificeerde functies zal eveneens ter beschikking gesteld worden van de ambtenaren via de federale portaalsite www.belgium.be.
* In de instellingen van openbaar nut zullen de ambtenaren toegewezen worden door de autoriteit die de benoemingsbevoegdheid heeft, met de toestemming van de Minister van Ambtenarenzaken. 39
Deze kalender stemt niet overeen met de voorzieningen inzake gecertificeerde opleidingen: • zomer 2005 : eerste lijst van gecertificeerde opleidingen; • herfst 2005 : organisatie van de eerste opleidingen; • september 2006 : uitbetaling van de eerste competentietoelages. Om deze situatie op te lossen voorziet een wijziging van het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 (die in voorbereiding is) de toewijzing van de ambtenaren aan een vakrichting vooraleer alle functies geclassificeerd zijn. Als men de lijst van vakrichtingen en de activiteiten van een ambtenaar vergelijkt, is het inderdaad goed mogelijk om de vakrichting te bepalen waartoe hij behoort. Voor de contractuele ambtenaren gebeurt de toewijzing aan een vakrichting door middel van een bijakte aan hun contract.
5.4. De benoeming in een vakklasse Op 1 december 2004 werd elk personeelslid ambtshalve benoemd in een klasse. De toewijzing aan iedereen van een vakrichting zal de benoeming in de vakklasse concreet maken.
5.5. Het resultaat van de classificatie van de functies In het eerste trimester van 2006 zullen alle functies geclassificeerd zijn. Op dat moment komt de problematiek van de koppeling tussen het individu en de klasse waarin zijn functie werd ondergebracht aan de oppervlakte. Sommigen zullen tevreden zijn, anderen ontgoocheld. De Minister van Ambtenarenzaken, Christian Dupont, bracht deze kwestie ter sprake tijdens zijn openingstoepraak voor de nieuwe PUMP-sessie op 12 januari 2005: “Veel ambtenaren stellen zich vragen over wat er zal gebeuren als na de classificatie blijkt dat de functie die ze uitoefenen tot een klasse behoort die hoger is dan diegene waarin ze geïntegreerd werden. Het eerste hervormingsplan van loopbaan A dat niet afgerond werd in de vorige legislatuur, voorzag inderdaad dat alle functies terug opengesteld zouden worden en dat er bij deze gelegenheid bevorderingen zouden kunnen plaatsvinden voor de personen die een functie hoger dan hun graad uitoefenden. 40
De huidige regering heeft geopteerd voor een geleidelijke hervorming die de continuïteit van de dienst beter kan waarborgen. Iedereen verkrijgt een herwaardering door verhoging van de weddenschaal en iedereen wordt vooreerst geïntegreerd in een klasse die overeenstemt met zijn graad. Er is dus geen sprake meer van om de ambtenaren van niveau A van wie men achteraf zou denken dat ze geen functie van niveau A vervullen, te degraderen terwijl deze functie vaak het resultaat is van toevallige omstandigheden bij de administratieve affectaties. Daarentegen kunnen sommigen de indruk krijgen dat er niet aan hun verwachtingen voldaan wordt. Ze hopen een bevordering in de wacht te slepen ter gelegenheid van de classificatie van de functies. Maar volgens de schattingen van privé-consultants die in 2000 reeds een eerste functie-inventaris opgesteld hebben, zullen er relatief weinig onderschatte functies zijn. Deze mogelijkheid is echter wel voorzien in het nieuwe systeem. Als inderdaad blijkt dat iemand toegewezen werd aan een functie van een hogere klasse dan de klasse waarin hij geïntegreerd werd, dan is het aan de organisatie die hem tewerkstelt ofwel om hem een nieuwe opdracht te geven, ofwel om een bevorderingsprocedure te starten om de wedde en de functie terug op elkaar af te stemmen”. Concreet gezien is er dus geen reden om zich grote zorgen te maken: • geen weddeverlaging voor wie een functie uitoefent van een klasse lager dan de klasse waarin men geïntegreerd werd; • mogelijkheid tot bevordering voor wie een functie zou uitoefenen van een klasse hoger dan de klasse waarin men geïntegreerd werd. De keuze om een bevorderingsprocedure te starten valt onder de verantwoordelijkheid van de organisatie die moet handelen binnen de grenzen van de financiële enveloppe waarover ze beschikt om de personeelskosten te dekken.
41
42
6.
Conclusie
De invoering van de nieuwe loopbaan A is een proces van lange adem. Dit vereist flexibiliteit en verbeeldingskracht van de diensten die er actief bij betrokken zijn. Dit veronderstelt ook en vooral een volledig andere houding van het personeel van niveau 1/A, dat zijn houvast wat verloren is en dat begrijpelijkerwijze op zoek gaat naar nieuwe zekerheden. Laten we hopen dat deze brochure de toekomstperspectieven kan verduidelijken. Dit is echter slechts een begin. Andere communicatieacties worden in de komende weken opgezet. Dit zal zowel via de kanalen die toegankelijk zijn voor alle federale ambtenaren als via de eigen kanalen van de organisaties gebeuren.
43
44
7.
Bijlagen
1. Reglementering 2. Vakrichtingen 3. Voorbeeld van een functiebeschrijving 4. Classificatie van de functies 5. Weddenschalen 6. Vergelijking van de gemene weddenschalen van niveau 1 en niveau A
45
1. Reglementering Gepubliceerde teksten - Koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende de hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen (Belgisch Staatsblad van 26 september 2002). - Koninklijk besluit van 4 augustus betreffende de loopbaan van niveau A van het Rijkspersoneel (Belgisch Staatsblad 16 augustus 2004) + erratum van 4 augustus 2004 (Belgisch Staatsblad van 27 augustus 2004). - Koninklijk besluit van 14 december 2004 tot vaststelling van de vakrichtingen van niveau A (Belgisch Staatsblad van 24 december 2004). - Ministerieel besluit van 24 december 2004 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het wegingscomité (Belgisch Staatsblad van 13 januari 2005). - Ministerieel besluit van 20 september 2004 houdende de samenstelling van het wegingscomité bij de Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie (Belgisch Staatsblad van 4 oktober 2004). - Ministerieel besluit van 20 september 2004 houdende de samenstelling van het uitgebreid wegingscomité bij de Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie (Belgisch Staatsblad van 4 oktober 2004). - Ministerieel besluit van 18 februari 2005 houdende de samenstelling van de overkoepelende commissie vakrichtingen (Belgisch Staatsblad van 23 februari 2005). - Ministerieel besluit van 16 maart 2005 houdende de samenstelling van de commissies voor de vakrichtingen (Belgisch Staatsblad van 24 maart 2005).
Nog te verschijnen teksten voor de latere uitvoering van de loopbaan A - Koninklijk besluit dat de typefuncties vastlegt. - Koninklijk besluit dat de vakklassen van de functies vastlegt. - Huishoudelijk reglement van het uitgebreid wegingscomité. - Koninklijke besluiten die de ambtenaren toewijzen aan een vakrichting (één per organisatie). - Ministerieel besluit dat de lijst van gecertificeerde opleidingen per vakrichting vastlegt. - Koninklijk besluit dat sommige bepalingen met betrekking tot de loopbaan van niveau A wijzigt. 46
2. Vakrichtingen 1. Overheidsbegroting en Overheidsfinanciën Zaken in verband met: • het budget en de boekhouding binnen de federale overheid; • systemen en methodologieën om de jaarlijkse financiële rekeningen na te kijken en te beheren; • betalingen die door de federale overheid uitgevoerd worden zonder bijzondere kennis van de reglementering in dit opzicht.
2. Communicatie en Informatie Zaken in verband met communicatie: • interne en externe communicatie; • talen en vertaling; • public relations; • protocol. Zaken in verband met het beheer van informatie en communicatie: Systemen en methodes om informatie en gegevens te verzamelen, te bewaren, te catalogeren, te inventariseren en toegankelijk te maken voor interne en externe gebruikers. DIT OMVAT NIET: de aspecten die horen bij Informatie- en Communicatietechnologie (ICT)
3. Economie Zaken in verband met: • macro- en micro-economie; • landbouweconomie en de politieke economie; • de werking en de regeling van de nationale en internationale markten; • nationale en internationale handel; • de bevordering en regeling van bedrijven; • het actuariaat.
4. Tewerkstelling Zaken in verband met: • het syndicaal overleg; • de arbeidsomstandigheden (arbeidshygiëne); • de toepassing en de controle van de reglementering inzake werkgelegenheid (sociale inspectie, …); • positieve acties, integratie; • het welzijn op het werk. 47
5. Fiscaliteit Zaken in verband met de fiscaliteit: • bepaling van de aanslag inzake directe en indirecte belastingen en gelijkgestelde belastingen; • inning, registratie, opvolging en overdracht van financiële middelen voor de federale overheid inzake directe en indirecte belastingen en gelijkgestelde belastingen; • opsporing en onderzoek in geval van belangrijke fraude om de nodige fiscale saneringen door te voeren inzake directe en indirecte belastingen en gelijkgestelde belastingen.
6. Algemeen beheer • leiding en begeleiding van niet-specifieke diensten (vaak multidisciplinair); • leiding en begeleiding van niet-specifieke projecten (vaak multidisciplinair) (wetenschappelijke programma’s, duurzame ontwikkeling, …); • administratief beheer en administratieve procedures; • algemene ondersteuning aan het management.
7. Logistiek en Economaat Zaken in verband met: • aankoopprocedures en overheidsopdrachten; • het beheer en het onderhoud van gebouwen en infrastructuur (veiligheid, meubilair, domotica,…); • het beheer van groot en klein materiaal; • het patrimoniumbeheer; • het beheer van de eigen productie-eenheden. DIT OMVAT NIET: de constructie van gebouwen en de technische aspecten van de productie.
8. Mobiliteit en Transport Zaken in verband met: • de algemene problematiek van de mobiliteit (met uitzondering van technische wetenschappen); • de veiligheid van het transport (over de weg, per spoor, in de lucht, over zee en rivieren); • de administratieve controle en de regeling van de verschillende transportwijzen.
9. Juridische Normen en Geschillen Zaken in verband met de ontwikkeling van het recht: • conceptie, wijziging en coördinatie van de interne (wetgeving) en de internationale 48
(onderhandelingen) reglementering en ook de toepassing van deze reglementering; • juridische bijstand; • bijstand voor de juridische dossiers; • behandeling van geschillen.
10. Personeel en Organisatie Zaken in verband met: • het personeelsbeleid (systemen en methodologieën inzake rekrutering en selectie, interne organisatie, opleidingen, evaluatie, loopbaanontwikkeling, personeelsadministratie, personeelsbeheer, …); • het beleid van de organisatie (systemen en methodologieën om de interne werkprocedures te optimaliseren, organisatieontwikkeling, ...).
11. Bevolking en Veiligheid Zaken in verband met de bevolking: • inschrijving van personen (wetgeving aangaande de nationaliteit, Rijksregister, …); • immigratie van personen (paspoorten, verblijfsvergunningen, asiel, …); • verkiezingen. Zaken in verband met de veiligheid: • interne veiligheid van een land (gevangenisregime, crisiscentra, brandweer, …); • externe veiligheid van het land (controle, politie, rampen, gewapende conflicten en terrorisme, …).
12. Internationale Relaties Zaken in verband met: • de internationale relaties en de internationale samenwerking; • (diplomatieke relaties).
13. Menselijke en Dierlijke gezondheid Zaken in verband met: • het medische domein (psychiatrie, bedrijfsgeneeskunde, urgentie- en rampengeneeskunde, …) en het paramedische domein (farmacie, kinesitherapie, ...) die gericht zijn op de fysieke gezondheid en het welzijn van de mens; • het domein van de dierengeneeskunde gericht op de gezondheid en het welzijn van het dier.
14. Wetenschappen, Toegepaste Wetenschappen, Studie en Onderzoek Zaken in verband met: • de (exacte) wetenschappen zoals chemie, fysica, landbouwkunde, biologie, 49
milieu, geografie en specialisaties (met uitzondering van toegepaste wetenschappen en menswetenschappen) en de toepassing ervan; • kunst en cultuur. DIT OMVAT NIET: de technische engineeringwetenschappen. Studie en onderzoek: Algemene studiediensten.
15. Sociale Zekerheid en Sociale Bescherming Sociale zekerheid: zaken in verband met het beleid op het gebied van de sociale zekerheid; toepassing en controle van de reglementering op het gebied van de sociale zekerheid (sociale inspectie,…). Sociale bescherming: zaken in verband met de sociale en psychologische begeleiding van individuen; tussenkomsten ten voordele van individuen (buiten betalingen). DIT OMVAT NIET: de specifieke betalingen.
16. Techniek en Infrastructuur Zaken in verband met: • op het gebied van engineering: bouwkunde, architectuur, geometrie (= engineering); • de technische preventie en de veiligheid. DIT OMVAT NIET: het specifieke beheer van de infrastructuur en de logistieke ondersteuning.
17. Informatie- en Communicatietechnologie Zaken in verband met Informatietechnologie: • beheer van netwerken, van databanken; • programmering en analyse; • computerontwikkeling. Zaken in verband met Communicatietechnologie: • telefonie, beeldtelefonie, …
50
3. Voorbeeld van een functiebeschrijving 1. Identificatie Vertaler-revisor ICO072
2. Doel van de functie Documenten vertalen en nakijken van een brontaal naar een doeltaal teneinde de linguïstische problemen op te lossen en zo de FOD te laten beschikken over werkdocumenten in de gewenste taal en zo bij te dragen tot de goede werking van de organisatie.
3. Permanente resultaatgebieden (volgens prioriteit) 1. Als vertaler het vertalen van teksten naar de moedertaal teneinde de medewerkers en burgers te laten beschikken over teksten die betrouwbaar, precies en eenduidig vertaald zijn. mogelijke taken teksten vertalen woordenschat opzoeken en alle andere informatie die nodig is voor de vertaling contact opnemen met degene die de tekst geschreven heeft een woordenlijst samenstellen feedback vragen over de kwaliteit van de gemaakte vertaling 2. Als revisor het nakijken van teksten die door collega’s vertaald zijn teneinde de kwaliteit van de vertaalde teksten te verbeteren. mogelijke taken de vertaling van collega’s nalezen de zinnen van de tekst herformuleren een kwaliteitscontrole uitvoeren voorstellen doen ter verbetering feedback geven aan de vertaler 3. Als taalkundige het geven van advies wat betreft het gebruik van een bepaalde terminologie teneinde 51
de teksten die door de medewerkers van de organisatie opgesteld worden leesbaarder te maken. mogelijke taken de keuze van bepaalde woorden aanraden specifieke informatie geven aan zelfstandige vertalers op basis van zijn kennis van de specifieke context (bijv. juridische termen die courant gebruikt worden) de juiste schrijfwijze van een woord geven de kwaliteit van de toevertrouwde teksten verbeteren 4. Als organisator het organiseren van zijn eigen werk en van dat van zijn collega’s volgens de beschikbare middelen en rekening houdend met de prioriteiten teneinde de bezorging van de vertaling binnen de toegestane termijnen te waarborgen. mogelijke taken de werkdruk beoordelen de beschikbare middelen beoordelen het werk onder de verschillende vertalers verdelen een overzicht geven van het uitgevoerde werk onderhandelen over de leveringstermijnen 5. Als coach optreden als begeleider van de jongere medewerkers teneinde hen vertrouwd te maken met de specifieke context van de organisatie en met de werkinstrumenten en hen zo in staat te stellen om hun werk doordacht uit te voeren. mogelijke taken het werkkader uitleggen de werkinstrumenten uitleggen feedback geven over de eerste gemaakte vertalingen het gebruik van bepaalde woorden aanraden de werking van de dienst uitleggen
4. Netwerkelementen a. Van wie krijgt de functie informatie? 1. Van wie de persoon die de vertaling aanvraagt Welke informatie te vertalen tekst In welke vorm papier of elektronisch formaat 52
Frequentie dagelijks Specialist Welke informatie specifieke informatie voor de vertaling in welke vorm louter informeel per brief, mail, ... frequentie dagelijks
b. Aan wie geeft de functie informatie? Aan wie de persoon die de vertaling aanvraagt Welke informatie vertaalde tekst Onder welke vorm papier of elektronisch formaat Frequentie dagelijks
5. Positionering De functie krijgt leiding van de chef van de vertaaldienst De functie geeft leiding aan Niv. A 0 Niv. B 0 Niv. C 0 Niv. D 0
6. Autonomie De functie kan autonoom beslissen over coördinatie en organisatie van het eigen werk bepaling van de prioriteiten concrete vertaling het toevoegen van elementen aan de database 53
De functie moet toestemming vragen voor aankoop van woordenboeken en bureaumeubelen gebruik van nieuwe en specifieke terminologie
7. Impact Totaal werkbudget entiteit Geen Eigen werkbudget Geen Andere kwantitatieve gegevens Geen
8. Technische expertise Diploma Licentiaat vertaler of licentiaat Germaanse of Romaanse filologie Kennis Kennis van de specifieke terminologie naargelang het specialisatiedomein (juridisch, economisch) en kennis van de zaken die vertaald moeten worden. Ervaring Geen Inwerktijd in de context 1 jaar om zelfstandig te kunnen functioneren
9. Innovatie Aan welke richtlijnen, instructies en wetgeving is de functie gebonden? respect voor de inhoud van de oorspronkelijke tekst instructies van de personen die de vertalingen aanvragen naleving van de wettelijke terminologie Welke vernieuwing? voorstellen om de database te verbeteren suggesties om de oorspronkelijke tekst te verbeteren Binnen welk referentiekader? specifieke terminologie woordenboeken vertaaldatabanken 54
4. Classificatie van de functies (Bron: verslag aan de Koning van het koninklijk besluit van 4 augustus 2004, Belgisch Staatsblad van 16 augustus 2004, p. 61.802 tot 61.804) De weging en de classificatie van functies bestaan uit de vergelijkende analyse en beoordeling van de toegevoegde waarde van een functie op basis van objectieve, geargumenteerde en begrijpelijke criteria. De structuur in vakrichtingen impliceert een lijst van alle bestaande functies binnen het federaal administratief openbaar ambt. Het is dus aangewezen om op voorhand een inventaris van de verschillende functietypes op te stellen die binnen de departementen bestaan. Teneinde de homogeniteit van de klassen in de verschillende vakrichtingen te verzekeren, wordt gewerkt met matrices van de vakklassen: deze worden bekomen door typefuncties te wegen. De typefuncties zijn de functies die de meest representatieve zijn in het federaal openbaar ambt. Zij moeten een zo betrouwbaar mogelijk beeld geven van alle functies. Naast de meest voorkomende functies zal men er ook de minder voorkomende functies in terugvinden die echter evenzeer nodig zijn voor de samenstelling van de matrices. Dus, ook al zijn de zeer hoge functies waaraan de expertise en impact van klasse A5 verbonden zijn, zeker niet de meest voorkomende functies in de administratie, toch zal men er voorbeelden van terugvinden in de typefuncties, precies om de basis te bekomen voor de matrices van die vakklasse. Een matrix van een vakklasse zal het geheel van de competenties bepalen, die gemeenschappelijk zijn voor de typefuncties van een vakklasse. Het wegingssysteem dat voor de typefuncties wordt gebruikt is op drie soorten criteria gebaseerd: 1° Het eerste criterium heeft betrekking op de generieke competenties die vereist zijn om de functie op een correcte manier uit te oefenen. De bewuste generieke competenties zijn informatiebeheer, omgaan met taken, leidinggeven en interpersoonlijke relaties; de generieke competenties inzake het persoonlijk functioneren van de ambtenaar zijn dus uitgesloten: het gaat er immers om een functie te wegen en niet de houder van de functie; 2° Het tweede criterium heeft betrekking op de technische expertise die vereist is om een bepaalde functie uit te oefenen; er zal een onderscheid worden gemaakt tussen de diepgang van de technische expertise en de complexiteit; 55
3° Het derde criterium heeft betrekking op de impact van de functie op de administratie inzake procedures en resultaten, op het verantwoordelijkheidsbereik van de functie en op de omvang inzake het aantal medewerkers, middelen en begroting. De generieke competenties zijn competenties die nodig zijn voor de goede uitoefening van gelijk welke functie. Ze zijn in vier groepen onderverdeeld: - informatie beheren: het gaat erom vast te leggen in welke mate een ambtenaar informatie, kennis moet kunnen verwerken; - omgaan met taken: het gaat erom vast te leggen in welke mate een ambtenaar zijn werk, met het oog op een optimale ontwikkeling van zijn taken en activiteiten, moet kunnen organiseren en structureren; - leidinggeven: het gaat erom de wijze waarop een ambtenaar personen moet leiden in een functionele of hiërarchische context, vast te leggen; - interpersoonlijke relaties: het gaat erom de wijze waarop een ambtenaar zich met collega’s moet gedragen, vast te leggen. De technische competenties zijn, wat hen betreft, de specifieke kennis en de technische vaardigheden die nodig zijn voor een adequate uitvoering van een functie: bijvoorbeeld het beheersen van een bepaald kennisdomein, kennis van procedures, het beheersen van bepaald materiaal, enz. De technische competenties hangen uiteraard af van de vakrichting waarin de functie zich situeert. Het wegingssysteem is dus op vijf matrices gebaseerd, namelijk: -
matrix matrix matrix matrix matrix
1: 2: 3: 4: 5:
technische expertise informatiebeheer omgaan met taken leidinggeven interpersoonlijke relaties
Elke matrix geeft op de verticale as het competentieniveau en op de horizontale as de niveaus van de impact, het verantwoordelijkheidsbereik en de omvang weer. De combinatie van die twee elementen geeft een resultaat per matrix; dat resultaat wordt in gewicht of percentage uitgedrukt en situeert zich ergens tussen een minimum- en een maximumwaarde: - matrix 1: technische expertise: minimumgewicht = 25 maximumgewicht = 1468 56
- matrix 2: informatiebeheer: minimumgewicht = 15 maximumgewicht = 881 - matrix 3: omgaan met taken: minimumgewicht = 15 maximumgewicht = 1488 - matrix 4: leidinggeven: minimumpercentage = 2 % maximumpercentage = 49 % - matrix 5: interpersoonlijke relaties: minimumgewicht = 5 maximumgewicht = 294 In de praktijk wordt vertrokken van de functiebeschrijving. Op basis van die beschrijving wordt matrix per matrix het punt bepaald waarop die functie zich bevindt. Afhankelijk van de functie en dus de functiebeschrijving wordt op de ene matrix meer in de diepte gescoord en minder in de breedte, terwijl diezelfde functie in een andere matrix meer in de breedte en minder in de diepte scoort. In het verdere verloop van de classificatiewerkzaamheden wordt de functie niet meer gewogen maar geclassificeerd op basis van de matrix van de overeenkomstige vakklasse. De resultaten van de classificatie van de functies zullen vastgelegd worden in een navolgend koninklijk besluit (...). Wanneer merkbare wijzigingen in de functies zullen gebeuren, zullen de matrices van de vakklasse aangepast moeten worden.
57
58
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27
21880 22325 22770 23215 23660 24105 24550 24995 25440 25885 26330 26775 27220 27665 28110 28555 29000 29445 29890 30335 30780 31225 31670 32115 32560 33005 33450 33895
A11
23880 24325 24770 25215 25660 26105 26550 26995 27440 27885 28330 28775 29220 29665 30110 30555 31000 31445 31890 32335 32780 33225 33670 34115 34560 35005 35450 35895
A12
Klasse A1
25880 26360 26840 27320 27800 28280 28760 29240 29720 30200 30680 31160 31640 32120 32600 33080 33560 34040 34520 35000 35480 35960 36440 36920 37400 37880 38360
A21
28880 29360 29840 30320 30800 31280 31760 32240 32720 33200 33680 34160 34640 35120 35600 36080 36560 37040 37520 38000 38480 38960 39440 39920 40400 40880 41360
A22
A23
31880 32360 32840 33320 33800 34280 34760 35240 35720 36200 36680 37160 37640 38120 38600 39080 39560 40040 40520 41000 41480 41960 42440 42920 43400 43880 44360
Klasse A2
32380 32900 33420 33940 34460 34980 35500 36020 36540 37060 37580 38100 38620 39140 39660 40180 40700 41220 41740 42260 42780 43300 43820 44340 44860
A31 35880 36400 36920 37440 37960 38480 39000 39520 40040 40560 41080 41600 42120 42640 43160 43680 44200 44720 45240 45760 46280 46800 47320 47840 48360
A32
A33 38880 39400 39920 40440 40960 41480 42000 42520 43040 43560 44080 44600 45120 45640 46160 46680 47200 47720 48240 48760 49280 49800 50320 50840 51360
Klasse A3
39570 40180 40790 41400 42010 42620 43230 43840 44450 45060 45670 46280 46890 47500 48110 48720 49330 49940 50550 51160 51770 52380 52990
A41 42570 43180 43790 44400 45010 45620 46230 46840 47450 48060 48670 49280 49890 50500 51110 51720 52330 52940 53550 54160 54770 55380 55990
A42
A43 45570 46180 46790 47400 48010 48620 49230 49840 50450 51060 51670 52280 52890 53500 54110 54720 55330 55940 56550 57160 57770 58380 58990
Klasse A4
47360 47970 48580 49190 49800 50410 51020 51630 52240 52850 53460 54070 54680 55290 55900 56510 57120 57730 58340 58950 59560 60170 60780
A51 50360 50970 51580 52190 52800 53410 54020 54630 55240 55850 56460 57070 57680 58290 58900 59510 60120 60730 61340 61950 62560 63170 63780
A52
Klasse A5
53360 53970 54580 55190 55800 56410 57020 57630 58240 58850 59460 60070 60680 61290 61900 62510 63120 63730 64340 64950 65560 66170 66780
A53
5. Weddenschalen
Jaarlijkse niet-geïndexeerde brutobedragen uitgedrukt in euro, te vermenigvuldigen met de index van november 2004 (1,3459) om de geïndexeerde weddenschalen te krijgen.
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27
21.880 22.325 22.770 23.215 23.660 24.105 24.550 24.995 25.440 25.885 26.330 26.775 27.220 27.665 28.110 28.555 29.000 29.445 29.890 30.335 30.780 31.225 31.670 32.115 32.560 33.005 33.450 33.895
Geldelijke anciënniteit A11
20.705,34 21.329,61 21.953,88 22.578,15 22.578,15 23.536,86 23.536,86 24.495,57 24.495,57 25.454,28 25.454,28 26.412,99 26.412,99 27.371,7 27.371,7 28.330,41 28.330,41 29.289,12 29.289,12 30.247,83 30.247,83 31.206,54 31.206,54 32.165,25 32.165,25 32.165,25 32.165,25 32.165,25
10A
1.174,66 995,39 816,12 636,85 1.081,85 568,14 1.013,14 499,43 944,43 430,72 875,72 362,01 807,01 293,3 738,3 224,59 669,59 155,88 600,88 87,17 532,17 18,46 463,46 -50,25 394,75 839,75 1.284,75 1.729,75
verschil 23.880 24.325 24.770 25.215 25.660 26.105 26.550 26.995 27.440 27.885 28.330 28.775 29.220 29.665 30.110 30.555 31.000 31.445 31.890 32.335 32.780 33.225 33.670 34.115 34.560 35.005 35.450 35.895
A12 22.497,86 23.122,13 23.746,4 24.370,67 24.370,67 25.329,38 25.329,38 26.288,09 26.288,09 27.246,8 27.246,8 28.205,51 28.205,51 29.164,22 29.164,22 30.122,93 30.122,93 31.081,64 31.081,64 32.040,35 32.040,35 32.999,06 32.999,06 33.957,77 33.957,77 34.916,48 34.916,48 34.916,48
10B 1.382,14 1.202,87 1.023,6 844,33 1.289,33 775,62 1.220,62 706,91 1.151,91 638,2 1.083,2 569,49 1.014,49 500,78 945,78 432,07 877,07 363,36 808,36 294,65 739,65 225,94 670,94 157,23 602,23 88,52 533,52 978,52
verschil 25.880 26.360 26.840 27.320 27.800 28.280 28.760 29.240 29.720 30.200 30.680 31.160 31.640 32.120 32.600 33.080 33.560 34.040 34.520 35.000 35.480 35.960 36.440 36.920 37.400 37.880 38.360 38.360
A21 25.507,15 26.131,42 26.755,69 27.379,96 27.379,96 28.338,67 28.338,67 29.297,38 29.297,38 30.256,09 30.256,09 31.214,8 31.214,8 32.173,51 32.173,51 33.132,22 33.132,22 34.090,93 34.090,93 35.049,64 35.049,64 36.008,35 36.008,35 36.967,06 36.967,06 37.925,77 37.925,77 37.925,77
10C 372,85 228,58 84,31 -59,96 420,04 -58,67 421,33 -57,38 422,62 -56,09 423,91 -54,8 425,2 -53,51 426,49 -52,22 427,78 -50,93 429,07 -49,64 430,36 -48,35 431,65 -47,06 432,94 -45,77 434,23 434,23
verschil
6. Vergelijking van de gemene weddenschalen van niveau 1 en niveau A
Jaarlijkse niet-geïndexeerde brutobedragen uitgedrukt in euro, te vermenigvuldigen met de index van november 2004 (1,3459) om de geïndexeerde weddenschalen te krijgen.
59
60
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27
28.880,00 29.360,00 29.840,00 30.320,00 30.800,00 31.280,00 31.760,00 32.240,00 32.720,00 33.200,00 33.680,00 34.160,00 34.640,00 35.120,00 35.600,00 36.080,00 36.560,00 37.040,00 37.520,00 38.000,00 38.480,00 38.960,00 39.440,00 39.920,00 40.400,00 40.880,00 41.360,00 41.360,00
Geldelijke anciënniteit A22
25.507,15 26.131,42 26.755,69 27.379,96 27.379,96 28.472,39 28.472,39 29.564,82 29.564,82 30.657,25 30.657,25 31.749,68 31.749,68 32.842,11 32.842,11 33.934,54 33.934,54 35.026,97 35.026,97 36.119,40 36.119,40 37.211,83 37.211,83 38.304,26 38.304,26 38.304,26 38.304,26 38.304,26
10D
3.372,85 3.228,58 3.084,31 2.940,04 3.420,04 2.807,61 3.287,61 2.675,18 3.155,18 2.542,75 3.022,75 2.410,32 2.890,32 2.277,89 2.757,89 2.145,46 2.625,46 2.013,03 2.493,03 1.880,60 2.360,60 1.748,17 2.228,17 1.615,74 2.095,74 2.575,74 3.055,74 3.055,74
verschil 31.880,00 32.360,00 32.840,00 33.320,00 33.800,00 34.280,00 34.760,00 35.240,00 35.720,00 36.200,00 36.680,00 37.160,00 37.640,00 38.120,00 38.600,00 39.080,00 39.560,00 40.040,00 40.520,00 41.000,00 41.480,00 41.960,00 42.440,00 42.920,00 43.400,00 43.880,00 44.360,00 44.360,00
A23 28.628,37 29.252,64 29.876,91 30.501,18 30.501,18 31.593,61 31.593,61 32.686,04 32.686,04 33.778,47 33.778,47 34.870,90 34.870,90 35.963,33 35.963,33 37.055,76 37.055,76 38.148,19 38.148,19 39.240,62 39.240,62 40.333,05 40.333,05 40.333,05 40.333,05 40.333,05 40.333,05 40.333,05
10E 3.251,63 3.107,36 2.963,09 2.818,82 3.298,82 2.686,39 3.166,39 2.553,96 3.033,96 2.421,53 2.901,53 2.289,10 2.769,10 2.156,67 2.636,67 2.024,24 2.504,24 1.891,81 2.371,81 1.759,38 2.239,38 1.626,95 2.106,95 2.586,95 3.066,95 3.546,95 4.026,95 4.026,95
verschil 32.380,00 32.900,00 33.420,00 33.940,00 34.460,00 34.980,00 35.500,00 36.020,00 36.540,00 37.060,00 37.580,00 41.600,00 42.120,00 42.640,00 43.160,00 43.680,00 44.200,00 44.720,00 45.240,00 45.760,00 46.280,00 46.800,00 47.320,00 47.840,00 48.360,00
A31-A32 31.526,59 32.195,42 32.864,25 33.533,08 33.533,08 34.870,81 34.870,81 36.208,54 36.208,54 37.546,27 37.546,27 38.884,00 38.884,00 40.221,73 40.221,73 41.559,46 41.559,46 42.897,19 42.897,19 44.234,92 44.234,92 44.234,92 44.234,92 44.234,92 44.234,92
10F 853,41 704,58 555,75 406,92 926,92 109,19 629,19 -188,54 331,46 -486,27 33,73 2.716,00 3.236,00 2.418,27 2.938,27 2.120,54 2.640,54 1.822,81 2.342,81 1.525,08 2.045,08 2.565,08 3.085,08 3.605,08 4.125,08
verschil 38.880,00 39.400,00 39.920,00 40.440,00 40.960,00 41.480,00 42.000,00 42.520,00 43.040,00 43.560,00 44.080,00 44.600,00 45.120,00 45.640,00 46.160,00 46.680,00 47.200,00 47.720,00 48.240,00 48.760,00 49.280,00 49.800,00 50.320,00 50.840,00 51.360,00
A33 33.978,98 33.978,98 35.316,71 35.316,71 36.654,44 36.654,44 37.992,17 37.992,17 39.329,90 39.329,90 40.667,63 40.667,63 42.005,36 42.005,36 43.343,09 43.343,09 44.680,82 44.680,82 46.018,55 46.018,55 47.356,28 47.356,28 48.694,01 48.694,01 48.694,01
10G
4.901,02 5.421,02 4.603,29 5.123,29 4.305,56 4.825,56 4.007,83 4.527,83 3.710,10 4.230,10 3.412,37 3.932,37 3.114,64 3.634,64 2.816,91 3.336,91 2.519,18 3.039,18 2.221,45 2.741,45 1.923,72 2.443,72 1.625,99 2.145,99 2.665,99
verschil
61
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28
Geldelijke anciënniteit
32.380,00 32.900,00 33.420,00 33.940,00 34.460,00 34.980,00 35.500,00 36.020,00 36.540,00 37.060,00 37.580,00 38.100,00 38.620,00 39.140,00 39.660,00 40.180,00 40.700,00 41.220,00 41.740,00 42.260,00 42.780,00 43.300,00 43.820,00 44.340,00 44.860,00
A31 27.923,80 27.923,80 29.261,53 29.261,53 30.599,26 30.599,26 31.936,99 31.936,99 33.274,72 33.274,72 34.612,45 34.612,45 35.950,18 35.950,18 37.287,91 37.287,91 38.625,64 38.625,64 39.963,37 39.963,37 41.301,10 41.301,10 42.638,83 42.638,83 42.638,83
13A 4.456,20 4.976,20 4.158,47 4.678,47 3.860,74 4.380,74 3.563,01 4.083,01 3.265,28 3.785,28 2.967,55 3.487,55 2.669,82 3.189,82 2.372,09 2.892,09 2.074,36 2.594,36 1.776,63 2.296,63 1.478,90 1.998,90 1.181,17 1.701,17 2.221,17
verschil 35.880,00 36.400,00 36.920,00 37.440,00 37.960,00 38.480,00 39.000,00 39.520,00 40.040,00 40.560,00 41.080,00 41.600,00 42.120,00 42.640,00 43.160,00 43.680,00 44.200,00 44.720,00 45.240,00 45.760,00 46.280,00 46.800,00 47.320,00 47.840,00 48.360,00 48.360,00 48.360,00 48.360,00 48.360,00
A32 30.715,07 30.715,07 32.052,80 32.052,80 33.390,53 33.390,53 34.728,26 34.728,26 36.065,99 36.065,99 37.403,72 37.403,72 38.741,45 38.741,45 40.079,18 40.079,18 41.416,91 41.416,91 42.754,64 42.754,64 44.092,37 44.092,37 45.430,10 45.430,10 46.767,83 46.767,83 48.105,56 48.105,56 49.443,29
13B 5.164,93 5.684,93 4.867,20 5.387,20 4.569,47 5.089,47 4.271,74 4.791,74 3.974,01 4.494,01 3.676,28 4.196,28 3.378,55 3.898,55 3.080,82 3.600,82 2.783,09 3.303,09 2.485,36 3.005,36 2.187,63 2.707,63 1.889,90 2.409,90 1.592,17 1.592,17 254,44 254,44 -1.083,29
verschil 38.880,00 39.400,00 39.920,00 40.440,00 40.960,00 41.480,00 42.000,00 42.520,00 43.040,00 43.560,00 44.080,00 44.600,00 45.120,00 45.640,00 46.160,00 46.680,00 47.200,00 47.720,00 48.240,00 48.760,00 49.280,00 49.800,00 50.320,00 50.840,00 51.360,00
A33 35.762,54 35.762,54 37.100,27 37.100,27 38.438,00 38.438,00 39.775,73 39.775,73 41.113,46 41.113,46 42.451,19 42.451,19 43.788,92 43.788,92 45.126,65 45.126,65 46.464,38 46.464,38 47.802,11 47.802,11 49.139,84 49.139,84 50.477,57 50.477,57 50.477,57
13D
3.117,46 3.637,46 2.819,73 3.339,73 2.522,00 3.042,00 2.224,27 2.744,27 1.926,54 2.446,54 1.628,81 2.148,81 1.331,08 1.851,08 1.033,35 1.553,35 735,62 1.255,62 437,89 957,89 140,16 660,16 -157,57 362,43 882,43
verschil
62
A41
39.570,00 40.180,00 40.790,00 41.400,00 42.010,00 42.620,00 43.230,00 43.840,00 44.450,00 45.060,00 45.670,00 46.280,00 46.890,00 47.500,00 48.110,00 48.720,00 49.330,00 49.940,00 50.550,00 51.160,00 51.770,00 52.380,00 52.990,00
Geldelijke anciënniteit
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22
36.721,24 36.721,24 38.058,97 38.058,97 39.396,70 39.396,70 40.734,43 40.734,43 42.072,16 42.072,16 43.409,89 43.409,89 44.747,62 44.747,62 46.085,35 46.085,35 47.423,08 47.423,08 48.760,81 48.760,81 50.098,54 50.098,54 51.436,27
13E 2.848,76 3.458,76 2.731,03 3.341,03 2.613,30 3.223,30 2.495,57 3.105,57 2.377,84 2.987,84 2.260,11 2.870,11 2.142,38 2.752,38 2.024,65 2.634,65 1.906,92 2.516,92 1.789,19 2.399,19 1.671,46 2.281,46 1.553,73
verschil 39.570,00 40.180,00 40.790,00 41.400,00 42.010,00 42.620,00 43.230,00 43.840,00 44.450,00 45.060,00 45.670,00 46.280,00 46.890,00 47.500,00 48.110,00 48.720,00 49.330,00 49.940,00 50.550,00 51.160,00 51.770,00 52.380,00 52.990,00
A41 37.397,40 37.397,40 38.735,13 38.735,13 40.072,86 40.072,86 41.410,59 41.410,59 42.748,32 42.748,32 44.086,05 44.086,05 45.423,78 45.423,78 46.761,51 46.761,51 48.099,24 48.099,24 49.436,97 49.436,97 50.774,70 50.774,70 52.112,43
13F 2.172,60 2.782,60 2.054,87 2.664,87 1.937,14 2.547,14 1.819,41 2.429,41 1.701,68 2.311,68 1.583,95 2.193,95 1.466,22 2.076,22 1.348,49 1.958,49 1.230,76 1.840,76 1.113,03 1.723,03 995,30 1.605,30 877,57
verschil 42.570,00 43.180,00 43.790,00 44.400,00 45.010,00 45.620,00 46.230,00 46.840,00 47.450,00 48.060,00 48.670,00 49.280,00 49.890,00 50.500,00 51.110,00 51.720,00 52.330,00 52.940,00 53.550,00 54.160,00 54.770,00 55.380,00 55.990,00
A42 39.122,44 39.122,44 40.473,56 40.473,56 41.824,68 41.824,68 43.175,80 43.175,80 44.526,92 44.526,92 45.878,04 45.878,04 47.229,16 47.229,16 48.580,28 48.580,28 49.931,40 49.931,40 51.282,52 51.282,52 52.633,64 52.633,64 53.984,76
15A
3.447,56 4.057,56 3.316,44 3.926,44 3.185,32 3.795,32 3.054,20 3.664,20 2.923,08 3.533,08 2.791,96 3.401,96 2.660,84 3.270,84 2.529,72 3.139,72 2.398,60 3.008,60 2.267,48 2.877,48 2.136,36 2.746,36 2.005,24
verschil
63
A51
47.360,00 47.970,00 48.580,00 49.190,00 49.800,00 50.410,00 51.020,00 51.630,00 52.240,00 52.850,00 53.460,00 54.070,00 54.680,00 55.290,00 55.900,00 56.510,00 57.120,00 57.730,00 58.340,00 58.950,00 59.560,00 60.170,00 60.780,00
Geldelijke anciënniteit
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22
46.166,59 46.166,59 47.504,32 47.504,32 48.842,05 48.842,05 50.179,78 50.179,78 51.517,51 51.517,51 52.855,24 52.855,24 54.192,97 54.192,97 55.530,70 55.530,70 56.868,43 56.868,43 58.206,16 58.206,16 59.543,89 59.543,89 60.881,62
16A 1.193,41 1.803,41 1.075,68 1.685,68 957,95 1.567,95 840,22 1.450,22 722,49 1.332,49 604,76 1.214,76 487,03 1.097,03 369,30 979,30 251,57 861,57 133,84 743,84 16,11 626,11 -101,62
verschil 50.360,00 50.970,00 51.580,00 52.190,00 52.800,00 53.410,00 54.020,00 54.630,00 55.240,00 55.850,00 56.460,00 57.070,00 57.680,00 58.290,00 58.900,00 59.510,00 60.120,00 60.730,00 61.340,00 61.950,00 62.560,00 63.170,00 63.780,00
A52 48.656,09 48.656,09 50.105,25 50.105,25 51.554,41 51.554,41 53.003,57 53.003,57 54.452,73 54.452,73 55.901,89 55.901,89 57.351,05 57.351,05 58.800,21 58.800,21 60.249,37 60.249,37 61.698,53 61.698,53 63.147,69 63.147,69 64.596,85
16B 1.703,91 2.313,91 1.474,75 2.084,75 1.245,59 1.855,59 1.016,43 1.626,43 787,27 1.397,27 558,11 1.168,11 328,95 938,95 99,79 709,79 -129,37 480,63 -358,53 251,47 -587,69 22,31 -816,85
verschil 53.360,00 53.970,00 54.580,00 55.190,00 55.800,00 56.410,00 57.020,00 57.630,00 58.240,00 58.850,00 59.460,00 60.070,00 60.680,00 61.290,00 61.900,00 62.510,00 63.120,00 63.730,00 64.340,00 64.950,00 65.560,00 66.170,00 66.780,00
A53 51.145,62 51.145,62 52.706,28 52.706,28 54.266,94 54.266,94 55.827,60 55.827,60 57.388,26 57.388,26 58.948,92 58.948,92 60.509,58 60.509,58 62.070,24 62.070,24 63.630,90 63.630,90 65.191,56 65.191,56 66.752,22 66.752,22 68.312,88
17
2.214,38 2.824,38 1.873,72 2.483,72 1.533,06 2.143,06 1.192,40 1.802,40 851,74 1.461,74 511,08 1.121,08 170,42 780,42 -170,24 439,76 -510,90 99,10 -851,56 -241,56 -1.192,22 -582,22 -1.532,88
verschil
64
Loopbaan A in de praktijk Sinds 1 december 2004 vervangt het niveau A het niveau 1. De invoering van deze nieuwe loopbaan is een proces van lange adem. Dit vereist flexibiliteit en verbeeldingskracht van de diensten die er actief bij betrokken zijn. Dit veronderstelt ook en vooral een volledig andere houding van het personeel van niveau 1/A, dat zijn houvast wat verloren is en dat begrijpelijkerwijze op zoek gaat naar nieuwe zekerheden. We hopen dat deze brochure daartoe bijdraagt.
FOD Personeel en Organisatie Wetstraat 51 BE-1040 Brussel
[email protected] www.p-o.be
Verantwoordelijke uitgever: Georges Monard • Wetstraat 51• BE-1040 Brussel Wettelijk depot: D/2005/7737/7 April 2005