de start van een loopbaan Jongeren die afstuderen, zitten vaak met vragen over de arbeidsmarkt. Met het lessenpakket “De start van een loopbaan” stoom je de leerlingen klaar voor hun zoektocht naar werk en dit tijdens de lessen. Het lessenpakket is opgebouwd rond praktische oefeningen, werkbladen en handige checklists. Het pakket beantwoordt de drie grote vragen: wie ben ik, wat kan ik en wat wil ik? Het pakket is vooral bedoeld voor leerlingen in een finaliteitsjaar die waarschijnlijk op het einde van het schooljaar gaan werken. Het lessenpakket bestaat uit twee mappen: een voor de leerkrachten en een voor de leerlingen. De leerkrachtenmap bestaat uit doelstellingen, methodieken en lesmateriaal. De twee mappen zijn online beschikbaar en kun je downloaden op www.vdab.be/projecten. De hoofdstukken volgen elkaar logisch op maar kunnen ook afzonderlijk behandeld worden. Naast het lessenpakket heeft de VDAB nog andere tools in de aanbieding om laatstejaars zo goed mogelijk voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Surf naar http://partners.vdab.be om de andere mogelijkheden te ontdekken.
1
2
deel 1: de jobs - mijn aanbod 7 -- Een waaier van mogelijke jobs 9 -- Ken je job
11
-- Wie ben ik? Wat ken ik? Wat kan ik?
17
-- Mijn opleidingen
19
-- Informatie over volwasseneducatie
21
-- Persoonlijke vaardigheden
23
-- Het curriculum vitae
29
deel 2: sporen naar werk 33 -- De arbeidsmarkt
35
-- Advertenties 37 -- Netwerken 39 -- De VDAB
41
-- Uitzendarbeid 43 -- Als een werkgever contact opneemt
45
deel 3: solliciteren 47 -- Solliciteren kan op vele manieren
49
-- Het telefoongesprek
51
-- De sollicitatiebrief
53
-- Het sollicitatieformulier
55
-- Psychologische testen
57
-- Het sollicitatiegesprek
59
deel 4: afgestudeerd 63 -- Wat een schoolverlater zeker moet weten
67
deel 5: droom je van een eigen zaak?
75
-- De voor- en nadelen
76
-- Zit er een ondernemer in jou?
77
-- Startvoorwaarden 79
Deel 6: Voor wie meer wil 83 3
De Start van een loopbaan
4
5
1, 2, 5, 11, 12, 13*, 20 1, 2, 5, 11, 12, 13*, 20 1, 2, 5, 11, 12, 13*, 20 5, 11, 20 1, 2, 11, 12, 13*, 20, 21 1, 2, 3, 4, 6, 14, 16, 20 1, 2, 3, 4, 5, 6, 11, 12, 20 1, 2, 3, 4, 5, 6, 11, 12, 20 1, 2, 3, 4, 5, 6, 11, 12, 13*, 20 1, 2, 5, 20, 22, 23 1, 2, 3, 4, 5, 6, 11, 12, 15, 16, 20
- De arbeidsmarkt - Advertenties - Uitzendkantoren - Netwerken - De VDAB - Wat als de werkgever contact opneemt Deel 3: Solliciteren
- Solliciteren kan op vele manieren - Het telefoongesprek - De sollicitatiebrief - Het sollicitatieformulier - Het sollicitatiegesprek
1, 2, 5, 11, 12, 13*, 15, 21, 22, 23, 24, 25
1, 2, 5, 11, 12, 13*, 15, 21, 22, 23, 24, 25 1, 2, 5, 11, 12, 13*, 15, 21, 22, 23, 24, 25 1, 2, 11, 12, 13*, 21, 22, 23, 24, 25 1, 2, 3, 4, 5, 6, 11, 12, 13*, 14, 16, 20, 28
- Wat een schoolverlater zeker moet weten Deel 5: Het kunstenaarsstatuut
- Sociaal statuut - Werkloosheid en artistieke activiteit - Nog vragen? Deel 6: Instapopleidingen
Deel 4: Afgestudeerd
1, 2, 5, 11, 14, 20 1, 2, 5, 11, 12, 13*, 20 1, 2, 5, 12, 20 1, 2, 4, 11, 12, 20 1, 2, 5, 11, 12, 13*, 14, 15, 20
1, 2, 3, 4, 5, 6*, 13, 15, 16, 17, 18* 1, 2, 3, 4, 5, 6*, 13, 15, 16, 17, 18* 4, 5, 6*, 13, 15, 16, 17, 18*
1, 2, 3, 4, 5, 6*, 13, 15, 16, 17, 18*
1, 2, 3, 4, 5, 6*, 19, 21, 23, 24, 27, 30, 32* 1, 2, 3, 4, 5, 6*, 19, 20, 21, 24 1, 2, 3, 4, 5, 6*, 12, 14, 15, 16, 17 1, 2, 3, 4, 5, 6* 1, 2, 19, 21, 23, 24, 32*
1, 3, 13, 16, 19, 21, 24 1, 2, 3, 4, 5, 6*, 13, 14, 16, 17, 19, 21, 24 1, 2, 3, 13, 14, 15, 16 1, 3 1, 2, 3, 4, 5, 6*, 13, 16, 17, 18* 19, 21, 23, 24, 26, 27, 30, 32*
1, 3 1, 2, 3, 4, 13, 16, 21 1, 3, 19, 21 1, 2, 3, 4, 5, 13, 21 1, 2, 3, 4, 5, 6*, 13, 14, 15, 16, 17
Eindtermen Project Algemene Vakken (derde graad) Eerste en tweede leerjaar Derde leerjaar
- Een waaier van mogelijke jobs - Ken je job - Wie ben ik? Wat ken ik? Wat kan ik? - Persoonlijke vaardigheden - Het curriculum vitae Deel 2: Sporen naar werk
Deel 1: De jobs - mijn aanbod
Eindtermen PAV/MAVO
6
Voeten
LL 3, 4, 6, 7, 19 LL 3, 4, 5, 6, 7, 12 LL 3, 4, 5, 6,15,16,17,19 LL 4,5,15,16,19 LL 4, 5, 6, 7, 8, 12, 13, 15, 16, 20
Deel 3: Solliciteren - Solliciteren kan op vele manieren - Het telefoongesprek - De sollicitatiebrief - Het sollicitatieformulier - Het sollicitatiegesprek
LL 3, 4, 17 LL 3, 4, 17 LL 3, 4, 17 LL 3, 4, 17, 18
Deel 5: Het kunstenaarsstatuut - Sociaal statuut - Werkloosheid en artistieke activiteit - Nog vragen?
Deel 6: Instapopleidingen
LL 3, 4, 17
LL 3, 4, 17 LL 3, 4 LL 3, 4, 17 LL 3, 4, 17, 19 LL 3, 4, 15, 16, 17 LL 7, 8, 19, 20
Deel 2: Sporen naar werk - De arbeidsmarkt - Advertenties - Uitzendkantoren - Netwerken - De VDAB - Wat als de werkgever contact opneemt
Deel 4: Afgestudeerd - Wat een schoolverlater zeker moet weten
LL 3, 4, 17 LL 3, 4, 17, 19 LL 15, 16 LL 15, 16 LL 3, 4, 6, 15, 16
Deel 1: De jobs - mijn aanbod - Een waaier van mogelijk jobs - Ken je job - Wie ben ik? Wat ken ik? Wat kan ik? - Persoonlijke vaardigheden - Het curriculum Vitae
VOETEN
OTB 9, 10, 11, 12 OTB 9, 10, 11, 12 OTB 9, 10, 12
OTB 9, 10, 11, 12
OTB 9, 10, 12
OTB 9 OTB 9
OTB 9
SV 4, 5
SV 3, 4, 5, 9 SV 3, 4, 5 SV 4, 5 SV 4, 5, 6, 9, 10
SV 6
SV 3, 4, 5
SV 7
SV 7
SV 4, 5 SV 4, 5
deel 1: de jobs mijn aanbod
inhoud ◗◗ Een waaier van mogelijke jobs ◗◗ Ken je job ◗◗ Wie ben ik? Wat ken ik? Wat kan ik? ◗◗ Mijn opleidingen ◗◗ Persoonlijke vaardigheden ◗◗ Het curriculum vitae
doelstelling “De jobs - mijn aanbod” stelt de leerlingen in staat een haalbare en realistische jobwens te formuleren en hun eigen troeven hiervoor in kaart te brengen.
lesdoelstelling ◗◗ De leerlingen hebben inzicht in de mogelijke jobs, eigen aan hun studierichting. ◗◗ De leerlingen hebben inzicht in de eisen, eigen aan de verschillende jobs. ◗◗ De leerlingen maken kennis met het gepaste taalkader m.b. t. “persoonlijke kwaliteiten”.
Ze zijn in staat om hun persoonlijk aanbod (wie ben ik, wat ken ik, wat kan ik) te presenteren. ◗◗ De leerlingen winnen aan zelfvertrouwen en kunnen zichzelf positief waarderen in
functie van de gekozen jobs. ◗◗ De leerlingen kunnen deze informatie op een gestructureerde en persoonlijke
manier verwerken in een gemotiveerd curriculum vitae.
“Een waaier van mogelijke jobs” en “Ken je job” vormen twee luiken, die klassikaal kunnen worden aangereikt . Voor de overige drie luiken werken de leerlingen bij voorkeur individueel.
7
8
deel 1: de jobs mijn aanbod Een waaier van mogelijke jobs
doelstelling De leerlingen schatten de eigen mogelijkheden realistisch in. De leerlingen maken een realistische jobkeuze.
methodiek ◗◗ Voorafgaand onderzoek: tot welke jobs geeft het toekomstige diploma/getuigschrift van
de leerlingen toegang. ◗◗ Brainstorming van de leerlingen rond mogelijke jobs, waartoe hun studierichting/diploma kan leiden. ◗◗ De leerlingen noteren de jobs waarvan zij denken dat ze geschikt, realistisch en haalbaar zijn. ◗◗ De resultaten worden verzameld in een bordschema en in een klassikale bespreking verbeterd
en aangevuld.
lesmateriaal Leerlingenmap: werkblad ”De jobs - mijn aanbod”
9
10
deel 1: de jobs mijn aanbod Ken je job
doelstelling De leerlingen kiezen één mogelijkheid uit hun waaier van jobs en diepen die verder uit: wat houdt de job in, wat zijn de verwachtingen van de werkgever (functieanalyse). De leerlingen passen de methode van functieanalyse systematisch toe. In dit stadium houdt de functieanalyse nog geen rekening met de specifieke eisen van een specifiek bedrijf.
methodiek ◗◗ Oefening: functieanalyse.
Deze oefening kan in de klas of als huistaak worden uitgevoerd, na bespreking van het werkblad. •• Elke leerling kiest een job uit zijn/haar “waaier van jobs”. •• Leerlingen met dezelfde voorkeur voor een job stellen samen een algemene functieanalyse op aan de hand van concrete jobaanbiedingen en noteren deze op het werkblad “Ik ken mijn job”. •• Als hulpmiddel kunnen de voorbeelden van de functieanalyses van een verkoopster/verkoper en een metselaar worden gebruikt . ◗◗ De resultaten worden overlopen, aangevuld en/of verbeterd. ◗◗ De analyses worden aan alle leerlingen doorgegeven. ◗◗ Discussie rond arbeidsomstandigheden zoals mobiliteit, ploegenwerk, contract, uurregeling,
buiten- of binnenwerk.
lesmateriaal ◗◗ Leerlingenmap “De jobs - mijn aanbod”, “Ken je job”: •• Werkblad “Ik ken mijn job”; ◗◗ Leerkrachtenmap "De jobs - mijn aanbod", "Ken je job" •• Voorbeelden van functieanalyses van een verkoopster/verkoper en een metselaar. ◗◗ Vacatures voor de diverse functies, uit kranten, reclamebladen,… of via www.vdab.be ◗◗ Informatie over beroepen en functieanalyses: •• www.vdab.be/cobra: CO.BR.A: Competenties en Beroepen
Repertorium voor de Arbeidsmarkt; •• Brochures van de Sociaal–Economische Raad van Vlaanderen (SERV) n.a.v. een onderzoek naar de kwalificatiebehoeften in diverse sectoren en beroepen. Gratis verkrijgbaar: SERV, Wetstraat 34, 1000 Brussel - 02 209 01 11 -
[email protected] - www.serv.be:publicaties •• Sommige sectoren hebben een website waarop interessante sectorinformatie terug te vinden is.
11
voorbeeld 1 van een job- of functieanalyse “VERKOPER/VERKOOPSTER” Welke taken moeten worden uitgevoerd in deze job? ◗◗ Bedienen van klanten ◗◗ Winkel openen / sluiten ◗◗ Rollen en bonnen in kassa aanvullen ◗◗ Aannemen en controleren van kortingsbonnen ◗◗ Opmaken van de kassa ◗◗ Voorraden aanvullen en controleren ◗◗ Noteren van bestellingen ◗◗ In ontvangst nemen van nieuwe artikelen, controleren of de levering
volledig is en of de artikelen de gewenste kwaliteit hebben ◗◗ Klanten adviseren op een eenvoudige, beleefde en vriendelijke manier ◗◗ Producten demonstreren ◗◗ Opstellen van verkoopsdocumenten ◗◗ Klachtenbehandeling ◗◗ Omruilen van aangekochte goederen ◗◗ Geschenken inpakken ◗◗ Displays opbouwen ◗◗ Maken van etalages ◗◗ Net houden van de verkoopruimte ◗◗ Stockbeheer en administratie (BTW, factuur, boekhouding) ◗◗ Toezicht houden op klanten ◗◗ Diefstalpreventie ◗◗ Aannemen, controleren, opslaan en verzorgen van producten, inventariseren van voorraden ◗◗ In stand houden en verdiepen van de klantenbinding
Welke machines of toestellen moet je in deze job gebruiken? ◗◗ Kassa ◗◗ Scanapparaat ◗◗ Automatische betaalsystemen ◗◗ Etiketteerapparaat ◗◗ Computer
12
Welke vaardigheden worden vereist? Technische vaardigheden: ◗◗ Productkennis: aard van de artikelen, voor- en nadelen kennen ◗◗ Op een duidelijke manier inlichtingen kunnen verstrekken ◗◗ Tweetalig: Nederlands - Frans ◗◗ Goede rekenvaardigheid en goed geheugen ◗◗ Taalvaardigheid: intonatie en articulatie, ordelijke zinsbouw
Persoonlijke vaardigheden ◗◗ Commercieel ingesteld zijn ◗◗ Beleefd en vriendelijk zijn ◗◗ Zin voor initiatief ◗◗ Concentratievermogen ◗◗ Aanpassingsvermogen ◗◗ Eerlijkheid ◗◗ Flexibel in taken en uren ◗◗ Handig en zakelijk ◗◗ Dynamisch en enthousiast ◗◗ Taalvaardigheid: aangename stem, communicatief en vlot ◗◗ Luisterbereidheid ◗◗ Geduldig ◗◗ Initiatiefrijk en creatief ◗◗ Werklustig en leergierig ◗◗ Communicatief ◗◗ Discipline en ernstige inzet ◗◗ Zelfstandig: vb. zoveel mogelijk problemen zelf oplossen ◗◗ Aandacht voor innovatie ◗◗ Kwaliteitsbesef ◗◗ Soepelheid ◗◗ Klantenkennis ◗◗ Bereid zijn om in te springen voor collega's ◗◗ Kunnen werken in teamverband ◗◗ Interesse in opleiding
13
In welke sectoren kan deze job voorkomen? ◗◗ Distributiesector met groot- en kleinhandelaars ◗◗ Voeding / non-food ◗◗ Grootwarenhuizen ◗◗ Auto-industrie ◗◗ Kledingsector ◗◗ Meubelsector ◗◗ Elektro-winkels,…
Zijn er eisen op het vlak van het uiterlijk? ◗◗ Verzorgd voorkomen ◗◗ Algemene hygiëne: haar-, mond-, hand-, en voetverzorging + verzorgde kledij
In welke werkomstandigheden wordt de job uitgevoerd? ◗◗ Zaterdagwerk en vaak werken tot 19 of 20 u tijdens de week of
op vrijdagavond tot 20 of 21 u (soms zondagwerk) ◗◗ Veel lopen en staan ◗◗ Onregelmatige uren
Opmerkingen ◗◗ Zowel deeltijdse als voltijdse jobs mogelijk ◗◗ Taken zijn enorm afhankelijk van het soort winkel en de grootte van de winkel ◗◗ Piekperiodes in zomer- en koopjesperiodes
14
voorbeeld 2 van een job- of functieanalyse “METSELAAR” Welke taken moeten worden uitgevoerd in deze job? ◗◗ Metselen van binnen- en buitenmuren ◗◗ Kolommen en balken bekisten ◗◗ Bekisting monteren en samenvoegen ◗◗ Metselwerk uitzetten ◗◗ Zetten van profielen ◗◗ De bouwwerf bevoorraden (aanbrengen van stenen en mortel) ◗◗ Manueel voegen ◗◗ Mortel maken ◗◗ Afbraakwerken uitvoeren ◗◗ Monteren, demonteren en correct gebruiken van stellingen en ladders ◗◗ Besturen van kranen ◗◗ Lijmen van binnen- en buitenmuren ◗◗ Uithalen van stenen door schijven en kappen ◗◗ Schoonmaken van stenen ◗◗ Plaatsen van rioleringen ◗◗ Verzagen van stenen ◗◗ Werf proper houden ◗◗ Bediening en onderhoud van de machines ◗◗ Isolatie- en dichtingwerken uitvoeren
Welke machines of toestellen moet je in deze job gebruiken? ◗◗ Stellingen ◗◗ Kranen ◗◗ Allerlei bouwmachines
Technische vaardigheden: ◗◗ Basiskennis Nederlands ◗◗ Kennis van traditionele en nieuwe bouwmaterialen ◗◗ Een bouwplan lezen ◗◗ Kennis hebben van de veiligheidsnormen (liefst VCA-attest) ◗◗ Kennis van alle fasen van het bouwproces ◗◗ Kennis van restauratiewerken
15
Persoonlijke vaardigheden ◗◗ Gemotiveerd zijn ◗◗ Graag buiten werken ◗◗ Vakbekwaam zijn ◗◗ Snel en nauwkeurig werken ◗◗ Zelfstandig taken kunnen uitvoeren ◗◗ Doorzettingsvermogen ◗◗ Willen werken ◗◗ Oog voor detail ◗◗ Streven naar een perfecte uitvoering ◗◗ Zin voor verantwoordelijkheid ◗◗ Bereid om opleiding te volgen ◗◗ Stiptheid ◗◗ Organisatietalent ◗◗ Accuraat werken
In welke sectoren kan deze job voorkomen? Bouwsector ◗◗ Nieuwbouw (huizen, appartementen, bedrijfsgebouwen,…) ◗◗ Renovatie (huizen, appartementen, bedrijfsgebouwen,…) ◗◗ Wegenbouw ◗◗ Openbare werken
Zijn er eisen op het vlak van het uiterlijk? ◗◗ Fysieke conditie ◗◗ Zware lasten kunnen tillen
In welke werkomstandigheden wordt de job uitgevoerd? ◗◗ Veel buiten werken ◗◗ Werken op locatie (wisselende werven) ◗◗ Flexibele uren (soms overuren) ◗◗ Werken in een team ◗◗ Soms werken op hoogte ◗◗ Fysiek belastend
Opmerkingen ◗◗ Voor veel jobs in de bouw, moet je eerst een interimperiode doorlopen, alvorens een vast
contract te bekomen. ◗◗ VCA-attest (attest voor veiligheid) wordt gevraagd of je moet bereid zijn om een opleiding voor
veiligheid te volgen. 16
de jobs mijn aanbod Wie ben ik? Wat ken ik? Wat kan ik?
doelstelling De leerlingen stellen een zo ruim mogelijk overzicht op van hun eigen kennen en kunnen, als voorbereiding op het effectieve solliciteren.
methodiek ◗◗ Het werkblad “Wie ben ik? Wat ken ik? Wat kan ik?” inleiden, situeren en het belang ervan toelichten. De leerlingen kunnen dit document later nog opnieuw gebruiken. ◗◗ Dit blad wordt meegegeven als huistaak. De leerlingen beschikken thuis over de nodige gegevens
beschikken om het blad in te vullen.
lesmateriaal Leerlingenmap “De jobs – mijn aanbod”, “Wie ben ik? Wat ken ik? Wat kan ik?”: ◗◗ Werkblad “Wie ben ik? Wat ken ik? Wat kan ik?”
17
18
de jobs mijn aanbod Mijn opleidingen
doelstelling De leerlingen weten dat ‘levenslang leren’ een belangrijke sollicitatietroef kan zijn. De leerlingen kunnen de voor hen relevante opleidingen opzoeken.
methodiek Oefening: ◗◗ De leerlingen nemen het overzicht “Wie ben ik? Wat ken ik? Wat kan ik?” en hun job- en functieana-
lyse. Ze noteren de vaardigheden en kennis die ze tekort komen om hun job uit te oefenen in de linkerkolom van het werkblad ‘Mijn opleidingen’.
◗◗ Begeleid de leerlingen in hun zoektocht op het internet naar enkele opleidingen die ze kunnen volgen
om de vaardigheden en kennis die ze tekort komen alsnog te leren. Ze noteren alle informatie over de opleiding in de rechterkolom op het werkblad ‘Mijn opleidingen’.
lesmateriaal Leerlingenmap: Werkblad “De jobs – mijn opleidingen” Leerkrachtenmap: Informatie over volwasseneneducatie
19
20
de jobs mijn aanbod Informatie over volwasseneducatie
Het opleidingsaanbod voor volwassenen kan men globaal in 3 delen opdelen: ◗◗ Een opleiding in je vrije tijd ◗◗ Een opleiding om een beroep te kunnen uitoefenen ◗◗ Een opleiding om (alsnog) een diploma te behalen.
Belangrijke actoren binnen deze velden zijn de VDAB, Syntra, de CVO’s en andere publieke en private opleidingsverstrekkers. We lichtten slechts drie actoren toe. De privéopleidingen werden niet opgenomen, aangezien deze nog niet gereglementeerd zijn in België.
de vdab (beroep) De VDAB richt vooral beroepsopleidingen voor werkzoekenden in. Ook werknemers kunnen – mits betaling – een opleiding volgen binnen de VDAB. Op de website www.vdab.be/opleidingen vind je meer info over het opleidingsaanbod.
syntra (beroep) In een opleidingscentrum van Syntra kan je beroepsopleidingen volgen. Je kan hier ook een getuigschrift Bedrijfsbeheer behalen. Bij Syntra kunnen vooral werknemers terecht. Meer info over het opleidingsaanbod vind je op www.syntra.be
CVO (vrije tijd – beroep – diploma) In een Centrum voor Volwassenenonderwijs kan je zowel opleidingen volgen voor in je vrije tijd, voor beroepsopleidingen en voor een diploma. Er bestaat geen overkoepelende website, maar op www.wordwatjewil.be werd ook dit opleidingsaanbod opgenomen. Een CVO heeft vooral werknemers als doelgroep. Nog meer informatie over opleidingen vind je op volgende websites: ◗◗ www.wordwatjewil.be (vrije tijd-beroep-diploma) Op deze site vind je de door de Vlaamse overheid gesubsidiëerde opleidings- en vormingsaanbieders en hun aanbod. ◗◗ www.werk.be (beroep)
Op deze site vind je meer info over de sectorfondsen. ◗◗ www.jobpol.be (beroep)
Alle informatie over jobs en opleidingen bij de politie vind je hier. ◗◗ www.mil.be (beroep)
Hier vind je alle info over job of opleidingen bij defensie.
21
◗◗ www.socius.be (vrije tijd)
Hier vind je ondermeer info over Sociaal-cultureel volwassenenwerk. ◗◗ www.ond.vlaanderen.be/onderwijsaanbod/dko/ (vrije tijd – beroep)
Op deze site vind je meer info over het deeltijds kunstonderwijs en hun aanbod. ◗◗ www.bloso.be/vts/ (vrije tijd - beroep)
De Vlaamse Trainersschool richt zich in de eerste plaats tot de vele vrijwilligers die in de sportclubs actief zijn. Je kan hier het hele aanbod van sportkaderopleidingen bekijken. ◗◗ www.vrijwilligerswerk.be (vrije tijd – beroep)
Deze website bundelt alle informatie en aanbod van vrijwilligerswerk in Vlaanderen. ◗◗ www.tko.be (diploma)
Hier vind je meer info over Tweedekansonderwijs. ◗◗ www.ond.vlaanderen.be/onderwijsaanbod/volwassen/studie_so.asp (diploma)
Hier vind je meer info over de studiegebieden van het volwassen secundair onderwijs. ◗◗ http://www.ond.vlaanderen.be/hogeronderwijs/links/nuttigeAdressen/ (diploma)
Hier vind je alle adressen en website van de instellingen voor het hoger onderwijs.
22
de jobs mijn aanbod Persoonlijke vaardigheden
doelstelling De leerlingen kunnen aangeven dat attitudes en vaardigheden ook van belang zijn voor een sollicitatie. De leerlingen kunnen vaardigheden die zij bezitten en belangrijk zijn voor hun job opsommen. De leerlingen kunnen voorbeelden van concrete situaties aangeven dat zij de persoonlijke vaardigheden voor een job bezitten.
methodiek Oefening 1: De leerlingen nemen hun job- en functieanalyse (zie “ken je job”) en halen hier de persoonlijke vaardigheden uit die zij bezitten. Deze noteren ze op het werkblad “persoonlijke vaardigheden” in de linkerkolom. In de rechterkolom geven ze voorbeelden aan waarmee ze kunnen bewijzen dat ze bepaalde persoonlijke vaardigheden en attitudes bezitten. Aan de hand van concrete situaties, die ze volledig uitschrijven, tonen de leerlingen aan, dat ze beschikken over de door hen gekozen kenmerken. Deze voorbeelden brengen ze voor de klas. Indien het te moeilijk is, kunnen de voorbeelden van persoonlijke vaardigheden gebruikt worden. Varianten oefening 1: Laat de leerlingen om beurten kaartjes trekken met telkens één vaardigheid, één talent of één persoonlijkheidskenmerk (uit de checklist “Talenten, vaardigheden en persoonlijkheidskenmerken”). De leerling die een kaartje heeft getrokken, duidt een medeleerling aan, bij wie het getrokken kenmerk het beste past. Hij/zij verduidelijkt zijn/haar keuze. De aangeduide leerling trekt het volgende kaartje. Kopieer de checklist met talenten vaardigheden en persoonlijkheidskenmerken en laat de leerlingen daaruit kiezen om hun vaardigheden aan te geven. Zo geraken de leerlingen meer vertrouwd met het taalgebruik. Oefening 2: De leerkracht licht toe wat een attitude is. De leerlingen nemen het werkblad “Attitudes” en lezen alle stellingen. Onder deze stellingen noteren hoe zij hierover denken. Daarna worden deze stellingen klassikaal besproken. Varianten oefening 2: De leerlingen worden opgedeeld in groepjes. Ze krijgen de stellingen op kaartjes en ze sorteren deze van dingen die helemaal niet kunnen tot dingen die wel kunnen. Dan plakken ze deze op het bord, net als de andere groepjes. De leerkracht bespreekt de volgorde van de stellingen klassikaal. Dit groepswerk kan ook complementair verlopen, dan verdeelt de leerkracht alle stellingen over de groepjes. Zij noteren hoe ze erover denken. Daarna worden hun bevindingen klassikaal besproken.
lesmateriaal ◗◗ Leerlingenmap “De jobs – mijn aanbod”, “Persoonlijke vaardigheden”: ◗◗ Werkblad “Persoonlijke vaardigheden” ◗◗ Werkblad “Attitudes”
23
voorbeeld 1: persoonlijke vaardigheden, toepassing op een verkoper/verkoopster. Aangewezen persoonlijke vaardigheden van een verkoper/verkoopster ◗◗ communicatief ◗◗ flexibel ◗◗ klantvriendelijk ◗◗ geduldig ◗◗ creatief
Voorbeelden van concrete ervaringen, die het bezit van deze vaardigheden aantonen: ◗◗ flexibel: een vakantiejob gedaan hebben in de horecasector; ◗◗ creatief: als leid(st)er in een jeugdbeweging spelletjes en activiteiten bedenken voor kinderen; ◗◗ klantvriendelijk: tijdens de zomermaanden vrijwilligerswerk gedaan hebben in een home voor
licht mentaal gehandicapten.
voorbeeld 2: persoonlijke vaardigheden, toepassing op een metselaar. Aangewezen persoonlijke vaardigheden van een verkoper/verkoopster ◗◗ samenwerken ◗◗ oog voor detail ◗◗ gemotiveerd ◗◗ doorzettingsvermogen ◗◗ realiseren
Voorbeelden van concrete ervaringen, die het bezit van deze vaardigheden aantonen: ◗◗ samenwerken: lid van een voetbalploeg. Voetbal is een ploegsport waar je zeker moet
samenwerken om te kunnen winnen; ◗◗ gemotiveerd: vakantiewerk en stage in de bouwsector; ◗◗ realiseren: een project op school waar we samen een nieuw afdak gebouwd hebben.
24
Checklist
talenten, vaardigheden en persoonlijkheidskenmerken aanpassingsvermogen
consequent
gul
actief
controleren
handvaardig
animeren
coördinatietalent
herstellen
artistiek
correct
hoffelijk
assertief
corrigeren
humoristisch
attent
creatief
idealistisch
bedachtzaam
creëren
ijverig
begeleiden
decoreren
improviseren
beheerst
diplomatisch
informeren
behendig
discreet
initiatiefrijk
beheren
doelmatig
inlevingsvermogen
behulpzaam
doorzettingsvermogen
inschatten
bemiddelen
dynamisch
installeren
beoordelingsvermogen
eerlijk
instellen
berekenen
efficiënt
intellectueel
beschaafd
energiek
interpreteren
bescheiden
enthousiast
inventariseren
beschermen
evenwichtig
kalm
besluitvaardig
experimenteren
klantgericht
bespreken
fantasierijk
kostenbewust
bestuderen
flexibel
krachtig
betrouwbaar
gedienstig
kunstzinnig
bewaken
gedisciplineerd
leergierig
bondig
gedistingeerd
leiden
catalogiseren
geduldig
leren
classificeren
gehoorzaam
lesgeven
coachen
gemotiveerd
levendig
commercieel inzicht
gevoel voor cijfers
logisch denken
communicatief
gezond
loyaal
conflictbeheersing
goed gehumeurd
luisterbereid
25
mensenkennis
produceren
vindingrijk
mobiel
programmeren
volhouder
moedig
raad geven
voorbereiden
monteren
rapporteren
vooruitdenkend
motiveren
realiseren
vriendelijk
nadenken
respectvol
werken in teamverband
nauwkeurig
resultaatgericht
wilskracht
objectief
ruimdenkend
zakelijk inzicht
observeren
ruimtelijk inzicht
zelfbeheersing
onafhankelijk
rustig
zelfstandig
onderhandelen
samenwerken
zin voor initiatief
ondernemend
slim
zorgzaam
ondersteunen
snelle werker
onderzoeken
sociaal
ontwerpen
sorteren
ontwikkelen
spontaan
oog voor details
spreekvaardig
opbouwen
stressbestendig
openhartig
sympathiek
oplettend
systematisch
oplossen
tactvol
opmerkingsgave
technisch inzicht
oprecht
veelzijdig
optimistisch
verantwoordelijk
ordelijk
verdraagzaam
organisatietalent
verkopen
overleggen
vernieuwen
overtuigingskracht
vertalen
planmatige aanpak
vertellen
positieve instelling
vertolken
presenteren
verwerken
prioriteiten stellen
verwerven
problemen oplossen
verzorgen
26
Werkblad
ATTITUDES OVER SOLLICITEREN 1.
Maatpakjes en kostuums moeten niet meer op een sollicitatie. Ik draag een korte broek en sandalen. Trek kledij aan waar je je goed in voelt, maar nette en verzorgde kleding is zeker aangewezen. Zorg er ook voor dat je fris voor de dag komt. Was je haren en handen, knip je nagels, poets je tanden, poets je schoenen,…
2. 3. 4.
Ik kan voor de deur van het bedrijf nog wel gauw een sigaretje opsteken. Buiten roken is niet verboden, maar het maakt zeker geen goede indruk. Rook niet vlak voor deur en zorg er voor dat je adem fris ruikt. Mezelf voorbereiden op het gesprek? Ze hebben mijn cv, het zal zo ook wel gaan. Je bereidt je best voor op elk gesprek. Zoek informatie op over het bedrijf, zorg ervoor dat je weet waarvoor je solliciteert, vraag mensen die je kent meer info over het bedrijf enz. Toon tijdens het gesprek dat je echt geïnteresseerd bent. Als ik vijf minuten voor de start van het gesprek aankom, is alles in orde. Zorg ervoor dat je zeker tien minuten voor het gesprek op de plaats van de afspraak aankomt. Houd daarbij rekening met mogelijke vertragingen, files,… Je bent beter te vroeg dan te laat!
ATTITUDES OVER WERK Ik rook elk uur een sigaretje, daarvoor hoef ik toch niet tot aan de pauzes te wachten.
5. 6. 7.
Roken binnen op de werkplaats is door de wet verboden. In sommige bedrijven zijn buiten ruimtes voorzien om te roken. Let er wel op wanneer je rookt. Je kan niet elk uur een pauze nemen van tien minuten. Probeer het roken tijdens je werk zoveel mogelijk te beperken. Tien minuten te laat komen is toch niet zo erg. Dat overkomt iedereen wel eens. Iedereen komt wel eens te laat. Zorg er echter voor dat je altijd op tijd komt. Denk goed na over hoeveel tijd je ’s morgens nodig hebt, hoe lang je onderweg bent, of er fi les zijn. Je bent beter te vroeg dan te laat. Waarschuw steeds iemand op je werk als je te laat zal komen. Zorg ervoor dat je altijd een nummer van iemand op je werk bij hebt (bijvoorbeeld in je gsm) Als ik ’s morgens voel dat ik ziek ben, bel ik dat ik niet kan komen werken. Als je ziek bent, bel je best van zodra je opstaat voor je werk. Zo staan zij niet op jou te wachten en weten. ze direct wat er aan de hand is. Als je naar de dokter geweest bent en je hebt een idee van hoe lang je ziek bent, bel je best nog eens om te zeggen hoelang je wegblijft. Dit geeft zeker een goede en bezorgde indruk.
8. Ik doe kledij aan die ik mooi vind en die past binnen mijn functie. Voor sommige jobs zijn er aangepaste kledingvoorschriften. Probeer deze zoveel mogelijk te volgen. Vraag tijdens je sollicitatie wat er juist van je wordt verwacht, zo voorkom je misverstanden. 9. Een bijkomende opleiding gaan volgen? Ik ben pas afgestudeerd, maar leer graag bij als ik hier door mijn job beter kan uitoefenen. Soms kan een werkgever vragen of je een opleiding wil volgen. Bepaalde opleidingen zorgen ervoor dat je kan promoveren, of dat je beter werk kan doen. Je kan die opleidingen later ook op je CV zet- ten. In bepaalde gevallen betaalt je werkgever de opleiding en kan je zelfs een paar dagen verlof extra krijgen (educatief verlof). Denk eens na over al deze voordelen en beslis dan pas of je graag opleiding zou volgen of niet.
27
10. Tijdens de middag ben ik even vrij. Een paar glazen bier met de collega’s kunnen dan toch geen kwaad. Alcohol is op het werk is niet verboden bij de wet. Je drinkt best niets tijdens het werk of ervoor. Wanneer je nog moet werken kan dit ervoor zorgen dat je minder geconcentreerd bent, dat je slechter werkt, dat je moe bent,… Je maakt zeker ook geen goede indruk bij je werkgever als je ’s middags alcohol drinkt. 11.
Het is tien uur en ik heb pauze, ik werk dit eerst nog vlug af. Pauzes zijn belangrijk voor de meeste werknemers. Tijdens het werk kan het leuk zijn af en toe eens een pauze te nemen. Let daarbij wel steeds op de juiste tijden, die je zijn aangegeven. Indien je merkt dat het druk is op het moment dat je je pauze wil nemen of dat het moeilijk blijkt te zijn, vraag je even of je je pauze niet later mag nemen…
12. Ik lees het arbeidsreglement niet. Ik weet zelf wel wat mag en wat niet mag. Een arbeidsreglement krijg je meestal overhandigd als je je contract tekent. Lees altijd dat contract en het reglement, ook al zijn het veel bladzijden! In dit reglement staan immers belangrijke dingen waar je zeker op moet letten. Hier staat ook in wat te doen indien je ziek bent, wanneer je juist moet werken,… Bewaar dit thuis ook zorgvuldig, je kan dit soms nodig hebben! 13. Het is toch maar een interimjob. Als ik een vaste job heb, doe ik wel beter mijn best. Veel bedrijven zien een interimjob als een soort proefperiode. Als je deze goed doorloopt, kan je misschien een vast contract krijgen. Probeer daarom steeds je te best doen. Het bedrijf kan je immers ook nog later bellen voor een andere job. 14. Het is maar rustig in de winkel. Ik bel een paar vrienden op om mij gezelschap te komen houden. Probeer je privéleven en je werk zoveel mogelijk gescheiden te houden. Vrienden en vriendinnen op de werkvloer zijn niet gewenst, ook niet in een winkel. Als je weinig te doen hebt, vraag je best of je nog iets ander kan doen. Je zal daar zeker een goede indruk mee maken. Op je werkplaats ben je steeds aan het werk, na je werk maak je tijd voor vrienden en vrije tijd. 15. Mijn collega is ziek. En ik moet morgen werken in zijn plaats? Geen denken aan. Zaterdag is mijn vrije dag. Werkgevers vragen aan hun werkgevers om flexibel te zijn. Probeer er op vrije dagen steeds rekening mee te houden, dat je zou kunnen invallen voor een collega. Indien je echt niet kan, moet je dat zeggen. Een afspraak om te winkelen kan je natuurlijk wel eens verzetten. Je hebt dan wel een andere dag vrij. De werkgever zal het zeker appreciëren als je af en toe eens inspringt. 16. Mijn moeder wordt vandaag geopereerd. Ik wil graag mijn gsm bij me houden. Ik vraag dat niet aan mijn chef. Dat is toch logisch dat dat mag. Niet alles is zo vanzelfsprekend als het lijkt. Leg eerst de situatie uit aan je rechtstreekse chef en vraag hem dan of het kan. Waarschijnlijk zal hij hier wel begrip voor opbrengen. Zo weet hij ook wat er aan de hand is, als je staat te bellen tijdens de werktijd. 17.
28
Ik heb een geweldige vakantie gehad. Dat wil ik graag aan mijn collega’s vertellen. Soms heb je veel te vertellen aan je collega’s. Probeer deze gesprekken te beperken tot je pauzes. Vakantieverhalen behoren tot je eigen leven en je eigen leven beperk je best zoveel mogelijk op de werkvloer. Werk gaat hier voor.
de jobs mijn aanbod Het curriculum vitae
doelstelling De leerlingen brengen hun voorbereidend werk samen in een persoonlijk synthesedocument, namelijk het curriculum vitae (cv). De leerlingen beseffen dat een goed cv niet zomaar een standaarddocument is, maar een document waarin de sollicitant de op de beoogde job gerichte informatie op een overzichtelijke en persoonlijke manier brengt.
methodiek ◗◗ De leerlingen brengen het relevante aanbod van kennis en vaardigheden voor de specifieke
jobkeuze onder in rubrieken. Ze maken gebruik van de al aangemaakte documenten: “Ken je job”, “Wie ben ik? Wat ken ik? Wat kan ik?”, “Mijn persoonlijke vaardigheden”. ◗◗ De leerlingen stellen een functiegericht cv op. Niet alleen de inhoud maar ook de opmaak kan worden
gebruikt om zichzelf te onderscheiden van de anderen. Daarbij houden ze altijd rekening met de job waarvoor ze solliciteren. Een hulpmiddel is het voorbeeld van een cv van een verkoopster/verkoper en een metselaar. ◗◗ De leerlingen kijken zelf hun cv na aan de hand van de checklist 'kenmerken van mijn cv'.
lesmateriaal ◗◗ Leerlingenmap “De jobs – mijn aanbod”, “Het curriculum vitae”: •• Werkblad: “Rubrieken van het cv”; •• Checklist 'kenmerken van mijn cv'. ◗◗ Leerkrachenmap "De jobs-mijn aanbod", "Het curriculum vitae" •• Voorbeelden van een cv van een verkoopster/verkoper en een metselaar. ◗◗ E-coaches •• De leerlingen kunnen contact opnemen met het sollicitatie-loket op de VDAB website. De
coaches contacteren de leerlingen binnen de twee werkdagen na de aanvraag. •• De e-coaches bieden o.a. hulp aan bij: -- het bijsturen/nalezen van een CV of sollicitatiebrief -- tips en tricks bij het solliciteren -- hoe omgaan met negatieve respons van werkgevers
•• Je kan de e-coaches contacteren op: http://vdab.be/werkinzicht/solliciteren.shtml
29
Anke Pieters
Curriculum Vitae
2008
Curriculum vitae Persoonlijke gegevens Anke Pieters Markt 17 2440 Geel
°19/01/1984 – Turnhout Ongehuwd Belg
(+32)2 015 49 96 (+32)477 26 19 16
[email protected]
Opleiding Leercontract – Kleinhandelaar Syntra Turnhout Firma: Toys - Laakdal
2000 - 2002
HSB – Personenzorg Koninklijk Technisch Atheneum - Kalmthout Afgestudeerd 2005
1996 - 2000
Bijkomende opleiding – Klachtenmanagement Major Turnhout
2005
Ervaring Verkoopster kleding - C&A, Herentals
2003 - 2008
Taken: -
kassa klanten bedienen volgens de juiste verkooptechnieken kleding labellen en sorteren klachtenmanagement
Verkoopster speelgoed – Toys, Laakdal
2000 - 2002
Taken: -
kassa stockbeheer bestellingen winkelinrichting etalage
Vaardigheden • • • Anke •
Altijd vriendelijk en geduldig in de omgang met klanten Communicatief en sociaal met klanten en collega’s Behulpzaam Pieters Curriculum Vitae Flexibel qua uren en weekendwerk
2008
Varia • • • • •
30
Steeds bereid tot bijscholing Rijbewijs B Basiskennis MS Word Onmiddellijk beschikbaar Ik kom in aanmerking voor ACTIVA -25
1
BRABANTSTRAAT 17 • 9300 AALST 053/45 57 81 • E-MAIL
[email protected]
Jamal El AZIZ PERSONALIA Burgerlijke staat: ongehuwd Nationaliteit: Belgisch
Geboorteplaats: Aalst Geboortedatum: 28 november 1988
STUDIES Getuigschrift hoger secundair beroepsonderwijs: bouw Koninklijk Technisch Atheneum Aalst
Juni 2008
RELEVANTE WERKERVARING •
Stage, Bouw N.V., Gent
2007-2008
Functie: Stagiair metselaar
Taken: Metselen van binnen- en buitenmuren Metselwerk uitzetten Mortel maken Werf proper houden Bediening van machines •
Vakantiewerk, Renova, Aalst
2007
Functie: Handlanger bouw
Taken: Bevoorraden van de bouwwerf Werf proper houden Mortel maken Eenvoudige bekisting timmeren, monteren en samenvoegen
VAARDIGHEDEN • • • • • •
Beschik over goede handvaardigheid om mijn werk precies uit te voeren. Kan een bouwplan lezen Heb kennis van de veiligheidsnormen (VCA-attest) Ben gemotiveerd en werk graag buiten. Volg bevelen snel op. Ben beleefd, vriendelijk, stipt en eerlijk.
REFERENTIES • Germaine Van Gestel – Bouw N.V. – bereikbaar tijdens de kantooruren (09/ 377 89 21)
31
32
deel2: sporen naar werk
inhoud ◗◗ De arbeidsmarkt ◗◗ Advertenties ◗◗ Uitzendarbeid ◗◗ Netwerken ◗◗ VDAB ◗◗ Als een werkgever contact opneemt
algemene doelstelling “Sporen naar werk” biedt de leerlingen de mogelijkheid om greep te krijgen op de arbeidsmarkt. Ze boren zoveel mogelijk bronnen aan om een voldoende aanbod van geschikte jobs te verzamelen.
lesdoelstelling ◗◗ De leerlingen verkennen de verschillende sporen die leiden naar een jobaanbieding. ◗◗ De leerlingen weten dat er naast de bekende arbeidsmarkt ook een verborgen arbeidsmarkt is. ◗◗ De leerlingen kunnen een advertentie analyseren. ◗◗ De leerlingen bouwen een eigen netwerk van relaties op en spreken het gericht aan. ◗◗ De leerlingen kennen de dienstverlening van de VDAB, waarop zij een beroep kunnen doen
bij het zoeken naar werk. ◗◗ De leerlingen kennen de uitzendsector als mogelijke opstap naar een vaste job.
Vanaf nu kunnen leerlingen worden gestimuleerd om de verschillende sporen naar werk actief te verkennen: de VDAB-vacaturebank raadplegen, hun eigen netwerk aanspreken, een uitzendkantoor binnenstappen, ….
33
34
sporen naar werk De arbeidsmarkt
doelstelling De leerlingen kennen het begrip arbeidsmarkt en weten wat de termen vraag- en aanbodzijde inhouden. Zij kunnen zichzelf als werkzoekende situeren aan de aanbodzijde en de werkgever aan de vraagzijde. De leerlingen kennen de vele sporen naar werk. De leerlingen inventariseren de verschillende manieren waarop vacatures bekend worden gemaakt. De leerlingen weten dat er een bekende en een verborgen arbeidsmarkt is.
methodiek ◗◗ Klasgesprek, waarin de leerlingen kort kennismaken met het begrip arbeidsmarkt. ◗◗ Brainstormen over “Sporen naar werk”. Een mogelijke aanpak is vertrekken van een vacature.
Hoe kan een werkgever te werk gaan om ze in te vullen. De leerlingen noteren hun suggesties op het werkblad “Welke sporen naar werk ken ik ”. De resultaten worden besproken. Hier wordt het bestaan van een bekende en een verborgen arbeidsmarkt aangebracht. ◗◗ De leerlingen vergelijken hun sporen naar werk met de checklist “Sporen naar de bekende en
de verborgen arbeidsmarkt”.
lesmateriaal Leerlingenmap “Sporen naar werk”, “De arbeidsmarkt”: •• Werkblad “Welke sporen naar werk ken ik?”; •• Checklist “Sporen naar de bekende en de verborgen arbeidsmarkt”
35
36
sporen naar werk Advertenties
doelstelling De leerlingen weten dat de advertenties op het net de meest gebruikelijke manier is om vacatures bekend te maken aan een ruim publiek. Ze weten dat er veel mensen op reageren en dat ze zich moeten onderscheiden. De leerlingen onderkennen het belang van een grondige analyse van een advertentie. De leerlingen kunnen de informatie die ontbreekt opsporen en elders opzoeken. Ze kunnen deze werkwijze integreren in hun zoekgedrag.
methodiek ◗◗ De leerlingen zoeken enkele advertenties. Dit kan ook als huistaak opgegeven worden. ◗◗ Klasgesprek: “Wat zit er in een goede vacature-advertentie”. De leerlingen geven aan welke info ze
vinden in hun advertenties. De leerkracht noteert alles op het bord. De leerkracht kan het bordschema “De rubrieken van een goede advertentie” gebruiken als leidraad voor het klasgesprek. ◗◗ Oefening in groepjes: •• De leerlingen analyseren hun advertenties en vullen het werkblad “Analyse van een
vacature-advertentie” in. •• De leerlingen inventariseren de ontbrekende informatie, geven aan hoe ze deze kunnen achterhalen en vervolledigen de analysegegevens.
lesmateriaal ◗◗ Leerlingenmap “Sporen naar werk”, “Advertenties” •• Werkblad: “Analyse van een vacature-advertentie” ◗◗ Leerkrachtenmap “Sporen naar werk”, “Advertenties” •• Bordschema: “Rubrieken van een goede vacature-advertentie” ◗◗ Advertenties (die de leerlingen gezocht hebben op internet).
37
38
Taakomschrijving
Functietitel
De functie
Omschrijving
Gegevens
Het bedrijf
Rijbewijs
Talenkennis
Technische en persoonlijke vaardigheden
Ervaring
Diploma/opleiding
Vraag van het bedrijf-kandidaat
Opleidingen
Doorgroeimogelijkheden
Soort contract
Loon en extra voordelen
Aanbod van het bedrijf
Bordschema: Rubrieken van een goede vacature-advertentie
Wanneer?
Aan wie/ contactgegevens? - naam - adres - telefoon - e-mail
Wat? - cv - brief - formulier
Hoe? - Schriftelijk - E-mail - Telefonisch
Info over de sollicitatie
sporen naar werk Netwerken
doelstelling De leerlingen kennen de betekenis en het nut van een persoonlijk netwerk. Ze hanteren dit persoonlijk netwerk om meer informatie over vacatures te krijgen, om de verborgen arbeidsmarkt te verkennen en als introductie bij een specifiek bedrijf.
methodiek ◗◗ Aanbrengen van het begrip netwerk: •• Inleidend klasgesprek: het begrip netwerk wordt aangebracht, aansluitend op het begrip
“verborgen arbeidsmarkt” en op de vraag: “hoe meer informatie over een vacature vinden?” •• Inleidende oefening rond een opdracht: “Jullie organiseren een fuif om geld in te zamelen voor een klasuitstap. Bedenk een plan om zoveel mogelijk kaarten in voorverkoop aan de man te brengen.” ◗◗ Klasgesprek over het persoonlijke netwerk: iedereen heeft een persoonlijk netwerk van familie, vrienden en kennissen, die op hun beurt mensen kennen enz… ◗◗ Oefening: de leerlingen stellen een eigen netwerklijst op in functie van het zoeken naar werk.
lesmateriaal Leerlingenmap “Sporen naar werk”, “Netwerken”: •• Werkblad “Mijn eigen netwerk”;
39
40
sporen naar werk de VDAB
doelstelling De leerlingen weten dat de VDAB een aangepaste dienstverlening heeft voor schoolverlaters. De leerlingen weten hoe vacatures op te zoeken in de vacaturebank van de VDAB, zowel op de pc, de Jobcomputer als op het internet. De leerlingen stellen een cv op.
methodiek ◗◗ Inleidend klasgesprek over de VDAB en de dienstverlening voor schoolverlaters, met focus op het
aanbod van vacatures aan werkzoekenden van vacatures via de VDAB-vacaturebank en op het ter beschikking stellen aan werkgevers van cv’s via de sollicitantenbank. Iedereen zal de kans krijgen zijn/haar cv in te voeren, op het moment dat ze zich inschrijven bij de VDAB, wat nog tijdens het schooljaar kan.
◗◗ Oefening: Vacatures zoeken: •• Surfen naar de VDAB-website en een aantal vacatures selecteren. •• Pc’s of Jobcomputer in de omgeving (lokale werkwinkel, VDAB-kantoor, bibliotheek
of andere publieke plaats) bezoeken en vacatures selecteren. ◗◗ Oefening: de leerlingen voeren hun cv in, op het ogenblik dat ze zich inschrijven als
werkzoekende schoolverlater. Het moment waarop dit gebeurt is afhankelijk van de omstandigheden. Is de school aangesloten op het internet en is er voldoende infrastructuur om de leerlingen er individueel op te laten werken? Wordt een bezoek georganiseerd aan een lokale werkwinkel? Krijgen de leerlingen de gelegenheid zich in te schrijven op het moment van de VDAB-campusactie?
lesmateriaal ◗◗ Leerlingenmap “Sporen naar werk”, “VDAB”: •• Werkblad “Vacatures: mijn keuze” ◗◗ Internet: www.vdab.be. ◗◗ Jobcomputers, VDAB-kantoren, lokale werkwinkels.
41
42
sporen naar werk Uitzendarbeid
doelstellingen De leerlingen kennen het oorspronkelijke opzet van uitzendarbeid. De leerlingen weten dat uitzendarbeid meer en meer wordt gebruikt als rekruteringskanaal en dat deze vorm van werk een opstap kan zijn naar vast werk. De leerlingen maken kennis met de elementaire werking van een uitzendkantoor (contract ed.) en hebben inzicht in de voor- en nadelen van uitzendarbeid. De leerlingen vinden hun weg naar uitzendkantoren.
methodiek ◗◗ De leerlingen noteren de voor- en nadelen van uitzendarbeid op hun werkblad. Er volgt een klasge-
sprek over de voor- en nadelen van uitzendarbeid. De leerkracht maakt de tabel op bord + groeps woorden, ... ◗◗ De leerlingen inventariseren de uitzendkantoren in de eigen regio. ◗◗ De leerlingen brengen eventueel een bezoek aan een uitzendkantoor of een vertegenwoordiger
van de uitzendsector wordt uitgenodigd in de school.
lesmateriaal ◗◗ Leerlingenmap “Sporen naar werk”, “Uitzendarbeid”: •• Werkblad “De voor- en nadelen van uitzendarbeid”; •• Werkblad “Inventaris van de uitzendkantoren”
◗◗ Leerkrachtenmap "Sporen naar werk","Uitzendarbeid": •• Werkblad "De voor- en nadelen van uitzendarbeid"
◗◗ Internet: •• link vanuit de VDAB website naar uitzendkantoren: www.vdab.be/werklinks
43
werken als uitzendkracht Voordelen ◗◗ Uitzendarbeid is vaak dé springplank
naar een vaste job. Meer dan 50 % van de uitzendkrachten vindt binnen het jaar een vaste job. ◗◗ Je doet veel ervaring op in verschillende
bedrijven, zonder steeds opnieuw te solliciteren. Zo leer je nieuwe beroepen en sectoren kennen ◗◗ Flexibiliteit! Wie via een uitzendbureau
aan het werk gaat, heeft keuzes: voltijds, deeltijds, weekendwerk, avondwerk, een langetermijncontract, een studentencontract, vakantiewerk, maaltijdcheques … ◗◗ Je hebt evenveel rechten en voordelen als
alle andere vaste werknemers (zelfde rechten op vlak van loon, vakantiegeld, pensioen, eindejaarspremie,…)
44
Nadelen ◗◗ Geen vast contract ◗◗ Wisselende opdrachten (je moet je altijd opnieuw
inwerken in je nieuwe taak) ◗◗ Werknemers via interim worden eerst/meestal
ontslagen als een bedrijf in moeilijkheden is (wanneer het economisch beter gaat, worden ze wel als eerste terug aangeworven)
sporen naar werk Als een werkgever contact opneemt
doelstellingen De leerlingen weten dat werkgevers hen op verschillende momenten kunnen contacteren, tijdens het schooljaar, tijdens het winkelen op woensdagnamiddag, … . Het is belangrijk dat elke eerste indruk een goede indruk is, ook via de telefoon. De leerlingen stellen zich daarbij bewust op.
methodiek Groepsdiscussie over hoe reageren, als een werkgever contact opneemt. De volgende aspecten worden uitgeklaard: •• enerzijds niet meteen toehappen, maar anderzijds ook niet een (mooie) kans op een job verspelen; •• misschien komen er nog andere (interessantere) vragen van werkgevers of zijn er andere (interessantere) vacatures; •• een afspraak maken voor een nader (telefonisch) contact met •• de personeelsverantwoordelijke; •• bedenktijd vragen; •• tijd nemen om informatie over de firma, de jobinhoud, de werkomstandigheden, de lonen in te winnen en de voor- en nadelen af te wegen. Veel van de in de vorige lessen behandelde sleutelpunten komen hier van pas: •• functieanalyse; •• kennis van het eigen kennen en kunnen; •• kennis van de persoonlijke kwaliteiten; •• cv.
lesmateriaal Leerlingenmap “Sporen naar werk”, “Als een werkgever contact opneemt”.
45
46
deel 3: solliciteren
inhoud ◗◗ Solliciteren kan op vele manieren ◗◗ Het telefoongesprek ◗◗ De sollicitatiebrief ◗◗ Het sollicitatieformulier ◗◗ Psychologische testen ◗◗ Het sollicitatiegesprek
doelstelling De leerlingen leren de verschillende sollicitatietechnieken gebruiken op de juiste manier en op het gepaste moment.
lesdoelstelling ◗◗ De leerlingen kunnen zakelijk telefoneren: ze kunnen een afspraak maken voor een sollicitatiegesprek. ◗◗ De leerlingen stellen een bruikbare en persoonlijke sollicitatiebrief op. ◗◗ De leerlingen kunnen sollicitatieformulieren invullen. ◗◗ De leerlingen kunnen zichzelf “verkopen” tijdens een sollicitatiegesprek.
Naar het einde van het schooljaar toe kunnen de leerlingen worden gestimuleerd om effectieve sollicitaties te ondernemen.
47
48
solliciteren Solliciteren kan op veel manieren
doelstellingen De leerlingen hebben zicht op de voor- en nadelen van de verschillende manieren om een werkgever te contacteren.
methodiek De leerlingen noteren de voor- en nadelen van de verschillende manieren om te solliciteren op het werkblad. Daarna volgt een klasgesprek over de verschillende manieren om contact op te nemen met een werkgever.
lesmateriaal ◗◗ Leerlingenmap “Solliciteren”, “Solliciteren kan op veel manieren”: •• Werkblad "Voor- en nadelen van verschillende manieren om te solliciteren". ◗◗ Leerkrachtenmap “Solliciteren”, “Solliciteren kan op veel manieren”: •• Overzicht "Voor- en nadelen van verschillendemanieren om te solliciteren"
49
Overzicht
voor- en nadelen van verschillende manieren om te solliciteren
Voordelen
BRIEF
E-MAIL
TELEFOON
GESPREK
Kan bewaard blijven
Kan bewaard blijven
Persoonlijker
Direct antwoord
Snel
Snel
Valt op
Direct antwoord Meer resultaat Meer informatie
Nadelen
50
Onzekerheid
Onzekerheid
Men kan je afwijzen
Komt vaak ongelegen
Onpersoonlijk
Onpersoonlijk
Vluchtig contact
Kostelijk
Geen direct resultaat
Geen direct resultaat
Je weet niet of je antwoord krijgt
Je weet niet of je antwoord krijgt
Tijdrovend
solliciteren Het telefoongesprek
doelstellingen De leerlingen kunnen een zakelijk telefoongesprek voeren. De leerlingen kunnen op eigen initiatief telefonisch een afspraak maken voor een sollicitatiegesprek.
methodiek ◗◗ Klasgesprek over het gebruik van de telefoon met focus op de noodzaak om zo’n gesprek zakelijk
te houden. De voorbereiding van het telefoongesprek en het verloop van een telefoongesprek worden doorgenomen. ◗◗ Oefening 1: De leerlingen worden verdeeld in twee groepen. Een groep krijgt een vacature, waarvoor
telefonisch contact moet worden opgenomen met de werkgever. De andere groep solliciteert vrij bij een bedrijf. De leerlingen bespreken in groep hoe ze het gesprek aanpakken. Vervolgens vullen de leerlingen de ontbrekende tekst in de strip “Het telefoongesprek” in. ◗◗ Oefening 2: In groepjes bespreken de leerlingen mogelijke antwoorden op bezwaren van de
werkgever. In de nabespreking vergelijken ze deze met de voorbeelden in hun map. ◗◗ Rollenspel: De vorige oefeningen kunnen als voorbereiding dienen voor een rollenspel met
volgende varianten: •• Reageren op een vacature: de job is nog vrij. de job is niet meer vrij. •• Vrij solliciteren: er is een job beschikbaar. er is geen job beschikbaar. de werkgever maakt bezwaren.
lesmateriaal ◗◗ Leerlingenmap “Solliciteren”, “Het telefoongesprek”: •• Werkblad: strip “Het telefoongesprek”: vul de ontbrekende tekst in; •• Checklist: “Voorbereiding van een telefoongesprek”; •• Voorbeeld “verloop van twee telefoongesprekken”; •• “Antwoorden op bezwaren”: oefening en voorbeelden. ◗◗ Vacature-advertenties voor de oefening “Solliciteren op een advertentie”. ◗◗ Beschrijving van een bedrijf voor de oefening “Vrij solliciteren.”
51
52
solliciteren De sollicitatiebrief
doelstellingen De leerlingen kunnen een goede en aantrekkelijke sollicitatiebrief opstellen.
methodiek ◗◗ Oefening 1: De leerlingen zoeken de 7 fouten in het cv. ◗◗ Oefening 2: De leerlingen nemen hun vacature-advertentie. Ze lezen de checklist en schrijven
een sollicitatiebrief. Leerlingen met dezelfde vacature kunnen samenwerken. ◗◗ Oefening 3: Er worden enkele brieven door de leerkracht klassikaal besproken. Belangrijke en
veel voorkomende fouten kunnen in een bordschema geplaatst worden.
lesmateriaal ◗◗ Leerlingenmap “Solliciteren”, “De sollicitatiebrief”: •• Checklist: “Basisregels voor een sollicitatiebrief en online solliciteren.” •• Voorbeeld van opmaak van een sollicitatiebrief. •• Voorbeeld van een sollicitatiebrief voor een verkoper/verkoopster met 7 fouten
◗◗ Leerkrachtenmap "Solliciteren","De sollicitatiebrief" •• Voorbeeld van een sollicitatiebrief voor een verkoper/verkoopster met oplossingen
◗◗ Vacature-advertenties
53
Werkblad Antwoorden: Voorbeeldbrief sollicitatie verkoper/verkoopster 07.05.2012 Anke Pieters Markt 17 2440 Geel
Mevrouw Linda De Sutter Firma De Goede Koop Stationsstraat17 9100 Sint-Niklaas
Sollicitatie voor de vacature van verkoopster Geachte mevrouw De Sutter Op de website van VDAB las ik dat u op zoek bent naar een verkoopster. Ik heb al enkele jaren ervaring als verkoopster. O.a. het adviseren van klanten op een beleefde en vriendelijke manier, het behandelen van klachten zijn opdrachten die ik heel goed kan. Het maken van etalages is minder aan mij besteed. Tijdens mijn vorige job deed ik deze opdrachten ook. Verder ben ik flexsiebel flexibel in taken en uren en ben ik eerlijk en betrouwbaar, kortom een aanwinst voor jouw team! Meer informatie vindt u in mijn bijgevoegde cv. Gelieve mij zo spoedig mogelijk te contacteren voor een gesprek. Graag zou ik mij persoonlijk aan u willen voorstellen. Groeten Hoogachtend
Anke Pieters Bijlage: curriculum vitae
54
solliciteren Het sollicitatieformulier
doelstellingen De leerlingen kunnen een sollicitatieformulier invullen.
methodiek ◗◗ Oefening: de leerlingen vullen, met behulp van de checklist “Aandachtspunten bij het invullen van
een sollicitatieformulier”, een sollicitatieformulier in. ◗◗ Klasgesprek over de moeilijkheden die de leerlingen ervaren, met focus op taalgebruik en
inhoudelijke aspecten.
lesmateriaal Leerlingenmap “Solliciteren”, “Het sollicitatieformulier”: •• Checklist “Sollicitatieformulier: aandachtspunten”; •• Werkbladen met in te vullen voorbeelden van sollicitatieformulieren.
55
56
solliciteren Psychologische testen
doelstellingen ◗◗ De leerlingen kunnen uitleggen wat een psychologische test is. ◗◗ De leerlingen kunnen het belang aangeven van een psychologische test. ◗◗ De leerlingen kunnen zelfstandig enkele oefeningen van een psychologische test uitvoeren. ◗◗ De leerlingen kunnen tijdens het uitvoeren van een psychologische test rekening houden met
bepaalde principes.
methodiek Oefening: De leerlingen vullen met behulp van de checklist ‘ De voorbereiding op een psychologische test’ zelfstandig de oefeningen in op het werkblad ‘Voorbeelden van psychologische testen’.
lesmateriaal ◗◗ Leerlingenmap “Solliciteren”, “Psychologische testen”: •• Checklist “Voorbereiding op een psychologische test” •• Werkblad “Voorbeelden van psychologische testen” ◗◗ Leerkrachtenmap “Solliciteren”, “Psychologische testen” •• Antwoorden: “Psychologische testen”
57
Werkblad
antwoorden: psychologische testen 1. Zoek de twee woorden die een tegengestelde betekenis hebben: 1. b en d: zacht en hard zijn tegengestelden. 2. a en d: hoog en laag zijn tegengestelden. 3. a en c: dalen en stijgen zijn tegengestelden. 4. b en c: blij en verdrietig zijn tegengestelden. 5. a en d: straf en beloning zijn tegengestelden 2. Vul de volgende reeksen bij het vraagteken aan met het volgende getal of de volgende getallen: 1. 33. Het verschil tussen de getallen is steeds 6: 27 + 6 = 33. 2. 96. Elke term is het dubbele van de voorgaande: 48 x 2 = 96. 3. 4. Deze aflopende reeks is opgebouwd uit kwadraten: 7² = 49, 6² = 36, enz. 2² = 4. 4. 126. Er wordt telkens “+ 1 x 2” of “x 2 + 2” gedaan. 5. 3 en 48. Hier lopen twee reeksen samen (1° – 3° – enz., en 2° – 4° enz.): bij de eerste wordt telkens “x 2” gedaan: 6 > 12 >24, 3. Elke opgave bestaat uit een aantal figuren. Deze vormen een reeks, dat wil zeggen dat ze een logische volgorde hebben. Je vult elke reeks aan met een van de mogelijke antwoorden. 1. B 2. D 3. C 4. B 5. C Oefeningen 4 en 5 zijn persoonlijkheidstesten. Hier is geen correct antwoord mogelijk! De enige tip die men kan geven is dat je best eerlijk bent en dat je best spontaan je eerste gedacht invult.
58
solliciteren Het sollicitatiegesprek
doelstellingen De leerlingen kunnen hun mannetje/vrouwtje staan in een sollicitatiegesprek zowel inzake houding als inzake inhoudelijke boodschap.
methodiek ◗◗ Klasgesprek over de “houding” tijdens een sollicitatiegesprek. De kernvraag hierbij is “Hoe blijkt uit
je houding dat je actief, gemotiveerd en geïnteresseerd bent?” ◗◗ Vragen die uit deze kernvraag kunnen worden afgeleid zijn: •• Wat doe je vooraf? •• Waarop moet je letten op het vlak van kledij? •• Wat doe je wanneer je iets wordt aangeboden? •• Waarop moet je letten op het vlak van je houding? •• Welke vragen kun je zelf stellen? ◗◗ De belangrijkste aandachtspunten vinden de leerlingen terug in hun map. ◗◗ Oefening 1: de leerlingen bereiden zich in groepjes voor op de mogelijke interviewvragen, die ze
op basis van een vacature-advertentie kunnen verwachten. Aangezien het veel vragen zijn, kan het groepswerk ook complementair verlopen. ◗◗ Oefengesprek: per groepje neemt één leerling de rol van sollicitant op. De leerkracht of een buiten-
staander neemt de rol van werkgever op. Tijdens het rollenspel observeren de andere leerlingen en ze noteren hun opmerkingen op een checklist. Deze worden vervolgens klassikaal besproken. Variant: Film het gesprek en bespreek het daarna klassikaal.
lesmateriaal ◗◗ Leerlingenmap “Solliciteren”, “Het Sollicitatiegesprek”: •• Checklist “Voorbereiding van een sollicitatiegesprek”; •• Checklist “Elementen van een sollicitatiegesprek”; •• Werkblad “Veel voorkomende vragen” en “Tips voor antwoorden”; •• Werkblad “Voorbereiding van een sollicitatiegesprek”; •• Werkblad "Beoordelingschecklist voor het oefengesprek". ◗◗ Leerkrachtenmap “Solliciteren”, “Het Sollicitatiegesprek”: •• Werkblad “Tips voor antwoorden op veel voorkomense vragen”.
59
voorbeeld: tips voor antwoorden op veel voorkomende vragen ◗◗ “Vertel eens iets meer over jezelf”
Vaak is dit één van de eerste vragen die een werkgever stelt. Wat je kunt vermelden: - Naam - Woonplaats - Studies - Stage - Motivatie - Positieve eigenschappen - Gebruik je cv als leidraad! ◗◗ “Heb je al ervaring in dit vak?”
Som op welke stages, vakantiejobs, weekendwerk,... je al hebt gedaan: - Waar heb je gewerkt - De vaardigheden die je nodig had - De machines die je gebruikte - De verantwoordelijkheden die je droeg - De mensen met wie je omging Als je nog niet zoveel werkervaring hebt, leg dan ook de nadruk op: - Opleiding - Verwante interesses en hobby’s - Leergierigheid - Werklust ◗◗ “Waarom wil je in deze firma werken?”
Hier komt je voorbereiding van pas. - Toon enthousiasme voor de firma en sector waartoe ze behoort. - Vermeld de goede reputatie die de firma als werkgever heeft, de werksfeer die er heerst. - Soms kun je ook de ligging van het bedrijf aanhalen, omwille van de vlotte bereikbaarheid bijvoorbeeld, zodat je zeker tijdig aanwezig kunt zijn. ◗◗ “Hoeveel wil je verdienen?”
Je kunt altijd antwoorden met een tegenvraag: “Hoeveel verdient iemand met mijn diploma en ervaring in uw bedrijf?” Tip: Informeer vooraf bij de Sociale Inspectie of de vakbond wat het minimumloon is voor de job, waarvoor je solliciteert. Vermeld het bedrijf, de sector, de job, je leeftijd en je diploma. Tip: Hou tenslotte in gedachten dat het brutoloon niet altijd een juist beeld geeft van wat je verdient. Extralegale voordelen zoals maaltijdcheques en premies, de werkuren die je moet presteren en een verplaatsingsvergoeding: het zijn allemaal factoren waarmee je rekening moet houden. ◗◗ “Waarom zouden we jou aannemen en niet een andere kandidaat?”
Zorg dat je zelfverzekerd overkomt. Als je zelf niet zeker bent dat je de job moet krijgen, hoe kan een werkgever het dan zijn? Som bondig je goede eigenschappen op. Verwijs naar: - Ervaring - Interesses - Diploma’s en getuigschriften - ...
60
◗◗ En overtuig de werkgever ervan:
- dat je een harde werker bent - dat hij op jou kan rekenen - dat jij de man / vrouw voor de job bent
“Wat zijn je sterke punten?” Op zo’n vraag ben je best vooraf goed voorbereid:”Wat hoort de werkgever graag?” en “Welke sterke kanten zijn belangrijk voor deze job?” Ook hier heb je weer de kans je troeven op te sommen: - Vaardigheden - Ervaring - Interesse - Enthousiasme - Betrouwbaarheid - Contactvaardigheid ◗◗ “Wat zijn je zwakke punten?”
Noem geen zwakke kanten die rechtstreeks verband houden met de job waarvoor je solliciteert. Zeg ook niet dat je geen zwakke kanten hebt of dat je het niet weet. Vermeld negatieve eigenschap pen die ook een positieve kant hebben. Geef een concreet voorbeeld. Ook dit kun je vooraf voor bereiden. ◗◗ “Ben je niet te jong voor deze job?”
Wanneer een werkgever je deze vraag stelt kun je antwoorden dat: - Je wil bewijzen wat je waard bent - Je enthousiast en leergierig bent - Je fysiek op je sterkst bent - Je flexibel bent ◗◗ “Ben je bereid om overuren te doen?”
Beantwoord deze vraag eerlijk. Vraag gerust of overuren de regel zijn in het bedrijf. Informeer of die overuren vergoed worden en hoe. Indien je niet bereid bent om systematisch overuren te doen, zeg dan dat je in noodgevallen wel wil bijspringen.
61
62
deel 4: afgestudeerd
inhoud
Wat een schoolverlater zeker moet weten
algemene doelstelling De leerlingen weten wat ze moeten doen om hun rechten op te bouwen en kennen de diensten waarop ze een beroep kunnen doen voor informatie, hulp, enz…. Ze vinden zelfstandig hun weg in de doolhof van rechten / diensten / administratie bij de start van hun loopbaan.
lesdoelstellingen ◗◗ De leerlingen zijn vertrouwd met het gepaste taalkader. ◗◗ De leerlingen kennen de verschillende diensten en organisaties, waarmee ze als werkzoekende in ◗◗ contact komen, in het bijzonder de VDAB, de RVA en de vakbonden. ◗◗ De leerlingen zijn zich bewust van hun nieuwe verantwoordelijkheden en zelfstandigheid. ◗◗ De leerlingen weten welke informatie en/of hulp ze bij welke dienst of organisatie kunnen krijgen ◗◗ Ze kunnen hun problemen en vragen formuleren.
methodiek De leerlingen zoeken zelf informatie op in het gedrukte en online materiaal van de verschillende diensten en organisaties (VDAB, RVA, vakbonden). Gezien de tijd meestal beperkt is, werken de leerlingen met vooraf geformuleerde vragen en met documentatie, die hen ter beschikking wordt gesteld. De vooraf geformuleerde vragen zijn de vragen, die schoolverlaters doorgaans hebben of die betrekking hebben op materie, die schoolverlaters zeker moeten kennen. Op een apart blad zijn trefwoorden en/of de informatiebronnen opgegeven, die het zoekwerk kunnen vergemakkelijken. Als de tijd het toelaat, kunnen de leerlingen ook eerst zelf het documentatiemateriaal verzamelen, hun vragen formuleren en vervolgens de antwoorden zoeken. De vragenlijst is dan voor de leerkracht een leidraad om te bewaken dat alle kwesties aan bod komen. Het is een aanrader om vertegenwoordigers van de besproken diensten en organisaties uit te nodigen. Met hen kunnen de leerlingen in gesprek gaan op basis van de gegevens, die ze verzamelden en de vragen die ze voorbereidden.
63
stap voor stap De leerlingen beantwoorden in groepjes een reeks vragen over de informatie, die ze zeker moeten kennen. De antwoorden vinden ze in de brochures van de verschillende diensten en organisaties en/of op hun websites. De brochures worden verzameld door de leerkracht of door de leerlingen zelf. Ze noteren de antwoorden en in welke documentatie van welke organisatie ze deze vonden. Bedoeling is dat ze én informatie zoeken én de verschillende diensten en organisaties leren kennen. Verzamelden de leerlingen zelf de brochures, dan hebben ze uiteraard vooraf al enige weet van de betreffende diensten en organisaties. Mogelijke werkwijzes: ◗◗ De leerlingen formuleren zelf hun vragen en zoeken vervolgens de antwoorden. ◗◗ De leerlingen beantwoorden de vragen van het werkblad: "Wat een schoolverlater zeker moet weten" ◗◗ Alle groepjes beschikken over alle brochures en beantwoorden alle vragen. ◗◗ Alle groepjes beschikken over alle brochures en beantwoorden elk een verschillende set
van een vijftal vragen. ◗◗ De brochures worden klassikaal gesorteerd naar organisatie en per groepje werken de
leerlingen met het materiaal van één organisatie. ◗◗ Als het internet beschikbaar is, kan één groepje de antwoorden op het internet opzoeken. ◗◗ In alle gevallen noteren de leerlingen waar ze de informatie vonden.
Aan de hand van een klasgesprek worden de antwoorden gebundeld in een bordschema, op basis van het schema “Overzicht van de belangrijkste diensten en organisaties en hun werkterrein” in de leerlingenmap. Bezoek van vertegenwoordigers van verschillende organisaties: Voorbereiding: de resultaten van het groepswerk en bijkomende vragen die de leerlingen nog hebben worden gebundeld. Afspraken kunnen worden gemaakt over wie welke vragen stelt. Gesprek: De leerlingen leggen hun vragen voor aan de uitgenodigde sprekers. Websites: ◗◗ ABVV: www.abvvjongeren.be ◗◗ ACV: www.acv-online.be ◗◗ ACLVB: www.aclvb.be ◗◗ RVA: www.rva.be ◗◗ Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid en openbare instellingen vansociale zekerheid:
www.socialsecurity.fgov.be ◗◗ Startersservice van de Unie der Zelfstandige Ondernemers (UNIZO) www.unizo.be ◗◗ Belgische boerenbond: www.agris.be ◗◗ VDAB: www.vdab.be/jongeren
64
lesmateriaal ◗◗ Leerlingenmap “Afgestudeerd”: •• Oefening: “Wat een schoolverlater zeker moet weten”, “Waar vind ik de antwoorden” ◗◗ Leerkrachtenmap “Afgestudeerd” •• Bordschema: Overzicht van de belangrijkste diensten en organisaties en hun werkterrein. •• Werkblad: "Wat een schoolverlater zeker moet weten" ◗◗ Brochures: •• Verschillende brochures van de VDAB •• Brochures voor schoolverlaters en studenten van het ACV, ABVV en ACLVB •• Brochures van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en
Sociaal Overleg: gratis te bestellen via telefoon (02 233 42 11), fax (02 233.42.36) of e-mail
[email protected] of rechtstreeks downloaden op de website www.werk.belgie.be •• Brochures van de Administratie Werkgelegenheid van de Vlaamse overheid: gratis te bestellen via telefoon (02 553 42 56) of e-mail (
[email protected]) •• Brochures voor schoolverlaters van de verschillende mutualiteiten Opgelet: De meeste brochures worden jaarlijks geactualiseerd.
65
66
Verder:
Wat? ◗ Beroepsinschakelingstijd ◗ Jeugdvakantiegeld ◗ Contracten ◗ Loon ◗ Aanvraag en betaling werkloosheidsuitkering ◗ Statuut jobstudent
VAKBOND/HULPKAS
◗ Ziekenfonds ◗ Kinderbijslagfonds ◗ Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO)
Wat? ◗ Inschrijving schoolverlaters ◗ Vacatures ◗ cv ◗ Startbanen ◗ Opleiding ◗ Vakantiejobs ◗ Mijn loopbaan
VDAB
Wat? ◗ Bepalen einde beroepsinschake- lingstijd + recht op inschakelings- en werkloosheidsuitkering ◗ Onderzoek naar zwart werk ◗ Schorsing van uitkeringen ◗ Informatie rond zelfstandig worden (startlening) ◗ Stempelgeld
RVA
Schema
OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE DIENSTEN EN ORGANISATIES EN HUN WERKTERREIN
afgestudeerd Wat een schoolverlater zeker moet weten
VDAB Meer info: www.vdab.be INSCHRIJVEN BIJ VDAB Wanneer kan je je inschrijven bij de VDAB? Je kan je altijd inschrijven bij de VDAB wanneer je werk zoekt. Zo kan je je nu al inschrijven als jobstudent als je vakantiewerk zoekt. Het is belangrijk dat je je inschrijft als schoolverlater. Je kan dit op twee manieren: ◗◗ Vanaf 1 januari van het jaar dat je afstudeert kan je je inschrijven in de categorie “Ik studeer nog en
beëindig mijn studies normaal gezien op het einde van het schooljaar”. Automatisch wijzigt jouw dos- sier op 1 augustus in de status ‘school verlater in beroepsinschakelingstijd’. ◗◗ Na het beëindigen van je studies kan je je inschrijver als schoolverlater. Je duidt dan aan: “ik heb mijn
studies dit schooljaar beëindigd/stopgezet”. Voor de kinderbijslag kan het nuttig zijn om je ook in te schrijven wanneer je werk hebt onmiddellijk na je studies (zie vraag ). Ook als werkende kun je je inschrijven als je nog ander werk zoekt. Wat zijn de voordelen van een inschrijving bij de VDAB als schoolverlater? ◗◗ Je behoudt je sociale rechten (werkloosheid, ziekteverzekering, kinderbijslag, pensioen); ◗◗ Je krijgt vacatures op maat; ◗◗ Je kunt je eigen dossier met lopende sollicitaties, CV’s vacatureselecties,… online beheren in Mijn
Loopbaan; ◗◗ Je kunt hulp inroepen van de VDAB om een gepaste job te zoeken; ◗◗ Je kunt onder bepaalde voorwaarden ook: •• in aanmerking komen voor bepaalde tewerkstellingsmaatregelen; •• genieten van een bijkomende VDAB-opleiding; •• bepaalde voordelen genieten bij het zoeken naar een job (bvb. korting bij het
gebruik van openbaar vervoer, ...); •• een inschakelings- of werkloosheidsuitkering ontvangen na het doorlopen van een beroepsinschakelingstijd Via welke kanalen kun je je inschrijven bij de VDAB? ◗◗ Online: via de website www.vdab.be ◗◗ Telefonisch: via het gratis nummer 0800 30 700 (elke werkdag van 8 tot 20u)
67
Welke formulieren krijg je na de inschrijving? Op het einde van je inschrijving krijg je een inschrijvingsbewijs (A23). Als je je persoonlijk of telefonisch aanmeldt ontvang je een formulier C109/artikel 36. Bewaar deze formulieren zorgvuldig want ze moeten worden ingeleverd op het einde van de beroepsinschakelingstijd als je op dat ogenblik geen werk hebt. DIENSTVERLENING VAN VDAB Waar denk je aan als je het woord werkwinkel hoort? Het is een gebouw waar je tijdens de openingsuren kan binnenlopen met al je vragen in verband met werk. In de werkwinkel vind je verschillende diensten: VDAB, GTB, OCMW, PWA. Soms vind je er ook diensten die actief zijn op het terrein van bijvoorbeeld inburgering, … Deze vertegenwoordiging verschilt per werkwinkel. Er zijn in Vlaanderen een 110-tal werkwinkels. Waar woon jij? Welke is werkwinkel is voor jou de dichtstbijzijnde werkwinkel? Je kunt dit vinden op www.vdab.be Wat zijn de openingsuren van deze werkwinkel ? Tip: je kunt al eens langs gaan om kennis te maken, vacatures op te zoeken, … INVULOEFENING: OPLOSSING Als je ingeschreven bent, ontvang je automatisch vacatures via sms, mail of brief op basis van het profiel dat je in je dossier hebt ingevuld. Dus hoe beter je jouw VDAB-dossier invult, hoe beter de vacatures bij je passen. Je kunt ook zelf selecties maken van vacatures en deze bewaren in je VDAB-dossier. De VDAB nodigt je uit voor een gesprek in de werkwinkel in je buurt. Samen met een consulent bespreek je welke acties ondernomen worden zodat je zo snel mogelijk aan het werk bent. Deze acties kunnen zijn: ◗◗ het zoeken naar vacatures en hierop solliciteren ◗◗ het opstellen van je cv ◗◗ sollicitatietraining volgen ◗◗ een oriëntatiescreening volgen als je nog niet goed weet welke job je wil en kan uitoefenen ◗◗ een beroepsopleiding volgen ◗◗ …
Deze acties worden opgenomen in een actieplan. De consulent in de werkwinkel volgt je regelmatig op. Je hoeft niet te wachten om naar de werkwinkel te gaan tot je een uitnodiging hebt gekregen. Je kan altijd terecht in de werkwinkel in je buurt als je vragen hebt. Wanneer je gaat solliciteren kan je in de werkwinkel ook een treinticket aan verminderde prijs bekomen. WAT WORDT ER VAN JE VERWACHT? Je bent verplicht om in te gaan op uitnodigingen van de VDAB (voor een gesprek, een vacature, een opleiding, …) en om actief mee te werken aan de begeleiding die VDAB je biedt. Afwezigheid is alleen mogelijk als je een geldige reden hebt zoals ziekte, een sollicitatiegesprek, werk, …. Je moet de VDAB wel op voorhand verwittigen en een bewijs bezorgen. Als je ongewettigd afwezig bent of weigert actief mee te werken bij je zoektocht naar werk, wordt dit gemeld aan de RVA. Dit kan gevolgen hebben voor je uitkering. Je moet immers “beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt” (wat wil zeggen actief zoeken naar werk) als je in beroepsinschakelingstijd bent of een uitkering ontvangt. DIENSTVERLENING VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP Wat is een arbeidshandicap? Het VDAB-decreet omschrijft een arbeidshandicap ‘als een langdurig en belangrijk probleem van deelname aan het arbeidsleven. Dit is te wijten aan het samenspel tussen functiestoornissen van mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke aard, beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten en persoonlijke en externe factoren’. Door een arbeidshandicap is een werkzoekende niet in de mogelijkheid om eender welke job te kiezen en uit te voeren. Enkele mogelijke voorbeelden: depressie, autisme, slechthorendheid, rugklachten, gedrags68
stoornis, stembandverlamming, spierziekte, chronisch vermoeidheidssyndroom, … Wat is gespecialiseerde begeleiding? Gespecialiseerde diensten ondersteunen personen met een arbeidshandicap tijdens hun zoektocht naar werk. Het gaat om verschillende diensten actief op het terrein van trajectbegeleiding en -bemiddeling, arbeidsonderzoek, opleiding en werkervaring. Aan de hand van gesprekken worden de competenties en beperkingen van de werkzoekende in kaart gebracht. Samen met de werkzoekende wordt stap voor stap bepaald wat de beste oplossing is. Hierdoor kan de begeleiding beter afgestemd worden op maat van de werkzoekende en zijn ondersteuningsnood. Daarnaast beschikken gespecialiseerde diensten over meer tijd en expertise om naar gepaste oplossingen te zoeken. Enkele gespecialiseerde diensten: - GTB (gespecialiseerde trajectbepaling en –begeleiding) - GA (gespecialiseerde arbeidsonderzoekdienst): www.consultatiebureaus.be - GOB (Gespecialiseerde Opleidings-, begeleidings- en bemiddelingsdienst): www.fegob.be
RIJKSDIENST VOOR ARBEIDSVOORZIENING (RVA) Meer info: www.rva.be ALGEMEEN Wat is de RVA? De RVA is een overheidsinstelling die zich bezig houdt met de werkloosheidsverzekering. De werkloosheidsuitkering is, net zoals een ziekte- en invaliditeitsuitkering, een vervangingsinkomen. Wat doet de RVA? De RVA bepaalt of je recht hebt op uitkeringen en hoe hoog de uitkering is die je ontvangt. De RVA controleert ook of je niet onrechtmatig gebruik maakt van uitkeringen. Als je bijvoorbeeld een werkloosheidsuitkering ontvangt, moet je ook actief zoeken naar werk. De RVA kan je oproepen om te kijken of je daadwerkelijk op zoek bent naar werk. Oordeelt de RVA dat je inspanningen om werk te zoeken onvoldoende zijn, kan hij een sanctie uitspreken. De RVA kan zelfs de uitkering schorsen. Als je lid bent van een vakbond, kan deze je in zulke situaties bijstaan. Je vakbond of de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen vraagt voor jou de uitkering aan bij de RVA. Zelf hoef je geen contact op te nemen. Opgelet! Zelfs wanneer je in beroepsinschakelingstijd bent en dus nog geen uitkering ontvangt, moet je beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt en actief naar werk zoeken. BEROEPSINSCHAKELINGSTIJD Wat is de beroepsinschakelingstijd? Als schoolverlater ontvang je niet onmiddellijk een werkloosheidsuitkering. Eerst doorloop je een beroepsinschakelingstijd. Om die beroepsinschakelingstijd te laten starten, moet je ingeschreven zijn als werkzoekende bij de VDAB. Heb je na je beroepsinschakelingstijd nog geen werk gevonden, dan kun je een uitkering aanvragen via de uitbetalingsinstelling (vakbond of Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen). Wanneer begint de beroepsinschakelingstijd? Ben je nog geen 18 jaar, dan begint je beroepsinschakelingstijd op de dag van inschrijving bij de VDAB. Aangezien je tot achttien jaar leerplichtig bent, kan dat nooit voor 1 juli zijn. Ben je ouder dan 18, dan begint de beroepsinschakelingstijd te lopen vanaf 1 augustus. Toch kun je je al voor die dag als werkzoekende inschrijven. Ben je tijdens het schooljaar gestopt met je studies of studeer je later af (bijvoorbeeld in september) dan begint de beroepsinschakelingstijd te lopen vanaf de dag van je inschrijving. Hoe lang duurt de beroepsinschakelingstijd? De beroepsinschakelingstijd wordt uitgedrukt in werkdagen, zaterdagen meegerekend. Je beroepsinschakelingstijd bedraagt 310 dagen. De RVA bepaalt de exacte einddatum van je beroepsinschakelingstijd. 69
Mag je werken tijdens de beroepsinschakelingstijd? Ja, je mag werken tijdens de beroepsinschakelingstijd. De beroepsinschakelingstijd wordt niet verlengd met de duur van je tewerkstelling. Werk je bijvoorbeeld 20 dagen als uitzendkracht, dan telt deze periode mee voor je beroepsinschakelingstijd. Vergeet niet om je opnieuw in te schrijven bij de VDAB na elke tewerkstelling tijdens je beroepsinschakelingstijd. Mag je een vakantiejob doen tijdens de beroepsinschakelingstijd? Ja, je mag een vakantiejob doen. Als je na het beëindigen van je studies een studentenjob doet na 31 juli, heeft dit geen invloed op je beroepsinschakelingstijd. Je beroepsinschakelingstijd loopt dan gewoon door. Werk je bijvoorbeeld 20 dagen als jobstudent, dan telt deze periode mee voor je beroepsinschakelingstijd. Opgelet: dit geldt enkel voor de dagen ná 31 juli. Doe je bijvoorbeeld van 1 tot 15 juli een studentenjob, dan telt deze periode niet mee als beroepsinschakelingstijd. Mag je een opleiding volgen tijdens de beroepsinschakelingstijd? Het antwoordt op deze vraag is afhankelijk van welke soort opleiding je volgt. Algemene regel is: wanneer je ingeschreven blijft bij VDAB als niet werkende werkzoekende en dus naar voltijds werk zoekt, de beroepsinschakelingstijd blijft lopen. Dus wanneer je een beroepsopleiding bij VDAB of een opleiding ’s avonds of in het weekend volgt dan is er geen probleem. Maar als je bv. terug studies met een volledig leerplan aanvat, dan vervalt je beroepsinschakelingstijd. Je beroepsinschakelingstijd is afgelopen en je hebt geen werk. Wat doe je? Je kan dan een inschakelings- of een werkloosheidsuitkering aanvragen.
70
rva-uitkeringen De RVA kan beslissen om inschakelingsuitkeringen of werkloosheidsuitkeringen uit te betalen. Oplossing oefening: Inschakelingsuitkeringen
Werkloosheidsuitkeringen
Voorwaarden: - je moet bepaalde studies of leertijd beëindigd hebben; - je mag niet langer studies met een volledig leerplan volgen; - je beroepsinschakelingstijd moet afgelopen zijn; - je moet jonger zijn dan 30 jaar. - ingeschreven zijn als niet werkende werkzoekende bij de VDAB - voltijds beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt
Voorwaarden: minimum aantal arbeidsdagen presteren binnen een bepaalde referteperiode (aantal is afhankelijk van de leeftijd): Leeftijd Arbeidsdagen Referteperiode -36 312 dagen 18 maanden 36-50 468 dagen 27 maanden +50 624 dagen 36 maanden ingeschreven zijn bij VDAB als werkzoekende werkloos zijn buiten je wil om beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt geen inkomen hebben
Bedrag is afhankelijk van: - leeftijd - gezinssituatie
Bedrag is afhankelijk van: het geplafonneerde brutoloon dat je in de laatste 6 maanden gedurende minstens vier weken hebt ontvangen - gezinssituatie - werkloosheidsperiode
Hoe aanvragen? Laat eerst een werkloosheidsdossier opmaken bij een instelling die je werkloosheidsuitkering betaalt (de drie erkende vakbonden of de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen). Zij vragen de uitkering voor je aan bij de RVA. Ga dan binnen de 8 dagen na het beëindigen van je beroepsinschakelingstijd opnieuw langs bij de VDAB. Je krijgt daar een inschrijvingsbewijs. Laat het formulier C109/art.36 invullen door de school of leersecretaris én de VDAB. Als je al gewerkt hebt tijdens je beroepsinschakelingstijd, heb je ook een ontslagdocument C4 van je werkgever nodig.
Hoe aanvragen? Via je uitbetalingsinstelling die je dossier in orde maken en de uitkering aanvragen.
71
JEUGDVAKANTIE Wat is jeugdvakantie? Als je jonger bent dan 25 jaar èn ten minste één maand werkt als loontrekkende – waarvan minstens 70 uren verdeeld over minstens 13 dagen - gedurende het jaar waarin je je studies hebt beëindigd, kun je het daarop volgende jaar betaalde jeugdvakantie nemen. Hoeveel bedraagt de uitkering voor jeugdvakantie? De uitkering bedraagt 65 % van je brutoloon tijdens de eerste maand waarin jeugdvakantie wordt genomen en kan maximum 49,98 euro per dag bedragen (exacte bedragen zie www.rva.be ). Hoe moet je de uitkering aanvragen? Je dient de formulieren in bij je uitbetalingsinstelling. Je kan blanco formulieren krijgen bij je uitbetalingsinstelling of bij het RVA-kantoor in je buurt.
UITBETALINGSINSTELLINGEN Meer informatie: www.hvw.fgov.be (Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen) www.acv-online.be (ACV) www.abvv.be (ABVV) www.aclvb.be (ACLVB Wat is een uitbetalingsinstelling? Een uitbetalingsinstelling begeleidt je in de samenstelling van je uitkeringsaanvraag en je werkloosheidsdossier en stuurt het naar de RVA. Als de RVA beslist dat je recht hebt op een uitkering, betaalt de uitbetalingsinstelling je werkloosheidsuitkering uit. Welke uitbetalingsinstellingen zijn er? Er zijn vier uitbetalingsinstellingen: de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen en de drie erkende vakbonden. De Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen De Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen is een overheidsinstelling die zich bezighoudt met mensen die werkloosheids- of andere uitkeringen wensen te genieten. De dienstverlening is gratis. De drie erkende vakbonden: ◗◗ ACV (Algemeen Christelijk Vakverbond) ◗◗ ABVV (Algemeen Belgisch Vakverbond) ◗◗ ACLVB (Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België)
Om gebruik te maken van de dienstverlening van de vakbonden betaal je lidgeld.
ZIEKENFONDS Meer info: www.riziv.be Wat is een ziekenfonds? Een ziekenfonds verzekert mensen tegen ziekte en ongeval. Als je bijvoorbeeld naar de dokter of de tandarts gaat, betaalt je ziekenfonds een gedeelte van de kosten terug. Wat moet je doen om in orde te zijn met het ziekenfonds? Zolang de beroepsinschakelingstijd duurt en je ingeschreven bent bij de VDAB, blijf je via je ouders verzekerd bij het ziekenfonds. Heb je werk gevonden of is de beroepsinschakelingstijd voorbij, dan moet je je persoonlijk aansluiten bij een ziekenfonds.
72
1: Bron: www.unizo.be/starters
KINDERBIJSLAG Meer info: www.rkw.be www.rsvz.be Wat is kinderbijslag? Ouders krijgen van de overheid een toelage voor elk kind: het kindergeld of de kinderbijslag. Hoeveel ze krijgen, hangt onder andere af van het statuut (werknemer, zelfstandige, werkloze, invalide...) van de rechthebbende (vader, moeder,...) de leeftijd van het kind, zijn plaats in het gezin. Kan je als jonge schoolverlater nog kinderbijslag krijgen? Ja, zolang je beroepsinschakelingstijd duurt, je ingeschreven bent bij de VDAB en jonger bent dan 25 jaar, krijgen je ouders nog kinderbijslag. De VDAB bezorgt het attest rechtstreeks aan het kinderbijslagfonds of stuurt het je thuis op. Als je tijdens de beroepsinschakelingstijd werkt en je inkomen is hoger dan 443,89 euro bruto per maand, vervalt het recht op kinderbijslag (exacte bedragen zie www.rva.be). Wat als je onmiddellijk na je studies werk hebt? Als je je onmiddellijk inschrijft bij VDAB na het beëindigen van je studies, heb je in geval van werkloosheid tijdens de beroepsinschakelingstijd diezelfde maand al recht op kinderbijslag.. Als je je niet onmiddellijk inschrijft bij VDAB, dan heb je pas de maand volgend op je inschrijving als schoolverlater recht op kinderbijslag.
73
74
deel 5: droom je van een eigen zaak
algemene doelstelling De leerlingen krijgen een eerste indruk over wat zelfstandig zijn inhoudt.
lesdoelstellingen ◗◗ De leerlingen weten wat een zelfstandige is ◗◗ De leerlingen kennen de voor- en nadelen van ondernemerschap ◗◗ De leerlingen kennen de ondernemerschapscompetenties en kunnen beoordelen over welke onderne-
merschapscompetenties ze zelf beschikken ◗◗ De leerlingen kennen de basisvoorwaarden om te starten als ondernemer
inleiding Belgen staan niet echt gekend als ondernemend. Een zelfstandige zaak opstarten houdt dan ook een zeker risico in. Het is daarom heel belangrijk om enerzijds goed voorbereid te zijn, anderzijds potentiële ondernemers aan te moedigen om verdere stappen in deze richting te zetten. Minister Peeters: “Er zijn vandaag nog te weinig ASO-leerlingen betrokken bij projecten rond ondernemerschap. Elke jongere zou in zijn schoolloopbaan, ongeacht zijn studiekeuze, minstens één maal moeten deelnemen aan een project rond ondernemingszin of ondernemerschap. Ondernemerschap in het onderwijs is een kerntaak van de overheid in de verdere uitbouw van een ondernemend Vlaanderen. Ondernemers dienen niet alleen materiële ondersteuning te bieden, maar zij moeten ook actief betrokken worden bij het lesgebeuren. Zij kunnen optreden als coach of peter, als rolmodel, als ervaringsdeskundige, als spreker,” aldus de minister. (persbericht Kabinet Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel vrijdag 28 mei 2010) “
wat is een zelfstandige? Oplossing invuloefening: Wat is een zelfstandige? Iemand die keihard moet werken voor géén geld? Neen hoor. Als je eenmaal de grote stap hebt gezet, dan ben je’ ...een persoon van minimum 18 jaar die een beroepsactiviteit uitoefent zonder onderworpen te zijn aan gezag door een arbeidsovereenkomst of een statuut ...’
75
wat zijn de voor- en nadelen van zelfstandige zijn? Hier volgt een overzicht van de meeste gekende voor- en nadelen: Mogelijke voordelen
Eventuele nadelen
◗◗ werkvoldoening hebben
◗◗ ongunstig sociaal statuut
◗◗ degelijke producten/diensten leveren
◗◗ zelf pensioenregeling bekostigen
◗◗ je eigen baas zijn
◗◗ zelf “kleine risico’s” bekostigen
◗◗ hard werken wordt beloond
◗◗ steeds weer investeren
◗◗ in principe meer verdienen dan als werknemer
◗◗ steeds weer leningen afbetalen
(eens je zaak goed draait; wél even doorbijten bij
◗◗ financiële risico’s (bv. klanten die niet betalen)
opstart)
◗◗ verzekeringen bekostigen om risico’s in te
◗◗ fier zijn op je beroep
dekken
◗◗ de drang naar zelfstandigheid
◗◗ psychologische druk
◗◗ vrijheid hebben om naar eigen
◗◗ onregelmatig leven (sociaal, familiaal)
◗◗ inzicht te kunnen werken
◗◗ druk op je omgeving (verwanten)
◗◗ zelf je uren bepalen
◗◗ onzekere toekomst (bv. afhankelijkheid van
◗◗ zelf je werk organiseren
economische conjunctuur)
◗◗ de vrijheid om eigen ideeën te
◗◗ zware werklast: de gemiddelde zelfstandige
◗◗ realiseren (zelfontplooiing) creatief kunnen
werkt meer dan 60 uur per week!
werken ◗◗ zelf vruchten plukken van inspanningen ◗◗ ontsnappen aan een onbevredigende job ◗◗ een ideaal nastreven (bv. milieubeleid onder-
steunen, zorgen voor minderbedeelden, ...)
76
zit er een ondernemer in jou? Een goede ondernemer beschikt over bepaalde vaardigheden – competenties – die specifiek gebonden zijn aan het ‘ondernemen’, niet aan het specifieke beroep van die ondernemer (bijvoorbeeld bakker, metselaar, vastgoedmakelaar, café uitbater,
). Uit een onderzoek bleek dat we 12 ondernemerscompetenties konden benoemen. 1.
Doorzettingsvermogen
2.
Zelfkennis
3.
Besef van rendement
4.
Besluitvaardigheid
5.
Zelfstandigheid
6.
Toekomstgericht plannen
7.
Overtuigingskracht
8.
Netwerken vormen
9.
Kansen zien
10.
Zicht op markt
11.
Solidair en milieubewust handelen
12.
Gerichtheid op leren
Oefening: Bespreek met de leerlingen wat deze competenties kunnen betekenen voor de ondernemer. En wat doet die ondernemer concreet (= gedrag) onder de noemer van deze competentie? Verdeel de leerlingen in groepjes van 3 of 4 en laat hen zelf brainstormen en nadenken hierover. Ongetwijfeld kunnen de leerlingen een aantal voorbeelden (goede of minder goede) uit hun omgeving vertellen. Doorzettingsvermogen, besef van rendement, besluitvaardigheid, zelfstandigheid en overtuigingskracht zijn de 5 basiscompetenties. Deze werden door de ondernemers in het onderzoek als 5 meest cruciale aangeduid. Hieronder vind je meer uitleg over elk van deze competenties: Doorzettingsvermogen Succesvolle ondernemers kunnen krachtig doorgaan ondanks tegenslagen of bezwaren en dit ook op lange termijn. Ze kunnen zich vastbijten in het werk en het niet loslaten voordat het doel bereikt is; ze blijven dus niet bij de pakken zitten. Succesvolle ondernemers streven ernaar om taken af te maken waaraan ze begonnen zijn, ook wanneer zij deze plots niet boeiend meer vinden en/of teveel risico’s zien. Mogelijke obstakels en/of mislukkingen gaan zij niet uit de weg maar pakken zij met een gezonde portie doorzettingsvermogen en vastberadenheid aan.
77
Zelfkennis Succesvolle ondernemers kennen hun eigen sterktes en zwaktes, staan open voor feedback, hebben zelfkritiek en houden hun eigen werk in de hand. Succesvolle ondernemers kunnen hun eigen werk beoordelen en de geleverde kwaliteit aan de klant inschatten. Succesvolle ondernemers kunnen inschatten aan welke van hun minpunten ze prioritair moeten werken en voor welke aspecten ze beter beroep op iemand anders kunnen doen. Gerichtheid op leren Succesvolle ondernemers zijn voortdurend op zoek naar nieuwe kennis en vaardigheden om zichzelf verder te ontwikkelen. Succesvolle ondernemers zoeken en volgen de opleidingen die nodig zijn om hun werk (beter) te doen. Succesvolle ondernemers weten ook waar ze terecht kunnen om de laatste nieuwigheden te weten te komen. Succesvolle ondernemers volgen de ontwikkelingen in hun omgeving en vakgebied op de voet. Ze zijn geïnteresseerd in nieuwe methodes en technieken zodat ze die, indien relevant, zelf kunnen toepassen in hun werk. Besef van rendement Succesvolle ondernemers zijn in staat om resultaten te behalen met de bedoeling zo veel mogelijk te bereiken met zo weinig mogelijk middelen (geld, mensen, tijd, grondstoffen). Succesvolle ondernemers schatten voor- en nadelen van financiële beslissingen in, vooraleer een beslissing te nemen. Succesvolle ondernemers verspillen nooit onnodig materiaal en inzet van mensen. Succesvolle ondernemers hebben zicht op welke factoren winst of verlies mee kunnen beïnvloeden en welke factoren daarvan ze zelf in de hand hebben. Besluitvaardigheid Succesvolle ondernemers nemen graag beslissingen en durven ook beslissingen nemen wanneer niet iedereen het met hen eens is. Zij zijn in staat om op basis van kennis en informatie in kritieke situaties tot besluiten te komen voor de voortgang van de onderneming. Succesvolle ondernemers, blijven, eenmaal een beslissing genomen, achter hun standpunt staan en zetten zich er 100% voor in zonder telkens te piekeren of de andere optie niet beter geweest was. Als blijkt dat een bepaalde beslissing niet de gewenste effecten oplevert, aarzelen ze echter niet om kordaat een nieuwe beslissing te nemen. Toekomstgerichtplannen Succesvolle ondernemers kunnen op basis van hun visie een strategie en planning uitwerken. Succesvolle ondernemers kunnen inschatten welke stappen moeten gezet worden om hun doel te bereiken. Zij kunnen tussentijds inschatten of ze de goede koers aanhouden en kunnen bijsturen indien nodig. Voor elk tussendoel gaan zij na of het realistisch is om het op de geplande manier te bereiken en voorzien waar nodig een alternatieve weg. Zelfstandigheid Succesvolle ondernemers zijn in staat om in vrijheid te beslissen en te doen wat zij zelf goed achten. Onafhankelijk van anderen kunnen zij tot beslissingen komen en zelf problemen oplossen. Zij zijn in staat om de werkzaamheden op eigen kracht tot een goed einde brengen. Succesvolle ondernemers hebben vertrouwen in hun eigen kunnen en bepalen zelf hun doelen en werkwijze om die doelen te bereiken. Succesvolle ondernemers slagen erin om zelf een oplossing voor problemen te vinden. Overtuigingskracht Succesvolle ondernemers bezitten de kracht om anderen te overtuigen van een bepaald standpunt of van de uitvoering van een bepaald plan, idee of product door middel van argumentatie. Deze competentie zetten ze in bij hun omgang met klanten en medewerkers en bij onderhandelingen met andere firma’s. Hierdoor slagen ze erin mensen enthousiast voor bepaalde dingen te maken en bouwen ze geloofwaardigheid op. Netwerken vormen Succesvolle ondernemers zijn in staat om op een adequate wijze relevante (interne en externe) netwerken op te bouwen en (bestaande) netwerken te onderhouden, zodat nieuwe klanten worden verworven en vaste klanten behouden blijven. Succesvolle ondernemers blijven op deze manier op de hoogte van de trends. Succesvolle ondernemers durven hun netwerk gebruiken als ze er nood aan hebben maar staan ook klaar om anderen te helpen, waardoor hun netwerk onderhouden blijft.
78
Kansen zien Succesvolle ondernemers kunnen markthiaten, die de behoeften van afnemers niet of niet volledig bevredigen, identificeren of bepalen. Hierdoor ontstaan kansen voor nieuwe voorstellen die beter op de markt en de klantbehoeften inspelen. Succesvolle ondernemers kunnen een klantgericht voorstel ontwerpen en ontwikkelen, de benodigde (hulp)middelen hiervoor verwerven (zoals grondstoffen, arbeid, kapitaal en kennis ) en kunnen het voorstel succesvol op de markt brengen. Zicht op markt Succesvolle ondernemers zijn goed geïnformeerd over maatschappelijke en politieke ontwikkelingen, zowel binnen als buiten de sector. Zij hebben zicht op de concurrentie, op hoe de markt evolueert en op de globale trends en ontwikkelingen in de specifieke markt en segmenten daarvan (zoals groeimarkt, stagnerende markt, veel of weinig concurrentie, hoge of lage toetredingsdrempels). Zij kennen de eigen positie in vergelijking met concurrenten. Solidair en milieubewust handelen Succesvolle ondernemers zijn in staat om hun verantwoordelijkheid voor de gevolgen van het functioneren van de onderneming op sociaal, ecologisch en economisch gebied te zien en te nemen. ◗◗ SOLIDAIR: onder meer behartiging mensenrechten, man-vrouw verhoudingen, diversiteit en discrimi
natie, medezeggenschap, … ◗◗ ECOLOGISCH: onder meer milieuzorg, schoner produceren, duurzame technologieontwikkeling, duur
zame bedrijventerreinen, … ◗◗ ECONOMISCH: onder meer werkgelegenheid, investeringen in infrastructuur, economische effecten van
de diensten en producten, sponsoring, medewerkersparticipatie, winstbestemming, …
Oefening: test jezelf Op het internet vind je verschillende tests die een indicatie geven of er inderdaad een ondernemer in je zit. Enkele van deze tests kan je terugvinden onder de volgende links: www.vdab.be/tests/quickscan.shtml www.omoo.be
STARTVOORWAARDEN Beschik ik over de nodige kennis en diploma’s om te starten? Om te starten heb je een bewijs van kennis van bedrijfsbeheer nodig. Dit geldt voor de meeste beroepen. Daarnaast is er voor een bepaald aantal beroepen ook een bewijs van beroepskennis nodig. Dit zijn de zogenaamde ‘gereglementeerde beroepen’. Voor sommige beroepen zijn er nog bijkomende beroepsvereisten geldig. Wat moet ik allemaal in orde maken om te starten? Als startende zelfstandige moet je je onderneming inschrijven in de Kruispuntbank van de Ondernemingen. Als zelfstandige, in hoofd- én bijberoep, moet je je ook aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds. Daarnaast gelden er ook een aantal voorwaarden om te starten. Je moet bijvoorbeeld minimum 18 jaar zijn, bekwaam zijn en een bewijs van kennis van bedrijfsbeheer kunnen voorleggen. Voor sommige beroepen komt er meer bij kijken. We denken hierbij vooral aan bepaalde vergunningen, bijkomende uitoefeningsvoorwaarden, registraties, enzovoort. Voor al deze administratieve formaliteiten en de startvoorwaarden kun je terecht bij het ondernemingsloket.
79
Start ik best in hoofd- of bijberoep? Je kunt zelfstandig zijn in hoofdberoep of in bijberoep. Je bent: ◗◗ zelfstandige in hoofdberoep als je zelfstandig beroep je voornaamste of enige bezigheid is ◗◗ zelfstandige in bijberoep als je naast je zelfstandige activiteit gewoonlijk een ander beroep uitoefent.
Niet de hoogte van het inkomen als zelfstandige is hierbij doorslaggevend, noch de tijd die aan je zelfstandige activiteit besteed. Je bent zelfstandige in bijberoep als je in je andere activiteit (als werknemer) minstens halftijdse prestaties levert. De formaliteiten om te starten als zelfstandige zijn dezelfde in bijberoep als in hoofdberoep. Het enige verschil zit hem in de sociale bijdragen die je betaalt. Kies ik best voor een eenmanszaak of een vennootschap? Eén van de belangrijkste keuzes bij de start van uw activiteit als zelfstandige is de rechtsvorm van je onderneming. Een eerste keuze hierbij is deze tussen de eenmanszaak of een vennootschapsvorm, Als je voor deze laatste kiest, moet je nog beslissen voor welke vennootschapsvorm je opteert. Je hoort wel eens zeggen dat de vennootschapsvorm voor elke onderneming, ongeacht de omvang of sector, de meest geschikte rechtsvorm is. Deze stelling moet je op zijn minst met een korreltje zout nemen. Het nut van de vennootschapsvorm voor een onderneming hangt immers af van diverse factoren, die aan de specifieke situatie van je onderneming moet getoetst worden. Zo is een groot voordeel van de eenmanszaak tegenover de vennootschap de vrijheid van de ondernemer. De eenmanszaak is namelijk minder onderhevig aan wettelijke verplichtingen inzake besluitvorming, winstverdeling, enzovoort. De administratieve verplichtingen zijn ook opmerkelijk lichter. Daartegenover staat dat de vennootschap van een gunstiger fiscaal regime geniet en in de meeste gevallen er de beperkte aansprakelijkheid telt. Dit zijn slechts enkele belangrijke verschillen tussen deze twee vormen. Hoe stimuleer ik ondernemingszin en ondernemerschap bij mijn leerlingen? Tijd om het geleerde in de praktijk te brengen. Volgende opdrachten kunnen helpen bij het stimuleren van ondernemingszin en ondernemerschap. Belangrijkste tip hierbij: Bereid je goed voor! ORGANISEER EEN SPORTDAG! De organisatie van een sportdag door leerlingen zelf laten doen, biedt een dubbel leerproces! Enerzijds gaan de leerlingen samenwerken om een sportdag uit te werken: opzoeken welke sporten aangeboden kunnen worden, wat is de prijs om dat te organiseren? Kan dat volgens een vooropgesteld budget, moeten ze sponsoring zoeken? Is er extra materiaal nodig? Waar halen ze dat? Praktisch verloop, draaiboek… Ze zullen samen beslissingen nemen, moeten overleggen, afspraken maken. Anderzijds leren ze onderhandelen, over verschillende sporten, een sponsoringsbrief schrijven, een gemeente aanschrijven voor materiaal,… Als leerlingen zelf de sportdag uiteindelijk moeten begeleiden en in hoever dat kan of niet kan, is zelf door de leerkrachten / de school te bepalen. Welke leerkrachten / vakken kunnen we hierbij betrekken? Sport (proeven van verschillende sporten, zoeken naar nieuwe trends,…), Nederlands, economie (budget), geschiedenis (bv Olympische spelen, oorsprong brood en spelen,… ), waarom is sporten belangrijk, belang van sporten in de maatschappij en voor jezelf,… Na de sportdag is het goed om even met de leerlingen samen te zitten en hun ervaring te vragen over de voorbereiding en hoe het effectief verlopen is. Hoe hebben ze het samenwerken ervaren, hoe verliep het rekening houden met budget, de praktische afspraken, … ◗◗ Duur: •• Voorbereiding: zelf te bepalen •• Uitvoering: duur van sportdag •• Afronding: zelf te bepalen, een klein terugblik moment is wel belangrijk om het gewens-
te resultaat en leerproces te omkaderen.
80
ORGANISEER EEN DAGUITSTAP! Een daguitstap organiseren voor een klas, daar komt heel wat bij kijken. Ook als je beslist om het roer in de handen van de leerlingen over te laten, hoewel dit voor de leerlingen op het einde van de rit een dubbel leerproces inhoudt! Een daguitstap plannen: waar gaan we naar toe? Hoe? Welk budget? Wanneer? Wat willen we bezoeken? Waarom? Wat is de geschiedenis? … Afhankelijk van de locatie of het evenement kan je ongetwijfeld de betrokkenheid van een vak betrekken bij deze daguitstap. Gaan we een dagje naar Frankrijk? Vergeet de Franse les niet; een goede voorbereiding wat taal en geschiedenis betreft zal de betrokkenheid van de leerlingen voor de daguitstap enkel maar doen toenemen. Leerlingen hebben een dubbel leerproces: de doelstelling van de daguitstap zelf en het voorafgaande groepswerk: de volledige voorbereiding, alles samen overwegen, beslissingen nemen, afspraken maken, rekening houden met elkaar, … Na de daguitstap is het goed om even met de leerlingen samen te zitten en hun ervaring te vragen over de voorbereiding en hoe het effectief verlopen is. Hoe hebben ze het samenwerken ervaren, hoe verliep het rekening houden met budget, de praktische afspraken, … ◗◗ Duur •• voorbereiding: zelf te bepalen •• uitvoering : duur van daguitstap •• afronding : zelf te bepalen, een klein terugblik moment is wel belangrijk om het gewenste
resultaat en leerproces te omkaderen.
EVENEMENT VOOR EEN GOED DOEL Leerlingen willen iets organiseren ten voordele van een goed doel. Ze vertrekken vanuit een brainstorm, verdelen zich in werkgroepen, iemand neemt de leiding, er wordt regelmatig terug in volledige groep overlegd over de stand van zaken van de werkgroepen
leerlingen verdelen taken onder elkaar, nemen de verantwoordelijkheid op om een bepaald bedrag samen te sprokkelen. Welke acties ze ook op touw zetten, inzicht in het financiële luik over de aankoop en verkoop, hoe reclame opmaken, brieven schrijven, toestemmingen aan de directie vragen,
afhankelijk van het goede doel kan ongetwijfeld ook in de lessen geschiedenis, natuurkunde of Frans / Engels ingespeeld worden om inzicht te krijgen in het doel van hun actie. à mogelijks betrokken vakken: Nederlands, andere talen, natuurvakken, economie, projectwerking, … Na het evenement is het goed om even met de leerlingen samen te zitten en hun ervaring te vragen over de voorbereiding en hoe het effectief verlopen is. Hoe hebben ze het samenwerken ervaren, hoe verliep het rekening houden met budget, de praktische afspraken, … Duur → voorbereiding: zelf te bepalen → Uitvoering : duur van de acties → afronding : zelf te bepalen, een klein terugblik moment is wel belangrijk om het gewenste resultaat en leerproces te omkaderen. Aantal deelnemers : een klas Relevante links www.klascement.be/ondernemenopschool www.competento.be/o3-loep www.ondernemendeschool.be/ www.startersservice.be
81
82
deel 6: meer informatie
vdab-aanbod voor scholen Surf naar www.vdab.be en klik onderaan op 'onderwijs'. Hier vind je o.a. het volgende: ◗◗ de elektronische versie van het lessenpakket ◗◗ de mogelijkheden van webleren (gratis voor onderwijs), van samenwerking met de competentiecentra
van de VDAB ◗◗ regionale contacpersonen van de VDAB ◗◗ …
de arbeidsmarkt ◗◗ www.vdab.be/trends/vacatureanalyse.shtml
Deze pagina bevat meer informatie over de vacatures die moeilijk ingevuld raken, de zogenaamde knelpuntberoepen. Deze beroepen worden jaarlijks door de VDAB besproken in een gelijknamig rapport. ◗◗ www.vdab.be/trends/schoolverlaters.shtml
De studie van de schoolverlaters beantwoordt de belangrijke vraag naar de tewerkstellingskansen die de verschillende studierichtingen bieden en geldt ondertussen als een referentiewerk voor iedereen die op het punt staat een studiekeuze te maken. ◗◗ www.vdab.be/cobra
Informatie over de hulpmiddelen om het ideale beroep te zoeken en meer informatie over beroepen. ◗◗ Anders websites die informatie bieden over de arbeidsmarkt:
http://statbel.fgov.be http://kuleuven.ac.be http://vdab.be/trends http://aps.vlaanderen.be
inschrijven bij de vdab ◗◗ Campusinschrijving
Een leerling kan zich al inschrijven in het laatste jaar van hun studie en dit vanaf 1 januari t.e.m. 30 juni. Hierdoor kunnen ze sneller hun cv verspreiden en gecontacteerd worden door werkgevers voor jobs die onmiddellijk na hun studie ingaan. Hun wachttijd gaat dan vanaf 1 augustus onmiddellijk van start. Als leerlingen toch beslissen om verder te studeren kan deze inschrijving geannuleerd worden. ◗◗ Campusactie
Als een school of leerkracht ondersteuning wenst bij de inschrijving van een grote groep leerlingen kan men beroep doen op een VDAB-medewerker. U vindt een lijst met contactpersonen op www.vdab.be/projecten.
83
kiezen na het secundair onderwijs ◗◗ www.studiekiezer.be
Studiekiezer begeleidt leerlingen bij het kiezen van een gepaste studierichting die hen toekomst geeft. ◗◗ “Op stap naar…een job of verder opleiding”
Deze publicatie van de Vrije-CLB-Koepel-vzw omvat een handleiding voor de begeleider en een keuze werkboek voor de leerling. ◗◗ www.go-clb.be/werkmiddelen/sleutelmap.htm
De ‘Sleutelmap’ van het CLB van het GO! is een nieuw werkinstrument voor leerkrachten en leerling begeleiders voor het opstellen van keuzebegeleidingprogramma’s in de tweede en derde graad van het secundair onderwijs.
solliciteren ◗◗ www.vdab.be/werkinzicht/solliciteren.shtml
Pagina voor wie nog meer wil weten over solliciteren, met tal van tips, do’s en don’ts, sollicitatie brieven,… ◗◗ www.vdab.be/internationaal/jobs.shtml
Deze pagina geeft alle informatie over werken in het buitenland.
(Psychologische) testen ◗◗ www.vdab.be/tests
Op deze pagina staan meer dan 100 online testen. ◗◗ www.123test.nl
Deze website bevat ondermeer kennis-, persoonlijkheids-, studie- en carrièretesten.
tewerkstellingsmaatregelen ◗◗ www.aandeslag.be
Er zijn in België heel wat overheidsmaatregelen die als doel hebben de tewerkstelling te bevorderen. Op deze site vindt men een overzicht van de voordelen en premies waarop werknemers en werkgevers recht hebben.
84
Zelfstandige worden ◗◗ OVERHEID
economie.fgov.be/nl/ondernemingen www.vdab.be (trefwoord: zelfstandige) www.vdab.be/ondernemerstest ◗◗ UNIZO
www.unizo.be/starters www.ondernemenwerkt.be ◗◗ ACTIVITEITENCOOPERATIES
www.activiteitencooperaties.be ◗◗ SYNTRA VLAANDEREN
www.syntravlaanderen.be
85
86